Bijlage 1: Op eigen kracht. Strategische visie en plan van aanpak 3D Holland Rijnland Decentralisaties Werk, Wmo en Jeugd

Vergelijkbare documenten
De drie decentralisaties, Holland Rijnland en de gemeente Teylingen. Presentatie Commissie Welzijn 5 maart 2012

Transitieavond Maandag 16 april uur uur. 1.Inleiding 2.Jeugdzorg 3.AWBZ 4.WWNV

DECENTRALISATIES SOCIAAL DOMEIN. Raadsvoorstellen 2014

3D s. Gevolgen van decentralisaties voor gemeenten. Gewestelijke vergadering PvdA Zuid-Holland

Decentralisatie begeleiding naar gemeenten Wat houdt het in? Wat gaat er veranderen?

Een hoop nieuwe verantwoordelijkheden. Decentralisaties in het Sociaal Maatschappelijk Domein

Het sociaal domein. Renate Richters Els van Enckevort


Nieuwe taken naar gemeenten. de mens centraal. 21 mei 2012

Relevante ontwikkelingen

Wethouder Johan Coes Gemeente Hellendoorn. Wethouder Jan Binnenmars Gemeente Twenterand. Wethouder Dianne Span Gemeente Wierden

Zorg en Ondersteuning aan mensen met een verstandelijke beperking. Wat verandert er in de zorg in 2015

Stadskanaal: Samen met de burger Integraal beleidskader Sociaal Domein

Holland Rijnland. Decentralisatie AWBZ Stuurgroep 25 september Wim Klei

Wat gaat er in de zorg veranderen en waarom?

Wmo bijeenkomst PIANOo Zwanet van Kooten

Antwoorden op vragen over veranderingen Wmo/Awbz

Kadernota Sociaal Domein. Managementsamenvatting. Kadernota Sociaal Domein. Managementsamenvatting DOEN. wat nodig is. Managementsamenvatting -

naar een nieuw Wmo-beleidsplan

DECENTRALISATIE STAND VAN ZAKEN BREDE COMMISSIE 26 AUGUSTUS 2013

Gemeenten krijgen vanaf 2015 veel meer verantwoordelijkheid:

Grote stelselwijzigingen (Transities/ Transformatie)

Informerende bijeenkomst Participatiewet. voor gemeenteraadsleden West-Friesland. Woensdag 14 mei 2014 Maandag 26 mei 2014

presentatie aan de raadscommissie Samenleving van de gemeente Brielle door Pascalevan der Wekken, interim beleidsmedewerker Jeugd op 22 mei 2013

Decentralisatie begeleiding naar de Wmo

Zozijn en de Stelselwijzigingen. Zozijn participeert!

Transitie AWBZ in regio Brabant Noordoost - Oost

Hervorming Langdurige Zorg. Rian van de Schoot expert wijkgericht werken Vilans

Gemeente Lansingerland: aanpak 3 decentralisaties

De drie decentralisaties en de positionering van gemeenten. Het perspectief van MEE organisaties 22 mei 2012

BELEIDSKADER SOCIAAL DOMEIN (NIEUWE WMO EN JEUGDWET)

Decentralisatie Jeugdzorg. Regionale Visie. en Stappenplan

Informatiebijeenkomst

Informatiebijeenkomst Veranderingen in de zorg

Vier wetten, drie loketten en één overgangsjaar

Financiën Sociaal Domein

Transities in het sociale domein

Transitie sociaal domein Haarlem Basisinfrastructuur, subsidies en inkoop

De wereld van het sociaal domein. Raadsbijeenkomst 28 januari 2014 Eerste bespreking beleidsplannen en De Verbinding

Decentralisatie Jeugdzorg Regionale Visie en Stappenplan Regio IJmond

Raadsbesluit Raadsvergadering: 28 mei 2014

TRANSITIE Wwn w v n / hers r t s ruct c ure r rin i g S W S

6 februari 2012 Voortgang Transitie Jeugdzorg Raadsinformatieavond Haaren februari 2012

Transitie jeugdzorg. Ab Czech. programmamanager gemeente Eindhoven. januari 2013

Regionale visie op welzijn. Brabant Noordoost-oost

Kompassie met elkaar Wmo maart 2014 Jacqueline van der Bos Inge van Dommelen

BEREIKBAARHEID EN INFORMATIE

Kadernota Wmo Dit is eigen kracht in Hattem!

Factsheet Wmo Drechtsteden. Met elkaar voor elkaar zorgen. Dichtbij en toegankelijk

Hoofdlijnen Transities

Raadsinformatiebrief B&W vergadering 13 maart 2012

Financieel overzicht behorend bij Beleidsplan 4D s DAL 18 september 2014

Portefeuillehouder: W. Zorge Behandelend ambtenaar Tina Bollin, (t.a.v. Tina Bollin)

STANDPUNT EN PLEIDOOI OVER EXTRAMURALE BEGELEIDING

PowerPoin Expe PowerPoin pres rtmee enta pres ting A tie enta Lel tie WBZ Lel en tad ugdzorg GGZ

Transformaties in rijks- en lokaal beleid. 19 september 2013 Jolanda Verbiesen

Veranderingen binnen het Sociale Domein. Een forse opgave voor Gouda!!

Themabijeenkomst Keuzes in het kader van de drie transities. 1 september 2014

Veelgestelde vragen over veranderingen in de zorg

Wmo beleidsplan 2013 INLEIDING

Veranderingen in de Jeugdzorg Zeeland: Vraag- en antwoord

Decentralisatie begeleiding naar gemeenten Wat houdt het in? Wat gaat er veranderen?

De Wmo en de decentralisaties

Agenda. Decentralisatie AWBZ extramurale begeleiding. Drechtraad. Alblasserdam, 2 oktober 2012

WMO Rotterdam. Van verzorgingstaat naar - stad en - straat

Onderweg naar één Werk-Ontwikkelbedrijf. Divosa Masterclass

Factsheet Veranderingen in de Zorg 2015 (AWBZ, LIZ, Zvw en Wmo):

Veranderende zorg. Participeren op z n Urkers. Samen leven, samen doen. samen de schouders eronder

Puntsgewijze samenvatting van de Hoofdlijnennotitie werken naar vermogen

( ) Anja Tissen - PPT Huisstijl[1].ppt Pagina 1. Welkom bij Gemeente Haaren

Zorg voor Jeugd Raadsinformatieavond. 22 januari /02/2013 1

Visie/Uitgangspunten sociaal domein regio Alblasserwaard/Vijfheerenlanden

BELEIDSKADERNOTITIE PARTICIPATIEWET HAARLEMMERLIEDE EN SPAARNWOUDE

De transities in vogelvlucht en hoe de toegang tot zorg georganiseerd is. ZorgImpuls maart 2015

Proces 3 Decentralisaties Samen optrekken in de Achterhoek

SAMEN LEVEN, SAMEN REDZAAM

Regionale koers beschermd wonen en maatschappelijke opvang U16 gemeenten

CONCEPT. Startdocument. AWBZ begeleiding

Presentatie inforaad 23 mei 2013 Decentralisaties

Toelichting stand van zaken decentralisaties sociaal domein. Commissie sociaal domein 9 september 2014

Beleidsplan Participatiewet

Nieuwe zorgtaken voor de gemeente

Concept Visie gemeenten Midden- Holland op sociaal domein

Sturen op de transformatie van het sociale domein. Samenhangend beleid voor de 3 decentralisaties

Workshop decentralisaties sociaal domein. 30 september 2013

Sociaal domein. Decentralisatie AWBZ-Wmo. Hoofdlijnen nieuwe Wmo KIDL H. Leunessen, gem. Landgraaf 1. Wmo / Jeugzorg / Participatiewet

Verbinding beschut werk en dagbesteding

ALGEMEEN WMO VEELGESTELDE VRAGEN OVER WMO EN JEUGDHULP

Beschut werk in Aanleiding

Transities in vogelvlucht de hervorming van de langdurige zorg. ZorgImpuls maart 2015 versie gemeente Rotterdam

Transformatie jeugdzorg: samen werken aan vernieuwing

CL IËNT. Regelt de aanspraak op zorg voor mensen die een blijvende behoefte hebben aan permanent toezicht of 24 uur per dag zorg in de nabijheid.

SAMEN AAN ZET Bouwen op eigen kracht in Leudal

Wet maatschappelijke ondersteuning januari 2015

Visie en uitgangspunten (1)

SCHRIFTELIJKE VRAGEN AAN HET COLLEGE Nb: vragen en antwoorden worden verzonden aan College, MT en alle raadsleden.

Programma. Samen aan de slag Bijeenkomst voor de gemeenteraden 12 juni Aanleiding - decentraliseren. Doel van deze bijeenkomst

Veranderingen in de Jeugdzorg, Wmo en Participatiewet

Raadsvoorstel. Wij stellen voor: Beleidskader maatschappelijk zorg besluitvormend de raad van de gemeente Teylingen

Verslag van de consultatiebijeenkomst van 6 januari 2014 met zorgvragers over de Kadernota Wmo 2015

Transcriptie:

Bijlage 1: Op eigen kracht Strategische visie en plan van aanpak 3D Holland Rijnland Decentralisaties Werk, Wmo en Jeugd Januari 2012

Versie 1.0 20 januari 2012 Rike van Oosterhoudt Op eigen kracht. Strategische visie en plan van aanpak 3D Holland Rijnland 2

Inhoudsopgave Samenvatting 4 Inleiding 7 1. De opgave: decentralisaties werk, Wmo en jeugd 9 1.1 Werk 9 1.2 Wmo 11 1.3 Jeugd 12 1.4 3D 14 2. Strategische visie 16 2.1 Rol en taak gemeente 17 2.2 Beoogde maatschappelijke effecten 20 3. Plan van aanpak 21 3.1 Opdracht 21 3.2 Afbakening 22 3.3 Fasering en planning 25 3.4 Randvoorwaarden 26 4. Regionale onderwerpen 27 4.1 Vraag en aanbod 28 4.2 Toegang tot de hulp 29 4.3 Persoonsgebonden budget 29 4.4 Vervoer 29 4.5 Versterken sociaal netwerk 30 4.6 Langdurige ondersteuning 30 4.7 Eigen bijdrage 31 4.8 Aanbesteden en subsidie 31 4.9 Communicatiemiddelen 32 4.10 Financiën 32 4.11 Werk 32 4.12 Wmo 33 4.13 Jeugd 33 5. Projectstructuur 35 6. Risicobeheersing 37 7. Communicatie 38 7.1 Communicatie regionale aanpak 38 7.2 Kennismakingsbezoeken 38 8. Financiering 39 Bijlage I Bestuursopdracht 40 Bijlage II Doelgroepen 42 Bijlage III Portretten 50 Bijlage IV Tijdlijn invoering en regionale aanpak 54 Bijlage V Invoeringskosten 2012 en 2013 en regionale projectkosten 2012 57 Op eigen kracht. Strategische visie en plan van aanpak 3D Holland Rijnland 3

Samenvatting Nieuwe taken, nieuwe opgaven, nieuwe kansen De gemeenten staan aan de vooravond van een uitbreiding van de sociale agenda die zijn weerga niet kent. Drie decentralisaties of transities op het gebied van werk, Wmo en jeugd breiden de taken en verantwoordelijkheden van gemeenten uit naar vrijwel de gehele ondersteuning van de inwoners. De doelstellingen van de nieuwe taken vertonen een sterke overeenkomst: het bevorderen van de sociale participatie en ondersteuning van de kwetsbare inwoner die het op eigen kracht niet redt. De gemeenten krijgen hiermee de kans een ontkokerd stelsel van sociale ondersteuning in te richten voor alle leefgebieden en alle levensfasen van de inwoners. De gemeenten zullen hiervoor stevige kosten gaan maken. De uitgaven op de sociale agenda binnen de gemeentebegroting nemen naar verwachting met 30 tot 40% toe. Tegelijkertijd moeten de gemeenten de taken uitvoeren voor minder geld dan nu beschikbaar is. De gemeente kan de hulp en ondersteuning aan de inwoners niet afwijzen of stopzetten als het begrote budget op is: het gaat om openeinde regelingen. Voor het bieden van de noodzakelijke ondersteuning zullen gemeenten nieuwe arrangementen en nieuwe vormen van samenwerking ontwikkelen. Deze regionale samenwerking is niet vrijblijvend. Voor de decentralisatie jeugd is deze door het rijk verplicht. Gemeenten krijgen de ruimte deze samenwerking zelf te organiseren. Doen zij dit niet, dan legt het rijk dit op. Ook voor de samenwerking met werkgevers binnen de decentralisatie werk geldt dat regionale samenwerking het uitgangspunt is. De 15 gemeenten 1 in Holland Rijnland hebben besloten samen een strategische visie op te stellen voor de nieuwe taken en een plan voor een regionale aanpak. Deze notitie is het resultaat van dit besluit. Visie De meeste inwoners van de gemeenten participeren optimaal naar eigen vermogen in de samenleving en nemen hiervoor de verantwoordelijkheid: op eigen kracht. Zij gaan naar school, aan het werk, leiden een actief sociaal leven met vrienden en binnen diverse verenigingen. Zij voorzien zelfstandig in hun levensonderhoud, voeden hun kinderen op en regelen de ondersteuning die in het leven soms nodig is. Op sommige momenten lukt het niet op eigen kracht, dan is ondersteuning nodig. Deze ondersteuning is gericht op het hervinden of versterken van de eigen kracht. Als deze ondersteuning in het gezin, het sociale netwerk of de sociaal-maatschappelijke 1 Ook de gemeente Boskoop wordt betrokken omdat deze gemeente per 2014 fuseert met twee gemeenten binnen Holland Rijnland: Alphen aan den Rijn en Rijnwoude. Dat maakt 16 gemeenten. In deze notitie wordt echter vanwege de herkenbaarheid nog gesproken over de 15 gemeenten van Holland Rijnland. Op eigen kracht. Strategische visie en plan van aanpak 3D Holland Rijnland 4

infrastructuur onvoldoende beschikbaar is of onvoldoende georganiseerd wordt door het maatschappelijk middenveld en werkgevers steekt de gemeente een hand uit. In het sociale domein worden de volgende maatschappelijke effecten beoogd: Inwoners zijn zelfredzaamheid en participeren op eigen kracht met inzet van informele netwerken in de samenleving. Inwoners die (even) niet (meer) op eigen kracht kunnen participeren ontvangen hulp in het gezin en het sociale netwerk. Dit ondersteuningsaanbod past bij de vraag van de inwoner, zijn of haar gezin en sociale netwerk. In de samenleving is aandacht voor elkaar en contact met elkaar vanzelfsprekend (civil society), waar nodig en mogelijk stimuleert de gemeente deze transformatie van houding en gedrag van inwoners, maatschappelijk middenveld en eigen organisatie. De inzet van de gemeente en het maatschappelijk middenveld focust op integrale dienstverlening, preventie en vroegsignalering en nieuwe arrangementen voor hulp en ondersteuning. Daarmee komt een beweging op gang van complexe of langdurige ondersteuning naar informele hulp. De regionale aanpak Op basis van de opgaven en kansen van de drie decentralisaties en de beoogde maatschappelijke effecten zijn 13 onderwerpen beschreven waarbij een regionale aanpak rendeert boven een lokale aanpak omdat: de kwaliteit en de effectiviteit toeneemt, schaalvoordelen gerealiseerd worden door het organiseren of contracteren van vormen van ondersteuning die voor een individuele gemeente niet haalbaar zijn en de kosten lager zijn. Kortom: het is beter en goedkoper. Tien van deze 13 onderwerpen zijn relevant voor alle drie de decentralisaties. Deze integrale aanpak waarin het belang van de inwoner centraal staat is de essentie van het herontwerp van de nieuwe taken door gemeenten. De 13 onderwerpen zijn: Inhoudelijk 3D Procesmatig 3D Afzonderlijke decentralisaties Vraag en aanbod Toegang tot de hulp Persoonsgebonden budget Vervoer Versterken sociaal netwerk Langdurige ondersteuning Eigen bijdrage Aanbesteden en subsidie Communicatiemiddelen Financiën Werk Wmo Jeugd Voor deze 13 onderwerpen worden in even zovele werkgroepen ingericht die producten voorbereiden die direct lokaal inzetbaar zijn. Bij elk onderwerp worden wensen en behoeften van hulpvragers nadrukkelijk geïnventariseerd en verwerkt. De werkgroepen bestaan Op eigen kracht. Strategische visie en plan van aanpak 3D Holland Rijnland 5

hoofdzakelijk uit gemeentelijke medewerkers. Ook de regionale aanpak gebeurt op eigen kracht. Sommige werkgroepen zijn snel klaar, andere werkgroepen zullen langer actief zijn. De piek in de regionale samenwerking ligt in de periode maart 2012-najaar 2013. Daarna is het meeste voorbereidende regionale werk gedaan en ligt het accent op de lokale implementatie. De transitie jeugd wordt regionaal voorbereid als voortzetting van de ketenaanpak jeugd. Hiervoor is al een regionale projectstructuur ingericht onder leiding van een stuurgroep. Dit traject loopt langer door. De werkgroepen vormen samen een tijdelijke regionale projectstructuur. De kosten van de regionale aanpak bedragen 455.000. Hiermee is veel voorbereidend werk voor de gemeenten gerealiseerd. Op eigen kracht. Strategische visie en plan van aanpak 3D Holland Rijnland 6

Inleiding Deze notitie is de uitwerking van de bestuursopdracht die op 21 september 2011 door het portefeuillehoudersoverleg Sociale Agenda van Holland Rijnland is vastgesteld, zie bijlage I. Deze bestuursopdracht omhelst het opleveren van twee producten: 1. Een ontwerp samenhangende strategische visie op hoofdlijnen op het sociale domein waar de nieuwe gemeentelijke taken als gevolg van de decentralisaties in opgenomen zijn. 2. Een plan van aanpak voor een gezamenlijke lokale en regionale aanpak van de invoering en implementatie van de drie decentralisaties. De basis voor deze bestuursopdracht werd gelegd op het Regiocongres 2011 Van Holland Rijnland op 14 september, met de titel Tussen droom en daad. René Paas en Tof Thissen riepen de gemeenten op het sociale beleid volledig op de schop te nemen. Niet meer denken in wetten en regelingen, maar de burger centraal stellen en uitgaan van zijn behoefte aan ondersteuning 2. Deze toonzetting werd enkele dagen later op 19 september bekrachtigd tijdens een Werkconferentie van Holland Rijnland over de decentralisaties Sociale Agenda. Verantwoording Als basis voor deze notitie zijn in de maand november 2011 gesprekken gevoerd in de 15 gemeenten. Gesproken is met alle bij de drie decentralisatie betrokken bestuurders en de meest betrokken ambtenaren. Van alle gesprekken zijn verslagen gemaakt. De opbrengst van de gesprekken is weergegeven in een afzonderlijke notitie. In de maand november is in samenwerking met Zorgbelang Zuid-Holland Noord een bijeenkomst georganiseerd voor zorgvragers op de terreinen van de drie decentralisaties. Hierbij waren 14 zorgvragers aanwezig. Centraal stonden de vragen: 3. wat gaat goed zoals het nu gaat, 4. wat wil je behouden uit de huidige aanpak en 5. wat kan beter? Van de bijeenkomst is een verslag gemaakt. De komende jaren zal de sociale agenda gedomineerd worden door de drie decentralisaties. Om deze reden heeft het strategisch ambtelijk overleg sociale agenda, het AAG, in oktober besloten dit overleg te vernieuwen. Sinds november bestaat het AAG sociale agenda uit gemeenteambtenaren die op strategisch niveau een centrale positie in de gemeente innemen met betrekking tot de drie decentralisaties. Daarmee is het AAG het centrale podium voor input voor deze notitie. Naast het AAG is overleg gevoerd met de betrokken ambtelijke overleggen: het AO jeugd, het AO zorg en welzijn en het AO participatie. Er is daarnaast afzonderlijk overleg gevoerd met de gemeentelijke projectleiders werk en de gemeentelijke projectleiders Wmo. Deze projectleiders hebben niet altijd zitting in de AO s. Bij jeugd is dit in de regel wel zo. Tot slot is een kerngroep gevormd bestaande uit een gemeentelijke 2 Zie SamenGevat, regiomagazine Holland Rijnland oktober 2011 Op eigen kracht. Strategische visie en plan van aanpak 3D Holland Rijnland 7

vertegenwoordiger en een medewerker van Holland Rijnland per decentralisatie onder leiding van de tijdelijke procesmanager voor de 3 decentralisaties. In 2014 fuseren twee Holland Rijnland gemeenten, Alphen aan den Rijn en Rijnwoude met de gemeente Boskoop. Boskoop valt nu buiten Holland Rijnland. Vanwege de nu al intensieve samenwerking van de drie gemeenten op de nieuwe taken wordt Boskoop in deze notitie regionale aanpak van Holland Rijnland meegenomen. Leeswijzer Deze notitie begint met een toelichting op de opgaven waar de gemeenten met de drie decentralisaties voor staan. In het tweede hoofdstuk wordt de strategische visie voor het sociale domein beschreven met de nieuwe taken. Ook de rollen en taken die de gemeenten daarin voor zichzelf zien worden uitgewerkt. Hoofdstuk drie geeft de opdracht weer voor het plan van aanpak. Ook de afbakening van het plan, wat doen we regionaal en wat niet, de fasering, het tijdpad en de randvoorwaarden komen aan de orde. Het plan van aanpak is in deze notitie uitgewerkt voor 2012. In het vierde hoofdstuk worden de beoogde resultaten van de tien regionale 3D onderwerpen uitgewerkt evenals de decentralisaties afzonderlijk. Na deze inhoudelijke hoofdstukken volgt de projectstructuur, de risicobeheersing, de communicatie en de financiering van het project. In de bijlagen vindt u: I. de bestuursopdracht II. informatie over de doelgroepen, III. de complete cliëntportretten van Bianca en Nourdin, Hannie, Lucian en Kees die u in deze notitie regelmatig tegenkomt, IV. de tijdlijn van de wetgeving en van de regionale aanpak, V. een overzicht van de invoeringskosten Wmo en jeugd die gemeenten in 2012 en 2013 ontvangen, inclusief de regionale projectkosten voor 2012 per gemeente. Op eigen kracht. Strategische visie en plan van aanpak 3D Holland Rijnland 8

1. De opgave: decentralisaties werk, Wmo en jeugd De gemeenten staan aan de vooravond van een uitbreiding van de sociale agenda die zijn weerga niet kent. Drie decentralisaties of transities breiden de taken en verantwoordelijkheden van gemeenten uit naar vrijwel de gehele ondersteuning van de inwoners. 1.1 Werk Met ingang van 2013 zal de Wet Werken naar Vermogen (Wwnv) 3 ingevoerd worden. Met deze nieuwe wet vervalt de huidige Wet werk en bijstand (Wwb), de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) en de Wajong, voor zover het gaat om mensen met arbeidscapaciteit. Voor personen die volledig arbeidsongeschikt zijn blijft de Wajong bestaan. Uitgangspunt is dat meer mensen op een reguliere arbeidsplek aan de slag gaan. Voor een beperkte groep inwoners die nu onder de Wsw valt blijft een deel of een vorm van deze wet bestaan: de groep beschut werken. Deze groep omvat circa 30% van de huidige groep. De huidige systematiek van rechten en plichten in de Wsw verandert niet voor de groep mensen die tot 15 mei 2011 een Wsw-indicatie heeft gekregen. Met de invoering van de Wwnv zorgt het rijk voor één regime voor alle inwoners met arbeidsvermogen die voorheen een beroep deden op de Wwb, Wsw of Wajong. De Wwnv wil meer dan de oude wetten een beroep doen op de mogelijkheden van mensen in plaats van te kijken naar beperkingen. Het uitgangspunt blijft: werk gaat boven een uitkering. De Wwnv wordt uitgevoerd door gemeenten die hun beleid vastleggen in een verordening. De indicatiestelling voor de toekomstige Wajong en toekomstige Wsw blijft bij het UWV. Het succes van de wet staat of valt met de bereidheid van werkgevers om mensen met een arbeidsbeperking in te zetten. Gemeenten moeten de dienstverlening aan werkgevers op een effectief schaalniveau inzetten. Het rijk gaat er van uit dat dit bovenlokaal is. Landelijke bezuiniging Met de invoering van de Wwnv wordt het beschikbare budget als volgt gekort: Huidige re-integratiebudgetten: - 300 miljoen Wsw-plaatsen: - 650 miljoen Beperking Wajong: - 900 miljoen Totale korting 1850 miljoen euro. De opgave De grootste opgaven voor gemeenten zijn: - het afbouwen van de omvang van de sociale werkvoorziening door veel meer plaatsingen bij reguliere werkgevers; 3 Bestuursafspraken 2011-2015 Rijk, IPO, VNG, UvW. Hoofdlijnennotitie Werken naar vermogen Ministerie SZW, april 2011 Op eigen kracht. Strategische visie en plan van aanpak 3D Holland Rijnland 9

- het versterken van de samenwerking met werkgevers: meer denken vanuit de vraag van de werkgevers in plaats van uit de vraag van werkzoekenden; - het opvangen van een forse bezuiniging: meer mensen aan het werk helpen met minder re-integratiemiddelen en een verlaging van het bedrag per sw-plaats; - een goed gebruik maken van het instrument loondispensatie. De bezuiniging loopt snel op terwijl de uitstroom uit het SW-bedrijf geleidelijk zal verlopen. De verwachting is dat de krapte op de arbeidsmarkt pas echt voelbaar wordt vanaf 2020. Pas dan zal het belang voor werkgevers om werknemers met een arbeidsbeperking in dienst te nemen actueel worden. De instroom van nieuwe uitkeringsgerechtigden door het afschaffen van de Wajong voor mensen met werkvermogen is beperkt maar zal wel jaarlijks toenemen. Landelijke ondersteuning Om de transitieperiode te overbruggen is een herstructureringsfaciliteit voor de sw-sector gecreëerd om de transformatie naar een efficiëntere bedrijfsvoering te ondersteunen. De faciliteit omvat 400 miljoen euro en komt beschikbaar in de jaren 2012-2018. Voor de Holland Rijnland gemeenten zal een bedrag van tussen de 8 en 12 miljoen euro beschikbaar komen. Om een beroep te doen op de herstructureringsfaciliteit moeten gemeenten uiterlijk 30 april 2012 een aanvraag indienen bij het ministerie van SZW. De aanvraag is aan strikte regels gebonden. Het ministerie van SZW ondersteunt de gemeenten bij de voorbereiding door samen met Divosa een ondersteuningstructuur op te zetten met regioteams. Deze ondersteuning is begin december 2011 gestart. Ook Cedris, VNG en UWV zijn betrokken. De ondersteuning bestaat onder andere uit het aanstellen van regiocontactpersonen hiervoor is de gemeente Leiden inmiddels benaderd- en het ontwikkelen van producten zoals modelverordeningen en beschikkingen, stappenplannen en handreikingen. Meer info op www.divosa.nl. Bianca is 36 jaar en woont samen met Nourdin. Bianca is licht verstandelijk beperkt en heeft angststoornissen met daarbij psychotische periodes. Nourdin is ook bekend met angststoornissen en depressies en is onder behandeling bij de GGZ. Bianca en Nourdin hebben twee zonen van 8 en 12 jaar. Op eigen kracht. Strategische visie en plan van aanpak 3D Holland Rijnland 10

1.2 Wmo De functie extramurale begeleiding verdwijnt uit de AWBZ 4. Het beoogde doel van begeleiding: bevordering, behoud of compensatie van zelfredzaamheid zodat opname in een instelling of verwaarlozing voorkomen kan worden, gaat over naar de Wmo. In de functie begeleiding binnen AWBZ bestaat onderscheid tussen: - groepsbegeleiding (dagbesteding) - individuele begeleiding en - kortdurend verblijf, zoals logeervoorzieningen Aan de Wmo wordt verder toegevoegd: - Inloop Ggz (2013), een vorm van dagbesteding in groepsverband voor mensen met een langdurige psychische stoornis en daarmee samenhangende beperkingen. Het budget van landelijk 50 miljoen wordt verdeeld via de centrumgemeente (Leiden) - Budget cliëntondersteuning door MEE (2015) De eerder beoogde decentralisatie van kortdurende uitleen van hulpmiddelen uit de AWBZ en de Zorgverzekeringswet gaat niet door 5. Met de overheveling van de functie extramurale begeleiding van AWBZ naar Wmo verandert het recht op zorg voor de inwoner in een compensatieplicht voor gemeenten. Landelijke bezuiniging Het rijk past een doelmatigheidskorting toe op het huidige budget extramurale begeleiding AWBZ bij de decentralisatie naar gemeenten van 5%. De opgave De grootste opgaven voor gemeenten zijn: - verantwoordelijkheid voor een groep inwoners met een ondersteuningsvraag die voor gemeenten tot nu toe onbekend is; - specialistische ondersteuningsvragen; - (zeer) kwetsbare groepen met specifieke ondersteuningsbehoefte die dit zelf vaak niet aangeven - veel verschillende soms (zeer) specialistische aanbieders; - aanbieders in sectoren waar de gemeente nu nauwelijks bekend mee is; - sterke landelijke aanbieders: veel expertise, grote omzet. Landelijke ondersteuning De gemeenten ontvangen in 2012 en 2013 een budget aan invoeringskosten, zie bijlage V. Met ingang van 2014 ontvangen gemeenten een structureel bedrag aan uitvoeringskosten voor de nieuwe taken Wmo en jeugd. Landelijk is structureel 55 miljoen beschikbaar, de verdeelsleutel wordt in de meicirculaire 2012 gepubliceerd. 4 Bestuursafspraken 2011-2015 Rijk, IPO, VNG, UvW. Decentralisatie taken naar en groei in de Wmo. Ministerie VWS, september 2011 5 Besluit op motie Gerbrands bij begrotingsbehandeling VWS, december 2011 Op eigen kracht. Strategische visie en plan van aanpak 3D Holland Rijnland 11

In maart 2011 is door het ministerie van VWS en de VNG een transitiebureau Begeleiding in de Wmo ingericht: www.invoeringwmo.nl. Het T-bureau heeft inmiddels de volgende handreikingen uitgebracht: - Handreiking tijdpad - Begrippenlijst - Toelichting over aanbesteden en subsidiëren - Cliëntgroepen extramurale AWBZ-begeleiding. In 2012 zijn nog 8 handreikingen voorzien. Hannie is een vrouw van 85 jaar. Zes maanden geleden is ze van de trap gevallen. Gelukkig heeft zij niets gebroken, maar ze is sindsdien wel helemaal gedesoriënteerd. Sinds twee maanden is duidelijk dat Hannie niet meer de oude zal worden; het vermogen om zelfstandig haar leven te regisseren is ze kwijt. 1.3 Jeugd In de bestuursafspraken is vastgelegd 6 dat gemeenten verantwoordelijk worden voor alle ondersteuning en hulp aan jeugdigen en hun opvoeders. Dit omvat: - provinciale (geïndiceerde) jeugdzorg, - advies en meldpunt kindermishandeling (AMK) - jeugdzorgplus (gesloten jeugdzorg), - geestelijke gezondheidszorg voor jeugdigen (jeugd-ggz), - zorg voor jeugd met een licht verstandelijke beperking (jeugd-lvb), - jeugdbescherming en - jeugdreclassering. De nieuwe wetgeving rond passend onderwijs sluit hierop aan. De decentralisatie jeugd betreft niet alleen een transitie, maar heeft ook als doel een transformatie en vernieuwing van het huidige systeem van ondersteuning voor de jeugd van preventie tot en met gesloten jeugdzorg. De huidige leeftijdsgrens van 18 jaar wordt losgelaten: er is geen sprake meer van een leeftijdsgrens. De indicatiestelling zoals die nu loopt via de Bureaus Jeugdzorg verdwijnt en zullen gemeenten vervangen door een systeem van het arrangeren van hulp en ondersteuning en het "erbij halen" van specifieke deskundigheid van bijvoorbeeld de GGZ of de LVB sector. Het CJG wordt hierbij de toegang voor alle hulp. 6 Bestuursafspraken 2011-2015 Rijk, IPO, VNG, UvW. Beleidsbrief stelselwijziging jeugd Geen kind buiten spel Rijksoverheid, november 2011. Op eigen kracht. Strategische visie en plan van aanpak 3D Holland Rijnland 12

Er komt één financieringssystematiek in plaats van de huidige drie: AWBZ, zorgverzekering en provinciale middelen. Voor de hulp en ondersteuning aan bepaalde groepen jongeren en voor de jeugdbescherming en jeugdreclassering is bovenlokale samenwerking van gemeenten noodzakelijk. De decentralisatie van alle ondersteuningstaken voor de jeugd is beoogd per 2015. Landelijke bezuiniging In 2009 werd landelijk aan al deze vormen van jeugdondersteuning circa 3 miljard euro uitgegeven. Met de decentralisatie wordt het beschikbare budget vanaf 2017 structureel met 300 miljoen euro gekort, dit is 10%. Daarnaast wordt verplicht een eigen bijdrage ingevoerd. De opgave De grootste opgaven voor gemeenten zijn: - nieuwe werkterreinen waar de gemeenten niet bekend mee zijn; - door verdwijnen geïndiceerde zorg nieuwe arrangementen noodzakelijk; - verantwoordelijkheid voor uitvoering gedwongen kader waarvan de toewijzing bij de rechterlijke macht ligt; - veel verschillende soms specialistische aanbieders; - aanbieders in sectoren waar de gemeente nu nauwelijks bekend mee is; - sterke landelijke aanbieders: veel expertise, grote omzet; - bovenlokale samenwerking noodzakelijk; - grote financiele risico s: één individueel ondersteuningsarrangement kan meer dan 100.000 euro per jaar kosten en kan verplicht worden opgelegd; - vraagstuk van solidariteit: betalen gemeenten alleen voor hun eigen inwoners of komt er bijvoorbeeld een regionaal budget voor specialistische zorg. Landelijke ondersteuning De gemeenten ontvangen in 2012 en 2013 een budget aan invoeringskosten, zie bijlage V. Met ingang van 2014 ontvangen gemeenten een structureel bedrag aan uitvoeringskosten voor de nieuwe taken Wmo en jeugd. Landelijk is structureel 55 miljoen beschikbaar, de verdeelsleutel wordt in de meicirculaire 2012 gepubliceerd. Rijk en VNG richten een ondersteuningsstructuur in. Er wordt een netwerk van lokale en regionale transitiemanagers gevormd. De ondersteuning richt zich uitdrukkelijk op koplopers en op de mogelijkheden om tot innovatie te komen vooruitlopend op de nieuwe wetgeving. Informatie is te vinden op www.samenwerkenvoordejeugd.nl. De gemeenten Teylingen en Alphen aan den Rijn nemen deel aan het ambtelijk netwerk transitie van de jeugdzorg van de VNG. De wethouder van Teylingen zit in de VNGsubcommissie jeugdzorg. Leiden maakt onderdeel uit van de G32. De drie decentralisaties zijn opgenomen in het werkprogramma van de sociale pijler van de G32. Op eigen kracht. Strategische visie en plan van aanpak 3D Holland Rijnland 13

Lucian is 10 jaar en woont bij zijn moeder. Lucian heeft een psychiatrische aandoening en gedragsstoornis. Lucian heeft hulp, toezicht en sturing nodig bij zijn gedrag. Hij luistert slecht, is brutaal en kan gaan schelden. Als iemand Lucian bijvoorbeeld aanraakt, gaat hij vechten, er zit dan geen stop op. Ook kan Lucian niet goed omgaan met straf en onverwachte situaties. Hij wordt dan manipulatief, gaat liegen en wordt boos of agressief. Dit speelt zich zowel thuis af, als op school, als in de vrije tijd. 1.4 3D Door het rijk wordt in de verschillende beleidskaders gewezen op de verbinding tussen de drie decentralisaties. Zij breiden de taken en verantwoordelijkheden van gemeenten uit naar vrijwel de gehele ondersteuning van de inwoners. De doelstellingen van de nieuwe taken vertonen een sterke overeenkomst: het ondersteunen van de zelfredzaamheid, het bevorderen van de sociale participatie en de ondersteuning van de kwetsbare inwoner die het op eigen kracht niet redt. Opgaven en kansen Kijkend naar het totaal van de nieuwe taken, dan zijn de grootste opgaven voor gemeenten: - de onbekendheid met de nieuwe taken; - de onbekendheid met (deels) nieuwe doelgroepen; - de onbekendheid met de organisaties die een aanbod hebben op de nieuwe taken; - de impact op de gemeentelijke organisatie: er wordt een ander beroep op gemeenten gedaan en dit heeft gevolgen voor de competenties van alle betrokken medewerkers en op de inrichting van de organisatie. De gemeenten zullen de komende jaren hierin belangrijke keuzes moeten maken; - de taken moeten uitgevoerd worden met minder geld dan tot nu toe aan deze ondersteuning wordt besteed en - er is sprake van openeinde regelingen: de gemeente heeft de plicht ondersteuning te bieden en kan geen subsidieplafond stellen. De beheersing van de uitgaven zal dus op een andere wijze georganiseerd moeten worden. Tegenover deze opgaven liggen nadrukkelijk ook kansen: - integrale in plaats van sectorale dienstverlening aan de inwoners; - van aanbod en systeemgericht naar vraag en mens/gezinsgericht; - verbinden van nieuwe taken met bestaande gemeentelijke taken: keten- of procesaanpak; - investeren in de sociale infrastructuur en de sociale netwerken waardoor de inzet verschuift van formele naar informele ondersteuning; - meer inzet op preventie en vroegsignalering waardoor repressie en curatie kan afnemen; - integrale en andere toegang tot de ondersteuning organiseren: in de vorm van arrangementen in plaats van standaard indicatieprocedures per regeling; Op eigen kracht. Strategische visie en plan van aanpak 3D Holland Rijnland 14

- combineren van nieuwe taken: vergelijkbare doelstellingen en doelgroepen; Op deze wijze ontstaat een herontwerp van de huidige werkwijze die recht doet aan de ondersteuningsbehoefte van inwoners. Tevens worden huidige systeemfouten, perverse prikkels en onnodige bureaucratie vermeden en verwijderd. De kansen worden het beste benut worden bij een integrale aanpak van de drie decentralisaties die uitgaat van de vraag van de inwoner en diens gezin en zijn eventuele ondersteuningsbehoefte. Daarom is deze 3D aanpak het uitgangspunt in de strategische visie en het plan van aanpak. Alleen waar een integrale aanpak geen meerwaarde heeft wordt ingezoomd op de afzonderlijke decentralisaties. Plaatje: het 3D perspectief De drie decentralisaties worden aangeduid als 3D. Deze afkorting is natuurlijk vooral bekend van de drie dimensies hoogte, breedte en diepte. Bij de 3D aanpak komt het 3D perspectief, het kijken vanuit 3 dimensies, steeds terug. Dit zie je bijvoorbeeld in: betrokken mensen en organisaties: inwoners maatschappelijk middenveld gemeente het ondersteuningspakket: preventie vroegsignalering springplank & vangnet de gekozen aanpak: vraaggericht arrangement integraal de regionale meerwaarde: beter, beste schaal, goedkoper Kees is 10 jaar en woont samen met zijn zusje bij zijn ouders. Kees heeft een ernstige meervoudige beperking. Hij heeft een ontwikkelingsleeftijd van een kind van 1 jaar. Soms reageert Kees erg impulsief en kan hij zich moeilijk uiten. Kees heeft ook lichamelijke beperkingen, hij zit in een rolstoel. Hij moet geholpen worden met aan- en uitkleden, heeft volledige verzorging nodig en is incontinent. Op eigen kracht. Strategische visie en plan van aanpak 3D Holland Rijnland 15

2. Strategische visie Mensen maken de samenleving. Elk mens doet dit op zijn eigen wijze en maakt zijn eigen keuzes. De optelsom is een samenleving waarin ruimte is voor de verschillende keuzes en waarin iedereen zoveel mogelijk zijn eigen leven kan leiden. De meeste mensen kunnen en doen dit met verve. Zij gaan naar school, aan het werk, leiden een actief sociaal leven met vrienden en binnen diverse verenigingen. Zij voorzien zelfstandig in hun levensonderhoud, voeden hun kinderen op en regelen de ondersteuning die in het leven soms nodig is. Zij participeren optimaal naar eigen vermogen in de samenleving en nemen hiervoor de verantwoordelijkheid: op eigen kracht. Op sommige momenten lukt het niet op eigen kracht, dan is hulp nodig. Meestal vindt het gezin 7 deze ondersteuning in het sociale netwerk of door een beroep te doen op professionals. Soms krijgt iemand dat voor kortere of langere tijd om welke reden dan ook niet georganiseerd. Op dat moment is er ondersteuning beschikbaar die de gemeente organiseert. Deze ondersteuning is gericht op het hervinden van de eigen kracht of het versterken van de eigen kracht. Dat is meestal tijdelijk. Soms is langer durende ondersteuning nodig om de balans tussen de draaglast en de eigen kracht te organiseren en zo te kunnen participeren in de samenleving. Langdurige of structurele ondersteuning kan nodig zijn om de zelfredzaamheid te organiseren. Hiermee worden de dagelijkse levensverrichtingen bedoeld, zoals het aanbrengen van structuur in het leven. Zelfredzaamheid is een belangrijke basis om te kunnen participeren in de samenleving. Werk Een betaalde baan is misschien wel het beste middel om te participeren in de samenleving en zelfstandig te zijn. Een baan naar vermogen is niet altijd een reguliere volledige baan, ook een deeltijdbaan, vrijwilligerswerk of mantelzorg kan in aanmerking komen. Het streven is wel dat inwoners zoveel mogelijk financieel zelfstandig zijn. Doet een inwoner een beroep op een uitkering, dan wordt daar een bijdrage aan de samenleving voor terug verwacht. Wmo Een voorwaarde voor participatie in de samenleving is zelfredzaamheid: voor jezelf kunnen zorgen. De hulp bij zelfredzaamheid kan vaak gegeven worden in het gezin of het sociale netwerk, bijvoorbeeld door ouders, mantelzorgers of vrijwilligers. Als dit niet (meer) lukt is meer ondersteuning nodig. Dit kan ondersteuning zijn van de inwoner zelf, maar ook van het gezin of sociale netwerk om de eigen kracht te versterken. Jeugd De basis voor participatie wordt gelegd in de jeugd. Kinderen en jongeren krijgen de kans in een veilige en stimulerende omgeving op te groeien. Het ontwikkelen van hun talenten en vaardigheden om zo als zelfstandige volwassenen actief te kunnen deelnemen in de 7 We spreken hier steeds over gezin als het kleinste sociale verband bedoeld wordt waarbinnen een inwoner functioneert. Andere bewoordingen zijn bijvoorbeeld leefeenheid of huishouden. Op eigen kracht. Strategische visie en plan van aanpak 3D Holland Rijnland 16

samenleving staat centraal. Dit is niet alleen belangrijk voor de kinderen zelf, maar ook voor de samenleving als geheel. Bianca en Nourdin vinden het moeilijk om alles goed te regelen: het structureren van het huishouden, de financiën op orde houden en de kinderen opvoeden. Na een huurschuld zijn Nourdin en Bianca uit huis gezet. Het gezin woont nu in bij de ouders van Nourdin. De problemen van Bianca en Nourdin hebben effect op de kinderen. Daarom is er hulp van jeugdzorg. Jeugdzorg geeft aan dat hulp verlenen moeilijk gaat omdat Nourdin en Bianca soms primair reageren. Als ze zin hebben in een sigaret lopen ze weg uit het gesprek. 2.1 Rol en taak gemeente De gemeente rekent en bouwt op de eigen kracht van inwoners. De gemeente wil inwoners ook stimuleren om deze taak op zich te nemen. Voor zichzelf ziet de gemeente de volgende taken: 1. het versterken van de sociaal-maatschappelijke infrastructuur 2. het ondersteunen van het gezin en het sociale netwerk van inwoners 3. het organiseren van een springplank of een vangnet als inwoners het tijdelijk, langer durend of structureel niet redden op eigen kracht en deze steun in het sociale netwerk of de sociaal-maatschappelijke infrastructuur niet aanwezig is. De gemeente beschouwt zichzelf primair als regisseur voor deze taken. Dat betekent dat zoveel mogelijk uitgevoerd wordt door het maatschappelijk middenveld en niet door de gemeente. Waar de gemeente zelf taken uitvoert is dit een onderbouwde keuze omdat dit een meerwaarde heeft boven uitvoering in het maatschappelijk middenveld. De twee eerstgenoemde taken zijn vooral gericht op preventie: het organiseren van een stevige fundament dat inwoners stimuleert en kansen biedt om te participeren in de samenleving. Door hierop stevig in te zetten is de verwachting dat inwoners niet snel een beroep hoeven doen op de springplank of het vangnet, de derde taak. Het betekent ook dat de gemeente het accent legt op algemene of basisvoorzieningen. Een individueel arrangement is pas aan de orde als algemene voorzieningen geen soelaas bieden. Het versterken van de sociaal-maatschappelijke infrastructuur doet de gemeente onder meer door het onderhouden van stevige relaties met het maatschappelijk middenveld en werkgevers zodat zij hierin hun rollen kunnen pakken. Werkgevers creëren een vraag naar personeel, daarmee ontstaat werkgelegenheid die inwoners de kans biedt een arbeidsplek te vinden. Het maatschappelijk middenveld is vooral gericht op de sociale infrastructuur. Op eigen kracht. Strategische visie en plan van aanpak 3D Holland Rijnland 17

Plaatje: De verschillende sociale verbanden waarin een inwoner functioneert. - gezin - sociaal netwerk (familie, vrienden) - sociaal-maatschappelijke infrastructuur (school, werk, vereniging) Het ondersteunen van het gezin en het sociale netwerk kan in de eenvoudige vorm gebeuren door informatie en advies en door kortdurende hulp. Denk aan het zoeken van een maatje, mantelzorgondersteuning, een aantal gesprekken met het maatschappelijk werk of het organiseren van en/of financieren van een sociaal netwerk beraad. Maatgevend is de vraag en de behoefte van de inwoner en het gezin. De rol van de gemeente is vooral voorwaardenscheppend. Het organiseren van een springplank of een vangnet wordt gedaan als een inwoner op eigen kracht niet (meer) zelfredzaam is of als het niet (meer) lukt om te participeren in de samenleving. Een springplank is nodig voor inwoners die niet op eigen kracht een passende baan vinden. Dat kan bijvoorbeeld aan de orde zijn als zij lang uit het arbeidsproces zijn. Gerichte training, bemiddeling of jobcoaching kan dan behulpzaam zijn. Voor sommige inwoners of gezinnen is permanente ondersteuning nodig, bijvoorbeeld in de situatie van een progressieve en/of chronische ziekte of een licht verstandelijke beperking. De ondersteuning kan in die situaties bijvoorbeeld bestaan uit al dan niet professionele begeleiding aan huis, dagbesteding, opvang in een pleeggezin, opvang in een logeerhuis en ook jobcoaching. De gemeente komt in actie als er een expliciete ondersteuningsvraag is van een inwoner of het gezin, of een signaal uit de sociale omgeving. In die laatste situatie is het streven de ondersteuning ook via de omgeving aan te bieden of te organiseren. De vraag en de behoefte staat centraal. Het gaat dus om maatwerk. Deze strategische visie inclusief rol en taken voor gemeenten beslaat het hele sociale domein en niet slechts de nieuwe taken. Deze brede integrale aanpak is de keuze voor een herontwerp van de bestaande aanpak door verschillende bestuurslagen (rijk en provincie) en maatschappelijke organisaties (re-integratiebedrijven, zorgkantoor, zorgverzekeraars, hulpverleningsorganisaties). Op eigen kracht. Strategische visie en plan van aanpak 3D Holland Rijnland 18

Werk Om een springplank te kunnen organiseren voor inwoners die op eigen kracht niet aan het werk komen is een stevige samenwerking tussen gemeenten, werkgevers en het onderwijs noodzakelijk. De vraag van werkgevers is leidend voor de mogelijkheden om werkzoekenden te plaatsen. Het onderwijs moet in staat zijn mensen hiertoe op te leiden. Anderzijds verwachten de gemeenten inzet van werkgevers op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen. De Wwnv zal nadrukkelijk inzetten op een reguliere arbeidsplek voor iedereen. Als gevolg hiervan worden gemeenten verplicht het aantal werkplekken in de sociale werkvoorziening omlaag te brengen. Dit heeft grote gevolgen voor de drie sw-bedrijven binnen Holland Rijnland die actief zijn in subregio s: DZB in de Leidse regio, de MareGroep in de Duin- en Bollenstreek en SWA in de Rijnstreek. De gemeenten in de subregio ontwikkelen met elkaar een visie op de nieuwe uitvoeringsorganisatie voor de Wet werken naar vermogen en de betekenis voor het swbedrijf en de sociale dienst dan wel afdeling sociale zaken. In de Leidse regio lijkt deze visie inmiddels behoorlijk uitgekristalliseerd. Bij DZB Leiden is de uitvoering van de WWB ondergebracht bij Re-integratie Leiden, het re-integratie bedrijf van de gemeente Leiden. Zowel de gemeenten die participeren in de MareGroep als de gemeenten die participeren in SWA lijken een voorkeur te hebben voor een vergelijkbare brede combinatie van beschut werken en re-integratie in één uitvoeringsbedrijf. Het huidige sw-bedrijf wordt onderdeel van of is de basis voor dit uitvoeringsbedrijf. Er lijkt vooralsnog geen ambitie verbindingen te maken tussen de drie verschillende sw-bedrijven. Wmo Het merendeel van de mantelzorgers en vrijwilligers vindt het gelukkig vanzelfsprekend om hulp en ondersteuning te bieden. Deze hulp mag niet tot overbelasting leiden. De gemeente heeft hier een belangrijke signalerende functie. De ondersteuning beperkt zich dan ook niet tot de directe hulpvrager maar ook tot diens gezin en sociale netwerk. Soms is de ondersteuning op die plek meer op zijn plaats. De gemeenten willen de nieuwe gemeentelijke taken op het terrein van begeleiding zorgvuldig invoeren in samenhang met de andere nieuwe taken. Dit betekent dat de nieuwe taken uitgevoerd worden vanuit de integrale strategische visie op het sociale domein. Invoering per 2013 betekent feitelijk dat deze visie in zeer korte tijd geconcretiseerd moet worden in zowel beleid als uitvoering. Het gaat daarbij niet slechts om een indicatieproces en het sluiten van contracten, maar veel meer om het herijken van de sociale infrastructuur, het versterken van het sociale netwerk, het breed organiseren van de toegang tot de ondersteuning en het kiezen van de uitvoeringspartners. Hiervoor is een overgangsperiode nodig. Dit kan in het overgangsjaar 2013 als nieuwe aanvragen verwezen worden naar de gemeenten evenals hulpvragers waarvan de AWBZ indicatie begeleiding afloopt. Op eigen kracht. Strategische visie en plan van aanpak 3D Holland Rijnland 19

Jeugd Voor de jeugd is een gunstig opgroeiklimaat een belangrijke voorwaarde om te kunnen opgroeien tot zelfstandige en participerende volwassenen. Een stimulerend en ondersteunend gezin en een sterk sociaal netwerk is hiervoor belangrijk. Evenals een school waar het bieden van optimale ontwikkelingskansen centraal staat. Vragen en problemen worden zo vroeg mogelijk gesignaleerd en opgepakt om zwaardere problematiek te voorkomen. Daarbij wordt gewerkt volgens de principes van 1 gezin 1 plan: - versterken van de eigen competenties, - herstel van het dagelijks leven, - een integraal ondersteuningsplan samen met het gezin, - de inzet van het eigen sociale netwerk en - gebruikmakend van de sociaal-maatschappelijke infrastructuur. 2.2 Beoogde maatschappelijke effecten De strategische visie en de visie op de rol en taak van gemeenten kunnen we samenvatten in de beoogde maatschappelijke effecten voor het sociale domein en nadrukkelijk ook voor de drie decentralisaties. Deze zijn: Inwoners zijn zelfredzaamheid en participeren op eigen kracht met inzet van informele netwerken in de samenleving. Inwoners die (even) niet (meer) op eigen kracht kunnen participeren ontvangen hulp in het gezin en het sociale netwerk. Dit ondersteuningsaanbod past bij de vraag van de inwoner, zijn of haar gezin en sociale netwerk. In de samenleving is aandacht voor elkaar en contact met elkaar vanzelfsprekend (civil society), waar nodig en mogelijk stimuleert de gemeente deze transformatie van houding en gedrag van inwoners, maatschappelijk middenveld en eigen organisatie. De inzet van de gemeente en het maatschappelijk middenveld focust op integrale dienstverlening, preventie en vroegsignalering en nieuwe arrangementen voor hulp en ondersteuning. Daarmee komt een beweging op gang van complexe of langdurige ondersteuning naar informele hulp. Plaatje: Beoogde beweging 3D Op eigen kracht. Strategische visie en plan van aanpak 3D Holland Rijnland 20

3. Plan van aanpak 3.1 Opdracht Onderdeel van de bestuursopdracht is het opstellen van een plan voor de regionale aanpak van de invoering en implementatie van de drie decentralisaties. In dit hoofdstuk wordt deze aanpak uitgewerkt. De opdracht voor dit plan van aanpak is: Op basis van de strategische visie 3D Holland Rijnland Op eigen kracht een integrale 3D aanpak ( herontwerp ) organiseren zodat de decentralisaties werk, Wmo en jeugd in elke gemeente tijdig en succesvol ingevoerd kunnen worden. Uitgangspunt is dat de regionale samenwerking een lokale meerwaarde oplevert door - het verhogen van de kwaliteit en de effectiviteit, - het realiseren van schaalvoordelen: het organiseren of contracteren van vormen van ondersteuning die voor een individuele gemeente niet haalbaar zijn en - het verlagen van de kosten. Bij voorkeur alle drie, maar in elk geval één van de drie. Kortom: beter en goedkoper dankzij regionale samenwerking. Hannie gaat sinds kort dagelijks naar de dagopvang. Zelf denkt ze dat ze als begeleidster voor volksdansen en gymnastiek wordt ingeschakeld. Ze geniet er elke dag van om met zo n belangrijke taak onder de mensen te zijn. Het kan zomaar gebeuren dat één van de kinderen op bezoek komt en Hannie zegt: nee, nu heb ik geen tijd want ik moet gymles geven. Gemeenten hebben verschillende verwachtingen ten aanzien van de regionale samenwerking. In dit plan van aanpak is hierin voorzien doordat elke gemeente kan kiezen of hij wil deelnemen in de regionale aanpak en in welke mate hij gebruik wil maken van de regionaal gerealiseerde producten. Uitgangspunt is dat producten worden voorbereid die lokaal direct overgenomen kunnen worden dan wel met beperkte aanpassingen of lokale inkleuringen. Hierdoor heeft elke gemeente ruime keuzemogelijkheden. Producten kunnen heel divers zijn, denk aan: Convenanten Pilots Werkbezoeken Communicatiemateriaal: presentaties, films, brochures, nieuwsbrieven Modellen, bijvoorbeeld voor brieven, beschikkingen voor subsidies of cliënten Beslisbomen Indicatieprotocollen Op eigen kracht. Strategische visie en plan van aanpak 3D Holland Rijnland 21

Draaiboeken Aanbestedingsbestekken, inkoop Verordeningen & beleidsregels Financiële modellen, financiële risicoanalyses Het idee is dus: klaar voor gebruik, thuis alleen nog afbakken. In welke mate een gemeente een regionaal ontwikkeld product inzet in de eigen gemeente is afhankelijk van de lokale besluitvorming. In de uitwerking kan blijken dat het waardevol is gezamenlijk een product aan te besteden/ in te kopen/ te subsidiëren. Denk aan het sluiten van een contract met een organisatie voor het leveren van specialistische zorg. Een dergelijk voorstel wordt voorgelegd aan het portefeuillehoudersoverleg Sociale Agenda. Lucian zit op voetbal. Daar heeft hij een aantal vriendjes. Er is wel contact met familie of vrienden, maar de moeder van Lucian heeft haar handen vol aan haar kinderen. Daardoor heeft ze weinig tijd en energie om een sociaal netwerk op te bouwen en te onderhouden. Haar draaglast is laag door veel problemen uit haar verleden, hierdoor werkt ze ook niet. Moeder wordt overbelast door de problemen van Lucian. 3.2 Afbakening Het plan van aanpak richt zich op en beperkt zich tot de nieuwe taken voor gemeenten als gevolg van de drie decentralisaties. Verbonden ontwikkelingen die een directe invloed hebben op deze drie decentralisaties worden meegenomen. Dit geldt expliciet voor: - de invoering van passend onderwijs - de actuele ontwikkelingen binnen de AWBZ Andere relevante ontwikkelingen binnen de sociale agenda worden omwille van de beheersbaarheid buiten beschouwing gelaten. Passend onderwijs Gemeenten hebben een coördinerende rol in de verbinding van ondersteuning in en om de school, de zorgadviesteams en Passend Onderwijs. Gemeenten krijgen adviesrecht op het ondersteuningsplan dat elk samenwerkingsverband 8 moet opstellen door de invoering van Passend Onderwijs. Zowel bij de transitie van de jeugdzorg als bij passend onderwijs vervalt 8 Een samenwerkingsverband bestaat uit een groot aantal basisscholen en 1 of meer scholen voor speciaal basisonderwijs (sbo). De scholen hebben een gezamenlijk budget voor de opvang van leerlingen met speciale ondersteuningsbehoeften. Op eigen kracht. Strategische visie en plan van aanpak 3D Holland Rijnland 22

de indicatiestelling en gaat het om arrangeren i.p.v. indiceren van de benodigde ondersteuning. Het ligt voor de hand om in het kader van integrale ondersteuningsplannen per kind/gezin/jongere als onderwijs en gemeente nauw samen op te trekken en zo nieuwe schotten te voorkomen. Ontwikkelingen AWBZ De vele actuele ontwikkelingen binnen de AWBZ (IQ maatregel, scheiden wonen/zorg, afschaffen pgb) kunnen invloed hebben op de Wmo en op het beroep dat op gemeentelijke voorzieningen wordt gedaan. Deze invloed wordt in kaart gebracht en meegenomen in de uitwerking. Lokale taken Binnen de nieuwe taken is een aantal onderwerpen aan te wijzen waarbij nadrukkelijk een lokale aanpak relevant is. Regionale samenwerking levert hier geen meerwaarde op. Deze onderwerpen worden binnen dit plan van aanpak niet uitgewerkt. Specifiek is te benoemen: - Versterken lokale sociaal-maatschappelijke infrastructuur - Loket voor inwoners - Communicatie met en participatie van advies- en cliëntenraden - Gevolgen voor de gemeentelijke organisatie. Over alle regionale producten vindt de besluitvorming lokaal plaats. Versterken lokale sociaal-maatschappelijke infrastructuur In de strategische visie is aangegeven dat gemeenten voor zichzelf drie taken zien. De eerste taak is het versterken van de sociaal-maatschappelijke infrastructuur. Met een goed werkende arbeidsmarkt en goede algemene voorzieningen kan een vroegtijdig beroep op individuele voorzieningen die wellicht maar beperkt soelaas bieden en in het algemeen kostbaar zijn, voorkomen worden. De sociale infrastructuur is sterk lokaal: in kernen, dorpen en wijken. Het verenigingsleven, de kerken, het welzijnswerk of een wijk- of kerngerichte aanpak is hierbij van onmisbare waarde. Het versterken van deze lokale infrastructuur is uiterst relevant. Vanwege het lokale karakter van deze taak blijft deze taak niettemin in dit plan van aanpak buiten beschouwing. Het uitwisselen van kennis en ervaring hierover kan wel plaatsvinden binnen de AO s. Dit ligt overigens anders wat betreft de arbeidsmarkt en de samenwerking met werkgevers. Deze samenwerking zal zowel op lokaal, subregionaal en regionaal niveau plaatsvinden en nog breder. Binnen werk is de werkgeverssamenwerking en de relatie onderwijsarbeidsmarkt dan ook juist een regionaal thema, een thema dat overigens ook een centrale plek heeft in Focus 2014, de Strategische agenda Holland Rijnland 2010-2014. Een regionale aanpak op dit thema is een uitgangspunt in de Wwnv. Loket voor inwoners In de meeste gemeenten is nu sprake van verschillende loketten, zoals het loket werk & inkomen, het Wmo-loket en het CJG. Enkele gemeenten hebben een combinatie van Wmoloket en CJG. Ook zijn er gemeenten waar de aanvraag voor sociale zaken en een Wmovoorziening gekoppeld is. Met de nieuwe taken wordt in veel gemeenten nagedacht over het Op eigen kracht. Strategische visie en plan van aanpak 3D Holland Rijnland 23

belang van een goede integrale vraagverheldering of intake. Bijvoorbeeld met de inrichting van een integraal loket of door een goede samenwerking of warme overdracht tussen de bestaande loketten. Alle gemeenten geven aan dat het directe contact met de inwoner bij uitstek een lokaal onderwerp is. Om deze reden is dit niet als regionaal onderwerp opgenomen. Het onderwerp Toegang raakt wel direct aan dit thema. Communicatie met en participatie van advies- en cliëntenraden Elke gemeente heeft verschillende cliënten- en adviesraden die een belangrijke factor zijn bij het invoeren van nieuw beleid. Dit zijn bijvoorbeeld cliëntenraden WWB, cliëntenraden Wsw, Wmo-raden, seniorenraden en jongerenraden. Een regionale aanpak wijzigt niets aan de bevoegdheden van deze raden. Elke gemeente onderhoudt zelf zijn eigen relatie met deze raden. Regionale producten kunnen voor advies aan deze raden worden voorgelegd voordat een gemeente de producten gebruikt. Gemeentelijke organisatie De uitwerking van het plan van aanpak en de keuzes die daarin gemaakt worden werken door in de interne gemeentelijke organisatie. Denk daarbij aan: - interne communicatielijnen - inrichting en volume van de organisatie - benodigde expertise en omvang personeel - administratieve organisatie - financiën - informatievoorziening: koppeling/aanschaf systemen - juridische organisatiemodellen, procedures, beroep en bezwaar - technologische aanpassingen - huisvesting De impact van de decentralisaties op de interne organisatie is op dit moment nog niet uit te werken. Vooralsnog is het de vraag of op deze onderwerpen regionale samenwerkingswinst te behalen valt. In de loop van 2012 zal hierover meer duidelijkheid ontstaan. Voor nu valt dit onderwerp buiten de regionale aanpak. Het uitwisselen van kennis en ervaring hierover kan wel plaatsvinden binnen de ambtelijke begeleidingscommissie of de kring van gemeentesecretarissen. Besluitvorming De regionale voorbereiding heeft geen invloed op de lokale besluitvorming. De regionale voorbereiding is zodanig dat optimaal voorwerk is gedaan voor de lokale invoering en besluitvorming. Als bij de uitwerking blijkt dat het wenselijk is gezamenlijk aanbestedingen te doen, contracten af te sluiten dan wel subsidies te verstrekken dan wordt dit voorgelegd aan het het portefeuillehoudersoverleg Sociale Agenda. Dit overleg geeft een advies, ook dan blijkt lokale besluitvorming noodzakelijk. Op eigen kracht. Strategische visie en plan van aanpak 3D Holland Rijnland 24