Impuls en stoot. De grootheid stoot Op basis van de tweede wet van Newton kan onderstaand verband worden afgeleid. F = m a = m Δv Δt.

Vergelijkbare documenten
Op basis van de tweede wet van Newton kan onderstaand verband worden afgeleid. F = m a = m Δv Δt

p na = p n,na + p p,na p n,na = m n v 3

Trillingen. Welke gegevens heb je nodig om dit diagram exact te kunnen tekenen?

Proef Natuurkunde Stoot en impuls verandering

Botsingen. N.G. Schultheiss

NASK1 - SAMENVATTING KRACHTEN en BEWEGING. Snelheid. De snelheid kun je uitrekenen door de afstand te delen door de tijd.

Opgaven. Opgave: Polsstokspringen a) m = ρ V

Uitwerking Oefeningen Speciale Relativiteitstheorie. Galileitransformaties. versie 1.3, januari 2003

Hoofdstuk 3 Kracht en beweging. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Hoofdstuk 3 Kracht en beweging. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Technische Universiteit Eindhoven Bachelor College

Tentamen Mechanica ( )

Hoofdstuk 1 Beweging in beeld. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Hoofdstuk 1 Beweging in beeld. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

- KLAS 5. a) Bereken de hellingshoek met de horizontaal. (2p) Heb je bij a) geen antwoord gevonden, reken dan verder met een hellingshoek van 15.

Trillingen... 2 Harmonische trilling... 3 Opgave: Bol aan veer II... 5

Het obstakel gleed voor de botsing naar het oosten met een snelheid van 1,16 m/s. Bereken de snelheid van het obstakel na de botsing.

Diagrammen Voor beide typen beweging moet je drie diagrammen kunnen tekenen, te weten een (s,t)-diagram, een (v,t)-diagram en een (a,t)-diagram.

Hoofdstuk 12 Elektrische velden. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

VAK: natuurkunde KLAS: Havo 4 DATUM: 20 juni TIJD: uur TOETS: T1 STOF: Hfd 1 t/m 4. Opmerkingen voor surveillant XXXXXXXXXXXXXXXXXXX

3 Veranderende krachten

Diagrammen Voor beide typen beweging moet je drie diagrammen kunnen tekenen, te weten een (s,t)-diagram, een (v,t)-diagram en een (a,t)-diagram.

Formules voor Natuurkunde Alle formules die je moet kennen voor de toets. Eventuele naam of uitleg

NATUURKUNDE KLAS 5. PROEFWERK H8 JUNI 2010 Gebruik eigen rekenmachine en BINAS toegestaan. Totaal 29 p

Theorie: Snelheid (Herhaling klas 2)

Uitwerkingen natuurkunde VWO-1999-I S))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))Q

Natuur- en scheikunde 1, energie en snelheid, uitwerkingen

Hoofdstuk 12 Elektrische velden. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

natuurkunde vwo 2017-I

Hoofdstuk 4: Arbeid en energie

Werkblad 3 Bewegen antwoorden- Thema 14 (NIVEAU BETA)

Naam van de kracht: Uitleg: Afkorting: Spierkracht De kracht die wordt uitgeoefend door spieren van de mens. F spier

Tentamen Natuurkunde 1A uur uur vrijdag 14 januari 2011 docent drs.j.b. Vrijdaghs

TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2014 TOETS APRIL uur

Naam: Klas: Repetitie Relativiteit (versie A)

Inhoud. Eenheden... 2 Omrekenen van eenheden I... 4 Omrekenen van eenheden II... 9 Omrekenen van eenheden III... 10

Samenvatting Natuurkunde Syllabus domein C: beweging en energie

Wisnet-HBO update nov. 2008

LOPUC. Een manier om problemen aan te pakken

Inleiding kracht en energie 3hv

HOGESCHOOL ROTTERDAM:

5,7. Samenvatting door L woorden 14 januari keer beoordeeld. Natuurkunde

Dit tentamen bestaat uit vier opgaven. Iedere opgave bestaat uit meerdere onderdelen. Ieder onderdeel is zes punten waard.

Uitwerkingen natuurkunde VWO-1998-I S))))))))))))))))))))))))))))))))))))

Leerstof: Hoofdstukken 1, 2, 4, 9 en 10. Hulpmiddelen: Niet grafische rekenmachine, binas 6 de druk. Let op dat je alle vragen beantwoordt.

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 8, Bewegen in functies

Eindexamen vwo wiskunde B pilot 2014-I

TECHNISCHE UNIVERSITEIT DELFT Faculteit der Civiele Techniek en Geowetenschappen

Samenvatting snelheden en

Rekenvaardigheden voor het vak natuurkunde

Natuurkunde - MBO Niveau 4. Beweging

Kracht en beweging (Mechanics Baseline Test)

Formuleblad relativiteit (deel 1)

Elementaire Deeltjesfysica

( ) Opgave 27.1 a. b. Na drie keer bètaverval verandert. Na drie keer bètaverval verandert

Mooie opgaven met mooie contexten. Maar je moet het wel snappen. Standaard aanpak van bekende opgaven werkt hier niet. Je moet de aanpak wel zien.

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 7, Krachten

Eindronde Natuurkunde Olympiade 2018 theorietoets deel 1

Samenvatting Natuurkunde H3 Beweging

Vraag Antwoord Scores

m C Trillingen Harmonische trilling Wiskundig intermezzo

Domeinspecifieke probleemoplosstrategieën

Vraag 1 Vraag 2 Vraag 3 Vraag 4 Vraag 5

Eindexamen natuurkunde 1-2 vwo I

Lessen in Krachten. Door: Gaby Sondagh en Isabel Duin Eckartcollege

Gravitatie en kosmologie

Hoofdstuk 6 Energie en beweging. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Wet van behoud van energie

jaar: 1989 nummer: 25

Klassieke en Kwantummechanica (EE1P11)


Vraag Antwoord Scores. methode 1 Omdat de luchtweerstand verwaarloosd wordt, geldt: v( t) = gt. ( ) ( ) 2

Relativiteit (deel 2)

Case SSV Deel 2: PM3

Samenvatting door Flore colnelis 714 woorden 11 november keer beoordeeld. Natuurkunde. Fysica examen 1. Si-eenhedenstelsel

Uitwerking examen Natuurkunde1 VWO 2006 (1 e tijdvak)

Bal in de sloot. Hierbij zijn x en f ( x ) in centimeters. Zie figuur 2.

Eindexamen natuurkunde vwo II

Een tweede punt van kritiek is dat er in de natuurkunde alleen een kracht (en geen plank) arbeid kan verrichten.

5,9. Praktische-opdracht door een scholier 2779 woorden 8 mei keer beoordeeld. Natuurkunde. Inhoud

a) Beargumenteer of behoud van impuls en behoud van mechanische energie van toepassing is op de schansspringer.

Exact Periode 7 Radioactiviteit Druk

wiskunde B pilot vwo 2017-II

10 Materie en warmte. Onderwerpen. 3.2 Temperatuur en warmte.

UITWERKINGEN Examentraining mechanica HAVO5-Na 1. UITWERKINGEN Examentraining mechanica HAVO5-Na

Opgave 2 Een sprong bij volleyball 2015 I

krachten sep 3 10:09 Krachten Hoofdstuk 1 Bewegingsverandering/snelheidsverandering (bijv. verandering van bewegingsrichting)

Mooie samenvatting: Stencil%20V4%20samenvatting.doc.

Docentencursus relativiteitstheorie

Havo 4 - Practicumwedstrijd Versnelling van een karretje

Trillingen en geluid wiskundig

Begripstest: Kracht en beweging (FCI)

KeCo-opgaven mechanica (arbeid en energie) HAVO4

Significante cijfers en meetonzekerheid

Het berekenen van de componenten: Gebruik maken van sinus, cosinus, tangens en/of de stelling van Pythagoras. Zie: Rekenen met vectoren.

a. Bepaal hoeveel langer. b. Bepaal met figuur 1 de snelheid waarmee de parachutist neerkomt.

Rekenvaardigheden voor het vak natuurkunde

Significante cijfers en meetonzekerheid

Uitwerkingen Tentamen Natuurkunde-1

Antwoorden Natuurkunde Hoofdstuk 3

Transcriptie:

Inhoud en stoot... 2 De grootheid Stoot... 2 De grootheid impuls... 3 Voorbeeld: USS-Iowa... 4 Opgaven... 5 Opgave: Tennisbal... 5 Opgave: Frontale botsing... 6 Opgave: Niet-frontale botsing... 6 1/6

en stoot In de module Krachten hebben we de werking van krachten bestudeerd. De verschillende krachten kunnen elkaar versterken of tegenwerken. De resulterende kracht bepaald uiteindelijk wat er met de snelheid gebeurt wat betreft grootte en richting. In deze, vrij korte, module wordt gekeken naar de grootheden impuls en stoot. De grootheden impuls en stoot kunnen rechtstreeks uit de wetten van Newton worden afgeleid. Met deze grootheden kan op een alternatieve manier naar bewegingen worden gekeken. In de theoretische natuurkunde zal de grootheid impuls uiteindelijk fundamenteler blijken te zijn dan de grootheid kracht. De grootheid stoot Op basis van de tweede wet van Newton kan onderstaand verband worden afgeleid. F = m a = m Δv Δt F Δt = m Δv m Δv en F Δt zijn blijkbaar gelijk aan elkaar. We voeren een nieuwe grootheid in: de stoot; afkorting S, eenheid Ns. Er gelden dan twee formules voor de grootheid stoot: S = m Δv Deze formule is algemeen geldig. S = F Δt Deze formule is alleen geldig als F constant is. 2/6

De grootheid impuls De eerste formule voor de stoot kan worden omgeschreven tot: S = m Δv = Δ(m v) Als er geen externe resulterende kracht op een voorwerp (systeem) werkt, dan is de stoot 0 Ns en is m v dus constant. Iets dat constant is als er geen externe resulterende kracht op een voorwerp (systeem) werkt nodigt uit tot het invoeren van een nieuwe grootheid. We voeren daarom de nieuwe grootheid impuls in. De grootheid impuls vertegenwoordigt eigenlijk zoiets als hoeveelheid beweging. De grootheid stoot is dan een grootheid die de oorzaak van een verandering in de hoeveelheid beweging weergeeft. De grootheid impuls heeft de afkorting p en de eenheid kg m/s. Merk op dat de eenheid Ns voor de stoot hetzelfde is als kg m/s voor de impuls (ga na!). Voor de impuls geldt dus: p = m v Let op, zowel de stoot als de impuls zijn eigenlijk vectorgrootheden. Dat betekent dat ze zowel een grootte als een richting hebben. S = m Δv p = m v Hiermee is dus ook het hele verhaal over de relevante richting, zoals je dat bij de module krachten hebt gehad, weer van toepassing. Het oppervlak onder een (F,t)-diagram is gelijk aan de stoot (kijk naar de eenheid van het oppervlak). De formule S = F t volgt uit een diagram waarin F constant is (ga dit na). In alle andere gevallen mag je de formule S = F t dus niet gebruiken, maar moet je de oppervlakte onder de grafiek bepalen. Merk op dat S gelijk is aan de Δp. Er geldt: S = Δp Met andere woorden als stoot S gelijk is aan 0 Ns is de impuls constant. 3/6

Voorbeeld: USS-Iowa De USS Iowa staat bekend om zijn grote 50 kaliber geschut. Zo n geschut heeft 3 lopen met een lengte van 20 m en kan projectielen afvuren met een massa van 1,2 10 3 kg. Eén loop van zo n geschut heeft een massa van 1,1 10 4 kg. Het projectiel, dat een massa heeft van 1,2 10 3 kg, verlaat de loop met een snelheid van 8,2 10 2 m/s. Stel je wilt de terugslag van de loop beperken tot 50 cm. Hoe groot moet de remkracht op de loop dan zijn? De kracht die je wilt weten moet de kinetische energie van de loop omzetten in warmte. Dit is arbeid, dus energie. Pas energiebehoud toe op de loop. Evoor 2 ½ m loop v loop Q Ena Er geldt: Evoor = Ena ½ m loop v loop = F s ½ 1,1 10 4 v 2 = F 0,50 2 Je mist vloop vlak na het afschieten van het projectiel. Die vind je door impulsbehoud toe te passen op het systeem van loop en projectiel, want het afschieten van het projectiel duurt zo kort dat de stoot op het systeem van loop en projectiel verwaarloosbaar klein is. Dus S = Δp = 0. Er geldt: p voor = p na p voor = p loop + p projectiel = 0 + 0 = 0 kg m/s p na = p loop + p projectiel p loop = m loop v loop = 1,1 10 4 v loop p projectiel = m projectiel v projectiel = 1,2 10 3 8,2 10 2 = 9,84 10 5 kg m/s p na = 1,1 10 4 v loop + 9,84 10 5 0 = 1,1 10 4 v loop + 9,84 10 5 v loop = 89,45 m/s Invullen bij energiebehoud levert: ½ 1,1 10 4 ( 89,45) 2 = F 0,50 F = 8,8 10 7 N (negatief, want het kanon krijgt een terugslag naar achteren als de kogel naar voren gaat) 4/6

Als je geïnteresseerd bent in meer details betreffende dit geschut kijk dan eens naar de filmpjes en sites onder onderstaande links: link naar filmpje 1) link naar site 1 2) link naar site 2 3) Het filmpje onder onderstaande link laat het afvuren van het geschut zien. link naar filmpje 4) VWO Opgaven Opgave: Tennisbal Tijdens een tennismatch bewegen de ballen met een behoorlijke snelheid over het veld. Om een tennisbal met een massa van 50 g terug te slaan is dan ook een behoorlijke kracht nodig. Een tennisbal vliegt op tijdstip t = 0,0 s met een snelheid van 40 m/s tegen het racket. Het racket oefent een kracht uit op de tennisbal zoals weergegeven in onderstaand (F,t)-diagram. a) Bepaal de op de tennisbal uitgeoefende stoot. b) Bepaal de grootte van de snelheid van de tennisbal op tijdstip t = 10 ms. F (N) 800 700 600 500 400 300 200 100 0 0,0 1,0 2,0 3,0 4,0 5,0 6,0 7,0 8,0 9,0 10,0 t (ms) 1) 2) 3) 4) 5/6

Opgave: Frontale botsing Een kogel m1 met een massa van 4,0 kg beweegt met een snelheid van 5,0 m/s (v1) naar rechts en botst tegen een kogel m2 met een massa van 2,0 kg en een snelheid (v2) van 2,0 m/s naar rechts. De botsing is volledig elastisch en is volledig frontaal. Dat wil zeggen de botsing is eendimensionaal en er gaat geen kinetische energie verloren. Na de botsing gaat kogel m1 verder met een snelheid (v3) en kogel m2 met een snelheid v4. Bereken de snelheden v3 en v4. Opgave: Niet-frontale botsing Een kogel m1 met een massa van 1,0 kg wordt met een snelheid van 12,0 m/s (v1) tegen een tweede kogel m2 met een massa van 2,0 kg geschoten. Kogel m2 was oorspronkelijk in rust (v2 = 0 m/s). De botsing is volledig elastisch, maar niet frontaal. Dat wil zeggen dat de botsing tweedimensionaal is en er geen kinetische energie verloren gaat. Na de botsing schiet kogel m1 weg onder een hoek α van 30 met een snelheid (v3) gelijk aan 11,2 m/s. Kogel m2 schiet weg onder een hoek β met een snelheid v4. Bereken hoek β en snelheid v4. 6/6