SubtitelSubtitel. Tijdelijke contracten, structureel werk? Resultaten enquête flexibilisering in de zorg

Vergelijkbare documenten
Subsidiënt: Ministerie van VWS. Zorgverleners werken liever met interne oproepkrachten dan met personeel van buitenaf

Subsidiënt: Ministerie van VWS

FORMELE GESPREKKEN, REGELDRUK EN REGELRUIMTE. Analyse op basis van het Personeels- en Mobiliteitsonderzoek mei 2016

TEVREDEN WERKEN IN HET PRIMAIR ONDERWIJS. Onderzoek naar de tevredenheid en werkbeleving van personeel in het primair onderwijs.

Aantal medewerkers West-Brabant

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017

Werkbelevingsonderzoek 2013

Barometer Gehandicaptenzorg. Samenvattend rapport Kenmerk: December 2016

Zorgbarometer 7: Flexwerkers

Interactief bestuur. Omnibus 2017

Factsheet arbeidsmarkt zorg en wjk Drenthe 2017

Factsheet arbeidsmarkt zorg en wjk Groningen 2017

Resultaten medewerkers tevredenheidsonderzoek Valkenhof najaar 2018

Factsheet ontwikkeling in- en uitstroom van personeel in Noord-Nederland

Rapportage Onderzoek cao VVT

Werkgeversenquête 2017

Aantal medewerkers Zuidoost-Brabant

Dit artikel is met toestemming van de redactie overgenomen uit TvZ Tijdschrift voor verpleegkundigen 2011, nr. 5

Nulurencontracten 2018

Gemeente Moerdijk. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 20 juni 2017

Rapportage. Trendonderzoek Interne Communicatie 2013 Resultaten online enquête

Aantal medewerkers Noordoost-Brabant

ERVARINGEN VAN INSTELLINGEN NA EEN JAAR DECENTRALISATIE

Factsheet arbeidsmarkt zorg en wjk Friesland 2017

Mens en Organisatie in het architectenbureau. Peiling juni 2013

Mate van tevredenheid van deelnemers aan de training in de cursuskalender

Enquête SJBN

Interactief bestuur. Omnibus 2015

Werkgeversenquête 2015

Onderzoek Arbeidsongeschiktheid. In opdracht van Loyalis. juni 2013

koopzondagen 2012 def KOOPZONDAGEN EN KOOPAVONDEN DE MENING VAN DE BURGER

Clientervaringsonderzoek Wmo & Jeugd

Evaluatie Sport Mobiliteit Centrum 2014

Vacaturepeiling. voorjaar 2019*

Feiten en cijfers. Studenttevredenheids onderzoek juni 2008

resultaten Vacature-enquête

RAPPORT FLEXWERK GEMEENTEN MAART 2017 GEORGE EVERS & MYRTE DE VOS

WERKGELEGENHEID ZORG EN WJK NIEUWE WATERWEG NOORD

Arbeidsmarkt in beeld

Cliëntervaringsonderzoek Wmo 2016

Deeltijdwerken in het po, vo en mbo

Professionele ruimte. - onderzoek onder werknemers binnen zorg en welzijn. Den Haag Mei 2015

Arbeidsmarktanalyse Elektrotechnische detailhandel Chantal Nijhuis/Wilco Brinkman april en oktober 2014

Arbeidsmarkt Noord. Onderzoek onder de ondernemers van het Digitaal Panel Noord. Oudezijds Voorburgwal 300 Postbus 658

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten

Onderwijs en vluchtelingenkinderen

Dieteren, CM, Veer, AJE de, Groot, K de. Cliëntgebonden samenwerking over de grenzen van organisaties. Tabellen. Utrecht: NIVEL, 2017.

AZW Actueel. Actuele ontwikkelingen Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn. december 2016

Cliëntervaringen Wmo hulpmiddelen s-hertogenbosch. Vervolgmeting 2018

Evaluatie re-integratievoorziening Aan de Slag

Gemeente Nederweert. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 30 juni 2017

Tevredenheidsonderzoek schooljaar 2011/2012: een inspectiebreed beeld

Ervaringen Wmo. Cliëntervaringsonderzoek Berg en Dal 2017

Onderzoek Passend Onderwijs

INHOUD. 1) Aandacht voor duurzame inzetbaarheid

Werktijden van de werkzame beroepsbevolking

Experimenteren met bijstand: peiling onder bijstandsgerechtigden

RAPPORTAGE DRAAGVLAKONDERZOEK CAO VVT

ERVAREN WERKDRUK IN HET MBO

Rapportage Onderzoek Lerarentekort

WERKEN AAN INZETBAARHEID

LeidenPanel en Regiopanel DZB Leiden. BELEIDSONDERZOEK I I

Rapport. Alles wel? Quick Scan naar de behoefte aan informatie en ondersteuning van maatregelen tegen agressie en geweld in welzijnsorganisaties

A.J.E. de Veer, R. Verkaik & A.L. Francke. Hoge verwachtingen over pas gediplomeerden. Utrecht: NIVEL, 2010

Peiling Flexibel werken in de techniek 2015

Klanttevredenheidsonderzoek website

WERKNEMERS EN ARBEIDSONGESCHIKTHEID

Huiswerkbegeleiding. Hoe ervaren ouders huiswerkbegeleiding, hoe zetten zij dit in en welke rol speelt de school hierin?

HOE DENKT NEDERLAND OVER SOCIAAL- ECONOMSICHE ZAKEN?

Dit rapport is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen worden gebruikt met bronvermelding.

Opvattingen over de figuur Zwarte Piet

HBO-VERPLEEGKUNDIGEN HET MEEST POSITIEF OVER HUN COMPETENTIES BIJ VERSLAGLEGGING: TABELLEN. Kim de Groot, Anke de Veer, Wolter Paans en Anneke Francke

FACTSHEET ARBEIDSMARKT

Vakantiewerk onderzoek 2016 FNV Jong. Hans de Jong & Anouk Vermeulen Juni/juli 2016

x Verandering t.o.v. voorgaand jaar Totaal

Dit werk is gelicenseerd onder een Creative Commons Naamsvermelding-GeenAfgeleideWerken 3.0 Unported licentie. Resultaten SJBN Enquête 2012

MOBILITEIT IN HET PRIMAIR ONDERWIJS

Onderzoek EVC. Aantallen 2012 en 2013 Juni 2014

Rapportage enquête Jaarurenmodel 2015 Sector Hoveniers

Financiële problemen op de werkvloer

Rapportage Onderzoek betaaltermijnen en betaalgedrag MKB Uitgevoerd door Direct Research In opdracht van Betaalme.

HUMANITAS NULMETING COMPLEXITEIT VAN DE HULPVRAAG

Monitor werkdruk in de kraamzorg 2018

Onderzoeksrapport Randstad WerkMonitor 2014 kwartaal 3 Impact van economisch herstel op de werkvloer. Randstad Nederland

Op grond van bovenstaande gegevens mogen we concluderen dat de gegevens uit de vragenlijst een waarheidsgetrouw beeld geven.

Onderzoek Alumni Bètatechniek

Tabellenboek 'Bekendheid van verzekerden met de polisvoorwaarden en de inhoud van de zorgverzekering

Rapport Cliëntervaringsonderzoek. Thuiszorg Dichtbij Groningen. Ervaringen met de Palliatieve Zorg Verslagjaar 2014

Rapportage Kunsten-Monitor 2014

Regelgeving Horeca Maastricht 2005

Onderzoek Zondagopenstelling Gemeente Borger-Odoorn

In totaal hebben 525 Achmea medewerkers interesse getoond in de enquête. Hiervan hebben 453 medewerkers alle vragen beantwoord, een score van 86%

Is jouw maand ook altijd iets te lang? Onderzoek Jongerenpanel Tilburg

Vrijwilligersbeleid. Rapportage flitsenquête ActiZ. ActiZ, organisatie van zorgondernemers. ICSB Marketing en Strategie Drs.

EXPEDITIE VERZUIM IN ZZZ-TEAMS

B2B NLQF Overzicht Leven Lang Leren markt Nederland Gebruik NLQF/EQF bij bedrijven en instellingen NIDAP RESEARCH 2019

Werkgeversenquête. september Devorah van den Berg Karin Jettinghoff

een onderzoek naar arbeidssatisfactie in Nederland

Beroepskrachten missen in hun opleiding aandacht voor kindermishandeling

Transcriptie:

SubtitelSubtitel Tijdelijke contracten, structureel werk? Resultaten enquête flexibilisering in de zorg 1

Tijdelijke contracten, structureel werk? Resultaten enquête flexibilisering in de zorg Corina Hendriks, Devorah van den Berg December 2017 Het CAOP is hét kennis- en dienstencentrum op het gebied van arbeidszaken en arbeidsmarktvraagstukken in het publieke domein. CAOP Kennis & Onderzoek, in opdracht van werknemersvereniging FBZ Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm, CD, internet of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteur. 2

Inhoudsopgave 1. Inleiding 4 1.1 Onderzoeksvragen 4 1.2 Methode en verantwoording 5 1.3 Opzet van dit document 5 2. Resultaten: Beknopte analyse 6 2.1 In welke mate worden tijdelijke arbeidskrachten ingezet en is er sprake van een trend? 6 2.2 Maken zorgprofessionals zich zorgen over de inzet van tijdelijke arbeidskrachten? 9 2.3 Hoe beïnvloedt de inzet van tijdelijke arbeidskrachten de kwaliteit van werk? 10 2.4 Hoe beïnvloedt de inzet van tijdelijke arbeidskrachten de kwaliteit van zorg? 12 2.5 Hoe ervaren zorgprofessionals hun eigen werksituatie? 13 2.6 Hoe ervaren flexibel/tijdelijke arbeidskrachten hun eigen werksituatie? 16 2.7 Achtergrondkenmerken professionals 17 3. Resultaten: Overige figuren 18 3.1 Trend flexibilisering 18 3.2 Contractvorm 20 3.3 Achtergrondkenmerken 21 3

1. Inleiding De Nederlandse arbeidsmarkt flexibiliseert. Zo n zes op de tien werkenden werkt op basis van een flexibel arbeidscontract of als ZZP er. Alhoewel de flexibele schil in (semi-) publieke sectoren over het algemeen minder groot is, neemt ook in het openbaar bestuur, het onderwijs en de zorg de inzet van flexibele arbeid toe. Naar aanleiding van deze algemene ontwikkelingen én signalen vanaf de werkvloer, is bij werknemersorganisatie FBZ de vraag gerezen in hoeverre er sprake is van een (sterke) toename van flexibele arbeidskrachten en dan specifiek tijdelijke arbeidskrachten in de zorg. Om hier een beeld over te verkrijgen, is in het najaar van 2017 een enquête uitgezet onder de 32.000 leden van de bij de FBZ aangesloten verenigingen. Deze rapportage zet de belangrijkste resultaten van deze enquête uiteen in de vorm van Tabellen en Figuren. De rapportage bevat een beknopte analyse en interpretatie. 1.1 Onderzoeksvragen De FBZ en zijn aangesloten verenigingen willen weten in welke mate tijdelijk werk voorkomt in de zorg, vooral als deze tijdelijke arbeidskrachten worden ingezet voor structureel werk zonder een perspectief op een vaste aanstelling. Ze zijn hierbij vooral geïnteresseerd in hoe de bij de verenigingen aangesloten zorgprofessionals de flexibilisering van arbeid duiden en hoe zij de gevolgen ervan inschatten en ervaren als het gaat om de kwaliteit van werk en zorg. De FBZ wil graag een antwoord op de volgende drie onderzoeksvragen: 1) In welke mate worden tijdelijke/flexibele contractvormen volgens de zorgprofessionals ingezet in de organisaties waarvoor zij werken? Is er hierbij een differentiatie te maken naar persoonskenmerken, functie, fase in de loopbaan etc.? 2) Welke trend zien deze zorgprofessionals op het gebied van flexibilisering in hun organisatie? 3) Hoe ervaren de zorgprofessionals de inzet van tijdelijke/flexibele contracten als het gaat om: a. Hun persoonlijke situatie: hoe tevreden zijn de zorgprofessionals over hun eigen contractvorm? b. De kwaliteit van werk: op welke manier beïnvloedt volgens de professionals de inzet van tijdelijke/flexibele contracten de kwaliteit van werk (van het individu, het team, de organisatie)? c. De kwaliteit van de geleverde zorg: op welke manier beïnvloedt volgens de zorgprofessionals de inzet van tijdelijke/flexibele contracten de kwaliteit van geleverde zorg voor de patiënt? 4

1.2 Methode en verantwoording Om een antwoord te vinden op deze vragen, is een enquête uitgezet onder de ruim 32.000 zorgprofessionals die lid zijn van de in totaal 19 bij FBZ aangesloten verenigingen. De enquête is via de aangesloten verenigingen uitgezet in de periode van 22 oktober tot 20 november. Onderwerpen die in de vragenlijst aan de orde komen zijn: Persoonlijke werksituatie (branche, contractvorm, omvang organisatie, aantal uren etc.) Huidige en (verwachte) toekomstige inzet van tijdelijke en flexibele arbeidskrachten Perspectief op inzet tijdelijke en flexibele arbeidskrachten Tevredenheid persoonlijke werksituatie Ervaren gevolgen van tijdelijk/flexibel werk voor de kwaliteit van werk Ervaren gevolgen van tijdelijk/flexibel werk voor de kwaliteit van zorg Persoonskenmerken De resultaten van het onderzoek hebben betrekking op de ervaring en beleving van de ondervraagde zorgprofessionals en geven een algemeen beeld van de ontwikkelingen in de zorg op het gebied van flexibilisering. De FBZ vertegenwoordigt veelal artsen, paramedici en andere hoogopgeleide zorgprofessionals in zo goed als alle zorgbranches. Sommige zorgbranches zijn in het onderzoek echter meer vertegenwoordigd dan andere. Ook zijn bepaalde beroepsgroepen en werknemersorganisaties meer vertegenwoordigd dan andere. Bij kruistabellen van de branches en werknemersorganisaties is ervoor gekozen om deze te beperken tot een top 3. Dit omdat het aantal respondenten bij de overige categorieën te laag is om een representatieve uitspraak te doen. In totaal hebben 777 zorgprofessionals de enquête ingevuld. Omdat de vragenlijst via de bij de FBZ aangesloten verenigingen is uitgezet, is het totaal aantal benaderde werknemers en dus de respons niet te bepalen. Het aantal respondenten per vraag verschilt (de n verschilt). Dit komt omdat respondenten die hebben aangegeven dat er de afgelopen 12 maanden geen gebruik is gemaakt van tijdelijke arbeidskrachten in hun organisatie deels andere vragen voorgelegd hebben gekregen. Ook respondenten met een flexibel/tijdelijk contract hebben deels andere vragen voorgelegd gekregen. 1.3 Opzet van dit document Dit document bestaat uit twee delen. In hoofdstuk 2 vatten we de belangrijkste resultaten samen en beantwoorden we de onderzoeksvragen. Hoofdstuk 3 presenteert de overige resultaten in overzichtelijke Figuren en Tabellen. 5

2. Resultaten: Beknopte analyse Dit hoofdstuk zet de belangrijkste resultaten van de enquête uiteen en beantwoordt de onderzoeksvragen. Een deel van de Tabellen en Figuren waar naar wordt verwezen in de tekst, zijn te vinden in Hoofdstuk 3. 2.1 In welke mate worden tijdelijke arbeidskrachten ingezet en is er sprake van een trend? Uit het onderzoek komt een gemengd beeld naar voren als het gaat om de inzet van tijdelijke krachten. Enerzijds geeft iets meer dan twee vijfde van de zorgprofessionals aan dat er de afgelopen 12 maanden regelmatig (26%) of structureel (17%) gebruik is gemaakt van tijdelijke arbeidskrachten (Figuur 1). Ook geeft twee vijfde aan dat deze inzet van tijdelijke krachten de afgelopen drie jaar is toegenomen (Figuur 2). Aan de andere kant geeft bijna een kwart (22%) van de respondenten ook aan dat er de afgelopen 12 maanden in de organisatie geen gebruik is gemaakt van tijdelijke arbeidskrachten. Ook verwacht bijna de helft van de respondenten dat de komende maanden de inzet niet meer zal toenemen (Figuur 3). Bijna een vijfde meent dat er wel sprake zal zijn van een toename. Figuur 1: Inzet van tijdelijke arbeidskrachten afgelopen 12 maanden (n=569) Inzet van tijdelijke arbeidskrachten afgelopen 12 maanden 22% 31% 26% 17% 4% Geen gebruik van gemaakt Af en toe Regelmatig Structureel/altijd Weet niet Wie zijn deze tijdelijke arbeidskrachten? De respondenten geven aan dat vooral jongere werkenden en starters vaker een tijdelijk contract krijgen aangeboden dan (oudere) werkenden die al verder zijn in hun loopbaan. Als het gaat om bepaalde functies dan worden vaak genoemd: psychologen, begeleiders en paramedici. 6

Figuur 2: Inzet van tijdelijke arbeidskrachten afgelopen 3 jaar (n=569) Inzet van tijdelijke arbeidskrachten afgelopen 3 jaar 8% 34% 40% 18% Afgenomen Gelijk gebleven Toegenomen Weet niet Figuur 3: Verwachte inzet tijdelijke arbeidskrachten komende 12 maanden (n=569) Verwachte inzet van tijdelijke arbeidskrachten komende 12 maanden 12% 49% 19% 19% Afnemen Gelijk blijven Toenemen Weet niet Verschillen tussen branches Volgens de zorgprofessionals is in de branches Ziekenhuizen en de GGZ de afgelopen 12 maanden iets vaker structureel gebruik gemaakt van tijdelijke arbeidskrachten dan in de VVT (4% hoger dan totaal) (Figuur 4) 1. Wel is volgens de onderzochte professionals de inzet van tijdelijke krachten de afgelopen 3 jaar vooral toegenomen in de VVT en GGZ en minder in de ziekenhuizen. In de GGZ wordt tot slot ook vaker verwacht dat de inzet van tijdelijke arbeidskrachten zal blijven toenemen. Een relatief groot aantal respondenten geeft aan niet te weten of de inzet van tijdelijke arbeidskrachten de komende 12 maanden zal toenemen (19%). 1 Omdat het aantal respondenten in de categorie Weet niet bij de vragen vaak laag is, is er voor gekozen om bij een aantal kruistabellen deze categorie niet mee te nemen. Hierdoor kunnen de percentages bij totaal afwijken van de figuren waar de categorie weet niet wel is meegenomen. 7

Figuur 4: Top 3 branches en inzet van tijdelijke arbeidskrachten afgelopen 12 maanden (n=349) Ziekenhuizen 22% 32% 26% 21% GGZ 21% 28% 30% 21% VVT 30% 32% 21% 17% Totaal 23% 32% 27% 17% Geen gebruik van gemaakt Af en toe Regelmatig Structureel/atlijd Figuur 5: Top 3 branches en inzet van tijdelijke arbeidskrachten afgelopen 3 jaar (n=299) Ziekenhuizen 9% 49% 43% GGZ 18% 31% 52% VVT 4% 45% 51% Totaal 10% 42% 48% Afgenomen Gelijk gebleven Toegenomen Figuur 6: Top 3 branches en verwachte inzet van tijdelijke arbeidskrachten komende 12 maanden (n=368) Ziekenhuizen 10% 54% 20% 16% GGZ 14% 39% 23% 24% VVT 5% 52% 19% 23% Totaal 12% 49% 19% 19% Afnemen Gelijk blijven Groeien Weet niet 8

2.2 Maken zorgprofessionals zich zorgen over de inzet van tijdelijke arbeidskrachten? In algemene zin staat het merendeel van de respondenten positief tegenover de inzet van tijdelijke krachten om schommelingen in de zorgvraag of uitval van arbeidskrachten op te vangen (Figuur 7). Hierbij plaatsen de respondenten wel twee kanttekeningen: 1) Allereerst meent 68% van de zorgprofessionals dat er meer gebruik zou moeten worden gemaakt van interne flexibiliteit dan van externe flexibiliteit; 2) Ten tweede meent 85% dat tijdelijke arbeidskrachten vooral ingezet moeten worden voor tijdelijke werkzaamheden. Vooral dit laatste is een punt van zorg voor veel zorgprofessionals: 77% van de respondenten geeft aan dat de tijdelijke arbeidskrachten in hun organisatie werkzaamheden uitvoeren dit structureel van aard zijn. Van de respondenten die een flexibel of tijdelijk contract hebben, geeft 91% aan dat ze werkzaamheden uitvoeren die structureel van aard zijn. Tijdelijke arbeidskrachten doen in dit licht overigens niet vaker fysiek zwaar werk en/of worden niet opvallend minder of juist vaker ingezet voor avond-/nacht-/of weekenddiensten. Meer dan de helft van de respondenten (56%) maakt zich zorgen over de inzet van tijdelijke of flexibele arbeidskrachten. Het zijn vooral zorgprofessionals werkzaam in de branche GGZ die zich zorgen maken (71%; zie Figuur 8). In de paragrafen 2.3 en 2.4 gaan we in op specifieke zorgen met betrekking tot de kwaliteit van werk en de kwaliteit van zorg. Overige zorgen hebben respondenten over het gebrek aan perspectief (ongeveer 30% meent dat tijdelijk werk in hun organisatie een opstap is naar vast werk; 30% meent dat tijdelijk werk geen opstap is naar vast werk; de overige zorgprofessionals zijn neutraal), achterblijvende investering in opleiding en ontwikkeling en een gebrek aan zekerheid. Figuur 7: Algemeen oordeel inzet tijdelijke krachten (n=774) Werkzaamheden die structureel van aard zijn moeten worden verricht door mensen met een vast arbeidscontract 6% 9% 85% Ik vind het goed dat mijn organisatie extern personeel tijdelijk inhuurt om uitval van arbeidskrachten op te vangen 13% 15% 72% Mijn organisatie zou meer gebruik moeten maken van vaste medewerkers met flexibele uren (interne flexibiliteit) in plaats van tijdelijk arbeidskrachten 13% 19% 68% Ik vind het goed dat mijn organisatie extern personeel tijdelijk inhuurt om schommelingen in de zorgvraag op te vangen 25% 23% 52% (Zeer) mee oneens Niet mee eens/niet mee oneens (Zeer) mee eens 9

Figuur 8: Top 3 branches en zorgen over toenemende inzet van tijdelijke/flexibele arbeidskrachten binnen team/afdeling (n=274) Ziekenhuizen 50% GGZ 71% VVT 54% Totaal 56% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 2.3 Hoe beïnvloedt de inzet van tijdelijke arbeidskrachten de kwaliteit van werk? Als het gaat om de gevolgen van de inzet van tijdelijk werk voor de kwaliteit van werk, vallen drie globale conclusies te trekken. Allereerst, zien respondenten deels positieve gevolgen van de inzet van tijdelijke arbeidskrachten voor de werkdruk en het opvangen van uitval van arbeidskrachten. Ruim 40% meent dat de werkdruk door de inzet van tijdelijke arbeidskrachten afneemt (een kwart is neutraal en 36% meent dat de werkdruk is toegenomen). 60% is het eens met de stelling dat door de inzet van tijdelijke arbeidskrachten de uitval van arbeidskrachten beter wordt opgevangen. Ten tweede bestaan er vooral zorgen als het gaat om het inwerken en begeleiden van tijdelijke arbeidskrachten: 60% van de respondenten geeft aan dat hun team/afdeling veel tijd kwijt is aan het begeleiden van tijdelijke arbeidskrachten; ruim 50% van de respondenten ervaart zelf dat hij/zij zelf hieraan veel tijd kwijt is. Ook geven respondenten aan dat in hun ogen tijdelijke arbeidskrachten niet altijd goed op de hoogte zijn van de werkwijze en normen van de organisatie (51%). Andere zorgen bestaan er over de betrokkenheid van tijdelijke arbeidskrachten bij de organisatie, een afnemend groepsgevoel en collegialiteit, en het verlies van kennis en expertise. Een interessant detail hierbij is dat zo n 40% van de respondenten met een vast contract aangeeft dat in hun ogen tijdelijke arbeidskrachten minder betrokken zijn bij de organisatie dan vaste arbeidskrachten; dit terwijl van de respondenten met een flexibel/tijdelijk arbeidskracht zo n 70% aangeeft zich juist zeer betrokken bij de organisatie te voelen. Ten derde lijkt geconcludeerd te kunnen worden dat de respondenten vooral mogelijke negatieve gevolgen van de inzet van tijdelijk werk ervaren voor het team of de organisatie, maar dat ze zelf op persoonlijk niveau over het algemeen meer positieve ervaringen hebben. Respondenten zijn vooral te spreken over de soepele samenwerking tussen henzelf en tijdelijke krachten (77%) en het feit dat ze door deze samenwerking nieuwe ideeën en kennis opdoen (53% is het eens met deze stelling; 17% oneens). Dit terwijl er op team/organisatieniveau een diffuser beeld bestaat 10

onder respondenten over de soepele samenwerking en zoals gezegd respondenten zich zorgen maken over het verlies van kennis en expertise. Figuur 9: Kwaliteit van werk, individueel niveau (n=426) Ik werk over het algemeen soepel samen met de tijdelijke arbeidskrachten in ons team/afdeling 10% 13% 77% Door de samenwerking met tijdelijke arbeidskrachten doe ik nieuwe ideeën en kennis op 17% 30% 53% Ik ben veel tijd kwijt aan het inwerken en begeleiden van tijdelijke arbeidskrachten en heb daardoor minder tijd voor andere taken 26% 24% 50% Mijn werkdruk is door de inzet van tijdelijke arbeidskrachten hoger dan zonder de inzet van flexibele arbeidskrachten 40% 24% 36% Ik heb meer verantwoordelijkheden gekregen door de inzet van tijdelijke arbeidskrachten 37% 29% 34% Mijn werkplezier is door de inzet van tijdelijke arbeidskrachten afgenomen 49% 24% 27% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90%100% (Zeer) mee oneens Niet mee eens/niet mee oneens (Zeer) mee eens Figuur 10: Kwaliteit van werk, team/afdeling niveau (n=420) Mijn team/afdeling is veel tijd kwijt aan het inwerken en begeleiden van tijdelijke arbeidskrachten 18% 22% 60% In ons team/afdeling zijn de tijdelijke arbeidskrachten minder betrokken bij de organisatie dan de vaste arbeidskrachten 23% 21% 56% De werkdruk van mijn team/afdeling is door de inzet van tijdelijke arbeidskrachten afgenomen 29% 26% 45% De samenwerking in mijn team/afdeling verloopt minder soepel door de inzet van tijdelijke arbeidskrachten 39% 25% 36% In mijn team/afdeling is er minder groepsgevoel en collegialiteit door de inzet van tijdelijke arbeidskrachten 46% 23% 31% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90%100% (Zeer) mee oneens Niet mee eens/niet mee oneens (Zeer) mee eens 11

Figuur 11: Kwaliteit van werk, organisatieniveau (n=424) In mijn organisatie wordt door de inzet van tijdelijke arbeidskrachten uitval van medewerkers beter opgevangen 20% 20% 60% In mijn organisatie gaat door de inzet van tijdelijke arbeidskrachten kennis, expertise en vakmanschap verloren 25% 22% 54% In mijn organisatie zijn tijdelijke arbeidskrachten over het algemeen niet goed op de hoogte van de werkwijze/normen van de organisatie 20% 29% 51% In mijn organisatie is door de inzet van tijdelijke arbeidskrachten vernieuwing en innovatie toegenomen 49% 39% 12% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90%100% (Zeer) mee oneens Niet mee eens/niet mee oneens (Zeer) mee eens 2.4 Hoe beïnvloedt de inzet van tijdelijke arbeidskrachten de kwaliteit van zorg? De resultaten van het onderzoek zijn minder eenduidig als het gaat om de (ervaren) gevolgen van de inzet van tijdelijk werk voor de kwaliteit van zorg 2. Ongeveer twee vijfde van de respondenten meent dat er soepel kan worden ingespeeld op de veranderende zorgvraag door de inzet van tijdelijke arbeidskrachten (Figuur 12). De meningen van respondenten zijn verdeeld als het gaat om de vraag of door de inzet van tijdelijke arbeidskrachten de wachtlijsten afnemen of juist de zorgkosten toenemen. Respondenten maken zich vooral zorgen over de mate waarin tijdelijke arbeidskrachten op de hoogte zijn van richtlijnen en protocollen: 67% van de respondenten is het (zeer) eens met de stelling dat tijdelijke krachten minder van deze richtlijnen en protocollen op de hoogte zijn. Ook vindt een deel van de respondenten dat tijdelijke arbeidskrachten minder goede zorg kunnen leveren, omdat ze minder goed op de hoogte zijn van de wensen en behoeftes van patiënten. Volgens bijna 90% van de respondenten vinden patiënten/cliënten het prettiger om zoveel 2 Een relatief groot aantal respondenten geeft bij de verschillende stellingen aan niet te weten/niet te kunnen zeggen wat de gevolgen van de inzet van tijdelijke werk voor de kwaliteit van zorg is. Vooral het inschatten van de al dan niet toenemende zorgkosten vinden respondenten lastig. 12

mogelijk door dezelfde medewerker te worden geholpen. In de toelichting geven respondenten aan dat het leren kennen, herkennen en begrijpen van cliënten van groot belang is in hun werk. Tegelijkertijd zijn de respondenten niet eensgezind in hun oordeel of bovenstaande dan ook leidt tot minder veilige en verantwoorde zorg. Figuur 12: Kwaliteit van zorg (n=419). In mijn organisatie.. zijn tijdelijke arbeidskrachten minder op de hoogte van de richtlijnen en protocollen op het gebied van zorg dan vaste arbeidskrachten 17% 16% 67% nemen de zorgkosten door de inzet van tijdelijke arbeidskrachten op lange termijn toe 12% 37% 50% kunnen tijdelijke arbeidskrachten minder goed de juiste zorg bieden, omdat ze minder goed op de hoogte zijn van de behoeften en wensen van een 34% 21% 45% kan door de inzet van tijdelijke arbeidskrachten soepel worden ingespeeld op de veranderende zorgvraag 23% 35% 42% kunnen tijdelijke werknemers over het algemeen minder goede kwaliteit van zorg leveren omdat zij minder vaak trainingen en opleidingen volgen 31% 28% 41% zijn door de inzet van tijdelijke werknemers de wachtlijsten afgenomen 26% 35% 40% wordt door de inzet van tijdelijke arbeidskrachten minder veilige en verantwoorde zorg geleverd 39% 27% 34% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90%100% (Zeer) mee oneens Niet mee eens/niet mee oneens (Zeer) mee eens 2.5 Hoe ervaren zorgprofessionals hun eigen werksituatie? Ruim 75% van de respondenten heeft een vast contract. Zo n 8% heeft een tijdelijk contract met uitzicht op vast; 9% heeft een tijdelijk contract zonder uitzicht op vast. Een kleine 2% heeft een inleencontract; de overige 6% zijn vooral ZZP ers, heeft een opleidingscontract of heeft een combinatie van een vast en flexibel contract (zie Figuur 13). In vergelijking met andere beschikbare cijfers lijkt het percentage tijdelijke/flexibele arbeidskrachten onder de onderzochte zorgprofessionals licht hoger dan verwacht. In de jaarlijkse AZW-enquêtes (2017) geeft 83% van de respondenten werkzaam in de zorg aan een vast contract te hebben en 5% een tijdelijk contract zonder uitzicht op vast; de percentages tijdelijke arbeidskrachten met uitzicht op vast komen wel overeen. Het percentage flexibele contracten is ook licht hoger in vergelijking met sectorale CPBcijfers (2016): 25% t.o.v. 20%. Let wel: de verschillen kunnen eventueel worden verklaard door de inhoud van deze enquête waardoor flexibele/tijdelijke arbeidskrachten eerder geneigd zijn om de enquête in te vullen. 13

Figuur 13: Contractvorm (n=774) 9% 2% 1% 3% Vast contract met vaste uren Vast contract zonder vaste uren 8% 2% 75% Tijdelijk contract (vaste uren) met uitzicht op vast Tijdelijk contract (vaste uren) zonder uitzicht op vast Tijdelijk contract zonder vaste uren Inleencontract Anders, namelijk Respondenten zijn over het algemeen tevreden met hun contractvorm: 44% is tevreden, 30% is zeer tevreden. Arbeidskrachten met een vast contract zijn flink tevredener (85%) met hun contract dan arbeidskrachten met een tijdelijk contract (32%) (Figuur 14). 84% van de flexibele/tijdelijke arbeidskrachten geeft aan liever een vast contract te hebben bij de organisatie waarvoor ze werken. De helft van deze arbeidskrachten verwacht binnen twee jaar een vast contract te hebben. Verschillen tussen branches en verenigingen Als we kijken naar de drie branches met de hoogste aantallen respondenten dan valt op dat het percentage vaste contracten in de ziekenhuizen en VVT aanzienlijk hoger is dan het percentage vaste contracten in de GGZ. In de GGZ is met 12% het percentage tijdelijke contracten zonder uitzicht op vast het grootst (Figuur 15). Het percentage vaste contracten is tot slot bij de top 3 van aangesloten verenigingen het hoogst bij de NVLF (Figuur 16). Figuur 14: Kruistabel contractvorm en tevredenheid met contract (n=744) Vast contract 8% 7% 85% Tijdelijk contract 44% 24% 32% (Zeer) ontevreden Niet tevreden/niet ontevreden (Zeer) tevreden 14

Figuur 15: Top 3 branches en contractvorm (n=493) Ziekenhuizen 79% 5% 10% Vast contract met vaste uren Vast contract zonder vaste uren GGZ 69% 12% 12% Tijdelijk contract (vaste uren) met uitzicht op vast VVT 79% 8% 6% Tijdelijk contract (vaste uren) zonder uitzicht op vast Tijdelijk contract zonder vaste uren Inleencontract Totaal 76% 8% 10% Anders, namelijk 0% 20% 40% 60% 80% 100% Figuur 16: Top 3 werknemersorganisatie en contractvorm (n=387) Vast contract met vaste uren NVO 64% 1% 13% 15% 3% 4% Vast contract zonder vaste uren Tijdelijk contract (vaste uren) met uitzicht op vast LAD 70% 1% 8% 13% 6% Tijdelijk contract (vaste uren) zonder uitzicht op vast Tijdelijk contract zonder vaste uren NVLF 89% 5% 2% Inleencontract Anders, namelijk 0% 20% 40% 60% 80% 100% Verschillen in leeftijd, opleiding en aantal personen werkzaam in organisatie Wanneer er wordt uitgesplitst naar leeftijd komt naar voren dat respondenten jonger dan 35 jaar (61%) minder vaak een vast contract hebben dan werkenden in de leeftijdscategorieën 45-54 jaar en 55 jaar en ouder (respectievelijk 93% en 94%) (Figuur 23). Ook blijkt dat respondenten met een hbo diploma vaker een vast contract hebben (89%) dan respondenten met een universitaire diploma (75%) (zie Figuur 24). Wanneer wordt gekeken naar hoeveel mensen er in de organisatie werken, komt naar voren dat het percentage respondenten dat aangeeft een vast contract te hebben groter is, naarmate er meer mensen in de organisatie werken. 15

2.6 Hoe ervaren flexibel/tijdelijke arbeidskrachten hun eigen werksituatie? Zoals hierboven al aangegeven, zijn de flexibel en tijdelijke arbeidskrachten aanzienlijk minder tevreden over hun contractvorm dan werkenden met een vast contract. Naast onvrede over de contractvorm, maken flexibel/tijdelijke arbeidskrachten zich zorgen over de mate waarin er in hun persoonlijke en professionele ontwikkeling wordt geïnvesteerd (29% is het eens met deze stelling; 14% zeer eens ). Ook meent 34% van de flexibele/tijdelijke arbeidskrachten dat ze minder goed in hun taken worden begeleid dan vaste medewerkers. Positief zijn de flexibele/tijdelijke werkenden over de waardering die ze ervaren in de organisatie waar ze werken. Ook menen ze dat de samenwerking met vaste medewerkers over het algemeen soepel verloopt (Figuur 17). Flexibel/tijdelijke krachten geven tot slot aan dat ze zich zeer betrokken voelen bij de organisatie, dat ze goed op de hoogte zijn van de werkwijze en normen van de organisatie en dat ze bijdragen aan vernieuwing en innovatie. Opvallend hierbij is dat de respondenten met een vast contract zich juist zorgen maken over deze elementen. Als het gaat om de kwaliteit van zorg menen flexibele/tijdelijke arbeidskrachten dat de inzet van arbeidskrachten zoals hen zelf helpt bij het soepel inspelen op de veranderende zorgvraag (zo n 45% eens of zeer mee eens). Tegelijkertijd meent een groot deel wel dat dit op termijn de kosten omhoog drijft (ruim 41%). Figuur 17: Kwaliteit van werk en betrokkenheid tijdelijke/flexibele arbeidskrachten (% (zeer) mee eens)(n=153) De samenwerking tussen flexibele en vaste arbeidskrachten verloopt over het algemeen soepel in de organisatie(s) waar ik werk 77% Ik voel me sterk betrokken bij de organisatie(s) waar ik werk 72% Ik ben goed op de hoogte van de werkwijze en normen van de organisatie(s) waar ik werk 67% Ik draag bij aan vernieuwing en innovatie in de organisatie(s) waar ik werk 65% In de organisatie(s) waar ik werk neemt de werkdruk af door de inzet van flexibele arbeidskrachten 48% In de organisatie(s) waar ik werk wordt de uitval van arbeidskrachten goed opgevangen door de inzet van flexibele arbeidskrachten 38% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 16

2.7 Achtergrondkenmerken professionals Als het gaat om de achtergrondkenmerken van respondenten dan valt het volgende op: 1) Ruim 85% van de respondenten is vrouw; 2) De verschillende leeftijdscategorieën zijn redelijk evenwichtig verdeeld (zie Figuur 26); 3) Het merendeel (59%) heeft een WO-achtergrond (zie Figuur 27); 4) Zo n 40% werkt in een organisatie van 1000 of meer personen (zie Figuur 30); 5) Zo n 38% is langer dan 20 jaar werkzaam in de zorg; 6) Ongeveer een kwart werkt 6 tot 10 jaar bij de huidige werkgever; ongeveer een klein kwart 11 tot 20 jaar bij de huidige werkgever (zie Figuur 31). 17

3. Resultaten: Overige figuren 3.1 Trend flexibilisering Figuur 18: Soorten flexibel werk waar afgelopen 12 maanden van gebruik is gemaakt (n=569) (Meerdere antwoorden mogelijk) Oproep- en invalkrachten 43% Uitzendkrachten, pay rolling en gedetacheerden ZZP'ers 13% 15% 0% 5% 10% 15% 20% 25% 30% 35% 40% 45% 50% Figuur 19: Ontwikkeling van gebruik van flexibele arbeidskrachten afgelopen 3 jaar (n=568) Inzet van flexibele arbeidskrachten afgelopen 3 jaar 5% 33% 31% 31% Afgenomen Gelijk gebleven Toegenomen Weet niet Figuur 20: Verwachting inzet flexibele arbeidskrachten komende 12 maanden (n=569) Verwachte inzet van flexible arbeidskrachten komende 12 maanden 11% 46% 19% 24% Afnemen Gelijk blijven Toenemen Weet niet 18

Figuur 21: Tob 3 branches en gebruik van flexibele arbeidskrachten afgelopen 12 maanden (n=368) Ziekenhuizen 49% 51% GGZ 38% 62% VVT 44% 56% Totaal 40% 60% 0% 20% 40% 60% 80% 100% Nee, geen gebruik van gemaakt Ja, gebruik van gemaakt Figuur 22: Top 3 branches en verwachte inzet flexibele krachten komende drie jaar (n=368) Ziekenhuizen 10% 51% 20% 19% GGZ 12% 37% 16% 36% VVT 6% 53% 18% 22% Totaal 11% 46% 19% 24% 0% 20% 40% 60% 80% 100% Afnemen Gelijk blijven Groeien Weet niet 19

3.2 Contractvorm Figuur 23: Kruistabel leeftijd respondenten en contractvorm (n=735) Jonger dan 35 jaar 61% 39% 35-44 jaar 75% 25% 45-54 jaar 93% 7% 55 jaar en ouder 94% 6% 0% 20% 40% 60% 80% 100% Vast contract Tijdelijk contract Figuur 24: Opleiding respondenten en contractvorm (n=715) Hoger beroepsonderwijs 89% 11% Wetenschappelijk onderwijs 75% 25% Vast contract Tijdelijk contract Figuur 25: Aantal personen werkzaam in organisatie en contractvorm (n=744) 1 t/m 99 personen 100 t/m 499 personen 500 t/m 999 personen 1000 of meer personen 72% 79% 80% 86% 28% 21% 20% 15% Vast contract Tijdelijk contract 20

3.3 Achtergrondkenmerken Figuur 26: Leeftijd respondenten (n=764) 24% 28% 24% 24% Jonger dan 35 jaar 35-44 jaar 45-54 jaar 55 jaar en ouder Figuur 27: Opleidingsniveau respondenten (n=773) 1% 2% 37% 59% Havo/vwo Middelbaar beroepsonderwijs Hoger beroepsonderwijs Wetenschappelijk onderwijs Figuur 28: Branches waar respondenten in werkzaam zijn (n=774) Algemene en overige ziekenhuizen 240 Geestelijke gezondheidszorg (GGZ) Verpleging, verzorging en thuiszorg (VVT) 127 126 Gehandicaptenzorg (GHZ) 98 Jeugdzorg 63 Overig 120 0 50 100 150 200 250 300 21

Figuur 29: Functie respondenten (n=774) 23% 14% 36% Paramedische functie Medische functie Sociaalwetenschappelijke functie Overig 27% Figuur 30: Aantal mensen werkzaam in organisatie respondenten (n=774) Aantal mensen werkzaam in organisatie 3% 12% 6% 25% 11% 40% 1 t/m 4 personen 5 t/m 9 personen 10 t/m 49 personen 50 t/m 99 personen 100 t/m 499 personen 500 t/m 999 personen 1000 of meer personen Figuur 31: Aantal jaar werkzaam in de zorg en huidige werkgever (n=774) Korter dan 1 jaar 12% 1 t/m 2 jaar 14% 3 t/m 5 jaar 13% 6 t/m 10 jaar 11 t/m 20 jaar 23% 23% Langer dan 20 jaar 15% 0% 5% 10% 15% 20% 25% Werkzaam bij huidige werkgever 22

Figuur 32: Aantal gewerkte uren per week (n=744) 9% 32% 26% 32% <16 17 t/m 24 uur 25 t/m 32 uur >32 Figuur 33: Meer uren willen werken (n=744) 15% 10% 75% Ja Nee Misschien 23

24