SPORTBELEIDSPLAN 2008 2013 TUSSENTIJDSE EVALUATIE



Vergelijkbare documenten
Thema 4:Impulssubsidies: Het verbeteren van de kwaliteit van de jeugdsportbegeleider.

AANVULLEND HOOFDSTUK TER VERKRIJGING VAN DE IMPULSSUBSIDIES. SPORTBELEIDSPLAN WAARSCHOOT Beleidsnota Sport

Bijkomend hoofdstuk sportbeleidsplan

Impulssubsidies Bierbeek

HOOFDSTUK 5 : IMPULSSUBSUDIE

STAD AARSCHOT UITTREKSEL UIT HET REGISTER DER BESLUITEN VAN DE GEMEENTERAAD IN ZITTING VAN 18/12/2008

Strategische nota meerjarenplanning

HOOFDSTUK 5: Impulsbeleid

Kwaliteitsverbetering van de jeugdsportbegeleider

Impulssubsidie : Kwaliteit van de jeugdsportbegeleider verhogen in erkende sportverenigingen.

Sint-Niklaas 6 november onder de loep

GEMEENTELIJK IMPULSSUBSIDIEREGLEMENT

AANVRAAGFORMULIER VOOR SUBSIDIES SPORT

Reglement tot subsidiëring van erkende sportverenigingen ter verbetering van de kwaliteit van hun jeugdopleiding

Gelet op het decreet van 6 juli 2012 houdende het stimuleren en subsidiëren van een lokaal sportbeleid;

Subsidiestelsel sportverenigingen IMPULSSUBSIDIE 2014

Reglement tot subsidiëring van erkende sportverenigingen ter verbetering van de kwaliteit van hun jeugdopleiding

Reglement tot subsidiëring van kwaliteitsvolle sportverenigingen

ALGEMENE VERGADERING 19 Februari 2009 WELKOM

6.5: kwaliteitsverbetering van de jeugdsport-begeleiders en jeugdsportcoördinatoren bij lokale sportclubs met jeugdwerking

Subsidieaanvraag erkende sportverenigingen gemeente Assenede 2017

Werkingssubsidies Lierse sportverenigingen

Subsidiereglement erkende sportverenigingen gemeente Assenede

SUBSIDIEREGLEMENT TER VERBETERING VAN DE KWALITIEIT VAN DE JEUGDOPLEIDING IN ERKENDE SPORTVERENIGINGEN

I. ALGEMENE VOORWAARDEN

Subsidiereglement ter ondersteuning van de Kwalitatieve uitbouw van de sportvereniging

Dag van de VTS-medewerker - Workshop 3 12 december 2009

Reglement tot subsidiëring van kwaliteitsvolle sportverenigingen

Inhoud. Gemeente Lendelede sportbeleidsplanning

Subsidie voor de kwaliteitsvolle werking van sportverenigingen

Impulssubsidie jeugdsportbegeleiders

Aanvraagdossier Sportverenigingen. Subsidie. Indienen vóór 15 november CLUBNAAM

GEMEENTELIJK REGLEMENT JEUGDSUBSIDIES VOOR ERKENDE SPORTVERENIGINGEN

Subsidiereglement Het stimuleren van sportverenigingen tot kwaliteitsverhoging via directe financiële ondersteuning

AANVRAAGDOSSIER VOOR SUBSIDIES AAN SPORTVERENIGINGEN

DOSSIER BELEIDSSUBSIDIES KWALITATIEF SUBSIEDIEREGLEMENT VOOR DE DIRECTE FINANCIËLE ONDERSTEUNING VAN DE ERKENDE AALSTERSE SPORTVERENIGING

Vragenoverzicht van de online aanvraag voor de erkenning als Gentse sportvereniging

Subsidiereglement voor sportverenigingen

AANVRAAG TOT SUBSIDIËRING VAN KAMPENHOUTSE SPORTVERENIGINGEN

REGLEMENT VOOR SUBSIDIERING VAN SPORTVERENIGINGEN voor de kwaliteitsvolle begeleiding van de leden

Reglement tot verlenen van impulssubsidies van de Vlaamse gemeenschap.

Gemeente Arendonk SUBSIDIEREGLEMENT JEUGDSPORTBEGELEIDING SPORTVERENIGINGEN

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Sectorraad voor Sport van de Raad voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media, gegeven op 10 juni 2008;

Aanvraagdossier voor IMPULSSUBSIDIES Tervuurse sportverenigingen met jeugdwerking

Subsidieaanvraag voor sportverenigingen in Moerbeke 2017

SUBSIDIEREGLEMENT TER ONDERSTEUNING VAN DE KWALITEITSVERHOGING VAN DE JEUGDSPORTBEGELEIDING

Subsidiereglement: impulssubsidie 1

Verwelkoming. door voorzitter door sportschepen

PDF Create! 5 Trial.

Aanvraag subsidies erkende Kortenbergse sportverenigingen met jeugdwerking

NIJLEN - GEMEENTELIJK REGLEMENT IMPULSSUBSIDIES VOOR ERKENDE SPORTVERENIGINGEN

GEMEENTELIJK SUBSIDIEREGLEMENT Kwaliteit in de Kastelse sportclubs

Subsidiereglement voor sportverenigingen van fysiek actieve sporten en sportieve vrijetijdsbesteding

Hoofdstuk 5 Communicatie

Contact: Sportdienst GC Baljuwhuis Marktplein 17, 1570 Galmaarden

Subsidiereglement verhoging van kwaliteit van de jeugdsportbegeleider voor Lierse sportverenigingen

Betoelagingreglement jeugdsportbegeleider/jeugdsportcoördinator

Subsidiereglement ter ondersteuning van kwalitatieve uitbouw van sportverenigingen.

Pagina 1 van 6. Dit reglement is van kracht vanaf 1 januari 2016 tot en met 31 december 2019.

30% van de totale subsidie is voor het actief werken met gekwalificeerde

Aanvraagformulier subsidie Kwaliteitsvolle sportvereniging

AANVRAAG SUBSIDIE KWALITEITSVOLLE SPORTVERENIGING

Impulssubsidiereglement Sportverenigingen HAMME

Subsidiereglement Gelet op de wet van 16 juli 1973 betreffende de bescherming van de ideologische en filosofische strekkingen;

IMPULSSUBSIDIES

GEMEENTEBESTUUR OVERIJSE BESLISSING VAN DE GEMEENTERAAD VAN 16 DECEMBER 2008

Voorbehouden voor de sportdienst. CODE TOELAGE: Werkjaar: 2014 Datum dossier bij sportdienst. Naam: Straat: Postnr & Gemeente: Telefoon:

Impulssubsidiereglement jeugdsportverenigingen - Wortegem-Petegem

Legende: Doelstelling Timing Beoord. Besl. Toelichting. Hoofdstuk 3 Optimaliseren van de interne werking

Sportbeleidsplan Veurne HOOFDSTUK 7 IMPULSSUBSIDIE

SUBSIDIEREGLEMENT SPORTVERENIGINGEN SINT-MARTENS-LATEM

SUBSIDIEREGLEMENT VOOR ERKENDE SPORTVERENIGINGEN

Hoofdstuk Impulssubsidie Sportbeleidsplan

AANVRAAGDOSSIER SUBSIDIES BELEIDSPRIORITEIT 1

NAAM VERENIGING : !! GELDT VOOR SPORTVERENIGINGEN DIE GEMEENTELIJK ERKEND WORDEN.

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN

Gemeente Destelbergen Reglement voor de subsidiëring van de jeugdsportverenigingen via de impulssubsidie

b) Als we niet inspelen op deze kans verliezen we ons recht op de overgangssubsidies van de Vlaamse Gemeenschap

SUBSIDIEREGLEMENTERING JEUGDSPORTBEGELEIDING SPORTCLUBS GEMEENTE ZINGEM (SUBSIDIES VLAAMSE OVERHEID) ALGEMEEN OVERZICHT

REGLEMENT VOOR BETOELAGING VAN ERKENDE GEMEENTELIJKE SPORTVERENIGINGEN

GEMEENTERAAD 15 DECEMBER 2015

1. Kan de minister een overzicht bezorgen van het aantal uitgereikte diploma s door de Vlaamse Trainersschool, per jaar sinds 2003 tot op heden?

GEMEENTELIJK SUBSIDIEREGLEMENT Kwalitatieve uitbouw en professionalisering van de sportverenigingen

In te dienen voor 30 juni van het betrokken jaar bij de gemeentelijke sportdienst hetzij via aangetekende zending, hetzij tegen ontvangstbewijs

Gemeente Wetteren. Sportbeleidsplan deel Aanvullend hoofdstuk Impulssubsidies

IMPULSSUBSIDIEREGLEMENT TER VERBETERING VAN DE KWALITEIT VAN DE JEUGDSPORTBEGELEIDERS EN JEUGDSPORTCOORDINATOREN

SUBSIDIEREGLEMENT EN PUNTENSTELSEL WERKINGSSUBSIDIES SPORTCLUBS

SPORTBELEIDSPLAN Hoofdstuk Impulssubsidie

NAAM VERENIGING : WERKINGSJAAR 1 SEPTEMBER AUGUSTUS 2015.!! GELDT VOOR SPORTVERENIGINGEN DIE GEMEENTELIJK ERKEND WORDEN.

SUBSIDIEREGLEMENT IMPULSSUBSIDIES TEN VOORDELE VAN ERKENDE SPORTVERENIGINGEN. HOOFDSTUK 1. Algemene bepalingen Doelstelling

Gebruiksvriendelijke bijlage: basis- en werkingssubsidies

SUBSIDIEREGLEMENT BELEIDSSUBSIDIE SPORTVERENIGING

REGLEMENT IMPULSSUBSIDIES BIERBEEK Reglement Impulssubsidie Goedgekeurd op de gemeenteraad van 1 juli

SUBSIDIEREGLEMENT TERVUURSE JEUGDSPORTVERENIGINGEN Beleidsprioriteit 2 Het stimuleren van sportverenigingen tot professionalisering met een bijzonder

Het subsidiereglement impulssubsidie wordt als volgt vastgesteld:

Aanvraag impulssubsidie voor jeugdsportverenigingen in Wortegem-Petegem. Identificatiegegevens

AP Realiseren van een actieve sportbeleving- en participatie via een laagdrempelig beweeg- en sportaanbod

ALGEMEEN REGLEMENT BELEIDSSUBSIDIE VOOR DE DIRECTE FINANCIELE ONDERSTEUNING

SUBSIDIEAANVRAAG SPORTVERENIGING (20-20 )

Hoofdstuk impulssubsidies

Transcriptie:

SPORTBELEIDSPLAN 2008 2013 TUSSENTIJDSE EVALUATIE Gebruikte afkortingen: SD: strategische doelstelling OD: operationele doelstelling BELEIDSHOOFDSTUK 1 - ONDERSTEUNING EN STIMULERING VAN SPORTVERENIGINGEN SD 1 Tegen 2012 beantwoordt de werking van meer sportverenigingen aan diverse kwaliteitscriteria. OD 1.1 Tegen midden 2008 ons subsidiereglement aanpassen en voorzien van kwaliteitscriteria, die toepasbaar zijn op de werking van de erkende sportclubs. OD 1.2 Tegen 2012 ontvangen minstens 50% van de erkende sportclubs werkingssubsidies op basis van het aangepaste subsidiereglement met kwaliteitscriteria. 2008 2009 2010 Aantal erkende sportclubs met werkingssubsidies obv kwaliteitscriteria 130 133 131 Totaal aantal erkende sportclubs 245 255 253 Percentage 53,1% 52,2% 51,8% SD 2 Tegen 2012 ontplooien meer verenigingen een aangepaste werking voor specifieke doelgroepen. OD 2.1 Tegen midden 2008 ons subsidiereglement aanpassen en laten voorzien in de ondersteuning naast jeugd ook van andere specifieke doelgroepen. OD 2.2 Tegen 2012 ontvangen minstens 33% van de erkende sportclubs doelgroepensubsidies op basis van het aangepaste subsidiereglement. Evaluatie: deels gerealiseerd, OD aanpassen. 2008 2009 2010 Aantal erkende sportclubs dat doelgroepensubsidies ontvangt 25 29 42 Totaal aantal erkende sportclubs 245 255 253 Percentage 10,2% 11,4% 16,6% 1

Aangepaste OD 2.2 Tegen 2012 ontvangen minstens 25% van de erkende sportclubs doelgroepensubsidies op basis van het aangepaste subsidiereglement. Motivatie voor de aanpassing: 25% van alle erkende sportclubs een doelgroepensubsidie laten ontvangen op basis van het aangepast subsidiereglement blijkt een meer realistische streefnorm, gelet op: 1) de reële respons die wordt bereikt gedurende de voorbije drie jaren, 2) de initiatieven die reeds genomen werden en die nog genomen gaan worden om het bestaan van de doelgroepensubsidie te promoten, 3) de vaststelling dat de initiële doelstelling om sportclubs actief om te laten gaan met doelgroepen en zich daarvoor te laten subsidiëren, in grote mate gerealiseerd wordt door een beperkt aantal clubs. SD 3 Tegen 2009 presenteert het stadsbestuur een overzichtelijk aanbod van clubondersteunende initiatieven naast het subsidiestelsel. OD 3.1 Tegen het voorjaar zijn alle logistieke en materiële ondersteuningsvormen bepaald en gereglementeerd. Evaluatie: deels gerealiseerd. Sportdienst werkte andere prioritaire opdrachten eerst uit. Aangepaste SD 3 Tegen eind 2011 presenteert het stadsbestuur een overzichtelijk aanbod van clubondersteunende initiatieven naast het subsidiestelsel. Aangepaste OD 3.1 Tegen eind 2011 zijn alle logistieke en materiële ondersteuningsvormen bepaald en gereglementeerd. BELEIDSHOOFDSTUK 2 ONDERSTEUNING EN STIMULERING VAN DE ANDERSGEORGANISEERDE SPORT SD 1 Tegen 2010 noteren wij een aangroei van minstens 50% deelnemers uit specifieke doelgroepen aan de initiatieven van de sportdienst. OD 1.1 - Tegen 2010 noteren wij een aangroei van minstens 50% deelnemers aan onze jeugdsportkampen, met name uit de gezamenlijke doelgroep deelnemers van vreemde origine, deelnemers met een handicap en deelnemers met een kansenpas. Evaluatie: deels gerealiseerd. OD behouden. 2007 2008 2009 2010 Aantal jongeren van vreemde origine 40 65 97 59 Aantal jongeren met een handicap 0 9 1 16 Aantal jongeren met een kansenpas 91 61 80 114 Totaal aantal jongeren uit doelgroepen 131 135 188 189 Procentuele aangroei tov 2007 3,05% 43,5% 44,3% OD 1.2 Tegen 2010 noteren wij een aangroei van minstens 50% deelnemers aan de sportlessen voor volwassenen, met name uit de gezamenlijke doelgroep personen van vreemde origine en personen met een handicap. Evaluatie: in beperkte mate deels gerealiseerd. OD behouden. 2

Vaststellingen: 1) Wat betreft doelgroep volwassen personen van vreemde origine : - recreatiegerichte sportlessen kennen zeer beperkte bijval, - functioneel gerichte sportlessen kennen grote bijval, nl.: leren zwemmen: 44,9% van alle deelnemers in 2008, 28,2% van alle deelnemers in 2009 en 57,1% van alle deelnemers in 2010 leren fietsen: 1 cursus in 2010 met 100% deelnemers van vreemde origine 2) Wat betreft doelgroep volwassen personen met een handicap : - aantal deelnemers status quo op ca. 15. SD 2 Tegen 2012 participeert de sportdienst aan een structurele buurtsportwerking in samenwerking met andere partners. OD 2.1 Tegen eind 2008 alle infrastructurele, materiële en personele mogelijkheden in kaart brengen en operationeel maken. OD 2.2 Tegen eind 2009 in minimum 3 buurten sportinitiatieven in uitvoering brengen. SD 3 Tegen 2009 onderzoeken wat een concreet en haalbaar ondersteuningsbeleid kan inhouden ten aanzien van de lokale schoolsport. OD 3.1 Een grondige inventaris aanleggen van de bestaande schoolsportinitiatieven en noden. Evaluatie: volledig gerealiseerd door (1) invoering subsidiereglement voor brede school met sportactiviteiten door (2) aangaan van samenwerkingsovereenkomst met de Stichting Vlaamse Schoolsport voor actie sport na school. Extra strategische optie Tegen midden 2009 onderzoekt de sportdienst de haalbaarheid en wenselijkheid van de organisatie van een sportacademie. Evaluatie: deels gerealiseerd. Sportdienst werkte andere prioritaire opdrachten eerst uit. Aangepaste strategische optie Tegen eind 2011 onderzoekt de sportdienst de haalbaarheid en wenselijkheid van de organisatie van een sportacademie. BELEIDSHOOFDSTUK 3 ONDERSTEUNING EN STIMULERING VAN DE TOEGANKELIJKHEID TOT SPORT EN DE DIVERSITEIT IN SPORT SD 1 Tegen 2010 zijn er minstens 10 erkende sportverenigingen actief met een specifiek aanbod voor personen met een handicap. Indicator: aantal erkende sportverenigingen met een specifiek aanbod voor personen met een handicap: - 5 in 2008-6 in 2009-7 in 2010. 3

OD 1.1 Erkende sportverenigingen sensibiliseren voor het opstarten van een G-afdeling. OD 1.2 Drempelverlagende en specifieke ondersteuningsmaatregelen nemen ten aanzien van sportverenigingen met een G-afdeling. Evaluatie: deels gerealiseerd. OD behouden. Aangepaste SD 1 Tegen 2013 zijn er minstens 10 erkende sportverenigingen actief met een specifiek aanbod voor personen met een handicap. SD 2 Tegen 2012 verlenen minstens 25% van de erkende sportclubs financiële faciliteiten voor houders van de stedelijke kansenpas en/of voor OCMW-cliënteel. Indicator: percentage van de erkende sportclubs dat financiële faciliteiten verleent aan houders van de stedelijke kansenpas en/of aan OCMW-cliënteel: 8,7% procent in 2010. OD 2.1 Erkende sportverenigingen sensibiliseren voor het invoeren van specifieke financiële faciliteiten. Evaluatie: deels gerealiseerd. OD behouden. OD 2.2 Kansenpashouders en OCMW-cliënteel informeren over specifieke faciliteiten bij erkende sportclubs. SD 3 Tegen 2012 zijn bij minstens 50% van de sportclubs met jeugdopleiding en bij minstens 20% van alle erkende sportclubs minstens 5% leden van vreemde origine aangesloten. OD 3.1 Het creëren van een vlot bereikbaar informatiepunt voor het globale sportaanbod in de stad. Evaluatie: niet gerealiseerd in de betekenis van de creatie van een nieuw informatiepunt naast de sportdienst. OD stopzetten. Motivatie stopzetting: - creatie van nieuw fysiek informatiepunt is niet haalbaar, - stadsbestuur beschikt over tal van decentrale informatiepunten in sportcentra e.a. gebouwen en over een zeer toegankelijke website, - OD 3.1 wordt ondergebracht in de aangepaste OD 3.2. OD 3.2 Het creëren van een vlotte toeleiding van personen van vreemde origine naar reguliere, erkende sportclubs. SD en OD 3.2 aanpassen. Aangepaste SD Nastreven van een ruime participatie aan het brede sportaanbod door personen met een etnisch-cultureel diverse achtergrond *. *Deze definitie vervangt de omschrijving personen van vreemde origine. Worden bedoeld, personen met een of meer kenmerken uit: - niet-west-europese nationaliteit of origine - niet-westerse moedertaal - vluchteling of asielzoeker. 4

Motivatie aanpassing SD: 1) Sportclubs leveren weinig bruikbaar cijfermateriaal aan in verband met personen van vreemde origine, omwille van (1) onduidelijkheid over de definiëring en (2) bescherming van de privacy, 2) Focus in de doelstelling verleggen in de richting van de initiatieven die de sportdienst op dit vlak wil nemen, zowel naar de erkende sportclubs, de andersgeorganiseerde sport, als de doelgroep zelf. Aangepaste OD 3.2 Het creëren van een vlotte toeleiding van personen met een etnischcultureel diverse achtergrond naar het bestaande sportaanbod in de stad. Motivatie aanpassing: naast de erkende sportclubs heeft ook de andersgeorganiseerde sport zijn waarde. Nieuwe maatregelen: 1) Vorming organiseren voor sportclubs, 2) Actieve verspreiding van informatie in verband met het sportaanbod naar de doelgroep via diverse partners, 3) Organisatie van sporttoeleidingsdag voor OKAN-klassen. BELEIDSHOOFDSTUK 4 MEERJARENPLAN SPORTINFRASTRUCTUUR SD 1 De voorzieningen van de stedelijke sportcentra tegen 2012 renoveren in functie van veiligheid, bruikbaarheid, energiebesparing en legionellapreventie en uitbreiden als antwoord op gedetecteerde noden. OD 1.1 Opnemen van prioritaire noden in de investeringsenveloppes sport en energie 2008-2012. OD. 1.2 Stapsgewijze uitvoering van de projecten die zijn opgenomen in de investeringsenveloppe 2008-2012. Evaluatie: deels uitgevoerd. Nog uit te voeren: verbouwing inkom sporthal De Witte Molen aanpassing kleedkamers en douches van De Witte Molen in functie van legionellabestrijding luchtbehandelingsinstallatie in turnhal De Witte Molen. SD 2 De nieuwe infrastructuur van Sinbad tegen 2012 aanpassen aan gedetecteerde noden en de achterbouw en zijvleugels renoveren. OD 2.1 Opnemen van de prioritaire noden in de investeringsenveloppe sport 2008-2012. OD. 2.2 Stapsgewijze uitvoering van de projecten die zijn opgenomen in de investeringsenveloppe 2008-2012. Evaluatie: deels uitgevoerd. Nog uit te voeren: renovatie sanitair sportzaal afwerking zijvleugels gelijkvloers voorbouw. 5

SD 3 De sporthal en de atletiekaccommodatie van het Recreatiepark De Ster substantieel renoveren en bijkomende faciliteiten creëren voor sportfietsers. OD 3.1 Sporthal en atletiekaccommodatie renoveren. OD 3.2 Een vlot bereikbaar en permanent bewegwijzerd mountainbikeparcours realiseren binnen de gespreide timing van Bloso en de provinciale sportdienst. Evaluatie: volledig gerealiseerd binnen mountainbikenetwerk Waasland. OD 3.3 De mogelijkheden onderzoeken voor de aanleg van een BMX-parcours in samenwerking met een particuliere partner. Evaluatie: onderzoek uitgevoerd. OD 3.3 stopzetten, eventuele inplanting van een BMXparcours wordt niet meer voorzien in het Recreatiepark De Ster. SD 4 Specifieke noden van enkele grote sportverenigingen wiens accommodatie deel uitmaakt van het algemene infrastructuuraanbod in de stad, substantieel ondersteunen. OD 4.1 Opnemen van specifieke investeringstoelagen in de investeringsenveloppe 2008-2012. OD 4.2 Stapsgewijze uitvoering van de projecten, waarvoor investeringstoelagen zijn voorzien in de investeringsenveloppe 2008-2012. Evaluatie: grotendeels uitgevoerd. Enkel project VK White Boys nog uit te voeren. SD 5 Een oefenterrein voor de ruitersport realiseren tegen 2012 in samenwerking met de sector. OD 5.1 Een haalbaarheidsstudie uitvoeren tegen 2010. OD 5.2 Realiseren van een oefenterrein voor de ruitersport tegen 2012. Evaluatie: deels uitgevoerd. OD behouden. SD 6 De sportvoorzieningen op de openbare speelterreinen kwalitatief uitbouwen en onderhouden. OD 6.1 Tegen midden 2008 een inventaris en actieplan opmaken voor alle noden qua sportinfrastructuur op de openbare speelterreinen. OD 6.2 Stapsgewijze uitvoering van de projecten die zijn opgenomen in het actieplan en de investeringsenveloppe speelterreinen 2008-2012. Evaluatie: deels uitgevoerd. Nog uit te voeren: skate-infrastructuur. 6

SD 7 Een planning op langere termijn uitwerken die rekening houdt met de mogelijke ontwikkeling van het uitbreidingsgebied van het sportcentrum Puyenbeke, de sportinfrastructuur van het Recreatiepark De Ster, de mogelijkheden van het Vlaams Sportinfrastructuurplan en eventuele realisaties in intergemeentelijk verband. OD 7.1 Opmaken van een planning ter voorbereiding van de investeringsenveloppe 2013 2018. Evaluatie: deels uitgevoerd. OD behouden. BELEIDSHOOFDSTUK 5 KWALITEITSVERHOGING VAN DE JEUGDBEGELEIDING Gebruikte afkortingen: JSC: jeugdsportcoördinator JSB: jeugdsportbegeleider SD 1 Tegen 2013 het aantal, het kwalificatieniveau en de bijscholingsfrequentie van de sportgekwalificeerde jeugdsportcoördinatoren en begeleiders in de Sint-Niklase jeugdsportclubs substantieel verhogen. OD 1.1 Tegen 2013 minstens 90% van de jeugdsportclubs doen functioneren met een sportgekwalificeerde jeugdsportcoördinator. Indicator: het percentage jeugdsportclubs met een actieve JSC dat beschikt over een erkende sportkwalificatie. Cijfers: 2009: 32 van de 48 clubs = 66,7% 2010: 26 van de 46 clubs = 56,5%. Evaluatie: deels uitgevoerd. OD 1.1 aanpassen. Motivatie aanpassing: - Clubs met minder dan 40 leden hebben minder nood aan een JSC - Norm van 40 jeugdleden conform norm subsidiereglement voor inschakeling 2 de JSC - De clubs met meer dan 40 jeugdleden vertegenwoordigen meer dan 90% van alle jeugdsporters. Aangepaste OD 1.1 Tegen 2013 minstens 90% van de jeugdsportclubs met 40 of meer jeugdleden doen functioneren met een sportgekwalificeerde JSC. Toegepast op 2010: 23 van de 32 clubs = 71,9%. OD 1.2 Tegen 2013 het kwalificatieniveau van de jeugdsportcoördinator in minstens 50% van de jeugdsportclubs verhogen tot de kwalificatie trainer B of daarmee gelijkgesteld. Indicator: het percentage jeugdsportclubs met een operationele JSC die beschikt over het diploma van trainer B of daarmee gelijkgesteld. Cijfers: 2009: 18 van de 48 clubs = 37,5% 2010: 17 van de 46 clubs = 37,0%. Evaluatie: deels uitgevoerd. OD 1.2 aanpassen. Motivatie aanpassing: - idem motivatie aanpassing OD 1.1. 7

Aangepaste OD 1.2 Tegen 2013 het kwalificatieniveau van de JSC in minstens 50% van de jeugdsportclubs met meer dan jeugd40 leden, verhogen tot de kwalificatie trainer B of daarmee gelijkgesteld. Toegepast op 2010: 14 van de 32 clubs = 43,8%. OD 1.3 Tegen 2013 minstens 66% van de jeugdsportclubs doen functioneren met minstens 66% sportgekwalificeerde jeugdsportbegeleiders, waarvan minstens een derde op het niveau van trainer B of A, en dat zowel over het geheel van alle jeugdsportclubs, als per disciplinegroep. Evaluatie: OD 1.3 te complex opgesteld. Uiteen trekken in twee afzonderlijke OD s, nl.: Nieuwe OD 1.3.A Tegen 2013 minstens 66% van de jeugdsportclubs doen functioneren met minstens 66% sportgekwalificeerde JSBs en dat zowel over het geheel van alle jeugdsportclubs, als per disciplinegroep. Indicator: het percentage jeugdsportclubs dat functioneert met minstens 66% sportgekwalificeerde JSBs. Cijfers: 1) Over het geheel van alle jeugdsportclubs 2009: 27 van de 48 clubs = 56,3% 2010: 26 van de 46 clubs = 56,5%. 2) Per afzonderlijke disciplinegroep 2010: 8 van de 12 disciplinegroepen = 67%. Bereiken geen 66%: disciplinegroepen gymnastiek, andere racketsporten dan tennis, paardrijden en voetbal. Nieuwe OD 1.3.B Tegen 2013 minstens 66% van de jeugdsportclubs doen functioneren met gekwalificeerde JSBs, waarvan minstens een derde op het niveau van trainer B of A en dat zowel over het geheel van alle jeugdsportclubs, als per disciplinegroep. Indicator: het percentage jeugdsportclubs dat functioneert met sportgekwalificeerde JSBs, waarvan minstens een derde op het niveau van trainer B of A. Cijfers: 1) Over het geheel van alle jeugdsportclubs 2009: 29 van de 48 clubs = 60,4% 2010: 30 van de 46 clubs = 65,2%. 2) Per afzonderlijke disciplinegroep 2010: 9 van de 12 disciplinegroepen = 75%. Bereiken niet de streefnorm: disciplinegroepen basketbal en korfbal, bergsport en watersport. OD 1.4 Tegen 2013 minstens 50% van de jeugdsportcoördinatoren en begeleiders van de jeugdsportclubs jaarlijks laten deelnemen aan een bijscholing. Indicator: het percentage van de JSCn en JSBs van de jeugdsportclubs dat jaarlijks deelneemt aan een bijscholing. Cijfers 2010: - Globaal: 94 van de 306 personen = 30,7% - Enkel JSCn: 13 van de 29 personen = 44,8% - Enkel JSBs: 81 van de 277 personen = 29,2%. Evaluatie: deels gerealiseerd. OD 1.4 behouden. 8