Ouder-Kind Interactie Bewegingsspel (OKI-B)



Vergelijkbare documenten
Intake en Diagnostiek jaar

Ouder-Kind Interactie Bewegingsspel (OKI-B)

Acceptatie en verwerking

Ouder-Kind Interactie Bewegingsspel (OKI-B)

Intake en Diagnostiek 6-13 jaar

Crisisopvang Jongere Jeugd

Flexible Active Community Treatment- Jeugd (FACT)

Dagbehandeling 6 tot 13 jaar

Meer zicht op de doelgroepen van Altra met CAP-J

Modulebeschrijving. Ambulante Spoedhulp. Spoedeisend

Modulebeschrijving. Crisisgezinsopvang. Spoedeisend

Kenniskring Entree van zorg

Modulebeschrijving. Ouder-kind Groep. Behandel- en Expertisecentrum 0-7 jaar 1. 1 In ontwikkeling

Residentiële Zelfstandigheidstrajecten

Ambulante Zelfstandigheidstrajecten

JIM / InVerbinding (april juni 2017)

Crisisopvang Oudere Jeugd

Modulebeschrijving. Ouderschapsmediation. Ambulante Gezinsinterventies

Sherborne en gehechtheid

Behoefte aan begeleiding vanwege een lichamelijke beperking.

Logopedie Oudercursus Hanen

Modulebeschrijving. Make a Move. 24-uurs Oudere Jeugd

Inhoud. Woord vooraf 13. Inleiding 15. Leeswijzer 19

Modulebeschrijving. Jeugdcoach. 24-uurs oudere jeugd

Doelgroepenanalyse Rubicon Jeugdzorg. Een analyse van de huidige cliënten binnen het cluster Verblijf

KINDERGENEESKUNDE. Pedagogische begeleiding van uw kind in het ziekenhuis

Modulebeschrijving. Speltherapie

HULPVRAAG Doelgroepen Doelstellingen

Pleegouder-Pleegkind Interventie

(Dag) Behandeling (licht) verstandelijk beperkten

Dagbehandeling 6-13 jaar

Ondersteuningsprofielen

Wat beantwoordt. De Pleegouder Pleegkind Interventie. (Over stress en reactie) Door H.W.H. van Andel; GGZ Dimence

Richtlijnen Commissie Leerling Ondersteuning (CLO) Samenwerkingsverband De Liemers po

Triple P Tieners. Doel. Effectonderzoek. Implementatieonderzoek. F.X. Goossens 4 juni e Nationaal Congres Opvoedingsondersteuning

Traumasensitief opvoederschap

Probleemgedrag beter duiden en behandelen. Aanvullende diagnostiek en specialistische behandeling

Aanvulling op. Resultaten STOP4-7 Tabellenboek trainingen

Kortdurende hulpverleningstrajecten Maasland

Op weg naar meer kennis over wat werkt voor multiprobleemgezinnen (MPG) MSc L. (Loraine) Visscher, Universitair Medisch Centrum Groningen

Modulebeschrijving. Ouder-kind Groep. Dagbehandeling Behandel- en Expertisecentrum 0-7 jaar

Samenvatting Zorgmodule Intensief ambulant verblijf (en behandeling)

MELDCODE HUISELIJK GEWELD EN KINDER MISHANDELING BEELDENBOX BEELDEND JEUGDHULP VERLENEN

Dagbehandeling 0-7 jaar Vlaardingen

GGZ aanpak huiselijk geweld

Zorgmodule Naschoolse Dagbehandeling jaar

Trajecthuis De Vonder

Modulebeschrijving. Terug naar Zorg. 24-uurs jongere jeugd

Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017)

SAMENVATTING. Samenvatting

Pedagogische omgangscoaching

Intensieve Klinische Behandeling. Gezinsondersteuning met behandeling en verblijf

Shantala babymassage (individuele begeleiding)

Richtlijn Opvoedondersteuning (2013)

Afdeling Medische Psychologie

Orthopsychiatrie en ambulante forensische kinderen jeugdpsychiatrie. Kinderen en Jeugdigen. Informatie voor ouders/verzorgers

EFFECTIVITEIT VAN DE GEEF ME DE 5 BASISCURSUS

Onderzoek naar het cluster 4 onderwijs: kinderen en hulpverlening. Drs. R. Stoutjesdijk & Prof. Dr. E.M. Scholte M.m.v. drs. H.

Ouder-kind Dagbehandeling Kangoeroe. Voor ouders en hun kind van 0 4 jaar

Voor wie zijn de kind-jongere trainingen bedoeld? Hulpaanbod

Zorg voor kinderen in de opvang: een eerste prioriteit

Advanced Therapy. Jeugd- en opvoedhulp. Ibtisam Rizkallah Charlotte Stoop

Cursus Positief opvoeden volgens Triple P - Amsterdam

Hulp voor gezinnen met meerdere, complexe problemen. Intensieve Ambulante Gezinsbehandeling

Maashorst helpt kinderen verder!

24 uurshulp. Met Cardea kun je verder!

Modules Jeugdzorg. Gezinsopvang. Centra voor Wonen, Zorg en Welzijn Noord Kwinkenplein 10-A, 9712 GZ Groningen Tel , Fax.

De kinder- en jeugdpsycholoog in het ziekenhuis

MASTER ORTHOPEDAGOGIEK SCRIPTIE

Samenwerking MOC t Kabouterhuis en basisscholen

Inhoud Gehechtheidstheorie: Cees Janssen Gevaar van chronische stress Bewijs: onderzoek Sterkenburg

KORTDURENDE VIDEO-HOMETRAINING (K-VHT)

Zorgmodule Intensief Kort Ambulant

Even voorstellen. Inhoud. De visual cliff experiment. Pleegzorg voor jonge kinderen, meer dan opvoeden alleen. De aanleiding tot de PPI

Bijlage 9 Intakeverslag Integrale Vroeghulp

Voor informatie over MST-LVB: MST-LVB Supervisor Meer info?

Logopedie Oudercursus Hanen

even Als kinderen en ouders geen raad meer weten

Dialectische Gedrags Therapie Bij volwassenen met een lichte verstandelijke beperkingen

Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017)

Zorgprogrammering Als je van jezelf vindt dat iedereen naar je moet luisteren, heb je vaak niet zoveel te vertellen.

Herkennen gevolgen en signalen voor jeugdigen

Veilig opgroeien in een gezinssituatie. Gezinswonen

De kinder- en jeugdpsycholoog in het ziekenhuis

Bijlage 2. Productbeschrijvingen Verblijf middel, Verblijf middelzwaar, Verblijf zwaar, Verblijf extra zwaar en Verblijf Spoedhulp

Perceelbeschrijving 1 Gespecialiseerde ambulante hulp

De ouder-kindrelatie en jeugdtrauma s. Nr. 2018/11, Den Haag, 22 mei Samenvatting

Ouder-Baby Dagbehandeling Kangoeroe

Aantal deelnemers. Pedagoog. Jeugdverpleegkundige.

Zorgprogramma. Emergis, kinder- en jeugdpsychiatrie. Amares

Congres Behandeling van verstoorde

Modulebeschrijving. Gezinshûs. Pleegzorg

Kennisnetwerk HBO-docenten Bijeenkomst 16 september 2016

Promens Care GEZINSBEHANDELING

E 1.2 Reguliere pleegzorg, inclusief netwerkpleegzorg E 1.3 Crisispleegzorg E 2 Logeren/kortdurend verblijf

Zorgvorm Doelgroep Problematiek Hulp Duur Financiering

Digitale opvoedondersteuning voor aanstaande ouders

Aveleijn ondersteunt mensen met een verstandelijke beperking of een lage sociale redzaamheid. Leven vol betekenis

Inhoud. Woord vooraf 11. Inleiding 13. Leeswijzer 15

ACTief opvoeden Effect onderzoek naar de cursus voor ouders o.b.v. Acceptance en Commitment therapie.

Transcriptie:

Modulebeschrijving Ouder-Kind Interactie Bewegingsspel (OKI-B) Behandel- en Expertisecentrum 0-7 jaar 1 1 In ontwikkeling

INDEX Samenvatting 3 A. Modulebeschrijving: probleem, doelgroep, doel, aanpak, materialen en uitvoering 4 1. Risico- of probleemomschrijving 4 2. Doel van de module 4 3. Doelgroep van de module 4 4. Aanpak van de module 5 5. Materialen en links 6 B. Onderbouwing van de module 7 6. Verantwoording: doelgroep, doelen en aanpak 7 7. Samenvatting onderbouwing 8 8. Randvoorwaarden voor uitvoering en kwaliteitsbewaking 8 9. Onderzoek naar de uitvoering van de module 9 C. Effectiviteit 10 10. Nederlandse effectstudies 10 11. Buitenlandse effectstudies 11 D. Overige informatie 12 12. Toelichting op de naam van de module 12 13. Uitvoering (uitvoerende en of ondersteunende organisaties en partners) 12 14. Overeenkomsten met andere modules 12 Bijlage CAP-J classificatieoverzicht (assen en rubrieken) Module OKI-B Behandel- en Expertisecentrum 0-7 jaar Pagina 2/16

SAMENVATTING Doel Het doel van Ouder-Kind Interactie Bewegingsspel (OKI-B) is het vergroten van de sensitiviteit van de opvoeder en vergroten van de responsiviteit van het kind, het opdoen van positieve opvoedingsvaardigheden en het opdoen van positieve ervaringen van het kind met zichzelf en de opvoeder. Doelgroep OKI-B is een behandeling voor opvoeders en kinderen van nul tot en met acht jaar, waarbij sprake is van ouder-kind relatieproblematiek en/of hechtingsproblemen. Aanpak OKI-B is een kortdurende, ervaringsgerichte behandeling door middel van bewegingsspel en videofeedback. De behandeling bestaat uit ervaringsgerichte sessies van opvoeder en kind samen, waarbij gewerkt wordt door middel van bewegingsspel. De sessies worden gefilmd en de opvoeder krijgt in een oudergesprek feedback aan de hand van deze opnames. Opvoeders worden in de gelegenheid gesteld om in een veilige, gecontroleerde omgeving spelenderwijs positieve opvoedingsvaardigheden te oefenen en hun sensitiviteit naar het kind te vergroten. Ze worden daarbij direct ondersteund door de behandelaar, die tevens een belangrijke modelingfunctie heeft voor wat betreft sensitiviteit. Het kind krijgt de mogelijkheid om in de sessies zijn responsiviteit (affectieve reactie van het kind op de wens tot interactie van de ouder) te vergroten en positieve en plezierige ervaringen op te doen met zichzelf en met de opvoeder; ervaringen die niet van nature tot stand hebben kunnen komen of gestagneerd zijn geraakt door de problematische gehechtheid. De videofeedback bestaat eruit dat opvoeders door middel van reflectie op hun eigen handelen tijdens de sessies en op hun lichamelijk, op het kind afgestemd, gedrag, meer gevoeligheid ontwikkelen voor de contact- en communicatiesignalen van het kind en daarop adequate reacties leren geven. In volgende spelsessies kunnen ze deze reacties oefenen en ervaren (Bessems, 2013). Materiaal OKI-B vindt plaats in de gymzaal of in de woonkamer thuis en maakt tijdens het bewegingsspel gebruik van materialen als slaapzak, dekens, matten et cetera. Daarnaast wordt de Ipad gebruikt voor video opnames. Onderzoek Om na te gaan of de OKI-B behandeling effectief is, is in Nederland een pilot uitgevoerd. Bij 25 opvoeders en kinderen is er een voor- en nameting verricht op basis van videomateriaal en vragenlijsten. Na gemiddeld 11 spelsessies blijkt de sensitiviteit van de opvoeder significant toegenomen, evenals de responsiviteit van het kind. Daarbij zijn de gedragsproblemen van het kind afgenomen (Bessems, 2013). Module OKI-B Behandel- en Expertisecentrum 0-7 jaar Pagina 3/16

A. MODULEBESCHRIJVING: PROBLEEM, DOELGROEP, DOEL, AANPAK, MATERIALEN EN UITVOERING 1. Risico- of probleemomschrijving De module OKI-B wordt ingezet wanneer er sprake is van ouder-kind relatieproblematiek; een problematische ouder-kind interactie en/of hechtingsproblemen bij het kind. Ouders ervaren dat het contact en de opvoeding van het kind niet vanzelf gaat en er is sprake van verstoorde interactiepatronen tussen de ouder(s) en het kind. Het opdoen van positieve en plezierige ervaringen in het contact tussen ouder en kind komt onvoldoende tot stand of is gestagneerd. Het kind heeft weinig vertrouwen in zichzelf en in anderen en laat daarmee samenhangend gedragsproblemen zien. Het gedrag is moeilijk te hanteren voor de ouder(s) en ze hebben moeite om het kind sensitief-responsief te benaderen en/of leiding te nemen ten opzichte van het kind. De ontwikkeling van het kind verloopt verstoord of dreigt te stagneren op cognitief, sociaal en/of emotioneel gebied. Kinderen hebben weinig zelfvertrouwen en/of een negatief zelfbeeld, en/of laten weinig eigenheid zien, en/of ze hebben weinig lichaamsbesef. Doordat de relatie tussen ouder en kind verstoord is geraakt, konden essentiële ervaringen van bodymastery (het thuis zijn in het eigen lijf, ervaren dat het lichaam een veilige, prettige en vertrouwde plek is, van waaruit kinderen zich verder kunnen ontwikkelen en in relatie kunnen treden met de ander) en het aangaan van relaties niet of onvoldoende tot stand komen. 2. Doel van de module Vergroten van de sensiviteit van de ouder Vergroten van de responsiviteit van het kind Vergroten van de opvoedingsvaardigheden van de ouder Het opdoen van positieve en plezierige ervaringen in het contact tussen ouder en kind Afname van de gedragsproblemen van het kind Toename van motorische vaardigheden van het kind Toename van zelfvertrouwen en lichaamsbesef bij het kind Herstel van de relatie tussen ouder en kind Relatieproblematiek tussen kinderen en opvoeders verminderen, zodat contact en opvoeding weer meer vanzelfsprekend kunnen worden 3. Doelgroep van de module 3.1 Voor wie is de module bedoeld? Ouders en kinderen in de leeftijd van nul tot acht jaar, waarbij relatieproblematiek ten grondslag ligt aan sociaal-emotionele en cognitieve problemen bij het kind, en ouders in de opvoeding het gevoel hebben dat ze hun kind niet meer kunnen bereiken, dat ze de relatie dreigen te verliezen of verloren hebben. 3.2 Indicatie- en contra-indicatiecriteria Jeugdhulp Friesland biedt specialistische jeugdzorg op het gebied van opgroei- en opvoedingsproblemen, in de leeftijdscategorie 0 t/m 18 (met een uitloop tot 23) jaar. Kinderen, jongeren en hun ouders/opvoeders kunnen een beroep doen op Jeugdhulp Friesland. Dit doen zij als de normale ontwikkeling van het kind wordt belemmerd. Mogelijk is er sprake van psychosociale problemen, psychiatrische problemen, gezinsgerelateerde problemen, psychische problemen, gedragsproblemen of een combinatie daarvan. Kinderen en jeugdigen met een psychiatrische, zintuiglijke, lichamelijke en/of verstandelijke beperking die redelijk sociaal redzaam zijn, worden ook behandeld en/of opgevangen, als dit past binnen de behandelprogramma s en mogelijkheden van Jeugdhulp Friesland. We nemen ook jeugdigen op met een civielrechtelijke maatregel. In specifieke situaties worden kinderen met een strafrechtelijke maatregel behandeld (Gedragsbeïnvloedende maatregel). Module OKI-B Behandel- en Expertisecentrum 0-7 jaar Pagina 4/16

De door Jeugdhulp Friesland gehanteerde indicatiecriteria en contra-indicaties zijn uitgebreid beschreven in De Betekenis onder het hoofdstuk Doelgroepenbeleid op pagina 15. Deze folder is te downloaden op www.jeugdhulpfriesland.nl onder het tabblad Jeugdhulp Friesland. Voor de module OKI-B gelden naast de algemene indicatiecriteria en contra-indicaties de volgende specifieke indicatiecriteria. Er is sprake van relatieproblematiek tussen ouder en kind: hechtingsproblemen/een verstoorde ouder-kind interactie. Ouders zijn gemotiveerd voor de behandeling De intelligentie van ouder en kind >80 Er is tenminste 1 opvoeder aanwezig bij de behandeling Er is ruimte bij de ouder om aan deze problematiek te werken De ouder heeft de mogelijkheid om de opgedane ervaringen en veiligheid te generaliseren/in te bedden in de thuissituatie 3.3 Toepassing bij migranten De module is niet speciaal ontwikkeld voor migrantengroepen. Het programma heeft geen speciale faciliteiten om migrantengroepen in het bijzonder te kunnen bedienen. 4. Aanpak van de module 4.1 Structuur en opbouw OKI-B-therapie wordt aangevraagd bij de gedragswetenschapper die verbonden is aan de module OKI/B, wanneer ouders hebben aangegeven interesse te hebben in en gemotiveerd te zijn voor deze behandeling. De gedragswetenschapper beoordeeld in overleg met de aanmelder of OKI-B inderdaad het meest passende hulpaanbod is en of dit geïndiceerd is. Voor de daadwerkelijke start van de behandeling OKI-B met het kind vindt een gesprek plaats met ouders, therapeut en de co-therapeut. Hierin krijgen ouders uitleg over de inhoud van de behandeling, de aanpak en wat ze kunnen verwachten. Er worden doelen opgesteld voor de behandeling en er worden afspraken gemaakt, bijvoorbeeld wanneer er wordt geëvalueerd en wie daarbij aanwezig zijn. De behandeling kan nu van start gaan. De OKI-B therapeut heeft eens per twee weken (of wekelijks als dat is afgesproken) een behandelsessie met ouder en kind in de gymzaal van de MOD of in de woonkamer bij ouders thuis. Deze sessie kan worden gefilmd. Er wordt overlegd wanneer de beelden worden teruggekeken met de therapeut. Om de drie behandelsessies wordt de voortgang van het proces geëvalueerd met ouders, de OKI-B therapeut en de co-therapeut (evaluatie). Indien andere hulpverleners betrokken zijn, zijn deze ook aanwezig. Bij een OKI-B-traject vanuit de pleegzorg bijvoorbeeld, is ook de pleegzorgbegeleider bij de evaluatie aanwezig. De co-therapeut is de gespreksleider in dit gesprek en bewaakt het proces van ouders. De behandeling kent een observatie fase van twee sessies, een uitvoerende fase van zes tot tien sessies en een afrondende fase van twee sessies. Na de observatie fase vindt een analyse plaats van de videobeelden, door de therapeut, cotherapeut en de bij de module betrokken gedragswetenschapper. Op basis van deze analyse wordt een advies gesprek gevoerd met ouders door de therapeut en co-therapeut. In de spelsessies worden aan opvoeders en kinderen allerlei bewegingsspelvormen aangeboden, die enerzijds inspelen op de relatie tussen opvoeder en kind en anderzijds op de body mastery van het kind (thuis zijn in eigen lijf, ervaren dat lichaam een veilige, prettige en vertrouwde plek is). De bewegingsvormen spelen in op verschillende relatievormen vanuit de Sherborne Developmental Movement (SDM): Zorgen-vóór-relaties: een persoon draagt zorg voor de ander. Tegen-elkaar-relaties: twee personen onderzoeken hun kracht aan elkaar terwijl ze rekening blijven houden met de ander. Samen-relaties: relaties die wederzijdse afhankelijkheid en ondersteuning vereisen. Module OKI-B Behandel- en Expertisecentrum 0-7 jaar Pagina 5/16

Door middel van spelvormen die inspelen op deze relatievormen worden opvoeders in de gelegenheid gesteld om in een veilige, gecontroleerde omgeving spelenderwijs positieve opvoedingsvaardigheden te oefenen en hun sensitiviteit naar het kind te vergroten. Ze worden daarbij direct ondersteund door de behandelaar, die tevens een belangrijke modelingfunctie heeft voor wat betreft sensitiviteit. Het kind krijgt de mogelijkheid om in de sessies zijn responsiviteit (affectieve reactie van het kind op de wens tot interactie van de ouder) te vergroten en positieve en plezierige ervaringen op te doen met zichzelf en met de opvoeder; ervaringen die niet van nature tot stand zijn kunnen komen of gestagneerd zijn geraakt door de problematische gehechtheid. De videofeedback bestaat eruit dat opvoeders door middel van reflectie op hun eigen handelen tijdens de sessies en op hun lichamelijk, op het kind afgestemd, gedrag, meer gevoeligheid ontwikkelen voor de contact- en communicatiesignalen van het kind en daarop adequate reacties leren geven. In volgende spelsessies kunnen ze deze reacties oefenen en ervaren (Bessems, 2013). Wat betreft het doen van een voormeting en een nameting: Het afnemen van vragenlijsten en motorische test voor en na de behandeling is in ontwikkeling. 4.2 Duur Het totale OKI-B-traject duurt zes maanden met mogelijkheid tot verlenging, soms korter (drie tot vier maanden). 4.3 Frequentie Er vinden gemiddeld 10 tot 14 behandelsessies plaats waarbij opvoeder en kind samen aanwezig zijn, uitgevoerd door de OKI-B-therapeut. Er vinden na drie of vier behandelsessies evaluatiegesprekken plaats waarin videofeedback wordt geboden. Hierbij zijn ouders, OKI-B-therapeut en de co-therapeut aanwezig. 4.4 Intensiteit Eens per twee weken is een ouder-kind sessie (of, indien afgesproken, wekelijks). 4.5 Setting In de gymzaal van de MOD of in de woonkamer thuis, voorwaarde is dat er een gladde vloer is. 5. Materialen en links Er wordt gebruik gemaakt van: - Slaapzak, dekens, matten et cetera. - Ipad Module OKI-B Behandel- en Expertisecentrum 0-7 jaar Pagina 6/16

B. ONDERBOUWING VAN DE MODULE 6. Verantwoording: doelgroep, doelen en aanpak Probleemanalyse Lichamelijke gewaarwordingen zijn van fundamenteel belang voor het ontwikkelen van gehechtheid en daaraan gekoppeld de affectregulatie bij kinderen. Jonge kinderen leren de emotionele betekenis van lichamelijke gewaarwordingen door het ervaren van op hem afgestemd lichamelijk gedrag (onder andere aanraking, blik, gezichtsuitdrukkingen en stemklank) van een sensitief responsieve gehechtheidsfiguur (Wallin, 2010). Ouders van veilig gehechte kinderen worden gekenmerkt door een sensitieve en responsieve opvoedingsstijl (Johnson 2004; Riksen-Walraven, 1989). Nieuwe inzichten in de verstoorde gehechtheid hebben geleid tot een aantal behandelvormen voor kinderen met hechtingsproblemen. Bestaande behandelvormen zoals VIPP-SD (Juffer, Bakermans- Kranenburg & Van IJzendoorn, 2008), PCIT (Eyberg & McDiarmid, 2005) en de fase- en differentiatie therapie van Thoomes-Vreugdenhil (2006), steken voornamelijk in op de ontwikkelingsdomeinen cognitie en emotie. Een behandeling die zich vooral richt op het lichamelijke ontwikkelingsdomein, is nog niet voorhanden. Klinische ervaring laat zien dat een focus, op zowel lichamelijke gewaarwordingen van het kind als op het sensitief op het kind afgestemd lichamelijk gedrag van de opvoeder, nieuwe invalshoeken geeft voor behandeling van hechtingsproblemen. De door Veronica Sherborne (2001) ontwikkelde Sherborne Developmental Movement (SDM) is een vorm van bewegingspedagogiek die hiertoe aanknopingspunten biedt. Uit een kleinschalig onderzoek van Filer (2007) blijkt dat, door deelname aan een therapieprogramma gebaseerd op SDM, de relatie tussen opvoeders en kinderen verbetert en het probleemgedrag van kinderen afneemt. SDM gaat ervan uit dat de gezonde ontwikkeling van kinderen berust op 2 pijlers: de body mastery van kinderen en hun mogelijkheid om gezonde, veilige relaties aan te gaan met anderen. Sherborne (2001) omschrijft body mastery als het thuis zijn in het eigen lijf, ervaren dat het lichaam een veilige, prettige en vertrouwde plek is, van waaruit kinderen zich verder kunnen ontwikkelen en in relatie kunnen treden met de ander. Volgens Sherborne (2001) is bewegen en bewegingsspel bij kinderen het natuurlijke middel om aan beide peilers te werken. De ontwikkeling van een jong kind steunt op lichaamsgewaarwordingen, de toenemende bewegingsmogelijkheden en de fysieke en lichamelijke interactie met anderen. Een baby lokt deze essentiële ervaringen reeds vroeg uit bij zijn opvoeders (Sherborne, 1979). Het eerste prille contact tussen opvoeder en kind wordt niet gelegd door middel van taal, maar door met het kind te spelen, aan te raken en met hem te bewegen (Berg & Steiner, 2004). De opvoeder vormt de basis aan wie het kind zich kan ontwikkelen. Dáár waar de relatie tussen opvoeder en kind door interne of externe factoren onder druk staat en opvoeders niet of onvoldoende reageren op de signalen van het kind, kunnen bij het kind de essentiële ervaringen van body mastery en het aangaan van relaties niet of onvoldoende op gang komen, mogelijk met hechtingsproblemen tot gevolg. Op basis van deze visie, gecombineerd met de grondbeginselen van SDM, is in de afgelopen vijf jaar in de klinische praktijk van de jeugdzorg in Nederland een nieuwe behandeling ontwikkeld voor kinderen met hechtingsproblemen: Ouder-Kind Interactie Bewegingsspel. Beïnvloedbare factoren Bestaande behandelvormen zoals VIPP-SD (Juffer, Bakermans-Kranenburg & Van IJzendoorn, 2008), PCIT (Eyberg & McDiarmid, 2005) en de fase- en differentiatie therapie van Thoomes- Vreugdenhil (2006), steken voornamelijk in op de ontwikkelingsdomeinen cognitie en emotie. Een behandeling die zich vooral richt op het lichamelijke ontwikkelingsdomein is nog niet voorhanden. Klinische ervaring laat zien dat een focus, op zowel lichamelijke gewaarwordingen van het kind als op het sensitief op het kind afgestemd lichamelijk gedrag van de opvoeder, nieuwe invalshoeken geven voor behandeling van hechtingsproblemen. Vergroten van de sensitieve-responsiviteit van opvoeders blijkt een werkzame factor in het behandelen van kinderen met hechtingsproblemen (Bakermans-Kranenburg, Van IJzendoorn & Juffer, 2003). Module OKI-B Behandel- en Expertisecentrum 0-7 jaar Pagina 7/16

Verantwoording Bessems (2013) onderzocht de effectiviteit van OKI-B door middel van een pilot. Bij 25 opvoeders en kinderen is er een vóór- en nameting verricht op basis van videomateriaal en vragenlijsten. Na gemiddeld 11 spelsessies blijkt de sensitiviteit van de opvoeder significant toegenomen, evenals de responsiviteit van het kind. Daarbij zijn de gedragsproblemen van het kind afgenomen. 7. Samenvatting onderbouwing OKI-B is een kortdurende, ervaringsgerichte behandeling voor opvoeders en kinderen tot en met acht jaar met hechtingsproblemen, die zich door middel van bewegingsspel en videofeedback richt op het vergroten van de sensitiviteit van de opvoeder en de responsiviteit van het kind. 8. Randvoorwaarden voor uitvoering en kwaliteitsbewaking 8.1 Eisen ten aanzien van opleiding Nieuwe medewerkers Therapeut: Opleiding: SPH of kinderfysiotherapie, affiniteit met het jonge kind (0-8). Training: Drie daagse basiscursus Sherborne bewegingspedagogiek (level 1 & 2 inclusief certificering) Drie daagse cursus OKI-B (inclusief certificering) 12x supervisie (verplicht om OKI-B behandelaar te worden) Beide cursussen en supervisie kunnen worden gevolgd bij Triskell, opleidingscentrum voor spel en beweging. Co-therapeut: Functie: Methodisch Ouderbegeleider 2 Ervaring in het werken met ouders en affiniteit met hechtingsproblematiek. Supervisie van een oki-b behandelaar/ supervisor. Intervisie met de therapeuten, co-therapeuten en gedragswetenschappers betrokken bij de module Ervaren medewerkers: Therapeut: externe supervisie: 4x per jaar Co-therapeut: externe supervisie (met therapeut) 2x per jaar Intervisie met de therapeuten, co-therapeuten en gedragswetenschappers betrokken bij de module Gedragswetenschapper Intervisie met de therapeuten, co-therapeuten en gedragswetenschappers betrokken bij de module. 8.2 Eisen ten aanzien van overdracht en implementatie Er is geen handleiding of protocol voor overdracht of implementatie. 8.3 Eisen ten aanzien van kwaliteitsbewaking De kwaliteit van de module wordt bewaakt aan de hand van de resultaten uit de prestatieindicatoren: doelrealisatie, cliënttevredenheid, reden beëindiging hulp en afname ernst problematiek. Jeugdhulp Friesland voldoet aan de kwaliteitsnormen HKZ, hetgeen betekent dat de cliënt centraal staat en er continu gewerkt wordt aan het verbeteren van de hulpverlening. Het gebruik van vragenlijsten/tests voor een vóór- en nameting is in ontwikkeling, in samenwerking met Drs. R. Bessems, deskundige/onderzoeker OKI-B. 2 Functie Methodisch Ouderbegeleider is in ontwikkeling. Module OKI-B Behandel- en Expertisecentrum 0-7 jaar Pagina 8/16

8.4 Kosten Betrokken professionals: OKI-B therapeut (vakspecialist) OKI-B co-therapeut (Meth. OBG 3 of Ambulant HV) Gedragswetenschapper methodiekcoach Supervisor (extern) Verblijf: nee Verzorgingskosten: nee Pleeggeld: nee Licentie: Training / opleiding: ja, zie 8.1 Specifiek materiaal: Ipad, tv voor afspelen opnames. Indien op locatie: slaapzak of zachte deken, matten overige kosten: geen 9. Onderzoek naar de uitvoering van de module In de MOD wordt al enige tijd meegedaan aan structurele effectmeting (programma BergOp) door middel van afname van de CBCL (gedragsvragenlijst ouders), TRF (gedragsvragenlijst ingevuld door pedagogisch medewerkers) en OBVL (opvoedingsbelasting ouders). De lijsten worden ingevuld aan het begin van de behandeling van een kind en vlak voor het beëindigen daarvan. De exitvragenlijsten die ingevuld worden door de ouders van de MOD s in Friesland laten over het algemeen een hoge tevredenheid zien. De exit-vragenlijsten richten zich echter op de gehele behandeling en niet enkel op OKI-B. 3 Functie Methodisch Ouderbegeleider is in ontwikkeling. Module OKI-B Behandel- en Expertisecentrum 0-7 jaar Pagina 9/16

C. EFFECTIVITEIT 10. NEDERLANDSE EFFECTSTUDIES 10.1 Studies naar de effectiviteit van de module in Nederland Auteurgegevens Drs. T.R.J.M Bessems, klinisch psycholoog, psychotherapeut Publicatiejaar 2013 Artikel Bessems (2013). Ouder Kind Interactie Bewegingsspel (OKI-B) Een kortdurende behandeling van hechtingsproblemen bij jonge kinderen. Tijdschrift Kinder- & Jeugdpsychotherapie, jaargang 40, nummer 4, 2013. Onderzoeksvragen - Leidt OKI-B tot een toename van de sensitiviteit van de opvoeder? - Leidt OKI-B tot een toename van de responsiviteit van kinderen? - Leidt OKI-B tot een afname van gedragsproblemen bij kinderen? - Beïnvloedt de sensitiviteit van de behandelaar de resultaten van OKI-B? - Leidt OKI-B tot een toename van motorische vaardigheden van kinderen? Onderzoeksgroep 25 gezinnen, 15 jongens en 10 meisjes, de leeftijd van de kinderen varieerde van drie tot en met acht jaar met een gemiddelde van 5.7. Bij alle kinderen was sprake van gedragsproblemen en hechtingsproblematiek. Bij één kind was as-i-problematiek gediagnosticeerd (ASS). De kinderen waren voornamelijk van autochtone afkomst (88%). Acht kinderen (32%) leefden ten tijde van de behandeling in een pleeggezin en namen met één van de pleegouders deel aan de behandeling. Biologische ouders waren hiervan op de hoogte gesteld. Er hebben 18 (pleeg)moeders en 7 (pleeg)vaders deelgenomen aan OKI-B. Methode Quasi experimenteel design (pre-test, post-test single group design (dat is een voormeting, behandeling en nameting bij dezelfde groep). Resultaten De eerste twee onderzoeksvragen, nl. of OKI-B leidt tot een toename van de sensitiviteit van opvoeders en de responsiviteit van kinderen, zijn onderzocht door middel van t-tests, uitgevoerd op de zes schalen van de EAS. Op vijf van de zes schalen blijkt het verschil tussen voor- en nameting significant (p <.01). Uit de effectgrootten blijkt dat de grootste veranderingen worden gemeten in de sensitiviteit van de opvoeder (ES = 1.05), maar ook in de structurering van de opvoeder (ES = 1.07) en de betrokkenheid van het kind (ES = 1.16). De verandering in de responsiviteit van het kind laat een middelgroot effect zien (ES =.73), zo ook voor de niet-verstorendheid van de ouder (ES =.65). Om na te gaan of er door OKI-B een afname van de gedragsproblemen bij kinderen plaatsvindt, is eveneens het effect onderzocht op de Totaal Probleemscore en de subschaal Gedragsproblemen van de SDQ. In tabel 2 is te zien, dat er voor beiden een significant verschil is gevonden (p <.01). De effectgrootten blijken klein voor de afname van de gedragsproblemen (ES =.48) en middelgroot voor de afname van de totale problemen (ES =.66). Module OKI-B Behandel- en Expertisecentrum 0-7 jaar Pagina 10/16

Onderzoeksvraag 4 kan niet bevestigend worden beantwoord. De invloed van de sensitieve interactiestijl van de behandelaar op het effect van de behandeling, zoals gemeten met de EAS, kan niet bepaald worden omdat alle behandelaars die deelnamen aan het onderzoek in zeer hoge mate sensitief blijken te zijn en hierin onderling niet van elkaar te verschillen. Allen hadden maximale scores op schaal Sensitiviteit van de EAS. De vijfde onderzoeksvraag betreft de mogelijke toename van de motorische vaardigheden van kinderen door deelname aan OKI-B. Ook hier zijn t-test uitgevoerd, en wel op de ruwe scores van de drie componenten waaruit de ABC-Movement is opgebouwd (Handvaardigheid, Balvaardigheid en Evenwicht). Uit tabel 3 blijkt, dat de onderzochte kinderen een significant verschil laten zien tussen voor- en nameting op de component Evenwicht (p <.01). De effectgrootte is middelgroot (ES =.68). Op het gebied van handvaardigheid en balvaardigheid worden geen significanties gevonden, zo ook niet voor wat betreft de totaalscore op deze motorische test. Het behandeleffect is met behulp van ANOVA s gecorreleerd aan een aantal covariabelen, te weten life events, gezinssituatie, gezinsproblemen, relatieproblemen, opleiding opvoeder, werksituatie opvoeder, psychische problematiek opvoeder, ontwikkelingsproblematiek kind. Dezen geven allen geen significant resultaat. Bij een onderzoeksgroep van 25 kinderen blijkt uit post-hoc power analyses de power voldoende te zijn voor alle statistisch significante relaties in dit onderzoek (EAS: Sensitiviteit =.97; EAS: Responsiviteit =.96; EAS: Niet-verstorendheid =.88; EAS: Structurering =.95; EAS: Betrokkenheid =.95; SDQ: Gedragsproblemen =.80; SDQ: Totale Probleemscore =.95; MABC: Evenwicht =.88). 10.2 Samenvatting Nederlandse effectstudies Studie 1 Auteurs: Drs. T.R.J.M Bessems Jaar: 2013 Onderzoekstype: Pilot, quasi experimenteel design (pre-test post-test single group design).n=25. Belangrijkste resultaten: Bij 25 opvoeders is een vóór- en nameting verricht op basis van videomateriaal en vragenlijsten. Na gemiddeld 11 spelsessies blijkt de sensitiviteit van de opvoeder significant toegenomen evenals de responsiviteit van het kind. Bewijskracht van het onderzoek: 3 Resultaten effectiviteit: 4? 10. Buitenlandse effectstudies Er zijn geen studies die de effectiviteit van buitenlandse versies van de module aantonen. Module OKI-B Behandel- en Expertisecentrum 0-7 jaar Pagina 11/16

D. OVERIGE INFORMATIE 11. Toelichting op de naam van de module Over de naam van de module zijn geen bijzonderheden te vermelden. 12. Uitvoering (uitvoerende en of ondersteunende organisaties en partners) OKI-B wordt op dit moment met name uitgevoerd door organisaties voor Jeugd- en Opvoedhulp (Jeugdhulpverlening). Naast Jeugdhulp Friesland voeren de volgende organisaties OKI-B uit: Lindenhout in Gelderland Jarabee in Overijssel Accare Overige/particuliere praktijken: Resie Bessems en anderen. 13. Overeenkomsten met andere modules Er zijn geen gegevens over soortgelijke modules. Module OKI-B Behandel- en Expertisecentrum 0-7 jaar Pagina 12/16

Aangehaalde literatuur Bessems, T.R.J.M (2013), Effectiviteit van een nieuwe, kortdurende behandeling van hechtingsproblemen bij jonge kinderen. Links www.resiebessems.nl www.sherborne.nl www.sherborne.be www.triskell-apeldoorn.nl Module OKI-B Behandel- en Expertisecentrum 0-7 jaar Pagina 13/16

Bijlage CAP-J CAP-J classificatieoverzicht (assen en rubrieken): Naam van de module: Onderdeel van het zorgprogramma: Legenda: X (probleem waar de module aan werkt), X! (probleem waar de module aan werkt, niet genoemd in de modulebeschrijving), C (contra indicaties of belemmerende factoren genoemd in de beschrijving), 0 (kenmerken van de doelgroep, genoemd in de moduleomschrijving maar de module is hier niet op gericht)? (niet duidelijk, discussiepunt) CAP-J Groep As A: Psychosociaal functioneren jeugdige A100 Emotionele problemen A101 Introvert gedrag A102 Angstproblemen A103 Stemmingsproblemen A200 Gedragsproblemen A201 Druk en impulsief gedrag A202 Opstandig gedrag en/of antisociaal gedrag A300 Problemen in de persoonlijkheid(sontwikkeling en identiteit(sontwikkeling) A301 Problemen met de competentiebeleving A302 Problemen in de gewetensvorming/morele ontwikkeling A303 Identiteitsproblemen A400 Gebruik van middelen/verslaving A900 Overige psychosociale problemen jeugdige A901 Problemen bij de verwerking van ingrijpende gebeurtenissen A902 Overmatige stress A903 Automutilatie A904 Andere problemen psychosociaal functioneren jeugdige OKI-B Dagbehandeling Richt zich op X X X X CAP-J groep As B: Lichamelijke gezondheid, aan lichaam gebonden functioneren jeugdige B100 Lichamelijke ziekte, aandoening of handicap B101 Gehooraandoeningen B102 Oogaandoeningen B103 Spraakaandoening B104 Motorische handicap B105 (Chronische) lichamelijke ziekte B200 Gebrekkige zelfverzorging, zelfhygiëne, ongezonde levenswijze B201 Problemen met zelfverzorging en zelfhygiëne B202 Ongezonde levenswijze B203 Overgewicht B300 Aan lichamelijke functies gerelateerde klachten B301 Lichamelijke klachten B302 Voedings-/eetproblemen B303 Zindelijkheidsproblemen B304 Slaapproblemen B305 Groeiproblemen B306 Onverklaarbare lichamelijke klachten B900 Overige problemen lichamelijke gezondheid B901 Andere problemen lichamelijke gezondheid, aan lichaam gebonden Module OKI-B Behandel- en Expertisecentrum 0-7 jaar Pagina 14/16

functioneren jeugdige CAP-J Groep As C: Vaardigheden en cognitieve ontwikkeling jeugdige C100 Problemen in de cognitieve ontwikkeling C101 Problemen met schoolprestaties/leerproblemen C102 Aandachtsproblemen C103 Problemen verbandhoudend met hoogbegaafdheid C104 Problemen met het sociaal aanpassingsvermogen C200 Problemen met vaardigheden C201 Sociale vaardigheidsproblemen C900 Overige problemen vaardigheden en cognitieve ontwikkeling C901 Andere problemen cognitieve ontwikkeling jeugdige C902 Andere problemen vaardigheden jeugdige CAP-J groep AS D: Gezin en opvoeding D100 Ontoereikende kwaliteiten van de opvoeding D101 Ontoereikende opvoedingsvaardigheden D102 Problemen met ondersteuning, verzorging en bescherming kinderen D103 Pedagogische onwil D104 Onenigheid tussen ouders over opvoedingsaanpak D105 Problematische gezinscommunicatie D200 Problemen in de ouder-kind relatie D201 Gebrek aan warmte in ouder-kind relatie D202 Symbiotische relatie tussen ouder en jeugdige D203 Jeugdige in de rol van ouder (parentificatie) D204 Vijandigheid tegen of zondebok maken van jeugdige door de ouder D205 Problemen in de loyaliteit van jeugdige naar ouder D206 Problemen in de hechting van jeugdige aan ouder D207 Generatieconflict D208 Problemen door religieuze en/of culturele verschillen tussen ouder en jeugdige D209 Mishandeling ouder door jeugdige D210 Jeugdige weggelopen van huis D211 Jeugdige weggestuurd door ouders D300 Verwaarlozing, lichamelijke/psychische mishandeling, incest, seksueel misbruik van de jeugdige in het gezin D301 Jeugdige slachtoffer verwaarlozing D302 Jeugdige slachtoffer mishandeling D303 Jeugdige slachtoffer seksueel misbruik D400 Instabiele opvoedingssituatie D401 Problemen bij scheiding ouders D402 Problemen met omgangsregeling D403 Problemen met gezagsrelaties D404 Problemen die gepaard gaan met het samengaan van twee gezinnen/samengestelde gezinnen D405 Problematische relatie tussen ouders D406 Problematische relatie jeugdige met partner opvoeder D407 Problematische relatie (stief)broers/zussen D500 Problemen van ouder D501 Negatieve jeugdervaring/traumatische ervaring ouder D502 Problemen met werkloosheid ouder D503 Problemen bij zwangerschap of bevalling D504 Moeilijke start ouderschap D505 Gezondheidsproblemen of handicap/invaliditeit ouder X X C C Module OKI-B Behandel- en Expertisecentrum 0-7 jaar Pagina 15/16

D506 Antisociaal gedrag ouder D507 Gebruik van middelen/verslaving ouder D508 Pleger seksueel misbruik D509 Overmatige stress ouder D510 Psychische/psychiatrische problematiek ouder D600 Problemen van ander gezinslid D601 Gezondheidsproblemen of handicap/invaliditeit ander gezinslid D602 Antisociaal gedrag ander gezinslid D603 Gebruik van middelen/verslaving ander gezinslid D604 Psychische/psychiatrische problematiek ander gezinslid D700 Problemen in het sociaal netwerk gezin D701 Problemen in de familierelaties (niet het gezin) D702 Gebrekkig sociaal netwerk gezin D800 Problemen in omstandigheden gezin D801 Problemen met huisvesting D802 Financiële problemen D803 Problemen met hulpverleners of (vertegenwoordigers van ) instanties D804 Problematische maatschappelijke positie gezin als gevolg van migratie D900 Overige problemen gezin en opvoeding D901 Andere problemen gezin en opvoeding C CAP-J Groep As E: Jeugdige en omgeving E100 Problemen op speelzaal, school of werk E101 Problematische relatie met leerkracht, werkgever of leidinggevende/problemen met hiërarchische relatie E102 Problematische relatie met medeleerlingen, collega s of groepsleden E103 Motivatieproblemen op school of werk (onder andere spijbelen) E104 Van school gestuurd E105 Problemen met school-, studie- of beroepskeuze of vakkenpakket E106 Problemen met werkloosheid jeugdige E107 Problemen met speelzaal, schoolorganisatie of onderwijsstijl, arbeidsorganisatie E200 Problemen met relaties, vrienden, sociaal netwerk en vrije tijd E201 Problemen met vrijetijdsbesteding E202 Problemen met verliefdheid/liefde en relaties E203 Problematische relatie met leeftijdgenoten (onder andere gepest worden buiten school/werk) E204 Gebrekkig sociaal netwerk jeugdige E205 Risicovolle vriendenkring (antisociaal gedrag, gebruik middelen) E300 Problemen in omstandigheden jeugdige E301 Problemen met zelfstandige huisvesting jeugdige E302 Financiële problemen jeugdige E303 Problemen van jeugdige met hulpverleners of (vertegenwoordigers van) instanties E304 Problematische maatschappelijke positie jeugdige (onder meer als gevolg van migratie) E305 Problemen jeugdige met justitiële instanties E900 Overige problemen omgeving jeugdige E901 Andere problemen jeugdige en omgeving Module OKI-B Behandel- en Expertisecentrum 0-7 jaar Pagina 16/16