Dr. Bart Froyen. Promotor: Prof. Dr. Paul De Cort. Praktijkopleider: Dr. Guido Lurquin. Master of Family Medicine. Masterproef Huisartsgeneeskunde

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Dr. Bart Froyen. Promotor: Prof. Dr. Paul De Cort. Praktijkopleider: Dr. Guido Lurquin. Master of Family Medicine. Masterproef Huisartsgeneeskunde"

Transcriptie

1 De rol van de motivatiestatus van de patiënt op het management van cardiovasculair risico in de huisartsenpraktijk. Typevoorbeeld Hypercholesterolemie Dr. Bart Froyen Promotor: Prof. Dr. Paul De Cort Praktijkopleider: Dr. Guido Lurquin Master of Family Medicine Masterproef Huisartsgeneeskunde 0

2 1

3 VOORWOORD In de eerste plaats wil ik mijn promotor Prof. Dr. Paul De Cort bedanken voor zijn ondersteuning en omkadering in de totstandkoming van dit werk. Hij zorgde voor het juiste perspectief voor dit Manama-project al vanaf dag één door mijn initiële idee tot de juiste proportie terug te brengen. Ik wil ook Dr. Guido Lurquin, mijn praktijkopleider, bedanken voor zijn hulp tijdens dit Manama-project, voor zijn geduld gedurende deze twee jaren. En vooral voor het delen van zijn kennis in de huisartsgeneeskunde. Dr. Denewet en Dr. Baron dank ik voor de fijne jaren als collega in de groepspraktijk. Mijn vriendin, Ielse Broeksteeg, dank ik voor haar steun, vertrouwen en geduld. Mijn ouders dank ik voor het me blijven te motiveren en te ondersteunen, ook toen het minder vlot ging. Verder bedank ik mijn broer en zussen, mijn familie en vrienden om er te zijn als het nodig is en hun ondersteuning. Verder wil ik Prof. Dr. Marjan Vandersteen (Universiteit Hasselt) bedanken om me de kans te geven om aan de weg tot arts te kunnen beginnen. 2

4 INHOUD VOORWOORD... 2 INLEIDING... 5 HET LITERATUURONDERZOEK... 7 Hypercholesterolemie als onderdeel van het globaal cardiovasculair risicoprofiel... 7 Domus Medica aanbeveling... 7 Clinical Knowledge Summaries/Prodigy Guideline... 9 NICE Guideline... 9 NHG Standaard Rapport van het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg Behandeling Globaal Cardiovasculair Risicoprofiel Niet-Medicamenteuze Behandeling Rookstop Obesitas Mediterraan Dieet Lichaamsbeweging Medicamenteuze Behandeling Bloedstolling Lipidenverlagende Therapie Antihypertensiva Postmyocardinfarct Diabetes Mellitus type Economische evaluatie van de behandelingsmogelijkheden Follow Up Motivatiestatus volgens het Transtheoretische Model voor Verandering of Stages of Change - model van Prochaska en DiClemente Motivatiestatus verhogen? R s: Relevance, Risks, Rewards, Roadblocks, Repetition A s: Ask, Advise, Assess, Assist, Arrange Communicatievaardigheden

5 HET PRAKTIJKONDERZOEK Onderzoeksvragen Methode Inclusiecriteria Exclusiecriteria Eindpunten en evaluatiecriteria Rekrutering van de deelnemers Ethische Aspecten Uitval Resultaten Bespreking Welke invloed heeft de motivatiestatus van de patiënt op het CVR beleid en therapietrouw? Kan de motivatiestatus van de patiënt verhoogd worden door middel van motivationele gesprekken? Hoe is de verdeling van patiënten met een verhoogd CVR naar gelang hun motivatie? Zijn de gegevens voor het bepalen van het CVR systematisch genoteerd in het EMD? PRAKTIJKRICHTLIJN CONCLUSIE NAWOORD REFERENTIES BIJLAGEN

6 INLEIDING Tijdens mijn eerste maanden als HAIO in de opleidingspraktijk van Dr. G. Lurquin vroeg ik me af hoe de theoretische achtergrond die ik meegekregen had in de praktijk uitgevoerd zou worden. Al snel merkte ik dat er tussen het biologisch wensbare resultaat en het voor de patiënt haalbare resultaat soms een kloof gaapt. Ik was geïntrigeerd door het verschil tussen patiënten in het omgaan met wat ik als dokter als advies gaf. Toen we een onderwerp voor ons Manama-project moesten indienen was ik er dan ook al snel uit dat ik hier dieper op in wilde gaan. Na een brainstormsessie met Dr. Lurquin, mijn praktijkopleider kwam ik tot een ruwe versie van het onderwerp: het cardiovasculair risicoprofiel van de patiënt, het management door de huisarts en wat de patiënt hier uiteindelijk mee doet. Ik wilde alle mogelijke risicofactoren in kaart brengen en bestuderen hoe de patiënt voor elk van deze factoren behandeld kon worden en hoe deze hiermee omging. Na een onderhoud met mijn promotor Prof. Dr. De Cort bracht hij dit idee terug tot een meer haalbare grootteorde: Ik zou me focussen op hypercholesterolemie en cardiovasculair risico en de motivatiestatus van de patiënt. Verder bouwend op het werk van Dr. S. Vergauwe die een vergelijkbaar praktijkverbeterproject heeft uitgevoerd in Het management van het cardiovasculair risicoprofiel behoort mijns inziens tot één van de kerntaken van de huisarts. Cardiovasculaire ziekten zijn de belangrijkste doodsoorzaak in de Westerse wereld. Ieder jaar sterven ongeveer Belgen aan de gevolgen van hart- en vaatziekten. 2 Door in te werken op de risicofactoren kan de huisarts het cardiovasculair risico doen dalen. En zo niet enkel de patiënt een dienst bewijzen qua levenskwalitieit, maar ook de maatschappij. Door de hoge kosten van ziekenhuisopnames, medicatie en het verlies van productieve mensenjaren zorgen de cardiovasculaire aandoeningen voor een hoge kost. Niet alleen financieel, maar ook qua kwaliteit van leven. 2,3 Sommige risicofactoren voor een cardiovasculaire aandoening zijn niet beïnvloedbaar. Een aantal belangrijke risicofactoren zijn echter wel te beïnvloeden. Met zijn hechte band met de patiënt en zijn expertise is de huisarts uitstekend geplaatst om het ongezonde gedrag van de patiënt proberen te veranderen. 3-7 Ik merkte dat de resultaten van bloedanalyses van patiënten vaak telefonisch besproken werden. Zo ook de resultaten van de cholesterolwaarden. Er werd afgesproken van wat meer op het eten te letten. Soms werd een voorschrift opgehangen aan het magneetbord. Er werden dan ook afspraken gemaakt om na een drietal maanden de cholesterol te hercontroleren. Ik vroeg me af of deze, door tijdsgebrek ingegeven methode, wel de ideale was. Immers, onthoudt de patiënt alles wat er zojuist telefonisch is meegedeeld en implementeert hij dit ook correct? Hoe is de therapietrouw van de patiënt? Is het niet beter om de patiënt terug opnieuw uit te nodigen en hier een consultatie aan te wijden? Na een korte raadpleging van de literatuur vond ik dat er verschillende guidelines waren voor de behandeling van hypercholesterolemie. Ik besloot na te gaan of deze guidelines gemakkelijk implementeerbaar zijn in de huisartsenpraktijk. Het werd ook duidelijk dat 5

7 hypercholesterolemie niet op zichzelf staat, maar dat het kadert in een globale aanpak van het cardiovasculair risico. 1-6 Een minder evident onderdeel van dit project gaat over de motivatiestatus van de patiënt. In de literatuur wordt vaak verwezen naar de motivatiestatus van de patiënt indien men een gedragsverandering wil bewerkstelligen. Het peilen naar de motivatiestatus is soms evident, soms moeilijk te achterhalen. Nog moeilijker is echter wat te doen eens men de motivatiestatus kent. Hoe kan men de motivatiestatus van de patiënt verhogen om een bepaalde gedragsverandering ten eerste te willen proberen en ten tweede om deze gedragsverandering vol te houden? 8 In tegenstelling tot cholesterolwaarden is de motivatiestatus moeilijker te objectiveren. In de literatuur wordt daarom vaak gewerkt met het Transtheoretische Model voor Verandering of Stages of Change - model van Prochaska en DiClemente. Ik heb dan ook besloten om dit model te implementeren in dit Manama-project Voor het verhogen van de motivatiestatus van de patiënt bestaan er verschillende technieken. Er werd gekozen voor het motivationele interview als gesprekstechniek om de motivatiestatus van de patiënt te verhogen Het is duidelijk dat een patiënt een aanpak vereist afhankelijk van zijn motivationele status. Hoe deze boeiende zoektocht verliep en de resultaten vormen de rest van dit werk. 6

8 HET LITERATUURONDERZOEK Het literatuuronderzoek werd uitgevoerd aan de hand van een zoektocht via CEBAM. De gebruikte zoektermen waren cardiovasculair risicoprofiel, hypercholesterolemie, motivatie, CVR management. Ik heb vooral aandacht gehad voor de verschillende richtlijnen (quaternaire bronnen) in verband met het management van het cardiovasculair risicoprofiel. Deze guidelines vormen de basis voor mijn manama-project. De geconsulteerde richtlijnen zijn: Domus Medica, de NHG Standaarden, de NICE Guidlines en de CKS/Prodigy. Het resultaat van deze zoektocht wordt hier verder weergegeven en samengevat. Hypercholesterolemie als onderdeel van het globaal cardiovasculair risicoprofiel Het globaal cardiovasculair risicoprofiel van een patiënt wordt bepaald aan de hand van de aan- of afwezigheid van bepaalde risicofactoren. Deze risicofactoren zijn de leeftijd, geslacht, de bloeddruk, rookstatus, Diabetes Mellitus Type 2, een persoonlijk ischemisch event en een familiaal ischemisch event. Een deel van de risicofactoren zijn niet beïnvloedbaar. Het is dan ook belangrijk de beïnvloedbare factoren te identificeren, op te sporen en advies te geven om deze aan te pakken om zo het globale risico te doen dalen. Men mag echter niet uit het oog verliezen dat patiënten met één bepaalde hoge risicofactor een lager globaal risico kan hebben op cardiovasculaire sterfte dan een patiënt met verschillende risicofactoren maar een hoog globaal risicoprofiel. Het is dan ook zo dat men er bedacht op moet zijn dat de eerste groep niet overbehandeld wordt en de tweede niet wordt onderbehandeld. 3-7 Aangezien de patiënt het meeste gezondheidswinst kan boeken indien een eerste ischemisch event vermeden kan worden is de taak van de huisarts om aan primaire preventie te doen van primordiaal belang. Aangezien er verschillende risicofactoren zijn die allemaal interageren op het globale risico op hart- en vaatziekten (HVZ) is het belangrijk dat de huisarts zich niet focust op één risicofactor maar een beleid opstelt dat rekening houdt met het globaal cardiovasculair risicoprofiel van zijn patiënt. De huisarts die een centrale rol vervult in de gezondheidszorg is goed geplaatst om de patiënt te begeleiden. Hij kan een vertrouwensband opbouwen met de patiënten. Immers aangezien het hier over preventie gaat zal hij vaak de patiënt moeten overtuigen zijn levensstijl aan te passen voor de patiënt een probleem ervaart. 2-7 Hoe de huisarts hierin tewerk zal gaan kan volgens verschillende strategieën. Verschillende instanties hebben hiervoor een richtlijn opgesteld. Domus Medica aanbeveling Boland et al. stelde een manier op waarop de huisarts tijdens een consultatie snel een beeld kan vormen van het globaal cardiovasculair risicoprofiel van zijn patiënt. Dit algoritme voor de bepaling van het globaal cardiovasculair risicoprofiel werd in 2007 gevalideerd door CEBAM. De gegevens om de risicostratificatie op te stellen kunnen via anamnese en een klinisch onderzoek in kaart gebracht worden. De bepaling van het globaal cardiovasculair 7

9 risicoprofiel gebeurt in 3 stappen. Met een mnemotechnisch hulpmiddel is het zo gemakkelijk het risico op hart- en vaatziekten op te stellen. Boland et al. spreekt hier over het opstellen van het risicoprofiel in vijf minuten volgens het ABCDEF-algoritme(bijlage 1). De huisarts dient dit te gebruiken bij alle patiënten tussen 40 en 75 jaar. Waarbij de A staat voor Age of de leeftijd van de patiënt vanaf 50 jaar, B voor de bloeddruk vanaf 140/90 mmhg of gebruik van antihypertensiva, C voor het roken van één sigaret per dag of meer, D voor diabetes mellitus type 2, E voor een persoonlijk ischemisch event en F voor een familiaal ischemisch event bij de vader of broer onder de leeftijd van 55 jaar, bij de moeder of zus onder de 65 jaar. Dit is de eerste stap van de risicostratificatie. 3 De tweede stap classificeert het risico aan de hand van de bekomen resultaten van het ABCDEF-algoritme: Patiënten die positief scoren op de persoonlijke voorgeschiedenis van een ischemisch event(e+) of die lijden aan diabetes mellitus type 2(D+) samen met nog een extra risicofactor worden sowieso ingedeeld als hoog-risicopatiënt. Er moeten geen risicotabellen geconsulteerd worden. Hun risico op HVZ wordt geschat op meer dan 10% om in de komende 10 jaar het slachtoffer te worden van een cardiovasculaire sterfte. 3 Patiënten die enkel positief scoren op roken(c+) hebben een laag risico op cardiovasculaire sterfte, maar dit zal in de toekomst stijgen. De enige therapeutische, maar wel zeer belangrijke, ingreep bestaat uit rookstop. 3 Patiënten die negatief scoren op al deze factoren hebben een laag cardiovasculair risiconiveau. Een bloedname voor bepaling van het lipidenprofiel is niet nodig, tenzij er uit de anamnese blijkt dat er heterozygote familiale hypercholesterolemie voorkomt. 3 Indien de patiënt positief scoort voor leeftijd (A+), bloeddruk (B+) of familiale antecedenten van ischemische events (F+) is zijn totaal cardiovasculair risicoprofiel nog onbepaald na de anamnese en het klinisch onderzoek. Bij deze patiënten dient wel een bloedname te gebeuren om het lipidenprofiel te bepalen. Indien het resultaat hiervan bekend is kan men het risico inschatten door gebruik te maken van de SCORE-risicotabellen (SCORE-kaart België in bijlage 2). De SCORE-risicotabellen geven enkel een risico op een fataal cardiovasculair event de volgende 10 jaar en geven geen informatie over de morbiditeit. Dit in tegenstelling tot de vroeger gebruikte Framingham-risicofunctie. De Domus Medica-aanbeveling gebruikt de ratio van totaal cholesterol/hdl in tegenstelling tot de originele SCORE-kaarten. Dit omwille van de variantie op de cholesterolbepalingen die tot 7% kan zijn. Door HDL te gebruiken is er ook een effect van een gezondere levensstijl, die HDL-cholesterol verhogend werkt merkbaar in de bepaling van het globaal cardiovasculair risicoprofiel. 3 Daarenboven wordt het totaal risico bij patiënten die F+ scoren berekend door het bekomen risico uit de SCORE-risicotabel met 1,5 te vermenigvuldigen. Als de patiënt rookt (C+) dan wordt initieel het risico berekent alsof hij een niet-roker is. Zo zijn risico dan lager is wordt als eerste therapeutische interventie de rookstop geadviseerd. Na zes maanden volgt dan een herevaluatie. 3 8

10 Zo worden alle patiënten uiteindelijk ingedeeld in 3 groepen naar gelang hun globaal cardiovasculair risico. 1) Patiënten met een hoog risicoprofiel hebben een kans van 10% of meer om de komende tien jaar getroffen te worden door cardiovasculaire sterfte. 2) Patiënten met een matig risicoprofiel zitten tussen de 5% en de 9% op fatale hart-en vaatziekten voor de volgende tien jaar. 3) Laagrisico patiënten zitten onder de 5% om binnen de tien jaar te sterven aan een cardiovasculaire aandoening. 3 De derde stap van het algoritme bestaat uit de behandeling van de patiënt. Zijn globaal risico op cardiovasculaire sterfte bepaalt het therapeutisch beleid. Dit bestaat uit adviezen omtrent levensstijlaanpassingen. Zowel qua voeding en lichaamsbeweging als qua rookstopadvies. Eventueel is er ook een medicamenteuze behandeling vereist. 3 Clinical Knowledge Summaries/Prodigy Guideline De CKS of Prodigy Guidelines gaan uit van een hoog cardiovasculair risico bij de volgende subgroepen van patiënten: patiënten ouder dan 75 jaar, patiënten met hart- en vaatziekten, patiënten met perifeer vasculair lijden, patiënten met familiale hypercholesterolemie, patiënten met polycythemie vera of patiënten met diabetes mellitus type 2 en ouder dan 40 jaar. 4,5 Voor patiënten die buiten deze subgroepen vallen worden verschillende risico calculators gebruikt. De Joint British Societies cardiac risk assessor programme, QRISK 2 calculator, de ASSIGN calculator, de Framingham calculator of de UKPDS risk engine voor diabetespatiënten. Patiënten hebben een hoog globaal risico indien ze hoger scoren dan 20% op het tienjaarsrisico op een nieuw cardiaal event. 4,5 Indien er geen enkele calculator geschikt is voor de patiënt in kwestie dan wordt het risico geschat op klinische basis. De bekomen resultaten voor risico op cardiovasculaire events zijn een benadering en moeten aan de hand van klinische gegevens geïnterpreteerd worden. Er wordt aangeraden om de volgende labotests aan te vragen: lipidenprofiel: totaal cholesterol, HDL (het gemiddelde van twee tests waarvan minstens één een nuchtere bloedname), glycemie, egfr, en Creatinine Kinase (CK). 4,5 NICE Guideline De NICE Guideline voor het bepalen van het risico op cardiovasculaire ziekten en de primaire preventie van hart- en vaatziekten gaat uit van een systematische strategie voor alle patiënten tussen 40 en 75. Er wordt voorrang gegeven aan patiënten waarvan men schat dat ze een hoog risico op hart- en vaatziekten vertonen. De gegevens die al in het elektronisch medisch dossier (EMD) genoteerd staan moeten als basis dienen om tot deze schatting te komen. Men maakt gebruik van risico vergelijkingen om het risico op hart- en vaatziekten te bepalen. De patiënt 9

11 moet voldoende informatie krijgen over zijn risico en eventuele voor- en nadelen van een ingestelde therapie over een periode van tien jaar. 6 Patiënten met een antecedent van hart- en vaatziekten, diabetes of een monogenische lipidenstoornis worden niet geïncludeerd in het systematisch proces om het risico op cardiovasculaire aandoeningen te bepalen. Zij worden automatisch als hoogrisicopatiënt beschouwd. 6 Ook patiënten boven de leeftijd van 75 jaar worden als patiënten met een hoog risico op cardiovasculaire aandoeningen beschouwd. 6 Voor alle andere 40 tot 74-jarigen wordt het risico geschat. Indien dit lager is dan 20% op tien jaar wordt het risico geherevalueerd in de toekomst. De NICE Guideline geeft hier geen strikte tijdsperiode voor op. Indien het risico geschat wordt op hoger dan 20% op tien jaar dan wordt de patiënt geïnformeerd over zijn risico. Er wordt een afspraak gemaakt om een formele risico bepaling te doen. De optie om deze bepaling te weigeren moet aan de patiënt gegeven worden. 6 Het is belangrijk dat er met de patiënt gecommuniceerd wordt over wat hij al weet over cardiovasculair risico, hoe ze zich hierbij voelen, welke verwachtingen ze hebben. De arts zal ook de bereidheid aftoetsen bij de patiënt om zijn levensstijl te veranderen, testen te ondergaan en eventueel medicatie te nemen. De huisarts moet met andere woorden de ICE (Ideas, Concerns en Expectations) van de patiënt bevragen. Hierna wordt gezamenlijk een plan opgesteld voor het management van het cardiovasculair risicoprofiel van de patiënt. De bepaling van het cardiovasculair risicoprofiel gebeurt aan de hand van de bepaling van de volgende parameters: rookstatus, alcoholgebruik, tensie, BMI of middelomtrek, nuchtere bepaling lipidenprofiel (Totaal cholesterol, LDL cholesterol, HDL Cholesterol, Triglyceriden.), nuchtere glycemiewaarden, nierfunctiebepaling, leverfunctiebepaling en TSH-bepaling indien dyslipdemie. 6 De arts moet bij de anamnese nagaan of de patiënt een familiale cardiale voorgeschiedenis heeft, dit wil zeggen een cardiaal event bij de vader of broer voor 55 jaar of bij de moeder of zus voor 65 jaar. Ook de etniciteit, de socio-economische status en comorbiditeit van de patiënt wordt genoteerd. 6 NHG Standaard De NHG Standaard voor Cardiovasculair Risicomanagement maakt een onderscheid tussen patiënten met een voorafgaand event van cardiovasculaire ziekte en patiënten met diabetes mellitus type 2 enerzijds en de patiënten zonder hart- en vaatziekten of diabetes mellitus type 2. 7 Het risicoprofiel wordt opgesteld door een aantal gegevens te verzamelen over de patiënt. De NHG Standaard gebruikt de volgende risicofactoren : leeftijd, geslacht, roken, systolische 10

12 bloeddruk, het lipidenspectrum(triglyceriden, Totaal Cholesterol, HDL Cholesterol, LDL Cholesterol, Totaal Cholesterol / HDL Cholesterol ratio), glycemie, familiale antecedenten, voeding, alcohol, fysieke inspanning en BMI en middelomtrek. 7 De glycemie en het lipidenspectrum worden nuchter bepaald op veneus bloed. Een herhaalde meting bij patiënten zonder hart- en vaatziekten of diabetes mellitus type 2 is enkel zinvol indien de bekomen waarden rond de behandelgrens schommelen. 7 Indien arteriële hypertensie aanwezig is, is het zinvol om de serumcreatininen en serumkaliëmie te bepalen. De urine te testen op microalbuminurie en een ECG af te nemen. 7 Bij de patiënten met hart- en vaatziekten of diabetes mellitus type 2 worden deze factoren in kaart gebracht om een startpunt te kennen en eventuele veranderingen opgevolgd kunnen worden. Bij de patiënten zonder hart- en vaatziekten of diabetes mellitus type 2 wordt een risicoprofiel ingeschat indien ze gekend zijn met een systolische bloeddruk 140 mmhg, een totaal cholesterol 6.5 mmol/l (251 mg/dl) of bij mannelijke rokers vanaf 50 jaar of vrouwelijke rokers vanaf 55 jaar. Hun globaal cardiovasculair risicoprofiel wordt bepaald aan de hand van de SCORE-risicotabellen. 7 Indien er bijkomende risicofactoren zijn zoals familiale antecedenten, ongezond voedingspatroon, sedentaire levensstijl, BMI >30 kg/m 2 of een middelomtrek >102 cm bij mannen en >88 cm bij vrouwen dan is het risico hoger dan aangegeven in de SCORE-tabel. Hoeveel hoger dit risico precies bedraagt is niet juist gekend. Een verandering van één van de risicofactoren geeft aan hoe het globaal cardiovasculair risicoprofiel kan evolueren, doch dit effect zal slechts geleidelijk aan bereikt worden. 7 Recent verscheen een NHG standaard specifiek voor een preventieconsult. Met het oog op de snel vergrijzende bevolking en de stijging van de incidentie van obesitas in de populatie is er een effect op de prevalentie van cardiovasculaire aandoeningen, diabetes en chronisch nierfalen te verwachten. Men wil zo de oudere richtlijnen die meer op case-finding afgestemd zijn integreren om meer op preventie te werken. Deze standaard is een aanvulling op de andere NHG standaarden en vervangt deze dan ook niet. Er wordt gebruik gemaakt van een gevalideerde risicoscore om de patiënten in te delen naar risico op hart- en vaatziekten, diabetes of chronisch nierfalen. Een score boven de 30 voor mannen en een score boven de 35 voor vrouwen toont een hoog risico aan (Zie bijlage 3). Verdere investigatie is dan geïndiceerd. Er is nog geen evidentie over hoe vaak deze risicostratificatie herhaald moet worden. Men geeft het advies de lijst opnieuw te overlopen als één of meer van de risicofactoren verandert is. 13 Rapport van het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE)concludeert in een rapport over de Cardiovasculaire Primaire Preventie in de Belgische Huisartspraktijk dat de implementatie van doeltreffende interventies bij patiënten met een hoog risico op cardiovasculaire aandoeningen in primaire preventie nog te wensen overlaat. 1,2 11

13 Behandeling Globaal Cardiovasculair Risicoprofiel Voor de behandeling van cardiovasculaire ziekten zijn zowel de medicamenteuze als de nietmedicamenteuze interventies belangrijk. De behandeling heeft als doel het globaal risico op cardiovasculaire sterfte te doen dalen. Patiënten met een hoog risico(rode Groep) kunnen het meeste gezondheidswinst behalen. Zij moeten dus zo intens mogelijk begeleid en ondersteund worden. Patiënten met een matig risico(oranje Groep) hebben minder gezondheidswinst te boeken. Men zal dan ook preferentieel zich richten op het belang van levensstijlaanpassingen qua voeding, lichaamsbeweging en rookstop. Eventueel aangevuld met een medicamenteuze behandeling. Bij de laagrisicopatiënten(groene Groep) is het belangrijk om niet aan medicalisering te doen en zeker niet aan medicamenteuze overbehandeling te doen. 3-7 De veel kleinere groep van hoog-risicopatiënten die de grootste gezondheidswinst kunnen boeken ten opzichte van de groepen met matig- en laagrisico die minder gezondheidswinst kunnen boeken individueel gezien, maar meer voor de gehele populatie geven de preventieparadox weer. Indien we voor een grote winst op populatieniveau zouden gaan dan heeft dit een grote medicalisering ten gevolg van een grote groep gezonde individuen. Dit brengt ook een grote economische kost mee voor de maatschappij. 3-7 De levensstijlaanpassingen zijn belangrijk voor alle patiënten. Omdat het hier over gedrag gaat is het belangrijk om de fases van de gedragsverandering goed te erkennen en de patiënt hierin te ondersteunen. Om een blijvende gedragsverandering te bekomen zal de arts de patiënt moeten blijven ondersteunen. Haalbare doelen zullen vooropgesteld moeten worden. Een ondersteuning door eventueel paramedisch personeel zoals bijvoorbeeld diëtisten, tabakologen, hebben een positief effect op blijvende gedragsverandering

14 Niet-Medicamenteuze Behandeling Rookstop De interventie met de grootste gezondheidswinst voor rokers is het stoppen met roken. Rookstopadvies moet dan ook bij iedere roker gegeven worden. Om de roker aan te zetten tot gedragsverandering zal de arts de patiënt intens moeten begeleiden, eventueel aangevuld met medicamenteuze ondersteuning. De patiënt moet goed opgevolgd worden door de arts. Het is aan te raden om het rookgedrag van de patiënt bespreekbaar te maken en de patiënt hierop regelmatig aan te spreken. 2-7,10 Obesitas Een optimaal gewicht met een BMI < 25 kg/m² of een middelomtrek < 80 cm (vrouwen) of < 94 cm (mannen). Dit wordt bereikt door zowel een gezonde voeding als een voldoende fysieke activiteit. 3-7,14 Mediterraan Dieet Obesitas ten gevolge van een ongezonde voeding heeft een groot effect op de gezondheid. Voornamelijk op metabole afwijkingen zoals insulineresistentie, diabetes, bloeddruk, cholesterol en lipidenprofiel. Deze verhogen ook het globaal risico op cardiovasculaire sterfte. Een begeleiding van de arts kan zo een grote winst opleveren qua gezondheid. Een mediterraan dieet wordt geadviseerd. Dit bestaat uit een beperking van de verzadigde vetzuren. Het eten van vette vis wordt aangemoedigd: minstens éénmaal per week, preferentieel tweemaal per week. Het eten van minimaal 200 gram groenten en minstens twee stukken fruit is noodzakelijk. Het gebruik van zout wordt best beperkt tot maximaal 6 gram per dag. Ook advies qua alcoholgebruik wordt aangeraden. Dit houdt in dat mannen maximaal 3 units alcohol per dag en vrouwen maximaal 1 à 2 units per dag mogen nuttigen. Bingedrinken moet afgeraden worden. Idealiter zijn er minstens twee alcoholvrije dagen per week. Voor het toevoegen van omega-3-vetzuren, plantsterolen of andere voedingssupplementen zijn er geen harde evidence-based gegevens beschikbaar. 3-7 Doch zijn er voor veel van deze aanbevelingen geen wetenschappelijke evidentie dat ze daadwerkelijk de totale mortaliteit doen dalen. Enkel voor het beperken van de verzadigde vetzuren in het dieet bestaat wetenschappelijke evidentie dat het risico op hart- en vaatziekten wordt verlaagd en dit enkel indien dit strikte dieet blijvend gevolgd wordt. 3-7 Lichaamsbeweging Een sedentaire levensstijl gaat gepaard met een hoger cardiovasculair risico. Na correctie voor de andere risicofactoren blijkt dat patiënten die regelmatig bewegen een lagere cardiovasculair risico hebben dan patiënten die een meer sedentair leven hebben. Regelmatig fysieke inspanning heeft zowel een direct als een indirect effect op het globaal cardiovasculair risico. Fysieke activiteit heeft immers zijn effect op andere cardiovasculaire risicofactoren zoals hypertensie, lipidenprofiel en bij patiënten met een hoger risico op hart- en vaatziekten. 13

15 Er wordt aangeraden op 30 min per dag een fysieke inspanning te leveren. En dit minstens vijfmaal per week. Men zou moeten streven om minstens 200 kcal per dag te verbruiken met matige fysieke inspanning. Er is een dosis-effect relatie beschreven tussen de intensiteit en frequentie van de fysieke activiteit en de cardiovasculaire protectie. Dit wel zeggen dat langere en intensievere fysieke inspanning een groter cardioprotectief effect hebben. De inspanning kan in één keer dan wel verspreid over de dag uitgevoerd worden als de verbruikte energie even groot is. Men moet er echter op bedacht zijn dat patiënten die een ischemisch event hebben doorgemaakt en geen regelmatige fysieke inspanningen leverden voor het event een hoger risico hebben op plotse dood bij de start van de inspanningen. Voor deze subgroep van patiënten is het belangrijk om aan een lagere intensiteit te beginnen en progressief op te bouwen zowel qua duur als intensiteit van de fysieke inspanning. Dit risico op plotse dood wordt gecompenseerd door een risicodaling op recidief cardiovasculair lijden indien het trainingsschema volgehouden wordt. Hartrevalidatieprogramma s hebben een bewezen positief effect. Patiënten die geen 30 minuten fysieke inspanning meer aankunnen worden geadviseerd om aan hun maximum van hun prestatievermogen te presteren en niet over die limiet te gaan. 3-7 Medicamenteuze Behandeling Bij elke hoog-risicopatiënt bestaat de behandeling ook uit medicamenteuze therapie. Bij matig risico is medicatie enkel te overwegen indien er bijkomende risicofactoren zijn zoals een sedentair leven en abdominale obesitas. 3-7 Bloedstolling Acetylsalicylzuur (ASA) is een veel bestudeerd medicament. Een behandeling met ASA wordt bij hoog-risicopatiënten aangeraden. De dagdosis die wordt aangeraden bedraagt mg. Dit geeft een significante daling in cardiovasculaire sterfte. De NNT bedraagt 45 gedurende 2 jaar, dit wil zeggen dat 45 personen gedurende twee jaar behandeld moeten worden met ASA om één myocardinfarct, cerebrovasculair accident (CVA) of cardiovasculaire sterfte te verhinderen. Het protectief effect is lager voor diabetici. Clopidogrel gaf een lichte meerwaarde, maar de meerkost is hiervoor zeer hoog. Anticoagulantie in monotherapie of in combinatie met ASA gaven ook geen winst ten opzichte van ASA alleen. 2-7 Bij alle patiënten met een hoog risico zal men dus ASA opstarten tenzij er een contra-indicatie voor bestaat. Eventueel wordt dan Clopidogrel overwogen. 2-6 Lipidenverlagende Therapie Het gebruik van statines bij hoog-risicopatiënten geeft een winst in mortaliteit en morbiditeit, onafhankelijk. Dit effect is ook aanwezig indien de patiënt een normaal lipidengehalte heeft. De streefwaarden liggen bij consensus vast op <190 mg/dl voor de totaalcholesterol en <115 mg/dl voor de LDL-cholesterol. De NNT bedraagt 26 gedurende 5 jaar bij patiënten met een gekende cardiovasculaire voorgeschiedenis. In primaire preventie is de NNT meer dan 14

16 tweemaal zo hoog met studies die een NNT voor primaire preventie tonen tussen de 50 en 130 gedurende 3 tot 5 jaar. Bij patiënten met een persoonlijk ischemisch event is er geen leeftijdsgrens voor opstart van een statine-behandeling. Bij patiënten zonder persoonlijk ischemisch event is er weinig evidentie voor opstart van statines na de leeftijd van 70 jaar. Er is geen significant effect op de mortaliteit en slechts een klein effect op de morbiditeit. Ook het effect op de mortaliteit van statines in primaire preventie bij vrouwelijke patiënten, ongeacht de leeftijd, is niet door evidentie ondersteund. 2,3 De NHG Standaard adviseert opstarten van een statine bij patiënten met hart- en vaatziekten of diabetes mellitus type 2 met een LDL Cholesterol > 2.5 mmol/l (97 mg/dl)(en te overwegen bij een LDL < 2.5 mmol/l indien er bijkomende risicofactoren zijn. Patiënten zonder hart- en vaatziekten of diabetes mellitus type 2 worden behandeld met een statine naar gelang hun globaal cardiovasculair risico > 10% op de SCORE-risicotabellen en de LDLwaarde (>2.5mmol/L). Patiënten met een risico < 10% op de SCORE-risicotabellen worden medicamenteus behandeld indien er een familiale voorgeschiedenis bestaat, obesitas aanwezig is of er eindorgaanschade aanwezig is. 7 De NICE Guideline adviseert om bij primaire preventie van hart- en vaatziekten eerst de andere risicofactoren te behandelen vooraleer te starten met een lipidenverlagende therapie. Men geeft de voorkeur aan Simvastatine 40mg bij patiënten met een risico hoger dan 20% op cardiovasculaire ziekte. Er wordt niet aangeraden gebruik te maken van hoge dosissen statines, nicotinezuur, anionwisselaars(resines) of fibraten als eerste keuze in de primaire preventie. Er is geen target voor LDL Cholesterol. De leverfunctie moet gecontroleerd worden op 3 maanden en op 12 maanden. De patiënt wordt aangeraden om op consultatie te komen bij spierpijn of spierzwakte. Bij intolerantie voor een statine kan gebruikt gemaakt worden van een fibraat, een anionwisselaar of ezetimibe. Voor secundaire preventie start men met een statine, bij voorkeur Simvastatine 40mg. De dosis mag opgedreven worden tot 80mg Simvastatine indien er geen Totaal Cholesterol onder de 4mmol/L of LDL Cholesterol onder de 2 mmol/l bereikt wordt. Minder dan de helft van de patiënten zal deze targets halen. Bij patiënten met een Acuut Coronair Syndroom (ACS)wordt er gestart met hogere dosissen statines. Bij intolerantie voor statines kan men gebruik maken van fibraten, nicotinezuur, anionwisselaars of ezetimibe. 6 Antihypertensiva De streefwaarde voor hypertensie zijn < 140/90 mmhg. Behandeling van hypertensie heeft een significant positief effect op cardiovasculaire mortaliteit en morbiditeit. Geen enkel product heeft een beter effect dan het gebruik van thiazide(like)diuretica. De winst zit vooral in de preventie van een CVA en hartfalen en minder in het effect op ischemisch coronair lijden. Er is een beter effect met combinatietherapie dan met het opdrijven van de dosis bij monotherapie. 3,15 15

17 Postmyocardinfarct Het gebruik van een betablokker heeft een significant effect op preventie van plotse dood en totale sterfte in de eerste twee jaar na het ischemisch event met een RR van % CI en een NNT van 83 in 1 jaar. De behandeling van een patiënt met een pas doorgemaakt acuut myocardinfarct bestaat dan ook naast de lifestyle changes, ASA en statines uit een betablokker. Het gebruik van een ACE-Inhibitor is het overwegen waard. 3 Diabetes Mellitus type 2 Bij diabetici is een striktere tensiecontrole aangewezen met als streefwaarde 130/80 mmhg. In de UKPDS werd een sterk significant effect van bloeddrukcontrole op cardiovasculaire sterfte aangetoond. Er is evidentie voor het combineren van verschillende preparaten. (diuretica, ACE-inhibitoren, betablokkers, en calciumantagonisten.) Bij microalbuminurie moet er zeker een ACE-Inhibitor geassocieerd worden. 3-6,15 Economische evaluatie van de behandelingsmogelijkheden Alle richtlijnen en ook het rapport van de KCE zijn het er over eens dat de winst van een behandeling het grootste is als het basisrisico van de patiëntenpopulatie die deze therapie volgt groot is. 2 De meest kosteneffectieve behandeling is de rookstop. Zeker bij patiënten die in een hogere risicocategorie komen door het roken. Zelfs indien de patiënt ondanks de rookstop in een hogere risico-categorie blijft, is de rookstop de meest kosteneffectieve therapie. 2,7 Het gebruik van acetylsalicylzuur (ASA) in lage dosis heeft een positief effect op gewonnen totale levensjaren en gewonnen levensjaren vrij van cardiovasculaire aandoeningen voor een lage kostprijs bij patiënten met een hoog risico op hart- en vaatziekten. 2-7 Statines zijn niet kosteneffectief genoeg om systematisch gegeven te worden bij patiënten met een Framingham-score onder de 30%. Dit wil zeggen een risico op hart- en vaatziekten in de komende tien jaar van minder dan 30%. 2,16 Follow Up De opvolging van de patiënt met een globaal cardiovasculair risico is zeer belangrijk. De arts moet immers nagaan of de ingestelde behandeling gevolgd wordt en of er intolerantie optreedt. Ook zal het risico soms geherevalueerd moeten worden. Een hoog-risicopatiënt moet intensief begeleid worden. Een aantal prioriteiten zullen moeten worden opgesteld. Dit rekening houdend met de medische argumenten als met de haalbaarheid voor de patiënt. De patiënt wordt drie tot viermaal per jaar gezien. Een herevaluatie van het risico is niet nodig bij hoog-risicopatiënten. De bepaling van nuchtere glycemiewaarden daarentegen zijn wel nuttig. Bij matig risicopatiënten wordt de 16

18 therapietrouw, tolerantie en doeltreffendheid van de ingestelde behandeling gecontroleerd. De patiënt wordt minstens éénmaal per jaar gezien met herevaluatie van het globaal cardiovasculair risico. De patiënt kan immers een hoog-risicopatiënt worden. Patiënten die enkel roken worden gestimuleerd tot rookstop. Indien niet bereid om te stoppen met roken wordt hun globaal risico geherevalueerd na drie jaar. Patiënten met een laag risico worden geherevalueerd na drie à vier jaar. 3 De NHG Standaard geeft geen strikt follow up schema. Zij gaan uit van een individuele schema opgesteld aan de hand van het risicoprofiel van de patiënt, eventuele comorbiditeit en de persoonlijke wensen van de patiënt. Striktere follow up is noodzakelijk bij rokers, patiënten met hart- en vaatziekten of diabetes mellitus type 2. Patiënten zonder hart- en vaatziekten of diabetes mellitus type 2 worden éénmaal per jaar gezien. Met extra aandacht voor therapietrouw, herevaluatie van het risicoprofiel en controle van de nuchtere glycemie om de drie à vijf jaar. Het afbouwen van medicatie wordt niet aangeraden. 7 Motivatiestatus volgens het Transtheoretische Model voor Verandering of Stages of Change - model van Prochaska en DiClemente Iedere behandeling is maar zo effectief indien de patiënt deze correct volgt. Ook moet deze behandeling volgehouden worden. De therapietrouw of compliance van de patiënt hangt voor een groot deel samen met zijn motivatie om deze therapie te volgen en vol te houden. Aangezien een belangrijk deel van de behandeling van het globaal cardiovasculair risicoprofiel bestaat uit levensstijlaanpassingen, zal de arts de motivatie van de patiënt om deze gedragsveranderingen door te voeren in kaart moeten brengen en op deze motivatie inspelen. 8,11,12 Ook het gebruik van medicatie om het risico op hart- en vaatziekten te verminderen hangt af van de motivatie van de patiënt. Bij patiënten met een matig risico op hart- en vaatziekten moet de arts rekening houden met de motivatie van de patiënt en diens wensen. De draagkracht van de individuele patiënt is hierin belangrijk. Het therapeutisch beleid zal dus niet enkel vanuit het perspectief van de arts bekeken worden, maar ook vanuit het perspectief van de patiënt. Er zal bijgevolg een consensus gezocht worden tussen de biologische wensbaarheid van een therapie en de haalbaarheid voor de patiënt. De patiënt moet voldoende informatie krijgen van de arts aangaande het risico op hart- en vaatziekten. De arts gebruikt hierbij best geen vakjargon. Zo kan de patiënt een beslissing nemen samen met de arts aangaande de te volgen therapie. De patiënt draagt in deze beslissing dan ook een verantwoordelijkheid. 8,11,12 Motivatie om een therapie te volgen is belangrijk voor het succes van deze. Een patiënt is pas gemotiveerd indien hij zijn eigen verantwoordelijkheid erkent. Er zijn verschillende factoren die de motivatie van de patiënt beïnvloeden. Sommige van deze factoren zijn eigen aan de persoon zelf (intrinsieke factoren), andere factoren zijn afhankelijk van de omgeving van de patiënt(extrinsieke factoren). De huisarts kan best inspelen op zowel de intrinsieke als extrinsieke factoren. 8,11,12 17

19 Om de motivatie van een patiënt in kaart te brengen is een objectiveerbaar model nodig. Een in de literatuur vaak aangehaald model is het transtheoretisch model voor verandering van Prochaska en DiClemente. Motivatie wordt hier voorgesteld als een proces dat aflijnbaar is in verschillende stadia. Dit proces heeft veel weg van een spiraal waarin de motivatie van een patiënt fluctueert. Elk stadium vereist een specifieke aanpak van de arts om de patiënt tot gedragsverandering te kunnen aanzetten. Het verhogen van de motivatie naar een volgend stadium is op zich al een succes te noemen. De huisarts is een belangrijke schakel in de begeleiding van de patiënt in dit proces. 8,11,12 Er zijn ook auteurs die vinden dat dit model toch zijn beperkingen heeft. Het is een theoretisch model dat niet altijd even implementeerbaar is in de huisartsenpraktijk. 1 De motivatiestadia zijn de precontemplatie, de contemplatie, de preparatie, de actie, het herval of het volhouden. In de precontemplatie heeft de patiënt nooit stilgestaan om zijn gedrag te veranderen, soms weet hij zelfs niet eens dat een bepaald gedrag ongezond is. Bij de contemplatie denkt de patiënt wel aan zijn gedrag en hoe het te veranderen. Hij heeft wel de volgende stap nog niet gezet: de preparatie. Bij het stadium van de preparatie is de patiënt zover om zijn gedrag te veranderen. Tijdens de actie is de patiënt actief bezig met de gedragsverandering. Deze kan volgehouden worden of de patiënt kan hervallen naar een ander stadium. Aangezien motivatie volgens dit model een spiraal is, is herval een normaal onderdeel van gedragsverandering. Het is belangrijk dat zowel de arts als de patiënt zich hiervan bewust zijn. Dit om desillusie en teleurstelling bij de arts of patiënt te vermijden. De arts zal de patiënt blijven ondersteunen en positief connoteren. 8,11,12 Om te achterhalen in welk motivationeel stadium de patiënt zich bevindt wordt het motivationeel interview volgens Miller en Rollnick door de arts gehanteerd. Deze patiëntgerichte techniek van interviewen wordt door de arts gebruikt om de motivatie en het zelfvertrouwen van de patiënt te weten te komen. Het is gebaseerd op vier principes. 1)De empathische opstelling van de arts ten opzichte van de patiënt.2) De patiënt tot inzicht laten komen dat er een verschil is tussen zijn gedrag en zijn ideeën op gebied van gezondheid 3) het in kaart brengen van mogelijke hindernissen bij de patiënt om tot gedragsverandering te komen en het zelfvertrouwen van de patiënt opkrikken (self-efficacy). 4)De betrokkenheid van de patiënt vergroten in dit proces van gedragsverandering (respons-efficacy). 10,12 Motivatiestatus verhogen? Het is duidelijk dat het motiveren van patiënten tot gedragsverandering niet in één consultatie kan lukken en dat dit een langdurig proces is. Dit gesprek verloopt in drie fases en wordt dan ook best over meerdere consultaties gevoerd. 8,11,12 In de eerste fase zal de arts trachten de patiënt te laten nadenken over zijn gedrag. Hij zal de patiënt de voor- en nadelen ervan laten exploreren. De arts zal de patiënt niet confronteren. Hij moet daarentegen de patiënt ondersteunen en aanzetten tot zelfreflectie. De arts kan dit door een open communicatiestijl. De arts stelt open vragen en laat de patiënt het woord. Het parafraseren en herhalen van wat de patiënt verteld heeft, helpt deze om tot inzicht te komen. 18

20 De arts moet proberen bij de patiënt een discrepantie te creëren tussen wat de patiënt denkt over zijn gedrag en zijn gedrag zelf. Als de voor- en nadelen van het gedrag en van de eventuele gedragsverandering in kaart zijn gebracht worden deze tegen elkaar afgewogen. De voordelen van de gedragsverandering ten opzichte van de nadelen In een tweede fase brengt de arts de weerstanden van de patiënt om te veranderen in kaart. De patiënt kan op verschillende manieren reageren als er een weerstand opduikt. Hij kan in strijd gaan met de arts. Het is belangrijk dat de arts hier niet meegaat in de strijd, maar hierover te reflecteren met de patiënt De derde en laatste fase houdt de empowerment in. Dit doet men door het zelfvertrouwen van de patiënt en de betrokkenheid van de patiënt te verhogen. Het zelfvertrouwen van de patiënt kan verhoogd worden door te refereren naar oude successen. De betrokkenheid kan vergroot worden door gezamenlijk haalbare doelen in te stellen, samen een behandelplan op te stellen en dit samen te evalueren. Haalbare doelen zorgen voor succesjes en kunnen zo het zelfvertrouwen van de patiënt verhogen. Samen met de arts verantwoordelijk zijn voor het therapeutisch beleid maakt de patiënt zo betrokken bij zijn eigen succes. Er is dus een wisselwerking tussen self-efficacy en respons-efficacy. Tussen zelfvertrouwen en betrokkenheid R s: Relevance, Risks, Rewards, Roadblocks, Repetition Het navragen van de 5 R s is een techniek afkomstig uit de motivatiegesprekken over rookstop. Ze kunnen echter ook ingezet worden in een motivatiegesprek over elke andere gedragsverandering. Ze wordt toegepast bij patiënten die zich in de motivationele cirkel van Prochaska en DiClemente in de precontemplatie of de contemplatie bevinden. De eerste R (Relevance) is de relevantie van de rookstop voor de gezondheid van de roker zelf. Wat denkt de patiënt hier zelf over? De tweede R (Risks) zijn de risico s die de roker ziet voor zijn gezondheid of voor zijn omgeving zo hij zijn gedrag niet verandert. De derde R (Rewards) zijn de voordelen die de patiënt ziet indien hij zijn gedrag verandert. De vierde R (Roadblocks) zijn de weerstanden die de patiënt ziet om tot gedragsverandering te komen. Het is belangrijk om voor deze weerstanden een oplossing te vinden indien men tot een blijvende gedragsverandering wil komen. De vijfde en laatste R is de herhaling (Repitition). Het is belangrijk om bij ongemotiveerde patiënten herhaaldelijk terug te komen op het gedrag zonder de confrontatie aan te gaan. 8,10,12,17 5A s: Ask, Advise, Assess, Assist, Arrange Naast de 5 R s zijn er ook de 5 A s van de gedragsverandering. Ook zij zijn een techniek om bij de weinig gemotiveerde patiënt de deur op een kier te zetten en hem te laten reflecteren over zijn gedrag. De eerste A gaat over het regelmatig en systematisch navragen van het gedrag (Ask). De bereidheid bepalen om tot gedragsverandering te komen en de mate van de verslaving in kaart brengen is de tweede A (Assess). De patiënt krachtig adviseren om tot gedragsverandering te komen zonder de confrontatie aan te gaan is de derde A (Advise). Het 19

21 verlenen van assistentie door middel van ondersteuning, medicatie of eventueel zelfs verwijzing is de vierde A (Assist). Tenslotte de vijfde A: zorgen voor afspraken voor follow up en het opstellen van voorwaarden voor de preventie van herval (Arrange) 8,10,12,17 Communicatievaardigheden De huisarts moet zich dan ook bekwamen in zijn communicatie wil hij samen met de patiënt succes boeken in diens gedragsverandering. Deze vaardigheden komen niet vanzelf en kan men enkel al doende aanleren. Ook de arts maakt zo een evolutie door. Het is dan ook belangrijk om zich continu hierin bij te scholen. Groepssessies waar men feedback krijgt van collegae zijn onmisbaar. Ook zichzelf bezig zien aan de hand van een video is zeer nuttig zoals in de lessen communicatievaardigheden bleek. 8-12,17 20

22 HET PRAKTIJKONDERZOEK Onderzoeksvragen - Welke invloed heeft de motivatiestatus van de patiënt op het CVR beleid en therapietrouw? - Kan de motivatiestatus van de patiënt verhoogd worden door middel van motivationele gesprekken? - Hoe is de verdeling van patiënten met een verhoogd CVR naar gelang hun motivatie? - Zijn de gegevens voor het bepalen van het CVR systematisch genoteerd in het EMD? Methode Gedurende een periode van 6 maanden (01/05/10 tem 01/11/10) wordt bij alle 40 tot 75- jarige patiënten die zich spontaan aanbieden voor het bepalen van de cholesterolemie het globale cardiovasculaire risicoprofiel bepaald. Patiënten met verhoogd CVR worden verdeeld in 2 groepen naar gelang beleid (Niet-medicamenteuze vs. Niet-medicamenteuze plus medicamenteuze therapie van de hypercholesterolemie) volgens de guidelines. (Domus Medica-aanbeveling, NHG Standaard, NICE-guideline, Prodigy-guideline). 3-7 Voor het opstellen van het CVR wordt een anamnese, klinisch onderzoek, nuchtere bloedname (totaal cholesterol, HDL, LDL, triglyceriden, glycemie, )gedaan. Er worden enkele gegevens genoteerd in het Electronisch Medisch Dossier (leeftijd, bloeddruk(systolisch, diastolisch), rookstatus, cardiovasculaire voorgeschiedenis, familiale belasting, al dan niet diabetespatiënt, BMI, middelomtrek) Indien er reeds een recente bloedname gedaan werd, wordt er geen nieuwe gepland. De SCORE België-tabellen (bijlage 2) met de verhouding Totaal Cholesterol/HDL worden gebruikt om het globaal cardiovasculair risico te bepalen. 3-7 Deze twee groepen worden verder ingedeeld in subgroepen naar gelang de motivatiestatus (Cirkel van Gedragsverandering volgens Prochaska - DiClemente) van de patiënt. Verdeling in subgroepen gebeurt via intakegesprek. De 6 subgroepen zijn: precontemplatie, contemplatie, preparatie, actie, volhouden, herval. Door middel van het motivationeel gesprek wordt gepoogd de motivatiestatus van de patiënt te verhogen. 8,11,12 Na 3 maand therapie wordt geherevalueerd. Niet enkel de biologische parameters worden geëvalueerd, maar ook de therapietrouw en motivatiestatus van de patiënt. Uit de bekomen resultaten wordt een besluit genomen. Indien mogelijk wordt er een praktijkrichtlijn cardiovasculair risicomanagement opgesteld. Inclusiecriteria Alle patiënten tussen 40 en 75 jaar, zowel mannen als vrouwen die zich spontaan aanbieden voor bepaling van hun cholesterolemie

23 Exclusiecriteria Patiënten jonger dan 40 jaar of ouder dan 75 jaar. Patiënten met ernstige comorbiditeit. Patiënten die geen informed consent geven voor deelname aan de studie. 3-7 Eindpunten en evaluatiecriteria Therapietrouw van de patiënt en dit zowel qua lifestyle changes als medicatie. Verbetering in cardiovasculair risico? Verhoging van de motivatiestatus van de patiënt? Systematisch noteren van gegevens in het Elektronisch Medisch Dossier. Rekrutering van de deelnemers Gedurende een periode van 6 maanden (01/05/10 01/11/10) zullen alle 40 tot 75- jarigen die zich spontaan aanmelden in de praktijk voor het bepalen van de cholesterolemie geïnformeerd worden over het onderzoek. Er wordt de toestemming gevraagd of de patiënten akkoord zijn met inclusie in het onderzoek. Wie deelname aan de studie weigert, zal gevraagd worden of hij toestemming geeft om enkele administratieve gegevens te noteren. Ethische Aspecten Voor de arts de patiënt zal onderzoeken en interviewen zal hij de patiënt in duidelijke bewoordingen uitleg geven over de studie en de doelstellingen. Na nagevraagd te hebben of de patiënt alles goed begrepen heeft zal de arts de patiënt het Informed Consent formulier laten ondertekenen. De verkregen informatie wordt geanonimiseerd om de privacy van de patiënt te bewaken. Deelname aan het onderzoek geeft geen therapeutisch voor- of nadeel. Weigering van een patiënt om deel te nemen aan het onderzoek mag geen negatief effect hebben op de behandeling of op de arts-patiënt relatie. Uitval Van de patiënten die weigeren deel te nemen aan de studie of die deelname aan de studie stopzetten worden enkele gegevens anoniem genoteerd indien de patiënt hier toestemming voor geeft. Leeftijd, geslacht, rookstatus, bloeddruk, persoonlijke cardiovasculaire events, familiale cardiovasculaire events, BMI en middelomtrek. 22

Kent u de cijfers van uw hart?

Kent u de cijfers van uw hart? Kent u de cijfers van uw hart? CHOLESTEROL? GEWICHT/ BUIKOMTREK? UW? BLOEDDRUK? SUIKERGEHALTE? V.U.: Dr Freddy Van de Casseye - Elyzeese-Veldenstraat 63-1050 Brussel Belgische Cardiologische Liga www.cardiologischeliga.be

Nadere informatie

Nieuwe guidelines voor preventie. Cardio 2013 Johan Vaes

Nieuwe guidelines voor preventie. Cardio 2013 Johan Vaes Nieuwe guidelines voor preventie Cardio 2013 Johan Vaes Waarom is preventie nodig? CV ziekten blijven belangrijkste doodsoorzaak Zowel mannen als vrouwen Overlijden voor 75 j is ten gevolge van CV ziekten

Nadere informatie

Primaire preventie HVZ

Primaire preventie HVZ Primaire preventie HVZ Stel altijd een risicoprofiel op bij patiënten: met doorgemaakte HVZ, diabetes mellitus (DM), reumatoïde artritis (RA) of chronische nierschade met een belaste familieanamnese voor

Nadere informatie

Lipidenbilan en cardiovasculair risico

Lipidenbilan en cardiovasculair risico Lipidenbilan en cardiovasculair risico OLV Ziekenhuis, Aalst-Asse-Ninove Laboratorium: 053 724281 (Dr. P. Couck, Dr. F. Beckers, Apr. L. Van Hoovels) Endocrinologie: 053 724488 (Dr. F. Nobels, Dr. P. Van

Nadere informatie

Cardiovasculair risicomanagement. Patrick Schrömbges Kaderhuisarts Diabetes Mellitus

Cardiovasculair risicomanagement. Patrick Schrömbges Kaderhuisarts Diabetes Mellitus Cardiovasculair risicomanagement Patrick Schrömbges Kaderhuisarts Diabetes Mellitus Inhoud eerste uur Risicoprofilering Anamnese Lichamelijk Onderzoek Aanvullende diagnostiek Evaluatie en risicoschatting

Nadere informatie

Bij de behandeling en begeleiding van CVRM neemt de diëtist als zorgaanbieder binnen de zorgketen de dieetadvisering 1 op zich.

Bij de behandeling en begeleiding van CVRM neemt de diëtist als zorgaanbieder binnen de zorgketen de dieetadvisering 1 op zich. Bijlage 1: samenwerkingsafspraken diëtisten binnen DBC CVRM GHC Uitgangspunten Cardio Vasculair Risico Management (CVRM) staat voor de diagnostiek, behandeling en follow-up van risicofactoren voor hart-

Nadere informatie

Fries Wisselprotocol CVRM

Fries Wisselprotocol CVRM Fries Wisselprotocol CVRM Basis Educatie Leefstijloptimalisatie: o matig alcoholgebruik o bewuste voeding waaronder zoutbeperking (tot 5 gram/dag) o stoppen roken o voldoende lichamelijke activiteiten

Nadere informatie

Bijsluiter gebruik CVRM (verhoogd risico)- indicatoren in de huisartsenpraktijk

Bijsluiter gebruik CVRM (verhoogd risico)- indicatoren in de huisartsenpraktijk Bijsluiter gebruik CVRM (verhoogd risico)- indicatoren in de huisartsenpraktijk Fenna Schouten f.schouten@nhg.org 09-02-2017 Versie 2 Inhoud Overzicht indicatoren... 2 Populatiegegevens... 2 Bloeddruk...

Nadere informatie

Fries Wisselprotocol CVRM Auteurs: Wim Brunninkhuis, Martinus Fennema en Froukje Ubels, November 2014 Beheerder: Froukje Ubels

Fries Wisselprotocol CVRM Auteurs: Wim Brunninkhuis, Martinus Fennema en Froukje Ubels, November 2014 Beheerder: Froukje Ubels Fries Wisselprotocol CVRM Auteurs: Wim Brunninkhuis, Martinus Fennema en Froukje Ubels, November 2014 Beheerder: Froukje Ubels Basis Educatie Leefstijloptimalisatie: o matig alcoholgebruik o bewuste voeding

Nadere informatie

Fries Wisselprotocol CVRM

Fries Wisselprotocol CVRM Fries Wisselprotocol CVRM Basis Educatie Leefstijloptimalisatie: o matig alcoholgebruik o bewuste voeding waaronder zoutbeperking (tot 5 gram/dag) o stoppen roken o voldoende lichamelijke activiteiten

Nadere informatie

InEen/NHG Indicatoren DM-COPD-CVRM

InEen/NHG Indicatoren DM-COPD-CVRM InEen/NHG Indicatoren DM-COPD-CVRM De zorggroep heeft hard gewerkt om de Indicatoren sets van InEen en NHG gelijk te trekken. Na veel overleg met NHG en InEen is dit gelukt. Hieronder is een artikel te

Nadere informatie

Consensus Screening op risicofactoren hart/vaatziekten

Consensus Screening op risicofactoren hart/vaatziekten Consensus Screening op risicofactoren hart/vaatziekten Samenvatting Bij het preventief sportmedisch onderzoek (basisplus en groot Sportmedisch Onderzoek) bepalen we tenminste Cholesterol en HDL-cholesterol

Nadere informatie

HET LIPIDENSPECTRUM VAN PATIËNTEN

HET LIPIDENSPECTRUM VAN PATIËNTEN HET EFFECT VAN DE CVRM ZORGSTRAAT OP DE BLOEDDRUK EN HET LIPIDENSPECTRUM VAN PATIËNTEN IN DE HUISARTSENPRAKTIJK Berdien Oosterveld Begeleiding: Job van der Palen Peter van der Lugt Mirella Nijmeijer Wetenschapsavond

Nadere informatie

Diabetes en hart- en vaatziekten. CVRM nieuwe stijl. Nieuwe richtlijn CVRM 2011 14-6-2013. Risicostratificatie. Wanneer risicostratificatie?

Diabetes en hart- en vaatziekten. CVRM nieuwe stijl. Nieuwe richtlijn CVRM 2011 14-6-2013. Risicostratificatie. Wanneer risicostratificatie? Diabetes en hart- en vaatziekten CVRM nieuwe stijl ~65% van alle sterfgevallen bij DM als gevolg van HVZ CVRM bij diabetes mellitus Karin Kaasjager Langerhansdagen 2013 Dood door HVZ 2- to 4-verhoogd Cardiovasculaire

Nadere informatie

Een gezonder leven met een lager cholesterol. Voorlichtingsmateriaal ten behoeve van patiënten met een verhoogd cholesterol

Een gezonder leven met een lager cholesterol. Voorlichtingsmateriaal ten behoeve van patiënten met een verhoogd cholesterol Een gezonder leven met een lager cholesterol Voorlichtingsmateriaal ten behoeve van patiënten met een verhoogd cholesterol Een gezonder leven met een lager cholesterol Voorlichtingsmateriaal ten behoeve

Nadere informatie

Workshop voor apothekers en huisartsen. Altijd een statine bij hart- en. t Voorbeeld

Workshop voor apothekers en huisartsen. Altijd een statine bij hart- en. t Voorbeeld Workshop voor apothekers en huisartsen Altijd een statine bij hart- en vaatziekten en type-2-diabetes? t Voorbeeld Programma Maken van de ingangstoets Bespreking leerdoelen en inleiding Presentatie ti

Nadere informatie

zich ineens voor, waardoor het te laat is voor de vele therapeutische

zich ineens voor, waardoor het te laat is voor de vele therapeutische A A N B E V E L I N G V O O R G O E D E M E D I S C H E P R A K T I J K V O E R I N G G L O B A A L C A R D I O V A S C U L A I R R I S I C O B E H E E R Gevalideerd door CEBAM onder het nummer / BENOÎT

Nadere informatie

INVENTARISATIEFORMULIER IN- EN EXCLUSIE CVRM Versie w1.1 Jan. 2017

INVENTARISATIEFORMULIER IN- EN EXCLUSIE CVRM Versie w1.1 Jan. 2017 INVENTARISATIEFORMULIER IN- EN EXCLUSIE CVRM Versie w1.1 Jan. 2017 Opname in de keten is alleen mogelijk voor patiënten die aan de onderstaande criteria voldoen: patiënten waarvan opdrachtnemer de hoofdbehandelaar

Nadere informatie

Ken je cardiovasculair risico!

Ken je cardiovasculair risico! UGP-FOLDER Ken je cardiovasculair risico! Wat zijn risicofactoren voor hart- en vaatziekten en welke risicofactoren zijn er? Risicofactoren voor hart- en vaatziekten zijn factoren die de kans op ziekten

Nadere informatie

Samenwerkingsinitiatief. regio Tielt

Samenwerkingsinitiatief. regio Tielt 2011 Samenwerkingsinitiatief rookstop regio Tielt De huisartsenkring t Oost van West-Vlaanderen en het St. Andriesziekenhuis te Tielt slaan de handen in elkaar. De werking van het rookstopaanbod in de

Nadere informatie

Diabetes. D1 Diabetes prevalentie 249,0 233,9. D2 Diabetespopulatie indicatoren 78,7 85,8. D3 Hoofdbehandelaar diabetes 58,2 49,6

Diabetes. D1 Diabetes prevalentie 249,0 233,9. D2 Diabetespopulatie indicatoren 78,7 85,8. D3 Hoofdbehandelaar diabetes 58,2 49,6 Diabetes uw praktijk alle praktijke n D1 Diabetes prevalentie 249,0 233,9 D2 Diabetespopulatie indicatoren 78,7 85,8 D3 Hoofdbehandelaar diabetes 58,2 49,6 D6 HbA1c bepaald 70,9 70,5 D36 HbA1c < 53 81,3

Nadere informatie

Dokter wat heb ik. Casuïstiek workshop over de Multidisciplinaire richtlijn CVRM 2011

Dokter wat heb ik. Casuïstiek workshop over de Multidisciplinaire richtlijn CVRM 2011 Dokter wat heb ik Casuïstiek workshop over de Multidisciplinaire richtlijn CVRM 2011 Pretoets Zijn de volgende stellingen juist of onjuist? 1. De risicotabel geeft een schatting van het 10-jaarsrisico

Nadere informatie

CVRM in N.Kennemerland

CVRM in N.Kennemerland CVRM in N.Kennemerland Goof Zonneveld Jacco Rempe Huisartsenzorg Noord-Kennemerland Zorgprogramma CVRM Preventie Preventie van HVZ traditioneel altijd aandacht voor hypertensie, onvoldoende aandacht voor

Nadere informatie

Bijlage III Wijzigingen van de samenvattingen van productkenmerken en bijsluiters.

Bijlage III Wijzigingen van de samenvattingen van productkenmerken en bijsluiters. Bijlage III Wijzigingen van de samenvattingen van productkenmerken en bijsluiters. Opmerking: deze wijzigingen van de samenvatting van de productkenmerken en de bijsluiter waren geldig ten tijde van het

Nadere informatie

Kwaliteitsindicatoren diabetes type 2 (fase 1)

Kwaliteitsindicatoren diabetes type 2 (fase 1) Kwaliteitsindicatoren diabetes type 2 (fase 1) Nederlandse Diabetes Federatie 033-4480845 info@diabetesfederatie.nl Stationsplein 139 3818 LE Amersfoort Kwaliteitsindicatoren diabetes type 2 (fase 1) De

Nadere informatie

Wat is mijn cardiovasculair risicoprofiel? 27 september 2016 Herbert De Raedt Dienst cardiologie Onze Lieve Vrouw Ziekenhuis Aalst

Wat is mijn cardiovasculair risicoprofiel? 27 september 2016 Herbert De Raedt Dienst cardiologie Onze Lieve Vrouw Ziekenhuis Aalst Wat is mijn cardiovasculair risicoprofiel? 27 september 2016 Herbert De Raedt Dienst cardiologie Onze Lieve Vrouw Ziekenhuis Aalst Waarover Epidemiologie Pathofysiologie Risicofactoren Take home message

Nadere informatie

GEEN TIJD TE VERSPELEN VOOR MIJN HART CARDIOVASCULAIRE PREVENTIE : IK BEGIN ERAAN ÉN IK HOU VOL!

GEEN TIJD TE VERSPELEN VOOR MIJN HART CARDIOVASCULAIRE PREVENTIE : IK BEGIN ERAAN ÉN IK HOU VOL! GEEN TIJD TE VERSPELEN VOOR MIJN HART CARDIOVASCULAIRE PREVENTIE : IK BEGIN ERAAN ÉN IK HOU VOL! HART- EN VAATAANDOENINGEN IN BELGIË: VASTSTELLINGEN BELANGRIJKSTE DOODSOORZAAK IN EUROPA EN IN BELGIË 11.200.000

Nadere informatie

Bepalingenclusters CVRM

Bepalingenclusters CVRM Bepalingenclusters CVRM Onderstaande clusters zijn afkomstig uit de HIS-tabel Bepalingenclusters en zijn in verschillende HIS en ingebouwd. De clusters zijn opgebouwd uit bepalingen uit de HIS-tabel diagnostische

Nadere informatie

Statines in de huisartsenpraktijk

Statines in de huisartsenpraktijk Statines in de huisartsenpraktijk Heeft het registreren van het globale cardiovasculaire risico in het elektronisch medisch dossier een invloed op het voorschrijven van statines? HAIO: Gert Huylebroeck,

Nadere informatie

ARTERIELE HYPERTENSIE

ARTERIELE HYPERTENSIE ARTERIELE HYPERTENSIE Wat u moet weten - Patiëntinformatie - Hypertensie is de medische term voor hoge bloeddruk. Dat is de druk waaraan de arteriële bloedvaten of slagaders in het lichaam blootgesteld

Nadere informatie

CVRM kwetsbare ouderen. Rotterdam maart 2015 AJ Arends, klinisch geriater en klinisch farmacoloog io

CVRM kwetsbare ouderen. Rotterdam maart 2015 AJ Arends, klinisch geriater en klinisch farmacoloog io CVRM kwetsbare ouderen Rotterdam maart 2015 AJ Arends, klinisch geriater en klinisch farmacoloog io Disclosure belangen spreker (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties

Nadere informatie

Workshop voor apothekers en huisartsen. (on)juiste behandeling met orale bloedsuikerverlagende middelen bij

Workshop voor apothekers en huisartsen. (on)juiste behandeling met orale bloedsuikerverlagende middelen bij Workshop voor apothekers en huisartsen (on)juiste behandeling met orale bloedsuikerverlagende middelen bij Diabetes Mellitus type 2 Voorbeeld Programma Maken van de ingangstoets Bespreking leerdoelen l

Nadere informatie

Lipiden, Diabetes en Cardiovasculair Risicomanagement. 17 januari 2013, Utrecht Dr. Janneke Wittekoek, Cardioloog Stichting Actief Preventie Plan

Lipiden, Diabetes en Cardiovasculair Risicomanagement. 17 januari 2013, Utrecht Dr. Janneke Wittekoek, Cardioloog Stichting Actief Preventie Plan Lipiden, Diabetes en Cardiovasculair Risicomanagement 17 januari 2013, Utrecht Dr. Janneke Wittekoek, Cardioloog Stichting Actief Preventie Plan Vet in Historisch Perspectief simpele vetopstapelingsziekte

Nadere informatie

Mijn zorgplan Preventie en behandeling Hart- en Vaatziekten

Mijn zorgplan Preventie en behandeling Hart- en Vaatziekten Mijn zorgplan Preventie en behandeling Hart- en Vaatziekten WWW.ZORROO.NL 1 Voorwoord Zorroo staat voor Zorggroep Regio Oosterhout & Omstreken. Wij zijn een organisatie die samen met uw huisarts en andere

Nadere informatie

Vitale Vaten. Ineke Sterk projectleider Vitale Vaten 4 oktober 2011

Vitale Vaten. Ineke Sterk projectleider Vitale Vaten 4 oktober 2011 Vitale Vaten Ineke Sterk projectleider Vitale Vaten 4 oktober 2011 Dé Gezonde regio: waar? Dé Gezonde regio: wie? Verleiden Opbouw presentatie Inleiding hart- en vaatziekten Project Vitale Vaten Gorinchem

Nadere informatie

Individueel zorgplan vitale vaten

Individueel zorgplan vitale vaten Individueel zorgplan vitale vaten Wat kunt u zelf doen? Een gezonde leefstijl is het belangrijkste bij de aanpak van risicofactoren. Misschien is uw leefstijl wel goed. Zorgverleners kunnen u adviseren

Nadere informatie

De elektronische software voor het beheer van het medisch dossier is in staat om:

De elektronische software voor het beheer van het medisch dossier is in staat om: RIZIV-INAMI R&D Lastenboek voor medische software die de medische en administratieve gegevens van chronische patiënten behandelt, in het bijzonder van diabetespatiënten. De elektronische software voor

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Dit proefschrift richt zich op statinetherapie in type 2 diabetespatiënten; hiervan zijn verschillende aspecten onderzocht. In Deel I worden de effecten van statines op LDLcholesterol en cardiovasculaire

Nadere informatie

DISCLOSURE BELANGEN SPREKERS: GEEN BELANGENVERSTRENGELING KADERHUISARTS SCHAKEL TUSSEN WETENSCHAP EN PRAKTIJK

DISCLOSURE BELANGEN SPREKERS: GEEN BELANGENVERSTRENGELING KADERHUISARTS SCHAKEL TUSSEN WETENSCHAP EN PRAKTIJK DISCLOSURE BELANGEN SPREKERS: GEEN BELANGENVERSTRENGELING KADERHUISARTS SCHAKEL TUSSEN WETENSCHAP EN PRAKTIJK Stoppen met roken hoe doe je dat? Epidemiologie roken (1) 28% volwassenen rookt (2004) Hoogste

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting De levensverwachting van mensen met een ernstige psychiatrische aandoening (EPA) is gemiddeld 13-30 jaar korter dan die van de algemene bevolking. Onnatuurlijke doodsoorzaken zoals

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting 12 Samenvatting Hoofdstuk 1 is een algemene inleiding en beschrijft de achtergronden en het doel van dit proefschrift. Met het stijgen van de leeftijd nemen de incidentie en prevalentie van hart- en vaatziekten

Nadere informatie

Medicatie, Consequenties voor dieetadviezen

Medicatie, Consequenties voor dieetadviezen Cardiovasculair risicomanagement Medicatie, Consequenties voor dieetadviezen Marjon Achterberg en Jan Dirk Banga CVRM in de eerste lijn 19 juni 2014 De Eenhoorn, Amersfoort Uitgangspunt: de richtlijn 2011

Nadere informatie

BELGISCHE CARDIOLOGISCHE LIGA HOGE BLOEDDRUK. psamtik@fotolia DUIDELIJKE ANTWOORDEN

BELGISCHE CARDIOLOGISCHE LIGA HOGE BLOEDDRUK. psamtik@fotolia DUIDELIJKE ANTWOORDEN BELGISCHE CARDIOLOGISCHE LIGA HOGE BLOEDDRUK psamtik@fotolia DUIDELIJKE ANTWOORDEN Globaal Cardiovasculair Risico Sommige gedragingen in ons dagelijks leven vergroten de kans dat we vroeg of laat problemen

Nadere informatie

ROIG Vasculaire Geneeskunde 26 september 2007

ROIG Vasculaire Geneeskunde 26 september 2007 ROIG Vasculaire Geneeskunde 26 september 2007 Locatie: Rijn-zaal Voorzitter: Yvo Smulders 0830 Ontvangst met koffie 0900-0930 Introductie, risicofactoren en risicostratificatie Y. Smulders, VUmc 0930-1000

Nadere informatie

Bijsluiter gebruik HVZ-indicatoren in de huisartsenpraktijk. Fenna Schouten Versie 3

Bijsluiter gebruik HVZ-indicatoren in de huisartsenpraktijk. Fenna Schouten Versie 3 Bijsluiter gebruik HVZ-indicatoren in de huisartsenpraktijk Fenna Schouten f.schouten@nhg.org 09-02-2017 Versie 3 Inhoud Overzicht van de indicatoren... 2 Populatiegegevens... 2 Bloeddruk... 2 LDL en lipideverlagende

Nadere informatie

Persoonsgerichte preventie in de praktijk. S.A. Petra

Persoonsgerichte preventie in de praktijk. S.A. Petra Persoonsgerichte preventie in de praktijk S.A. Petra 30-09-2010 Dé Gezonde regio: waar? Dé Gezonde regio: wie? Wij staan voor gezondheid! Kernwoorden Gezondheid Eigen regie Samenwerken Optimisme Innovatie

Nadere informatie

regio uw praktijk 2004 43.8 56.2 % % jaar 6.9 jaar 15.9 66.5 8.2 9.4 % % % 67.8 54.1 17.6 % % % 7.1 4.4 81.8 148.5 29.9 mmhg

regio uw praktijk 2004 43.8 56.2 % % jaar 6.9 jaar 15.9 66.5 8.2 9.4 % % % 67.8 54.1 17.6 % % % 7.1 4.4 81.8 148.5 29.9 mmhg Algemene gegevens -5 In het onderstaande overzicht kunt u de gegevens uit uw praktijk van 5 (laatste kolom) vergelijken met die van 5 huisartspraktijken uit de regio (eerste kolom) en uw eigen praktijk

Nadere informatie

Addendum. Nederlandse Samenvatting

Addendum. Nederlandse Samenvatting Addendum A Nederlandse Samenvatting 164 Addendum Cardiovasculaire ziekten na hypertensieve aandoeningen in de zwangerschap Hypertensieve aandoeningen zijn een veelvoorkomende complicatie tijdens de zwangerschap.

Nadere informatie

ESC GUIDELINES BEHANDELING DYSLIPIDEMIEEN

ESC GUIDELINES BEHANDELING DYSLIPIDEMIEEN ESC GUIDELINES BEHANDELING DYSLIPIDEMIEEN DR SELLESLAGH ST JOZEF ZIEKENHUIS BORNEM 20/09/2012 BRUSSEL - Het aantal patiënten dat cholesterolverlagende middelen neemt, is in vijf jaar tijd met de helft

Nadere informatie

hoofdstuk 1 hoofdstuk 2 hoofdstuk 3

hoofdstuk 1 hoofdstuk 2 hoofdstuk 3 SAMENVATTING Dit proefschrift is gewijd aan Bouwen aan Gezondheid : een onderzoek naar de effectiviteit van een leefstijlinterventie voor werknemers in de bouwnijverheid met een verhoogd risico op hart

Nadere informatie

Richtlijn CVRM 2011 Miriam Cohen Kaderhuisarts hart- en vaatziekten te Amsterdam

Richtlijn CVRM 2011 Miriam Cohen Kaderhuisarts hart- en vaatziekten te Amsterdam Richtlijn CVRM 2011 Miriam Cohen Kaderhuisarts hart- en vaatziekten te Amsterdam Sanne van Wissen internist-vasculair geneeskundige Onze Lieve Vrouwe Gasthuis Stellingen Stelling 1: Niet elke diabeet heeft

Nadere informatie

Invloed van aanmoedigingen per brief en via e-mail op de cardiovasculaire risicofactoren

Invloed van aanmoedigingen per brief en via e-mail op de cardiovasculaire risicofactoren Invloed van aanmoedigingen per brief en via e-mail op de cardiovasculaire risicofactoren Dr.Ellie Senesael, Vrije Universiteit Brussel Promotor: Prof.Dr.D.Devroey, Vrije Universiteit Brussel Master of

Nadere informatie

Samenvatting R1 R2 R3 R4 R5 R6 R7 R8 R9

Samenvatting R1 R2 R3 R4 R5 R6 R7 R8 R9 SAMENVATTING 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 134 Type 2 diabetes is een veel voorkomende ziekte die een grote impact heeft op zowel degene waarbij

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Cardiovasculaire Beoordeling na Hypertensieve Afwijkingen van de Zwangerschap Hypertensieve zwangerschapscomplicaties rondom de uitgerekende datum zijn veelvoorkomende complicaties.

Nadere informatie

Dia 1 Lipiden, Diabetes en Cardiovasculair Risicomanagement. Dia 2. Dia 3. Vet in Historisch Perspectief. simpele vetopstapelingsziekte

Dia 1 Lipiden, Diabetes en Cardiovasculair Risicomanagement. Dia 2. Dia 3. Vet in Historisch Perspectief. simpele vetopstapelingsziekte Dia 1 Lipiden, Diabetes en Cardiovasculair Risicomanagement 17 januari 2013, Utrecht Dr. Janneke Wittekoek, Cardioloog Stichting Actief Preventie Plan Dia 2 Vet in Historisch Perspectief simpele vetopstapelingsziekte

Nadere informatie

24 september 2015. Van harte welkom!

24 september 2015. Van harte welkom! 24 september 2015 Van harte welkom! Programma 20.00: Welkom Wendy de Valk, verpleegkundig specialist cardiologie 20.10: Het vrouwenhart. Is er verschil tussen mannen en vrouwen? Mw. A. Lubbert-Verberkmoes,

Nadere informatie

Tabel: Overzicht van de studieresultaten.

Tabel: Overzicht van de studieresultaten. 1 Educatieve interventies om de therapietrouw bij diabetes mellitus type 2 te verbeteren Subanalyse van een systematische review van gerandomiseerde gecontroleerde onderzoeken Tabel: Overzicht van de studieresultaten.

Nadere informatie

BELGISCHE CARDIOLOGISCHE LIGA ZWAARLIJVIGHEID. Blaine Stiger - FOTOLIA DUIDELIJKE ANTWOORDEN

BELGISCHE CARDIOLOGISCHE LIGA ZWAARLIJVIGHEID. Blaine Stiger - FOTOLIA DUIDELIJKE ANTWOORDEN BELGISCHE CARDIOLOGISCHE LIGA ZWAARLIJVIGHEID Blaine Stiger - FOTOLIA DUIDELIJKE ANTWOORDEN Globaal Cardiovasculair Risico Sommige gedragingen in ons dagelijks leven vergroten de kans dat we vroeg of laat

Nadere informatie

Uitgevoerd onderzoek in de huisartsenpraktijk

Uitgevoerd onderzoek in de huisartsenpraktijk Uitgevoerd onderzoek in de huisartsenpraktijk ELLEN BANIERINK ANIOS INTERNE GENEESKUNDE 06-12-2016 Inhoud Aanleiding Vorming onderzoeksvoorstel Het onderzoek Praktisch gezien Planning Verloop Problemen

Nadere informatie

Oproep van uw huisarts voor het opstellen van een Cardiovasculair Risicoprofiel Risicofactoren hart- en vaatziekten in beeld

Oproep van uw huisarts voor het opstellen van een Cardiovasculair Risicoprofiel Risicofactoren hart- en vaatziekten in beeld Oproep van uw huisarts voor het opstellen van een Cardiovasculair Risicoprofiel Risicofactoren hart- en vaatziekten in beeld Hart- en vaatziekten zijn in Nederland de belangrijkste bedreiging van de gezondheid.

Nadere informatie

Hypertensie. Huug van Duijn Spiegelavond 15 april 2013

Hypertensie. Huug van Duijn Spiegelavond 15 april 2013 Hypertensie Huug van Duijn Spiegelavond 15 april 2013 Waarom bloeddruk? Bloeddruk: niet te laag Bloeddruk: niet te hoog Het verband tussen bloeddruk en cardiovasculaire complicaties heeft als drempel

Nadere informatie

Gedragsverandering: Doen en blijven doen, Over motivatie en weerstand.

Gedragsverandering: Doen en blijven doen, Over motivatie en weerstand. Gedragsverandering: Doen en blijven doen, Over motivatie en weerstand. Theoretische achtergrond: - Miller en Rollnick De motivering van cliënten en het verminderen van weerstand zijn centrale thema's.

Nadere informatie

van chaos naar eenheid

van chaos naar eenheid van chaos naar eenheid Alles is aanwezig, je moet het alleen op de juiste plek zetten Carel Bakx, huisarts Doesburg Mark van der Wel Henny Peelen Wat gaat er gebeuren? Waarom een nieuw Vasculair Risico

Nadere informatie

Wetenschap in praktijk

Wetenschap in praktijk Wetenschap in praktijk CNE Hartrevalidatie & Acute cardiale zorg Marjolein Snaterse docent/onderzoeker Secundaire preventie coronaire hartziekten. 6 Agenda 1. Wetenschappelijk bewijs 2. Richtlijnen en

Nadere informatie

Programma Doelmatigheid Cardiovasculair Risicomanagement. Welke rol speelt u bij de preventie en behandeling van hart- en vaatziekten?

Programma Doelmatigheid Cardiovasculair Risicomanagement. Welke rol speelt u bij de preventie en behandeling van hart- en vaatziekten? Programma Doelmatigheid Cardiovasculair Risicomanagement Welke rol speelt u bij de preventie en behandeling van hart- en vaatziekten? DGV_08_DEF1.indd 1 01-09-2008 10:19:43 NHG DGV Hoge sterfte door hart-

Nadere informatie

Thema Zorg op maat uur Opening en terugblik vorig jaar uur Benchlearning Kees de Visser, huisarts Urk

Thema Zorg op maat uur Opening en terugblik vorig jaar uur Benchlearning Kees de Visser, huisarts Urk Thema Zorg op maat Programma 16.30 uur Opening en terugblik vorig jaar 16.35 uur Benchlearning Kees de Visser, huisarts Urk 17:00 uur Van jaarcontrole naar jaargesprek diabetes Guy Rutten, Professor Diabetologie

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Het aantal mensen met een gestoorde nierfunctie is de afgelopen decennia sterk toegenomen. Dit betekent dat er steeds meer mensen moeten dialyseren of een niertransplantatie moeten

Nadere informatie

Heeft de organisatie van een preventieconsult in kader van het GMD-plus een invloed op het cardiovasculair risicobeheer in de praktijk?

Heeft de organisatie van een preventieconsult in kader van het GMD-plus een invloed op het cardiovasculair risicobeheer in de praktijk? Heeft de organisatie van een preventieconsult in kader van het GMD-plus een invloed op het cardiovasculair risicobeheer in de praktijk? Laure Carnol, Vrije Universiteit Brussel Promotor: Prof. Dr. Jan

Nadere informatie

Bloeddrukregeling: hoger? lager?

Bloeddrukregeling: hoger? lager? www.hhzhlier.be 1 h.-hartziekenhuis vzw Bloeddrukregeling: hoger? lager? Dr. L. Nestor Geriater www.hhzhlier.be 2 To fall or not to fall HYPERTENSIE BIJ BEJAARDEN: How to treat? That s the question! Bloeddrukregeling

Nadere informatie

Lipiden behandelen bij de oudere patiënt: starten, stoppen of doorgaan?

Lipiden behandelen bij de oudere patiënt: starten, stoppen of doorgaan? Lipiden behandelen bij de oudere patiënt: starten, stoppen of doorgaan? Dr. Mike Peters Internist VU medisch centrum Amsterdam mjl.peters@vumc.nl Ouderen passen niet in een richtlijn 1. Dhr S, 89 jaar,

Nadere informatie

1. Inleiding (figuur 1) Figuur 1: Statines in België: Evolutie van het gebruik van statines van 1997 tot 2009.

1. Inleiding (figuur 1) Figuur 1: Statines in België: Evolutie van het gebruik van statines van 1997 tot 2009. Inhoudsopgave 1. Inleiding...1 2. Doelstellingen...3 3. Methode...4 1. Literatuuronderzoek...4 1. Zoektocht...4 2. Selectiecriteria...4 2. Dossieranalyse...4 1. Verzamelen van gegevens...4 2. Onderzoekspopulatie...5

Nadere informatie

Nadere uitwerking (medische) behandeling en streefwaarden

Nadere uitwerking (medische) behandeling en streefwaarden Nadere uitwerking (medische) behandeling en streefwaarden Streefwaarden Met HVZ RR systole RR diastole RR systole > 75 jaar Totaal Cholesterol LDL Nuchter Glucose Kalium Creatinine < 140 mmhg < 90 mmhg

Nadere informatie

Werken met het ketenprogramma CVRM

Werken met het ketenprogramma CVRM Werken met het ketenprogramma CVRM Praktijkinformatie Zorgprogramma CVRM voor huisartsen en praktijkondersteuners www.rohamsterdam.nl Inhoud 1. AAN DE SLAG MET CVRM!... 3 2. KETENPARTNERS... 3 3. WAT DOET

Nadere informatie

Let s motivate the patient

Let s motivate the patient LET S MOTIVATE THE PATIENT Melissa.Ooms@Ugent.be Let s motivate the patient 1. Wat is motivatie? 2. Het belang van motivationele gespreksvoering (MG) 3. Theoretische achtergrond 4. Basisprincipes in MG

Nadere informatie

Deze pagina bevat links binnen de CVRM keten voor de zorgverleners.

Deze pagina bevat links binnen de CVRM keten voor de zorgverleners. Ketenzorg CVRM Programma Website Dokterscoop.nl Inclusie- en exclusie criteria CVRM Controlefrequentie CVRM Labformulier nieuw Registratie deelname Ketenzorg Standaarden en protocollen Vragen? Volgende

Nadere informatie

Samenvatting voor niet-ingewijden

Samenvatting voor niet-ingewijden voor niet-ingewijden Type 2 diabetes Diabetes is een ernstige chronische ziekte, die wordt gekenmerkt door te hoge glucosespiegels (de suikers ) in het bloed. Er zijn verschillende typen diabetes, waarvan

Nadere informatie

Inhoud Hoe BRAVO ben jij?

Inhoud Hoe BRAVO ben jij? Inhoud Hoe BRAVO ben jij? Inleiding 2 De behandeling van een aandoening 2 Medicijnen 2 Leefstijl 5 Een verergering van je klachten 6 Jouw behandelplan 8 Bewegen 8 Roken 8 Alcohol en voeding 8 Ontspanning

Nadere informatie

Hart- en vaataandoeningen zijn de belangrijkste doodsoorzaak bij vrouwen in de Westerse wereld. Daarom moeten we werk maken van:

Hart- en vaataandoeningen zijn de belangrijkste doodsoorzaak bij vrouwen in de Westerse wereld. Daarom moeten we werk maken van: Hart- en vaataandoeningen zijn de belangrijkste doodsoorzaak bij vrouwen in de Westerse wereld. Daarom moeten we werk maken van: 1 CARDIOVASCULAIRE PREVENTIE BIJ VROUWEN. 2 SENSIBILISATIE van de vrouw

Nadere informatie

Findrisc leidraad voor huisartsenpraktijken

Findrisc leidraad voor huisartsenpraktijken Findrisc leidraad voor huisartsenpraktijken Inleiding Wat is deze leidraad? Deze leidraad beschrijft een werkwijze om binnen een huisartsenpraktijk het aanbieden van de Findrisc vragenlijst te integreren

Nadere informatie

Kleef hier onmiddellijk een identificatiesticker. blauw. Toelatingsexamen arts. 2 juli Generieke competenties (GC) VAARDIG 2

Kleef hier onmiddellijk een identificatiesticker. blauw. Toelatingsexamen arts. 2 juli Generieke competenties (GC) VAARDIG 2 Kleef hier onmiddellijk een identificatiesticker blauw Toelatingsexamen arts 2 juli 2019 Generieke competenties (GC) VAARDIG 2 Figuur 1A: Synthese van cholesterol in levercel en andere lichaamscellen Legende:

Nadere informatie

Kleef hier onmiddellijk een identificatiesticker. geel. Toelatingsexamen arts. 2 juli Generieke competenties (GC) VAARDIG 2

Kleef hier onmiddellijk een identificatiesticker. geel. Toelatingsexamen arts. 2 juli Generieke competenties (GC) VAARDIG 2 Kleef hier onmiddellijk een identificatiesticker geel Toelatingsexamen arts 2 juli 2019 Generieke competenties (GC) VAARDIG 2 Figuur 1A: Synthese van cholesterol in levercel en andere lichaamscellen Legende:

Nadere informatie

Staken antihypertensiva bij ouderen. Groot Haags Geriatrie Referaat oktober 2016 Marielle Hofman, aios geriatrie

Staken antihypertensiva bij ouderen. Groot Haags Geriatrie Referaat oktober 2016 Marielle Hofman, aios geriatrie Staken antihypertensiva bij ouderen Groot Haags Geriatrie Referaat oktober 2016 Marielle Hofman, aios geriatrie 2 Vragen Zou u antihypertensiva staken bij een geriatrische patiënt met hypertensie en een

Nadere informatie

Hypertensie. Presentatie door G.J. Knot-Veldhuis, verpleegkundig specialist

Hypertensie. Presentatie door G.J. Knot-Veldhuis, verpleegkundig specialist Hypertensie Presentatie door G.J. Knot-Veldhuis, verpleegkundig specialist Hypertensie Primaire of essentiële (95%) Secundaire (5%) G.J. Knot-Veldhuis, verpleegkundig specialist, jan. 2012 2 Bloeddruk

Nadere informatie

Cannabis, vitamine D & het metabool risico van mensen met een psychotische aandoening

Cannabis, vitamine D & het metabool risico van mensen met een psychotische aandoening Cannabis, vitamine D & het metabool risico van mensen met een psychotische aandoening Dr. Jojanneke Bruins j.bruins@lentis.nl Promotoren: Prof. dr. Marieke Pijnenborg Prof. dr. Edwin van den Heuvel Co-promotoren

Nadere informatie

Richtlijnen voor primaire en secundaire preventie. Symposium Cardiologie 3 oktober 2015 Johan Vaes

Richtlijnen voor primaire en secundaire preventie. Symposium Cardiologie 3 oktober 2015 Johan Vaes Richtlijnen voor primaire en secundaire preventie Symposium Cardiologie 3 oktober 2015 Johan Vaes 2 Waarom is preventie nodig? CV ziekten blijven de belangrijkste doodsoorzaak Zowel bij mannen als bij

Nadere informatie

KGBN. Zin en onzin van statines bij de hoogbejaarde patiënt. De neuroloog & statines.

KGBN. Zin en onzin van statines bij de hoogbejaarde patiënt. De neuroloog & statines. KGBN Zin en onzin van statines bij de hoogbejaarde patiënt. De neuroloog & statines. A/ ISCHEMIC STROKE / TIA & geen CHD : Heart Protection Study : Subgroep stroke antec. gerandomiseerd naar simvastatine

Nadere informatie

Regionale transmurale afspraak, regio Oss-Uden-Veghel Cardiovasculair risico management

Regionale transmurale afspraak, regio Oss-Uden-Veghel Cardiovasculair risico management Regionale transmurale afspraak, regio Oss-Uden-Veghel Cardiovasculair risico management Deze regionale transmurale afspraak (RTA) CVRM is tot stand gekomen na overleg tussen de maatschappen interne geneeskunde

Nadere informatie

Evidence-based Lifestyle Advies

Evidence-based Lifestyle Advies Evidence-based Lifestyle Advies Focus op dieet Willem Bax*, Internist-nefroloog-vasculair geneeskundige Vaatcentrum Alkmaar *,Conflict of interest m.b.t. onderwerp: geen 1 Vrouw, 48 jaar, VG: RA, zus DM-2,

Nadere informatie

Nieuwe Richtlijn Herseninfarct en Hersenbloeding: wat verandert er in de zorg vanuit neurologisch perspectief?

Nieuwe Richtlijn Herseninfarct en Hersenbloeding: wat verandert er in de zorg vanuit neurologisch perspectief? Nieuwe Richtlijn Herseninfarct en Hersenbloeding: wat verandert er in de zorg vanuit neurologisch perspectief? Dr. R.M. van den Berg-Vos, neuroloog Vergroot endovasculaire behandeling de kans op een goed

Nadere informatie

Overgebleven risico op hart-en vaatziekten in patiënten met Familiaire Hypercholesterolemia, wat nu?

Overgebleven risico op hart-en vaatziekten in patiënten met Familiaire Hypercholesterolemia, wat nu? Overgebleven risico op hart-en vaatziekten in patiënten met Familiaire Hypercholesterolemia, wat nu? Annette Galema-Boers, MANP 24-11-2017 Clinic for dyslipidemias and inherited cardiovascular diseases

Nadere informatie

09u30-10u30 Motivatie bij chronische zorg. Ingrid Luyckx, zorgexpert diabetes

09u30-10u30 Motivatie bij chronische zorg. Ingrid Luyckx, zorgexpert diabetes 09u30-10u30 Motivatie bij chronische zorg Ingrid Luyckx, zorgexpert diabetes Oefening 1.Ik eet elke dag bruin brood. 2.Ik eet elke dag 2 à 3 stukken fruit. 3.Ik eet elke dag 300gr groenten. 4.Ik rook

Nadere informatie

Individueel Zorgplan Cardiometabool

Individueel Zorgplan Cardiometabool Individueel Zorgplan Cardiometabool Vasculair Centrum Naam: Geboortedatum: Patiëntnummer: Vasculair centrum Rijnstate Het Rijnstate Vasculair Centrum is een kennis- en behandelcentrum voor patiënten met

Nadere informatie

Kwaliteitsindicatoren diabetes type 2 (fase 2)

Kwaliteitsindicatoren diabetes type 2 (fase 2) Kwaliteitsindicatoren diabetes type 2 (fase 2) Nederlandse Diabetes Federatie 033-4480845 info@diabetesfederatie.nl Stationsplein 139 3818 LE Amersfoort Kwaliteitsindicatoren diabetes type 2 (fase 2) De

Nadere informatie

Cardiovasculaire preventie: Het inzicht van de patiënt in zijn risico op hart-en vaatziekten

Cardiovasculaire preventie: Het inzicht van de patiënt in zijn risico op hart-en vaatziekten Cardiovasculaire preventie: Het inzicht van de patiënt in zijn risico op hart-en vaatziekten Dr. Jorina Rottiers Promotor: Dr. Geert Goderis Academisch centrum voor Huisartsgeneeskunde UZ Leuven Master

Nadere informatie

Amsterdam 1 11 11. Joke Lanphen Kaderarts Hart en Vaatziekten. huisarts in GZC de Lloods. Amsterdam 1-11-11 1

Amsterdam 1 11 11. Joke Lanphen Kaderarts Hart en Vaatziekten. huisarts in GZC de Lloods. Amsterdam 1-11-11 1 Amsterdam 1 11 11 Joke Lanphen Kaderarts Hart en Vaatziekten huisarts in GZC de Lloods Amsterdam 1-11-11 1 Amsterdam 1 11 11 Voor de fietslichten: Ik heb mijn eigen CVR beoordeeld ahv de score kaart Ik

Nadere informatie

Inhoud Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3

Inhoud Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 INHOUD I Inhoud Hoofdstuk 1 Klinische aspecten van hypertensie 1 1. Voorkomen en definitie 1 2. Over risico en risicoreductie 3 3. Klinische manifestaties 9 4. De bloeddrukmeting 10 A. De bloeddrukmeting

Nadere informatie

Koolhydraten en de preventie van welvaartsziekten

Koolhydraten en de preventie van welvaartsziekten Koolhydraten en de preventie van welvaartsziekten Evidence-based richtlijn van de German Nutrition Society Van vezels tot suikers: koolhydraten omvatten een brede range van voedingsstoffen. Wat is er precies

Nadere informatie

BELGISCHE CARDIOLOGISCHE LIGA CHOLESTEROL. GabrieleJasmin@Fotolia DUIDELIJKE ANTWOORDEN

BELGISCHE CARDIOLOGISCHE LIGA CHOLESTEROL. GabrieleJasmin@Fotolia DUIDELIJKE ANTWOORDEN BELGISCHE CARDIOLOGISCHE LIGA CHOLESTEROL GabrieleJasmin@Fotolia DUIDELIJKE ANTWOORDEN Globaal Cardiovasculair Risico Sommige gedragingen in ons dagelijks leven vergroten de kans dat we vroeg of laat problemen

Nadere informatie

Wijzigingen in de Samenvatting van de Productkenmerken en Bijsluiter, voorgesteld door het Europees Geneesmiddelenbureau

Wijzigingen in de Samenvatting van de Productkenmerken en Bijsluiter, voorgesteld door het Europees Geneesmiddelenbureau BIJLAGE II Wijzigingen in de Samenvatting van de Productkenmerken en Bijsluiter, voorgesteld door het Europees Geneesmiddelenbureau Deze Samenvatting van de Productkenmerken en Bijsluiter zijn het resultaat

Nadere informatie

Bijsluiter gebruik stoppen met roken -indicatoren in de huisartsenpraktijk. Fenna Schouten Versie 3

Bijsluiter gebruik stoppen met roken -indicatoren in de huisartsenpraktijk. Fenna Schouten Versie 3 Bijsluiter gebruik stoppen met roken -indicatoren in de huisartsenpraktijk Fenna Schouten f.schouten@nhg.org 09-02-2017 Versie 3 Inhoud Overzicht indicatoren... 2 Beschrijving per indicator... 3 Pagina

Nadere informatie