trendrapport2015 tendensen in riziv financiering
|
|
- Regina Cools
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 trendrapport2015 tendensen in riziv financiering
2 Jeroen Trybou is senior adviseur bij Probis. Hij is tevens verbonden aan de UGent en is actief als bestuurder in de zorg. Patrick Laisnez is senior adviseur en interim-manager bij Probis. 2
3 RIZIV-FINANCIERING IN MINDER DAN 300 WOORDEN Woonzorgcentra zijn afhankelijk van drie belangrijke inkomstenbronnen: de door de bewoner betaalde dagprijs, de inkomsten uit het instellingsforfait (de tussenkomst via de Ziekte- en Invaliditeitsverzekering) en diverse subsidies (bijv. financiering sociale maribel). Dagprijs en RIZIV-inkomsten zijn daarbij samen goed voor zo n 80% van de totale opbrengsten. De dagprijs, het gedeelte dat de resident bijdraagt, betreft vooral zijn/haar deelname in de onkosten voor het verblijf. De zogenaamde hotel- of woonfunctie. Met andere woorden: met deze inkomsten, maandelijks aangerekend op de verblijfsfactuur, zou het woonzorgcentrum in staat moeten zijn om deze hotelfunctie aan te bieden: het gebruik van de infrastructuur, nutsvoorzieningen, maaltijden, onderhoud en zo meer. Daarbij zal het gedeelte aan zorgkost, dat niet door de RIZIV-opbrengsten en andere subsidies kan gedragen worden, ook deels in deze dagprijs aangerekend worden. Het instellingsforfait, dat voor de resident wordt bijgedragen door de mutualiteit via de Ziekte- en Invaliditeitsverzekering, zal dan weer - zo veel mogelijk - de zorgkosten dragen. Deze kost bestaat grotendeels uit personeelskosten. Die lopen immers hoog op door de kwalificatievereisten en de flexibiliteit die van deze werknemers gevraagd wordt. Het financieringsmodel dat hiervoor ontworpen werd is inmiddels meer dan een decennium oud - het werd de afgelopen jaren reeds grondig bijgestuurd en uitgebreid. Vandaag de dag bestaan er al 18 (!) wijzigingsbesluiten op het moederbesluit van november Belangrijk is daarbij dat de diverse vormen van subsidiëring elkaar voortdurend beïnvloeden. Hierdoor is het aangewezen beslissingen steeds af te wegen t.a.v. de (financiële) voor- en nadelen. Daarnaast wordt ongeveer de helft van de opbrengsten bepaald door de werking in een welbepaald referentiejaar. Deze periode van 12 maanden situeert zich ongeveer een jaar vóór het facturatiejaar (kalenderjaar). Daardoor is er een belangrijk vertragingseffect aanwezig is. Dit zorgt voor ingrijpende financiële links over drie boekhoudkundige jaren heen. 3
4 FINANCIEEL KWALITEIT OPERATIONEEL BELEIDSKADER REGIONALE CONTEXT 4
5 HOE EVOLUEERDE DE INSTELLINGSFINANCIERING? Waar het klassieke rusthuis zich vroeger op de oudere in het algemeen richtte, staan woonzorgcentra vandaag voornamelijk in voor de opvang van - zwaar - zorgbehoevende ouderen. Op zowel lichamelijk als geestelijk vlak. De noodzakelijke zorgondersteuning is daardoor een stuk intensiever geworden en vraagt dus een hogere en meer gespecialiseerde personeelsinzet. Taakdifferentatie Zorgverleners dienen hierbij zo veel mogelijk aangesproken te worden op hun kwalificatie en specialisatie. Wanneer dat niet gebeurt, zal in bepaalde - duurdere - kwalificaties een hogere boven norminzet noodzakelijk zijn. Wat aanleiding geeft tot een moeilijk te verantwoorden meerkost. Een dergelijke taakdifferentiatie zal ongetwijfeld leiden tot een andere vorm van zorgorganisatie. Hierbij kan het - beperkte - team van verpleegkundigen zodanig georganiseerd worden dat zij enkel die verpleegkundige activiteiten zullen verrichten die niet kunnen gedelegeerd worden aan zorgkundigen of logistiek personeel. Bij de uitbouw van steeds meer uitgebalanceerde zorgequipes zal hier in de toekomst steeds meer rekening mee gehouden worden. Werkbaar werk Nu de instellingsfinanciering steeds meer onder druk staat, neemt het belang van een effectief en efficiënt inkomstenbeheer aanzienlijk toe. En daarbij wordt ook het organiseren van werkbaar werk voor veel zorgorganisaties een kritische succesfactor. Tegelijk ligt de lat steeds hoger. Medewerkers, bewoners en stakeholders verwachten anno 2015 als Klant behandeld te worden. Terecht. Zij bepalen immers het succes en de gezondheid van uw woonzorgcentrum. Om financiële gezondheid hand in hand te laten gaan met kwaliteitsvolle zorg, bewonerstevredenheid én betrokken medewerkers brengt PartnerPlan de belangrijkste beleidsaspecten in woonzorgcenta periodiek in kaart. Wij stellen u hier graag enkele opmerkelijke resultaten voor. 5
6 PROFESSIONALISERING IN ONTWIKKELING Het systematisch meten, opvolgen, evalueren en bijsturen van indicatoren vormt steeds meer een belangrijk principe in het beleid en management van woonzorgcentra. Directieleden en bestuurders stellen zich immers vaak vragen over hun positionering ten opzichte van andere woonzorgcentra. Vragen die kaderen in de zich ontwikkelende professionalisering van het beheer en management van woonzorgcentra. WAAROM VERGELIJKEN BELANGRIJK IS? Uiteraard is het in de ouderenzorg niet zo eenvoudig om cijfers te meten, te vergelijken en te evalueren. Omzichtigheid is steeds geboden. Vaak leidt benchmarking immers niet tot de verwachte resultaten. Zo worden gegevens soms niet op een eenduidige manier verzameld, worden gedateerde gegevens vergeleken, of wordt er gewerkt met weinigzeggende indicatoren. Hierdoor verdwijnen benchmarkinitiatieven vaak even snel als ze worden opgestart. Bovendien blijkt samenwerking tussen woonzorgcentra op vandaag nog steeds een uitdaging. Het vergelijken van gegevens vereist immers ook het delen van gegevens. Naast het meten vormt ook de beoordeling van indicatoren een uitdaging. Iedere organisatie is immers uniek. Meer concreet is er een spanningsveld aanwezig tussen kwaliteit van zorg en de kost die hier tegenover staat (bijv. de omvang en kwalificatiemix van de zorgequipe). Tegelijk dient het financiële perspectief afgewogen te worden ten aanzien van het operationele perspectief (bijv. werkdruk en continuïteit van zorg). Woonzorgcentra zijn daarbij ook ingebed in een lokale context die gekenmerkt wordt door specifieke kenmerken (bijv. het profiel van de zorgvrager) en uitdagingen (bijv. de arbeidsmarkt). Tot slot wordt door de organisatie een beleidskader vooropgesteld die (a) de visie op deze deelaspecten van ouderenzorg bepaalt en (b) de rol specifieert die de voorziening binnen het totale zorgaanbod in de regio wenst te vervullen. Betekent dit dat zinvolle benchmarking onmogelijk is en geen belangrijke meerwaarde kan betekenen in onze sector? Integendeel. In het licht van belangrijke trends als samenwerking en het delen van kennis en expertise speelt benchmarking volgens ons een centrale, onmisbare rol. 6
7 PARTNERPLAN Vier jaar geleden ontwikkelde Probis met ParnerPlan een instrument dat toelaat de gegevens van de RIZIV-financiering op een nauwkeurige, geautomatiseerde en gestandaardiseerde manier op te volgen. Deze RIZIV-gegevens worden daarvoor net na het aflopen van de referentieperiode samengebracht en geanalyseerd. Dit laat toe om deze recente, uniform gedefinieerde gegevens op een anonieme en zinvolle wijze te benchmarken. Hierdoor wordt aan de beschreven uitdagingen inzake benchmarking tegemoet gekomen. Dit maakt het mogelijk om snel de situatie in kaart te brengen en zo het meest recente beeld van de sector aan te reiken. Het voorbije werkingsjaar werden de gegevens van ongeveer 200 woonzorgcentra verzameld. Centraal staan daarbij de drie onderliggende pijlers van de RIZIV-financiering: de erkenningsstatus, de bewoners en de zorgomkadering. DOORDACHT VERGELIJKEN Vaak gebeurt het vergelijken van RIZIV-inkomsten ondoordacht. Uit onze gesprekken met bestuurders en directieleden blijkt dat in de praktijk al te vaak wordt gefocust op het vergelijken van het zorgforfait. Hoewel het zorgforfait vanuit financieel oogpunt een erg belangrijke inkomstenbron vormt, wordt het forfait voor een groot stuk bepaald door de achterliggende kostprijs van de zorg (bijv. de anciënniteit van het personeel, de zorgbehoefte en de bijhorende nood aan zorgmaterialen allerhande,...). Het zorgforfait is daarom slechts een startpunt tot benchmarking. De focus van de benchmark ligt dus niet zozeer op het zorgforfait zelf, maar vooral op de onderliggende parameters (bijv. de inzet van verpleegkundigen). Daarnaast ligt de focus op het niveau van kostendekking van de zorgomkadering. Dit is vrij uniek omdat we hierdoor een vergelijking realiseren tussen kosten en de hieraan gelinkte opbrengsten over drie boekjaren heen - de referentieperiode en het facturatiejaar. De meerderheid van de voorzieningen heeft een forfait tussen 51,32 en 50,58. De mediaan voor de groep van openbare woonzorgcentra bedraagt 55,93. Voor de groep van private (vzw) voorzieningen bedraagt de mediaan 54,45. Het RIZIV-forfait is steeds nadrukkelijker de belangrijkste inkomstenbron. Rekening houdend met een dagprijs die vandaag gemiddeld ongeveer 47,5 bedraagt (MARA-studie 2014) betekent dit dat het RIZIV-forfait steeds nadrukkelijker de belangrijkste inkomstenbron vormt. 7
8 Dit RIZIV-forfait is gebaseerd op drie pijlers: de erkenningshistoriek, de kenmerken van de bewoners die in deze erkenningen verblijven en de kenmerken van de zorgomkadering (personeel). Hierna komen deze drie pijlers achtereenvolgens aan bod: Erkenningsstatus Een woonzorgcentrum beschikt over drie mogelijke types van erkenningen. Naast de erkende capaciteit RustOord voor Bejaarden (ROB) gaat het om eenheden Rust- en VerzorgingsTehuizen (RVT) en KortVerblijf (KV). Vooral de RVTerkenningen hebben een belangrijke financiële impact. Meer concreet wordt er een ruimere zorgomkadering gefinancierd voor bewoners met een relatief zware nood aan zorg. Dit verschil loopt voor (identieke) bewoners met een zorgscore B op tot 0,16 voltijdsequivalent (VTE) per bewoner. Voor ongeveer zes bewoners betekent dit bijgevolg de financiering van een extra personeelslid dat instaat voor de zorgomkadering van deze bewoners. De derde erkenningsvorm - KV - verschilt naar normering toe minder sterk van de ROB-erkenningen (ongeveer 0,05 VTE per bewoner). Uit de benchmark blijkt dat de meerderheid van de voorzieningen een aandeel RVT-erkenning heeft dat zich situeert tussen de 52,6% en 65,9%. De mediaan Het beperktere aandeel RVT-erkenningen heeft voor openbare woonzorgcentra een voelbare financiële impact. bedraagt 60,3% voor de openbare en 62,5% voor de private woonzorgcentra. Het lagere percentage zorgt voor een belangrijke negatieve financiële impact voor de publieke voorzieningen. Dat openbare woonzorgcentra minder RVTerkenningen verworven hebben, is historisch te verklaren. Ze hebben zich langer gericht op zowel valide bewoners als bewoners met een hoge zorgbehoefte, en werkten vaak met een chronologische wachtlijst. Hierin kwam de laatste jaren verandering. De gemiddelde zorggraad van openbare voorzieningen heeft die van de private voorzieningen bijgebeend. Vermits de overheid echter een rem heeft gezet op de toekenning van RVTerkenning dienen de openbare voorzieningen nu meer zwaar zorgbehoevende bewoners in ROB op te vangen. Het is immers de zorggraad die in het verleden de toewijzing van RVT-capaciteit heeft bepaald. Als indicator hiervoor werd de RVT-dekkingsgraad gebruikt. De RVT-dekkingsgraad maakt de vergelijking tussen enerzijds het aantal RVT-erkenningen en anderzijds het aantal bewoners met een fysiek zware zorgscore (het aantal RVT-gerechtigden). Dit zorgt voor een verhouding die de nood tot extra RVT-capaciteit meetbaar maakt. Recent lag deze drempel nog op ongeveer 80%. Vier van de vijf zware zorgprofielen kon hierdoor in een RVT-erkenning worden ondergebracht. Gezien de afgelopen kwartalen in heel 8
9 wat voorzieningen een stijging op vlak van de zorggraad werd gerealiseerd, is het evenwel zo dat de dekkingsgraad binnen de sector in heel wat gevallen lager ligt dan de in het verleden vooropgestelde 80%-drempelwaarde. Meer concreet blijkt uit de benchmark dat in de periode april-juni 2015 ongeveer 30% van de voorzieningen onder de drempel van 80% dekkingsgraad scoort. Helaas is het voor het ogenblik onduidelijk of er op Vlaams niveau budgettaire ruimte kan worden vrijgemaakt om een bijkomende schijf aan RVT te verdelen over de sector. Belangrijk om hierbij op te merken is dat ook een aantal initiatiefnemers een verhoging in capaciteit hebben doorgevoerd of nieuwe voorzieningen hebben opgestart. Deze laatste hebben daarom geen of een erg beperkt aantal erkenningen RVT. Zo berekenden wij dat in de 25 meest recent erkende woonzorgcentra, goed voor in totaal woongelegenheden of gemiddeld 71 woongelegenheden per WZC, tot hiertoe geen RVT-erkenning werd voorzien. Op het vlak van de beschikbare capaciteit kortverblijf (met als doel een brugfunctie te vervullen voor senioren die tijdelijk opvang nodig hebben om daarna terug naar hun thuissituatie te evolueren) valt op dat tot op vandaag nog steeds heel wat voorzieningen - 50 % van de steekproef van de private 50% van de private en 25% van de openbare voorzieningen beschikken niet over kortverblijf. woonzorgcentra en 25% van de openbare woonzorgcentra - niet over kortverblijf beschikken. Anderzijds maken de cijfers ook duidelijk dat tevens een groep van voorzieningen kiest om extra in te zetten op een diversificatie van hun dienstverlening door in belangrijke mate van dit erkenningstype gebruik te maken. Uit de benchmark komen twee belangrijke aspecten naar voor die een belangrijke negatieve impact hebben op vlak van dit erkenningstype. Meer concreet ligt de bezettingsgraad een stuk lager (wat ruim onvoldoende wordt gecompenseerd door het onderdeel G van het zorgforfait) en tevens ook de zorggraad. Deze laatste resulteert in een groter onevenwicht tussen de noodzakelijke omkadering en de gefinancierde zorgequipe. Concreet dienen dus extra middelen te worden aangewend (bijv. de opbrengsten dagprijs) om een voldoende kwaliteit van zorg te realiseren en tegelijkertijd de werkdruk op een aanvaardbaar niveau te houden. Bezettingsgraad De globale bezettingsgraad (ROB en RVT) ligt voor de meeste voorzieningen vrij hoog. Meer concreet slaagt de helft van de voorzieningen er in om een bezettingsgraad van 97,5% te realiseren. Meer dan 75% behaalt een bezettingsgraad van 96%. Hierbij is nagenoeg geen verschil aanwezig tussen de 9
10 openbare en private woonzorgcentra. Hoewel deze cijfers globaal als performant kunnen worden beoordeeld merken we toch op dat ongeveer 1 op 4 van de voorzieningen lager scoort dan 96%. We wijzen hierbij op een belangrijke negatieve financiële impact door het verlies aan RIZIV-opbrengsten en wellicht ook gedeeltelijk de dagprijsinkomsten. Bovendien kan dit op termijn ook problemen met zich meebrengen op vlak van het RIZIV-quotum aan ligdagen (het maximaal aantal te factureren ligdagen in een kalenderjaar voor een bepaalde voorziening). 3 op 10 voorzieningen heeft een dekkingsgraad lager dan 80% Een tweede aandachtpunt in het beheer van de voorzieningen betreft de bezettingsgraad RVT. Gezien het onevenwicht tussen de gefinancierde personeelskost in ROB en RVT vormt dit een basisprincipe tot het maximaliseren van RIZIV-opbrengsten. Toch is het belangrijk op te merken dat 15% van de voorzieningen een RVT-leegstand heeft van minstens 20 dagen. Ongeveer 8% van de voorzieningen (of 1 op 12) heeft meer dan 100 ligdagen te kort. In deze situaties kunnen twee zaken naar voor geschoven worden. Enerzijds is dit vaak te wijten aan een inadequate administratieve opvolging van de mate waarin de RVT-erkenningen worden benut. Anderzijds wordt dit soms ook veroorzaakt door een lokale overcapaciteit aan woongelegenheden in woonzorgcentra. In dit laatste geval kan een proces- en omgevingsanalyse helpen om dit bij te sturen. Meer dan de helft van de voorzieningen realiseert een bezettingsgraad van 97,5% Op vlak van de bezettingsgraad kortverblijf is een grotere spreiding aanwezig. De helft van de voorzieningen positioneert zich tussen een bezettingsgraad van 80,2% en 89,6% (openbare woonzorgcentra) en 70,0% en 91,6% (private voorzieningen). De lagere bezettingsgraad heeft een belangrijke negatieve financiële impact omwille van de beperkte compensatie (ongeveer 690 per erkende woongelegenheid kortverblijf per jaar). Rekening houdend met een dagprijs van gemiddeld 47,5 EUR en ongeveer 42 dagen extra leegstand (97,5% bezetting versus 86% bezetting) betekent dit een negatief verschil van per erkenning per jaar. Zorgprofiel van de bewoners De zorggraad heeft een zeer belangrijke financiële impact. Enerzijds kan worden gesteld dat een bewoner met een laag zorgprofiel (zorgscore O en A) in grotere mate ontoereikend wordt gefinancierd dan een bewoner met een relatief hoog zorgprofiel (zorgscore B, C, Cd en D) in ROB. Dit betreft een effect op korte termijn (ongeveer 1 jaar). Anderzijds betekent een hogere zorggraad (percentage B, C, Cd) op middellange termijn een mogelijke uitbreiding van 10
11 het aandeel RVT (via de hierboven beschreven RVT-dekkingsgraad) waardoor opnieuw een ruimere personeelsomkadering wordt gefinancierd. Uit de benchmark blijkt dat het verschil tussen de openbare en private woonzorgcentra voor de meerderheid van de voorzieningen te verwaarlozen is. De mediaan van de openbare woonzorgcentra ligt in de steekproef met 79,5% Wat zorggraad betreft, is het verschil tussen openbare en private voorzieningen te verwaarlozen. zelfs iets hoger dan de mediaan van de private voorzieningen. Hierbij is het evenwel belangrijk op te merken dat de spreiding bij de openbare voorzieningen in belangrijke mate hoger is wat wijst op het feit dat ook vandaag nog een aantal openbare woonzorgcentra op dit vlak minder hoog scoren. Meer concreet scoort 25% van de openbare voorzieningen tussen 70,9% en 60,0%. Voor de private voorzieningen is dit tussen 72,3% en 65,0%. Hoewel de personeelsinzet nagenoeg stabiel bleef, verhoogde de zorggraad. Kortom: er wordt efficiënter gezorgd. Zowel voor de openbare voorzieningen als de private voorzieningen werd de zorggraad in de meerderheid van de voorzieningen verhoogd. Voor de openbare voorzieningen evolueerde het gemiddelde van 74,8% naar 77,0%. Voor de private voorzieningen was dit voor het tweede kwartaal 2013 en 2014 respectievelijk 77,0 en 78%. In de erkenningen kortverblijf kan een gelijkaardige evolutie worden opgemerkt. Het percentage bewoners met een lichte zorgscore (O en A) daalde in de private steekproef van 25% naar 19%. Voor de publieke voorzieningen was dit een gelijkaardige evolutie van 26% naar 21%. Personeelsinzet Om een zinvolle vergelijking te maken op vlak van de personeelsinzet worden op de benchmarkgegevens twee correcties toegepast. Enerzijds wordt een correctie gemaakt op vlak van schaal (de personeelsinzet wordt herleid naar VTE per 30 bewoners; conform de RIZIV-normering). Anderzijds worden homogene benchmarkgroepen gecreëerd op vlak van zorggraad (% zware zorgprofielen). Meer concreet worden de voorzieningen opgesplitst (openbaar vs. publiek) en gerangschikt volgens zorggraad. Alle contracttypes worden in aanmerking genomen zodat een inschatting van de reële zorgequipe mogelijk wordt gemaakt (in tegenstelling tot louter het zorgpersoneel dat in aanmerking komt voor de RIZIV-normen). 11
12 Voor zowel de steekproef van zowel openbare als private voorzieningen blijkt enerzijds dat een duidelijk verband bestaat tussen de zorggraad en de mediaan aan personeelsinzet. Anderzijds blijkt ook heel duidelijk dat een zeer grote variatie aanwezig is tussen de voorzieningen. Voor de inzet verpleegkundigen en zorgkundigen loopt dit op tot een factor 60% voor voorzieningen met een gelijkaardige zorggraad. De inzet aan verpleegkundigen blijkt in de openbare voorzieningen ongeveer gelijk ongeacht de zorggraad. Voor deze voorzieningen is dit ongeveer 5,0 VTE per 30 bewoners waarvan 1,6 VTE verpleegkundigen A1. Voor de private voorzieningen is duidelijker een afstemming van de verpleegkundige equipe tot de zorggraad aanwezig. Ook op dit vlak is evenwel een grote spreiding aanwezig (van ongeveer 6 VTE tot 3,5 VTE per 30 bewoners). De omkadering verpleegkundigen A1 is ongeveer gelijk ongeacht de zorggraad en bedraagt ongeveer 2,1 VTE per 30 bewoners. Naast deze basisvergelijking wensen we ook te wijzen op de evolutie in inzet aan personeel. Hieruit blijkt dat op vlak van de globale personeelsinzet van de zorgequipe de overgrote meerderheid van de voorzieningen gekenmerkt wordt door een nagenoeg stabiele inzet aan zorgpersoneel (verpleegkundigen en zorgkundigen). Het is evenwel belangrijk op te merken dat tegelijk de meerderheid van de voorzieningen een verhoging aan zorggraad heeft gerealiseerd. Samengevat betekent dit een meer efficiënte inzet van de zorgomkadering. Daarnaast blijkt duidelijk dat hoewel de personeelsinzet ongeveer gelijk bleef wel een evolutie werd gemaakt naar een hogere bestaffing aan verpleegkundigen binnen deze (zelfde) zorgequipe. Dit kan worden verklaard door enerzijds de verhoogde complexiteit van de zorgtaken en anderzijds een mogelijks wijzigend arbeidsmarktklimaat (evenwicht vraag en aanbod verpleegkundigen). De normtoetsing Op vlak van normtoetsing wordt duidelijk dat zowel de openbare als private voorzieningen over een belangrijk aandeel boven-norm personeel beschikken. Met boven-norm wordt het aandeel personeelsleden bedoeld die meetellen voor de financieringsnorm en die aanwezig zijn bovenop deze norm. Bij de publieke voorzieningen gaat dit voor de meerderheid van de voorzieningen over verpleegkundigen, zorgkundigen en reactivering, kinesitherapeuten en ergotherapeuten die in boven-norm aanwezig zijn. Met andere woorden: de bestaffing in de openbare sector is in alle genormeerde kwalificaties hoger dan de norm. Voor de meerderheid bij de private voorzieningen betreft dit voornamelijk zorgkundigen in combinatie met kinesitherapeuten en ergotherapeuten. Deze laatste (gegroepeerde) kwalificatie (kine, ergo en logo) is het strengst genormeerd en verdraagt geen tekorten. Daarnaast is een boven norm percentage verpleegkundigen aanwezig, dat evenwel een tekort aan reactivering compenseert. Na het toepassen van de compensatieregels is er in de steek- 12
13 proef van de private voorzieningen meestal geen sprake meer van een bovennorm verpleging. Rekening houdend met de financieringsregels blijkt dat het percentage bovennormpersoneel zowel in de openbare als de private woonzorgcentra niet kan worden onderschat. Concreet bedraagt de mediaan voor de openbare voorzieningen 32,5%. Een kwart van de voorzieningen positioneert zich onder de 25,2%. De mediaan van de private steekproef bedraagt 14,7%. De helft van de voorzieningen situeren zich tussen 21,2% en 12,4%. Met deze resultaten, in combinatie met de vaststelling dat de boven-norm meest wordt uitgebouwd in de kwalificatie verzorgenden, bevindt de private sector zich in een financieel gunstigere situatie. We weten immers dat het optimale gebruik van de boven-normfinanciering behaald wordt indien de globale boven-normloonkost zich rond de 12,5% situeert. Kost/dag Tot slot werd op basis van deze gegevens een raming gemaakt van het evenwicht tussen kosten en opbrengsten op vlak van de zorgequipe. We merken nogmaals op dat dit een vergelijking betreft over verschillende boekhoudkundige jaren heen. Meer concreet wordt de theoretische loonkost tijdens de refe-rentieperiode ( ) vergeleken met de geraamde opbrengsten 2015 (aan dezelfde bezettingsgraad). De raming houdt rekening met het onderdeel A1 (normpersoneel) en A2 (financiering extra zorginspanning) van het RIZIVforfait en de vergoeding derde luik voor de zorgomkadering (exclusief de derde luik vergoeding voor niet-zorgpersoneel). Uit deze vergelijking blijkt dat de helft van de openbare voorzieningen een niet-gecompenseerde kost heeft tussen 17,7 en 7,8 per RIZIV-ligdag. Een beperkt aantal voorzieningen reduceert dit cijfer tot 0. De helft van de private voorzieningen positioneert zich tussen 9,3 en 4,1 per dag. Hoewel deze voorzieningen niet kunnen beroep doen op een gemeentelijke bijdrage investeren ook zij in belangrijke mate in extra personeelsomkadering in de zorgequipe. Het financiële tekort dat hieruit voortvloeit zal moeten doorgerekend worden in de dagprijs. 13
14 Probis Winkelom 83 B1b 2440 Geel T +32 (0) F +32 (0) info@probis.be Legeweg 157 H Oostkamp T +32 (0) F +32 (0)
In een notendop De instellingsfinanciering voor woonzorgcentra vandaag en morgen. 9 oktober 2015
In een notendop De instellingsfinanciering voor woonzorgcentra vandaag en morgen Expo 60+ - Mechelen 9 oktober 2015 Patrick Laisnez Wat staat er op het menu? De RIZIV-financiering in een notendop Situering
Nadere informatieRIZIV-financiering voor financieel beheerders 4/06/2013
RIZIV-financiering voor financieel beheerders VLO- WVL 4/06/2013 Jeroen Trybou Wat staat er op het menu? De RIZIV-financiering in een notendop Situering Basisprincipes Recente evoluties De RIZIV-financiering
Nadere informatieNOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING
DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN, NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Voorontwerpbesluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van artikel 18 van het ministerieel
Nadere informatieProf. dr. Jozef Pacolet & Annelies De Coninck HIVA KU Leuven
Meerjarenprogramma 3b. Financiering van de welzijnszorg in Vlaanderen: De financiering van de residentiële ouderenzorg. Het perspectief van de voorzieningen Prof. dr. Jozef Pacolet & Annelies De Coninck
Nadere informatieNOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING
DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN, NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Voorontwerpbesluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering
Nadere informatieInhoudstafel. Financiering van de thuiszorg: het perspectief van de voorzieningen
Financiering van de thuiszorg: het perspectief van de voorzieningen Prof. dr. Jozef Pacolet, Annelies De Coninck & Frederic De Wispelaere Studiedag SWVG Integrale zorg en ondersteuning 19 november 2015
Nadere informatieDE VLAAMSE REGERING, Gelet op de gecoördineerde wet van 10 juli 2008 op de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen, artikel 170, 1;
Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 april 2016 houdende de toekenning en de erkenning van bijkomende bedden met een bijzondere erkenning als rust-
Nadere informatieGraag wens ik een actuele stand van zaken te verkrijgen met betrekking tot het aanbod van voorzieningen voor ouderen in woonzorgcentra.
SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 519 van ELS ROBEYNS datum: 11 mei 2016 aan JO VANDEURZEN VLAAMS MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN Woonzorgcentra Limburg - Bijkomende bedden Aangezien de provincie
Nadere informatieNOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING
DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN, NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Voorontwerpbesluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering
Nadere informatieIs er leven na VIPA? Colloquium 30/3/2015. Clara Van den Broeck Stafmedewerker Ouderenzorg Zorgnet Vlaanderen
Is er leven na VIPA? Colloquium 30/3/2015 Clara Van den Broeck Stafmedewerker Ouderenzorg Zorgnet Vlaanderen I. Situering 2 Einde VIPA ouderenzorg? 31/12/2013: Deadline indienen zorgstrategisch plan 31/12/2014:
Nadere informatieJaarverslag Seniorencentrum
Jaarverslag 2015 Seniorencentrum Woonzorgcentrum het Lindeken... 3 Bewoners... 3 Financieel... 6 Bezettingsgraad... 8 Personeelsbezettting... 10 Kwaliteitswerking 2015... 11 Dagverzorgingscentrum de Boomgaard...
Nadere informatieJAARVERSLAG 2013 CENTRA VOOR KORTVERBLIJF IN BEHEER VAN OCMW ROESELARE KVC DE WATERDAM KVC SINT-HENRICUS KVC DE ZILVERBERG
JAARVERSLAG 2013 CENTRA VOOR KORTVERBLIJF IN BEHEER VAN OCMW ROESELARE KVC DE WATERDAM KVC SINT-HENRICUS KVC DE ZILVERBERG Na het afsluiten van het werkingsjaar 2013 wordt voor elk centrum voor kortverblijf
Nadere informatieJAARVERSLAG 2014 CENTRA VOOR KORTVERBLIJF IN BEHEER VAN OCMW ROESELARE
JAARVERSLAG 2014 CENTRA VOOR KORTVERBLIJF IN BEHEER VAN OCMW ROESELARE Na het afsluiten van het werkingsjaar 2014 wordt voor elk centrum voor kortverblijf een jaarverslag opgemaakt en ingediend bij het
Nadere informatieCentrum voor Kortverblijf
Koning Albert IIlaan 35, bus 31 1030 Brussel T 02 553 34 34 F 02 533 34 35 contact@zorginspectie.be Naam voorziening: DE DRUIVELAAR Adres: Wingerdstraat 14, 3000 Leuven Tel.: 016/28.47.90 email: rudiger.de.belie@wingerd.info
Nadere informatieCENTRUM VOOR KORTVERBLIJF
Zorginspectie Koning Albert II-laan 35 bus 31 1030 BRUSSEL T 02 553 34 34 F 02 553 34 35 contact@zorginspectie.be ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////
Nadere informatieVLAAMSE OUDERENRAAD Advies 2013/3 over de overdracht van de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden (THAB) naar Vlaanderen
VLAAMSE OUDERENRAAD Advies 2013/3 over de overdracht van de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden (THAB) naar Vlaanderen Vlaamse Ouderenraad vzw 18 december 2013 Koloniënstraat 18-24 bus 7 1000 Brussel
Nadere informatieRIZIV-financiering in een notendop basisvorming. Management van een woonzorgcentrum november 2016
RIZIV-financiering in een notendop basisvorming Management van een woonzorgcentrum november 2016 Inleiding Inleiding Sociale Zekerheid in België: 7 takken: Geneeskundige verzorging en uitkeringen Kinderbijslag
Nadere informatieVR DOC.0134/1BIS
VR 2019 0802 DOC.0134/1BIS VR 2019 0802 DOC.0134/1BIS DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN BISNOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Het voorontwerpbesluit van de Vlaamse
Nadere informatieProgramma. 15:30 Financiering van de ouderenzorg. Een blik op de toekomst.
Programma 13:5 Verwelkoming en inleiding De heer Patrick Syen (Afgevaardigd Bestuurder Probis) 14: PartnerPlan Benchmark Prof. Dr. Jeroen Trybou (Probis en Universiteit Gent) 15:3 Financiering van de ouderenzorg.
Nadere informatieRAAD VAN STATE afdeling Wetgeving
RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 64.799/1 van 3 december 2018 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het koninklijk besluit van 18 juli 2002 houdende maatregelen
Nadere informatieZORGZWAARTE IN DE OUDERENZORG
/ Archief cijfers ZORGZWAARTE IN DE OUDERENZORG Vlaams Gewest 2014 / 23.11.2016 23.11.2016 Zorgzwaarte in de ouderenzorg 1/11 Gepubliceerd op: http://www.zorg-en-gezondheid.be/cijfers november 2016 door:
Nadere informatieR I Z I V Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering
R I Z I V Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering OMZENDBRIEF AAN DE RUSTOORDEN VOOR BEJAARDEN EN DE RUST- EN VERZORGINGSTEHUIZEN OMZ. ROB 2008/3 OMZ. RVT. 2008/3 Dienst voor geneeskundige
Nadere informatieFUNCTIEFAMILIE 5.1 Lager kader
Doel van de functiefamilie Leiden van een geheel van activiteiten en medewerkers en input geven naar het beleid teneinde een kwaliteitsvolle, klantgerichte dienstverlening te verzekeren en zodoende bij
Nadere informatieHandboek financiering residentiële ouderenzorg. Inleiding Risicobeperking in het licht van het factureringsproces in de RIZIV- financiering 1
Inhoud DEEL 1 FEDERALE FINANCIERING Inleiding Risicobeperking in het licht van het factureringsproces in de RIZIV- financiering 1 1. Procesverloop 1 2. Praktische aanbevelingen 2 2.1. De aanvraag 2 2.2.
Nadere informatieHelft zorgverzekerden komt niet rond
Bijlage perstekst Helft zorgverzekerden komt niet rond 1. Het belang van de zorgverzekering Het HIVA onderzoek (2008) 1 bevestigt het nut van de Vlaamse zorgverzekering. Voor zorgerkenden maakt het wel
Nadere informatieZORGZWAARTE IN DE OUDERENZORG
/ Archief cijfers ZORGZWAARTE IN DE OUDERENZORG Vlaams Gewest 2017 / 26.06.2017 26.06.2017 Zorgzwaarte in de ouderenzorg 1/11 Gepubliceerd op: http://www.zorg-en-gezondheid.be/cijfers juni 2017 door: Heidi
Nadere informatieEvaluatie van Open Bedrijvendag
Evaluatie van Open Bedrijvendag Departement Economie, Wetenschap en Innovatie Afdeling Strategie en Coördinatie Koning Albert II-laan 35 bus 10 1030 Brussel April 2011 Samenvatting De Open Bedrijvendag
Nadere informatieZORGZWAARTE. / Archief cijfers. Vlaams Gewest /
/ Archief cijfers ZORGZWAARTE Vlaams Gewest 2009-2011 / 7.01.2015 7.01.2015 Zorgzwaarte 1/14 GEPUBLICEERD OP: http://www.zorg-en-gezondheid.be/cijfers in november 2013 DOOR: Heidi Cloots, Herwin De Kind,
Nadere informatieMEER DOEN MET EVENVEEL. KOMT DE GRENS IN ZICHT?
MEER DOEN MET EVENVEEL. KOMT DE GRENS IN ZICHT? Tendenzen over hoe werknemers in de ouderenzorg werken in de sector ervaren. 2 Juli 2015 Opzet van de bevraging De voorbije jaren is er een wijdverspreid
Nadere informatieWelkom en inleiding. Luc De Bock
Welkom en inleiding Luc De Bock 2 3 De sector van de WZC in beeld Steekproef 2017-18 Rechtsvorm (%) Provincie (%) 22,6% 21,6% 46% 54% 9,0% 7,0% 2,0% 37,7% Publiek Privaat Antwerpen Limburg Brussel Oost-Vlaanderen
Nadere informatieHaalbaarheid realisatie dagverzorgingscentrum. Londerzeel 18/11/2015
Haalbaarheid realisatie dagverzorgingscentrum Londerzeel 18/11/2015 Inhoud workshop Inleiding Omgevingsanalyse Overzicht invulling woonzorg Wetgeving Financiële analyse 2 Inleiding Aanleiding meerjarenplan
Nadere informatieOpnamereglement woonzorgcentrum Hingeheem
Woonzorgcentrum Hingeheem Openbaar centrum voor Maatschappelijk Welzijn Gasthuisstraat 2 1730 Asse Tel. 02/452.65.05 Fax. 02/454.83.88 Erkenningsnummer ROB CE 521 Erkenningsnummer RVT VZB 378 Opnamereglement
Nadere informatieHoe maak je van een uurrooster een echt succes? Health and Care september 2016
Hoe maak je van een uurrooster een echt succes? Health and Care 2016 28 september 2016 Wat is een succesvol uurrooster? MANAGEMENT KWALITEITSVOLLE DIENSTVERLENING BEWONERS MEDEWERKERS ervoor zorgen dat
Nadere informatieStandpunt: Vlaamse kermis enig reddingsmiddel voor de bijzondere jeugdzorg [1]
Standpunt: Vlaamse kermis enig reddingsmiddel voor de bijzondere jeugdzorg [1] Bijzondere jeugdzorg op zoek naar 2 euro per kind per dag. Vlaamse Kermis noodzakelijk om putten werking jeugdzorg te dempen!
Nadere informatieAdvies. Voorontwerp van besluit van de Vlaamse Regering houdende de uitvoering van het decreet houdende de Vlaamse sociale bescherming
Advies Voorontwerp van besluit van de Vlaamse Regering houdende de uitvoering van het decreet houdende de Vlaamse sociale bescherming Brussel, 28 juni 2018 Strategische Adviesraad Welzijn Gezondheid Gezin
Nadere informatieDE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 5, 1, II, 5 ;
Voorontwerpbesluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het koninklijk besluit van 18 juli 2002 houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profit sector, het
Nadere informatieAan de initiatiefnemers van de woonzorgcentra, centra voor kortverblijf en dagverzorgingscentra met een bijkomende erkenning in Vlaanderen
Vlaamse overheid Koning Albert II-laan 35 bus 37 1030 BRUSSEL www.zorg-en-gezondheid.be Aan de initiatiefnemers van de woonzorgcentra, centra voor kortverblijf en dagverzorgingscentra met een bijkomende
Nadere informatieExploitatiefinanciering WZC Stand van zaken
Exploitatiefinanciering WZC Stand van zaken Brussel, 15 april 2016 Clara Van den Broeck Stafmedewerker Ouderenzorg Zorgnet - Icuro Overzicht 1. Vipa oud >< Vipa nieuw 2. Erkenningskalender 3. RVT- reconversie
Nadere informatieZORG VOOR SENIOREN NU EN IN DE TOEKOMST
ZORG VOOR SENIOREN NU EN IN DE TOEKOMST INTRAMURALE DIENST Woonzorgcentrum De Meers Centrum voor Kortverblijf De Kouter Dagverzorgingscentrum De Meers Dagverzorgingscentrum De Manège Serviceflat Residentie
Nadere informatieVR DOC.1331/2BIS
VR 2018 2311 DOC.1331/2BIS Voorontwerpbesluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het koninklijk besluit van 18 juli 2002 houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling
Nadere informatieOrganisatie van de zorg. Ine Debaene Dinsdag 15 november 2016
Organisatie van de zorg Ine Debaene Dinsdag 15 november 2016 Organisatie van de zorg MANAGEMENT KWALITEITSVOLLE ZORG BEWONER MEDEWERKER ervoor zorgen dat de juiste personeelsleden, met de juiste kwaliteiten,
Nadere informatieVR DOC.1456/1BIS
VR 2018 0712 DOC.1456/1BIS DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIEN BISNOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Ontwerpbesluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het
Nadere informatieOrganisatie van de zorg. Ine Debaene Donderdag 17 november 2016
Organisatie van de zorg Ine Debaene Donderdag 17 november 2016 Organisatie van de zorg MANAGEMENT KWALITEITSVOLLE ZORG BEWONER MEDEWERKER ervoor zorgen dat de juiste personeelsleden, met de juiste kwaliteiten,
Nadere informatieSamenvatting. Rapport 31. Financiering van de residentiële ouderenzorg: het perspectief van de voorzieningen. Prof. dr.
Steunpunt WVG Minderbroedersstraat 8 B-3000 Leuven +32 16 37 34 32 www.steunpuntwvg.be swvg@med.kuleuven.be Rapport 31 Financiering van de residentiële ouderenzorg: het perspectief van de voorzieningen
Nadere informatieSectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»
Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» SCSZ/08/032 ADVIES NR. 08/03 VAN 4 MAART 2008 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN GEAGGREGEERDE ANONIEME GEGEVENS
Nadere informatieKoppels in de woonzorgcentra
Koppels in de woonzorgcentra Conceptnota voor nieuwe regelgeving F.Foucart, Gedelegeerd Bestuurder - 1 Uitgangspunt conceptnota Creëren van wettelijke mogelijkheid om relatief redzame partner van zorgbehoevende
Nadere informatiePalliatief bed in WZC Sint Bernardus
Palliatief bed in WZC Sint Bernardus Start 1/10/2017 Regionaal overleg woonzorgcentra ziekenhuizen 18/1/2018 Korte voorstelling WZC Sint Bernardus 206 erkende bedden 132 RVT waarvan 7 erkenningen voor
Nadere informatieZORGZWAARTE IN DE OUDERENZORG
/ Archief cijfers ZORGZWAARTE IN DE OUDERENZORG Vlaams Gewest 2013 / 5.01.2016 5.01.2016 Zorgzwaarte in de ouderenzorg 1/14 Gepubliceerd op: http://www.zorg-en-gezondheid.be/cijfers op juli 2015 door:
Nadere informatieKWALITEITSINDICATOREN EN KPI S IN DE OUDERENZORG
KWALITEITSINDICATOREN EN KPI S IN DE OUDERENZORG INHOUDSTAFEL I. Kwaliteit: Waarom en in welke domeinen? II. Kwaliteit: Wat is van belang? III. Wat is relevant om te meten? IV. Waar staan we vandaag? V.
Nadere informatieEr wordt een wijziging voorzien in het aandeel dat het OCMW jaarlijks ontvangt van het gemeentefonds.
Toelichting - aanpassing meerjarenplan 2014-2019 - budget 2015 1. Belangrijkste aanpassingen A. GEMEENTELIJKE BIJDRAGE De gemeentelijke bijdrage verschuift met 1 jaar. Dit betekent dat, gespreid over de
Nadere informatieVlaamse woonzorgcentra
Vlaamse woonzorgcentra Een stand van zaken na 3 jaar inspectiewerk Toelichting bij het rapport door Stef Van Eekert Aanpak Wegwijs Toelichting per thema Besluit Wegwijs Eerst iets over de terminologie
Nadere informatieRapport kwaliteitsindicatoren 2013 deel 2
Rapport kwaliteitsindicatoren 213 deel 2 Dit rapport geeft een overzicht van de kwaliteitsindicatoren die uw woonzorgcentrum indiende in 213 deel 2. U kunt zich als woonzorgcentrum per indicator vergelijken
Nadere informatieCOMMISSIE WELZIJN, WERK EN MILIEU - MONDELINGE VRAAG - ANTWOORD
COMMISSIE WELZIJN, WERK EN MILIEU - MONDELINGE VRAAG - ANTWOORD OPSCHRIFT Vergadering van: 20 oktober 2015 Nummer: 2015_MC_00361 Onderwerp: Worden onze woonzorgcentra onbetaalbaar? - Mieke Bouve Raadslid(-leden):
Nadere informatieBELEIDSDOCUMENT GOED BESTUUR (CORPORATE GOVERNANCE)
BELEIDSDOCUMENT GOED BESTUUR (CORPORATE GOVERNANCE) Inleiding Goed bestuur is de laatste jaren een belangrijk item geworden in alle maatschappelijke deeldomeinen. Zoals de bestaande codes goed bestuur
Nadere informatieGezondheidsindicatoren 2008 Vlaams Gewest
Vlaams Gewest Gepubliceerd op: http://www.zorg-en-gezondheid.be/cijfers/cijfers-over-zorgaanbod/ - juli 2012 Door: Cloots Heidi, De Kind Herwin, Smets Hilde Afdeling Informatie & Ondersteuning Hoe refereren
Nadere informatieToewijzing erkenningskalenders
Aan de initiatiefnemers van de woonzorgcentra en de centra voor kortverblijf in Vlaanderen en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Contactpersoon E-mail Telefoon Team Ouderenzorg ouderenzorg@zorg-en-gezondheid.be
Nadere informatieNota aan departement Interne Organisatie - dienst Griffie
departement Financiën dienst Boekhouding Nota aan departement Interne Organisatie - dienst Griffie ter attentie van mevrouw Martine Haegens, adviseur kenmerk betreft APB Lemberge - rekening 2016 contactpersoon
Nadere informatieReglement: Opnamereglement WZC Zonnig Huis Woonzorg
Reglement: Opnamereglement WZC Zonnig Huis 14.10.2014 Woonzorg OPNAMEREGLEMENT WOONZORGCENTRUM «ZONNIG HUIS» Dit reglement werd goedgekeurd door de Raad voor Maatschappelijk Welzijn tijdens de vergadering
Nadere informatieZORGZWAARTE IN DE OUDERENZORG
/ Archief cijfers ZORGZWAARTE IN DE OUDERENZORG Vlaams Gewest 2016 / 5.07.2018 5.07.2018 Zorgzwaarte in de ouderenzorg 1/11 Gepubliceerd op: http://www.zorg-en-gezondheid.be/cijfers juli 2018 door: Heidi
Nadere informatieSYNTHESERAPPORT EVALUATIE WETENSCHAPPELIJKE OLYMPIADES SAMENVATTING
SYNTHESERAPPORT EVALUATIE WETENSCHAPPELIJKE OLYMPIADES SAMENVATTING Studiedienst en Prospectief Beleid 1 Departement Economie, Wetenschap en Innovatie Vlaamse Overheid Koning Albert II-laan 35 bus 10 1030
Nadere informatieDienst Studies. Evolutie van de tijdelijke werkloosheid art. 50 (slecht weer) in het licht van de geregistreerde weersomstandigheden
Dienst Studies Evolutie van de tijdelijke werkloosheid art. 50 (slecht weer) in het licht van de geregistreerde weersomstandigheden Focus op de periode januari 2008 december 2012 Inhoudstafel: 1 INLEIDING
Nadere informatieMeerjarenplan voor het verhogen van de aantrekkelijkheid van het verpleegkundig beroep
Meerjarenplan voor het verhogen van de aantrekkelijkheid van het verpleegkundig beroep Voorstelling aan de NRV - 28 augustus 2008 Laurette Onkelinx Minister van Volksgezondheid en Sociale Zaken Een ambitieus
Nadere informatieADVIES BETREFFENDE DE VERSTERKING VAN DE PALLIATIEVE FUNCTIE IN DE RUST- EN VERZORGINGSTEHUIZEN EN IN DE RUSTOORDEN VOOR BEJAARDEN
FOD VOLKSGEZONDHEID, Brussel, 12/11/2009 VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU DIRECTORAAT-GENERAAL ORGANISATIE GEZONDHEIDSZORGVOORZIENINGEN NATIONALE RAAD VOOR DE ZIEKENHUISVOORZIENINGEN --------
Nadere informatieOpvang van ouderen met een psychiatrische problematiek binnen de WZC.
LimeService - Your online survey service - Opvang van ouderen met een psychiatrische p... Page 1 of 15 Opvang van ouderen met een psychiatrische problematiek binnen de WZC. Het Vlaams Onderzoeks en Kenniscentrum
Nadere informatie~LGEMEEN lliseheers~omite
~LGEMEEN lliseheers~omite VOOR HET SOCIAAL STATUUT DER ZELFSTANDIGEN Opgericht bij de w et van 30 december 1992 Jan Jacobsplein, 6 1 000 Brussel Tel. :02 546 43 40 Fax : 02 546 2 1 53 ABC Verslag 2009/002
Nadere informatieZuurstof. voor een nieuwe Vlaamse ouderenzorg. De 9 zorgoplossingen van VLOZO. In dit memorandum
Zuurstof voor een nieuwe Vlaamse ouderenzorg Verkiezingsmemorandum van VLOZO Lokaal 2018 en Federaal/ Regionaal en Europees 2019 De 9 zorgoplossingen van VLOZO In dit memorandum De 9 zorgoplossingen van
Nadere informatieWKK-barometer december. Zwartzustersstraat 16, bus Leuven
WKK-barometer 2016 december Zwartzustersstraat 16, bus 0102-3000 Leuven 016 58 59 97 info@ @cogenvlaanderen.be www.cogenvlaanderen.be Dit is de tweede WKK-barometer die COGEN Vlaanderen publiceert. De
Nadere informatiewoonzorgcentrum HET GULLE HEEM centrum voor ouderenzorg en thuiszorg HET GULLE HEEM
woonzorgcentrum HET GULLE HEEM centrum voor ouderenzorg en thuiszorg HET GULLE HEEM Woonzorgcentrum Het Gulle Heem maakt deel uit van het Centrum voor ouderenzorg en thuiszorg Het Gulle Heem. Dit centrum
Nadere informatieWOONZORGCENTRUM. Zorginspectie Koning Albert II-laan 35 bus BRUSSEL T F
Zorginspectie Koning Albert II-laan 35 bus 31 1030 BRUSSEL T 02 553 34 34 F 02 553 34 35 contact@zorginspectie.be ///////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////
Nadere informatieVR DOC.1331/1BIS
VR 2018 2311 DOC.1331/1BIS DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIEN NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Voorontwerpbesluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het
Nadere informatieVLAAMSE OUDERENRAAD Standpunt over de commercialisering van de residentiële ouderenzorg in Vlaanderen
VLAAMSE OUDERENRAAD Standpunt over de commercialisering van de residentiële ouderenzorg in Vlaanderen Vlaamse Ouderenraad vzw 19 december 2012 Koloniënstraat 18-24 bus 7 1000 Brussel VLAAMSE OUDERENRAAD
Nadere informatieIE n 633 MARIBEL: tewerkstellingen 2017
24 oktober 2016 IE n 633 MARIBEL: tewerkstellingen 2017 Recent heeft het Sociale Maribel Fonds 330 aan de meeste instellingen een uitnodiging gestuurd om een aanvraagdossier MARIBEL in te dienen. Ter herinnering,
Nadere informatieSTRAMIEN VOOR DE OPMAAK VAN EEN ZORGSTRATEGISCH PLAN VOOR OUDEREN- EN THUISZORGVOORZIENINGEN
STRAMIEN VOOR DE OPMAAK VAN EEN ZORGSTRATEGISCH PLAN VOOR OUDEREN- EN THUISZORGVOORZIENINGEN In zijn ZSP maakt de initiatiefnemer op beknopte en overzichtelijke wijze zijn zorgstrategische visie voor de
Nadere informatieRapport kwaliteitsindicatoren 2013 deel 1 RVT DR. J. COPPENS
Rapport kwaliteitsindicatoren Dit rapport geeft een overzicht van de kwaliteitsindicatoren die uw woonzorgcentrum indiende in. U kunt zich als woonzorgcentrum m.b.t. elke indicator vergelijken met gelijkaardige
Nadere informatie/ Feedbackrapport KWALITEIT IN WOONZORGCENTRA: METEN VIA INDICATOREN. HEILIG HART / 2016 deel 2. / 25-apr-17 ONTWERP
/ Feedbackrapport KWALITEIT IN WOONZORGCENTRA: METEN VIA INDICATOREN HEILIG HART / 16 deel 2 / 25-apr-17 Rapport kwaliteitsindicatoren 16 deel 2 HEILIG HART Dit rapport geeft een overzicht van de kwaliteitsindicatoren
Nadere informatieStudiedienst / Onderzoek & Ontwikkeling Maart 2016. Rusthuisbarometer. Analyse bewonersfacturen in woonzorgcentra
Studiedienst / Onderzoek & Ontwikkeling Maart 2016 Rusthuisbarometer Analyse bewonersfacturen in woonzorgcentra Rusthuisbarometer Index SAMENVATTING STUDIE 1. Context, vraag stelling en methodologie 8
Nadere informatieNota aan departement Interne Organisatie - dienst Griffie
Departement Financiën Dienst Nota aan departement Interne Organisatie - dienst Griffie ter attentie van Martine Haegens, adviseur kenmerk F03/advies budget Lemberge 2018 betreft APB Provinciaal Zorgcentrum
Nadere informatie4. Wonen met zorg. 4.1 Woonzorgcentrum
4. Wonen met zorg 4.1 Woonzorgcentrum Een woonzorgcentrum is een voorziening die aan mensen van 65 jaar en ouder een thuisvervangend milieu, huisvesting en ouderenzorg aanbiedt. Sinds het woonzorgdecreet
Nadere informatieWoonzorgcentra Villa Rosa en t Meiland
Woonzorgcentra Villa Rosa en t Meiland Zorgbedrijf Sint-Truiden Welzijnsvereniging Infobrochure Visie Aangenaam wonen en leven in combinatie met kwalitatieve zorg: daar gaan we voor, elke dag opnieuw!
Nadere informatie/ Feedbackrapport KWALITEIT IN WOONZORGCENTRA: METEN VIA INDICATOREN. Het Verhaal / 2016 deel 2. / 25-apr-17 ONTWERP
/ Feedbackrapport KWALITEIT IN WOONZORGCENTRA: METEN VIA INDICATOREN Het Verhaal / 216 deel 2 / 25-apr-17 Rapport kwaliteitsindicatoren 216 deel 2 Het Verhaal Dit rapport geeft een overzicht van de kwaliteitsindicatoren
Nadere informatieNOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING
DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIEN NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Voorontwerpbesluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het koninklijk besluit van 18
Nadere informatieBESLISSINGSRAPPORT ERKENNINGSKALENDER CENTRA VOOR KORTVERBLIJF
/ rapport BESLISSINGSRAPPORT ERKENNINGSKALENDER CENTRA VOOR KORTVERBLIJF 26.06.2015 26.06.2015 Beslissingsrapport erkenningskalender 1/54 Inhoudsopgave 1 Beslissingsbasis 4 2 Beslissingsprincipe centra
Nadere informatie7.2 Bijlage 2: bijlagen bij de habitats
7.2 Bijlage 2: bijlagen bij de habitats 7.2.1 Bijlage 2-1 Aanvulling bij de SWOT-analyse van de BWK, deel relevante zwakten van de BWK (uit Paelinckx et al. 2009, in voorbereiding). Een foutloze en gebiedsdekkende
Nadere informatieSamenvatting beloningsbeleid
Samenvatting beloningsbeleid 1. Inleiding In de wet van 25 april 2014 op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen werden de regels vastgelegd met betrekking tot het beloningsbeleid van financiële
Nadere informatieWoonzorgcentra Villa Rosa en t Meiland
Woonzorgcentra Villa Rosa en t Meiland ZORGBEDRIJF Sint-Truiden OCMW-vereniging van publiek recht Infobrochure Visie Aangenaam wonen en leven in combinatie met kwalitatieve zorg: daar gaan we voor, elke
Nadere informatieCOMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 2018/16 Toekenning van gratis aandelen (Restricted Stock Units) als bonus. Advies van 11 juli 2018
COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2018/16 Toekenning van gratis aandelen (Restricted Stock Units) als bonus Advies van 11 juli 2018 1 I. Inleiding II. Boekhoudkundige verwerking A. Erkenning
Nadere informatieFAQ TWE OCMW - Financiële opvolging versie 22/08/2017 vragen en opmerkingen:
FAQ TWE OCMW - Financiële opvolging versie 22/08/2017 vragen en opmerkingen: regie+twe@vdab.be Disclaimer: VDAB behoudt het recht om de inhoud van dit document ten allen tijden te wijzigen. Bovendien dient
Nadere informatieWoonzorgcentrum 't Heuverveld. Woonzorgcentrum 't Heuverveld
Woonzorgcentrum 't Heuverveld Woonzorgcentrum 't Heuverveld Voor wie omwille van gezondheidsredenen en/of door zijn sociale situatie minder zelfredzaam wordt en zich hierdoor niet langer zelfstandig kan
Nadere informatieGeadresseerd reclamedrukwerk in België
Met een bruto-investering van 351 miljoen en een groei in het laatste semester van 2008 consolideert geadresseerde Direct Mail zijn vooruitgang van de laatste jaren. Sinds begin 2008 worden de bruto-investeringen
Nadere informatieRapport kwaliteitsindicatoren 2013 deel 1 BEJAARDENCENTRUM DE CEDER - DOMEIN HESS DE LILEZ
Rapport kwaliteitsindicatoren BEJAARDENCENTRUM DE CEDER - DOMEIN HESS DE LILEZ Dit rapport geeft een overzicht van de kwaliteitsindicatoren die uw woonzorgcentrum indiende in. U kunt zich als woonzorgcentrum
Nadere informatieOrganisatie van opvang en vrijetijdsbesteding van schoolkinderen [1]
Organisatie van opvang en vrijetijdsbesteding van schoolkinderen [1] Ten gevolge van de goedkeuring van de bisconceptnota betreffende de organisatie van opvang en vrijetijdsbesteding van schoolkinderen,
Nadere informatieKWALITEIT IN WOONZORGCENTRA: METEN VIA INDICATOREN
/ Feedbackrapport KWALITEIT IN WOONZORGCENTRA: METEN VIA INDICATOREN WOON- EN ZORGCENTRUM DEN OLM / 216 deel 2 / 13-sep-17 Rapport kwaliteitsindicatoren 216 deel 2 WOON- EN ZORGCENTRUM DEN OLM Dit rapport
Nadere informatieDe doelstellingen van directie en personeel worden expliciet omschreven in een beleidsplan en worden jaarlijks beoordeeld door de directie.
FUNCTIE: Directeur POC AFKORTING: DIR AFDELING: Management 1. DOELSTELLINGEN INSTELLING De doelstellingen staan omschreven in het beleidsplan POC. Vermits de directie de eindverantwoordelijkheid heeft
Nadere informatie/ Feedbackrapport KWALITEIT IN WOONZORGCENTRA: METEN VIA INDICATOREN. Het Verhaal / 2017 deel 2. / 26-feb-18 ONTWERP
/ Feedbackrapport KWALITEIT IN WOONZORGCENTRA: METEN VIA INDICATOREN Het Verhaal / 217 deel 2 / 26-feb-18 Rapport kwaliteitsindicatoren 217 deel 2 Het Verhaal Dit rapport geeft een overzicht van de kwaliteitsindicatoren
Nadere informatie/ Feedbackrapport KWALITEIT IN WOONZORGCENTRA: METEN VIA INDICATOREN. ZNA Joostens / 2017 deel 2. / 9-mrt-18 ONTWERP
/ Feedbackrapport KWALITEIT IN WOONZORGCENTRA: METEN VIA INDICATOREN ZNA Joostens / 217 deel 2 / 9-mrt-18 Rapport kwaliteitsindicatoren 217 deel 2 ZNA Joostens Dit rapport geeft een overzicht van de kwaliteitsindicatoren
Nadere informatieOUDERENZORG WAASLAND. Partner in ouderenzorg. OUDERENZORG WAASLAND vzw
OUDERENZORG WAASLAND Partner in ouderenzorg OUDERENZORG WAASLAND vzw OUDERENZORG WAASLAND PARTNERS : OUDERENZORG PHILIPPUS NERI vzw SAMEN OUDER vzw DOELSTELLING : - bundelen van krachten - aanspreekpunt
Nadere informatielokalebesturen.limburg.be Vergrijzing en zorgvraag in beeld gebracht
Vergrijzing en zorgvraag in beeld gebracht Karolien Bloemen Voorstelling Ouder worden in je buurt 20 oktober 2014 Overzicht Vergrijzing en verzilvering Zorgvraag van ouderen Huidige zorgaanbod Provinciale
Nadere informatieVlaamse sociale bescherming. Wie zorg nodig heeft, sterker maken
Vlaamse sociale bescherming Wie zorg nodig heeft, sterker maken INHOUD 1. Vlaamse sociale bescherming: inhoud en situering 2. Solidair verzekeringsmodel 3. Persoonsvolgende financiering 4. Uniforme inschaling
Nadere informatie2010: Europees jaar van de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting
2010: Europees jaar van de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting In Gent steeg het aantal mensen met financiële moeilijkheden met 12,6 procent ten opzichte van vorig jaar (van 7.870 leefloongerechtigden
Nadere informatieSociale Maribel: impact van de aanvragen tot afwijking op het arbeidsvolume op het aantal toegekende arbeidsplaatsen.
Aan mevrouw Aan de heer Gouverneur Burgemeester Voorzitter van het OCMW Voorzitter van de Intercommunale Voorzitter van het Politiecollege directie Lokale Sociale Zekerheid datum 08.01.2015 uw correspondent
Nadere informatie