Regio Nijmegen. Omgevingsdienst



Vergelijkbare documenten
Programmabegroting 2013

Alleen ter besluitvorming door het College Actief informeren van de Raad. Collegevoorstel Openbaar. Onderwerp Zienswijze op ontwerpbegroting ODRN 2014

Omgevingsdienst Regio Nijmegen

Rm mziz/wlimburg. Begrotingswijziging Programmabegroting RUD Zuid-Limburg. Meerjarenraming

Oplegnotitie Begroting 2013, 2014 en meerjarenbegroting RUD Zuid Limburg Registratiekenmerk Gemeenteblad nr. 61

Omgevingsdienst De Vallei. Programmabegroting 2013

ODRN Begroting

Indicatieve begroting Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant

1 e Begrotingswijziging 2015

In de bijlage is de presentatie opgenomen die is getoond tijdens de raden- en Statenbijeenkomsten van 12 en 17 april 2018.

Begroting 2016 Omgevingsdienst Zuid Holland Zuid

VOORSTEL AAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE ROERMOND

1 e Begrotingswijziging ODRA 2016

Advies. Begroting Gemeenschappelijke Regeling Milieusamenwerking Afvalverwerking Regio Nijmegen (MARN)

B. Verkleinen takenpakket Provincie Zuid-Holland

TUSSENTIJDSE RAPPORTAGE 2015

documentnr.: INT/C/16/24902 zaaknr.: Z/C/16/27528 Raadsvoorstel

Verordening kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving omgevingsrecht gemeente Berg en Dal

Verleden, heden en toekomst FUMO. Oorsprong en basis RUD vorming in Nederland Landelijk beeld De RUD in Fryslân FUMO

ODRN Begroting

IJsselstein. Raadsvoorstel. agendapunt. Aan de raad van de gemeente IJsselstein. Datum: 1 mei 2018 Blad : 1 van 5

AB 1619 ANNOTATIE. Van de volgende gemeenten is tot op heden geen zienswijze ontvangen: Stadskanaal, Appingedam, Loppersum, Slochteren, en Delfzijl.

ONTWERP MEERJARENPROGRAMMABEGROTING

S. Nieuwenburg 3580

Omgevingsdienst De Vallei

Datum: 24 augustus 2012 Nummer raadsnota: BI Onderwerp: Aangaan Gemeenschappelijke Regeling Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant

ANNOTATIE AB Vergadering: AB vergadering Datum vergadering: 25 november 2016 Onderwerp: Ingediende zienswijzen begrotingswijziging 2017.

Regionale Uitvoeringsdienst Noord-Holland Noord

College van Gedeputeerde Staten Statenvoorstel. Ontwerp-besluit pag. 4. Toelichting: pag. 5

Bijlage 2: Impactanalyse gemeente Leiderdorp voor SSC Leidse Regio. Context

Onderwerp Begroting FUMO 2017

Consequenties. Afbouw Wabo-takenpakket. Westerwolde

Handhavingsuitvoeringsprogramma 2014

Bijlage D Raads- en statenvoorstel 1 en besluit GR RUD LN

A.S. Wedzinga raad00386

Documenten GR Uitvoeringsorganisatie Jeugdzorg IJsselland

Advies. Jaarrekening 2015 Gemeenschappelijke Regeling Omgevingsdienst Regio Nijmegen

RAADSVOORSTEL Verseon kenmerk: Raadsvergadering van 8 maart 2012 Agendanummer: 10.2

BEGROTINGSWIJZIGING (concept)

Onderwerp Programmabegroting 2012 Samenwerkingsverband Regio Eindhoven

Omgevingsdienst Regio Amhem

Programmabegroting 2015 Meerjarenbegroting

Bijlage bij Uitvoeringsovereenkomst Provincie Utrecht 2017

2.2 Aanvulling op geformuleerde uitgangspunten: verdeelsleutel financiering

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Uitvoeringsprogramma vergunningen, toezicht en handhaving 2017 gemeente Veenendaal

Softclosure t/m oktober 2016

Advies. Jaarrekening 2014 Gemeenschappelijke Regeling Omgevingsdienst Regio Nijmegen

1. Inleiding Samenvatting: Begroting Financiële tussenstand Toelichting op Financiële Tussenstand...

RUD Zuid-Limburg. Bijlage 8: Reg. Nr. Z INT Z INT Naam Gemeenschappelijke

Routingformulier raadsvoorstel

Financiële begroting 2015 samengevat

Agendapunt voor de vergadering van het dagelijks bestuur RUD Drenthe 11 april 2016

Aan: Gemeenteraden en Provinciale Staten van deelnemende overheden Omgevingsdienst IJsselland

Aanbiedingsbrief. Status. O ter kennisneming O ter (oriëntatie) bespreking X ter besluitvorming. Samenvatting

Samenwerking Maasgouw, Echt-Susteren, Roerdalen. Presentatie commissies Maasgouw, Echt-Susteren, Roerdalen 29 augustus, 3 september 2012

1 e HERZIENING BEGROTING Omgevingsdienst Brabant Noord

Offerte Programmabegroting 2017

PROVINCIALE STATEN VAN OVERIJSSEL Reg.nr. P& / 20 J W / Ob 0 7 JAN 2G14. Dat. ontv.: Routing

Raadsstuk. Onderwerp: Omgevingsdienst IJmond. Jaarstukken 2014, Jaarverslag 2014 en ontwerpbegroting 2016 BBV nr: 2015/160435

Omgevingsdienst Midden- en West- Brabant: bedrijfsplan en GR. Raadsinformatieronde 4 oktober 2012

1 e bestuursrapportage Bestuursrapportage over het 1 e kwartaal van het boekjaar 2015

Zaaknummer

Wijzigingen artikelsgewijs financiële verordening 212 nieuw versus huidig Bijlage 2

Begrotingswijziging

JAARREKENING Ja, IPA Acon heeft een goedkeurende verklaring afgegeven.

In eerste instantie is gekozen voor portefeuillehoudersoverleggen op de volgende terreinen: Economie; Mobiliteit; Wonen.

BRZO zowel BRZO als VT-CHEMIE. Provincie Provincie Provincie Totaal

Is achteraf meetbaar of de doelstellingen gehaald zijn? Ja, de doelstellingen voor 2017 via het jaardocument 2017.

Raadsvoorstel Onderwerp: Jaarstukken 2014 en zienswijze ontwerpbegroting 2016 GR Cocensus

Voorstel Gemeenteraad

VOORSTEL AB AGENDAPUNT :

Begroting Gemeenschappelijke regeling Belastingkantoor Beuningen

JAARVERSLAG 2018 BRIKS-TAKEN (ONDERGEBRACHT BIJ DE ODRN)

Gemotiveerde reactie op zienswijzen jaarrekening 2017

gemeente Leek Omgevingsdienst Groningen Postbus AB VEENDAM Geachte heer, mevrouw,

Voorstel raad en raadsbesluit

Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant Spoorlaan CB Tilburg Postbus AB Tilburg

Gemeente Langedijk. Voorstel aan de Raad

Onderwerp Verordening kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving omgevingsrecht

De raden van alle gemeenten in de provincie Limburg

Agendapunt: 11. No. 53/ 15. Dokkum, 29 september ONDERWERP: Ontwerpbegroting 2016 GR DDFK gemeenten. SAMENVATTING: Aan de gemeenteraad,

Ontwerpbegroting Concept = is nog in bewerking

Nr. 35 van de agenda 2003 van Provinciale Staten van Overijssel

Gelet op: artikel 33 van de gemeenschappelijke regeling omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid

Onderwerp : Zienswijzemogelijkheid programmabegroting 2018 en jaarverantwoording met resultaatbestemming 2016 Veiligheidsregio Brabant-Noord.

Begroting juli Het Hooghuis Keizersgracht GB Eindhoven Postbus CA Eindhoven

Informatiebrief Omgevingsdienst De Vallei

Bedrijfsvoering. Bedrijfsvoering. Gemeenteraad van de gemeente Oostzaan. P. Flens

Specifiek Kader voor de Verbonden Partij Omgevings Dienst Regio Nijmegen(ODRN)

2. Financieel kader gemeenschappelijke regelingen in de regio van Hollands-Midden

Begrotingswijziging Regionale Uitvoeringsdienst Drenthe 2019

ODRN Begroting 2017 en meerjarenraming

1ste BEGROTINGSWIJZIGING ste Wijziging van de Begroting 2015

Vergaderstuk Algemeen bestuur

ODRN Begroting 2019 en meerjarenraming

M G E V I N G S D I E N S T. F L E V O L A N D & G o o i E N V E C H T S T R E E K. Begroting 2013

Eerste begrotingswijziging 2018

gemeente Eindhoven Sinds de behandeling in het kabinet wordt de term Regionale Uitvoeringsdienst (RUD) gehanteerd.

Onderwerp Ontwerpbegroting 2018 FUMO

Transcriptie:

Omgevingsdienst Regio Nijmegen Aan: Provinciale Staten van Gelderland De raden van de gemeenten Beuningen, Druten, Groesbeek, Heumen, Millingen aan de Rijn, Nijmegen, Ubbergen en Wijchen In afschrift aan: het college van GS en de colleges van B&W Nijmegen, 28 maart 2013 Geachte Statenleden, leden van de raad, U ontvangt hierbij de programmabegroting 2014 van de Omgevingsdienst Regio Nijmegen. Deze ontwerp-begroting is besproken en goedgekeurd door het dagelijks bestuur op 22 maart 2013. Speerpunten 2014 In de begroting 2014 wordt melding gemaakt van de volgende speerpunten. Het jaar 2014 is het eerste volledige jaar dat de Omgevingsdienst operationeel is. De werkmethoden en werkwijzen zullen in 2014 verder geoptimaliseerd worden zodat de efficiency taakstelling gerealiseerd kan gaan worden en er op een effectieve en doelmatige manier gewerkt wordt. In 2014 gaat de aandacht uit naar drie speerpunten: 1. Zichtbaar leveren van kwaliteit: in 2014 is het nodig om als ODRN heel zichtbaar te laten zien dat er kwalitatief goede producten worden geleverd. Dat moet in de processturing door het management worden geborgd, maar in de rapportages en de bestuurlijke en ambtelijke contacten voor het voetlicht worden gebracht. Begin 2014 zal een set met kritische prestatie indicatoren beschikbaar zijn zodat voor de deelnemers duidelijk is welke prestaties verwacht mogen worden. 2. Er zijn diverse beleidsmatige ontwikkelingen die in 2014 invloed kunnen hebben op de producten van de ODRN. Gedacht kan worden aan de bestuurlijke strafbeschikking, de introductie van de Omgevingswet of ontwikkelingen op het gebied van Certificering. De voortgang van deze ontwikkelingen is sterk afhankelijk van discussie en bestuurlijke besluitvorming op nationaal niveau. 3. De ODRN is een organisatie die in 2014 een balans heeft gevonden in de vaste formatie en de aanwezige flexibele schil zodat het werkaanbod van de opdrachtgevers optimaal wordt ingevuld. Wijzigingen t.o.v. de begroting 2013 De begroting is opgesteld overeenkomstig de indeling van de begroting 2013 en kent de volgende wijzigingen ten opzichte van de begroting 2013: 1. De lasten zijn na aftrek van de efficiencytaakstelling van de begroting geindexeerd met 1,2% (afgerond 132.000) en verdeeld over de begrotingscomponenten. Dit is lager dan de regionale begrotingsrichtlijnen van 1,75% 1

2. In de vergadering van 11 maart 2013 heeft het Algemeen Bestuur ingestemd met de begroting 2013, maar aangegeven dat de ramingen voor de post onvoorzien en de post dotatie weerstandsvermogen moeten worden terugverdiend in de komende jaren. Daarmee stijgt de taakstelling echter tot ruim boven de 10% en dat is niet realistisch. Daarom zijn de post onvoorzien en de post dotatie weerstandsvermogen niet meer opgenomen in de begroting 2014. Voor 2013 zal de begroting op dit punt worden gewijzigd bij de eerste tussentijdse rapportage van de ODRN en worden teruggegeven met een begrotingswijziging en op deze wijze via de bevoorschotting 2013. Het risicoprofiel van de begroting is hiermee wel gewijzigd. In de paragraaf weerstandsvermogen wordt het maken van een risico-analyse aangekondigd die zicht moet geven op de benodigde reserves. 3. De efficiencytaakstelling van de ODRN gaat in per 2014. In de begroting wordt heel specifiek het invullen van het eerste deel van de 10% taakstelling behandeld. Door efficiente procesinrichting en een meedalend overheadbudget moet de 10% taakstelling worden gerealiseerd; 4. De gastheercompensatie voor de deelnemers uitgezonderd Nijmegen liep door het gebroken boekjaar van 2013 door tot 2016. De begroting laat echter ruimte om deze gastheercompensatie al in 2015 uit te betalen en dat is verwerkt. Procedure In het algemeen bestuur van 26 juni 2013 wordt de programmabegroting 2014 vastgesteld. De begroting moet vervolgens worden ingediend bij de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. U hebt conform artikel 27 lid 7 van de Gemeenschappelijke Regeling Omgevingsdienst Regio Nijmegen het recht om het algemeen bestuur van uw gevoelens over de voorgestelde programmabegroting 2014 op de hoogte te stellen. U kunt uw zienswijze over de programmabegroting 2014 schriftelijk (zo mogelijk) bij ons kenbaar maken. De termijn hiervoor is uiterlijk: 7 juni. Het postadres hiervoor is: Omgevingsdienst Regio Nijmegen, t.a.v. de directeur, Marienburg 75, 6511 PS Nijmegen. Een eventuele zienswijze van de provincie Gelderland en die van de gemeenten Beuningen, Druten, Groesbeek, Heumen, Millingen aan de Rijn, Nijmegen, Ubbergen en Wijchen worden schriftelijk aan het algemeen bestuur aangeboden en meegenomen met de formele besluitvorming op 26 juni 2013. Advies Adviesfunctie Gemeenschappelijke Regelingen Regio Nijmegen Er is conform de afspraken over de begroting 2014 advies aangevraagd bij de Adviesfunctie gemeenschappelijke Regelingen Regio Nijmegen. Deze is gevraagd de raden en de colleges van de gemeenten uiterlijk 12 april van een advies te voorzien. Ik vertrouw erop u hiermee voldoende ge'fnformeerd te hebben. Voor vragen kunt u terecht bij de directeur van de omgevingsdienst Regio Nijmegen, de heer Gerard Bouman, telefonisch bereikbaar op 024-329 3485 (secretariaat) en per mail via g.bouman(5)ni jmeeen.nl. Met vriendelijke groet, hel4agelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Regio Nijmegen, namens deze Mr. G. Bouman Secretaris 2

f I Omgevingsdienst Regio Nijmegen Vastgesteld in de vergadering van het Dagelijks Bestuur d.d. 22 maart 2013

Programmabegrotirsg 2014 Inhoudsopgave 1. Aanbieding 3 1.1 Inleiding 3 1.2 Speerpunten en ontwikkelingen 2014 4 1.3 Leeswijzer 4 2. Programma's 5 2.1 Wat willen we bereiken? 5 2.2 Wat gaan we doen? 6 2.3 Wat mag dat kosten? 15 3. Financiele begroting 2014-2018 17 3.1 Inleiding 17 3.2 Uitgangspunten 17 3.3 Bijdrage: eerst vast daarna outputgericht 18 3.4 Financiele meerjarenbegroting 19 3.5 Toelichting op begrotingsposten 20 3.6 Invulling efficiencytaakstelling 22 4. Paragrafen 23 4.1 Inleiding 23 4.2 Paragraaf Weerstandsvermogen 23 4.3 Paragraaf Financiering 25 4.4 Paragraaf Bedrijfsvoering 25 4.5 Paragraaf Onderhoud kapitaalsgoederen 26 5. Besluit algemeen bestuur 27 Bijlagen 28 Bijiage 1 Formatie overzicht 28 Bijiage 2 Staat van personele lasten 28 Bijiage 3 Staat van reserves 28 Bijiage 4. Overzicht bevoorschotting deelnemersbijdrage 2014-2018 29

Programmabegroting 2014 Omgevingsdienst Regio Nijmegen 1. Aanbieding 1.1 Inleiding Hierbij ontvangt u de tweede begroting Omgevingsdienst regio Nijmegen (ODRN). De ODRN voert naast de verplichte basistaken voor heel landsdeel Oost de VTH taak voor de BRZO-bedrijven uit. Daarnaast stelt de ODRN voor Gelderland het milieudeel binnen de complexe omgevingsvergunning op. Deze speciale taken maakt dat de ODRN naast een kwalitatief goede orientatie op de basistaken binnen de eigen regio, ook een sterk buiten de regio liggend takenpakket heeft te behartigen. Met de vaststelling van de begroting krijgt de ODRN de budgetten om tot de taakuitvoering 2014 over te gaan. Deze begroting volgt kort op de vaststelling van de begroting 2013. De begroting is in tegenstelling tot de begroting 2014 voor een volledig begrotingsjaar. In deze begroting is nog niet het effect van het plaatsingsproces meegenomen. Hierover wordt verslag gedaan in de tussentijdse rapportage. In vorm en inhoud is er veel gelijkenis met de programmabegroting 2013. De mutaties ten opzichte van de begroting 2013 worden in paragraaf 1.2 nader toegelicht. 1.2 Speerpunten en ontwikkelingen 2014 Speerpunten 2014 In 2013 gaat de aandacht heel sterk uit naar de start van de organisatie, het inregelen van de organisatorische verbanden, de invulling van de werkprocessen, de piketregeling, inzicht in de werkvoorraad, het vormgeven van de dienstverleningsafspraken met de deelnemers en de borging van de belangrijke BRZO-taak. Het jaar 2014 is het eerste volledige jaar dat de Omgevingsdienst operationeel is. De werkmethoden en werkwijzen zullen in 2014 verder geoptimaliseerd worden zodat de efficiency taakstelling gerealiseerd kan gaan worden en er op een effectieve en doelmatige manier gewerkt wordt. In 2014 gaat de aandacht uit naar drie speerpunten: 1. Zichtbaar leveren van kwaliteit: in 2014 is het nodig om als ODRN heel zichtbaar te laten zien dat er kwalitatief goede producten worden geleverd. Dat moet in de processturing door het management worden geborgd, maar in de rapportages en de bestuurlijke en ambtelijke contacten voor het voetlicht worden gebracht. Begin 2014 zal een set met kritische prestatie indicatoren beschikbaar zijn zodat voor de deelnemers duidelijk is welke prestaties verwacht mogen worden. 2. Er zijn diverse beleidsmatige ontwikkelingen die in 2014 invloed kunnen hebben op de producten van de ODRN. Gedacht kan worden aan de bestuurlijke strafbeschikking, de introductie van de Omgevingswet of ontwikkelingen op het gebied van Certificering. De voortgang van deze ontwikkelingen is sterk afhankelijk van discussie en bestuurlijke besluitvorming op nationaal niveau. 3. 3. De ODRN is een organisatie die in 2014 een balans heeft gevonden in de vaste formatie en de aanwezige flexibele schil zodat het werkaanbod van de opdrachtgevers optimaal wordt ingevuld. De omgevingsdienst die kwaliteit borgt'.

Besluitvormirg Algemeen Bestuur In de vergadering van 11 maart 2013 heeft het Algemeen Bestuur ingestemd met de begroting 2013. In deze vergadering is besloten dat de ramingen voor de post onvoorzien en de post dotatie weerstandsvermogen moeten worden terugverdiend in de komende jaren. Daarmee stijgt de taakstelling echtertot ruim boven de 10% en dat is niet realistisch. Daarom zijn de post onvoorzien en de post dotatie weerstandsvermogen niet meer opgenomen in de begroting 2014. Dit terugverdienbesluit geldt ook de budgetten 2013 in dat verband. Dit laatste kan echter het beste geeffectueerd worden bij de eerste tussentijdse rapportage van de ODRN met een begrotingswijziging en op deze wijze via de bevoorschotting 2013. De budgetten onvoorzien en dotatie weerstandsvermogen zijn verwijderd in deze begroting. In de paragraaf weerstandsvermogen wordt dit nader toegelicht. Efficiencytaakstelling en O&F-plan Bij het opstellen van de begroting 2014 was het formatieplan nagenoeg gereed en is er zicht op de flexibele schil van de organisatie. Deze flexibele schil is naast het (natuurlijk) verloop van groot belang voor het realiseren van de efficiencytaakstelling. Deze taakstelling bedraagt 10% van de personele inzet inclusief de overheadfuncties. Er is sprake van een inhuurbudget van 152.000 en er is 13,5 FTE vacatureruimte. Deze kan uiteraard niet direct worden ingeboekt voor de taakstelling, want er zijn vacatures op noodzakelijk te vervullen posities. Door efficiente procesinrichting en een meedalend overheadbudget moet de 10% taakstelling worden gerealiseerd. Dit is een aanzienlijke opgave gelet op het feit dat de ODRN uit vele deelnemers een organisatie moet worden om te gaan werken volgens uniforme werkprocessen. Een beperkte flexibele schil is dan een probleem, met deze omvang wordt de realisatie van de taakstelling mogelijk geacht. In paragraaf 3.6 wordt hier zoals toegezegd nader op ingegaan. Indexering De lasten in de begroting zijn na aftrek van de efficiencytaakstelling, conform het DB besluit ge'indexeerd met 1,2% (afgerond 132.000) en verdeeld over de begrotingscomponenten. Dit is in afwijking van de afspraak door de portefeuillehouders Financien van de regio waarin nog uitgegaan was van 1,75%. BTW In de risicoparagraaf van de begroting 2013 was de afschaffing van het BTW-compensatiefonds nog een belangrijk aandachtspunt. Inmiddels is dit kabinetsvoornemen in het bestuurlijk overleg van tafel gegaan en is het risico van extra kostprijsverhogende BTW afgewend. Gastheercompensatie van 2016 naar 2015 De ODRN heeft in het bedrijfsplan voor de piofah taken een bedrag geraamd van afgerond 1,5 miljoen. De gemeente Nijmegen heeft voor het gastheerschap van de PIOFAH-taken aangegeven deze taak voor een structureel bedrag van 1,2 miljoen te willen verzorgen en in het eerste jaar eenmalig voor een bedrag van 950.000. Omdat 2013 een 9/12e begroting is, loopt de gastheercompensatie van in totaiiteit 960.000 door in 2016. In deze begroting is opgenomen om het gastheercompensatie van 2016 al in 2015 uit te betalen. Binnen de begroting is deze ruimte aanwezig. Hierdoor kan het structurele voordeel van het verschil tussen de piofah-norm van 1,5 miljoen en de aanbieding van Nijmegen van 1,2 miljoen zijnde afgerond 300.000 al vanaf 2016 in mindering worden gebracht op de efficiencytaakstelling. In paragraaf 3.6 wordt hier nader op ingegaan. 1.3 Leeswijzer In hoofdstuk 2 is de inhoudelijke beschrijving van de concrete voornemens van de omgevingsdienst Regio Nijmegen per programma opgenomen. In dit hoofdstuk zijn ook de lasten en baten per programma vermeld. Hoofdstuk 3 bevat de financiele begroting met een toelichting op de uitgangspunten, de lasten en de baten. In hoofdstuk 4 staan de verplichte paragrafen beschreven, In de bijlagen zijn voorgeschreven bijlagen opgenomen en de voorschotbijdragen per deelnemer.

Programmabegroting 2. Program 2.1 Wat willen we bereiken? Uitvoering passend bij visie en missie In de visie en missie van de Omgevingsdienst Regio Nijmegen is aangegeven dat de opgedragen taken op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving zodanig worden uitgevoerd dat deze dienstbaar zijn aan een veilige fysieke leefomgeving. Hierbij vindt de uitvoering plaats op kwalitatief goed niveau, efficient en met oog voor de klant. Extra aandacht wordt hierbij gegeven aan de risicovolle (bedrijfs)activiteiten in het kader van het toezicht op majeure risicobedrijven (o.a. BRZO) en de vergunningverlening bij complexe bedrijven. Uit te voeren taken Door de deelnemers is de uitvoering van de milieu taken in het kader van toezicht, handhaving en vergunningverlening op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en daarmee samenhangende regels neergelegd bij de Omgevingsdienst Regio Nijmegen. Daarnaast hebben de gemeente Nijmegen en de Provincie Gelderland het volledige Wabo-pakket ingebracht. In het kader van het Gelders stelsel van omgevingsdiensten zal binnen de ODRN de vergunningverlening voor complexe bedrijven uit de hele provincie plaats vinden. Op basis van landelijke afspraken over de BRZO zal toezicht en handhaving van majeure risicobedrijven voor landsdeel Oost (Gelderland + Overijssel) onder verantwoordelijkheid van de ODRN plaats vinden. Prestatie indicatoren Voor 2014 zullen prestatie indicatoren beschikbaar zijn. Deze worden besproken met de deelnemers en worden opgenomen in de werkplannen. Mede aan de hand van deze indicatoren kan het functioneren van de ODRN worden beoordeeld. Uiteraard is hierbij ook maatwerk mogelijk per deelnemer. Daarnaast is het van belang dat op individuele dossiers maatwerk wordt geleverd. Het zal hier met name gaan om situaties die bestuurlijk gevoelig en/of technisch inhoudelijk of juridisch complex zijn. Beleidskaders Bij de uitvoering van de taken op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving gelden, naast wat wettelijk is voorgeschreven, de beleids- en/of toetsingskaders die worden ingebracht door de partners. In 2014 zal beoordeeld worden in hoeverre er verschillen zitten in het handhavingsbeleid van de partners en zullen voorstellen gedaan worden hoe met deze verschillen om te gaan. Ontwikkelingen De wet- en regelgeving is dynamisch. Het is van belang om tijdig in te spelen op veranderingen en brengt deze ook voor de partners in beeld. Deze veranderingen kunnen plaats vinden op gemeentelijk niveau (bijv handhavingsbeleid of gemeentelijk wabo-beleid), provinciaal niveau (bijv. provinciaal geurbeleid), nationaal niveau (bijv. Omgevingswet) of het Europese niveau (bijv. wijzigingen op het gebied van luchtkwaliteit). Van Input naar Output De werkzaamheden van de ODRN worden nu betaald door middel van de zogenaamde input-financiering. Hierbij brengen de deelnemers de financiele middelen in die medio 2010 op de begroting stonden voor P

vergunningverlening en handhaving. Het is de bedoeling om binnen enkele jaren naar output-financiering te gaan, waarbij financiering per product mogelijk is. Hierbij is het van belang om de tijdsbesteding per product goed te definieren. Bij het opstellen van vergunningen en het uitvoeren van toezicht en handhaving wordt gebruik gemaakt van kengetallen. Voor het bouwdeel is in 2013 een eerste aanzet gemaakt om goede kengetallen te ontwikkelen. In 2014 zullen deze kengetallen worden getoetst en worden aangescherpt. Voor het milieudeel zijn concept kentallen beschikbaar welke komend jaar getoetst en indien nodig aangescherpt worden. Verwacht wordt dat voor het merendeel van de producten op het gebied van vergunningverlening en handhaving eind 2014 kengetallen beschikbaar zijn. 2.2 Wat gaan we doen? Binnen de programma's is een onderverdeling gemaakt naar Vergunningverlening (Programma 1), Handhaving & Toezicht (Programma 2), BRZO en Complexe Vergunningverlening (Programma 3) en Projecten en Bovenregionale taken (Programma 4).

Program ma 1. Vergunningverlening Kernactiviteiten Op het gebied van Vergunningverlening wordt er een diversiteit aan producten geleverd: Omgevingsvergunningen: regulieren uitgebreid betreffende bouwen (incl. monumenten), milieu, brandveiligheid, aanleggen en alles wat verder onder de Wabo valt. Afhandeling meidingen: milieu (o.a. activiteitenbesluit), brandveilig gebruik gebouwen slopen. Adviezen m.b.t. milieuaspecten bij ontwikkeling ruimtelijke plannen. Adviezen in het kader van ontwikkeling bouwprojecten (toepassing Bouwbesluit, aanpasbaar en toegankelijk bouwen, GPR, EPC etc.). In de verschillende dienstverleningsovereenkomsten tussen de ODRN en de deelnemers wordt o.a. vastgelegd welke advisering er over en weer tussen de ODRN en de partners plaatsvindt. Belangrijke adviezen zijn: van partners naar ODRN: adviezen over planologische afwijkingen/strijdigheden bij aanvragen om vergunning van ODRN naar partners: milieuadviezen (bodem, lucht, geluid, geur) in kader ontwikkeling ruimtelijke plannen. van VRGZ naar ODRN: adviezen over brandveiligheidsvraagstukken bij vergunningverlening, toezicht en handhaving. Daarnaast heeft de ODRN de zorg voor het verzamelen van productiegegevens t.b.v. monitoren en (jaar-) verslaglegging. Wijze van uitvoering De vergunningaanvragen worden geregistreerd in het Wabo Registratie Systeem (WRS). Op basis van de aard en complexiteit van de aanvraag wordt beoordeeld welke medewerker de vergunningaanvraag behandelt. Aanvragen worden zo veel als mogelijk digitaal behandeld en afgedaan. Er wordt naar gestreefd om in 2014 de digitale verzending van vergunningen aan de aanvragers operationeel te hebben. De processen zijn geoptimaliseerd, waarmee wordt bereikt dat de vergunningen binnen de (wettelijke) termijnen worden geleverd. De inzet van menskracht en deskundigheid is zodanig gepland dat producten integraal en van kwalitatief voldoende niveau tot stand komen. Bij dat alles staat het klantgericht werken centraal.

Programma 2. Handhaving en Toezicht Kernactiviteiten Een van de kerntaken van de ODRN is het verzorgen van toezicht en handhaving in het kader van de Omgevingsregelgeving. Er kunnen hierbij een aantal producten worden onderscheiden: Milieucontroles Afhandelen van Milieuklachten Gebieds- en branchegericht toezicht in het kader van de milieuregelgeving Bouwinspecties bij nieuw- en verbouw Bouwinspecties bij bestaande bouw Gebiedsgericht toezicht illegale bouw Controles in het kader van slopen, reclame. De controles en het toezicht in het kader van de milieuregelgeving vinden plaats voor alle deelnemers van de ODRN. De controles op het gebied van bouwen, slopen etc. vinden plaats voor de gemeente Nijmegen en voor de Provincie Gelderland. Het grootste volume zal hierbij liggen bij de gemeente Nijmegen. Indien overtredingen geconstateerd worden zal handhavend worden opgetreden. Hoe hierbij wordt opgetreden is afhankelijk van het handhavingsbeleid van de betreffende gemeente/provincie. Komend jaar zullen we onderzoeken waar afstemming van beleid wenselijk is (en waar juist niet) zodat voor de bedrijven in verschillende gemeenten min of meer vergelijkbare toezichts- en handhavingscriteria bestaan. Tevens wordt onderzocht in hoeverre toezicht milieu en bouwen verder geuniformeerd kan worden. Jaarlijks zal een toezichts- en handhavingsverslag worden opgesteld. Jaarlijks zal ook een toezichtsprogramma worden opgesteld ten behoeve van de partners. In het le jaar is hierbij sprake van een overgangsjaar waarbij gemeentelijke en provinciale programma's worden omgevormd naar een toezichts- en handhavingsprogramma van de ODRN. De omgevingsdienst die kwalitelt borgtl

Wijie van uitvoering De beschikbare milieuhandhavingscapaciteit zal planmatig worden ingezet. Daarin is een risico analyse leidend. Afhankelijk van de aard van het bedrijf, naleefgedrag, en eventuele klachten vindt het toezicht minder of juist meer intensief plaats. De bedrijven kunnen ook projectmatig worden gecontroleerd. Inspectie op de uitvoering van bouwplannen vindt plaats voor bouwwerken waarvoor een omgevingsvergunning is verstrekt door de gemeente Nijmegen of de Provincie. De frequentie van het toezicht wordt bepaald door het handhavingsbeleid en zal varieren afhankelijk van de aard van het bouwwerk en de klachten/signalering. Indien hiervoor aanleiding bestaat wordt er steekproefsgewijs of themagericht toezicht gehouden op de bestaande bebouwing. Ook zal toezicht worden gehouden met het oog op tegengaan van illegale bouw. Eveneens wordt toezicht gehouden op voorschriften die betrekking hebben op het slopen van bouwwerken (inclusief astbestverwijdering) het kappen van bomen, het plaatsen van reclame en het aanleggen van uitritten. Bij overtredingen zal het bestuursrechtelijke instrumentarium worden aangewend om de overtredingen te beeindigen. We behandelen zo veel mogelijk klachten en handhavingsverzoeken van burgers en bedrijven. De omgevingsdienst die kwaliteit borgti p. 9

Programma 3. BRZO en Complexe vergunningverlening Kernactiviteiten In Gelderland zijn circa 400 bedrijven als 'complex' gedefinieerd. Dit wil zeggen dat voor het opstellen van de omgevingsvergunning met de activiteit milieu voor deze bedrijven specifieke expertise nodig is. Van deze bedrijven vallen er ongeveer 250 onder het bevoegd gezag van de provincie en ca 150 onder het bevoegd gezag van individuele gemeenten. De ODRN is verantwoordelijk voor het opstellen van de Wabovergunning voor het onderdeel milieu. Het gaat hierbij om alle soorten milieuvergunningen en -meldingen die hierbij aan de orde kunnen zijn. Te denken valt bijvoorbeeld aan: de oprichtingsvergunning de revisievergunning de veranderingsvergunning actualiseringen n.a.v. wetswijzigingen of ontwikkelingen in jurisprudentie meldingen in het kader van het Actualiteitenbesluit MER beoordelingen en MER Advisering ten behoeve van bestemmingsplanaangelegenheden, bijvoorbeeld op het gebied van externe veiligheid, geurhinder, luchtkwaliteit, geluidsoverlast, etc De ODRN is aangewezen als een van de 6 RUD's in Nederiand die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van de WABO taken bij de majeure risico bedrijven (BRZO of IPPC categorie 4). De ODRN zal die taken uitvoeren voor de bedrijven in zowel Overijssel als Gelderland. Het gaat hierbij om momenteel 54 bedrijven, waarvan 34 gelegen zijn in Gelderland en 20 in Overijssel. De verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van de uitvoering ligt hierbij bij de ODRN, de bevoegdheid blijft, conform de reguliere vergunningverlening en handhaving, bij de provincies of, indien een gemeente bevoegd gezag is, bij de individuele gemeenten. De ODRN zorgt ervoor dat de hiervoor benodigde expertise en ervaring aanwezig is bij medewerkers zodat een kwalitatief goede taakuitoefening voor de complexe vergunningverlening en het toezicht op de majeure risico bedrijven geborgd is. Wijze van uitvoering Voor de deelnemers van de ODRN geldt dat vergunningen voor complexe bedrijven (inclusief BRZO bedrijven) worden opgesteld en afhankelijk van het mandaat door de ODRN of de betreffende partner worden verzonden. Voor de uitvoering van de complexe vergunningverlening buiten het gebied van de ODRN wordt samengewerkt met de 6 andere Omgevingsdiensten in Gelderland. De werkwijze is in hoofdlijn zo dat de ODRN de vergunning opstelt en deze als een advies aanbiedt aan de andere Omgevingsdienst. Deze dienst (of haar een van haar partners) heeft het mandaat om de vergunning namens het bevoegd gezag te tekenen en te verzenden. Deze werkwijze is relatief complex en vraagt om een goed overleg en contact met de andere Omgevingsdienst. Een belangrijk aspect bij de complexe vergunningverlening vormt de kwaliteit en actualiteit van de considerans en voorschriften zoals die worden opgenomen in de vergunning. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de zogenaamde kaderstellende die door de provincies in samenwerking met IPO zijn p. 10

» ontwikkeld. Deze teksten worden onderhouden en up-to-date gehouden. Hierdoor is er landelijk een systeem van standaardteksten voor considerans en voorschriften waardoor bedrijven met vestigingen in verschillende regio's vergelijkbare vergunningen krijgen. Voor de uitvoering van de Wabo taken voor majeure risico bedrijven zal ook in 2014 gezorgd worden voor een goede landelijke afstemming met de vijf andere omgevingsdiensten die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van deze taken. Voor de uitvoering van het toezicht in het kader van de BRZO wordt nauw samengewerkt met de regionale brandweer en de arbeidsinspectie. De bedrijfscontroles worden planmatig en gezamenlijk door de 3 partijen uitgevoerd. Afhankelijk van de aard van de bevindingen kan het nodig zijn dat er door een of meerdere partijen handhavend wordt opgetreden. P 11

Programma 4. Projecten en bovenregionale taken Kernactiviteiten Dit programma bestaat uit twee onderdelen, te weten: a) Projecten b) De bijdrage aan het bovenregionaal stelstel Projecten De ODRN heeft nog geen projecten vanwege de opstart van de organisatie. Op termijn is de verwachting dat de ODRN diverse projecten ter hand zal nemen. Het ambitieniveau zal in overleg met het bestuur worden bepaald. Net als in 2013 gaat de ODRN in 2014 invuliing geven aan de provinciale regeling GUEV waaruit projecten Externe Veiligheid worden bekostigd. Het bedrag voor het jaar 2014 bedraagt in totaal 152.000. De regeling GUEV heeft een doorlooptijd tot en met 2014. Gedeputeerde Staten van Gelderland hebben bij de aanvang van de regeling een verdeling vastgesteld van de gelden die zij vanuit het Provinciefonds hebben geoormerkt. Hoe de financiering na het jaar 2014 zal verlopen is nu nog onbekend en zal pas in een later stadium duidelijk worden. De bijdrage aan het bovenregionaal stelstel In Gelderland hebben gemeenten en provincie gekozen voor een samenhangend stelsel van omgevingsdiensten waarin nabijheid, samenhang, kwaliteit en efficiency belangrijke uitgangspunten zijn. Goede dienstverlening is het leidende principe. De keus om zo veel mogelijk in regionale organisaties te blijven werken, maakt samenwerking tussen de omgevingsdiensten nodig en gewenst. Nodig omdat: 1. de taken voor risicovolle bedrijven (BRZO) in Gelderland en Overijssel aan de omgevingsdienst voor de regio Nijmegen (ODRN) zijn opgedragen 2. niet elke regio in staat is voor iedere taak te voldoen aan de kwaliteitseisen, die Rijk, IPO en VNG hebben vastgesteld. De omgevingsdiensten in de regio's Arnhem en Nijmegen zullen de taken uitvoeren waarvoor de andere omgevingsdiensten niet robuust zijn 3. de omgevingsdienst De Vallei de zorg voor de Coordinate en de Kwaliteit van het stelsel heeft, de omgevingsdienst Veluwe en IJssel de taak portaal en kenniscentrum verzorgd en de omgevingsdienst Rivierenland de taak ketentoezicht behartigt voor het hele stelsel. Voor de onder 3 genoemde taak draagt de ODRN financieel bij en dat wordt financieel verantwoord bij de baten en lasten op dit programma. G6ld6rS6

Wijze van uitvoering In samenwerking met de provincie wordt jaarlijks een programma Externe Veiligheid op hoofdlijnen opgesteld. Dit programma is globaal van aard en wordt in overleg met de partners gaandeweg het jaar nader ingevuld. Hiervoor is er geregeld overleg met betrokken ambtenaren. Door de partners worden voorstellen voor nieuwe projecten gedaan. De overige contacten met de partners zijn op basis van behoefte. Deze behoefte is in het verleden vooral bepaald door de ruimtelijke ontwikkeling in de betreffende gemeenten. Voor de programmataken stellen de omgevingsdienst-directeuren jaarlijks een programma op met onderwerpen en thema's die zij vanuit de stelselverantwoordelijkheid samen zullen oppakken. De omgevingsdienst de Vallei is verantwoordelijk voor de totstandkoming en uitvoering van het programma voor de regie over het stelsel. Daarover pleegt de directeur van De Vallei regelmatig overleg en stemt af met de collega-directeuren, waaronder de directeur van de ODRN. De voorzitters van de besturen van de omgevingsdiensten bekrachtigen het programma en zien toe op de uitvoering.

A Overzicht Algemene dekkingsmiddelen Algemene bijdrage De omgevingsdienst Regio Nijmegen heeft geen algemene dekkingsmiddelen anders dan de bijdragen van de deelnemers. Deze zijn als volgt (voor de specificatie: zie bijlage 4): Deelnemer Voorschotbedrag 2014 Provincie Gelderland 2.145.053 Gemeente Beuningen 374.627 Gemeente Druten 241.468 Gemeente Groesbeek 174.087 Gemeente Heumen 121.756 Gemeente Millingen 42.612 Gemeente Nijmegen 5.425.100 Gemeente Ubbergen 38.123 Gemeente Wijchen 284.073 Totaal 8.846.900 Naast deze algemene dekkingsmiddelen (inclusief de compensatie) ontvangt de ODRN gelden van andere omgevingsdiensten voor BRZO en complexe vergunningverlening. Deze zijn verantwoord als bate op programma 3. De omgevingsdienst die kwaliteit borgv. P-14

2.3 Wat mag het kosten? Programma 2013 (9 maand) 2014 2015 2016 2017 2018 1. Vergunningverlening Lasten 2.459.811 3.292.809 ' ''V;.J : v 3.212.337 3.226.081 3.158.458 3.158.458 2. Handhaving en toezicht Lasten 3.088.430 4.134.305 4.033.267 4.050.524 3.965.620 3.965.620 3. BRZO en complexe vergunningverlening Lasten 2.356.084 3.153.956 3.076.877 3.090.042 3.025.270 3.025.270 Baten -1.446.750-1.869.170-1.829.980-1.791.647-1.754.549-1.754.549 4. Projecten en bovenregionale taken Lasten opstartkosten 991.000 Lasten 218.250 287.000 135.000 135.000 135.000 135.000 Baten -118.500-152.000 0 0 0 0 4. Overzicht algemene dekkingsmiddelen Baten opstartkosten Baten -991.000-6.634.575 Mi : v ' ; - -8.846.900-8.627.500-8.710.000-8.529.800-8.529.800 Resultaat voor bestemming -77.250 0 0 0 0 0 Dotatie weerstandsvermogen 77.250 0 0 0 0 0 Resultaat na bestemming 0 0 0 0 0 0 Toelichting op de begrotingscijfers De totale lasten van de begroting 2014 bedragen 10,9 miljoen. Vanwege de start van de nieuwe organisatie ontbreken de voorgeschreven jaarrekeningcijfers 2012. De begrote lasten zijn 1,75% meer dan de begroting 2013 als deze ongedeeld zou zijn. Dit effect wordt veroorzaakt door een combinatie van de afgesproken indexering (1,2%) en een verlaagde begroting 2013 vanwege de lage eerstejaars gastheeraanbieding van Nijmegen. Dit laatste effect wordt verminderd doordat de ODRN in 2014 zijn eerste efficiencytaakstelling heeft. Dit is afgezien van onvoorzien en de dotatie aan het weerstandsvermogen. Zoals aangegeven is op grond van de besluitvorming in het Algemeen Bestuur van 11 maart 2013 in begroting 2014 de post onvoorzien en de post dotatie weerstandsvermogen niet meer opgenomen. De verdeling naar de programma's Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving en BRZO en complexe vergunningverlening is gebaseerd op de formatieve inzet. Duidelijk zichtbaar in de raming is de daling van de lasten door de efficiencytaakstelling. In 2016 is sprake van een beperkte stijging omdat in deze

begroting is opgenomen dat de gastheercompensatie al in 2015 wordt uitbetaald, waardoor de lasten in 2015 versterkt dalen. Op programma 3 zijn bij de baten de bijdragen van de provincie en andere omgevingsdiensten geraamd. De ODRN voert, naast de verplichte basistaken, voor heel landsdeel Oost de VTH taak voor de BRZObedrijven uit en stelt voor IPPC-inrichtingen in de gehele provincie Gelderland het milieudeel binnen de complexe omgevingsvergunning op. Aangezien dit een aanzienlijk taak is, zal ook voor deze taak bevoorschotting plaatsvinden naar de andere omgevingsdiensten. Het programma BRZO en complexe vergunningverlening is kostendekkend. De kosten worden gedekt door de provincie (BRZO-bedrijven) en de andere RUD's (BRZO-bedrijven en complexe vergunningverlening). Deze zijn zichtbaar op programma 3. De bijdrage van de ODRN deelnemers voor BRZO-gemeenten en complexe vergunningverlening zijn opgenomen onder de algemene dekkingsmiddelen. Op het programma Projecten en bovenregionale taken zijn de kosten en de baten van de GUEV-regeling opgenomen (zie programma 4) en de kosten van het Gelders Stelsel opgenomen waaraan de ODRN meebetaalt. Dit betreft de programmatische taken van de omgevingsdiensten De Vallei (Kwaliteit en Coordinate Stelsel), Rivierenland (Ketentoezicht) en Veluwe en IJssel (Rivierenland), Portaal en Kenniscentrum (Vallei en IJssel). Er zijn nog geen andere projecten geraamd. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de toelichting op de financiele begroting. In de baten van de algemene dekkingsmiddelen is de gastheercompensatie verwerkt.

Programmabegroting 2014 3. Financiele bi 3.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt de financiele begroting van de omgevingsdienst Regio Nijmegen weergegeven. De uitgangspunten van de begroting zijn gebaseerd op het bedrijfsplan. In de tussentijdse rapportage zal duidelijk worden in hoeverre daar nog correcties op nodig zijn. 3.2 Uitgangspunten De programmabegroting 2014 is gebaseerd op de uitgangspunten van de begroting 2013. Deze zijn onderstaand samengevat en verkort ten opzichte van de begroting 2013 waar een duidelijke relatie met het bedrijfsplan werd gelegd. De begroting is samengesteld op de volgende uitgangspunten: 1. De salariskosten zijn gebaseerd op het maximum van de schaal van de inbreng. Het prijspeil 2013 is geindexeerd met 1,2% conform de afspraak van de portefeuillehouders Financien in de regio Nijmegen. Ook de materiele lasten zijn geindexeerd met 1,2%. 2. Voor de periode 2014-2017 is in de begroting een efficiencykorting ingebouwd oplopend van 2,5% in 2014 tot uiteindelijk 10% vanaf 2017. 3. De overhead is geraamd met 52,6% opslag over de totale loonsom primair proces, zijnde 32,6% management en ondersteuning en 20% materiele overhead. Op basis hiervan waren de PIOFAH-taken geraamd op 1,5 miljoen. De gemeente Nijmegen heeft aangeboden dit voor een bedrag van structureel 1,2 miljoen te willen uitvoeren en in het eerste jaar voor 950.000. Uit het verschil tussen de piofah-raming ( 1,5 miljoen) en de gastheeraanbieding ( 1,2 miljoen) wordt in de jaren 2013 t/m 2015 in eerste instantie de gastheercompensatie aan alle deelnemers uitgezonderd Nijmegen bekostigd. In tweede instantie en structureel vanaf 2016 wordt dit verschil gebruikt ter realisatie van de efficiencytaakstelling. Vanwege de inzichtelijkheid is dit nog bruto opgenomen. De nadere invulling hiervan is opgenomen onder 3.6. 4. De begroting is zonder kostprijsverhogend BTW-effect. De ODRN factureert naar de deelnemers inclusief BTW, waarna de deelnemers deze BTW kunnen declareren bij het BTW-compensatiefonds. 5. De bijdrage aan de programmatische bovenregionale taken van de omgevingsdiensten De Vallei, Rivierenland en Veluwe en IJssel (afspraken van het Gelders Stelsel) zijn verwerkt op basis van de opgave van de provinciale regie. De bijdrage is gebaseerd op de verdeelsleutel 1/7 (50%) en inwoners (50%). 6. Er is afgesproken dat er geen materiele budgetten van het primair proces worden meegenomen. Dit betreft proceskosten, onderzoeks- en advieskosten en publicatiekosten. Voor de laatste is dat correct omdat de publicatiekosten voor rekening van de deelnemers blijven (bevoegd gezag). Voor de proceskosten en de onderzoeks- en advieskosten zal dit in de praktijk moeten blijken of dit werkzaam is. Er zijn wel budgetten hiervoor bij de deelnemers beschikbaar. Er wordt daar in de tussentijdse rapportage 2013 een voorstel voor gedaan. 7. Ten opzichte van de begroting 2013 zijn de post onvoorzien en de post dotatie weerstandsvermogen afgeraamd (zie 1.2). V " p. 17

3.3 Bijdrage: eerst vast daarna outputgericht De ODRN start met een inputbegroting. Er worden gegevens verzameld om naar een outputmodel te kunnen toewerken (uiterlijk na 3 jaar). Een outputmodel houdt in dat de omgevingsdienst (zoveel mogelijk) op basis van geleverde prestaties en afgenomen producten wordt bekostigd (kostprijs per prestatie/product). Dus de eerste jaren geldt: wat er wordt ingebracht qua budget primair proces wordt vertaald in uren. De reserve van de ODRN mag oplopen tot 5% van het totaal van de lasten in de jaarrekening. In de begroting is geen opbouw van de reservepositie geraamd (zie 1.2). De begroting legt een lump sum voor de eerste drie jaar vast. Dat is overigens gebruikelijk voor startende RUD's. Bij veel milieudiensten die thans door deelname van provincies omgevingsdiensten worden, is al een outputsysteem actief. Dit outputsysteem houdt in dat betaald wordt naar de afgenomen producten. Dit is altijd wel beperkt (meestal 2%), bij een hogere variatie moeten frictiekosten worden betaald. De flexibele schillen (vacatureruimte en inhuur) van deze milieudiensten zijn veelal drastisch beperkt. Veel milieudiensten verrichten overigens voornamelijk WM-taken, waarin de dynamiek van werkvoorraad lager is dan het Wabo-bouwdeel. Er worden bij de start van de ODRN twee uurtarieven vastgesteld voor alle ODRN-medewerkers. Een voor de BRZO-taken en complexe vergunningverlening en een voor de overige taken. Dit zal in de werkbegroting nader worden uitgewerkt. EIke deelnemer krijgt een urenbudget op basis van zijn bijdrage. De bijdrage van elke deelnemer is gebaseerd op het ingebrachte formatiebudget met opslag voor overhead, inhuurbudget, bijdrage bovenregionale taken en dotatie weerstandsvermogen. De deelnemer (regiefunctionaris) overlegt periodiek met de directeur van de ODRN over de inzet van de uren t.b.v. de begroting. EIke partner gaat in overleg met de directeur van de ODRN de beschikbare uren inplannen op basis van de prioriteitstelling van de betreffende partner. Zo ontstaan de handhavings- en vergunningenplannen. De ODRN schrijft vervolgens per deelnemer tijd zodat elke deelnemer 'waar voor zijn inbreng' krijgt. Urenverschillen De deelnemers worden bevoorschot op de inbrengbijdrage. De directeur van de ODRN heeft begrotingstechnisch feitelijk 3 opdrachten: Uitvoeren van de taken binnen de budgetten van de begroting De opdracht om de afgesproken urenproductie van de deelnemers te realiseren De efficiencydoelstelling te behalen BRZO en Complexe vergunningverlening Voor de BRZO en Complexe vergunningverlening heeft de directeur een opdracht aanvullend op de hiervoor geschetste werkwijze. Deze taak wordt bekostigd door andere omgevingsdiensten. Het is de opdracht om te sturen op de werkvoorraad, de formatie en de bijdragen. Hiervoor moet een goed systeem van planning en control op worden gemaakt om dit budgettair neutraal te laten plaatsvinden.

3.4 Financiele meerjarenbegroting Onderstaand is de financiele meerjarenbegroting van de ODRN vermeld, die vervolgens per onderdeel wordt toegelicht. Hierin is (voor de begroting 2013) niet de begroting van de opstartkosten opgenomen. Financiele begroting 2013 9 mnd 2014 2015 2016 2017 2018 Salariskosten primair proces 5.158.425 7.090.000 7.090.000 7.090.000 7.090.000 7.090.000 Salariskosten management/staf 621.075 833.000 833.000 833.000 833.000 833.000 Efficiency-taakstelling 0-234.930-463.520-689.353-906.651-906.651 Opleidingskosten 105.000 145.000 145.000 145.000 145.000 145.000 Personeelskosten 105.000 145.000 145.000 145.000 145.000 145.000 Mobiliteitskosten 64.500 90.000 90.000 90.000 90.000 90.000 Inhuur 242.475 152.000 152.000 152.000 152.000 152.000 Piofah-taken gastheer 712.500 1.215.000 1.215.000 1.215.000 1.215.000 1.215.000 Piofah-budget minus gastheer 427.125 314.000 314.000 314.000 314.000 314.000 Piofah-gastheercompensatie -450.000-240.000-270.000 Huisvesting en verzekeringen 308.250 415.000 415.000 415.000 415.000 415.000 Kapitaallasten 299.250 399.000 399.000 399.000 399.000 399.000 Overige ICT kosten 177.000 238.000 238.000 238.000 238.000 238.000 Accountant 21.225 20.000 20.000 20.000 20.000 20.000 Onvoorzien 112.500 Budget Externe Veiligheid 118.500 152.000 Bijdrage bovenregionaal stelsel 99.750 135.000 135.000 135.000 135.000 135.000 Totaal lasten 8.122.575 10.868.070 10.457.480 10.501.647 10.284.349 10.284.349 Subsidie Externe Veiligheid -118.500-152.000 Baten bovenregionale taken -1.446.750-1.869.170-1.829.980-1.791.647-1.754.549-1.754.549 Deelnemersbijdragen Gemeente Beuningen -261.015-374.627-362.945-384.200-376.300-376.300 Gemeente Druten -168.268-241.468-233.947-247.700-242.500-242.500 Gemeente Groesbeek -121.327-174.087-168.759-178.600-174.900-174.900 Gemeente Heumen -84.860-121.756-117.991-124.900-122.300-122.300 Gemeente Millingen -29.717-42.612-41.336-43.700-42.800-42.800 Gemeente Nijmegen -4.250.175-5.425.100-5.311.900-5.200.100-5.092.500-5.092.500 Gemeente Ubbergen -26.562-38.123-36.992-39.100-38.300-38.300 Gemeente Wijchen -197.922-284.073-275.287-291.400-285.400-285.400 Provincie Gelderland -1.494.730-2.145.053-2.078.343-2.200.300-2.154.800-2.154.800 Totaal Baten -8.199.825-10.868.070-10.457.480-10.501.647-10.284.349-10.284.349 Dotatie weerstandsvermogen 77.250 0 0 0 0 0 BEGROTINGSSALDO 0 0 0 0 0 0 9 p. 19

3.5 Toelichting op begrotingsposten Personele kosten (salariskosten, opleidingskosten, personeelskosten) Onder de personele kosten zijn de salariskosten opgenomen gebaseerd op de inbreng exclusief het ingebrachte inhuurbudget. Dit is gedaan tegen het maximum van de schaal, prijspeii 2013. De raming 2014 is hoger dan 2013 omdat: de raming 2014 een indexering bevat van 1,2% ten opzichte van 2013. in de inbreng van Nijmegen in 2013 incidenteel 0,7 fte handhavingsformatie. de salarisraming met 175.000 is opgehoogd ten laste van de post inhuur derden. Deze correctie was nodig omdat in de begroting 2013 onderdelen van de salarisraming bij het inhuurbudget waren geraamd. Dit wordt budgettair-neutraal gecorrigeerd. Onder deze post zijn ook het deel van de personele kosten van het management en de staf opgenomen dat niet in het gastheercontract met Nijmegen zit. Dit bestaat uit: Management en Staf FTE Directeur 1,0 Afdelingshoofden 5,0 Secretariaat 3,5 Totaal management en staf buiten gastheercontract 9,5 Voor opleiding en algemene personeelskosten is gerekend met afgerond 4% van de directe loonkosten. Inhuur derden Dit budget betreft de ingebrachte huidige inhuurbudgetten. Deze is met 175.000 budgettair-neutraal gecorrigeerd. Zie hiervoor toelichting personele kosten. Mobiliteitskosten Er is nog geen mobiliteitsbeleid. Er kunnen daarom nog geen uitspraken worden gedaan over het wagenpark: lease of eigen auto's danwel in combinatie met het declareren van kilometers. Daarom is enkel een bedrag opgenomen ter hoogte van ca. 1% van de directe loonkosten. Efficiencytaakstelling Voor de periode 2014-2017 is in de begroting een efficiencykorting ingebouwd oplopend van 2,5% in 2014 tot uiteindelijk 10% vanaf 2017. Deze korting is berekend over de begrotingsposten salariskosten primair proces, management en staf, inhuur en piofah-taken. Over de invulling van de post in 2014 wordt verwezen naar paragraaf 3.6. Piofah-taken De raming van het budget voor de piofah-taken is gedaan tegen de afgesproken norm in het bedrijfsplan. Hierdoor is er na aftrek van de kosten voor het gastheerschap van Nijmegen ruim budget over ( 314.000 structureel). Hier kan in de jaren 2013-2015 de gastheerbijdrage worden bekostigd. Na 2016 kan de 314.000 volledig vrijvallen en ten gunste van de efficiencytaakstelling komen. Voor de inzichtelijkheid is dit in deze begroting nog bruto geraamd. Zie hiervoor ook 3.6. Huisvestingskosten en verzekeringskosten Onder de huisvestingskosten zijn de kosten opgenomen voor vergaderruimten en werkplekken van locatie Elckerlyc. Het aanbod van de gemeente Nijmegen hiervoor is inclusief uitgebreide facilitaire diensten. De

aangeboden kantoorruimte is vanaf 1 januari 2013 in gebruik genomen. Onder deze post zit ook het budget voor aansprakelijkheidsverzekering, de werkgeverschapsverzekering en de inventarisverzekering. Kapitaallasten De ODRN doet investeringen in huisvesting en ICT van de organisatie. De investeringen worden annuitair afgeschreven om een gelijkblijvende kapitaallast te krijgen. De afschrijvingstermijn voor de investeringen is: nr. 1 = 10 jaar, nr. 2 = 5 jaar en voor nr. 3 = 3 jaar. Deze investeringen hebben de volgende opbouw: Investering 1. Inrichting (meubilair, vloerbedekking etc) 2a. ICT Applicaties 2b. ICT Integraal systeem Gelderland 2c. ICT Servers 3. ICT Pc's, laptops, tablets, printers Totaal Bedrag Kapitaallast 1.000.000 130.000 400.000 430.000 50.000 203.000 180.000 66.000 2.060.000 399.000 Het inkoopbeleid is hierbij sober, als geen nieuwe apparatuur nodig is, wordt dit niet aangeschaft. Overige ICT kosten Dit betreft het budget voor directe ICT-kosten die niet worden geactiveerd. Dit gaat om licenties van kantoorautomatisering en expertsystemen. De raming is bepaald binnen de overheadnormen. Accountant De ODRN is een zelfstandige organisatie met een eigen jaarrekening en heeft derhalve te maken met een eigen accountantscontrole. Onvoorzien en dotatie weerstandsvermogen De post onvoorzien is conform de besluitvorming van het AB van 11 maart 2013 op nul gezet. De raming 2013 zal in de loop van 2013 met een begrotingswijziging eveneens op nul worden gezet. Ditzelfde geldt voor de post dotatie aan het weerstandsvermogen. Kosten bovenregionale stelsel In het Gelders stelsel van omgevingsdiensten zijn er programmatische bovenregionale taken die belegd zijn bij 3 RUD's, te weten De Vallei, Rivierenland en Veluwe en IJssel (in totaal 9 FTE). Hiervoor is een bijdrage verschuldigd. Budget en subsidiebijdrage Externe Veiligheid De ODRN heeft de taak die de MARN-regio heeft in het kaders van het Gelders Uitvoeringsprogramma Externe Veiligheid overgenomen. Uit deze regeling worden de kosten van de regionaal coordinator en de projecten externe veiligheid bekostigd. De ramingen zijn gebaseerd op informatie van de regio MARN. De regeling loopt tot en met 2014. Bijdragen andere RUD's en deelnemende gemeenten en provincie Voor de BRZO-taken en de taken complexe vergunningverlening ontvangt de ODRN van andere omgevingsdiensten bijdragen. De raming is thans gebaseerd op de formatieve opbouw, maar zal nader moeten worden uitgewerkt. Gelet op de omvang van de taken zal ook richting de andere omgevingsdiensten met bevoorschotting gewerkt gaan worden. De bijdrage van de directe ODRN-deelnemers 2014 is overeenkomstig de meerjarenbegroting 2013 en bevat enkel het effect van de indexering. De omgevingsdienst die kwaliteit borgtl

Op basis van het nog nader te bepalen uurtarief, kan per deelnemer worden berekend hoeveel uren de deelnemer hiervoor beschikbaar krijgt. Dat is niet automatisch meer gelijk aan het oude aantal uren omdat een 'ODRN-uur' een gemiddelde is van aile deelnemers. 3.6 Invulling efficiencytaakstelling Voor de periode 2014-2017 is in de begroting een efficiencykorting ingebouwd oplopend van 2,5% in 2014 tot uiteindelijk 10% vanaf 2017. Deze korting is berekend over de begrotingsposten salariskosten primair proces, management en staf, inhuur en piofah-taken. In de aanbieding van de programmabegroting 2013 is toegezegd dat de invulling van de efficiency-taakstelling 2014 zichtbaar wordt gemaakt. in het bedrijfsplan is een raming opgenomen voor de overheadkosten van 52,6%. De ODRN heeft voor de PIOFAH-taken een bedrag geraamd van afgerond 1,5 miljoen. De gemeente Nijmegen heeft voor het gastheerschap van de PIOFAH-taken aangegeven deze taak voor een structureel bedrag van 1,2 miljoen te willen verzorgen en in het eerste jaar eenmalig voor een bedrag van 950.000. Uit dit voordeel tussen de normraming en de gastheeraanbieding kan in de jaren 2013-2015 de gastheercompensatie worden bekostigd. Na 2016 kan de 314.000 volledig vrijvallen en ten gunste van de efficiencytaakstelling komen. In de onderstaande tabel is dit zichtbaar gemaakt. Tevens wordt in de tabel de invulling van de taakstelling 2014 weergegeven en vervolgens toegelicht 1 Omschrijving 2014 2015 2016 2017 2018 1 Efficiency-taakstelling -234.930-463.520-689.353-906.651-906.651 Piofah-budget minus gastheer 314.000 314.000 314.000 314.000 314.000 Piofah-gastheercompensatie -240.000-270.000 Netto taakstelling -160.930-419.520-375.353-592.651-592.651 1. Aframing 1, FTE handhavingsefficiency 46.000 46.000 46.000 46.000 46.000 2. Aframing inhuur specialistische expertise 55.000 55.000 55.000 55.000 55.000 3. Aframing 0,5 FTE vergunningsefficiency 46.000 46.000 46.000 46.000 46.000 4. Daling opleiding etc. 13.930 13.930 13.930 13.930 13.930 Taakstelling na begroting 2014 0-258.590-214.423-431.721-431.721 De ODRN wil in 2014 zijn belangrijkste eerste efficiencyslag slaan door de volgende maatregelen: 1. Procesefficiency in de operationele uitvoering van handhavings- en inspectiewerkzaamheden. Door centrale uitvoeringsplanning wil de ODRN de transactieverliezen beperken die in de huidige situatie ontstaan door het verkeer tussen de inrichtingen en de werkplek. Dit moet in 2014 leiden tot een besparing van 0,75 FTE. 2. De ingebrachte inhuurbudgetten hebben grotendeels niet betrekking op capaciteit, maar op het niet intern beschikken over de juiste inhoudelijke expertise. Door de samenvoeging van de medewerkers van alle deelnemers, de samenwerking met de omgevingsdienst Arnhem en de provincie Overijssel (BRZO) is er zodanig veel inhoudelijk expertise beschikbaar dat het inhuurbudget met 55.000 kan worden afgeraamd. 3. Verdeling expertise vergunninggebied. In overleg met de medewerkers wordt een versterkte mate van specialisering doorgevoerd zodat medewerkers zo veel mogelijk de vergunningbehandeling doen die aansluit bij hun specifieke deskundigheid. Dat is een belangrijke managementopgave. Dit moet in 2014 reeds leiden tot een besparing van 0,75 FTE. 4. De bij de onderdelen 1-3 behorende variabele kosten worden eveneens ten gunste van de efficiencytaakstelling gebracht.