Wetenschappelijk jaarverslag 2014



Vergelijkbare documenten
BETER ZELFMANAGEMENT BIJ HARTPATIENTEN: ROL VAN EHEALTH-TOEPASSINGEN

Risk prediction and risk reduction in patients with manifest arterial disease

Recente ontwikkelingen in de ethische normen voor medisch-wetenschappelijk onderzoek

Pharmacotherapie. Introductie- COIG-cursus. Prof. Dr. T. van Gelder (Teun) Internist klinisch farmacoloog Erasmus MC Rotterdam

Nimodipine. Luuk van den Bersselaar, ANIOS IC April 2019

Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch. en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa. Physical factors as predictors of psychological and

5-jaars Follow-up van de FAME studie

Voortgezette behandeling van longembolie in 2016 visie van de 1.5 lijn Menno Huisman. Afdeling Trombose en Hemostase LUMC Leiden

Landelijk Diabetes Congres 2016

MES-6 / Informatie voor en over Coassistenten

29 juni Initiatie bijeenkomst PORTEC 4. Kwaliteitsborging WMO GCP richtsnoer. Frank van Leeuwen IKNL

Tromboseprofylaxe bij niet-chirurgische gehospitaliseerde patiënten. Dr. Marieke J.H.A. Kruip Internist-hematoloog Erasmus MC

PRO. De afwachtende houding t.o.v. NOACs in Nederland schaadt patiënten

17/04/ Epidemiologische studies. Children should not be treated as miniature men and women Abraham Jacobi

HagaScoop ABSTRACTEN HAGAZIEKENHUIS. 41 e Wetenschapsdag HagaZiekenhuis Datum: 10 november 2016 Locatie: Auditorium HagaZiekenhuis, Den Haag

Cognitive behavioral therapy for treatment of anxiety and depressive symptoms in pregnancy: a randomized controlled trial

Functioneren van een Kind met Autisme. M.I. Willems. Open Universiteit

Nederlanse Samenvatting. Nederlandse Samenvatting

Obesitas bij ortopedische ingrepen: challenge of contra-indicatie? Co-assistent: Philippe Leire Promotor: Dr. A. Kumar

Chapter Protocollen voor de behandeling van supraventriculaire tachycardieën bij de foetus

Farmacovigilantie. een voorbeeld voor arbovigilantie? Prof. dr. A.C. van Grootheest. Rijksuniversiteit Groningen.

Running head: OPVOEDSTIJL, EXTERNALISEREND PROLEEMGEDRAG EN ZELFBEELD

Aortaklepkeuze: Naar optimale beslisvorming

Marlies Peters. Workshop Vermoeidheid

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

Acknowledgement. Acknowledgement

NOAC en coronairlijden. Drs. N. Bennaghmouch, arts-onderzoeker Cardiologie NICE Congres 7 oktober 2016

Bijwerkingen van psychotrope geneesmiddelen. Nikkie Aarts

D3: Driving the evolution of

Tweede screening bij Rhc-negatieve vrouwen: Wat levert het op?

Bent u gemotiveerd? L.E.J. Gerretsen Studentnummer: Eerste begeleider: prof. dr. L. Lechner Tweede begeleider: Dr. A.

MDO september 2014 CAT: bewijs voor nimodipine bij SAB

Introduction Henk Schwietert

Safe motherhood: Severe acute maternal morbidity in the Netherlands

CervISA-studie (Baarmoederhalskanker) / baarmoederhalskanker

Zorgpaden: Evidence Based or Wishful thinking?

Cover Page. Author: Aa, Marloes van der Title: Diagnosis and treatment of obese children with insulin resistance Issue Date:

Behandeling van het acute herseninfarct

Nederlandse samenvatting

Bloedafname CAIRO5. Coördinerend Radiologen: Dr. K. van Lienden, Dr. M Engelbrecht, afdeling Radiologie, AMC Amsterdam

Cognitive self-therapy A contribution to long-term treatment of depression and anxiety

Gender differences in heart disease. Dr Danny Schoors

Welke behandeling voor obese type 2 patiënten? Gewoon insuline?

V. Spoorenberg Arts-onderzoeker, AIOS Interne Geneeskunde Afdeling Infectieziekten, Academisch Medisch Centrum, Amsterdam

Rob Heerdink Universitair Hoofddocent Klinische Farmacoepidemiologie Universiteit Utrecht

Wondinfecties na colorectale ingrepen: rationale, praktische problemen en geleerde lessen van de PreCaution trial

Genes, Molecular Mechanisms and Risk Prediction for Abdominal Aortic Aneurysm

HIP-studie Eerste resultaten

Janneke Horn. Calcium Antagonists in Stroke Wasted experiments on humans and animals

Pub u l b ic i at a i t e i s

Bloedafname CAIRO5. Coördinerend Radiologen: Dr. K. van Lienden, Dr. M Engelbrecht, afdeling Radiologie, AMC Amsterdam

Duitsland 1,7 miljoen patiënten met hartfalen 2. Europa 6,5 miljoen patiënten met hartfalen 3. VS 5,1 miljoen patiënten met hartfalen 1

Hypertensiezorg Where there is no doctor

Update PCSK9 trials. Vascular Rounds MUMC

25 jaar whiplash in Nederland

Early Warning & Rapid Response Systems

Addendum bij de multidisciplinaire richtlijn Dreigende Vroeggeboorte gepubliceerd in Opgesteld door de Otterlo Werkgroep, versie 2014

De interventiebundels POWI en Lijnsepsis: toe aan verandering?

9 e Post-O.N.S. Meeting

Position Paper #Not4Sissies

Stop or Go? TerugvalprevenDe training bij het begeleid aiouwen van anddepressiva in de zwangerschap.

Overbehandeling in radiotherapie. Prof. Dr. Caroline Weltens

Hartpatiënten Stoppen met Roken De invloed van eigen effectiviteit, actieplannen en coping plannen op het stoppen met roken

Onderzoek naar het functioneren van arts-assistenten in ziekenhuizen

KINDERFORMULARIUM. Tjitske van der Zanden Coordinator Kinderformularium Disclosure belangen spreker:

LOWER RESPIRATORY TRACT INFECTIONS IN ADULTS: A CLINICAL DIAGNOSTIC STUDY GENERAL PRACTICE

Pharmacogenetic testing: why and when?

Common Mental Disorders Prediction of Sickness Absence Durations and Recurrences. Giny Norder NVAB kring Noord 14 april 2016

Hoe gaat dit er in de toekomst uitzien?

Module: Wat is de rol van tranexaminezuur in de preventieve en therapeutische setting van een HPP?

Richtlijn IC. Over het toevoegen van waarde voor de patiënt. PHJ van der Voort. Prof. Health Care; intensivist OLVG Topics in IC 2015

Bloeddrukstreefwaarden bij diabetes mellitus: lager of toch niet? Erik Serné Internist- vasculair geneeskundige

Introductie in flowcharts

Heart and Soul. Cardiovasculair en Depressie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Fysieke Activiteit bij 50-plussers. The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and. Physical Activity among Adults Aged over 50

Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën

Disclosure belangen spreker. (potentiële) Belangenverstrengeling

Back to lipids lange termijn effecten van sta6nes

P2Y12-remmer + salicylaat antitrombotisch OF P2Y12-remmer + cumarine/doac OF P2Y12-remmer + salicylaat antitrombotisch + cumarine/doac

Adherence aan HWO en meer bewegen

University of Groningen. Structured diabetes care in general practice Fokkens, Sudara Andrea

impact from intervention strategies A case example from the baking industry

Geriatrische Revalidatie voor de oudere patiënt met een cardiovasculaire aandoening Leonoor van Dam van Isselt, specialist ouderengeneeskunde Dian

bij Kinderen met een Ernstige Vorm van Dyslexie of Children with a Severe Form of Dyslexia Ans van Velthoven

Protocol Obesitas. 1.0 Definitie obesitas

WERKT DE WEBCARE INTERVENTIE?

Geïndividualiseerde behandeling van oudere patiënten met borstkanker. Dr. N.A. de Glas

Het meten van de kwaliteit van leven bij kinderen met JIA

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Triple M studie. Miskraam. Beleid. Richtlijnen. Misoprostol. Disclosure belangen spreker. Mifepriston en misoprostol bij een miskraam

Nederlandse samenvatting

Zorgpaden en verslavingszorg: een introductie. Lezing bij het Centrum Maliebaan op dinsdag 6 november 2012 door prof. dr.

Standard Operating Procedure

SEMINAR 4 NOVEMBER 2014

Value based healthcare door een quality improvement bril

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

Bouwen aan vertrouwen: perspectief van de industrie

Continu ST-segment bewaking, als elke millimeter telt.

M studie (Longkanker) / luchtpijp & longkanker

Transcriptie:

Wetenschappelijk jaarverslag 2014

Wetenschappelijk jaarverslag 2014

VOORWOORD Wetenschappelijk onderzoek is voor een groot ziekenhuis als het HagaZiekenhuis een belangrijk taak. Niet alleen om een bijdrage te leveren aan de verbetering van de kennis van diverse ziektebeelden en de behandeling hiervan. Onderzoek gaat veel verder en dient er ook op gericht te zijn de kennis van het handelen op ieder niveau van het behandeltraject te verbeteren zodat de zorg efficiënter, doelgerichter en veiliger wordt. Dit geldt natuurlijk primair voor de patiëntenzorg maar het is evenzeer van belang dat hulpverleners zich door evidence-based te kunnen werken veiliger en meer toegerust kunnen voelen. Een ander aspect van wetenschappelijk onderzoek is ook de plaats die dit heeft in het onderwijs. Het HagaZiekenhuis biedt veel opleidingsmogelijkheden en binnen dit onderwijs vindt vaak een wetenschapsstage plaats of moeten afstudeerscripties geschreven worden. Kritisch leren denken op een hoog niveau zal uiteindelijk ook de zorg verbeteren. Het wetenschappelijk onderzoek in het HagaZiekenhuis dient dus plaats te vinden in alle geledingen en zowel de leden van het wetenschapsbureau als de wetenschapscommissie zijn zich daarvan bewust. Zij willen dit ook graag uitdragen door hun beleid. Het ligt voor de hand dat het wetenschapsbureau de samenwerking met de Centrale Opleidings commissie en met de afdeling Beleidsontwikkeling & Kwaliteit in de komende tijd zal uitbreiden om tot een ziekenhuisbrede geïntegreerde wetenschappelijke instelling te komen. Uit het jaarverslag 2014 blijkt dat er een goede start gemaakt is en dat er in het HagaZiekenhuis veel interessant onderzoek plaatsvindt. P.W. Wijermans, voorzitter wetenschapscommissie

Inhoud 1 WETENSCHAPSBELEID 4 2 WETENSCHAPSBUREAU 4 3 BEHANDELDE ONDERZOEKEN 6 4 HAGA WETENSCHAPSDAG 2014 10 5 VOORUITBLIK 2015 12 6 JAAROVERZICHT PER AFDELING 12 Anesthesiologie 12 Apotheek 13 Gynaecologie en obstetrie 16 Hartcentrum 19 Heelkunde 23 Hematologie 26 Intensive care 30 Interne geneeskunde, reumatologie en ouderengeneeskunde 31 Kindergeneeskunde en kinderneurologie 36 Kindercardiologie 37 Kinderendocrinologie 38 Kinderlongziekten 38 Kinder MDL 39 Kinderneurologie 39 Kinderreumatologie 40 Voeding bij kinderen 40 Klinische fysiotherapie 44 KNO 45 Labwest - Haga (klinische chemie) 45 Longgeneeskunde 46 Maag- darm- leverziekten 49 Medische microbiologie 50 Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie 52 Neurologie 52 Neuroseksuologie 55 Oogheelkunde 55 Orthopedie 56 Pathologie 59 Plastische chirurgie 59 Radiologie 61 Radiotherapie 62 Spoedeisende geneeskunde 63 Stafafdeling 64 Urologie 64

1 Wetenschapsbeleid De tweede versie van het Beleid Wetenschappelijk Onderzoek HagaZiekenhuis is opgesteld door de leden van de wetenschapscommissie, het bestuur Vereniging Medische Staf en de Raad van Bestuur. In maart 2014 is deze tweede versie van het beleidsplan geaccordeerd door alle betrokken partijen. In het wetenschappelijk beleidsplan staat beschreven hoe de ziekenhuisorganisatie samen met de onderzoekers vorm geven aan medisch-wetenschappelijk onderzoek. In de maanden die volgden na de accordering werd het beleidsplan geïmplementeerd. WETENSCHAPSCOMMISSIE De wetenschapscommissie heeft als taak om de Raad van Bestuur te adviseren over het wetenschapsbeleid. Daarnaast is de wetenschapscommissie verantwoordelijk voor het toe kennen van gelden uit het wetenschapsfonds aan onderzoekers die een subsidieaanvraag hebben ingediend. Een derde belangrijke taak is het beoordelen van de ingediende abstracts voor de jaarlijkse Haga Wetenschapsdag. De wetenschapscommissie is in 2014 twee keer bij elkaar komen. Daarnaast hebben de leden regelmatig contact gehad via de e-mail. Samenstelling huidige wetenschapscommissie: ydr. F. (Frank) Brus ymevr. drs. P. (Paulien) van Kampen ydr. P. (Paul) LeBrun ydr. C. (Kees) van Nieuwkoop Mw. dr. F. (Femke) van der Sman (wetenschapscoördinator en secretaris) ydr. J.J. (Jan) Wever ydr. P.W. (Pierre) Wijermans (voorzitter) ydr. T.C.A.M. (Theo) van Woerkom (decaan HagaAcademie, adviseur wetenschapscommissie) 2 Wetenschapsbureau Sinds 2012 heeft het HagaZiekenhuis een wetenschapsbureau. Het bureau valt onder de HagaAcademie en houdt zich zowel inhoudelijk als op administratief gebied bezig met het ondersteunen en faciliteren van wetenschappelijk onderzoek. Na het vertrek van wetenschapscoördinator dr. R.C. (Rimke) Vos eind 2013 werd deze functie ad interim vervuld door dr. P.W. (Pierre) Wijermans, voorzitter van de wetenschapscommissie. Sinds september 2014 is er een nieuwe wetenschapscoördinator: dr. F. (Femke) van der Sman, epidemioloog B. F. (Femke) van der Sman (links) en J. (Joke) van de Wetering coördineren het Wetenschapsbureau 4 HagaZiekenhuis Wetenschappelijk jaarverslag 2014

Onderzoekers kunnen bij mw. Van der Sman onder andere terecht voor advies over het opzetten en uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek, voor statistisch advies, voor advies over privacyregelgeving omtrent wetenschappelijk onderzoek en voor hulp bij het kritisch beoordelen van wetenschappelijke artikelen. Sinds najaar 2014 kunnen onderzoekers een beroep doen op mw. J.C. (Joke) van de Wetering, medewerker wetenschapsbureau, voor ondersteuning bij het aanvragen van subsidies voor wetenschappelijk onderzoek. Samenstelling personele bezetting wetenschapsbureau: ymw. dr. F. (Femke) van der Sman, wetenschapscoördinator (0,75 fte) sinds 01-09-2014 ymw. J.C. (Joke) van de Wetering, medewerker (0.8 fte) Daarnaast beschikt het wetenschapsbureau over een financieel adviseur: mw. K. (Karen) Lindhout, financieel adviseur van de HagaAcademie. De wetenschapscommissie biedt inhoudelijke ondersteuning aan de wetenschapscoördinator. OVERLEGSTRUCTUREN Het wetenschapsbureau voert met verschillende partijen binnen en buiten het ziekenhuis overleg: ywekelijks overleg met de voorzitter van de wetenschapscommissie ywetenschapscommissie ymaandelijks financieel overleg met financieel adviseur HagaAcademie en met de contactpersoon van FIC Beheer (mw. C. (Carolien) Lemmers) ymedisch Informatiespecialist bibliotheek HagaZiekenhuis (mw. dr. M.A.E. (Marijke) Mol) yonderzoekscoördinatoren van verschillende afdelingen ysamenwerkende Topklinische opleidingsziekenhuizen (STZ): vergadering voor wetenschapscoördinatoren ywetenschapscoördinatoren van Medisch Centrum Haaglanden en Reinier de Graaf In 2014 kwam de wetenschapscommissie twee keer bij elkaar: eenmaal in februari en eenmaal in oktober. Vanaf 2015 zal er iedere twee maanden overleg plaatsvinden. De wetenschapscoördinator voert iedere twee weken overleg met de medisch informatiespecialist van de bibliotheek. Hierbij wordt onder andere gesproken over het wetenschappelijk jaarverslag en het opzetten van workshops en cursussen voor A(N)IOS. Een aantal afdelingen die veel aan onderzoek doen, beschikt over een eigen researchunit met een onderzoekscoördinator. Normaal gesproken voert het wetenschapsbureau iedere twee maanden overleg met deze onderzoekscoördinatoren. Vanwege de openstaande vacature van wetenschapscoördinator vond er tussen januari en eind augustus 2014 geen overleg plaats met de onderzoekscoördinatoren. Na het aantreden van de nieuwe wetenschapscoördinator is er tweemaal overleg geweest. In 2015 zal de reguliere overlegfrequentie van 1x per twee maanden weer worden opgepakt. Sinds het aantreden van de nieuwe wetenschapscoördinator heeft zij in 2014 tweemaal de STZ-vergadering voor wetenschapscoördinatoren bezocht. Dit overleg vindt vier keer per jaar plaats in Utrecht. Ook heeft er sinds haar aantreden geregeld overleg plaats gevonden met de wetenschapscoördinatoren van het Reinier de Graaf en Medisch Centrum Haaglanden. Hieruit voortvloeiend is het besluit gekomen om een gezamenlijk datamanagementsysteem aan te schaffen voor de drie ziekenhuizen en om vanaf januari 2015 gezamenlijk de cursus Good Clinical Practice (GCP) aan te gaan bieden. HagaZiekenhuis Wetenschappelijk jaarverslag 2014 5

CURSUSSEN In 2014 werd samen met de TAPAS Groep tweemaal de GCP cursus georganiseerd. Deze cursus over de wet- en regelgeving en de juiste uitvoering van medisch-wetenschappelijk onderzoek is bedoeld voor zowel interne medewerkers als geinteresseerden van buiten het ziekenhuis. INTRODUCTIEDAGEN VOOR NIEUWE ARTS ASSISTENTEN Op de eerste en tweede werkdag van de nieuwe maand organiseert de HagaAcademie de introductiedagen voor nieuwe arts assistenten. Op de eerste introductiedag houdt de wetenschapscoördinator een presentatie over het wetenschapsbureau en over de uitvoering van medisch-wetenschappelijk onderzoek in het HagaZiekenhuis. Arts-onderzoekers kunnen in de nieuwe Haga Bibliotheek van locatie Leyweg in alle rust zoekwerk doen 3 Behandelde onderzoeken De afgelopen jaren nam het aantal onderzoeken dat werd ingediend bij het wetenschapsbureau steeds toe. In 2012 werden er 78 onderzoeken ingediend, terwijl dat er 89 in 2013 waren en 95 in 2014 (Tabel 1). Uit het in november 2014 verschenen STZ Health Outlook 2014 rapport bleek dat het gemiddelde totaal aantal onderzoeken per STZ-ziekenhuis 65 was in 2012 en 79 in 2013. Dat betekent dat het HagaZiekenhuis voor zowel 2012 als 2103 boven het gemiddelde van de STZ ziekenhuizen zat voor wat betreft het aantal onderzoeken. Tabel 1. Onderzoeken 2013 en 2014 2013 2014 Aantal ingediende onderzoeken bij Wetenschapsbureau 89 95 Goedgekeurd door Raad van Bestuur in 2013 69 n.v.t. Goedgekeurd door Raad van Bestuur in 2014 0 57 Afgewezen door Medissch Ethische Toetsings 2 0 Commissie (METC) Teruggetrokken voordat RvB goedkeuring kon verlenen 0 6 Nog lopende goedkeuringsprocedure op 31 dec indieningsjaar 18 32 6 HagaZiekenhuis Wetenschappelijk jaarverslag 2014

Net als in 2013 werden ook in 2014 alle onderzoekers benaderd die bij het wetenschapsbureau in voorgaande jaren onderzoeken hadden ingediend en waarvan nog niet alle documenten ingeleverd waren om goedkeuring te krijgen van de Raad van Bestuur. Van sommige onderzoeken werd in overleg met de studiecoördinator duidelijk dat het nooit tot een uitvoering zou komen, bijvoorbeeld omdat men de financiering niet kon rondkrijgen of omdat men geen tijd had om het onderzoek uit te voeren. De procedure rond deze onderzoeken werd gestaakt en de onderzoeken werden teruggetrokken. Eind 2014 kon de volgende balans opgemaakt worden: 67 van de 78 in 2012 ingediende onderzoeken en 73 van de 89 in 2013 ingediende onderzoeken waren inmiddels goedgekeurd door de Raad van Bestuur. Voor het indieningsjaar 2014 lag dat aantal op 31-12-2014 uiteraard lager (57 van de 95), maar de verwachting is dat een groot deel van de in 2014 ingediende onderzoeken in de loop van 2015 goedgekeurd gaat worden. KENMERKEN VAN ONDERZOEKEN DIE IN 2014 WERDEN INGEDIEND Totaal aantal ingediende onderzoeken in 2014 95 Aantal WMO-plichtige onderzoeken 1 55 Aantal niet WMO-plichtige onderzoeken 36 Aantal multicenter onderzoeken 73 Aantal Haga investigator-initiated onderzoeken 25 Aantal landelijk gecoördineerd investigator-initiated onderzoek 2 6 Aantal industriegesponsorde onderzoeken 23 Aantal onderzoeken met medical devices 3 1 Wet Medischwetenschappelijk Onderzoek met mensen (WMO) 2 O.a. HOVON, BOOG en NVALT Aantal onderzoeken met geneesmiddelen 34 Fase 2 9 Fase 3 12 Fase 4 6 Een kwart van de bij het wetenschapsbureau ingediende onderzoeken in 2014 betrof onderzoek waarbij het HagaZiekenhuis de initiatiefnemer was ( investigator-initiated onderzoek ). Opvallend is dat het HagaZiekenhuis in 2014 vaak deelnemer was van multicenter onderzoeken (77% van de ingediende onderzoeken). De twee afdelingen die in 2014 de meeste onderzoeken hebben ingediend, waren Interne Geneeskunde (inclusief Reumatologie; n=24) en Hematologie (n=14). De afdeling Long geneeskunde, Neurologie en Radiologie hebben ieder zeven onderzoeken ingediend. HagaZiekenhuis Wetenschappelijk jaarverslag 2014 7

FINANCIERING VAN ONDERZOEKEN Wanneer een onderzoek binnen de reguliere zorg valt, wordt een nulbegroting ingediend. Dit is ook het geval wanneer een onderzoeker het onderzoek in zijn vrije tijd uitvoert (vaak bij arts-assistenten) of wanneer een stagiaire is aangetrokken om het onderzoek uit te voeren (vaak bij niet WMO-plichtig onderzoek). Vijfendertig van de 95 in 2014 (37%) ingediende onderzoeken had zo n nulbegroting. Bij 23 ingediende onderzoeken betaalde de industrie de kosten, terwijl bij zes onderzoeken landelijke organisaties als HOVON en BOOG een vergoeding beschikbaar stelden. In twaalf gevallen werd het onderzoek bekostigd door andere ziekenhuizen waarmee werd samengewerkt. Bij drie onderzoeken werd (een deel van) de kosten gefinancierd vanuit het wetenschapsfonds. WETENSCHAPSFONDS Het HagaZiekenhuis heeft een wetenschapsfonds bedoeld voor wetenschappelijk onderzoek dat binnen het HagaZiekenhuis wordt geïnitieerd en uitgevoerd. Middelen uit dit fonds worden aan onderzoeksinitiatieven die in het HagaZiekenhuis plaatsvinden toegekend volgens een standaardprocedure op basis van advisering door de wetenschapscommissie. Het wetenschapsfonds wordt gevuld met gelden verkregen uit bijdragen van de Raad van Bestuur. Daarnaast is in het wetenschapsbeleid vastgelegd dat bij industriegesponsorde onderzoeken 8% van de inkomsten van het onderzoek afgedragen moet worden aan het wetenschapsfonds. In 2014 werden drie subsidieaanvragen bij het wetenschapsfonds ingediend. Dit is de helft minder dan het jaar daarvoor. Eén aanvraag werd gehonoreerd. De andere twee aanvragen waren eind 2014 nog niet afgerond (Tabel 2). Tabel 2. Subsidieaanvragen wetenschapsfonds 2013 2014 Aanvragen gehonoreerd 5 1 Aanvragen afgewezen 1 0 Nog lopende aanvragen 0 2 Totaal aanvragen 6 3 In het overzicht hieronder is te zien dat de inkomsten van het wetenschapsfonds in 2014 bestonden uit een bijdrage door de Raad van Bestuur. Eind 2014 was er een batig saldo van ruim 70K over het boekjaar en een cumulatief batig saldo van ruim 270K. 8 HagaZiekenhuis Wetenschappelijk jaarverslag 2014

OVERZICHT WETENSCHAPSFONDS Omschrijving Inkomen Uitgaven Balans Project nummer Beginstand 01-01-2014 202.173,01 Bijdrage RvB 100.000,00 Subsidieaanvraag T14-039 25.000,00 Hagadissertatie 2.260,60 Bijdrage proefschriften 1.500,00 Chanfleury prijs 1.000,00 Mutaties 2014 100.000,00 29.760,60 70.239,40 Eindbalans 2014 272.412,41 HAGASCOOP De HagaScoop is het wetenschappelijk tijdschrift van het HagaZiekenhuis, uitgegeven door de HagaAcademie, met daarin artikelen over de wetenschappelijke onderzoeken die gedaan worden in het ziekenhuis. De redactie wordt gevormd door de decaan van de HagaAcademie (dr. T.C.A.M. (Theo) van Woerkom), de medisch informatiespecialist (mw. dr. M.A.E. (Marijke) Mol), de wetenschapscoördinator en senior communicatieadviseur (mw. E.G. (Elly) van Schaik). Mw. Van Schaik is ook verantwoordelijk voor de eindredactie, productie en coördinatie van de HagaScoop. In 2014 is de HagaScoop drie keer verschenen. Nummer 1 was geheel gewijd aan dr. P.W. (Pierre) Wijermans die als hematoloog afscheid nam van het HagaZiekenhuis. Nummer 2 stond in het teken van CAT (clinical appraisal of a topic). Nummer 3 was een supplement met alle ingezonden abstracts van de Haga Wetenschapsdag 2014. HAGASCOOP DISSERTATIEREEKS Een proefschrift van promotieonderzoek komt in aanmerking om opgenomen te worden in de HagaScoop Dissertatiereeks als minimaal de helft is uitgevoerd in het HagaZiekenhuis, de promovend(a)(us) gedurende minimaal driekwart van het promotietraject werkzaam was in het HagaZiekenhuis en de (co-)promotor werkzaam is in het HagaZiekenhuis. In 2014 is één proefschrift opgenomen in de HagaScoop Dissertatiereeks. Het betreft het volgende proefschrift: Titel proefschrift: Optimal dosing strategy for prothrombin complex concentrate Door: N. (Nakisa) Khorsand Op: 22 oktober 2014 (Rijksuniversiteit Groningen) HagaZiekenhuis Wetenschappelijk jaarverslag 2014 9

HagaWetenschap op de website Op de website www.hagaziekenhuis.nl/wetenschap zijn de nummers van HagaScoop, de wetenschappelijk jaarverslagen, de Haga Promotiereeksen, de abstractenboeken te downloaden. Ook is er informatie te vinden over het Wetenschapsbureau van de Haga Academie en de procedure wetenschappelijk onderzoek. Senior communicatieadviseur E.G. (Elly) van Schaik is verantwoordelijk voor de wetenschapswebsite van het HagaZiekenhuis. Groepssites op intranet Het HagaZiekenhuis heeft op intranet een groepssite HagaWetenschap en een groepssite Wetenschapsdag. Beide sites kunnen door medewerkers van het HagaZiekenhuis worden geraadpleegd. Ook het digitaal inschrijven voor de Wetenschapsdag en het indienen van abstracts loopt via de groepssite. De groepssite HagaWetenschap wordt door J. (Joke) van de Wetering van de HagaAcademie bijgehouden. De groepssite Wetenschapsdag en abstracten worden bijgehouden door E.G. (Elly) van Schaik van afdeling Communicatie. 4 Haga Wetenschapsdag 2014 De wetenschapscommissie organiseert samen met het Congresbureau en afdeling Communicatie de jaarlijkse Haga Wetenschapsdag. Deze dag is vooral bedoeld om het medisch-wetenschappelijk onderzoek van arts-assistenten en research verpleegkundigen extra aandacht te geven. De 39e Haga Wetenschapsdag vond plaats op 20 november 2014 in het Auditorium van het HagaZiekenhuis. Er waren 133 deelnemers aanwezig. Dit jaar werden er 43 abstracts ingediend. Ook dit jaar vond er een selectie plaats op basis van de inhoud van het ingestuurde abstract. Uit de inzendingen werden door de wetenschapscommissie zes abstracts uitgekozen voor een korte orale presentatie tijdens de zogenaamde poster walk. Ook werden vier abstracts gekozen voor een orale presentatie. Uit de overige abstracts werden er 29 uitgekozen voor een poster. Dr. Johanneke Portielje (Interne Geneeskunde) hield een voordracht getiteld Ouderen en kanker: Kansen voor wetenschappelijk onderzoek. Tijdens de wetenschapsdag werden de volgende prijzen uitgereikt: yde posterprijs is dit jaar gegaan naar mw. drs. M. (Marjolijn) Akkermans van de afdeling Kindergeneeskunde voor de poster Risk factors for iron deficiency and iron deficiency anemia in late preterm infants at the age of 6. De prijs werd uitgereikt door de voorzitter van de wetenschapscommissie en de wetenschapscoördinator. yde dr. Chanfleury van IJsselsteinprijs is dit jaar gegaan naar mw. drs. L. (Lieke) Uijterschout van de afdeling Kindergeneeskunde voor haar proefschrift Iron deficiency in childhood. Lieke onderzocht in drie verschillende studies het ijzergehalte bij kinderen en op basis hiervan maakte zij haar proefschrift. Prof. dr. Daan Touw, hoogleraar Bioanalyse, Therapeutic Drug Monitoring en Klinische Toxicologie aan de Rijksuniversiteit Groningen, was speciaal voor de gelegenheid vanuit Groningen naar het HagaZiekenhuis gekomen om het juryrapport voor te lezen en aan Lieke de prijs te overhandigen. Daarna hield zij een voordracht over haar proefschrift. yde vakgroep Orthopedie kreeg de vierjaarlijkse dr. L.J. Endtzprijs. Deze prijs is bedoeld voor de afdeling of het specialisme die de afgelopen vier jaar wetenschappelijk het best gepresteerd heeft. De prijs wordt beschikbaar gesteld door de Raad van Bestuur. Omdat de prijs dit jaar 25 jaar bestond, hield dr. T.C.A.M. (Theo) van Woerkom, decaan HagaAcademie, een verhaal over dr. Endtz, voormalig opleider Neurologie in het HagaZiekenhuis. Prof. dr. H. (Hubert) Endtz, de zoon van dr. Endtz, reikte de prijs uit samen met dr. K. (Karel) Rondaij, directeur Medische zaken HagaZiekenhuis. 10 HagaZiekenhuis Wetenschappelijk jaarverslag 2014

Op de foto [vlnr]: Pierre Wijermans, voorzitter wetenschapscommissie, Marjolijn Akkermans, aios Kindergeneeskunde en Femke van der Sman, wetenschapscoördinator Op de foto: Daan Touw en Lieke Uijterschout Op de foto [vlnr]: Dolf Westerhuis, Bart Pijls en Kennard Harmsen, allen aios Orthopedie, Hubert Oostenbroek, orthopeed, Paulien van Kampen, wetenschapscoördinator, Karel Ronday, directeur medische zaken HagaZiekenhuis en Hubert Endtz, professor Tropische Bacteriologie EMCR Het werd een bijzondere avond, de Haga Wetenschapsdag op 20 november 2014. Behalve de jaarlijkse Chanfleury van IJsselsteinprijs en de prijs voor beste poster werd dit jaar ook de Dr. L.J. Endtzprijs uitgereikt. Deze laatste wisselprijs wordt maar om de vier jaar gegeven. HagaZiekenhuis Wetenschappelijk jaarverslag 2014 11

5 Vooruitblik 2015 Sinds de implementatie van de tweede versie van het wetenschappelijke beleidsplan bleek het nodig om de verschillende processen nog verder te optimaliseren. In 2015 zal daarom het beleidsplan verder uitgewerkt gaan worden met onder andere financiële spelregels. In 2014 is een start gemaakt met de kwaliteitsborging van de procedure omtrent de uitvoering van medisch-wetenschappelijk onderzoek. De kwaliteitsborging zal in 2015 verder vorm gaan krijgen. Onderdelen daarvan zijn het in 2015 aan te schaffen datamanagementsysteem waarin onderzoekers hun studiedata gaan vastleggen, het opleiden van monitors en het opstellen van een kwaliteitshandboek. Vanaf 2016 stelt de STZ als eis dat al het investigator-initiated onderzoek gemonitord wordt. In 2015 zal een ziekenhuisbreed monitorplan opgesteld worden zodat alvast een start gemaakt kan worden met het monitoren. In 2015 wordt ingezet op een verdere professionalisering van het wetenschapsbureau door de aanschaf van een studieregistratiesysteem. Het doel is om de locale goedkeuringsprocedure van studies te automatiseren en om de voortgang van de studies te monitoren. Naast de GCP-cursus is het vanaf medio 2015 voor onderzoekers mogelijk om de e-learning module Basiscursus Regelgeving en Organisatie voor Klinisch onderzoekers (e-brok) te volgen. De STZ zal de e-brok cursus vanaf 2016 verplicht gaan stellen voor alle hoofdonderzoekers van investigator-initiated onderzoek dat onder de reikwijdte van de WMO valt. 6 Jaaroverzicht per afdeling Publicaties en abstracts uit 2014 waaraan medewerkers van het HagaZiekenhuis hebben bijgedragen per afdeling. Sommige items komen bij meer dan één afdeling voor. ANESTHESIOLOGIE Publicaties yuijterschout L, Vloemans J, Vos R, Teunisse PP, Hudig C, Bubbers S, Verbruggen S, Veldhorst M, de Leeuw T, van Goudoever JB, Brus F. Prevalence and risk factors of iron deficiency in healthy young children in the southwestern Netherlands. J Pediatr Gastroenterol Nutr 2014;58(2):193-8. Abstracts y Pothof A, Van Huijstee PJ, Steup WH, De Haas JAM, Uiterwijk H. The added value of the Vivasight double lumen tube for video-assisted thoracoscopic surgery: A performance and cost-effectiveness analysis. Interactive Cardiovascular and Thoracic Surgery 2014;18:S55. 12 HagaZiekenhuis Wetenschappelijk jaarverslag 2014

APOTHEEK Projecten Naam project: Het ontwikkelen van farmacotherapeutische zorgpaden Projectleider: A. (Annemieke) Sobels In samenwerking met de betrokken medisch specialisten wordt de zorg ingericht in zogenaamde farmacotherapeutische zorgpaden. De introductie van deze zorgpaden heeft als doel het verbeteren van individuele farmaceutische zorg door integrale begeleiding, registratie en evaluatie van het geneesmiddelengebruik van patiënten. De zorgpaden zijn per indicatie ingericht en bevatten een of meerdere geneesmiddelen. Daarnaast worden ook diagnostiek, evaluatiemomenten en uitkomstmaten vastgelegd. De zorgpaden worden zo flexibel ingericht dat zij voor ca. 90% van de patiënten een oplossing bieden. De zorgpaden zijn zoveel mogelijk evidence-based. Periodieke evaluatie kan leiden tot bijstelling van de zorgpaden. Naam onderzoek: PROSAB-studie: prostaatweefselspiegels van antibiotica Projectleider: A. (Annemieke) Sobels Postoperatieve bacteremie en prostatitis zijn bekende complicaties na een transurethrale resectie van de prostaat (TURP) ondanks antibiotische profylaxe. Het was onduidelijk of met de huidige antibiotica adequate concentraties in de prostaat behaald worden. Met dit onderzoek is gekeken of de benodigde concentratie behaald wordt in de prostaat na een eenmalig gift ciprofloxacine po of cefazoline iv en wat de relatie is met de bloedspiegel. Hiervoor is bij 30 patiënten die een TURP ondergingen de antibioticaconcentratie in prostaatweefsel en bloed bepaald. Uit de resultaten bleek dat met beide middelen een adequate concentratie in het prostaatweefsel werd bereikt en ze geschikt lijken als antibiotische profylaxe bij een TURP. Naam onderzoek: Invloed van CYP2C8 polymorfismen op de dalconcentratie van imatinib Projectleider: S. (Sander) Kouwen Imatinib wordt ingezet bij de behandeling van patiënten met chronisch myeloide leukemie (CML) en gastrointestinale stromale tumoren (GIST). Het behalen van een bepaalde dal concentratie heeft een positief voorspellende waarde op de klinische uitkomst. In de praktijk worden grote verschillen in dalconcentraties gevonden. In dit onderzoek wordt gekeken of bekende polymorfismen in het gen wat codeert voor het metaboliserende leverenzym CYP2C8 van invloed zijn op de dalconcentratie. Hiervoor is van circa 40 patienten met CML of GIST informatie informatie verzameld over genotypes en dalconcentratie. Resultaten worden momenteel uitgewerkt. Naam project: Optimalisatie van tobramycine verneveling bij patiënten met cystic fibrosis Projectleider: A. (Annelies) van Velzen Progressieve longziekte is de belangrijkste oorzaak van morbiditeit en mortaliteit bij cystic fibrosis (CF). Het voorkómen en onderdrukken van longinfecties met antibiotica is daarom een prominent onderdeel van de behandeling. Door deze antibiotica te vernevelen worden hoge concentraties lokaal in de longen bereikt, terwijl de systemische blootstelling en toxiciteit beperkt blijft. Chronische verneveltherapie met tobramycine, een veel gebruikt antibioticum bij CF, vermindert het aantal exacerbaties en ziekenhuisopnames en verbetert de longfunctie en kwaliteit van leven. Ondanks het succes van antibiotica verneveling, kleven er ook nadelen aan de therapie. HagaZiekenhuis Wetenschappelijk jaarverslag 2014 13

Met de conventionele vernevelaars wordt een relatief lage en variabele longdepositie van 5-15% van de oorspronkelijke dosis behaald, waarbij de zieke kleine luchtwegen bij CF mogelijk suboptimaal worden behandeld. Daarnaast kost standaard verneveltherapie relatief veel tijd, waardoor de therapietrouw laag is. In de afgelopen jaren zijn nieuwe vernevelaars op de markt gekomen om verneveltherapie te verbeteren, waaronder de zogenaamde smart nebulisers. Bij smart nebulising wordt de medicijnafgifte volledig elektronisch gecontroleerd en wordt de aerosol afgifte afgestemd op het individuele ademhalingspatroon van de patiënt. Hierdoor kan maar liefst een longdepositie van 60-80% behaald worden, met een kleinere spreiding in longdosis en in een kortere verneveltijd vergeleken met conventionele verneveling. De vernevelaars zijn echter nog niet of slechts beperkt onderzocht bij patiënten met CF. In nauwe samenwerking met de afdeling Longziekten zijn er klinische studies met de I-neb en Akita-JET smart nebulisers uitgevoerd bij zowel kinderen als volwassenen met CF. Primaire eindpunten waren de longdepositie en veiligheid van tobramycine verneveling, waarbij farmacokinetiek als surrogaat parameter is toegepast. Verneveltijd, gebruiksgemak en kwaliteit van leven waren secundaire eindpunten. De resultaten van deze onderzoeken zullen bijdragen aan het vaststellen van de toegevoegde waarde van geoptimaliseerde en geïndividualiseerde tobramycine verneveltherapie in de routine behandeling van CF. Naam project: Het effect van medicatieverificatie bij IC-opname en ontslag Projectleider: L. (Liesbeth) Bosma Er is slechts beperkte literatuur beschikbaar over het optreden van medicatiefouten tijdens overdracht bij IC opname en ontslag. Het is ook niet duidelijk of medicatieverificatie bij IC-opname en ontslag leidt tot een afname van deze fouten. We hebben daarom een verificatie- en communicatiemodel ontwikkeld (TIM) waarbij er bij opname op de IC binnen 24 uur een verificatie met de patiënt gedaan wordt naar thuismedicatie en vervolgens bij ontslag een verificatie met de IC-arts. Deze dubbele interventie heeft tot doel het reduceren van IC overdrachtsfouten zoals het onbedoeld discontinueren van chronische medicatie en het onbedoeld continueren van tijdelijke IC medicatie. Het TIM-onderzoek is uitgevoerd in het Haga en het Erasmus Medisch Centrum (EMCR) in 2013 en 2014 en bestond uit een nulmeting van 2x14 weken en een effectmeting van 2x14 weken. Een studieprotocol is geschreven en wordt binnenkort gepubliceerd. De voorlopige resultaten van de nulmeting zijn gepresenteerd tijdens de NVZA dagen. Data is verwerkt in het CRF en wacht op een cross-check, waarna analyse en verdere uitwerking plaats kan vinden. Naam project: Het effect van deelname van een apotheker tijdens IC visites in 2 verschillende centra Projectleider: L. (Liesbeth) Bosma In het Haga is een aantal jaar geleden een IC- apothekermodel ontwikkeld en is gestart met vaste deelname van een ziekenhuisapotheker aan de IC-visite. Dit model is in 2010 overgenomen in het EMCR. In beide ziekenhuizen is gedurende een periode van een paar maanden het aantal interventies dat de ziekenhuisapotheker tijdens de IC-visite doet, vastgelegd. De interventies zijn vervolgens verder uitgewerkt: Opvolging (acceptatie), typering en relevantie is per interventie vastgesteld. De relevantie is gescoord door een ziekenhuisapotheker en een internist-intensivist, volgens de Overhage methodiek. Bij verschillen in score is consensus bereikt. Ruim 600 interventies zijn vastgelegd in een CRF, er heeft een volledige cross-check van de data plaatsgevonden. De uitkomsten van beide ziekenhuizen worden op dit moment met elkaar vergeleken en er wordt gewerkt aan 2 publicaties over deze data (kwaliteit en kosten). 14 HagaZiekenhuis Wetenschappelijk jaarverslag 2014

Publicaties yaarts N, Noordam R, Hofman A, Tiemeier H, Stricker BH, Visser LE. Utilization patterns of antidepressants between 1991 and 2011 in a population-based cohort of middle-aged and elderly. Eur Psychiatry 2014;29(6):365-70. yaarts N, Akoudad S, Noordam R, Hofman A, Ikram MA, Stricker BH, Visser LE, Vernooij MW. Inhibition of serotonin reuptake by antidepressants and cerebral microbleeds in the general population. Stroke 2014;45(7):1951-7. yberkhout MC, van Velzen AJ, Touw DJ, de Kok BM, Fokkens WJ, Heijerman HGM. Systemic absorption of nasally administered tobramycin and colistin in patients with cystic fibrosis. J Antimicrob Chemother 2014;69(11):3112-5. ybrinkman JN, Hunfeld NGM, Melief PHGJ. Double arrest - Amphetamine fatality in a 31-year-old male: A case report. Netherlands Journal of Critical Care 2014;18(2):17-20. ycheung K, Aarts N, Noordam R, van Blijderveen J, Sturkenboom M, Ruiter R, Visser L, Stricker B. Antidepressant use and the risk of suicide: A population-based cohort study. J Affect Disord 2014;174C:479-84. yde Keyser CE, Koehler EM, Schouten JNL, Visser LE, Hofman A, Janssen HLA, Stricker BH. Statin therapy is associated with a reduced risk of non-alcoholic fatty liver in overweight individuals. Dig Liver Dis 2014;46(8):720-5. yde Keyser CE, Peters BJM, Becker ML, Visser LE, Uitterlinden AG, Klungel OH, Verstuyft C, Hofman A, Maitland-van der Zee A-H, Stricker BH. The SLCO1B1 c.521t>c polymorphism is associated with dose decrease or switching during statin therapy in the Rotterdam Study. Pharmacogenet Genomics 2014;24(1):43-51. ydijkmans A, Wilms E, Kamerling I, Birkhoff W, Ortiz-Zacarias N, van Nieuwkoop C, Verbrugh H, Touw D. Colistin: revival of an old polymyxin antibiotic. Ther Drug Monit 2014 Dec 29. [E-pub ahead of print] ydijkmans AC, Wilms EB, Kamerling IMC, Birkhoff W, van Nieuwkoop C, Verbrugh HA, Touw DJ. [Practical guideline for the use of colistin]. Ned Tijdschr Geneeskd 2014;158:A7445. ykhorsand N, Kooistra H, van Hest R, Veeger N, Meijer K. A systematic review of prothrombin complex concentrate dosing strategies to reverse vitamin K antagonist therapy. Thromb Res 2014 Nov 22. [E-pub ahead of print] ykooistra H, Veeger N, Khorsand N, Kluin-Nelemans H, Meijer K, Piersma-Wichers M. Long-term quality of VKA treatment and clinical outcome after extreme overanticoagulation in 14,777 AF and VTE patients. Thromb Haemost 2014;113(3). yleusink M, de Keyser CE, Onland-Moret NC, Hofman A, Visser LE, Stricker BH, de Bakker PIW, de Boer A, Van Schaik RHN, Maitland-van der Zee A. No association between CYP3A4*22 and statin effectiveness in reducing the risk for myocardial infarction. Pharmacogenomics 2014;15(11):1471-7. ymitrov-winkelmolen L, Oude Engberink RD, Roelofs R, Ponjee GAE, Vleming LJ, Wilms EB, Geelhoed-Duijvestijn NHLM. [Metformin, renal function and lactate: the MetClear Study]. Ned Tijdschr Geneeskd 2014;158(5):A6266. ythomassen BJW, Touw D, Van Der Woude P, Van Der Flier RE, Veld BA. Safety of blood reinfusion after local infiltration analgesia with ropivacaine in total knee arthroplasty. International Journal of Clinical Pharmacology and Therapeutics 2014;52(2):135-42. yvan Maarseveen EM, Bouma A, Touw DJ, Neef C, van Zanten ARH. Design and prospective validation of a dosing instrument for continuous infusion of vancomycin: a within-population approach. European Journal of Clinical Pharmacology 2014;17(11):1353-9. HagaZiekenhuis Wetenschappelijk jaarverslag 2014 15

Abstracts yvan Velzen AJ, Berkhout MC, Touw DJ, de Kok BM, Heijerman HGM. Pharmacokinetics of nasally administered tobramycin, colistin sulphomethate sodium and a combination of tobramycin and colistin sulphomethate sodium. Journal of Cystic Fibrosis 2014;13:S57. yvan Velzen AJ, Uges JWF, Le Brun PPH, Shahbabai P, Touw DJ, Heijerman HGM. Influence of breathing pattern on pulmonary aerosol deposition in patients with cystic fibrosis (CF): A pharmacokinetic approach. Journal of Cystic Fibrosis 2014;13:S30. Letters yschipper EM, De Graaff LCG, Koch BCP, Brkic Z, Wilms EB, Alsma J, Schuit SCE. A new challenge: Suicide attempt using nicotine fillings for electronic cigarettes. British Journal of Clinical Pharmacology 2014;78(6):1469-71. GYNAECOLOGIE EN OBSTETRIE Onderzoekslijnen Onderzoekslijn: HPV en (pre) maligne afwijkingen cervix, vagina en vulva Projectleider: B.W.J. (Bart) Hellebrekers en A.M.L. (Anne-Marie) van Haaften-de Jong Korte omschrijving onderzoekslijn: Op oncologisch gebied is er al jaren een intensieve samenwerking met de afdeling Experimental Cancer Immunology and Therapy van het LUMC. Naast deelname aan eerdere studies met het therapeutische HPV16 peptide vaccin bij vrouwen met een laag-gradige of hoog-gradige pre-maligne afwijking van de cervix is er recent, mede op initiatief van de vakgroep gynaecologie van het HagaZiekenhuis, gestart met een onderzoek naar genetische polymorphismen bij het familiair voorkomen van het cervix carcinoom en premaligne afwijkingen ( Shutdown of innate and adaptive immune response signals by human papillomavirus. Presence of genetic polymorphisms in familiar cervical carcinoma and familiar high grade CIN lesions ) en wordt er al jaren deelgenomen aan de CIRCLE studie ( Cellular Immune Reactivity in Cervical Lesions ). Onderzoekslijn: Pathogenese en Preventie van Adhesies Projectleider: B.W.J. (Bart) Hellebrekers Korte omschrijving onderzoekslijn: Deze onderzoekslijn kent een lange historie die voortborduurt op het proefschrift van Hellebrekers uit 2002 en heeft geleid tot de start in 2011 van een placebo gecontroleerde studie met Simvastatine bij de preventie van postoperatieve adhesies in samenwerking met het Gaubius instituut, TNO preventie en gezondheid, in Leiden en het LUMC. De verwachting is dat er na deze pilot-studie bij patiënten die een abdominale uterusex tirpatie ondergaan er vervolgstudies zullen worden opgezet bij verschillende andere patiëntengroepen. De pilot studie is inmiddels afgerond en in 2015 zullen de resultaten bekend worden na metingen in al het verzamelde plasma en peritoneumvloeistof. Onderzoekslijn: IJzermetabolisme in zwangerschap en kraambed Projectleider: A.H. (Hanneke) Feitsma Korte omschrijving onderzoekslijn: Deze onderzoekslijn is opgezet door Hanneke Feitsma in samenwerking met de afdeling Hematologie van het HagaZiekenhuis en richt zich op onderzoek naar de rol van hepcidine in de regulatie van het ijzermetabolisme en de behandeling van anaemie bij kraamvrouwen. 16 HagaZiekenhuis Wetenschappelijk jaarverslag 2014

Hepcidine is een antimicrobiëel peptidehormoon, dat een centrale rol speelt in de systemische ijzerhomeostase. Waarschijnlijk speelt hepcidine ook een belangrijke rol in de regulatie van het ijzermetabolisme van zwangere vrouwen. We voeren een prospectieve studie uit om concentratie en normaalwaarden van serumhepcidine (nm) te bepalen bij zwangeren in het 1e,2e,3e trimester van de zwangerschap en postpartum, en we bepalen de associatie tussen hepcidine en de ijzerstatus. Behandelen we wel juist met orale ijzersuppletie in de zwangerschap? Postpartum komt een ernstige (ijzergebreks)anemie voor in 10% van de kraamvrouwen. Dit veroorzaakt maternale morbiditeit. Het toedienen van erytrocytenconcentraat kent risico s en er is een groeiend tekort aan bloeddonoren. Is het gebruik van parenteraal ijzer een alternatief? We voeren een studie uit naar de werkzaamheid en veiligheid van parenteraal ijzer(iii)carboxymaltose versus bloedtransfusie bij patiënten transfusiebehoefte binnen 72 uur postpartum. Projecten Naam project: TeMpOH-1 Projectleider: A.H. (Hanneke) Feitsma en M.E. (Marloes) Van Huizen Transfusion strategies in women during Major Obstetric Haemorrhage (TeMpOH-1). Study to determine the effect of early administration of plasma and platelets alongside RBCs on the clinical course of women with obstetric haemorrhage compared to administration at a later stage in treatment. Naam project: TeMpOH-3 Projectleider: A.H. (Hanneke) Feitsma en M.E. (Marloes) Van Huizen Prophylactic radiological interventions to prevent major obstetric Haemorrhage in patients at high risk of abnormally invasive placenta. Study to assess the effect of preoperative, prophylactic arterial catheterization on the occurrence of major obstetric haemorrhage, transfusion requirements, maternal morbidity and mortality in patients at high risk of AIP who undergo an elective caesarean delivery, compared to the omission of this intervention. Naam project: Probaat II Projectleider: A.H. (Hanneke) Feitsma en M.E. (Marloes) Van Huizen Induction of labour with a foley catheter and misoprostol at term. Study to assess in term pregnant women with an unfavorable cervix (Bishop score < 6) the effectiveness of induction of labor with a transcervical Foley catheter as compared to induction with oral misoprostol. Naam project: GlucoMOMS: Effectiveness of continuous glucose monitoring during diabetic pregnancy Projectleider: A.H. (Hanneke) Feitsma en M.E. (Marloes) Van Huizen Hyperglycemia in pregnancy is associated with poor perinatal outcome. Even if pregnant women with diabetes are monitored according to current guidelines, they do much worse than their normoglycemic counterparts. The Continuous Glucose Monitoring System (CGMS) is an efficacious new method to optimize glucose control in pregnant women with diabetes. In the present proposal, we aim to assess the effectiveness, costs and cost-effectiveness of the use of the CGMS to optimize glycemic control during diabetic pregnancies and reduce macrosomia, relative to standard control methods. HagaZiekenhuis Wetenschappelijk jaarverslag 2014 17

Naam project: Florence study Projectleider: A.H. (Hanneke) Feitsma en M.E. (Marloes) Van Huizen Fear of childbirth in relation to preference of place and mode of giving birth. Naam project: MBCP-study Projectleider: A.H. (Hanneke) Feitsma en M.E. (Marloes) Van Huizen Mindfulness based childbirth and parenting program for stressed pregnant women and their partners. Naam project: Healthy Pregnancy For all pre-conception Projectleider: A.H. (Hanneke) Feitsma en M.E. (Marloes) Van Huizen Goals of the preconception care experiment are 1) to assess the efficacy of the program 2) to assess the extent to which the program succeeds in reaching high risk groups and 3) to identify factors that are associated with successful or unsuccessful implementation of programmatic preconception care. Additional points of the program are inventarisation of the prevalence of preconceptional risk factors, introduction of Peer Educators Perinatal Health in municipalities and education on reproductive health and fertility. Naam project: Healthy Pregnancy For all risk assessment Projectleider: A.H. (Hanneke) Feitsma en M.E. (Marloes) Van Huizen The aims of the study are 1) to investigate the effectiveness of systematic approach in antenatal healthcare on adverse pregnancy outcomes (primarily prematurity and smallfor-gestational-age) and 2) to assess the efficacy of implementation (measured by the number of R4Us filled by the health care professional, the performance of multidisciplinary deliberations and patient and healthcare professional satisfaction). Naam project: NethOSS - Netherlands Obstetric Surveillance System Projectleider: A.H. (Hanneke) Feitsma en M.E. (Marloes) Van Huizen Study to 1) determine the incidence of three specific forms of maternal morbidity (e.g. Eclampsia; Cardiac Arrest and Amniotic Fluid Embolism (AFE)) in a consecutive two-year timeframe in the Netherlands. 2) To compare management strategies in cases of eclampsia compared to a control group of women with severe preeclampsia without eclampsia. 3) To design a prediction model for eclampsia. Naam project: Superstudie Projectleider: Q.D. (Quirine) Pieterse en B. (Bernd) Berning Superovulation in intra uterine insemination: FSH or clomifene citrate? Study to determine which ovarian superstimulation regimen (FSH or CC) aiming to recruit only two dominant follicles should be applied in IUI in couples with unexplained subfertility or mild male factor subfertility. Naam project: SINERGY-study: Stepped ImplementatioN of Enhanced Recovery in GynaecologY Projectleider: A.M.L. (Anne-Marie) van Haaften-de Jong A cluster randomised controlled trial of a stepped implementation strategy that aims at the normalisation of the Enhanced Recovery After Surgery programme in major gynaecological surgery. 18 HagaZiekenhuis Wetenschappelijk jaarverslag 2014

Publicaties yde Vos van Steenwijk P, van Poelgeest MIE, Ramwadhdoebe TH, Lowik MJG, Berendsvan der Meer D, van der Minne CE, Loof NM, Stynenbosch LFM, Fathers LM, Valentijn AR, Oostendorp J, Osse EM, Fleuren GJ, Nooij L, Kagie MJ, Hellebrekers BWJ, Melief CJM, Welters MJP, van der Burg SH, Kenter GG. The long-term immune response after HPV16 peptide vaccination in women with low-grade pre-malignant disorders of the uterine cervix: a placebo-controlled phase II study. Cancer Immunol Immunother 2014;63(2):147-60. yjozwiak M, ten Eikelder M, Oude Rengerink K, de Groot C, Feitsma H, Spaanderman M, van Pampus M, de Leeuw JW, Mol BW, Bloemenkamp K. Foley catheter versus vaginal misoprostol: randomized controlled trial (PROBAAT-M study) and systematic review and meta-analysis of literature. Am J Perinatol 2014;31(2):145-56. yschüttauf RJC, Hellebrekers BWJ. Fetal ingestion of an amniotic band: how rare is it? Case Rep Perinat Med 2014;4(1):49 50. yuijterschout L, Vloemans J, Rovekamp-Abels L, Feitsma H, van Goudoever JB, Brus F. The influences of factors associated with decreased iron supply to the fetus during pregnancy on iron status in healthy children aged 0.5 to 3 years. J Perinatol 2014;34(3):229-33. yvan Esch EMG, Tummers B, Baartmans V, Osse EM, ter Haar N, Trietsch MD, Hellebrekers BWJ, Holleboom CAG, Nagel HTC, Tan LT, Fleuren GJ, van Poelgeest MIE, van der Burg SH, Jordanova ES. Alterations in classical and nonclassical HLA expression in recurrent and progressive HPV-induced usual vulvar intraepithelial neoplasia and implications for immunotherapy. Int J Cancer 2014;135(4):830-42. Abstracts ybroekhuijsen K, van Baaren GJ, van Pampus M, Sikkema M, Woiski M, Oudijk M, Bloemenkamp K, Scheepers H, Bremer H, Rijnders R, van Loon A, Perquin D, Sporken J, Papatsonis D, van Huizen M, Vredevoogd C, Brons J, van Kaam A, Groen H, Porath M, Mol B, Franssen M, Langenveld J. Delivery versus expectant monitoring for late preterm hypertensive disorders of pregnancy (HYPITAT-II): a multicenter, open label, randomized controlled trial. American Journal of Obstetrics and Gynecology 2014;210(1):S2-S3. yvan Elzakker E, Thijssen S, Schoondermark-Stolk S,Visser C, Sprij A, Ottervanger P. Intrapartum gbs screening in a delivery room with an on demand pcr: a feasability study. 24 th ECCMID 2014 https://www.escmid.org/escmid_library/online_lecture_ library/?search=1&current_page=1&search_term=elzakker HARTCENTRUM Projecten Naam project: BioResort Projectleider: Dr. C.E. (Carl) Schotborgh Comparison of BIOdegradable Polymer and DuRablE Polymer Drug-eluting Stents in an All-COmeRs PopulaTion. Stents: Orsiro (Biotronik), Resolute Integrity (Medtronic), Synergy (Boston Scientific) Prospectief, gerandomiseerd, single geblindeerde multicenter onderzoek in een All Comers Population (PCI), met 1:1:1 randomisatie voor type drug eluting stent en stratificatie voor diabetes mellitus. HagaZiekenhuis Wetenschappelijk jaarverslag 2014 19

Dit onderzoek is opgezet om de veiligheid en effectiviteit te evalueren van twee circumferentiele biodegradable polymer drug-eluting stents (Orsiro en Synergy) ten opzichte van een conventionele durable polymer drug-eluting stent (Resolute Integrity). De resultaten kunnen helpen om een bepaalde stent bij een bepaalde populatie van patiënten te gebruiken. Naam project: Compare Acute Projectleider: Dr. C.E. (Carl) Schotborgh Fractional Flow reserve guided Primary Multivessel Percutaneous Coronary Intervention to Improve Guideline Indexed Actual standard of care for Treatment of ST-elevation Myocardial Infarction in Patients with Multivessel Coronary Disease, Multicenter, prospective, randomized, blinded FFR study. Aantonen dat FFR gestuurde complete revascularisatie van alle flow belemmerende stenosis in de niet infarct gerelateerde bloedvaten binnen dezelfde procedure als de primaire PCI of binnen dezelfde opname de klinische uitkomsten verbeteren ten opzichte van de gestageerde procedure, gestuurd door een bewijs van ischemie of klinisch beslissing op basis van de bestaande richtlijnen. Naam project: DAPT-STEMI Projectleider: Dr. C.E. (Carl) Schotborgh Prospective, Randomized, Open Label Trial of 6 Months versus 12 Months Dual Antiplatelet Therapy After Drug-Eluting Stent Implantation In ST-elevation Myocardial Infarction. Patienten met primaire PCI vanwege een acuut myocardinfarct en bij wie een drug-eluting stent (DES) wordt geïmplanteerd. Onderzoekt of 6 maanden DAPT een even goed klinisch resultaat geeft als DAPT gedurende 12 maanden na PCI met DES en STEMI Naam project: EXPLORE Projectleider:? Multi-center, randomized trial to study the impact of percutaneous coronary intervention on left ventricular function in patients with a non-infarct related chronic total occlusion after ST-elevation myocardial infarction. Het doel van dit onderzoek is te bepalen of het openen van een al langer afgesloten vat door middel van een PCI in de herstelperiode na een hartinfarct de pompfunctie van het hart verbetert. Deze strategie wordt vergeleken met de standaardbehandeling met medicijnen. Naam project: Pavane Projectleider: Dr. V. (Vincent) van Driel Multicenter, prospective, randomized, open-label study. To evaluate the efficacy of PVI through RF ablation therapy in patients 70 years who have not been treated with amiodarone in the past. Aantonen dat PVI ablatie mbv RF superieur is aan medicamenteuze behandeling met amiodarone bij het voorkomen van recidief AF in patiënten ouder dan 70 jaar met symptomatisch paroxysmaal AF. 20 HagaZiekenhuis Wetenschappelijk jaarverslag 2014

Naam project: TIGRIS Projectleider: dr. M.J.W. (Marco) Götte Long term risk, clinical management and healthcare resource utilization of stable coronary artery disease patients in post myocardial infarction patients. Multinational, multi-centre, observational, prospective, longitudinal cohort study. Non-interventional study. Follow-up of 3 years. Het prospectief en longitudinaal beschrijven van een real world patiëntpopulatie met een voorgeschiedenis van een myocardinfarct, 1-3 jaren geleden, en een hoog risico op ontwikkelen van nieuwe atherothrombotische events. Naam project: EVERA Projectleider: dr. M.J.W. (Marco) Götte Multicenter, prospective, randomized, open-label study. Aantonen dat het Evera MRI systeem (ICD systeem) veilig en effectief is na implantatie en de patiënt een MRI-scan ondergaat. Naam project: Tryton Projectleider:? A Prospective, Single Blind, Randomized Controlled Study to Evaluate the Safety and Effectiveness of the Tryton Side Branch Stent used in Conjunction with a Drug-Eluting Stent Compared to Side Branch Balloon Angioplasty in Conjunction with a Drug-Eluting Stent in the Treatment of de novo Bifurcation Lesions Involving the Main Branch and Side Branch within the Native Coronary Circulation PCI versus conservative approach in CTO patients after STEMI. Naam project: Non-Invasive Mapping of Cardiac Excitation Projectleider: dr. M.J.W. (Marco) Götte Door middel van een uitgebreid ECG (Body Surface Mapping) en Cardiale MRI wordt op een niet-invasieve manier de elektrische activatie van het hart in 3D afgebeeld. Naam project: Erfelijke hartziekten Projectleider: A.D. (Arnaud) Hauer Registratie van alle patiënten met een erfelijke hartziekte. Naam project: Aangeboren hartafwijkingen Projectleider: J.W.J. (Joris) Vriend Registratie van alle patiënten met een aangeboren hartafwijking. Publicaties ybhagirath P, van der Graaf AWM, Karim R, van Driel VJHM, Ramanna H, Rhode KS, De Groot NMS, Gotte MJW. Multimodality imaging for patient evaluation and guidance of catheter ablation for atrial fibrillation - current status and future perspective. Int J Cardiol 2014;175(3):400-8. ylam MK, Sen H, Tandjung K, van Houwelingen KG, de Vries AG, Danse PW, Schotborgh CE, Scholte M, Lowik MM, Linssen GCM, Ijzerman MJ, van der Palen J, Doggen CJM, von Birgelen C. Comparison of 3 biodegradable polymer and durable polymer-based drugeluting stents in all-comers (BIO-RESORT): rationale and study design of the randomized TWENTE III multicenter trial. Am Heart J 2014;167(4):445-51. HagaZiekenhuis Wetenschappelijk jaarverslag 2014 21