Naar een agenda voor het hoger gezondheidszorgonderwijs II ontwikkelingen in de zorg en de gevolgen daarvan voor zorgverleners en de zorgopleidingen

Vergelijkbare documenten
Naar een agenda voor het hoger gezondheidszorgonderwijs IV de kernopgaven van het hoger gezondheidszorgonderwijs

Naar een agenda voor het hoger gezondheidszorgonderwijs I de betekenis van de zorgopleidingen voor de zorgarbeidsmarkt

Visiedocument Franciscus Ziekenhuis Boerhaavelaan AE Roosendaal (0165)

Zorgacademie Midden Brabant: Toekomst bestendig zorgonderwijs

Gezondheidszorg in 2020

- kiezen voor het gebruik van goede digitale informatiesystemen in de zorgpraktijk.

Betaalbaarheid van toekomstige ouderenzorg. Symposium Ietje de Rooij

De veranderde rol van de zorgprofessional Workshop 3.8 Kennismarkt 2015

ehealth, levensloopbestendig wonen en jezelf blijven John Kauffeld VNO-NCW Drenthe Raad van Bestuur van Espria

NIVEL Panels. Gezondheidszorgonderzoek. vanuit het perspectief van. de Nederlander. Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg

DO NOT COPY. Chronische ziekten. Inhoud. De maatschappelijke opgave. Wat is er aan de hand? Wat doen we er aan? Rol overheid. Preventie in de zorg

100% 90% 80% 70% 60% 50% 58% 59% 50% 43% 45% 38% 40% 30% 20% 10% 0%

De Zorgmeetlat. Wat belooft het kabinet aan verpleegkundigen en verzorgenden in 2012? De Rijksbegroting VWS 2012 langs de meetlat van V&VN

Zorggebruikers zien patiëntenorganisatie als belangrijke bron voor lotgenotencontact Anne Brabers, Wouter van der Schors en Judith de Jong

De Zorgmeetlat. Wat belooft de regering aan verpleegkundigen en verzorgenden in 2015? De Rijksbegroting VWS 2015 langs de meetlat van V&VN

Ruth Mangroe,MSc 20 maart 2013

Samenwerkingsverband van de gezondheidscentra Overbos, Floriande & Drie Meren. Beleidsplan Samen voor aandacht, kennis & zorg

Indicatiestelling bij de wijkverpleegkundige

IN BEELD Een initiatief van het Slingeland Ziekenhuis en Sensire

Zelfmanagement RGF Midden Oost Brabant 19 mei Hanke Timmermans Consultant CBO,

2 Anders werken: de patiënt vraagt erom

Uw huisarts uit de regio Berlicum, Rosmalen, Empel en Den Bosch

ONMISBAAR FUNDAMENT VOOR EEN TOEKOMSTBESTENDIGE ZORG VISIE OP LOKALE EN REGIONALE HUISARTSEN- EN EERSTELIJNSORGANISATIES

De Zorgmeetlat. Wat belooft het kabinet aan verpleegkundigen en verzorgenden in 2014? De Rijksbegroting VWS 2014 langs de meetlat van V&VN

Samenvatting bijeenkomst Stip aan de Horizon 14 maart 2016

Alice Bomers Coördinator Master Advanced Nursing practice 12 mei m/watch?v=rqeq7wa4 YBE&feature=related

Regioregie. de weg naar Betere en betaalbare zorg. 1. Het huidige zorgstelsel is onhoudbaar

Kerngegevens Arbeidsmarktagenda oktober 2017 MEEST GESTELDE VRAGEN. Aan het werk. voor ouderen!

we zijn in beeld VPTZ-ZU/ Hospice Nieuwegein

kennissessie beeldbellen Bert Mulder DEHA

Verpleegkundig Specialist binnen de arbeidsgerelateerde zorg. Marijke Roseboom- Coenen, MSc Petra Jonker-Jorna, MSc Mathilde Melis, Drs

Visie op (HA)zorg. Samenhang in Diversiteit! Yvonne van Kemenade. Deelmarkten curatieve zorg 2005/6. Zorgvrager

Van wens naar werkelijkheid. Dr. Ada ter Maten-Speksnijder, februari 2018

Taakherschikking in de Nederlandse gezondheidszorg; De experimenteerfase voorbij

TRANSITIE LANGDURIGE ZORG VERGT INVESTERING IN SAMENWERKING

Kiezen of delen? Perspectieven voor ondernemers in de eerstelijnszorg

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Zorg voor innovatie! Sneller Beter - Innovatie en ICT in de curatieve zorg

Eerstelijns zorg. Presentatie Masterclass April Your Logo

Zorginnovatie bij CZ

We lichten de onderwerpen uit de kwaliteitsagenda hieronder verder toe.

Facts & Figures Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn Noord-Holland Noord NOORD-HOLLAND NOORD AMSTERDAM & DIEMEN ZAANSTREEK-WATERLAND TEXEL DEN-HELDER

Toekomstbestendige zorg in Noord-Brabant: Voorlopige resultaten. Dung Ngo MSc 15 december 2010

Ontwikkelingen in zorg en welzijn

S A M E N V A T T I N G

Naar nieuwe zorg en zorgberoepen: een wenkend perspectief? Erik van Rossum lector zorginnovaties voor kwetsbare ouderen

Veranderende zorgvraag - de visie van VWS

Beleidsdocument

Jaarverslag 2015 Verantwoording inzet ondersteuningsgelden. Regio Noord-Holland Noord

1 Samenvatting: een nieuw beroepenhuis V&V

De maatschappelijke waarde van verplegen. Aart Eliens Programmaleider AVVV

Notitie. GGZ Rivierduinen. GGZ Rivierduinen Samen kiezen voor kwaliteit Zorgvisie 2015

Eigen regie in de palliatieve fase

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Zelfmanagement voor iedereen haalbaar?

Het verhaal van Careyn Het Dorp

De regionale arbeidsmarkt 2016

Visie Medisch Specialist 2025 Ambitie, vertrouwen, samenwerken

De kunst van elkaar begrijpen

Towards an evidence-based Workforce Planning in Health Care?

Naar toekomstgericht opleiden in zorg en welzijn. Commissie Innovatie Zorgberoepen & Opleidingen Kete Kervezee December 2015

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Symposium Grenzen aan de betaalbaarheid van de zorg 6 september 2013

Zorgvastgoed innovatief en financieel verantwoord. Fred Bisschop

NHG -V ISIE D OCUME NT. De virtuele overlegtafel voor multidisciplinaire samenwerking binnen de eerste lijn

Programma. Marinda Koopman

Zelfmanagement, gedeelde zorg of ontzorgen. Congres Chronische zorg Jacques Loomans (ZB NH) Jeanny Engels (Vilans) 29 juni 2012

Factsheet arbeidsmarkt zorg en wjk Friesland 2017

Betekenisvol, integraal en effectief samenwerken rond oudere inwoners

Zorg en welzijn in Amsterdam IN ONTWIKKELING. Saskia Schalkwijk SIGRA 17 april 2014, EZDA Seminar

Specialisten of generalisten? Bachelor of Master?

Kantelperiode in de zorg. Slingeland ziekenhuis en Sensire veranderen de zorg.drastisch

Ruimte voor substitutie? Verschuivingen van tweedelijns naar eerstelijnszorg

De arbeidsmarkt van oefentherapeuten

kennissessie app strategie Bert Mulder Dick Jan Zijda DEHA

POSITION PAPER. Krachtige partner in de transformatie naar wijk- en populatiegericht werken. Onze route naar 2018 REGIONALE ONDERSTEUNINGS STRUCTUREN

Taakverdeling tussen zorgberoepen in Nederland. Lud van der Velden Johan Hansen Lammert Hingstman

Brief van de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Nationaal Programma Ouderenzorg

Deze regeling is van toepassing op zorgaanbieders voor zover deze de prestatie Stoppen-met-rokenprogramma leveren.

Functieprofielen Belang en landelijke implementatie. Dewi Stalpers PhD, RN-ICU

Zelfmanagement Programma NPCF - CBO

AMBULANCEZORG IN 2025:

Reflecties over het aanbod van de eerstelijnsgezondheidszorg in Vlaanderen. Prof. Dr. Paul Van Royen

Het heft in eigen handen - De implementatie van 16 miljoen netwerken Conferentie Pharos & RVZ, 1 november 2011

Meerjarenplan O&O-fonds GGZ

Aardverschuiving in de chronische zorg, diseasemanagement een kans!

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 30 november 2015 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

=> ook/vooral onder niet-westerse migranten ouderen. => we worden steeds ouder, => maar leven ook meer jaren in minder goede gezondheid

De toekomst van de zorg in een vergrijzende samenleving

De Groningse zorg is van ons allemaal. Statenfractie Provincie Groningen

Voorbereiden door krachten te bundelen Visie op nieuwe taken Vernieuwingen in welzijn, (jeugd)zorg en werk... 2

Voorwoord door staatssecretaris Martin van Rijn van het ministerie van VWS

Niels Oerlemans. Functieprofielen Belang en landelijke implementatie

Strategisch beleidsplan Slingeland Ziekenhuis

Verpleegkundige teams bij ZZG zorggroep

Anderhalvelijns zorg Hoe maak je het succesvol?

Gezondheiden Zorg in Overijssel

Samen Beter. Op weg naar 2020

Met elkaar in beweging voor een goede toekomst! Koersplan Savant Zorg Samen in beweging

Transcriptie:

Naar een agenda voor het hoger gezondheidszorgonderwijs II ontwikkelingen in de zorg en de gevolgen daarvan voor zorgverleners en de zorgopleidingen Sectoraal adviescollege hoger gezondheidszorgonderwijs HBO-raad 1. De opleidingen in het hoger gezondheidszorgonderwijs (hgzo) zijn een belangrijke leverancier van gekwalificeerde beroepskrachten voor de zorgsector. Gezien de ontwikkelingen in de zorg en de samenleving is het de vraag welke inspanningen de komende jaren nodig zijn om de aansluiting met de zorgarbeidsmarkt te bewaren: wat vraagt de zorgarbeidsmarkt van de opleidingen en hoe kunnen de opleidingen daarop inspelen? In een serie van vier artikelen wordt deze vraag vanuit verschillende invalshoeken aan de orde gesteld. In het eerste artikel is aangegeven hoe het hgzo momenteel inspeelt op de vragen vanuit haar omgeving en is geattendeerd op de complexe wisselwerking tussen vraag en aanbod. Dit tweede artikel concentreert zich op de ontwikkelingen in de zorg zoals vanuit het werkveld gezien en de gevolgen daarvan voor de beroepskrachten die de zorg moeten leveren en voor de zorgopleidingen. Basis voor dit artikel vormden interviews met een aantal deskundigen uit het zorgveld, aangevuld met literatuurstudie. Duidelijk zal worden dat vanuit deze bronnen de vraag naar de gevolgen van ontwikkelingen voor zorgprofessionals en zorgopleidingen lastig te beantwoorden is. Ontwikkelingen In het eerste artikel is beschreven hoe de zorgopleidingen momenteel de vragen vanuit de zorgarbeidsmarkt beantwoorden, i.c. hoe zorgopleidingen hun verbinding met het werkveld realiseren. Dat gebeurt langs twee hoofdwegen: via het opleiden naar gesignaleerde behoefte van gekwalificeerde beroepskrachten en door te werken aan verbetering en vernieuwing van de beroepspraktijk. Vanuit dit perspectief kan een aantal ontwikkelingen in de zorg worden beschreven, die gevolgen kunnen hebben voor de manier waarop de zorgopleidingen de komende jaren moeten omgaan met hun relatie met het werkveld. Zorgvraag neemt niet af De verwachting met betrekking tot de zorgvraag is dat deze de komende jaren zal toenemen. Hoogstwaarschijnlijk is deze stijging zo sterk dat over enkele jaren niet de zorg beschikbaar zal zijn die nodig is. Bovendien lijkt de zorg bij ongewijzigd beleid onbetaalbaar te worden. Zo bere 1 Het Sectoraal adviescollege bestaat uit vertegenwoordigers van de gezondheidszorgopleidingen op directieniveau. Zij adviseren het bestuur van de HBO-raad over ontwikkelingen en belangen in de sector. Het artikel is tot stand gekomen in samenwerking met het Kenniscentrum Beroepsonderwijs Arbeidsmarkt (KBA) Frank Peters. Sectoraal Adviescollege hoger gezondheidszorgonderwijs HBO-raad. www.hbo-raad.nl, mei 2012 1

kenden Eggink, Oudijk en Woittiez (2010) dat in de periode 2005-2030 in de verpleging en verzorging de personeelsvraag stijgt van 220.00 tot 300.000 fte. En Eggink, Oudijk en Sadiraj (2012) verwachten dat de collectieve uitgaven voor publiek gefinancierde verpleging en verzorging toenemen van bijna 11 miljard in 2009 tot bijna 25 miljard euro in 2030. Daarmee nemen de uitgaven aan deze branches een steeds groter deel van de publieke middelen in beslag. Hoewel de prognoses over de groei uiteenlopen, staat in elk geval vast dat er op termijn waarschijnlijk te weinig personeel is om de gevraagde zorg te leveren. Het Zorginnovatieplatform (2009) wijst in dit verband op drie majeure trends. Op de eerste plaats is dat de toenemende zorgvraag die wordt veroorzaakt door het groeiende aandeel ouderen in Nederland, maar ook door ontwikkelingen in de medische technologie waardoor steeds meer ziekten kunnen worden behandeld. De tweede trend (volgens het Zorginnovatieplatform de bottleneck ) is het schaarser wordende arbeidsaanbod door de beperkt groeiende beroepsbevolking. De derde trend ten slotte, is de steeds grotere variëteit in het arbeidsaanbod. Om ook in de toekomst de benodigde zorg te kunnen leveren, is het onder andere zaak het arbeidsaanbod op peil te houden, de productiecapaciteit te verhogen en de zorgvraag terug te dringen (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, 2011). Van ziekte naar gezondheid Een gezonde leefstijl kan een bijdrage leveren aan de afname van het aantal mensen dat ziek wordt en daarmee het zorggebruik. De Raad voor de Volksgezondheid & Zorg (RVZ) pleit er daarom voor in de zorg een nieuwe weg in te slaan: niet meer kiezen voor ziekte en zorg, maar voor gedrag en gezondheid. De aandacht moet komen te liggen op het voorkomen van ziekten en aandoeningen, het vroegtijdig opsporen ervan en het beperken van de gevolgen van (chronische) ziekten (Raad voor de Volksgezondheid & Zorg, 2010). Voor zorgverleners houdt dit volgens de RVZ in dat ze eerder dienen in te grijpen en de patiënt moeten kunnen coachen en adviseren om zelf diens gezondheid, ziekte en behandeling te managen. Dat zorgverleners daarvoor het initiatief nemen, is van belang gezien het feit dat Nederlanders minder geïnteresseerd lijken te zijn in gezondheidskwesties dan de meeste andere Europeanen. Vergeleken met de inwoners van landen om ons heen, vinden Nederlanders het minder belangrijk om informatie te krijgen over gezondheid, doen ze minder om ziektes te voorkomen en werken ze minder samen met de arts om hun gezondheid te verbeteren (Westerbeek en Andriessen, 2010). De oriëntatie op gedrag en gezondheid betekent volgens de RVZ ook dat de plaats waar de zorg wordt verleend verandert: dat gebeurt thuis, in de wijk of digitaal. Het leveren van zorg aan huis wordt steeds belangrijker. Westerbeek en Andriessen (2010) wijzen in dit verband op het verschuiven van zorg naar de eerste lijn (bredere eerste lijn), het ontstaan van gezondheidscentra en het mogelijk verdwijnen van de traditionele (solistische) huisarts. Voor het traditionele ziekenhuis komen hoog gespecialiseerde ziekenhuizen in de plaats. Volgens de auteurs is de gezondheidszorg in Nederland op weg...om niet meer een aaneenschakeling van afzonderlijke compartimenten te zijn, maar om, één groot zorgnetwerk gestalte te geven, waarin de patiënt de spin in het web is (p. 80). Ook volgens Van Roon, Wullink en Jansen (2010 is de tijd van de algemene ziekenhuizen, die voor hun eigen regio een zo breed als mogelijk pakket aan diensten leverden, voorbij. Volgens de auteurs ontvangt de burger in de toekomst zorg thuis, dicht bij huis of anders in gespecialiseerde centra. Sectoraal Adviescollege hoger gezondheidszorgonderwijs HBO-raad. www.hbo-raad.nl, mei 2012 2

Rol patiënt verandert Uit de interviews en literatuur wordt duidelijk dat de patiënt of cliënt een prominentere rol in het in het zorgproces gaat spelen. Sleutelwoorden die de toekomstige zorgvrager beschrijven, zijn: mondig, kritisch, beter geïnformeerd, kiest zelf en actief op zoek naar kwaliteit van leven. Bovendien krijgen zorgvragers een veel grotere verantwoordelijkheid voor hun eigen gezondheid. Zorgverleners zullen in de toekomst te maken hebben met mensen die zo lang mogelijk zelfstandig blijven wonen en hun eigen zorg gaan organiseren, zo nodig met de hulp van mantelzorgers en professionals. Dit heeft twee gevolgen: ten eerste zal het feit dat mensen langer zelfstandig willen blijven, van invloed zijn op de manier waarop zorg wordt aangeboden. Dat gebeurt minder face-to-face en meer op afstand. De patiënt voert daarbij ook zelf taken uit en wordt medeproducent van de zorg. Ten tweede verandert de relatie tussen zorgaanbieder en zorgconsument. Beide actoren nemen samen besluiten over de behandeling en de patiënt (als meebeslisser) voert zoals beschreven daarbij ook zelf handelingen uit. De zorgverlener staat ten dienste van de zorgvrager en moet echt met de cliënt samenwerken. Meer samenwerking Hiervoor is al aangegeven dat in Nederland de zorg zich steeds meer als een netwerk organiseert. Een andere aanduiding hiervoor is ketenzorg, waarbij de zorgaanbieders de schakels zijn die er samen voor zorgen dat de vraag van de patiënt wordt beantwoord. Uiteraard is samenwerking tussen aanbieders van verschillende soorten zorg hiervoor een vereiste. De afgelopen jaren heeft die samenwerking tal van vormen aangenomen, zowel binnen branches, brancheoverstijgend als tussen sectoren (wonen, welzijn, zorg en techniek). In de enorme variëteit aan samenwerkingsvormen binnen de eerstelijnsgezondheidszorg onderscheiden Hopman, Batenburg en De Bakker (2009) drie hoofdvormen: samenwerkingsvormen op wijkniveau (zoals gezondheidscentra), aandoeningsgerichte samenwerkingsvormen (bijvoorbeeld voor diabetes of COPD) en vormen van samenwerking die zich richten op het management van groepen (bijvoorbeeld ketens van apotheken). Hierbij is vaak sprake van samenwerking van huisartsen met diëtisten, fysiotherapeuten, podotherapeuten, apotheken en de diabetesverpleegkundige (Hansen, Greuningen en Batenburg, 2010). Toenemend gebruik van technologie Technologie omvat alle producten of werkwijzen die worden toegepast voor het vernieuwen en verbeteren van (a) het aanbod van zorg (zorg als product), (b) de communicatie tussen zorgverlener en cliënt of patiënt en (c) concrete werkprocessen (Peters en Frietman, 2011). In de zorg is hiervoor veel aandacht in de vorm van experimenten en projecten, maar wordt er momenteel nog nauwelijks structureel en op grote schaal van technologie gebruikgemaakt. Verwacht wordt dat dit binnen afzienbare tijd verandert omdat technologie kan worden ingezet om het zelfmanagement van cliënten te ondersteunen, op afstand zorg te kunnen verlenen, complexe zorgprocessen te ondersteunen en om efficiënter te kunnen handelen. Achterliggende redenen van deze behoefte aan technologie is het realiseren van betere zorg, arbeidsbesparing en inspelen op de groeiende en veranderende zorgvraag. Naar verwachting krijgt elke zorgverlener met technologie te maken. Zorgverleners zullen daarom in staat gesteld moeten worden én bereid zijn technologie een plek te geven in hun werkzaamheden. Sectoraal Adviescollege hoger gezondheidszorgonderwijs HBO-raad. www.hbo-raad.nl, mei 2012 3

Verdergaande taakherschikking In het eerste artikel is al gewezen op het ontstaan van nieuwe beroepen in de zorg, zoals de tandprotheticus, optometrist, nurse practitioner en physician assistant. Deze beroepen zijn tot stand gekomen als gevolg van verdergaande specialisatie en herschikking van taken van artsen en medisch specialisten, mede door initiatieven vanuit het hgzo zelf. Aanleidingen daarvoor wa ren het vergroten van het zorgaanbod en het leveren van goede of betere zorg. Hoewel door de overheid en de zorgsector sterk wordt ingezet op taakherschikking, wordt breed geconstateerd dat taakherschikking in de zorg - en dan wordt met name de cure bedoeld - te langzaam gaat (Westerbeek en Andriessen, 2010, p. 162). Oorzaken hiervan zijn de onzekerheid over de acceptatie door patiënten, het domeindenken en psychologische barrières bij beroepsgroepen. Daarnaast spelen de onzekerheid over de effecten, juridische obstakels en financiële barrières een rol (Raad voor de Volksgezondheid & Zorg, 2003). Tegelijkertijd is er wel degelijk sprake van ontwikkelingen die de komende jaren kunnen leiden tot een verschuiving van taken. Om te beginnen betreft dat de eerder genoemde toenemende aandacht voor gedrag en gezondheid, waardoor preventietaken bij verschillende functies worden belegd. Ook een toenemend gebruik van technologie en de noodzaak om slimmer te werken kunnen aanleiding zijn taken structureel te herverdelen (Westerbeek en Andriessen, 2010). Ten slotte zijn juist hbo-zorgverleners nodig om de komende jaren in de zorg vernieuwingen te realiseren die de bestaande complexe zorgproducten en -diensten eenvoudiger maken en beter betaalbaar. Taakherschikking is een van de mogelijkheden om dit te realiseren. Internationalisering Zorginstellingen in Nederland werken in toenemende mate samen met zorginstellingen in het buitenland (Westerbeek en Andriessen, 2010, p. 169). Die samenwerking heeft niet alleen betrekking op wet- en regelgeving, maar ook op gedeelde vraagstukken over betaalbaarheid, omgaan met vergrijzing en dementie. Zorgaanbieders leren van de ervaringen die op die gebieden in het buitenland zijn opgedaan. Een voorbeeld daarvan is de intrede van het internationale zorgmodel Planetree (waarin de nadruk wordt gelegd op mensgerichte zorg) in de gehandicaptenzorg. Andere aspecten van internationalisering zijn het uitwisselen en werven van personeel in het buitenland, het overnemen van zorginnovaties en het gegeven dat patiënten voor hun zorg steeds meer naar het buitenland gaan. Gevolgen voor de zorgverlener De ontwikkelingen in de zorg hebben gevolgen voor de zorgverlener, maar het is lastig om die op basis van de interviews of de beschikbare literatuur, goed te duiden. Duidelijk is in elk geval dat de zorgverlener in de kern een deskundige moet blijven op zijn of haar vakgebied. Maar daarnaast zijn met name competenties nodig om de beoogde gedragsverandering en het zelfmanagement bij zorgconsumenten te realiseren, zorg op afstand te kunnen verlenen en samen te werken met andere (meer of minder formele) zorgverleners en cliënten. Dit is voor elke zorgprofessional van belang. Elke zorgverlener moet in staat zijn de vraag van de cliënt boven tafel te krijgen, daarop kunnen inspelen en de eigen verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid van de cliënt als uitgangspunt te nemen en die kunnen stimuleren. Volgens het College voor de Beroepen en Opleiding in de Gezondheidszorg (CBOG) moeten zorgverleners een andere attitude ten opzichte van zorgvragers ontwikkelen en eigen maken: focussen op de zorgvraag, op zijn welbevinden en niet alleen op zijn ziekte(n) (Butterman en Vlaskamp, 2010, p. 3). Uit de interviews blijkt dat het in dit verband gaat om zaken als proactief denken, luisteren, goede informa- Sectoraal Adviescollege hoger gezondheidszorgonderwijs HBO-raad. www.hbo-raad.nl, mei 2012 4

tie geven, adviseren, gelijkwaardig zijn, oog hebben voor wat mantelzorgers kunnen bieden, samen bepalen wat de cliënt zelf kan en daarover afspraken maken. Maar het vraagt ook van zorgverleners dat ze kunnen omgaan met patiënten die dit niet willen of kunnen. Vanwege de groeiende aandacht voor leefstijl, zullen zorgverleners zich steeds meer expliciet moeten richten op preventie. Daarnaast kan worden verwacht dat vooral functies als diëtist of obesitas-deskundige prominenter naar voren komen. Voor alle cliëntgebonden functies blijft waakzaamheid en vroegsignalering inzake ondervoeding, decubitus, valpreventie et cetera aan de orde (Westerbeek en Andriessen, 2010, p. 90). In het verlengde daarvan is nadrukkelijk aan de orde, het kunnen samenwerken binnen de eigen werkorganisatie en met organisaties in de keten. In de toekomst zal dit veel zwaarder wegen dan in het verleden het geval was. Enerzijds komt dit omdat de complexiteit van de zorg samenwerking nodig maakt, maar ook omdat wordt verwacht dat steeds meer zorgverleners in loondienst zullen gaan werken. Dat geldt ook voor degenen die dat van oudsher niet deden zoals fysiotherapeuten en verloskundigen. Voor aankomende zorgverleners zijn de volgende competenties extra belangrijk: het inbrengen van de deskundigheid in een groep, anderen in de zorgverlening kunnen betrekken, met elkaars verwachtingen kunnen omgaan, netwerken, verantwoordelijkheid dragen en kennis hebben van organisaties. Zorgverleners moeten bereid en in staat zijn te investeren in overleg en voor onderlinge samenwerking hun werkwijzen aan elkaar aan te passen (Hansen, Van Greuningen en Batenburg, 2010). Ten slotte kan worden verwacht dat er steeds meer zorgverleners op hbo-niveau taken gaan overnemen van artsen en medisch specialisten. Taakherschikking in de zorg heeft als consequentie dat de kwaliteit van personeel moet toenemen, omdat beroepskrachten geëquipeerd moeten zijn om taken over te kunnen nemen. Hierdoor ontstaat behoefte aan hoger geschoold personeel (Panteia, 2011). Ook vormen zich nieuwe beroepen of vernieuwen beroepen zich als gevolg van het toenemend belang van het ondersteunen en begeleiden van de cliënt en het gebruik van technologie. Voorbeelden daarvan zijn de cliëntencoördinator, patiëntencoach, regieverpleegkundige en zorgtechnoloog. Gevolgen voor de zorgopleidingen Op de eerste plaats is het zaak van het gezondheidszorgonderwijs het aantal gediplomeerde zorgverleners op peil te houden. Op de tweede plaats wordt aangegeven dat zorgopleidingen meer aandacht dienen te besteden aan preventie, coachen en begeleiden van de cliënt, aandacht voor risico s, het omgaan met technologie en samenwerken. Volgens het CBOG vraagt dit om een cultuurverandering bij de opleidingen, waarbij onder andere wordt gewezen op het belang van multi-, interdisciplinair en intersectoraal (leren) samenwerken (Butterman en Vlaskamp, 2010, p. 16). Ook wordt gewezen op de vraag naar meer generalisten, om zo het versnippering van zorgtaken te verminderen of voorkomen. Tegelijkertijd blijkt uit de interviews dat er bij anderen juist behoefte is aan (meer) opleidingsvoorzieningen voor nieuwe beroepen die in de zorg zullen ontstaan. Kernvraag hierbij is in hoeverre en op welke wijze het hoger gezondheidszorgonderwijs daarop inspeelt, zelf initiërend is ten aanzien van de wijze waarop het werkveld georganiseerd wordt, en initiële (basis- of specialistische) opleidingen aanbiedt dan wel postinitiële opties aanspreekt. Sectoraal Adviescollege hoger gezondheidszorgonderwijs HBO-raad. www.hbo-raad.nl, mei 2012 5

Bronnen Butterman, Olivia & Lidy Vlaskamp (2010). Nieuwe uitdagingen voor zorgverleners in de eerstelijn. Eerstelijnszorg in CBOG-perspectief. Utrecht: CBOG. Eggink, Evelien, Debbie Oudijk &, Isolde Woittiez (2010). Zorgen voor Zorg. Ramingen van de vraag naar personeel in verpleging en verzorging tot 2030. Den Haag: SCP. Eggink, Evelien, Debbie Oudijk & Klarita Sadiraj (2012). VeVeRa-IV. Actualisatie en aanpassing ramingsmodel verpleging en verzorging 2009-2030. Den Haag: SCP. Hansen, J., M. van Greuningen & R.S. Batenburg (2010). Monitor multidisciplinaire samenwerking binnen de eerste lijn Achtergronden en resultaten van een trend- en verdiepingsstudie. Utrecht: NIVEL. Hopman, E.P.C., R.S Batenburg & D.H. de Bakker (2009). Organisatorische samenwerkingsverbanden binnen de eerste lijn - een verkenning. Utrecht: NIVEL. Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Arbeidsmarktbrief 2011. Den Haag: VWS. Panteia (2011). Arbeid in Zorg en Welzijn 2010. Stand van zaken en vooruitblik voor de sector Zorg en de sector Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening, Jeugdzorg en Kinderopvang. Zoetermeer: Panteia. Peters, Frank & Jos Frietman (2011). Gevolgen van technologie in zorg en welzijn voor hboprofessionals. Nijmegen: KBA. Raad voor de Volksgezondheid & Zorg (2003). Taakherschikking in de gezondheidszorg. Den Haag: RVZ. Raad voor de Volksgezondheid & Zorg (2010). Zorg voor je gezondheid! Gedrag en gezondheid: de nieuwe ordening. Den Haag: RVZ. Roon, Jeroen van, Gerhard Wullink & Remco Jansen (2010). Van instituten naar netwerken. Een verkenning van de next generation curatieve zorg. Amsterdam: Boer & Croon. Westerbeek, Astrid & Peter Andriessen (2010). FWG trendrapport 2010. Zicht op zorg en functies. Utrecht: FWG. Zorginnovatieplatform (2009). Zorg voor mensen, mensen voor zorg. Het arbeidsmarktbeleid voor de zorg richting 2025. Den Haag: VWS. Sectoraal Adviescollege hoger gezondheidszorgonderwijs HBO-raad. www.hbo-raad.nl, mei 2012 6