OUTLINE. Yves Saint Laurent, visionair. Van 30 januari tot 5 mei 2013 in het ING Cultuurcentrum

Vergelijkbare documenten
Oktober Macro & Markten. 1. Rente en conjunctuur :

T T A M. Vandaag lijken aandelen volgens TreeTop Asset Management absoluut en relatief goedkoop.

E F F E C T U E E L. augustus Slachtoffer van eigen succes? Hilaire van den Bergh

Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)!

Van Lieshout & Partners Nieuwsbrief 3 e kwartaal Bron: Reuters

DOUBLEDIVIDEND OUTLOOK 2015 KWALITEIT ONAFHANKELIJK BETROKKEN

Beleggingsthema s What a difference a day makes (1975), Dinah Washington

Wederom onrust op de beurs: hoe nu verder?

AG Protect + Risk Control Europe 90 / 2. Lancering : 14 september tot en met 30 oktober 2015* *Behoudens vervroegde afsluiting

Marktwaarde van de pensioenverplichtingen in het derde kwartaal gestegen van miljoen naar miljoen ( miljoen ultimo Q4 2013).

10-jaars rente Duitsland. 10-jaars rente VS. Van Lieshout & Partners Nieuwsbrief 4 e kwartaal 2017

Terugblik. Maandbericht mei 2018

Voorjaarsprognoses : Europees herstel houdt aan ondanks nieuwe risico's

Factsheet 1 WAAROM EEN INVESTERINGSPLAN VOOR DE EU?

ING, partner van familiale ondernemers

ECONOMIE IN TIJDEN VAN MONETAIR EXPANSIEVE POLITIEK

Onze visie op de markten en ons aanbod van beleggingsdiensten. Trends Finance Day

Hoe (slecht) gaat het met de conjunctuur? Edwin De Boeck Fedustria 13 oktober 2011

Samenvatting Flanders DC studie Internationalisatie van KMO s

Interpolis Obligaties 4e kwartaal 2013

Nieuwe gewaarborgde rentevoeten voor de pensioenplannen die afgesloten worden door een onderneming Vragen & Antwoorden

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2017 t/m 31 maart Samenvatting:

Interpolis Obligaties 3e kwartaal 2012

Welkom bij het webinar over de beleggingsresultaten van de Life Cycle Fondsen van Aegon PPI in het derde kwartaal van 2015

TREVI VASTGOEDINDEX OP : 113,91 ZO N STABILITEIT: WAT EEN LUXE!

Het 1 e kwartaal van 2015.

Regeringsverklaring. woensdag 31 december "Werken aan het vertrouwen"

Polsslag Ondernemend Limburg juli 2015: +4,8 Ondernemersvertrouwen op hoogste peil in 4 jaar Nog geen hitterecords voor Limburgse economie

Presentatie beleggingsresultaten eerste kwartaal 2018 van de Life Cycle Fondsen van Aegon PPI. Bas Endlich Jacob Vijverberg 1

Enquête rond het familiebedrijf in België

Dekkingsgraad 121,8% per 30 september 2012, toename van 9,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2012.

TREVI VASTGOEDINDEX OP 30/06/2012: Voorspellers kunnen zich vergissen. Cijfers liegen nooit.

Bedrijfsoverdracht in Vlaanderen

Strategy Background Papers

Financieel Forum Leuven 11 oktober Herman Daems

Internationale varkensvleesmarkt

Marktwaarde van de pensioenverplichtingen in het tweede kwartaal gestegen van miljoen naar miljoen ( miljoen ultimo Q4 2013).

Dexia. Jaarresultaten /02/2017 Perspresentatie

27 april 2010 Emerging Markets Monthly Report

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

21 juni Wegwijs in Tak 23

Belfius Pension Fund Maandelijkse Reporting Juni 2015

Michiel Verbeek, januari 2013

Grafiek 1: Evolutie van de voornaamste aandelenindices in de VS, Eurozone, China en de groeilanden in vergelijking met de evolutie van de goudprijs.

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2016 t/m 31 december Samenvatting:

Eindexamen vwo economie II

Eindexamen economie pilot havo I

Blijvende onrust op de beurs: hoe nu verder?

Beleggingrisico s. Rendement en risico

Oerend hard. 16 juni 2015

Nieuwe gewaarborgde rentevoeten voor de pensioenplannen die afgesloten worden door een onderneming Vragen & Antwoorden

Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid

Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Hoofdstuk 2: Het Taylor-Romer model

Stichting Pensioenfonds Ballast Nedam Deelnemersvergadering

Nieuwsbrief februari 2016

Interpolis Obligaties 4e kwartaal 2012

Perscommuniqué. Het Federaal Planbureau evalueert de gevolgen van de duurdere dollar en de hogere olieprijzen voor de Belgische economie

Wijs & van Oostveen VISIE Robert Schuckink Kool Hoofd Beleggingsstrategie. drs. Martijn Meijer Hoofd Vermogensbeheer

Update Macro-Economie & Belangrijkste Beleggingsthema's

Update april 2015 Beleggen

KOERS ZETTEN NAAR DEUGDELIJK BESTUUR IN MIJN KMO

NN First Class Return Fund

Kans op Amerikaanse dubbele dip is klein

Visie 2016 BNG Vermogensbeheer. Ronald Balk 12 november 2015 Muntgebouw Utrecht

WAAROM IS FRANKRIJK AANTREKKELIJK VOOR NEDERLANDSE INVESTEERDERS?

Special Report Op weg naar een nieuwe seculaire stierenmarkt?

Als de Centrale Banken het podium verlaten

Spirit AeroSystems Holdings Inc.

Gemiddelde hypotheekrentes in 2012 met NHG

Koopkrachtpariteit en Gini-coëfficiënt in China: hoe je tegelijkertijd arm én rijk kunt zijn.

Belangrijke informatie voor beleggers

2018D19763 LIJST VAN VRAGEN

Wie zijn wij? Waar staan wij voor? Onze mensen

QE in de eurozone: bezit van de zaak, einde van het vermaak?

Entrepreneurial Growth Monitor (EGMO)

Robeco Emerging Conservative Equities

TREVI VASTGOEDINDEX OP 31/12/2017: 113,81 VASTGOED, GEMOEDSRUST OP Z N BEST

Verslag Investment Committee 31 mei Verslag Investment Committee

Twaalf grafieken over de ernst van de crisis

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2016 t/m 31 maart Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Derde kwartaal juli 2017 t/m 30 september Samenvatting:

10 JAAR NA DE FINANCIËLE CRISIS

Wall Street of niet, dat is de vraag

Een goed 2015, een aarzelend

notarisbarometer 101,6 99, ,2 99,8 94,1 Belgisch vastgoed zet de economische crisis een hak

BELEGGINGSPROFIEL. Naam cliënt: Cliëntnummer: Rekening nummer: Datum: Referentie:

Statistisch Magazine Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2013 t/m 31 december Samenvatting: stijgende aandelen

Gewone Algemene Vergadering 2014 SGS

Terug naar de kern Bob Hendriks

Jaarbericht ABC 2013

Nieuwe gewaarborgde rentevoeten voor de pensioenplannen die afgesloten worden door een onderneming Vragen & Antwoorden

Verdieping: Kan een land failliet gaan?

Finance Avenue 16 november Gilles Coens Verantwoordelijke portefeuillebeheer en advies

Veel gestelde vragen kwartaalcijfers pensioenfondsen

Transcriptie:

OUTLINE ING Private Banking Magazine December 2012 Yves Saint Laurent, visionair Van 30 januari tot 5 mei 2013 in het ING Cultuurcentrum Beleggen: Aandelen niet ten dode opgeschreven... binnen een gediversifieerde portefeuille Business: Verhoog de overlevingskansen van uw familiebedrijf Reportage: Achter de schermen van onze ING Private Banking campagne

Edito Inhoud ING verkozen tot Beste Private Bank van België Tijdens de Global Private Banking Awards 2012 won ING de award Best Private Bank Belgium. Deze prijs werd tijdens een ceremonie in Singopore begin november uitgereikt als slot van de Private Banking Summit 2012 door PWM (Professional Wealth Management) en The Banker Magazine. Dit zijn publicaties van de Financial Times groep. De award werd in ontvangst genomen door een delegatie van ING in Azië. Vandaag pronkt de trofee op mijn bureau. Ik ben er bijzonder trots op, maar ik ben vooral trots op mijn team want deze erkenning is in de eerste plaats hun verdienste. 7 4 Markten 4/ Het glas is halfvol Juridisch 7/ Crisis in de eurozone: tijd voor duidelijke keuzes Beleggen 10/ Aandelen niet ten dode opge schreven... binnen een gediversifieerde portefeuille Business 17/ Verhoog de overlevingskansen van uw familiebedrijf 20/ Partnership GUBERNA-ING: voor meer governance binnen het familiebedrijf 24/ ING Family Day trekt generatiebanden aan in Pairi Daiza Lifestyle 26/ Prestigewagens en kinderdromen Maar deze erkenning is ook te danken aan uw vertrouwen. Ik wil dan ook van deze gelegenheid gebruik maken om 10 Evenementen 28/ Yves Saint Laurent, visionair u hiervoor van harte te bedanken. Ik sta ondertussen zes maanden aan het hoofd van ING Private Banking Belgium en het is in de eerste plaats mijn ambitie om dat vertrouwen te blijven verdienen. ING Private Banking Belgium staat voor een duurzame relatie die gebaseerd is op uw specifieke behoeften. In alles wat we doen trachten we uit te gaan van uw persoonlijke situatie, uw plannen en de prioriteiten van uw gezin en uzelf. Reken dus op ons, vandaag en in de toekomst! Wij zullen u op een proactieve manier blijven informeren over wat er zich afspeelt in de financiële wereld. In de eerste plaats via uw private banker, maar ook via dit magazine. 24 Reportage 32/ Achter de schermen van onze ING Private Banking campagne Ik wens u en uw familie een zalig kerstfeest en een voorspoedig 2013! Philippe Wallez General Manager ING Private Banking Belgium 26 Outline ING Private Banking magazine december 2012 Redactieraad: Jean-Philippe Bonte, Sandra Crokaert, Luc Charlier, Caroline De Moor, Vincent Juvyns, Marie Helsmoortel, Thierry Masset, Philippe Wallez, Danusia Zablocki Hebben meegewerkt aan dit nummer: Hubert Bosten, Dries Cools, Patrick De Schutter, Business Writers (Paule Alen, Chantal Samson, Marleen Wauters), Luc Charlier, Caroline De Moor, Pierre Hermant, Philippe Ledent, Thierry Masset, Florence Müller, Yves Noël, Florence Swaters, Guy Taillieu, Steven Vanackere, Petra Vankeirsbilck, Thierry Van Loocke, Danusia Zablocki Coördinatie/Eindredactie: Sandra Crokaert Grafische vormgeving: Isabelle Van Brussel Editing: Jo Mariën, Mireille Staelens Productie: Patrick Bataillie Illustratie: Belga Picture, Shutterstock, Raf Willems, Lemmert Photography, Fondation Pierre Bergé Yves Saint Laurent/ Foto S. Carre Cover: Yves Saint Laurent, Parijs 1969, fotografie Jeanloup Sieff Estate Jeanloup Sieff, grafische montage ING Verantwoordelijke uitgever: Inge Ampe, Sint-Michielswarande 60 B-1040 Brussel Z45213N 12/12 32 28 2 o u t l i n e / D E C E M B E R 2 0 1 2 o u t l i n e / D E C E M B E R 2 0 1 2 3

Markten Rechts: Times Square, New York City, Songquan Deng Links: Shangai, Nanjing Road, Robert Paul Van Beets Het glas is halfvol Philippe Ledent De algemene economische situatie is in 2012 erg complex gebleven. Ze werd ook gekenmerkt door een algemene vertraging tijdens het grootste deel van het jaar. Toch is er wat meer optimisme naar het jaareinde toe. Ugo Cutilli De Verenigde Staten herrijzen In de Verenigde Staten heeft de aanhoudende, relatief hoge werkloosheid (hoger dan 8%) de Amerikaanse Centrale Bank (de FED) ertoe aangezet opnieuw een programma te starten voor de aankoop van obligaties op de markten, bovenop de handhaving van haar spilrente op het laagste niveau tot in 2015. Door zo geld in de economie te pompen en tegelijkertijd de rentetarieven op lange termijn te verlagen, hoopt de FED de economie, en dus de werkgelegenheid, aan te zwengelen. Haar doel is dus erg duidelijk en haar voorzitter, Ben Bernanke, kondigde zelfs aan dat de aankopen aan een maandelijks ritme van 40 miljard dollar zouden doorgaan tot dat de Amerikaanse arbeidsmarkt opnieuw een aanvaardbaar niveau bereikt. Hoewel het te vroeg is om de resultaten ervan te meten, heeft dit inschikkelijke monetair beleid in ieder geval al het vertrouwen in de economie versterkt. De nettowerkgelegenheidscreatie blijft trouwens hangen op gemiddeld 140.000 eenheden per maand, waardoor de werkloosheid beetje bij beetje afneemt. Daarnaast zijn de vastgoedprijzen in de Verenigde Staten voor het eerst sinds het begin van de crisis weer gestegen, zonder dat ze kunstmatig worden ondersteund door fiscale maatregelen, zoals dat het geval was in 2010. Naast de evolutie van de werkgelegenheid is de evolutie van de prijzen van onroerende en financiële activa een cruciale variabele voor de ontwikkeling van de eindverbruiken van de Amerikaanse gezinshuishoudingen. De stijging van de vastgoedprijzen, die in oktober 3% over de periode van 1 jaar bedroeg, heeft ook bijgedragen tot het toenemende vertrouwen van de gezinnen. In de komende kwartalen verwachten we daarom een voortzetting van de gematigde groei van de Amerikaanse economie. Die groei zal echter beneden het potentieel blijven (3% per jaar) omdat er in 2013 nog een netelig fiscaal dossier moet worden afgerond. De administratie van Obama en het overwegend Republikeinse Congres moeten namelijk nog een akkoord sluiten om de openbare financiën te saneren. Zonder dit akkoord zouden diverse fiscale maatregelen 'automatisch' van kracht worden en zwaar wegen op de groei. We denken dat er uiteindelijk wel een akkoord zal komen, maar dat neemt niet weg dat de fiscaliteit zal door wegen op de inkomens van de gezinnen en dus op hun consumptie gedrag in 2013. 4 o u t l i n e / D E C E M B E R 2 0 1 2 o u t l i n e / D E C E M B E R 2 0 1 2 5

Markten Juridisch China landt zacht... en stijgt weer op De Chinese economie zou in 2013 ook weer heropleven. De groei is in de afgelopen maanden wel duidelijk vertraagd. Niettemin kunnen we tot nu toe spreken van een zachte landing van de economie, aangezien het jaarlijkse groeicijfer van het BBP boven de 7% blijft staan. De meest recente economische indicatoren tonen trouwens eerste tekenen van een heropleving aan. Bovendien hebben de Chinese overheden, in tegenstelling tot de meeste ontwikkelde economieën, de capaciteit om dankzij de financiële reserves, indien nodig, de economie weer op te vijzelen. Met de komst van een nieuw regime aan het hoofd van de communistische partij zullen de Chinese leiders waarschijnlijk sterkere maatregelen treffen ten gunste van de groei. We moeten daarbij niet denken aan een economische boom zoals in 2010, maar een heropleving van de groei met zo'n 8,5% à 9% is aannemelijk. De eurozone is haar recept voor groei kwijt... De eurozone blijft slabakken. In tegenstelling tot de Verenigde Staten, China of andere grote economieën is het moeilijk om vandaag duidelijk georiënteerde economische indicatoren te vinden. De groeicijfers van het derde kwartaal tonen nog maar eens het probleem van de eurozone aan: de groei van de hele zone zit in het slop (-0,1% in het derde kwartaal in vergelijking met het voorgaande kwartaal), maar dat probleem wordt verdubbeld door een toenemende kloof tussen de landen van de eurozone. Die aanhoudende verschillen in een monetaire unie zorgen voor instabiliteit. Bovendien zijn er staten die het vertrouwen van de kapitaalmarkten kwijt zijn en daardoor geen financieringen meer kunnen bekomen. De liquide middelen in de eurozone circuleren niet meer zoals dat het geval zou moeten zijn in een monetaire unie, wat leidt tot een fragmentering van de Europese financiële markten en de voordelen van de gemeenschappelijke munt tenietdoet. De financieringsproblemen van de staten en de financiële fragmentatie vergroten alleen maar de kloof binnen Europa, en dus ook de instabiliteit. Dit weegt op de moraal van de gezinnen en bedrijven, wat de economische groei ook weer verzwakt.... maar heeft eindelijk een toekomst uitgetekend Gelukkig is de dynamiek sinds de zomer veranderd. Om de negatieve gevolgen van de verschillen het hoofd te bieden, bepaalde de eurozone een duidelijke en voor de financiële markten geloofwaardige strategie die dus bemoedigend werkt. Die strategie behelst solidariteitsmechanismen tussen de staten van de eurozone (Europese faciliteit voor financiële stabiliteit en het Europees Stabiliteitsmechanisme) waarmee staten die door de kapitaalmarkten uitgesloten zijn, gefinancierd kunnen worden met een waarborg van alle partners. Aan die solidariteit zijn voor de noodlijdende landen echter wel voorwaarden verbonden, zoals het doorvoeren van een reeks hervormingen van de openbare financiën en de arbeidsmarkt. Hoewel deze bezuinigingen door sommigen in vraag worden gesteld en de economische groei van de eurozone in het komende jaar waarschijnlijk zullen belemmeren, zijn ze absoluut noodzakelijk. Ze zijn bedoeld om de Europese economieën op termijn weer op elkaar af te stemmen en zo de kloven te dichten. De combinatie van een dosis solidariteit en stevige economische hervormingen moet de intrinsieke instabiliteit van de eurozone terugdringen. De strategie houdt daar echter niet op. De hervormingen, die hun eerste positieve effecten al laten voelen in een verbeterde concurrentiepositie van de perifere landen, hebben namelijk tijd nodig. De ECB heeft daarom deze zomer beslist de staten die hun verbintenissen nakomen, de daarvoor nodige tijd te gunnen. Concreet verbindt de ECB zich ertoe om op de secundaire markt staatsobligaties te kopen van landen die een beroep hebben gedaan op de solidariteitsmechanismen en die hun beloftes voor hervormingen houden en zo weer het vertrouwen van de kapitaalmarkten hebben teruggewonnen. Die aankopen, die tot nog toe nog niet effectief in gang zijn gezet, staan toe dat de financieringskosten van de openbare schuld op een redelijk niveau worden gehouden, wat het beheer van de openbare financiën dan weer verlicht. Tegelijkertijd kunnen we verwachten dat de ECB lage rentes zal aanhouden tot ten minste eind 2014. Tot slot zal een ander belangrijk thema voor 2013 de bankenunie zijn. Idealiter bestaat de bankenunie uit drie onderdelen: gemeenschappelijk toezicht, een resolutiemechanisme en een deposito garantiestelsel. De laatste twee elementen zullen in 2013 nog niet komen, maar er zal toch een akkoord komen over toezicht. Zeer waarschijnlijk zal de ECB deze functie op zich nemen. De eurozone heeft dus eindelijk voor een echte strategie gekozen waarmee ze de verschillende problemen kan beheren. De weg naar een duurzame stabiliteit is weliswaar nog lang en de ingevoerde strategie zal zich nog moeten bewijzen, maar de eerste tekenen van verbetering zijn er in ieder geval wel, ook al vertaalt zich dat nog niet in economische groei. Daarentegen herwint de eurozone trouwens enigszins het vertrouwen van de financiële markten. Tot besluit... Al te optimistisch zijn, is vandaag waarschijnlijk erg naïef, maar we kunnen toch vaststellen dat de donkere wolken boven de wereldeconomie en de Europese economie in het bijzonder, zich lijken op te lossen. Als het glas halfleeg is, is het tenslotte ook halfvol. En alleen oog hebben voor de risico's, doemscenario's en het einde van de wereld is niet bevorderlijk voor de huidige economische en financiële marktsituatie. We denken dus dat 2013 zonder nieuwe negatieve klap opnieuw een moeilijk jaar zal worden: vol obstakels, maar met een algemene verbetering van de economische situatie en met nog steeds zeer lage rentes. Crisis in de eurozone: tijd voor duidelijke keuzes Op 12 oktober ontving de Europese Unie de Nobelprijs voor de Vrede. Volgens het Nobelprijscomité hebben de Unie en haar voorlopers zes decennia lang bijgedragen tot vrede en verzoening, democratie en mensenrechten in Europa. Precies een week eerder verwelkomde ING Private Banking Steven Vanackere, vicepremier en minister van Financiën en Duurzame Ontwikkeling voor een lezing over Europa. Minister Vanackere gaf zijn visie over hoe we in Europa en in België weer groei kunnen creëren. Meteen na de zomer bleek uit een record aantal faillissementen en een dalende autoverkoop dat het najaar zich niet rooskleurig aankondigde. Toch weigert onze minister van Financiën toe te geven aan de impressie dat enkel Europa een diepe crisis doormaakt: Ook al heeft onze economie het zeer moeilijk, laat ons niet vergeten dat de Verenigde Staten op een aantal parameters slechter scoren dan Europa: denk maar aan het groter overheid stekort en het groter onevenwicht op de handelsbalans. Bovendien is Europa in de diepte aan het hervormen, al raken deze hervormingen in de media vaak ondergesneeuwd door de europerikelen. Politici moeten luisteren, analyseren, keuzes durven maken en moeten de bevolking vragen achter deze keuzes te staan. Steven Vanackere Een sterker Europa Het woord crisis impliceert in het oud-grieks een 'moment van waarheid', een moment waarop keuzes moeten worden gemaakt met een grote invloed op de toekomst. De Europese Unie is ontstaan uit de wens om na de Tweede Wereldoorlog nooit meer oorlog mee te maken. Vandaag kunnen we opnieuw de keuze maken om in een project te geloven om Europa vooruit te helpen, stelt Steven Vanackere. Politici moeten luisteren, analyseren, keuzes durven maken en moeten de bevolking vragen achter deze keuzes te staan. Oorspronkelijk was Europa een vredesproject, waar economische integratie tussen de voormalige erfvijanden een grote rol in speelde. Die integratie is de laatste jaren in een stroomversnelling geraakt. Maar omdat de media vooral de problemen in het zuiden van de EU dag na dag opvolgen, zien we die vooruitgang niet zo duidelijk. Ik geloof sterk in de vier pijlers van het project van Herman Van Rompuy voor een sterker Europa. Dat is in de eerste plaats meer begrotingsdiscipline. Ten tweede betreft het de oprichting van een bankenunie met de landen van de eurozone. Dat moet oplossingen bieden voor landen met bancaire problemen die de schaal van het land overstijgen. Ten derde hebben we nood aan een diepere sociaaleconomische integratie, een aspect dat bij de creatie van de muntunie te weinig 6 o u t l i n e / D E C E M B E R 2 0 1 2 o u t l i n e / D E C E M B E R 2 0 1 2 7

Juridisch Het volgende interprofessioneel akkoord moet ook werk maken van een meer flexibel arbeidsregime. Weinig speelmarge Na de lezing beantwoordde de minister nog een aantal vragen van Private Banking klanten. aandacht heeft gekregen. Als laatste punt is er de democratische legitimiteit: de politieke keuzes die we maken, moeten door de bevolking gedragen zijn. Pensioenleeftijd en werkloosheidsuitkeringen Ook voor België weigert de minister te vervallen in defaitisme. Ik begreep vorig jaar de roep voor een regering en was opgelucht toen die er eindelijk was. En hoewel de minister niet zal ontkennen dat er nog bijkomende maatregelen nodig zijn, beklemtoont hij dat er al heel wat is gebeurd. Zo werd de effectieve pensioenleeftijd verhoogd. Vandaag stoppen we vier jaar eerder met werken dan werknemers in andere Europese landen. Dat wordt nu verminderd tot twee jaar. Daarnaast nemen de werkloosheidsuitkeringen af in de tijd en moeten werklozen tot zestig kilometer van hun woonplaats een passende betrekking aanvaarden. Al deze maatregelen én de samenstelling van een werkbare regering hebben ervoor gezorgd dat onze spread met Duitsland gevoelig is gedaald. Dat is een zegen als je beseft dat elk jaar een vijfde van onze overheidsschuld, d.i. 80 miljard euro, moet worden geherfinancierd. Elke daling van de rente met 1 procentpunt betekent een besparing van 800 miljoen euro. Een beter concurrentievermogen Maar hoe kan onze economie weer groeien? Volgens de minister van Financiën is dit geen eenvoudige, maar ook geen onmogelijke zaak. Steven Vanackere: In België wordt 80 tot 88% van ons BNP gerealiseerd door export. Dit betekent dat schrootpremies of koopkrachtmaatregelen voor ons land maar weinig soelaas zouden brengen. Dit geld zou immers naar het buitenland vloeien. Weinig zinvol dus, zeker voor een land zoals België dat kampt met een hoge overheidsschuld. Waar België wel nood aan heeft, is een verderzetting van de structurele hervormingen. Daarvoor is politieke druk en politieke wil nodig. Politieke keuzes worden niet altijd ingegeven door economische redenen, maar ook door politieke druk. Steven Vanackere Minister Vanackere benadrukt drie specifieke aandachtspunten voor een economisch gezond België. Om te beginnen moeten we stoppen om bij het begrip export enkel aan Europa te denken, zegt Steven Vanackere. Op dit moment gaat twee derde van onze export naar de buurlanden, terwijl de echte groei zich in India, Brazilië en het Verre Oosten situeert. Daarnaast moeten we ervoor zorgen dat ons land fit is voor een vlottere export. Op dit vlak heeft de regering recent een aantal maatregelen genomen zoals een soepeler werkende douane en een gewijzigde Btwregeling voor invoerders. Daarenboven volgde Europa onze suggestie om exportfinanciering niet te zwaar te laten doorwegen voor de Basel III-normen, zodat onze exportfinanciering niet onder druk komt te staan. Alles samen moet dit van België een vlottere draaischijf maken, een echte toegangspoort tot Europa. Ten slotte moeten we competitiever zijn. Daar kunnen we niet onderuit. Er is in België een loonkosthandicap. Daar moeten we iets aan doen. Het volgende interprofessioneel akkoord moet ook werk maken van een flexibeler arbeidsregime. Dit raakt niet aan de koopkracht, maar verhoogt wel het concurrentievermogen. NB: Deze lezing vond plaats vóór de beslissing tot loonmatiging van het begrotingsconclaaf van 21 november 2012. Hoe moet het met onze Brusselse beurs? Flink wat bedrijven worden overgenomen of worden van de beurs gehaald. Tegelijkertijd durven beleggers niet meer investeren in beurswaarden. Steven Vanackere: De toename van de spaartegoeden, op dit moment ongeveer twee maal het BNP, wordt enkel overtroffen door de toename van kredieten. Er zijn wel voldoende kredieten, maar niet voldoende ideeën. Het echte probleem is de bereidheid om te investeren. We moeten mensen aanmoedigen om te investeren, om risico s te nemen. Ook de financiële markten moeten voorstellen doen om spaargeld om te zetten in risicodragend kapitaal. Werkgevers roepen op om het ontslag eenvoudiger en goedkoper te maken, er zouden onmiddellijk heel wat extra aanwervingen volgen. Steven Vanackere: We staan voor een nieuwe overleg ronde voor het interprofessioneel akkoord. We hopen dat werkgevers en werknemers elkaar vinden, zoals dat ook in het verleden steeds het geval was. Het is geen optie om de hete aardappel naar de regering door te schuiven. We moeten tegen de zomer van 2013 een oplossing vinden voor het onderscheid tussen arbeiders en bedienden. Beide stelsels zullen naar elkaar toe evolueren, wat flexibiliserend zal werken. Verder mogen we ook niet vergeten dat België een systeem van tijdelijke werkloosheid kent. Dit geeft ons nu werkloosheidscijfers die een stuk lager liggen dan in andere landen. Dit systeem is tijdens de crisis een goede stabilisator gebleken. Ten slotte vrezen een aantal aanwezigen voor misbruiken van het systeem met de monsterboetes van 309% die werkgevers riskeren indien ze hun voordelen van alle aard niet correct of spontaan aangeven. Steven Vanackere: Ook al heeft deze regeling - die al een aantal jaren bestaat niet de bedoeling een heksenjacht te ontketenen, toch blijft er een zeker wantrouwen sluimeren. Daarom moeten we blijven verduidelijken dat de boetes gebaseerd zijn op het systeem van de geheime commissielonen. Indien men in het verleden niet wilde verklaren aan wie een bepaald bedrag werd betaald, werd hier een belasting van 309% op geheven. Dat is het bedrag dat men verkrijgt wanneer men de niet betaalde belastingen en sociale bijdragen enz. optelt. In 2006 werd beslist dat indien men geen fiche maakt voor een voordeel in natura, hier in hoofde van de vennootschap ook 309% op zou worden geheven. Op dat moment werd bepaald dat dit systeem in voege zou treden vanaf 2012. Deze boetes zijn uitdrukkelijk niet bedoeld voor vergissingen en administratieve fouten, maar voor mensen die koppig frauderen. Niemand wil toch dat zijn naaste concurrent een competitief voordeel heeft omdat hij fraudeert? Tegelijkertijd zien we opnieuw een ruimer partnerschap tussen Financiën en het bedrijfsleven. We gaan ervan uit dat wie het spel eerlijk en correct speelt en belastingen wil betalen, in ruil ook tips moet kunnen krijgen om mogelijkheden te benutten waar het bedrijf zelf niet aan had gedacht. NB: Na de besprekingen tijdens het begrotingsconclaaf werd op 21 november 2012 beslist dat de 309%-regeling niet van toepassing is op restaurantkosten. Op het conclaaf werd ook beslist de complexe roerende voorheffing van 21+4% te vervangen door een uniforme, bevrijdende roerende voorheffing van 25%. 8 o u t l i n e / D E C E M B E R 2 0 1 2 o u t l i n e / D E C E M B E R 2 0 1 2 9

Beleggen Vandaar de vraag op de eerste pagina van de Financial Times eind augustus: is het nog zinvol om in aandelen te beleggen? Voor ons is het antwoord overduidelijk: ja. En dat vooral om drie redenen. Vooreerst deden aandelen het op lange termijn vrij behoorlijk, ondanks de herhaalde crisissen, en hun relatieve waardering aantrekkelijk is in vergelijking met andere traditionele activaklassen (obligaties en vastgoed). Aandelen staan er helemaal niet zo slecht voor De beurzen hebben natuurlijk wel wat crisissen doorstaan, maar dat verhinderde ze niet om op lange termijn een spectaculair rendement te boeken. In 1979, na tien jaar middelmatige groei en inflatiedruk, verkondigde Business Week dat de aandelen ten dode waren opgeschreven ("Dead of Equities"), maar sindsdien is de S&P 500 met zowat 1.460% gestegen! Thierry Masset "Equity diversification" Aandelen niet ten dode opgeschreven... binnen een gediversifieerde portefeuille In zijn editie van 24 mei 2012 nam de Financial Times de provocerende titel van Business Week in 1979 over, maar dan in de vorm van een vraag: Zijn aandelen dood? ("The death of equities?"). Een vraag die Thierry Masset, CIO van ING België, ontkennend beantwoordt: ook al blijven de fundamentals onzeker, toch beschikken de aandelen over bemoedigende technische parameters (zoals hun waardering en dividendrendement) die hoop geven dat de risicovolle activa het in de toekomst beter zullen doen. Aangezien almaar meer crisissen lijken op te duiken, worden de gebruikte modellen voor de activa-allocatie zwaar op de proef gesteld en de rendementsprognoses voor de aandelen die ze als basis nemen, blijken niet al te optimistisch. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de beleggers zich terughoudend opstellen tegenover de beurzen. Volgens een recente "Beleggersbarometer" van ING New York Stock Exchange (NYSE) ANP - Emmanuel Dunand verwacht minder dan een derde van de Belgische beleggers dat de aandelen over een horizon van twaalf maanden meer dan 5% zullen opbrengen. En niet alleen particulieren geven de aandelen weinig krediet, ook de institutionele beleggers blijken bijzonder behoedzaam te zijn: hun posities in cash en kwaliteitsvolle obligaties zijn nog altijd hoger dan het historische gemiddelde. Vervolgens mogen aandelenbeleggers niet uit het oog verliezen dat ze nog altijd correct worden vergoed voor het risico dat ze lopen, op voorwaarde dat ze over een gediversifieerde portefeuille en een middellange/lange beleggingshorizon beschikken. Ten slotte moeten we ook in het achterhoofd houden dat er zich in periodes van financiële stress dikwijls financiële opportuniteiten voordoen. Om het met de woorden van Sir John Templeton te zeggen: "Stijgende markten worden geboren uit pessimisme, gedijen op scepsis, worden volwassen door optimisme en gaan ten onder aan euforie. De tijd waarin het pessimisme zijn hoogtepunt bereikt, is de beste tijd om te kopen." Olieschokken en afschaffing van de akkoorden van Bretton Woods > stagflatie (recessie en inflatie in de westerse landen) Historische evolutie van de S&P 500-index De "Dertig Glorierijke Jaren": opkomst van het kapitalisme en politieke stabiliteit in een periode van groei en weinig inflatie Zwarte Maandag: de Dow Jones moet 22,61% prijsgeven Een prestatie die ertoe kan aanzetten om op korte termijn een zekere beursvolatiliteit te verdragen. Dat is zeker zo als de herbelegde dividenden in aanmerking worden genomen. Nemen we bijvoorbeeld de MSCI-index van de belangrijkste Europese "blue chips", dan zien we dat hun koers over de laatste tien jaar gemiddeld met amper 11% is gestegen. Dat rendement klimt tot 55% als we ook rekening houden met de dividenden en de geboekte winsten dankzij de herbelegging ervan! Op jaarbasis is dat een prestatie die gemiddeld 3% hoger is dan de inflatie. Crisis van de subprimes en de banksector, Valutacrisis en wereldwijde recessie Russisch-Aziatische schulden Europese staatsschuldencrisis Uiteenspatting van de hightechzeepbel, frauduleus faillissement van Enron, terroristische aanslagen van 9/11 en Golfoorlog 1970-1974 1975-1979 1980-1984 1985-1989 1990-1994 1995-1999 2000-2004 2005-2009 2010-2014 1600 1460,7 1400 1200 1000 800 600 400 200 10 o u t l i n e / D E C E M B E R 2 0 1 2 o u t l i n e / D E C E M B E R 2 0 1 2 11

Beleggen Obligaties op een tweesprong? Richten we de schijnwerpers op de obligaties, dan mogen we ons terecht afvragen of we niet aan het einde van een stijgende cyclus van dertig jaar zijn gekomen: door de financiële repressie op aansturen van de centrale banken van de G4 is de nominale vijfjaarsrente van de als veiligst beschouwde staatsobligaties immers onder de drempel van 1% gedoken. Hoewel die staatsleningen qua kredietrisico nog altijd als weinig risicovolle beleggingen kunnen doorgaan, verliezen ze in de context van een strategische activa-allocatie toch een groot deel van hun aantrekkingskracht wegens hun uiterst laag rendement (vooral rekening houdend met de inflatie en het risico op een renteverhoging). Op het huidige peil weegt het verwachte rendement zelfs niet langer op tegen de potentiële inflatie. Beleggers met een grote risicoaversie die enkel uit zijn op het behoud van hun kapitaal zullen hun koopkracht dus onverbiddelijk zien verdampen als ze enkel op kwaliteitsvolle staatsobligaties vertrouwen. Qua waardering zijn de "veilige" staatsobligaties bovendien nog nooit zo duur geweest. Volgens een model ("term premium") van de economen bij de Amerikaanse Federal Reserve (Fed) boden de VS-staatsobligaties op 10 jaar nog nooit zo een lage vergoeding voor het risico dat de beleggers nemen. Dat model houdt rekening met de rente-, groei- en inflatieprognoses en wijst op een historisch lage rente van rond -1%, tegenover een gemiddelde van 0,63% sinds 2000, aangezien beleggers op zoek zijn naar een toevluchtsoord om te ontsnappen aan de staatsschuldencrisis in de eurozone. Zelfs bij bedrijfsobligaties met een uitstekende kredietkwaliteit ("investment grade", dus obligatie-uitgiften met een hogere rating dan "BB+") lopen de beleggers toch nog een risico, in tegenstelling tot wat algemeen wordt aangenomen. Ook de veiligste bedrijfsobligaties zijn niet gevrijwaard tegen een wan betaling: volgens Moody's hebben de "BBB"-obligaties een historisch wan betalingsrisico (over twintig jaar) van gemiddeld 10%. Bovendien hangt de koers van een obligatie niet alleen af van het kredietrisico, dat concreet tot uiting komt in de "spreads" (risicopremie in vergelijking met het rendement van de risicoloze staatsobligaties). De koers wordt ook beïnvloed door het verloop van de rente en de rentecurve. De Amerikaanse obligaties op 10 jaar waren nog nooit zo goedkoop Het "term premium"-model (een waardebepalingsmodel van de economen bij de Amerikaanse Federal Reserve) staat op negatief. Dat geeft aan dat de beleggers bereid zijn om staatsobligaties te kopen tegen een rendement dat niet langer opweegt tegen het risico dat ze lopen. 1976-1979 1980-1984 1985-1989 1990-1994 1995-1999 2000-2004 2005-2009 2010-2014 RISKPRE G Index (RISKPRE) risk premium treasu FR Quarterly 01jan1975-17oct201 Copyright 2012 Bloomberg Finance L.P. 18-oct-2012 10:46:45 5.000 4.000 3.000 2.000 1.000 0.000-0,9368-1.000 New York Stock Exchange (NYSE) EPA - Andrew Gombert Zich niet blindelings op vastgoed storten Er zijn vele soorten vastgoedbeleggingen. "CDO's" (Collateralized Debt Obligations of obligaties gewaarborgd door onroerende schuldvorderingen) en "ABS" (Asset-Backed Securities of effecten gewaarborgd door financiële activa van allerlei aard) richtten het financiële systeem bijna te gronde en zijn onrechtstreekse vastgoedbeleggingen. Maar de Belgische beleggers zijn vooral geïnteresseerd in residentiële beleggingen op lokaal niveau. Dat is niet zo verrassend: de afgelopen decennia zijn de woningprijzen immers veel sneller gestegen dan de lonen. Deze vastgoedboom werd nog versterkt door de verbetering van de financiële voorwaarden, een gunstig belastingstelsel en de vele overdrachten van spaargeld. Maar voor het toekomstige vastgoedrendement is voorzichtigheid geboden, en dat om verschillende redenen. Eerst en vooral zullen de financiële voorwaarden waarschijnlijk niet verder verbeteren, gezien de ineenstorting van de effectiseringsmarkt (waarmee het mogelijk was kredieten te groeperen om ze in de vorm van gestructureerde producten door te verkopen aan beleggers) en de strengere eisen qua eigen vermogen van de banken. Op fiscaal vlak kunnen er eventueel Btw-verhogingen komen op sommige transacties. Voor de overdracht van spaargeld kunnen we ons ten slotte afvragen of de spaarders nog bereid zullen zijn om hun geld te steken in de aankoop van een huis. 250 200 150 100 50 De forse stijging van de Belgische vastgoedprijzen 80 83 86 89 92 95 98 01 04 07 10 Reële vastgoedprijzen in België (1995 = 100) Reëel inkomen per inwoner in België (1995 = 100) 12 o u t l i n e / D E C E M B E R 2 0 1 2 o u t l i n e / D E C E M B E R 2 0 1 2 13

Beleggen Waarom nog geloven in aandelen... Soms krijgen we de indruk dat de beurzen de afgelopen jaren alleen maar onaangename verrassingen voor ons in petto hadden. Bovendien wordt algemeen aangenomen dat de economische groei onder haar langetermijngemiddelde zal blijven, wat uiteindelijk ten koste kan gaan van het beursrendement. Maar ondanks die negatieve fundamentals trachten de beurskoersen zich te herstellen onder impuls van het uiterst soepele monetaire beleid van de centrale banken en de positieve technische factoren (zoals de waardering en het dividendrendement) en herontdekken beleggers de markt voor risicovolle activa. 1. Aandelen blijven vrij goedkoop Afgaand op het verloop over twintig tot dertig jaar blijven de waarderingscriteria van de aandelen aantrekkelijk. In Amerika zijn de verschillende koers-winstratio's voor de aandelen van de S&P 500 niet zo overdreven hoog en schommelen ze tussen 14,7 en 22,3. In het slechtste geval blijkt de marktwaardering redelijk en in het beste geval uiterst laag. De Amerikaanse aandelen lijken ook redelijk gewaardeerd, wanneer de waarde van de ondernemingen wordt gemeten in verhouding tot de omvang van de economie van het land. De verhouding van de beurskapitalisatie van de S&P 500 en het bruto binnenlands product van de VS draait rond 83% na een piek van 101% in mei 2007, aan het einde van een vijf jaar durende marktstijging, en een piek van 131% in augustus 2000 net vóór de uiteenspatting van de internetzeepbel in de jaren 90. Ook aandelen uit de eurozone worden door 45% van de fondsbeheerders (een ongeëvenaard percentage) als het sterkst ondergewaardeerd beschouwd, alle regio's samen. Op basis van de MSCI Europe-index worden ze verhandeld tegen 12,1 maal de verwachte winst, terwijl hun gemiddelde koers-winstverhouding over de afgelopen twintig jaar rond 23 uitkomt. Hetzelfde geldt voor de verhouding koers/inventariswaarde: de Europese aandelen worden verhandeld tegen een veelvoud van 1,5 x tegenover een historisch gemiddelde van 2,2 x. 2. De aandelen bieden dividenden die niet moeten onder doen voor de obligatiecoupons Aandelen genieten niet alleen een mooie absolute waardering, maar bieden ook een aantrekkelijke waardering tegenover andere activaklassen. Nadat de obligatiemarkt dertig jaar lang vooruitgang boekte terwijl de rente daalde, zijn de staatsobligaties ook niet gevrijwaard tegen een destabilisatie die zou kunnen voortvloeien uit een inflatoire of zelfs deflatoire cyclus. In die context bieden aandelen een grote troef: hun dividendrendement is veel royaler dan het rendement van de obligaties. 3.000 2.000 1.000 0.000-0,7944-1.000-2.000 7.000 6.000 5.000 4.000-3.6817 3.000 Het verschil tussen het dividend- en obligatierendement wordt groot (%)... Aandelen zijn duur in vergelijking met obligaties Aandelen zijn goedkoop in vergelijking met obligaties... en de groei van het dividendrendement stemt nog altijd hoopvol (%) 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012.BYDYW U Index (bond yield divid yield worl) bnd yield divid yiel FR Monthly 0 Copyright 2012 Bloomberg Finance L.P. 18-Oct-2012 11:32:14 Wereld Europe Groei van het dividendrendement op twaalf maanden van de DJ Stoxx 600 1600 1400 1200 1000 800 600 400 200 0 Amerikaanse aandelen zijn helemaal niet duur, of we de koers-winstverhouding in aanmerking nemen of niet. K/W (op basis van de winst van de laatste 12 maanden) S&P 500-index (linkeras) 1962-1964 1965-1969 1970-1974 1975-1979 1980-1984 1985-1989 1990-1994 1995-1999 2000-2004 2005-2009 2010-2014 SPX Index (S&P 500 Index) S&P 500 Shiller P/E FR Monthly 31Jan1962-31-Jan1962 Copyright 2012 Bloomberg Finance L.P. 16-Nov-2012 10:26:40 30 25 20 15 10 5 De bijdrage van de herbelegde dividenden in het totale rendement van een aandelenbelegging blijkt historisch groot te zijn. En zolang de markten volatiel blijven is voor de dividenden en de groeicijfers ervan misschien nog wel een belangrijkere rol weggelegd. We mogen niet vergeten dat de ondernemingen zeer goed in staat zijn om dividenden uit te betalen omdat hun liquiditeiten haast op een recordpeil staan. Bovendien stijgen de dividenden traditiegetrouw samen met de inflatie. Het is net dat dynamische aspect van de dividenden dat tot een extra rendement kan leiden in vergelijking met vastrentende instrumenten.... en vooral in aandelen die als "investment grade" worden beschouwd Rekening houdend met het historisch laag obligatierendement en de voorzichtigheid waarmee we het rendement van de vastgoedmarkt moeten benaderen, is het niet uitgesloten dat de kaarten opnieuw worden geschud ten voordele van aandelen. Doch beleggers voorrang blijven geven aan de bescherming van hun kapitaal en dit proces nog wel enige tijd kan aanslepen, lijken aandelen in staat om zich een belangrijkere plaats toe te eigenen in de beleggingsportefeuilles. Met uiteindelijk een bijsturing van de strategische activa-allocatie die voor het ogenblik nog altijd de voorkeur geeft aan een defensief profiel. Toch moeten we erkennen dat beleggers voor een pijnlijk dilemma staan. Enerzijds is het moeilijk om op de obligatiemarkt tot een positief reëel rendement te komen zonder op zijn minst enkele risico's te nemen (beleggen in bedrijfsobligaties met een lagere kredietkwaliteit). Anderzijds worden in het huidige klimaat veel aandelen als risicovol beschouwd (slappe groei, instabiliteit van het banksysteem en onzekerheid over de staatsschuldencrisis). In die context geven wij de voorkeur aan "investment grade"-aandelen (om de terminologie van de obligatiemarkt te gebruiken), dus aandelen met een stevige voorgeschiedenis, een gezonde balans en een gestage dividendgroei. Conclusie Tegelijkertijd verkiezen wij nog altijd een diversifiëring van de posities over verschillende activaklassen. Ongeacht de risicotolerantie en het beleggersprofiel is het uiteindelijk vooral die diversifiëring, meer nog dan de timing van de beleggingen, die de risicograad van de portefeuilles kan verlagen. 14 o u t l i n e / D E C E M B E R 2 0 1 2 o u t l i n e / D E C E M B E R 2 0 1 2 15

Business Patrick de Schutter is bedrijfsrevisor en Senior Partner bij Deloitte. Hij is tevens medeoprichter en Gedelegeerd Bestuurder van het Instituut voor het Familiebedrijf en medeoprichter van FBNet Belgium. Thierry Van Loocke is directeur bij Deloitte Bedrijfsrevisoren en academisch consulent aan de UGent, faculteit Economie en Bedrijfskunde. Samen schreven zij het boek : Hoe succesvol is uw familiebedrijf? Over professionalisering en uitdagingen van morgen, verschenen bij Uitgeverij De Boeck (2012). Dit boek is voorlopig alleen beschikbaar in het Nederlands. Verhoog de overlevingskansen van uw familiebedrijf Familiebedrijven zijn de motor van de economie. In mature economieën is 70% van de bedrijven in handen van families. En toch overleeft niet meer dan 13% de 3e generatie. Patrick De Schutter en Thierry Van Loock bundelden hun expertise en schreven een praktische leidraad die familiebedrijven helpt bij het nemen van moeilijke hindernissen. Hoe succesvol is uw familiebedrijf? is de titel van het boek dat zopas verscheen bij Uitgeverij De Boeck en meteen ook de vraag die elk familiebedrijf zich af en toe stelt of zou moeten stellen. Maar hoe kan men die vraag objectief beantwoorden? Met welke factoren moet men rekening houden, en hoe zwaar weegt de balans door? Patrick De Schutter en Thierry Van Loocke zetten in hun boek alles op een rijtje en ontwikkelden een handige tool om de professionaliseringsgraad van familiebedrijven te meten. Want het gebrek aan professionalisme is een van de struikel blokken die de familiebedrijven zorgen baren. Eerdere onder zoeken uitgevoerd door het Instituut voor het Familiebedrijf hebben de drie belangrijkste pijnpunten geïdentificeerd, die het verschil kunnen maken tussen blijvend succes of roemloze ondergang: opvolging, governance en professionalisme, verklaart Patrick De Schutter. En vermits over de eerste twee punten al veel geschreven werd, besloot het duo de derde succesfactor onder de loep te nemen. Het was een onontgonnen terrein, eigenlijk wereldwijd. Wij besloten de uitdaging aan te gaan en een boek te schrijven over de professionalisering van familiebedrijven, in de hoop dat eigenaars en CEO s daar een paar nuttige denkpistes kunnen uithalen om de prestaties van hun bedrijf naar een hoger niveau te tillen. 16 o u t l i n e / D E C E M B E R 2 0 1 2 o u t l i n e / D E C E M B E R 2 0 1 2 17

Business Uitgaande van het Business Maturity Model van Deloitte werd een diagnosetool ontwikkeld om de graad van professionalisering van een familiebedrijf te meten. De ronde van Vlaanderen Sinds half september is Patrick De Schutter begonnen met een ronde van Vlaanderen : per regio worden de 200 grootste familiebedrijven uitgenodigd bij een bedrijf waar het boek voorgesteld wordt, gevolgd door een presentatie van het gastbedrijf dat uitlegt hoe het die concepten in de praktijk toegepast heeft om een zo hoog mogelijke graad van professionalisme te bereiken. De eerste bijeenkomsten waren alvast een groot succes. CEO s en eigenaars van grotere familiebedrijven, voor wie deze avonden ingericht worden, stellen blijkbaar de concrete tips en overzichtelijke aanpak op prijs. En dan is er nog de netwerking. Niet voor niets werd het vierde niveau van professionalisering netwerk gedoopt Thierry Van Loocke Missie, visie, strategie de Bermudadriehoek? Voor de auteurs dieper ingaan op vereisten waaraan het familiebedrijf moet voldoen om een high performance organisatie te zijn, leggen ze eerst nog even duidelijk uit wat nu precies missie, visie en strategie betekenen voor een bedrijf, welk effect ze op elkaar uitoefenen en hoe zij perfect uitgelijnd moeten zijn als men optimale prestaties wil neerzetten. Bondig samengevat vertelt de missie waarom het bedrijf doet wat het doet, staat de visie voor het kompas dat het bedrijf op koers houdt en bepaalt de strategie met welke middelen de visie ingevuld zal worden. Er bestaan volgens Patrick De Schutter maar drie strategieën met bewezen succes: Ofwel kiest men voor een 'productstrategie' en probeert men een zo perfect mogelijk product te maken dat alle andere producten in de sector overklast, zoals bv. Porsche dat doet. Men kan ook kiezen voor 'operationele excellentie' zoals Ryanair en ernaar streven om de producten of diensten zo efficiënt mogelijk en tegen de laagst mogelijke prijzen op de markt te brengen. De derde strategie is gericht op customer intimacy en wil de klant een unieke ervaring bieden die hij nergens anders vindt, zo bij voorbeeld Singapore Airlines, of dichter bij ons, het lingeriebedrijf Van de Velde. Sommige bedrijven hebben een lichte mengvorm, maar er is altijd een uitgesproken richting. Vervolgens komt het erop aan na te gaan of de processen van het familiebedrijf goed uitgelijnd zijn met de gekozen strategie. Van pionier tot netwerk Uitgaande van het Business Maturity Model dat ontwikkeld werd door Deloitte Nederland, in samenwerking met professoren en onderzoekers van de Universiteit van Utrecht, wordt vervolgens een diagnosetool ontwikkeld die toelaat de graad van profession a- lisering van een familiebedrijf te meten. Marketing, verkoop, klantenbeleid, productie & logistiek, financiën en personeel worden ontrafeld in deelprocessen waarvan de graad van professionalisering gemeten wordt. Patrick De Schutter: Wij hebben de professionalisering van de processen zeg maar de maturiteit onderverdeeld in vier niveaus: 1. pionier 2. proces 3. systeem en 4. netwerk. Niveau 1 is heel basic en niveau 4 is de top. Daartussen bestaan natuurlijk verschillende gradaties. Men bepaalt voor elk proces op welk niveau men staat en wat het niveau zou moeten zijn als men een performant bedrijf wil zijn. Dat betekent niet dat men over heel de lijn een 4 moet scoren om een professioneel familiebedrijf te zijn. Alles hangt af van de gekozen strategie. Een bedrijf dat streeft naar operationele excellentie en zo laag mogelijke prijzen is niet goed bezig als het veel geld uitgeeft aan onderzoek en ontwikkeling of welbehagen van de klant. De processen moeten goed uitgelijnd zijn met de strategie, aldus de auteur. J. Cortès: een eigenzinnige merkenpolitiek De concepten die in het boek aangereikt worden, worden geïllustreerd met praktijkvoorbeelden uit het Belgische bedrijfsleven. Patrick de Schutter Zo wordt het merkenbeleid van J. Cortès toegelicht als de motor die van het bedrijf een wereldspeler op de sigarenmarkt maakte. Het bedrijf werd in 1926 opgericht door Maurits Vandemarliere en voerde na de overname door Guido Vandermarliere nog steeds Managing Director en diens drie broers en schoonbroer in 1965 een sterke expansie- en internationaliseringpolitiek. Met de overname van TAF in 1986 kreeg het bedrijf het merk J. Cortès in handen, meteen het startschot voor een eigenzinnige merken politiek. Om de internationale, en dan vooral de Franse markt te veroveren, werd het merkimago opgekrikt en werd gekozen voor een exclusieve, blauwe verpakking die moest refereren naar de al even exclusieve Azurenkust. Dat druiste regelrecht in tegen de heersende regels die bepaalden dat blauw absoluut niet paste bij sigaren maar het zorgde wel voor een enorme marketingpush. Die strategie van het zich onderscheiden van de concurrentie liet J. Cortès toe uit te groeien tot een top-10 bedrijf op wereldniveau. Het bedrijf pikt in op hiaten in de markt en zorgt telkens weer voor vernieuwende Drie vuistregels voor succesvolle familiebedrijven Patrick De Schutter vatte de talrijke tips voor familiebedrijven die hij en coauteur Thierry Van Loocke in hun boek formuleerden samen in drie vuistregels: > > Bepaal nauwkeurig uw strategie en stel die op geregelde tijdstippen in vraag. > > Zorg dat wat u in de praktijk doet uitgelijnd is met uw strategie. > > Stroomlijn uw operaties en activiteiten en probeer ze zo professioneel mogelijk te organiseren. producten die perfect inspelen op nichemarkten. Om die reden is J. Cortès niet bang van multinationals die steeds sterker worden. Multinationals en familiebedrijven zullen altijd naast elkaar blijven bestaan. Hoe dikker de olifant wordt, hoe meer plaats er zal zijn tussen zijn poten is een treffende quote van Frederik Vandemarliere, die de case afsluit. 18 o u t l i n e / D E C E M B E R 2 0 1 2 o u t l i n e / D E C E M B E R 2 0 1 2 19

Business Partnership GUBERNA-ING Voor meer governance binnen het familiebedrijf Aandeelhouders en bedrijfsleiders van familiebedrijven sensibiliseren voor goed bestuur en ze stimuleren om hun eigen structuren en werkwijzen verder te professionaliseren, dat is de doelstelling van het platform voor reflectie dat in het leven werd geroepen door ING en GUBERNA, het Instituut voor Bestuurders dat zich als missie heeft gesteld om corporate governance binnen bedrijven en organisaties te bevorderen. Familiebedrijven die willen groeien en hun toekomst veilig stellen zijn wel verplicht om in te zetten op goed bestuur, stelt Lutgart Van den Berghe, Executive Director van GUBERNA. Vanaf een bepaalde omvang kan de familiale aandeelhouder-ondernemer niet meer alleen werken. Hij moet zich omringen met managers, en wie management zegt, zegt governance. Governance omvat immers tal van dimensies: Hoe worden bevoegdheden gedelegeerd? Hoe verloopt het toezicht op het management? En tijdens een volgende ontwikkelingsfase, waarbij het kapitaal wordt opengesteld voor een of meerdere externe partners, duiken er nieuwe vragen op: stemrechten, het dividendbeleid, het vetorecht, de prijs en de manier waarop in de toekomst aandelen worden overgedragen enz. Ten slotte dient er zich opnieuw een reeks vragen aan op het moment dat de onderneming wordt overgedragen aan de volgende generatie of bij de verkoop aan een derde partij. Op dat moment moet men nadenken over de verwachtingen van de aandeelhouders en de behoeften van de onderneming zelf. Het is ondenkbaar om deze scharnierperiode in het leven van een onderneming goed te beheren zonder governance. Goed bestuur is dus voor mij een zeer ruim concept, dat aansluit bij een langetermijnvisie van de onderneming. Goed bestuur sluit aan bij de langetermijnvisie van het familiebedrijf Het partnerschap tussen ING et GUBERNA rond het thema governance in het familiebedrijf kreeg onder meer concreet vorm in een reeks ontbijtdebatten in de verschillende regionale zetels van de bank. Elk van deze ontmoetingen is opgebouwd rond de presentatie van een casestudie. Sarens in Antwerpen, Desotec in Kortrijk en NMC in Luik gingen immers de uitdagende oefening voor meer governance al aan. Het is een onderwerp dat me boeit, verzekert ons Yves Noël, voorzitter van de groep NMC, waarvan u hiernaast het interview kunt lezen. Bij elke sessie kunnen tussen 50 en 70 eigenaars/aandeelhouders, voorzitters van raden van bestuur en directieleden van familiebedrijven onder gelijken meningen uitwisselen over het thema corporate governance. Tijdens deze informele debatten worden heel wat interessante vragen aangekaart en ze bieden ook de mogelijkheid om na te gaan welke belemmeringen en obstakels moeten worden overwonnen voor de invoering van een beleid voor goed bestuur binnen het familiebedrijf, vertelt Lutgart Van den Berghe. Een volgende stap is de installatie van ervaringskringen, met een beperkter aantal deelnemers die op voorhand hebben aangegeven welke thema s hen in het bijzonder boeien. NMC heeft niet gewacht op codes voor deugdelijk bestuur Ruim vóór corporate governance een modieus concept werd, zagen de familiale aandeelhouders van de NMC groep toe op een professionalisering van de bedrijfsstructuren. De voorstelling van hun casestudie aan een forum van bedrijfsleiders en aandeelhouders van familiebedrijven in het kader van de ontbijtsessies van GUBERNA-ING, kon op grote belangstelling rekenen. Outline bekijkt het model van familiale governance dat bij NMC werd ingevoerd. NMC uit Eynatten, in het hart van de Oostkantons, werd in 1950 opgericht door Gert Noël. Het bedrijf is gespecialiseerd in de productie van schuimplastic dat wordt verwerkt tot producten voor huishoudelijk of industrieel gebruik: sierlijsten en rozetten voor plafonds, sport- en kampeermatjes, maar evengoed producten voor technische isolatie en profielen voor verpakkingen. De onderneming, die ondertussen internationaal actief is, telt inmiddels 1200 werknemers, op een twintigtal sites. De NMC Groep wordt voorgezeten door Yves Noël, zoon van de oprichter, en geleid door Hubert Bosten, bestuurder en CEO sinds 2002. Vanaf wanneer zijn de familiale aandeelhouders van NMC gaan nadenken over kwesties die men onder governance kan catalogeren? Yves Noël: Om de zaken juist te situeren moet ik misschien eerst vertellen dat mijn vader, Gert Noël, zich in 1982 heeft teruggetrokken uit het dagelijkse beheer om op dat moment de leiding aan mij over te laten. Vanaf 1992 cumuleerde ik enkele jaren het Yves Noël en Hubert Bosten voorzitterschap van de raad van bestuur en de rol van gedelegeerd bestuurder. De beslissing om het dagelijks beheer toe te vertrouwen aan een externe manager dateert van aan het einde van de jaren 90. Op dat moment had niemand van de familiale aandeelhouders de leeftijd noch de competenties om deze functie op te nemen. Mijn beslissing was echter weloverwogen: ik had zelf al ondervonden dat het niet optimaal is om in een onderneming in volle expansie meer dan één petje te dragen. Heeft de toetreding, in 2002, van Ackermans & van Haaren tot het kapitaal de professionalisering van de bestuursorganen versneld? Yves Noël: Vanaf 1992, dus ruim voor de toetreding van Ackermans & van Haaren, wilde ik werk maken van degelijke regels inzake corporate governance en hiervoor trok ik externe bestuurders aan op dat moment praatte men nog niet over onafhankelijke bestuurders die werden gekozen op basis van eigen verdiensten. In die tijd bestond er nog geen code Buysse noch de code 2009, 20 o u t l i n e / D E C E M B E R 2 0 1 2 o u t l i n e / D E C E M B E R 2 0 1 2 21