TraJect: Aan het Werk?!



Vergelijkbare documenten
TRAJECT: AAN HET WERK!? Module Arbeidstoeleiding. Joan Verhoef Monique Floothuis Natascha van Schaardenburgh Leonard de Vos

PROMOTIEONDERZOEK ARBEIDSPARTICIPATIE VAN JONGVOLWASSENEN MET LICHAMELIJKE BEPERKINGEN. Joan Verhoef

Lespakket. Jongvolwassenen met lichamelijke beperkingen: transitie naar volwassenheid en werk

POLIKLINIEK JONGVOLWASSENEN

Arbeidsrevalidatie. Huizen en Almere

Erkenningscommissie Interventies Beoordelingsformulier. Eindoordeel van de erkenningscommissie over de interventie

NAUTILUS WEBSITE INTERVENTIESNAARWERK.NL DATUM: Beschrijving van de interventie. Nautilus.

Bouwstenen voor effectieve reintegratie

MEDINELLO POLIKLINISCHE REVALIDATIE ZORG

Anja Holwerda Wetenschapper UMCG, Sociale Geneeskunde/Arbeid en Gezondheid

Poliklinische revalidatie programma s

Samenvatting, conclusies en discussie

Poliklinische revalidatie programma s

Manual: handleiding opstarten Skills Lab

Een nieuwe interventie om de arbeidsparticipatie te bevorderen van jongvolwassenen met een lichamelijke beperking: een pilotstudie

Preffi 2.0: Preventie Effectmanagement Instrument. Ontwikkeling,validiteit, betrouwbaarheid en bruikbaarheid

Arbeidsrevalidatie bij klachten aan houding- en bewegingsapparaat. Informatie voor de verwijzer, werkgever en werknemer

Geestelijke Gezondheidszorg Eindhoven en de Kempen. Promenzo werkt

NAH op de werkvloer het werkt! Saskia Harmens Aletta Zandbergen

Arbeidsrevalidatie bij klachten aan houding- en bewegingsapparaat. Informatie voor de verwijzer

Revalidatie bij kanker

RAPPORT CLIËNTAUDIT 2012 / BLIK op WERK KEURMERK. DaAr Werkmaatschappij van Stichting GGnet. 1 Inhoudsopgave

Kennissynthese arbeid en psychische aandoeningen. Dr. F.G.Schaafsma Dr. H. Michon Prof. dr. J.R. Anema

Praktijkvoorbeeld van regionale samenwerking tussen gemeente en GGZ Janneke Oude Alink gemeente Apeldoorn/regio Stedendriehoek en Noordwest Veluwe

Wat werkt voor de oudere werknemers?

Samenvatting. Cliëntgerichte benadering in de ergotherapie

Zorg & Revalidatie. Werken aan optimaal herstel

De aanpak van Inclusief Groep werkt! Werken leer je door te werken. We brengen mensen in bedrijf

INTRODUCTIE TOOLBOX voor GEBRUIKERS. duurzame plaatsing van werknemers met autisme

Erkenningscommissie Interventies Beoordelingsformulier. Eindoordeel van de erkenningscommissie over de interventie

Sociaal-economische gezondheidsverschillen en werk

waardoor een beroerte kan worden gezien als een chronische aandoening.

Onderzoeksagenda Kinderrevalidatie

Stap voor stap weer aan het werk

Wij analyseren de situatie en vervolgens werken we met een eenvoudig categoriemodel:

PATIËNTEN INFORMATIE. Pijnrevalidatie. Locatie Spijkenisse Medisch Centrum VAN WEEL-BETHESDA

Wmo begeleiding WF6 2017

but no statistically significant differences

LOOPBAANADVIES WERKEN NAAR VERMOGEN voor jongeren met een beperking

Oncologische Revalidatie:

Welkom. Wietske van de Geer Peeters. Revalidatiearts. Klimmendaal locatie Zutphen Gelre. ziekenhuizen Zutphen

Libra Revalidatie & Audiologie B.V.

WEBSITE INTERVENTIESNAARWERK.NL. Beschrijving van de interventie. Trainee+ Datum beoordeling panel: [ ]

op zoek naar good practices

Behandelprogramma. Dwarslaesie

Wat is duaal inburgeren?

Samen Sterk naar Werk

Werken naar vermogen bij Sunny Tom een kwestie van de juiste mix: persoon, situatie en begeleiding

Revant, de kracht tot ontwikkeling!

Chapter 11. Nederlandse samenvatting

klaar voor de toekomst!

UMCG Centrum voor Revalidatie locatie Beatrixoord Pijnrevalidatie

Juni 2012 Roeland van Geuns Nadja Jungmann. Naar efficiënter werken met klantprofielen

Opleiding Verpleegkunde Stage-opdrachten jaar 3

Gezondheid en arbeidsparticipatie: determinanten, gevolgen en bouwstenen voor reïntegratie

Revant, de kracht tot ontwikkeling!

Revant, de kracht tot ontwikkeling!

Samenvatting. Inleiding

ORGANISATIE GTB-West-Vlaanderen (gespecialiseerde trajectbegeleiding en bepaling voor mensen met arbeidshandicap)

Participatie. Integrale Arbeidscoach. Versterking bij werken met een beperking

Aanbestedingsdocument AKC Onderzoekprogramma: Onderzoek Thema: Ronde 6: Titel: Projectnummer: AKC Aanleiding 2. Context en hoofddoelen

Implementatie van IPS in Nederland: is het uitvoerbaar?

Workshop Pijnmanagement? Eerst beter bewegen, dan pas minder pijn. Congres Het venijn van pijn; een veelzijdige benadering. Drachten 2 februari 2012

Samenvatting. The Disability Assessment Structured Interview, Its reliability and validity in work disability assessment, 2010

Ergotherapie bij ouderen met dementie en hun mantelzorgers: het EDOMAH programma

Profiel personal coach WelSlagen Diversiteit

Samenvatting. Beloop van dagelijkse activiteiten bij adolescenten met cerebrale parese. Een 3-jarige follow-up studie

UITWERKING PARTICIPATIEVERORDENING WIL

Rectificatie Besluit Protocol Scholing 2008

Stichting Dichterbij unit Sterk voor Werk

Effectief Actief. Ondersteuningsmogelijkheden voor kansrijke sport- en beweeginterventies

Een vragenlijst voor de Empowerende Omgeving

Inleiding Positie van chronisch zieke werknemers Welke drempels ervaren chronisch zieke werknemers?... 6

Klantprofilering. Objectieve meting voortgang en resultaten trajecten

MENUKAART PRO VSO ESF Uitgangspunten ESF voor de doelgroep leerlingen Praktijkonderwijs en Voortgezet Speciaal Onderwijs

Behandelprogramma. Pijnrevalidatie

Samenwerking en INnovatie in GEriatrische Revalidatie Ineke Zekveld LUMC

Developmental Coordination Disorder (DCD) Informatie en behandeling

ZW ARBO dienstverlening voor het UWV

SAMENVATTING. Samenvatting

Decentralisatie-uitkering Programma Economische Zelfstandigheid

Lange termijn functioneren en participatie bij jongeren met chronische pijn en vermoeidheid. Tessa Westendorp

Zijn gemeenten klaar om mensen met psychische problemen aan het werk te helpen?

Verklarende woordenlijst

Leergang ZelfVerzorgd

Samen werken aan werk. Atlant Groep Werk met meerwaarde

Werk Eerst leidt mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt toe naar betaalde arbeid met duurzaam perspectief.

Chronische pijn. Informatie en behandeling

Post HBO opleiding Jobcoach/Trajectbegeleider

Revalideren. op de Patiënteneenheid Dwarslaesie

Instructie cliëntprofielen

Werk, participatie en gezondheid

Organisatiekracht. Mentale veerkracht. Teamkracht. Werkkracht. Menskracht MEER VEERKRACHT, MEER ENERGIE, BETERE PRESTATIES

Revalidatie bij kanker

Werk, participatie en gezondheid: meer dan alleen!

Minor Toegepaste Psychologie

Zelfstandig mét onder steuning. Heliomare onderwijs revalidatie wonen arbeidsintegratie dagbesteding sport

Samenvatting SAMENVATTING

Aanbod scholingen PEDI-NL November 2010 SCHOLINGEN PEDI-NL

Werken aan effectief en doelgericht. herstel. Verwijzers

Transcriptie:

TRAJECT: AAN HET WERK?! BETREFT: DATUM: 28-9-2010 WEBSITE INTERVENTIESNAARWERK.NL Beschrijving van de interventie TraJect: Aan het Werk?! www.interventiesnaarwerk.nl 1

Inhoudsopgave 1. Beschrijving van de interventie... 3 1.1 Kernachtige omschrijving... 3 1.2 Doel van de interventie... 3 1.3 Doelgroep van de interventie... 4 1.4 Omschrijving van de interventie... 5 1.4.1 Methodiek... 5 1.4.2 Onderbouwing: Probleem- of risicoanalyse... 7 1.4.3 Onderbouwing: verantwoording doelen en aanpak... 7 1.4.4 Eisen begeleiding, uitvoering en borging... 9 1.5 Overige voorwaarden voor toepassing... 10 1.6 Beschrijving onderzoek effectiviteit... 11 1.7 Beoordeling onderbouwing & onderzoek effectiviteit... 14 1.8 Overige informatie... 15 www.interventiesnaarwerk.nl 2

1. Beschrijving van de interventie 1.1 Kernachtige omschrijving Naam interventie: TraJect (afkorting van Transitie naar Arbeidsparticipatie van Jongeren met Een Chronische ziekte) Kernachtige omschrijving interventie: TraJect is de naam van een evaluatieonderzoek naar de toepasbaarheid en haalbaarheid van een interventie om de arbeidsparticipatie van jongeren tussen 16-25 jaar met een chronische aandoening te bevorderen. In het kader hiervan is een training: TraJect: aan het werk?! ontwikkeld en geëvalueerd waarin jongeren met een chronische aandoening die lichamelijke beperkingen tot gevolg heeft, naar de arbeidsmarkt worden begeleid. In deze beschrijving wordt verder met TraJect de training zelf bedoeld, tenzij anders vermeld. Kern van de training - hierna te noemen: interventie - is de toepassing van een combinatie van deskundigheid op twee gebieden: revalidatie en re-integratie. Er wordt gebruik maakt van gecombineerde deskundigheid van professionals uit de revalidatie (ergotherapeut, psycholoog, revalidatie-arts, maatschappelijk werker) en de re-integratie (jobcoach). Deze professies worden ondersteund vanuit de kenniskring Participatie, arbeid en gezondheid. Verdere kenmerken zijn: - het just in time aanbieden van begeleiding - Meer intensieve en specifieke begeleiding dan gebruikelijk in de revalidatie - Het aanbieden van een generiek programma dat gericht is op gaan werken, niet op de diagnose. Dit houdt in: gericht op het opdoen van werkervaring en het vinden van een baan. De interventie behelst een combinatie van groepsprogramma & individuele begeleiding en is gericht op de beïnvloeding van de motivatie alsmede het ontwikkelen van vaardigheden en routines. De jongere wordt empowered. De hele persoon is het uitgangspunt; de nadruk ligt op de plaats van werk in het leven (balans werken, wonen, ontspanning). Van de jongere wordt een actieve deelname jongere gevraagd. TraJect is ontwikkeld door de Kenniskring Participatie, Arbeid en Gezondheid van de Hogeschool Rotterdam, in samenwerking met de afdeling Revalidatiegeneeskunde van Erasmus MC. De pilot heeft, inclusief voorbereidingen, twee jaar in beslag genomen (mei 2006 sept. 2008). De daadwerkelijke uitvoering van de interventies (training) startte in maart 2007. Deelnemers participeren 1 jaar in het traject. Twee keer per jaar (voor- en najaar) wordt een nieuwe interventie gestart. Voor de ontwikkeling van TraJect is subsidie verkregen van het Johanna KinderFonds, de Stichting Rotterdams kinderrevalidatiefonds Adriaan Stichting, het VSB-fonds en het UWV. 1.2 Doel van de interventie Het doel van de pilot als geheel is het ontwikkelen van een interventie voor jongeren tussen 16-25 jaar met een chronische aandoening, die (daardoor) belemmeringen ondervinden bij het vinden van (regulier en passend) werk. Deze interventie moet toepasbaar en haalbaar zijn. Doelstelling van de interventie zelf: na het volgen van de module heeft de deelnemer een (passende) baan, en/of zijn mogelijkheden om een baan te vinden vergroot. Toets beschikbare informatie tbv beschrijving en overdraagbaarheid Ja Nee Is er documentatie over de doelen van de interventie? www.interventiesnaarwerk.nl 3

Toets theoretische onderbouwing Ja Nee Zijn er expliciete doelen geformuleerd? 1.3 Doelgroep van de interventie Voor wie is de interventie bedoeld? De interventie is gericht op jongeren tussen 16-25 jaar met een chronische aandoening, die als gevolg daarvan belemmeringen ondervinden bij het vinden van (regulier en passend) werk. Profiel deelnemers groep 1-4 Aantal: de interventie is toegepast op 21 jongeren in totaal, verdeeld over vier groepen. Leeftijd: de gemiddelde leeftijd bedroeg 22 jaar (spreiding 19-28 jaar). Diagnoses: Cerebrale Parese, NAH (niet aangeboren hersenletsel), spierziekte, MS, reuma, longaandoening, dwarslaesie, ziekte van Crohn, chronisch pijn, osteogenesis imperfecta, sikkelcelanemie, aandoeningen bewegingsapparaat. Vooropleiding: veelal MBO niveau 1 en 2; ook MBO niveau 4, HBO Speciaal onderwijs gevolgd: 4 deelnemers (De Brug) Prevalentie Geschat wordt dat tussen de 2 en 2,5% van de jongeren van 15 tot en met 24 jaar met matige of ernstige lichamelijke beperkingen te maken heeft, en dat er rond de 100.000 jongeren met een arbeidshandicap zijn in Nederland (SCP 2006). Van de jongeren met een chronische ziekte of handicap geeft één op de drie aan problemen te ervaren op het gebied van werk (Nivel 2005), met name met het vinden van werk. Indicatie- en contra-indicatiecriteria Indicatiecriteria: Chronische aandoening die lichamelijke beperkingen veroorzaakt Onder behandeling van revalidatie-arts, of door andere arts hiernaar verwezen voor deze interventie Geen betaald werk, of werk dat niet aansluit bij mogelijkheden/wensen Beschikbaar voor arbeidsmarkt (opleiding is afgerond, of wordt binnen 6 maanden afgerond) Bereid tot deelname groepsbijeenkomsten, en gemotiveerd om te (gaan) werken Contra-indicatie: - onvoldoende beheersing van Nederlandse taal - ernstige cognitieve beperkingen en/of leerproblemen - ernstige psychische problematiek Toets beschikbare informatie tbv beschrijving en overdraagbaarheid Ja Nee Is er documentatie over de doelgroep van de interventie? Toets theoretische onderbouwing Ja Nee Is er een duidelijke definitie van de doelgroep en de aard van de problematiek? www.interventiesnaarwerk.nl 4

1.4 Omschrijving van de interventie 1.4.1 Methodiek De pilot heeft twee jaar in beslag genomen (mei 2006 sept. 2008). Dat is inclusief de voorbereidingen op de pilot. De daadwerkelijke uitvoering van de interventies startte in maart 2007. Werving De grootste groep van de jongeren is al bekend binnen de revalidatiegeneeskunde en bezoekt regelmatig de revalidatiearts. Deze is op de polikliniek Jong Volwassen dan ook degene die de jongeren doorverwijst naar de training. Daarnaast vindt werving van jongeren plaats via andere artsen en behandelaars van Erasmus MC en Rijndam, arbeidsdeskundigen van UWV en MEE Rotterdam. Zie ook 1.6 procesevaluatie. Uitvoering De methodiek van TraJect staat uitgebreid beschreven in de eindrapportage TraJect: aan het werk!? Deze is opgesteld door drs. Joan A.C. Verhoef, drs. Harald S. Miedema en dr. Marij E. Roebroeck, Kenniskring Participatie, Arbeid en Gezondheid, Hogeschool Rotterdam, Afdeling Revalidatiegeneeskunde, Erasmus MC; Rotterdam, september 2008. Te vinden op: http://www.participatie-arbeid-gezondheid.nl/projecten/interventie/traject/ Tevens is de methodiek in het Implementatieplan beschreven. Dit plan is te vinden via dezelfde url en opgesteld door Natascha van Schaardenburgh, in samenwerking met bovenvermelde auteurs. In de onderstaande beschrijving zijn de hoofdlijnen uitgelicht. Fasering In de interventie zijn drie fases te onderscheiden. Fase 1: initiatieffase (2-3 maanden) Inzicht in capaciteiten, vaardigheden, routines & motivatie t.a.v. werk Bepalen van (individuele) doelen (m.b.v. OPHI-II, COPM. OPHI (Occupational Performance History Interview) is een ergotherapeutisch evaluatie-instrument ontwikkeld om zowel kwantitatieve als kwalitatieve informatie over het handelen van cliënten te verzamelen. COPM (Canadian Occupational Performance Measure) is een individueel meetinstrument waarmee in een open interview de problemen die iemand ondervindt in zijn dagelijks handelen kunnen worden geïnventariseerd. Het is niet meer de therapeut die vraagt wat de patiënt wel en niet kan, maar de cliënt die vertelt wat hij/ zij als een probleem ervaart en wat hij/ zij prioriteiten vindt voor de behandeling.) Fase 2: competentiefase (3-5 maanden) Ontwikkelen van benodigde vaardigheden en routines Opdoen werkroutines/werkervaring (stage, leerwerkplek, vrijwilligerswerk, betaald werk) Fase 3: transitiefase (4-7 maanden) Verankeren werkroutines; betaald werk Groepsprogramma De training start met een groepsprogramma van zes bijeenkomsten, waarin verschillende thema s behandeld worden. Deze onderwerpen zijn na te lezen in het WERK-boek. In een latere fase van de training kunnen op vraag van de groep twee extra bijeenkomsten georganiseerd worden. Het moment en de inhoud van deze bijeenkomsten worden door de groep zelf bepaald. De groepsbijeenkomsten worden grotendeels verzorgd door een ergotherapeut en jobcoach. De tweede bijeenkomst wordt verzorgd door een psycholoog en/of maatschappelijk werkende. Verder wordt gebruik gemaakt van gastsprekers, zoals ervaringsdeskundigen, arbeidsdeskundigen van het UWV, en een sollicitatietrainer. De aanbevolen groepsgrootte is zes tot acht deelnemers. www.interventiesnaarwerk.nl 5

Individueel programma Parallel aan en na het groepsprogramma wordt aan de deelnemende jongeren individuele begeleiding geboden door met name een ergotherapeut en jobcoach. Deze begeleiding kan aangevuld worden door een psycholoog en/of maatschappelijk werkende. Tijdens de pilot werd geconcludeerd dat het individuele programma van 1 jaar voor de meeste jongeren te kort was. De ergotherapeut begeleidt samen met de jobcoach alle groepsbijeenkomsten en biedt de jongeren een individueel behandelprogramma aan, dat gericht is op hulpvragen met betrekking tot arbeid en/of school. Bij alle jongeren wordt in ieder geval de OPHI en COPM afgenomen. Tijdens deze begeleiding komen vaak ook andere hulpvragen naar boven die te maken hebben met algemene dagelijkse activiteiten. De hulpvragen tijdens de ergotherapie zijn divers van aard: werkplek observatie/aanpassing, persoonlijke effectiviteit, toiletgang, rolstoelaanpassing, koken, transfers, aanpassen woning. Vaak komen ook problemen op inter- en intrapersoonlijk gebied aan het licht, waarvoor desgewenst wordt doorverwezen naar een maatschappelijk werker of psycholoog. De inhoud en duur van de begeleiding zijn afhankelijk van de hulpvraag en problematiek. In de 2 pilotgroepen ligt het aantal individuele behandeluren van de ergotherapeut tussen de 10 en 20 uur. De behandeling wordt afgestemd op het re-integratietraject van de jongere. Momenteel besteedt de ergotherapeut ook veel tijd aan ondersteunende administratieve taken als mailings verzorgen, deelnemerslijsten maken, afspraken plannen en het versturen van uitnodigingen. Producten/documentatie Als producten van het project zijn met het oog op verdere implementatie gerealiseerd: Module: TRAJECT: aan het werk!? WERK-boek voor deelnemers. Het materiaal voor deelnemers bevat informatie en (huiswerk) opdrachten voor de deelnemers, en is geïllustreerd met plaatjes, cartoons e.d. Module: TRAJECT: aan het werk!? Handleiding voor begeleiders. Het materiaal voor begeleiders bevat naast de informatie en opdrachten ook organisatorische informatie over mensen, voorzieningen en ruimtes voor de bijeenkomsten, en een uitwerking van de opdrachten voor begeleiding of nabespreking. Een implementatieplan, waarin de bekostiging en de organisatorische aspecten van de interventie worden uitgewerkt. (PDF, te downloaden via website, zie 1.8) Een vragenlijst om de interventie te evalueren. Publicaties en presentaties Locatie van uitvoering Tijdens de pilot werden de groepsbijeenkomsten gegeven op de Hogeschool Rotterdam. De pilotgroep heeft deze locatie als prettig ervaren omdat ze hierdoor de bedrijvigheid van een Hbo-opleiding meemaakten en zich tussen jongeren begaven. Verder was het prettig dat ze uit de sfeer van de gezondheidszorg kwamen. Bij implementatie pleit dit voor een andere locatie dan de zorginstelling. De polikliniek jongvolwassen heeft er bij de implementatie voor gekozen de training wel intern te geven. Reden hiervoor is, dat het eenvoudiger te organiseren is en alle voorzieningen (bijv. een rolstoeltoegankelijk toilet) aanwezig zijn en er geen extra kosten zijn voor de huur van een ruimte. De sollicitatietraining wordt gegeven op het kantoor van het re-integratiebedrijf. De minimale eisen waar de ruimte aan moet voldoen: de ruimte moet beschikken over tafels die in een vergaderopstelling te plaatsen zijn ruim genoeg voor meerdere rolstoelgebruikers white-bord, schoolbord of flip-over Toets beschikbare informatie tbv beschrijving en overdraagbaarheid Ja Nee Is de methodiek van de interventie beschreven? Bevat de methodiek een handleiding ten aanzien van de benodigde handelingen? Toets theoretische onderbouwing Ja Nee www.interventiesnaarwerk.nl 6

Bevat de methodiek een handleiding die de benodigde handelingen (volgorde, duur, frequentie, intensiteit) en materialen aangeeft? 1.4.2 Onderbouwing: Probleem- of risicoanalyse Kenmerken risico of probleem Jongeren met een chronische aandoening ondervinden vaak belemmeringen ten aanzien van (regulier) werk. Knelpunten zijn onder andere een slechte aansluiting tussen verschillende organisaties en betrokken partijen (jongeren, hun ouders, werkgevers, opleidingen, re-integratiebedrijven, UWV, UWV Werkbedrijf, gemeenten), beperkte beschikbaarheid van voorzieningen, en onbekendheid met regelingen (Buiter 2003, CWP 2004). Bij het verbeteren van arbeidsparticipatie is vooral extra ondersteuning bij toetreding op de arbeidsmarkt van belang, aangezien uit onderzoek blijkt dat vooral nieuwkomers op de arbeidsmarkt nadelen ervaren van een beperking (Buiter 2003). Toets Theoretisch Effectief Ja Nee Is het probleem duidelijk omschreven? Is duidelijk wie het probleem heeft? Is er een analyse gemaakt van de met het probleem samenhangende oorzakelijke, risico-, in stand houdende of verzachtende factoren? 1.4.3 Onderbouwing: verantwoording doelen en aanpak Koppeling risico/probleem - doelen - aanpak Bij het verbeteren van arbeidsparticipatie is vooral extra ondersteuning bij toetreding op de arbeidsmarkt van belang, aangezien uit onderzoek blijkt dat vooral nieuwkomers op de arbeidsmarkt nadelen ervaren van een beperking (Buiter 2003). TraJect is daarom gericht op het ontwikkelen en evalueren van een interventie om de arbeidsparticipatie van jongeren met een chronische aandoening te bevorderen. De interventie is gebaseerd op nauwe samenwerking tussen professionals in de revalidatie en re-integratie, en combinatie van de in beide velden aanwezige kennis en deskundigheid, en wordt aangeboden op het moment dat de jongere wil gaan werken. In Nederland wordt bij het begeleiden van volwassenen met een (chronische) aandoening naar arbeidsparticipatie de methodiek begeleid werken gebruikt (Coenen-Hanegraaf et al. 1999). Deze individuele en vraaggerichte methodiek is afkomstig uit de Verenigde Staten en is vanaf het begin van de jaren negentig in Nederland toegepast, aanvankelijk onder de naam supported employment. Begeleid werken heeft tot doel om, door begeleiding naar en in betaalde arbeid, bij te dragen aan de integratie van mensen met een handicap. Daarbij kan een jobcoach persoonlijke, individuele en intensieve coaching bieden naar en tijdens (betaald) werk (Van Riet 2004). Begeleid werken en/of persoonlijke ondersteuning is voor het UWV een belangrijk (re)integratie-instrument om jonggehandicapten te laten deelnemen aan arbeid (CWP 2004). Het aanleren, trainen en behouden van vaardigheden die nodig zijn om een functie uit te kunnen voeren vraagt over een langere periode de inzet van een jobcoach. Binnen de ergotherapie wordt trajectbegeleiding toegepast bij het begeleiden van volwassen cliënten met chronische aandoeningen om het door de cliënt gewenste rolgebonden handelen thuis en in de samenleving te bevorderen (Vries-Kempes & Zinkstok 1998). Er wordt een traject uitgezet naar een concrete, door de cliënt geformuleerde doelstelling met betrekking tot maatschappelijke participatie. De stappen van het traject worden zo gekozen dat optimaal gebruik gemaakt wordt van de fysieke en psychische mogelijkheden van de cliënt. In de Verenigde Staten is een interventie ( employment options ) ontwikkeld om de arbeidsparticipatie te www.interventiesnaarwerk.nl 7

bevorderen van volwassenen met HIV/AIDS. De effectiviteit van deze interventie is onderzocht bij 129 volwassenen (Kielhofner et al. 2004). Na de interventie nam 47% van de deelnemers deel aan betaald werk, vrijwilligerswerk of (vervolg)opleiding (Kielhofner et al. 2004). De interventie is gebaseerd op het Model of Human Occupation (Kielhofner 1985, 1995 en 2002). Dit model, dat een theoretisch kader biedt voor de interventie, verklaart hoe het menselijk handelen gemotiveerd, georganiseerd en uitgevoerd wordt in een bepaalde omgeving (Thomas, Verhoef & Vromen 1998). Motivatie, routines en vaardigheden vormen de basis voor participatie, waarbij participatie betrekking heeft op deelname aan werk, vrije tijd en zelfredzaamheid. Het model onderscheidt drie dimensies in het handelen: identiteit, competentie en adaptatie (Kielhofner 2002). De interventie bestaat uit een groepsprogramma, gecombineerd met individuele begeleiding, en is gericht op het begeleiden van de deelnemers gericht op motivatie, routines en vaardigheden ten aanzien van werk; en het bieden van een geschikte (werk)omgeving en ondersteuning. Een combinatie van groepsbehandeling en individuele begeleiding is eerder effectief gebleken in een module arbeidshulpverlening ergotherapie, die gedurende zes maanden in een poliklinische situatie is aangeboden aan 64 volwassenen met een depressie (de Vries et al. 2003). Aangezien de door Kielhofner et al. (2004) ontwikkelde en onderzochte interventie niet gericht is op beperkingen of problemen als gevolg van de diagnose, maar op inzicht in en ontwikkeling van motivatie, vaardigheden en routines is onze veronderstelling dat de interventie niet diagnosespecifiek is, en ook toepasbaar kan zijn voor jongeren met een chronische aandoening. Een eerste pilotstudie met toepassing van de interventie op kleine schaal binnen een re-integratietraject voor langdurig werkloze volwassenen laat zien dat alle (vijf) deelnemers meer zelfvertrouwen hebben gekregen (Douma, Moelands & Verhoef 2005). Dit is juist ook bij jongeren met een arbeidshandicap van belang, om weer een positief zelfbeeld te kunnen opbouwen en (weer) ambities en dromen over hun toekomst te kunnen hebben (CWP 2004; Tielen 2003). Beeldvorming wordt genoemd als een van de belangrijkste problemen ten aanzien van arbeidsparticipatie (CWP 2004). Veel jongeren met een arbeidshandicap zien zichzelf als weinig kansrijk op de arbeidsmarkt, en hebben een slecht beeld van wat zij kunnen. Dit beïnvloedt zowel hun zelfbeeld, als hun kansen op de arbeidsmarkt. Een interventie zal daarom bij moeten dragen aan het opbouwen van een positief zelfbeeld, dat realistisch is ten aanzien van de eigen mogelijkheden en wensen. In de Verenigde Staten worden arbeidsgerelateerde begeleidingsprogramma s voor adolescenten toegepast door ergotherapeuten (Jacobs 1985; Chandler et al. 1996). In de transitiefase van kind naar volwassene wordt een belangrijk keuzeproces doorlopen ten aanzien van werk, waarin de jongere via exploratie en voorlopige keuze komt tot een realistische en definitieve keuze. Jacobs stelt dat arbeidsgerelateerde programma s op jonge leeftijd gestart moeten worden, en volgens drie opeenvolgende fasen verlopen: Exploratief spel, waarbij het kind spelenderwijs zijn mogelijkheden en beperkingen ervaart Competentiegedrag, waarbij de jongere vaardigheden verwerft en leert beheersen Prestatiefase, waarin de nadruk ligt op presteren, en een externe standaard gebruikt wordt en risico s genomen worden (Jacobs 1985). Deze fasering komt overeen met de interventie van Kielhofner et al. (2004), waarbij de jongere in activiteiten en assessments de eigen mogelijkheden en beperkingen ervaart, vervolgens vaardigheden en routines traint en verwerft in begeleid werk of vrijwilligerswerk, en tenslotte prestaties verricht waar eisen aan gesteld worden in betaald werk. Chandler et al. (1996) benadrukken het belang van specifieke training met betrekking tot arbeids- en sociale vaardigheden voor jongeren met beperkingen, en stellen dat training het meest effectief is als deze wordt gerelateerd aan een reële werksituatie. Dit onderschrijft het belang van stages, leerwerkplekken of (vrijwilligers)werk als onderdeel van begeleiding naar arbeidsparticipatie. De American Academy of Pediatrics (2000) stelt dat vrijwilligerswerk, stages of meelopen in werksituaties voor jongeren met beperkingen van groot belang zijn om de world of work te begrijpen, en realistische verwachtingen te hebben van de eisen die in werksituaties gesteld worden. Zij adviseren daarbij gebruik te maken van succesvolle rolmodellen. Interventies moeten gericht zijn op de gehele persoon, en de plaats van werk in het leven (Chandler et al. 1996). De mogelijkheden, interesses en waarden van de jongeren moeten benadrukt worden om arbeidsmogelijkheden te leren kennen, zelfvertrouwen te krijgen en in staat te zijn www.interventiesnaarwerk.nl 8

goede beslissingen te leren nemen (American Academy of Pediatrics, 2000). Bij de toepassing van de interventie moet rekening gehouden worden met de transitiefase van de jongeren. Problemen die veelal optreden bij het behandelen of begeleiden van adolescenten zijn uitval (vooral bij jongens), gebrekkige therapietrouw, en opstand tegen strakke behandelregimes (Van Staa 2004). Een adequate infrastructuur voor transitie vereist multidisciplinaire zorg en integrale aandacht voor het individu. Voor een succesvolle transitie zijn actieve participatie van de jongere en een individuele, flexibele benadering belangrijk. Dit vereist een realistisch transitieplan dat aansluit bij de mogelijkheden en wensen van de jongere. De interventie TRAJECT maakt gebruik van bovenstaande beschreven bevindingen uit de literatuur, waarbij de diverse elementen zijn verwerkt tot onderdelen van de interventie. Uitgangspunt is dat arbeid aansluit bij de wensen en mogelijkheden van de jongere, en dat de belasting is afgestemd op belastbaarheid zodat arbeid positief bijdraagt aan de kwaliteit van leven. Belangrijke aspecten daarbij zijn dat de interventie: Voor jongeren op het juiste moment ( just in time ) wordt aangeboden; intensiever en specifieker is dan in reguliere revalidatieprogramma gebruikelijk is; een generiek programma biedt waar het (gaan) werken centraal staat, en niet de diagnose; gebruik maakt van gecombineerde deskundigheid vanuit de revalidatie en re-integratie; ondersteund door de combinatie van deskundigheid van de kenniskringen van de Hogeschool Rotterdam. Samenvatting werkzame ingrediënten - Een gerichtheid in het programma bij alle betrokken partijen op gaan werken, niet op de diagnose - Samenwerking en betrokkenheid van de vele partijen, die ieder hun ervaringen en expertise met zich mee brengen (ofwel: combinatie van deskundigheid op gebied van revalidatie en reintegratie) - just in time aanbod van begeleiding - Meer intensieve en specifieke begeleiding dan gebruikelijk in de revalidatie Toets Theoretisch Effectief Ja Nee Is de verantwoording gebaseerd op een samenhangend betoog (een theorie) over met het probleem samenhangende factoren en de veronderstelde werkzame ingrediënten in de interventie (er wordt méér beschreven dan een algemene verwijzing naar een theorie zoals De interventie is gebaseerd op rationeel emotieve therapie )? Sluit de keuze van de doelen van de interventie aan bij de probleemanalyse? Is aannemelijk gemaakt dat de veronderstelde werkzame factoren in de methodiek leiden tot het bereiken van de genoemde doelen (uit onderzoek, theorie en / of praktijk blijkt dat de methodiek de beoogde doelen bij de doelgroep kan bereiken)? 1.4.4 Eisen begeleiding, uitvoering en borging Eisen uitvoerders en begeleiders Tijdens de pilot bij de polikliniek jongvolwassenen Erasmus MC en Rijndam revalidatiecentrum waren de volgende disciplines betrokken: - Revalidatieartsen - Ergotherapeut - Psycholoog Hieronder wordt beschreven welke taken zij uitvoeren. Revalidatiearts De revalidatiearts is op de polikliniek Jong Volwassen degene die de jongeren doorverwijst naar de www.interventiesnaarwerk.nl 9

training. De grootste groep van de jongeren is al bekend binnen de revalidatiegeneeskunde en bezoekt regelmatig de revalidatiearts. De revalidatiearts attendeert de jongeren op de training en verwijst hen bij gebleken belangstelling door naar de ergotherapeut voor een oriënterend gesprek. Een wat kleinere groep stroomt in via bijvoorbeeld het UWV of het re-integratiebedrijf. In dat geval beoordeelt de revalidatiearts of de jongere tot de doelgroep behoort alvorens de doorverwijzing plaats heeft. Per instelling zal dit verschillend zijn. In principe kan iedere arts doorverwijzen naar de daar werkzame ergotherapeut, mits het artsen zijn die jongeren zien met chronische lichamelijke beperkingen. Ergotherapeut Binnen de training heeft de ergotherapeut een centrale rol. Alle doorverwezen jongeren worden eerst gezien door de ergotherapeut. Zij bespreekt samen met de jongere en de jobcoach of hij/zij daadwerkelijk kan deelnemen aan de training. De ergotherapeut begeleidt samen met de jobcoach alle groepsbijeenkomsten en biedt de jongeren een individueel behandelprogramma aan, dat gericht is op hulpvragen met betrekking tot arbeid en/of school. Bij alle jongeren wordt in ieder geval de OPHI en COPM afgenomen. Opvallend is dat tijdens deze begeleiding vaak ook andere hulpvragen naar boven komen die te maken hebben met algemene dagelijkse activiteiten. Vaak kwamen ook problemen op inter- en intrapersoonlijk gebied aan het licht, waarvoor desgewenst werd doorverwezen naar maatschappelijk werker of psycholoog. De inhoud en duur van de begeleiding zijn afhankelijk van de hulpvraag en problematiek. In de 2 pilot-groepen ligt het aantal individuele behandeluren van de ergotherapeut tussen de 10 en 20 uur. De behandeling wordt afgestemd op het re-integratietraject van de jongere. Momenteel besteedt de ergotherapeut ook veel tijd aan ondersteunende administratieve taken als mailings verzorgen, deelnemerslijsten maken, afspraken plannen en het versturen van uitnodigingen (zie NB.) Psycholoog en/of maatschappelijk werk De polikliniek jongvolwassen heeft er voor gekozen beide disciplines te betrekken bij de training. Eén van de groepsbijeenkomsten wordt door hen beiden verzorgd. Tevens kunnen de jongeren, indien wenselijk individueel begeleid worden door één of beide disciplines. Doordat de jongeren de psycholoog en maatschappelijk werker hebben leren kennen tijdens de groepsbijeenkomst, is het voor hen eenvoudiger om individuele hulp te vragen. Tijdens de pilot is gebleken dat meer dan de helft van de jongeren psychische en/of psychosociale problemen ondervinden en daarvoor afhankelijk van de hulpvraag ondersteuning vraagt bij één van deze disciplines. NB. Na de pilot is ook een maatschappelijk werker betrokken. Tevens is het wenselijk daarnaast voor een aantal uur in de week een administratieve kracht te betrekken. Naast bovenstaande disciplines is van de zijde van het re-integratiebedrijf een jobcoach betrokken. Zijn/haar aanwezigheid in de training is essentieel. De jobcoach heeft kennis op het gebied van het begeleiden van mensen met een arbeidshandicap op weg naar werk en op werk. Dit alles in het licht van de arbeidsmarkt en wet- en regelgeving. Overige eisen Gebruikte registratie- en evaluatie instrumenten: De interventie wordt geëvalueerd met twee semi-gestructureerde interviews (COPM en OPHI-II) en een schriftelijke vragenlijst die bestaat uit Rand-36, Prodisq (module B), Vragenlijst werkvermogen en de Work Limitations Questionnaire (WLQ). Tevens wordt de tevredenheid over het groepsprogramma na afloop geëvalueerd met een korte vragenlijst. 1.5 Overige voorwaarden voor toepassing Overige voorwaarden voor toepassing www.interventiesnaarwerk.nl 10

De cliënt moet onder behandeling zijn van of verwezen zijn naar een revalidatie-arts van een afdeling Revalidatie waarbinnen de poli Jong Volwassenen is geïmplementeerd; het TransitieNet coördineert de implementatie van de Poli Jong Volwassenen in revalidatiecentra. Kosten De meeste van de deelnemende jongeren hebben een WAJONG uitkering, maar er zijn ook jongeren die na hun 18 e in een arbeidsongeschiktheidsituatie terecht zijn gekomen en daarom een WIA/WAO/ZW uitkering ontvangen van het UWV. Het UWV is verantwoordelijk voor de re-integratie van deze jongeren. Voor financiering van het re-integratietraject van deze jongeren kan gebruik gemaakt worden van de IRO (individuele re-integratieovereenkomst). 1.6 Beschrijving onderzoek effectiviteit De interventie is ontwikkeld en op toepasbaarheid en haalbaarheid getoetst in een pilotstudie. Doelstelling van dit pilotonderzoek: het bepalen van de toepasbaarheid en haalbaarheid van een interventie om de arbeidsparticipatie van jongeren van 16-25 jaar met een chronische aandoening, die lichamelijke beperkingen veroorzaakt, te bevorderen. Toepasbaarheid wordt omschreven als geschiktheid van de interventie voor de doelgroep jongeren met een chronische aandoening. De criteria ten aanzien van de toepasbaarheid van de te ontwikkelen interventie: 1. Bevordering van de arbeidsparticipatie 2. Toename van de mogelijkheden ten aanzien van arbeidsparticipatie 3. Bijdrage aan algemene gezondheidstoestand en kwaliteit van leven 4. Tevredenheid over de inhoud en organisatie van de interventie Haalbaarheid is omschreven als het kunnen realiseren van de interventie in de gegeven omstandigheden (polikliniek jongvolwassenen van het Erasmus MC en Rijndam revalidatiecentrum) wat betreft praktische mogelijkheden. Criteria ten aanzien van de haalbaarheid van de interventie: 5. Het creëren van logistieke voorwaarden en het benodigde netwerk voor toepassing van de interventie, waarbij zorgsector en re-integratiebedrijven samenwerken 6. Mogelijkheid om de interventiegroepen heterogeen samen te stellen (ten aanzien van diagnose). Dit vergroot de haalbaarheid omdat het samenstellen van homogene groepen (te) lang zou kunnen duren, met name bij relatief zeldzame diagnoses 7. Bepalen van de kosten van de interventie en het organiseren van mogelijkheden voor bekostiging. Een bijkomende doelstelling van het project is het bepalen of de in de pilot toegepaste meetinstrumenten voldoende valide en praktisch bruikbaar zijn om in de toekomst de effectiviteit van de interventie te bepalen. De interventie is zowel tijdens de toepassing, als na afloop geëvalueerd met de jongeren en de begeleiders. Tevens zijn, bij de start en na één jaar, gegevens verzameld bij deze twee groepen jongeren over hun arbeidssituatie en gezondheid, met behulp van vragenlijsten en interviews. De gegevensverzameling bij groep 1 heeft geleid tot enkele wijzigingen in het programma van groep 2. Na de evaluatie met de tweede groep is het programma definitief vastgesteld en in een handleiding beschreven, die voor andere centra beschikbaar is. Aspecten van de procesevaluatie staan uitvoerig omschreven in de Eindrapportage (voor gegevens zie 1.8). Uit de evaluatie van de interventie, op basis van begeleiding van twee groepen jongeren gedurende één jaar, blijkt dat de interventie toepasbaar is bij de doelgroep en haalbaar in een www.interventiesnaarwerk.nl 11

revalidatiesetting. De combinatie van een groepsprogramma en individuele begeleiding, zo blijkt uit dezelfde evaluatie, is effectief en motiverend. Het groepsprogramma wordt door deelnemers als zeer waardevol beschouwd, en de heterogene groep wordt positief ervaren. De aanvullende deskundigheid van de begeleiders (ergotherapeut en jobcoach) is effectief, efficiënt en stimulerend voor zowel deelnemers als begeleiders. Ook samenwerking met UWV vanaf de start draagt bij aan de effectiviteit en efficiëntie van de begeleiding. Wel is de duur van de begeleiding van één jaar niet voor alle deelnemers voldoende om de doelstelling arbeidsparticipatie te realiseren. De opzet, uitvoering, resultaten en aanbevelingen van het TraJect zijn beschreven in het eindverslag van het project alsmede het implementatieplan, te downloaden vanaf http://www.participatie-arbeid-gezondheid.nl/projecten/interventie/traject/. Hieronder worden de belangrijkste zaken uitgelicht. Procesevaluatie: enkele punten - Groepssamenstelling: Een heterogene samenstelling van de groep werkt positief, echter er moet enige balans zijn in de niveaus, zodat men een maatje van vergelijkbaar niveau kan aantreffen. - Werving/publiciteit: tijdens de pilot bleek dat er meer tijd ging zitten dan verwacht in het geven van bekendheid aan deze training en het werven van deelnemers. Bij implementatie van de training in een zorginstelling is het dan ook van belang hier ruim van te voren aandacht aan te besteden. Potentiële deelnemers kunnen op diverse manieren in contact gebracht worden met de module: mailing aan diverse disciplines in de zorginstelling, een persbericht op bijvoorbeeld www.wajongcafe.nl en in tijdschriften van patiëntenverenigingen, via scholen voor voortgezet onderwijs (coördinator studie en handicap), arbeidsdeskundigen van het UWV, MEE, informatie op de website van de organisatie. - Tijdens de pilot is intensief samengewerkt met arbeidsdeskundigen uit het WAJONG-team van het UWV Rotterdam. Tijdens één van de groepsbijeenkomsten (de informatiebijeenkomst) maken de deelnemende jongeren kennis met twee arbeidsdeskundigen. Als groot voordeel heeft dit voor de jongeren dat het UWV een gezicht krijgt, waar heel direct vragen aan gesteld kunnen worden. En anderzijds leert de arbeidsdeskundige de jongeren in de context van de training kennen, waardoor er een goede afstemming kan plaatsvinden tussen deelnemer, UWV, zorginstelling en jobcoach. Hierdoor wordt de expertise van de verschillende partijen optimaal benut. Bij implementatie van deze module door andere zorginstellingen is het dan ook aan te bevelen het UWV (Wajong team) van begin af aan hierbij te betrekken. Resultaatevaluatie De eerste groepen zijn volledig geëvalueerd. Een derde groep jongeren [n=4] is in september 2009 geëvalueerd. Een vierde en vijfde groep zijn gestart in januari, resp. september 2009. Resultaten van de eerste twee groepen staan uitvoerig beschreven in de Eindrapportage. Ook de resultaten m.b.t. arbeidsparticipatie van groep 3 zijn meegenomen in onderstaande weergave. In totaal zijn in de eerste drie groepen twintig deelnemers (n=20) gestart met de interventie. Van deze deelnemers zijn drie deelnemers gestopt, één deelnemer is overleden, en drie deelnemers namen wel deel aan de interventie maar niet aan het onderzoek. De resultaten betreffen zodoende dertien deelnemers (n=13) van drie groepen. Met betrekking tot arbeidsparticipatie blijkt na 1 jaar uit de Prodisq dat drie van de dertien deelnemers na 1 jaar betaald werk hebben; één deelnemer voor 20 uur verdeeld over 4 dagen, één deelnemer voor 28 uur verdeeld over 3,5 dag en één deelnemer voor 30 uur verdeeld over 5 dagen. www.interventiesnaarwerk.nl 12

Vier deelnemers hebben na 1 jaar onbetaald werk, één van hen naast een studie die zij binnenkort afrondt. Twee deelnemers volgen na 1 jaar een op hun beroepskeuze gerichte vervolgstudie. Van twee deelnemers zijn geen gegevens bekend; een van deze deelnemers was bezig met het opzetten van een eigen bedrijf. Met betrekking tot de primaire uitkomstmaat arbeidsparticipatie, betekent dit dat drie van de dertien deelnemers een transitie hebben doorgemaakt van non-participatie naar betaald werk, en vier deelnemers naar onbetaald werk. Twee andere deelnemers hebben een transitie doorgemaakt van nonparticipatie naar het volgen een opleiding die hun kansen op de arbeidsmarkt zal vergroten. Met betrekking tot mogelijkheden tot arbeidsparticipatie blijkt uit vergelijking tussen de gegevens van de COPM bij start en na 1 jaar, dat vier van de negen deelnemers een duidelijke verbetering aangeven ten aanzien van dagelijkse problemen, en na een jaar andere problemen noemen. Twee deelnemers scoren na 1 jaar op de COPM iets lager, en één deelnemer noemt bij de start geen problemen, maar na 1 jaar wel. De lagere score bij deze deelnemers kan te maken hebben met bewustwording, en een toename van inzicht in hun problemen. In dat geval is dit voor hun ontwikkeling positief, als ook voor hun mogelijkheden tot arbeidsparticipatie. Ten aanzien van het behalen van de doelstellingen van het totale onderzoek vermeldt de Eindrapportage (inzake groep 1 en 2) het volgende: Uit de resultaten blijkt dat de doelstelling van het project is behaald. Er is een interventie ontwikkeld, die aangeboden is aan twee groepen jongeren vanuit de polikliniek jongvolwassenen van het Erasmus MC en Rijndam revalidatiecentrum. De interventie is toepasbaar, en draagt bij aan het bevorderen van de (mogelijkheden tot) arbeidsparticipatie van jongeren met een chronische aandoening. In hoeverre de jongeren beoordelen dat hun algemene gezondheidstoestand en kwaliteit van leven na het volgen van de interventie verbeterd is moet blijken na de evaluatie van groep 2 een jaar na aanvang van de interventie. Mondeling hebben de jongeren uit de eerste groep aangegeven dat ze beter in hun vel zitten, en dit wordt bevestigd door hun scores op de RAND-36. Uit de schriftelijke en mondelinge evaluaties blijkt dat alle jongeren zeer tevreden zijn over de inhoud en organisatie van het programma. Enkele jongeren hadden eerder een begeleidingsprogramma gevolgd en begonnen wat sceptisch aan de training maar waren achteraf van mening dat het in dit geval ook waar was gemaakt. De interventie is haalbaar, waarbij samenwerking tussen revalidatie en re-integratie is gerealiseerd. Het aanbieden van de interventie aan heterogene groepen jongeren is goed mogelijk. Uit evaluatie met de jongeren blijkt dat de jongeren dit positief waarderen omdat ze daardoor ook informatie over andere beperkingen en situaties horen, maar dat ze het wel prettig vinden als er één of twee jongeren in de groep zitten die vergelijkbare beperkingen hebben als zijzelf, omdat dit de herkenbaarheid vergroot. Bekendheid met een chronische aandoening vanaf geboorte of jeugd, of vanaf latere leeftijd (bijvoorbeeld 17 jaar) wordt door een deelnemer genoemd als meer relevant verschil. In de groepen namen jongeren deel met verschillend opleidingsniveau en van verschillende achtergrond, dit was volgens de jongeren geen bezwaar. Eén deelnemer formuleerde het als volgt: je houdt toch dat iedereen uniek is, dus ook met eenzelfde diagnose kunnen mensen heel verschillend zijn. De bekostiging van met name de jobcoach is uitgewerkt in het implementatieplan, om implementatie van de interventie in andere instellingen te faciliteren. De gebruikte meetinstrumenten lijken geschikt om de interventie te evalueren bij deze doelgroep. De interviews, die tevens deel uitmaken van de interventie, tonen bij herhaling na één jaar andere problemen of een verandering in eerder genoemde problemen (COPM), en andere scores en toekomstverwachtingen (OPHI-II). De deelnemers geven zelf aan dat de interviews bijdragen aan hun inzicht, en alles op een rijtje zetten. De deelnemers vinden de gebruikte vragenlijsten duidelijk. De vragenlijst aan het einde vinden ze wel lang. Voor sommige jongeren geldt dat het invullen, gezien hun beperkingen, extra tijd kost. In een ander onderzoek wordt de validiteit van de Nederlandse versie van de WLQ (vragenlijst beperkingen werk) en de correlatie tussen de WLQ en de vragenlijst werkvermogen bepaald. Op grond van deze resultaten kan mogelijk een van beide vragenlijsten in de toekomst mogelijk vervallen. www.interventiesnaarwerk.nl 13

Toets beschikbare informatie tbv beschrijving en overdraagbaarheid Ja Nee Is er documentatie over de uitgevoerde effectiviteitonderzoeken (proces en resultaat)? Toets Procesevaluatie Ja Nee Is de interventie uitontwikkeld en stabiel? Is de werking van de interventie zelf in kaart gebracht alsmede de uitwerking op de doelgroep? Zijn de organisatorische context en de randvoorwaarden in kaart gebracht? Toets Resultaatevaluatie Ja Nee Heeft het onderzoek betrekking op de ingediende interventie zelf (direct bewijs)? Wordt voor de onderbouwing gesteund op onderzoeken die elders zijn uitgevoerd (indirect bewijs)? Is het onderzoek gericht op de doelen en de doelgroep van de interventie? Is een voormeting uitgevoerd? Is een nameting uitgevoerd? Is een follow-up meting uitgevoerd na minimaal 6 maanden? (duurzaamheid) Is er een experimentele of controlegroep gehanteerd? 1.7 Beoordeling onderbouwing & onderzoek effectiviteit Beoordeling panel: TraJect is een interventie voor een zware doelgroep: jongeren (18-25 jaar) met chronische aandoeningen als MS, reuma, cerebrale parese of een dwarslaesie. Daarmee lijkt TraJect invulling te geven aan overheidsbeleid in het kader van niemand aan de kant en iedereen doet mee. Hieraan wordt overigens in de onderliggende redenatie niet gerefereerd. De interventie is gebaseerd op onderzoek afkomstig uit de medische wereld. Er wordt veel gebruik gemaakt van gevalideerde tests. Spil in de begeleiding vormen de ergotherapeut en de jobcoach; daaromheen zijn psychologen en medisch specialisten beschikbaar. De component ergotherapie is zeer sterk aanwezig. Alle neuzen richting werk : dat is als het ware het motto van TraJect. Met als gevolg ook een verbetering van de kwaliteit van leven in bredere zin. Tot nu toe heeft een gering aantal kandidaten deelgenomen. Bovendien is in de evaluatie vooral antwoord gezocht op de vragen: is deze interventie toepasbaar, haalbaar, betaalbaar? Daarom is het moeilij kharde uitspraken te doen over resultaten in de zin van (duurzaam) betaalde arbeid vinden. Niettemin lijkt TraJect een zinvolle en effectieve aanvulling in het aanbod van re-integratieinstrumenten. Kwalificatie Keuze Operationalisering niveaus Theoretisch Een adequate theoretische onderbouwing ontbreekt onderbouwd Er is een probleemanalyse en een duidelijke en expliciete redenering op welke factoren de interventie aangrijpt en waarom deze zou werken Deze redenering is bovendien gebaseerd op (getoetste) wetenschappelijke inzichten / theorieën, c.q. er worden technieken gebruikt die in de literatuur bekend staan als bewezen effectief. Toelichting De onderliggende redenatie zou meer kunnen uitgaan van het feit dat de doelgroep nu vaak aan de kant staat en dit ondanks intenties www.interventiesnaarwerk.nl 14

van de overheid dat iedereen meedoet. Procesevaluatie Een adequate procesevaluatie ontbreekt De werking van de interventie zelf en de uitwerking op de doelgroep zijn duidelijk in kaart gebracht, of in het onderzoek zijn bovendien de organisatorische voorwaarden en de organisatorische context betrokken In het onderzoek zijn zowel de interventie zelf en de uitwerking op de doelgroep duidelijk in kaart gebracht als de organisatorische voorwaarden en de organisatorische context betrokken Toelichting De procesevaluatie van TraJect is uitvoerig en goed gedocumenteerd. Resultaatevaluatie Een adequate effectevaluatie ontbreekt Er heeft een resultaatmeting plaatsgevonden met een voor- en een nameting zonder controlegroep (veranderingsonderzoek) Er heeft een resultaatmeting plaatsgevonden waarin gebruik is gemaakt van een experimentele groep en een controlegroep Toelichting In de resultaatmeting is vooral onderzocht of de interventie als zodanig haalbaar, toepasbaar en betaalbaar is; de focus lag minder op resultaten die bij de deelnemers geboekt zijn. Niettemin zijn die resultaten gemeten en is een positief effect vastgesteld. Het aantal deelnemers is gering. Er is geen controlegroep geformeerd. 1.8 Overige informatie Uitvoerende organisatie Bij TraJect zijn de volgende partijen betrokken: Hogeschool Rotterdam - Kenniskring Participatie, Arbeid en Gezondheid Erasmus MC/Rijndam revalidatiecentrum Polikliniek Jongvolwassenen Re-integratiebureau Volzin, Rotterdam UWV Johanna Kinderfonds, KFA, VSB-fonds Overige informatie Contactpersonen: J.A.C.Verhoef@hro.nl H.S.Miedema@hro.nl http://www.participatie-arbeid-gezondheid.nl www.interventiesnaarwerk.nl 15

Lijst met aangehaalde literatuur Eindrapportage alsmede implementatieplan TraJect zijn te vinden op http://www.participatie-arbeidgezondheid.nl/projecten/interventie/traject/ Publicaties m.b.t. de ontwikkelde interventie: Klopper R. & Verhoef J. (2007). Ontwikkelen evaluatie-instrument voor interventie. Nederlands Tijdschrift voor Ergotherapie, 35 (7), 29-33. Van de Woestijne, E., Floothuis, M. & Verhoef, J. (2007). MOHO uit de kast! Instrumenten en praktische toepassingen. Nederlands tijdschrift voor ergotherapie, 35(5), 30-33. Presentaties: Internationaal: Verhoef J.A.C., Miedema H.S., Roebroeck M.E., Floothuis M. & Van Schaardenburgh N. (2008). Intervention to improve participation in work. Development, evaluation and implementation. Hamburg: European Congress of Occupational Therapy (25-5-2008). Roebroeck ME, Verhoef JAC, Buffart LM, van den Berg-Emons HJG, Stam HJ. Young adult teams: Evaluation of a modular rehabilitation program. Presentation. Transitions Pre-Conference Bloorview Kids Rehab, Toronto, May 2008. Verhoef J.A.C., Miedema H.S. & Roebroeck M.E. (2008). TRAJECT: bevordering van arbeidsparticipatie van jongeren met een chronische aandoening. Groningen, Nederlands Congres Volksgezondheid (10-4-2008). TSG jaargang 86 / 2008 nummer 2 - pagina 53 Verhoef J.A.C., Floothuis M., Schaardenburgh N. van & Vos, L. de (2008). TRAJECT: AAN HET WERK!? Module Arbeidstoeleiding. Rotterdam, Presentatie Transnet bijeenkomst (30-01-2008). Verhoef J.A.C., Floothuis M., Schaardenburgh N. van & Vos, L. de (2007). TRAJECT: AAN HET WERK!? Module Arbeidstoeleiding. Rotterdam: Presentatie onderwijsbijeenkomst Polikliniek Jongvolwassenen (22-11-2007). Verhoef J.A.C., Floothuis M. & Van Schaardenburgh N. (2007). TRAJECT: AAN HET WERK!? Je bent jong, chronisch ziek en je wilt een baan! Utrecht, Workshop Jaarcongres Nederlandse Vereniging voor Ergotherapie (13-11-2007). Schaardenburgh N. & Floothuis M. (2007). Informatiestand op congres Op eigen benen (WTC Rotterdam, april 2007). Verhoef J.A.C. & Schaardenburgh N. van (2006). Workshop Samen werken aan werk, congres Kenniskring Arbeid en Gezondheid (Hogeschool Rotterdam, december 2006). Verhoef J.A.C., Floothuis M. Vos L. de & Schaardenburgh N. van (2006). TraJect: aan het werk!? Module arbeidstoeleiding. Presentatie bij start Polikliniek Jongvolwassenen (Erasmus MC, november 2006). Verhoef, J.A.C. (2006). Refereerbijeenkomst regionale revalidatieartsen (Revalidatiecentrum Rijndam, oktober 2006) www.interventiesnaarwerk.nl 16