Familierecht - 2013-2014 / combinatie nota s en slides Deel I: Verticale Relaties



Vergelijkbare documenten
Afstamming. U hebt vragen over uw afstamming of over de afstamming van uw kind

Je rechten bij erfenis

Inhoud. Deel 1 Huwelijksvermogensrecht 17. Inleiding 13

HOOFDSTUK II. DE BETWISTING VAN DE WETTELIJKE MOEDERLIJKE AFSTAMMING 5

DEEL I. DE WETTELIJKE MOEDERLIJKE AFSTAMMING

HET ENE VRUCHTGEBRUIK IS HET ANDERE NIET.

VERGELIJKING HUWELIJK WETTELIJK SAMENWONEN FEITELIJK SAMEWONEN

Familierecht

Familierecht (1) Academiejaar samenvatting familierecht (1) Jeroen De Mets 1

Successieplanning met verzekeringsproducten in nieuw samengestelde gezinnen

Samenvatting Familierecht Deel I. Verticale Relaties

H4 Wettelijk erfrecht

SAMENWONING RELEVANTE ARTIKELS UIT HET BELGISCH BURGERLIJK WETBOEK

Vermoeden meemoederschap De persoon die als moeder in de ten opzichte van. ten opzichte van geboorteakte is vermeld de echtgenoot van de moeder

De hervorming van het erfrecht. Grote lijnen van de wet van 31 juli 2017 en aandachtspunten Vlaamse registratie- en erfbelasting

1 Tijdstip verwekking

Enkele belangrijke begrippen en afkortingen

1. De wetgever heeft reeds in uw plaats gedacht

HOOFDSTUK 1 Inleidende bepaling. Artikel 1. HOOFDSTUK 2 Wijzigingen van het Burgerlijk Wetboek. Artikel 2

Wetsvoorstel tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek wat de invoering van een statuut voor meeouders betreft

DE WET HOUDENDE DE VASTSTELLING VAN DE AFSTAMMING VAN DE MEEMOEDER

Samenvatting. Familiale vermogensplanning

ERFENIS, SCHENKING EN SUCCESSIERECHTEN. Advocaten Meersman & Van Keer Willem Tellstraat GENT

Afstamming heeft alles te maken met welke bloedband je hebt met je voorouders (je ouders, grootouders, overgrootouders,...). Je afstamming bepaalt

INHOUD. Hoofdstuk IV. Ongeldigheid van het huwelijkscontract TITEL II DE VERSCHILLENDE HUWELIJKSSTELSELS... 51

Rolnummer Arrest nr. 136/2007 van 7 november 2007 A R R E S T

Redactie van begunstigingsclausules van levensverzekeringen = maatwerk

HOOFDSTUK 4. De reserve

HANDBOEK BURGERLIJK RECHT

Syllabus Familierecht: Deel I : Verticale relaties

Beknopte inhoudstafel

INHOUD. INLEIDING... 1 A. De wet... 3 B. De rechtspraak C. De rechtsleer D. De gewoonte E. De algemene rechtsbeginselen...

Deel 1. Naar wie gaat uw nalatenschap?

Het nieuwe erfrecht. Prof. dr. Charlotte Declerck

FAMILIALE VERMOGENSPLANNING Prof. J.Bael

Meemoederschap, afstamming en naam

30 DECEMBER Wet tot invoering van de Nederlandse tekst van het burgerlijk wetboek.

HERVORMING ERFRECHT ESTATE PLANNING. PHILIPP BOLLEN 1 februari 2018

Burgerlijk recht. Leg volgende begrippen uit, die nodig zijn om bovenstaande artikels te begrijpen.

Het nieuwe erfrecht. Prof. dr. Charlotte Declerck

Beknopte inhoudstafel

Rolnummer Arrest nr. 174/2005 van 30 november 2005 A R R E S T

Naam van een kind. Afstamming staat vast van Naam Bijvoorbeeld. enkel de vader. moeder en vader tegelijkertijd. Vader.

Begripsbepaling H OOFDSTUK

Minderjarigheid in het recht

Echtscheidingsrecht in hoofdlijnen

HERVORMING ERFRECHT ESTATE PLANNING. PHILIPP BOLLEN 26 april 2018

Het nieuwe Belgische naamrecht. Inwerkingtreding op 01 juni 2014

Rolnummer Arrest nr. 114/2010 van 21 oktober 2010 A R R E S T

Hoofdstuk 3. Erven als huwelijkspartner

Bij het toepassen van het nieuwe naamrecht komen steeds dezelfde vragen terug:

INHOUD. WOORD VOORAF... v

Hof van Cassatie van België

BEGINSELEN VAN EUROPEES FAMILIERECHT BETREFFENDE VERMOGENSRECHTELIJKE RELATIES TUSSEN ECHTGENOTEN

Wie wil gaan samenwonen heeft twee keuzes: feitelijk of wettelijk samenwonen.

1. Onterven. 2. Generatiesprong

SAMENLEVINGVORMEN EN SAMENLEVINGSCONTRACT

HUWELIJK WETTELIJK SAMENWONENDEN FEITELIJK SAMENWONENDEN

Gezagsdragers hebben (anders dan pleegouders) de plicht te voorzien in het levensonderhoud van het kind waarover zij het gezag uitoefenen.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

NOTA S + PPT SOPHIE SCHIETTEKATTE

HET SAMENLEVINGSCONTRACT EN DE TESTAMENTEN DAARBIJ (UITGAVE 2012) HET SAMENLEVINGSCONTRACT. Partnerpensioen

De erfopvolging. auteurs: André Culot, fiscaal adviseur Pierre Culot, kandidaat-notaris

WETTELIJKE SAMENWONING INFOBROCHURE

DEEL I. DE WET VAN 27 APRIL 2007 INZAKE ECHTSCHEIDING. KNELPUNTEN VAN MATERIEEL RECHT EN VAN PROCES- RECHT

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Goed geven! Dirk Vercoutter van testament.be 20/09/14

.1.Wat de bevoegdheid van de vrederechter betreft. .2.Wat de bevoegdheid van de rechtbank van koophandel betreft

Wat is gezag? De ouder Gezag en erfrecht Wie heeft het gezag? de NOTARIS en. Gezag. en voogdij

Successieplanning voor nieuw samengestelde gezinnen. Anne Vander Heyde, fiscaal-notarieel juriste 24 mei 2014

Verlies van een partner - Verwerking - Kinderen

Hof van Cassatie van België

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Afstamming staat vast van Naam Bijvoorbeeld. Vader

Erfrecht. Wie erft wat?

Inhoud. Voorwoord... Zaakregister... Tabel van de geciteerde beslissingen... HOOFDSTUK I ALGEMENE BEGRIPPEN A FDELING I A FDELING II

Rouwenhorst & Rouwenhorst Notarissen te Delden

GS:$ Personen0! &" Familierecht) Prof.&Dr.&Gerd&Verschelden)

Inhoud. Deel 1 Analyse van de situatie 17. Woord vooraf 3 Inleiding 11

HUWELIJK WETTELIJK SAMENWONENDEN FEITELIJK SAMENWONENDEN

Wettelijk erfrecht Duitsland

De erfopvolging. auteurs: André Culot, belastingconsulent Pierre Culot, kandidaat-notaris. Intestaat nalatenschap of ab intestato = zonder testament

HUWELIJK WETTELIJK SAMENWONENDEN FEITELIJK SAMENWONENDEN

HUWELIJK WETTELIJK SAMENWONENDEN FEITELIJK SAMENWONENDEN

INHOUD. Woord vooraf... v Over de auteurs... vii Algemene bibliografie... ix ERFRECHT

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Inhoud. Inhoud... Titel 1. Juridische aspecten Hoofdstuk 1. Algemeen... 1

DE OORZAAK VAN EISBAARHEID VAN DE SUCCESSIERECHTEN...

DEEL I. DE HERVORMING VAN HET AFSTAMMINGSRECHT DOOR HET GRONDWETTELIJK HOF

4,8. Samenvatting door een scholier 1585 woorden 2 juni keer beoordeeld. Maatschappijleer

REGELINGSAKTE EN FAMILIERECHTELIJKE OVEREENKOMST VOORAFGAAND AAN ECHTSCHEIDING DOOR ONDERLINGE TOESTEMMING

1. HET ERFRECHT VAN DE LANGSTLEVENDE ECHTGENOOT EN HET WETTELIJK OF CONVENTIONEEL RECHT VAN TERUG- KEER 2

Rolnummer Arrest nr. 54/2011 van 6 april 2011 A R R E S T

HET (NIEUWE) ERFRECHT ANNO 2018

BEGINSELEN VAN BELGISCH PRIVAATRECHT VI ERFRECHT DEELI OPENVALLEN EN TOEWIJZING VAN DE NALATENSCHAP, ERFOVEREENKOMSTEN, RESERVE EN INBRENG

Rolnummer 618. Arrest nr. 65/94 van 14 juli 1994 A R R E S T

Heden, # tweeduizend #, zijn voor mij, #Dirk MICHIELS #Lieve STROEYKENS #Kathleen PELGRIMS, notaris te Aarschot,

Inleiding bij de Bibliotheek Burgerlijk Recht en Procesrecht Larcier...

Rolnummer Arrest nr. 144/2010 van 16 december 2010 A R R E S T

I.T. 110 AFSTAMMING IN OPGAANDE LIJN

Transcriptie:

Familierecht - 2013-2014 / combinatie nota s en slides Deel I: Verticale Relaties I. Afstamming 1. Algemeen 1.1. Begrip Afstamming = 2 verschillende betekenissen - Algemeen relatie verwekker - verwekte bloedverwantschap - Bijzonder directe band ouder - kind ouderschap Juridisch = slechts indien vastgesteld overeenkomstig wettelijke regels - biologische afstamming Afstammingsprocedures = vaak die twee gelijk trekken Diverse gevolgen juridische afstamming: naam, erfrecht, alimentatie, ouderlijk gezag, Oorspronkelijke afstamming Adoptieve afstamming - Declaratief = afstammingsband werkt ex tunc terug tot de geboorte (of zelfs verwekking indien dit in zijn belang is) - Biologisch Gebaseerd op biologische realiteit. Relativeren: kan kind erkennen dat niet je eigen is, maar makkelijk betwistbaar 1.2. Openbaar karakter = raakt integraal de openbare orde = niet afwijken in overeenkomst Cfr. draagmoederschap overeenkomst = nietig 1.3. Bloed- en aanverwantschap Bloedverwantschap = verbindt persoon op grond van afstamming - Bloedverwanten in rechte lijn = stammen van elkaar af (ascendenten, descendenten) - Bloedverwanten in zijlijn = niet van elkaar afstammen, wel gemeenschappelijke voorouder (collateralen) Aanverwanten = verbindt persoon op basis van huwelijk ( feitelijk samenwonen) - Bloedverwanten van echtgenoot (schoonbroer, schoonmoeder ) - Echtgenoten van bloedverwanten (schoonzoon, schoonbroer, ) Opletten! - Stiefbroer/zus aanverwant = kind van stiefmoeder/vader Die is wél aanverwant echtgenoot van bloedverwant Stief enkel gebruiken in kader van huwelijk - Halfbroer/zus = bloedverwant gemeenschappelijke ouder Graden: - Bloedverwanten Rechte lijn: elke generatie is een graat (elk streepje) -! 1 - - Constitutief = het vestigt een afstammingsband die slechts kort teruggaat - Socio-affectief Oorsprong = genegenheidsbanden

Zijlijn: optellen naar gemeenschappelijke ouder en afdalen - Aanverwantschap Zelfde systeem, maar: geen graad voor huwelijk dat aanverwantschap doet ontstaan 1.4. Belgisch afstammings- en erfrecht in het licht van het EVRM a. Belgisch recht beoordeeld door de Straatsburgse instanties Rémy Bonnaffé Arrest Marckx - 13 juni 1979 - oud afstammings- en erfrecht - Paula Marckx, ongehuwd, moest dochter Alexandra erkennen en adopteren voor zelfde rechten als wettig kind Slechts rechten in nalatenschap ouders indien wettelijk erkend Geen erfrecht in nalatenschap bloedverwanten ouders - Art. 8 EVRM 1 = geschonden kind erkennen voor moederschap - Art. 142 (in samenhang met 8) = geschonden verschillende regeling naargelang natuurlijk of wettig kind - Art. 1 protocol 1 bij EVRM 3 = geschonden beperkingen in erfrecht Arrest Vermeire - enkel erfrecht - Buitenhuwelijks kind, nalatenschap grootvader opengevallen in 1980 (ná arrest Marckx), nalatenschap grootmoeder opengevallen in 1975 (vóór arrest Marckx) Art. 8 EVRM = directe werking? - Vaststelling afstamming = neen (niet voldoende nauwkeurig) - Erfrecht (nochtans gevolg van afstamming): ja Waarom verschil in antwoord? Tweede vraag stelde zich op ogenblik dat er al nieuw erfrecht was 1.5. Afstammings- en erfrecht en de Belgische Grondwet Marckx afstammingswet van 31 maart 1987 = nieuw afstammings- en erfrecht - Overgangsbepaling (art. 107): Oude erfrecht blijft van toepassing voor nalatenschappen die zijn opengevallen vóór 6 juni 1987 (inwerkingtreding afstammingswet) GwH via 2 arresten verder in tijd beperkt: - Zaak Verryt gebrek aan erfrecht van een niet-erkend buitenhuwelijks kind in de nalatenschap van haar moeder ( 1956) en haar tante ( 1983) Oude recht dat blijft bestaan door overgangsbepaling schendt de Grondwet Maar: voor rechtszekerheid verantwoord dat nalatenschappen opengevallen vóór 13 juni 1979 onverlet zouden blijven Gaat dus in tegen de wet: overgangsbepaling zegt 6 juni 1987 Europese Commissie voor de RvM ging hier inhoudelijk mee akkoord - Zaak M Bayo Wa Mwamba gebrek aan erfrecht van overspelige kinderen a patre in de nalatenschap van hun vader ( 1984) Oude recht dat blijft bestaan door overgangsbepaling schendt de Grondwet Maar: niets kan verantwoorden dat inwerkingtreding nieuw recht zou worden uitgesteld tot 6 juni 1987 1 Bescherming op gezinsleven 2 Non-discriminatiebeginsel 3 Bescherming eigendomsrecht -! 2 -

! Rémy Bonnaffé Art. 107 Afstammingswet van 1987 is dan ook ongrondwettig Toch door rechtszekerheid verantwoord dat nalatenschappen opengevallen vóór 13 juni 1979 onverlet zouden blijven A 13 juni 6 juni 1979 B 1987 C t Doorwerking van het oude discriminatoire erfrecht (art. 756-766 (oud) B.W.) via art. 107 Afstammingswet: strikt wettelijk (A+B) na de beperkende correctie door het Arbitragehof (enkel A) Conclusie: geoorloofde toepassing van het door de Afstammingswet ingevoerde erfrecht (B+C) 2. Vaststelling van de afstamming Arrest Marckx eenheidsregeling vaststelling moederszijde - Vaderszijde: onderscheid binnen huwelijk/buiten huwelijk 2.1. Vaststelling van het moederschap Drie wijzen van vaststelling strikte hiërarchie: - vermelding naam moeder in geboorteakte - erkenning door een vrouw - gerechtelijke vaststelling van moederschap b. Vermelding van de naam van de moeder in de geboorteakte hiervoor twee bepalingen samen lezen: art. 312, 1 juncto art. 57, 2º BW - Afstammingsrecht + verplichting geboorteakte = Mater semper certa est = moeder is altijd zeker Draagmoederschap kan hier dus niet van afwijken o.o Grondslag voor vestiging afstamming langs moeder = de bevalling ( verwekking, eicel!!) Formaliteiten opmaak geboorteakte te vinden in art. 56, 55 BW en 361 Sw. Anonieme bevalling is dus onmogelijk in België: - Wel bv in Frankrijk mogelijk om daar te bevallen en naar hier komen om te erkennen Perfect legaal, behalve: normaal kind toevertrouwen aan adoptieautoriteiten Doodgeboren kind (levensloos geboren) geen geboorteakte opgemaakt - = + 180 dagen na verwekking levensloos uit moederschoot of overleden vooraleer het aan ambtenaar vd burgerlijke stand w vertoond b. erkenning door een vrouw art. 313 BW = rechtshandeling waarbij vrouw op vrijwillige basis verklaart dat ze bepaalde afstammingsband wil creëren Kan slechts indien: - Naam vd moeder niet vermeld op geboorteakte (cfr. draagmoederschap) -! 3 -

- Er geen geboorteakte is Onder dezelfde (toestemmings)voorwaarden als de erkenning door een man art. 329bis BW. 4 - Zelfde situatie ook voor toestemmingsweigering Verzoek tot erkenning wordt verworpen indien vaststaat dat de vrouw niet de biologische moeder is Biologisch = kind ter wereld brengen cfr. verzoek van draagmoeder die in buitenland anoniem is bevallen kan niet w afgewezen indien huwelijkbeletsel tussen haar en vader = erkenning niet ontvankelijk (313, 2) Vormvoorwaarden en modaliteiten zie tevens verder bij vaderlijke erkenning - Wel verschil: prenatale erkenning door moeder ontoelaatbaar Indien erkenning door gehuwde vrouw: mededelingsverplichting (313, 3) - Anders man o.b.v. vermoeden van vaderschap vader zonder te weten c. Gerechtelijke vaststelling van het moederschap ( onderzoek naar moederschap ) art. 314 BW Kan slechts: - bij gebrek aan (vermelding naam moeder in de) geboorteakte - wanneer het kind onder een valse naam is ingeschreven in geboorteakte Cfr. zaak Baby J.: was onder valse naam ingeschreven = fraude - bij gebrek aan moederlijke erkenning indien huwelijkbeletsel tussen haar en vader = erkenning niet ontvankelijk (314, 2de lid) Onderzoek = zelfde voorwaarden als gerechtelijke vaststelling vaderschap (332quinquies) De eiser (vermeende moeder) moet bewijs van bevalling leveren: - Aantonen dat vermeende moeder bezit van staat heeft (314, vierde lid) Zie art. 331nonies Moederschap wordt gekoppeld aan biologisch feit, vreemd genoeg toch bewijzen via socio-affectieve realiteit = onweerlegbaar vermoeden van moederschap - Bij gebreke hieraan alle wettelijke middelen Bv bewijs van bevalling Opmerkelijk: zelfs bij dit bewijs primeert bezit van staat Procedure art. 332ter Indien gerechtelijke vaststelling door gehuwde vrouw: echtgenoot mee in geding (332ter, vierde lid) 4 Zie verder over stuk van de man -! 4 -

2.2. Vaststelling van het vaderschap Drie wijzen van beslechting, ingedeeld naargelang gehuwd/ongehuwd: - Binnen het huwelijk 1. Vaderschapsregel - Buiten het huwelijk erkenning door een man gerechtelijke vaststelling van vaderschap d. Vaderschapsregel 5 Rémy Bonnaffé art. 315 BW = vermoeden van vaderschap (juris tamtum) = echtgenoot is vader van kinderen geboren: - binnen het huwelijk van de moeder Zelfs indien echtscheidingsprocedure (nuanceer, zie verder) of gescheiden tafel/bed - binnen de 300 dagen (10 maand) na de ontbinding of nietigverklaring van dit huwelijk Op ogenblik dat echtscheidingsvonnis in kracht van gewijsde treed! ( uitspraak!) = indien geen gewone rechtsmiddelen = 1 maand!! Ratio van de regel = kind verwekt binnen huwelijk heeft echtgenoot tot vader - Realiseren door normale duurtijd bevalling (8 maanden) + marge (2 maanden) Dit vermoeden (van vaderschap) linken met 2 andere vermoedens juris tantum (art. 326 BW): - 1. Tijdvak verwekking = Kind vermoed te zijn verwekt in het tijdvak van de 300 ste tot en met de 180 ste dag i.e. maximum 10 tot minimum 6 maanden vóór de geboorte Tijdvak = 300-179 (want op 180 ste dag voor geboorte nog mogelijk) = 121 dagen Waarom zinvol om tegenbewijs te geven voor dit vermoeden? Vb 1: kind geboren 301 dagen na ontbinding, maar zwangerschap heeft 302 dagen geduurd vaderschapsregel speelt Vb 2: kind geboren 180 dagen na ontbinding, maar zwangerschap heeft slechts 179 dagen geduurd vaderschapsregel speelt niet Conclusie: ratio = kinderen verwekt binnen huwelijk = echtgenoot is vader - 2. Meest gunstige tijdstip - Omni meliore momento = kind vermoed verwekt op het voor het kind gunstigste tijdstip Opletten: slechts binnen het wettelijke tijdvak Belang: vaderschapsregel uitschakelen verwekking situeren binnen wettelijk tijdvak, maar na ontbinding vh huwelijk Uitzonderingen op het vermoeden van vaderschap - Art. 316 BW: afwezigheid = Niet het vermoeden van afwezigheid maar de beslissing van afwezigheid geldt - Art. 316bis BW: 3 (eigenlijk 5) automatische uitschakelingen 6 = bio. vaders. onwaarsch. Wanneer kind geboren is meer dan 300 dagen na: Inleiding van een echtscheidingsprocedure (º1) Drie gevallen: 2 EOO en 1 EOT Geregistreerde inschrijving op verschillende adressen (º2) Machtiging vd vrederechter tot afzonderlijk verblijf (º3) 5 Eerste zaken om te bekijken op casus examen: geld de vaderschapsregel? Rekenen in maanden. 6 Toepasbaar op bijna elke oefening die ik u zal geven -! 5 -

TENZIJ (uitz. op uitz.) echtgenoten gemeenschappelijke 7 verklaring hebben afgelegd op of vóór aangifte geboorte erkenning Afzonderlijke akte mogelijk bv notaris of diplomatieke ambtenaar 1. Vaderschapsconflicten = indien zwangerschap moeder = binnen meerdere huwelijken 2 mogelijkheden: - A. Na nieuw huwelijk Voorkeur voor nieuwe echtgenoot art. 317, eerste lid BW Indien vaderschap nieuwe echtgenoot betwist art. 317, tweede lid BW - B. Indien bigamie Rechter stelt de meest waarschijnlijke afstamming vast art. 331septies BW b. Vaderlijke erkenning = VRIJWILLIGHEID 1. Grondvoorwaarden Rémy Bonnaffé 3 voorwaarden voor erkenning: - Vaderschap staat niet vast krachtens vaderschapsregel ex art. 315 of 317 BW (art. 319) - één of meerdere toestemmingen (art. 329bis BW) Kind jonger dan 12 jaar: moeder toestemmen Ook bij prenatale erkenning (ook al is zij dan nog geen moeder ) Kind ouder dan 12 jaar: moeder + kind toestemmen (329bis, 2 BW) Niet indien: Onbekwaamverklaard, verlengd minderjarig of geen onderscheidingsvermogen Kind meerderjarig of ontvoogd: zelf toestemmen vetorecht (art. 329bis, 1 BW) Uitzondering: Art. 329bis, 3: zonder bekende ouder, of overleden ouder, - Geen absoluut huwelijksbeletsel tussen de erkenner en de moeder (art. 321) = bloedverwanten (rechte lijn is eindeloos) en zijverwanten in tweede graad Kan man kind erkennen bij kleindochter? Nee (rechte lijn mag niet) Kan man kind erkennen bij schoonzus, stiefmoeder, stiefzus? Ja Wet laat uitschijnen dat er een uitzondering is echter: nutteloos Indien toestemmingsweigering Art. 329bis, 2, derde lid BW - Aspirant-erkenner dagvaardt wie weigert voor RvEA - Partijen w gehoord in raadkamer voor verzoeningspoging - Indien deze mislukt: Indien men kan bewijzen dat man het kind niet verwekt heeft: verzoek afwijzen Indien men niet-vaderschap niet kan bewijzen: Kind ouder dan 1 jaar: erkenning weigeren indien manifest in strijd met zijn belangen Quasi altijd in belang: gaat om afstammingsband, niet ouderschap op zich Kind jonger dan 1 jaar: sowieso erkennen, zonder belangenafweging Echter: GwH december 2010: onderscheid 1 jaar ongrondwettelijk Conclusie: Opportuniteitscontrole altijd (maar = contra legem) Indien tegen aspirant-erkenner een strafvervolging wegens verkrachting Geen erkenning: art. 329bis, 2, vierde lid BW Deze procedure na toestemmingsweigering kan al ingeleid w vóór geboorte 7 Gemeenschappelijk: niet in persoon samen verschijnen gezamelijk: beide fysiek aanwezig -! 6 -

- Probleem: bewijs van biologische realiteit Onmogelijk dwingen tot vruchtwaterpunctie Dus w op lange baan geschoven kostelijk net zoals de erkenning is er geen termijn 2. Vormvereisten Rémy Bonnaffé Erkenningsakte kan geschieden bij geboorteakte of authentieke akte (m.u.v testament) 327 Opgemaakt door bevoegde ambtenaar: - Ambtenaar burgerlijke stand & notaris - Diplomatieke ambtenaren - Ambtenaren van het consulair korps - niet rechter! 3. Modaliteiten 1) Erkenning door een man die niet de biologische vader is Mogelijk geen enkel bewijs van biologisch vaderschap vereist - Burgerlijke Stand/Notaris mogen erkenningsakte niet weigeren 2) Erkenning door een onbekwame Art. 328, eerste lid mag - Erkenning = persoonlijk geen vertegenwoordiging of bijstand - Echter: wel vereiste onderscheidingsvermogen (dus niet indien echt knettergek of 7 jaar) 3) Erkenning van verwekt kind vóór de geboorte: prenatale erkenning art. 328, tweede lid mag Vanaf welk tijdstip mag je erkennen? In principe vanaf verwekking. In praktijk: - sommige gemeenten vanaf bevruchting eicel (verwekking) - sommige gemeenten attest 6 maanden zwangerschap Verklaring: ministeriële omzendbrief: geen akte opstellen voor weven dat geen 180 dagen oud is Zinvol indien bang om te overlijden (door declaratief karakter altijd al vader geweest) 4) Erkenning v/e overleden kind: postume erkenning Indien overleden kind afstammelingen achtergelaten: - Mogelijk Indien overleden kind geen afstammelingen achtergelaten: - enkel binnen het jaar na zijn geboorte art. 328, tweede lid ratio: erfjagers 5) Erkenning van een reeds erkend kind (= opeenvolgende erkenning) Mogelijk alleen de eerste erkenning heeft uitwerking zolang ze niet is vernietigd art. 329 6) Erkenning van een doodgeboren kind Niet mogelijk theorie van juridische persoonlijkheid (heb je pas vanaf levensvatbare geboorte) - Wel akte van levensloos kind (art. 80bis BW) 4. Declaratief karakter Werkt retroactief tot de geboorte of zelfs tot de verwekking Infans conceptus pro jam nato habetur, auoties de commodis eius agitur verwekt kind w als geboren beschouwd, telkens dit in zijn belang is. 5. Publiciteit 1) Algemeen -! 7 -

Kantmelding in de geboorteakte van het erkende kind (art. 62, 2 BW) - Niet in de geboorteakte van de erkenner zorgt voor veel problemen bij erfverdeling 2) Specifiek: erkenning van een overspelig kind a patre Indien vader gehuwd + kind verwekt bij vrouw die niet zijn echtgenoot is: - Erkenningsakte ter kennis van echgen(o)ot(e) art. 319bis, eerste lid Ratio: erfrechtelijke kwesties Sanctie: relatieve niet-tegenwerpelijkheid: - Erkenning niet-tegenwerpelijk aan echtgenoot of kinderen - Echtgenoot en kinderen kunnen zich wel beroepen op vastgestelde afstammingsband (art. 322, tweede lid = spiegelbeeld van art. 319bis) c. Onderzoek naar het vaderschap = GEDWONGEN 1. Grondvoorwaarden 3 voorwaarden voor gerechtelijk onderzoek: - Het vaderschap staat niet vast ex art. 315 of 317 BW of erkenning (art. 322, eerste lid) Spiegelbeeld van art. 319 bij erkenning - Het recht van verzet w niet succesvol uitgeoefend Spiegelbeeld van art. 329bis bij erkenning Meerderjarige of ontvoogde minderjarig kind = vetorecht (art. 332quinquies, 1) Minderjarige kind +12 jaar of moeder relatief verzetsrecht (want mag door rechter worden genegeerd) Enkel afwijzen indien: bewezen wordt dat verweerder niet de biologische vader is zie verder (art. 332quinquies, 3) kind +1 en kennelijk strijdig met belangen v/h kind (art. 332quinquies, 2) 2 belangrijke arresten: GwH 3 mei 2012: ook belang toetsen indien -1 jaar oud GwH 7 maart 2013: geen marginale maar volle toetsing belang v/h kind: belang van kind primeert 8 - Geen absolute huwelijksbeletselen tussen moeder en vermeende vader (art. 325 BW) Spiegelbeeld van art. 321 bij erkenning GwH: art. 325 schendt art. 10 en 11 Gw: rechter kan verzoek niet inwilligen indien art. 325 van toepassing is maar vaststelling v/d afstemming toch belang v/h kind. Kan je dit toepassen bij art. 321 van erkenning? Nee, want hier gaat het om appreciatie van rechter. Bij erkenning is het ABS of notaris. Echter, als je dwingt dat erkenning voor rechter komt (weigering erkenning), maakt het wel kans. 2. Bewijs (art. 324) Cruciaal verschil met erkenning enkel hier moet vaderschap bewezen worden 3 manieren: - Bezit van staat (beschreven in art. 331nonies, voortdurend zijn!) art. 324, eerste lid BW = onweerlegbaar, primair bewijsmiddel (primeert op volgende manier) - Door alle wettelijke middelen art. 324, tweede lid Alles is mogelijk (DNA-onderzoek, ) behalve de eed en bekentenis, want gaat over staat van persoon 8 Wat is doorwerking van dit arrest op zelfde marginale toetsing bij erkenning (art. 329bis)? Strikt juridischtechnisch mag je niet autonoom interpreteren, echter: indien vraag zich stelt voor Hof zal zij niet anders kunnen beslissen. -! 8 -

Beste = deskundigeonderzoek art. 331octies Wat verschil tussen buitengerechtelijk of gerechtelijk onderzoek? Buitengerechtelijk veel goedkoper, maar zal niet altijd gelden Getrouwheid is quasi zelfde DNA-onderzoek post mortem mogelijk, zelfs na crematie Wat indien weigering? Verbod v/ dwanguitvoering = algemeen rechtsbeginsel Echter: rechtbank kan rechtsgevolgen koppelen aan weigering Maar: samen (!) met andere elementen in het dossier Tenzij rechtmatige reden om te weigeren (vb stollingsziekte bij afname) - Vermoeden v vaderschap wegens geslachtsgemeenschap met moeder art. 324, derde lid Tijdens periode van verwekking behalve wanneer er twijfel over bestaat Slaat niet op de geslachtsgemeenschap Slaat wel op causaal verband tussen gemeenschap en verwekking Met andere mannen geslapen, steriel, 3. Procedureregels Titularissen van de vordering (art. 332ter, eerste lid) - Het kind - Elk van zijn ouders Moeder Beweerde vader Termijn (art. 331ter) - 30 jarige verjaringstermijn 9, te rekenen vanaf: einde van het bezit van staat indien gebrek hieraan, vanaf de geboorte - w geschorst tijdens de minderjarigheid, maar loopt tijdens echtgenoten Partijen in het geding: zie art. 332ter, derde lid Vertegenwoordiging: zie art. 331sexies materieel en territoriaal bevoegde rechtbank: zie art. 331, 1 BW (geding kan niet vóór de geboorte worden ingeleid, zie art. 331bis BW) 4. Declaratief karakter 5. Publiciteitsregeling 1) Algemeen Zie art. 333 BW 2) Bijkomende vormvereiste bij overspelige kinderen a patre Vonnis moet betekend worden aan echtgen(o)t(e) van overspelige man art. 322, tweede lid BW - Sanctie: relatieve niet-tegenwerpelijkheid - Opmerking: bij erkenning slechts mededelingsverplichting, hier betekening 3. Betwisting van de afstamming 3.1. Betwisting van moederschap 9 Alle andere termijnen zijn korte vervaltermijnen -! 9 -

a. Betwisting van het moederschap dat blijkt uit de geboorteakte 1. Ontvankelijkheid 1) Afwezigheid van bezit van staat Art. 312, 2 BW Bezit van staat t.a.v. de moeder maakt de vordering onontvankelijk - M.a.w: socioaffectieve relatie primeert Maakt draagmoederschap mogelijk 2) Titularissen van de vordering - De vader - Het kind - De vrouw ten opzichte van wie de afstamming is vastgesteld - Persoon die het moederschap opeist belangrijk: geen automatische vaststelling moederschap in laatste geval (wel bij vaderschap) 3) Termijn 1 jaar vanaf de ontdekking v/h leugenachtige karakter v/d afstamming 2. Gegrondheid Bewijs leveren dat vrouw die in geboorteakte is vermeld, niet bevallen is van het kind - Genetische moederschap = irrelevant alle wettelijke bewijsmiddelen zijn toegelaten (behalve de eed) b. betwisting van een moederlijke erkenning 1. Ontvankelijkheid 1) Algemene voorwaarde: afwezigheid van bezit van staat Rémy Bonnaffé Art. 330, 1 Bezit van staat t.a.v de erkennende vrouw maakt de vordering onontvankelijk - = exceptie bewijslat = verwerende partij - Criteria voor bezit van staat: art. 331nonies BW 2) Bijzondere voorwaarde: erkennende vrouw en toestemmende partij: een wilsgebrek Art. 330, 1, tweede lid wilsgebrek bewijzen indien - Erkennende vrouw - In art. 329bis vereiste of bedoelde toestemming hebben gegeven 3) Titularis van de vordering en termijn Art. 330, 1, vierde lid: - Erkennende vrouw: 1 jaar na de ontdekking dat de erkennende vrouw niet de moeder is - Vader: 1 jaar na de ontdekking dat de erkennende vrouw niet de moeder is - Beweerde moeder: binnen 1 jaar na de ontdekking dat zijzelf de moeder is - Kind: ten vroegste vanaf de 12de verjaardag, uiterlijk op de 22ste verjaardag; of binnen 1 jaar na de ontdekking dat de erkennende vrouw niet zijn moeder is 2. Gegrondheid Erkenning w tenietgedaan indien bewezen dat vrouw die kind erkend heeft niet moeder is - kan door alle wettelijke middelen (art. 330, 2) - Moet dus bewijzen dat vrouw niet bevallen is van dat kind art. 314, derde lid - Bewijslast: eiser Art. 330, 3 Vordering beweerde moeder slechts gegrond indien haar eigen moederschap komt vast te staan! (anders dan bij betwisting moederschap uit geboorteakte) -! 10 -

- Rechtbank gaat na of voorwaarden in art. 332quinquies is voldaan Moet dus bewijzen zelf te zijn bevallen van dit kind c. Betwisting van het gerechtelijk vastgesteld moederschap Niet verder op ingaan. 3.2. Betwisting van het vaderschap a. Betwisting van het vaderschap van de echtgenoot Art. 318 BW 10: - 1, 2 en 4 = ontvankelijkheid - 3 en 5 = gegrondheid v/d vordering 1. Ontvankelijkheid 1) Afwezigheid van bezit van staat t.a.v. de echtgenoot Art. 318, 1, eerste lid BW socio-affectieve relatie > biologische realiteit vaak zeer pijnlijk voor man die bedrogen wordt - Absolute karakter = ongrondwettig verklaard (GwH 3 februari 2011) Regel op zich is niet ongrondwettig Echter: uitzondering (belangenafweging) moet mogelijk blijven beslissing GwH geldt ook voor beweerde vader (GwH 9 juli 2013) - Dit is al delicater: buitenstaander kan een goed gezin binnendringen 2) Geen toestemming vd echtgenoot tot kunstmatige inseminatie of andere daad die tot voortplanting tot doel had Rémy Bonnaffé Art. 318, 4 toestemming tot K.I. of andere daad die voortplanting tot doel had = onontvankelijk - tenzij verwekking van het kind niet het gevolg kan zijn Bv: kerngezond voldragen kind 5 maanden na inseminatie = onmogelijk gevolg van inseminatie - Wensvaderschap w beschermd geldt zelfs indien toestemming bezwangerd w door vriend Indien toestemming ander motief (dan bevruchting) betwisting blijft gelden (bv partnerruil) 3) Een levensvatbaar geboren kind Art. 331bis levend en levensvatbare geboorte van het kind - Uitzondering: de man die het vaderschap opeist, kan de vordering reeds vóór de geboorte instellen (zie art. 328bis BW) 4) Titularis van de vordering en termijn Art. 318, 1 bepaalt wie vordering mag instellen, in Art. 318, 2 de termijnen: - Moeder: binnen 1 jaar na de geboorte - Echtgenoot: binnen 1 jaar na de ontdekking van het feit dat hij niet de vader is Vertrekpunt is dus variabel: tegenpartij kan bv bewijzen dat de man dit eigenlijk al langer dan een jaar wist. Ruime interpretatie rechter. Kan bv ontdekt w door recht. onderzoek. - Kind: ten vroegste vanaf de 12de verjaardag, uiterlijk op de 22ste verjaardag; of binnen 1 jaar na de ontdekking dat de echtgenoot zijn vader niet is Minderjarig kind zal zelf voogd ad hoc moeten uitlokken (op informele manier) 10 Casus op examen = altijd eerst ontvankelijkheid, vervolgens gegrondheid - 11! -

- Beweerde biologische vader: binnen 1 jaar na de ontdekking vh feit dat hij de vader is van het kind Art. 318, 5: vordering slechts gegrond als eigen vaderschap komt vast te staan Van rechtswege vaststelling van vaderschap van de verzoeker Rechtbank gaat na of voorwaarden in art. 332quinquies BW vervuld zijn = o.a.: Recht van verzet (Kennelijk) strijdig met belang kind - Subsidiair, na overlijden van de echtgenoot: diens bloedverwanten - De eerste echtgenoot bij vaderschapsconflict zelfde termijn als de (enige) echtgenoot! Let op Termijnen in art. 318, 2 zijn ongrondwettig (GwH 31 mei 2011) indien niet overeenstemt met biologische, noch socio-affectieve - Analoog interpreteren als 3 februari 2011 (zie vorige pagina): Regel geldt op zich wel Alleen het absolute karakter is ongrondwettig = opening om toch ontvankelijk te verklaren (zal zeker in zaak Boël komen) al deze termijnen = vervaltermijnen die openbare orde raken - Niet vatbaar voor stuiting of schorsing - Enkel verlengbaar bij overmacht = absolute onmogelijkheid om vordering in te leiden, terwijl intenties er waren 2. Gegrondheid Vaderschap van echtgenoot op twee manieren betwisten, met elk andere bewijsvoering 1) Bewijs van niet-vaderschap door alle wettelijke middelen (op tegenbewijs) Door alle wettelijke middelen (behalve de eed) kan w bewezen dat echtgenoot niet de vader is (art. 318, 3, eerste lid) 2) via eenvoudige verklaring In 3 (eigenlijk 7) gevallen waarin vaderschap van de echtgenoot onwaarschijnlijk is - art. 318, 3, tweede lid = vermoeden juris tantum van niet-vaderschap De gevallen bedoeld in art. 316bis BW In feite absurd: hoe kan men iets betwisten dat er niet is? Pragmatische regeling voor fouten ABS op te vangen Echter: verbetering van de akte van burgerlijke stand (goedkopere oplossing) art. 1383-1385 Ger. W. Afstamming van moederszijde via erkenning of een onderzoek naar het vaderschap vastgesteld Vaderschap van de echtgenoot werd preventief betwist b. Betwisting vaderlijke erkenning 11 1. Ontvankelijkheid 1) Afwezigheid van bezit van staat t.a.v. de echtgenoot Art. 330, 1, eerste lid - Ook ongrondwettig verklaard (GwH 9 juli 2013) cfr. GwH 3 februari 2011 2) Een levensvatbaar geboren kind Art. 331bis 3) Bijzondere voorwaarde: erkennende mand en toestemmende partij: een wilsgebrek 11 Vrij paralel met betwisting erkenning vader -! 12 -

Art. 330, 1, tweede lid wilsgebrek bewijzen indien - Erkennende mand wil betwisten - In art. 329bis vereiste of bedoelde toestemming hebben gegeven Wilsgebreken: - Dwaling: zal vaak onverschoonbaar zijn: indien kind 4 maand na relatie geboren wordt - Bedrog komt veel meer voor: moeder beweert dat het kind is van man - Man: moeder op rand van krankzinnigheid en heel veel druk uitgeoefend (indien rijke man) Blijft gaan om ontvankelijkheid en niet gegrondheid - Indien wilsgebrek bewezen maar ook bezit van staat: nog steeds onontvankelijk 4) Titularissen van de vordering en termijnen Art. 330, 1, eerste lid bepaalt wie vordering mag instellen 12, : - moeder: 1 jaar na de ontdekking dat de erkennende man niet de vader is - Erkennende man: 1 jaar na de ontdekking dat de erkennende man niet de vader is - Kind: ten vroegste vanaf de 12de verjaardag, uiterlijk op de 22ste verjaardag; of binnen 1 jaar na de ontdekking dat de erkenner zijn vader niet is - Man die het vaderschap opeist: 1 jaar na de ontdekking dat hijzelf de vader is Art. 330, 3: vordering slechts gegrond als eigen vaderschap komt vast te staan Van rechtswege vaststelling van vaderschap van de verzoeker Rechtbank gaat na of voorwaarden in art. 332quinquies BW vervuld zijn = o.a.: Recht van verzet (Kennelijk) strijdig met belang kind GwH 6 april 2011: Man B heeft kind verwekt en weet dit. Man A (nieuwe partner) zal het kind erkennen. Wanneer kind geboren wordt start de termijn voor B al (in de hypothese dat A zal erkennen, maar dit nog niet weet). Stel dat A het kind erkent, maar meer dan een jaar na de geboorte. B is gejost. Arrest interpreteren dat 1 jaar slechts begint te lopen vanaf opmaken erkenningsakte 2. Gegrondheid van de vordering Bewijs van niet-vaderschap door alle wettelijke middelen (art. 330, 2) - Indien beweerde biologische vader: dubbel bewijs want ook eigen vaderschap bewijzen - Geen toetsing van het belang van het kind! Opmerkelijk, want bij toestemmingsweigering wel, zelfs ten volle c. Betwisting van het gerechtelijk vastgesteld vaderschap Rechterlijke beslissingen = tegenwerpelijk, zelfs aan derden - Derden kunnen evenwel derdenverzet instellen (art. 331decies BW) 1. Ontvankelijkheid Wet bepaalt niet dat er bezit van staat vereist is, rechtsleer wel. 2. Bijzondere procedureregels Kan tot 30 jaar na de uitspraak (indien vonnis niet betekend door derde), of 3 maanden indien betekend Gevolg van succesvol derdenverzet: vernietiging van vonnis/arrest. 12 O.M. of rechter mag dit ook altijd doen want openbare orde -! 13 -

3.3. Schema vaststelling afstamming 3.4. Schema betwisting vaststelling -! 14 -

4. Gevolgen van de afstamming Rémy Bonnaffé 4.1. Algemeen Principe = gelijke gevolgen kinderen t.o.v. ouders en vica versa zelfde rechten/plichten (art. 334 BW) - Ongeacht wijze van vaststelling Uitzondering indien overspelige afstamming: - Vroeger overspelig kind minder rechten Instemming echtgenote vereist opdat kind a patre familienaam van erkenner kan dragen Enkel in echtelijke verblijfplaats mits toestemming etc - Nu blijven enkel nog 2 uitzondering voor overspelige ouder: Verlies van bepaalde voordelen uit huwelijk (art. 334ter, eerste en vierde lid BW): Huwelijksvoordelen 13 bedingen van vooruitmaking: gratis goederen uit gemeenschappelijk vermogen voorafnemen bedingen van ongelijke verdeling: beding dat afwijkt van gelijke verdeling verblijvingsbedingen: heel de gemeenschap gaat naar LLE (veel mensen hebben dit) vervalt NIET: bedingen van inbreng Schenkingen bij huwelijkscontract m.b.t. tegenwoordige goederen m.b.t. toekomstige goederen (= contractuele erfstelling) Ratio: anno 80: sanctie ten nadele van overspelige echtgenoot + echtscheiding afraden door patrimoniale voordelen weg te halen Anno 2013 vallen huwelijksvoordelen na echtscheiding 14 sowieso voor beide echtgenoten Geheel/Gedeeltelijk onterfd door mede-echtgenoot (art. 334ter, derde lid) M.u.v.: vruchtgebruik op de gezinswoning en daarin aanwezige huisraad Via testament, schenking, Correcties op deze uitzonderingen: - Handhaving van huwelijksvoordelen en schenkingen door de bedrogen echtgenoot bij notariële akte (art. 334ter, eerste lid in fine BW) Kan hier niet meer op terugkomen (discussie in doctrine) Geen termijn voor - Verval doet geen afbreuk aan de rechten van derden te goeder trouw (334ter, tweede lid) Bv: goederen gekocht van overspelige echtgenoot. trouwe mede-echtgenoot kan enkel tegenwaarde van de vervreemden goederen (niet goederen zelf) vorderen van zijn ontrouwe echtgenoot (en dus niet van derde ter goeder trouw) 4.2. Naam d. Zes regels in art. 335 BW 1. Enkel vaderschap staat vast - naam vader (art. 335, 1 BW) - na anonieme bevalling in buitenland en kind enkel erkend door vader 13 Kennen op examen! Staan niet duidelijk in de wet. Zie: art. 1457-1460, 1461-1464 en 1452-1456 14 Ongeacht echtscheidingsvormen (art. 299 BW) -! 15 -

2. Enkel moederschap staat vast - naam moeder (art. 335, 2 BW) - Gaat dus niet op bij prenatale erkenning of erkenning in de geboorteakte (maar erkenning na geboorteakte wel) - ongehuwde vrouw - Indien meerderjarig kind dat initieel echtgenoot moeder tot vader had en dit succesvol betwist w (niet door beweerde bio-vader) Automatisch veranderen naar naam moeder (335, 2) GwH: ongrondwettig (schending privé-leven) Tegemoetkoming wetgever art. 335, 4 3. Vaderschap en moederschap staan tegelijk vast - naam vader (art. 335, 1 BW) - huwelijk, prenatale erkenning en erkenning in de geboorteakte - Wordt de vrouw gediscrimineerd? 15 Doel: een zekere onveranderlijkheid Vandaag echter toch achterhaald Maar: recht om naam door te geven aan zijn kind grondrecht! Verschelden: meest verwerpelijk wetsartikel heeft geleid tot wetsontwerp dat wss voor 2014 zal komen want: Gehuwden w benadeeld omdat men als ongehuwden kan kiezen (door al dan niet eerst geboorteakte op te stellen zonder te erkennen) 4. Moederschap komt vast te staan ná vaderschap - naam vader blijft (niet expliciet, maar 335, 1 en 3, tweede lid stellen patrilineaire naamsverkrijging als principe voor en naamswijziging enkel indien afstamming vader ná moederschap) - buitenhuwelijks kind dat prenataal door vader is erkend 5. Vaderschap komt vast te staan ná moederschap - naam moeder blijft, maar - Ouders kunnen samen verklaring tot naamswijziging afleggen voor ABS (335, 3, eerste lid) Binnen het jaar na het vernemen van de vaststelling van de afstamming en vóór de meerderjarigheid of ontvoogding Indien overspelig kind a patre: 1 jaar begint te lopen op dag die volgt op de in art. 319bis, tweede lid BW bedoelde kennisgeving of betekening (335, 3, tweede lid in fine) - Volgens GwH geen probleem dat: dit enkel kan voor minderjarige, niet voor meerderjarigen buitenhuwelijkse kinderen niet naam vader kunnen krijgen indien moeder haar toestemming tot erkenning weigert bij onenigheid tssn vader/moeder de naam van kind onveranderd blijft naamswijziging buitenhuwelijkse kinderen niet mogelijk indien moeder weigert verklaring af te leggen, maar wel eerder toestemming tot erkenning had gegeven 16 Naamsverandering wel mogelijk door administratieve procedure overheid kan dit niet weigeren - Ongehuwden 6. Afstamming van meerderjarige w gewijzigd 15 Potentiële examenvraag 16 belangrijkste arrest -! 16 -

- zonder zijn akkoord geen verandering in zijn naam (art. 335, 4) - Is verlies naam vader na betwisting discriminatoir voor meerderjarigen? Ja, art. 335, 2 schendt gelijkheidsbeginsel in zoverre het van toepassing is op meerderjarige kinderen die met succes vaderschap hebben betwist 17 vb: op meerderjarigheid ontdekken dat uw juridische vader niet uw biologische vader is, waardoor u vordering tot betwisting van afstamming inleidt. Indien succesvol wijzigt de afstamming na meerderjarigheid, waardoor enkel het moederschap vaststaat (regel 2). Dit zou betekenen dat hij de naam van zijn moeder zou krijgen, maar als meerderjarige heeft u dit zelf in de hand: u zal uw akkoord moeten geven om de naam van uw moeder te krijgen. b. Naam van de vondeling (Curiosum) Pasgeboren kind van ongekende ouders - naam gegeven door ambtenaar van burgerlijke stand (58 BW) Gewoonlijk krijgt hij twee of meer voornamen één dient als familienaam - Vaak afgeleid uit omstandigheden waarin kind gevonden werd c. Naamsbetwisting Iedereen verplicht naam te dragen die in geboorteakte is vermeld (art. 1 Decreet 6 fructidor jaar II) Recht op naam = onvervreemdbaar en onverjaarbaar persoonlijkheidsrecht - verdragsrechtelijk gewaarborgd EVRM en kindderrechten - Bescherming via gerechtelijke vordering tot naamsbetwisting Stopzetting + art. 1382 BW d. Naamsverandering (verandering familienaam Naam kan veranderen krachtens wet (toepassing art. 335, succesvol betwisten vaderschap, ) of op grond van de wil van de ouders dit = administratieve procedure: wet namen en voornamen van 15 mei 1987 = gunst, geen recht! 1. Verandering van familienaam bij KB door Dienst Familierecht vd FOD Justitie Koning kan naamsverandering uitzonderlijk toestaan indien ernstige redenen: - Een belachelijke, hatelijke of onzedelijke naam (Peter Selie, Dutroux, Vandekloot) - Belgicisering van een naam, b.v. ter integratie - Toekenning van de naam van de biologische vader - Toekenning van de naam van de pleegouder - Voorkomen van het uitsterven van een naam (uitzonderlijk) Bewijslast = persoon die verzoek indient Zie voor precedure wet namen en voornamen: - Mag geen aanleiding geven tot verwarring en de verzoeker of derden niet schaden - KB w in BS bekendgemaakt; verzet kan - Registratierecht is verschuldigd (49 of 740 Zie 249, 2 en 3 W.Reg) 2. Voornaamsverandering bij MB Veel eenvoudiger kan om enigerlei reden : - Blijft gunst maar soms recht transseksuelen (art. 2, derde lid wet namen en voornamen) - Mag geen aanleiding geven tot verwarring en de verzoeker of derden niet schaden - MB wordt niet in BS bekendgemaakt, verzet is niet mogelijk 17 Snap ik niet al te goed -! 17 -

- Registratierecht is verschuldigd (490, verminderbaar tot 49 om bepaalde redenen) d. Naamsverbetering Let op: kan slechts indien fout gebeurd! Bestaat uit logge en makkelijke procedure 1. Vordering tot verbetering van de akte van de burgerlijke stand na gerechtelijke procedure (log) Ingeval onjuiste naam in geboorteakte (die geen tikfout is): vergissing, dwaling of bedrog (1383-1385 Ger. W.) - (eenzijdig) verzoek bij rechtbank van eerste aanleg - Behandeling in raadkamer + kantmelding in de foutieve akte 2. Verbetering van een materiële misslag door ABS (makkelijk) Limitatieve opsomming in art. 100 BW tikfout in naam of voornamen Oplossing = verbetering via randmelding in rode inkt, na gunstig advies PdK 4.3. Wettelijke erfopvolging e. Algemeen Erfenissen vallen open door de dood (art. 718 BW) - Nalatenschap w verdeeld onder wettelijke erfgenamen (bij gebrek aan testament of huwelijkscontract) Wie zijn de wettelijke erfgenamen? - de bloedverwanten: juridisch (niet: louter biologisch) vastgestelde afstammingsband Afstammelingen Ascendenten Bepaalde zijverwanten - zijn langstlevende echtgenoot of wettelijk (niet: feitelijk) samenwonende partner - Zijn adoptieve verwanten Gewone volle adoptie bij gebreke daaraan: de staat (art. 723, tweede lid jº art. 768 et seq. BW) b. Voorwaarden om te erven (3) 1. Bestaan bij het openvallen van de nalatenschap (725 BW) 2 cumulatieve voorwaarden (voor het krijgen juridische persoonlijkheid): - Verwekt uiterlijk op ogenblik van overlijden - naderhand levend en levensvatbaar geboren 2. De erflater overleven Twee probleemgevallen: afwezigheid en meerdere personen op zelfde ogenblik sterven - Afwezigheid: Vermoeden van afwezigheid (112-117): kan erven, w vertegenwoordigd door gerechtelijk bewindvoerder Feitelijk afwezig: idem Verklaring van afwezigheid (118-124): w als dood beschouwd en kan dus niet erven vanaf datum vonnis - Gelijktijdige overlijden (commorientes) 721 basisregel: personen erven niet van elkaar (= afwijking erfrecht) 3. Niet onwaardig zijn Limitatief in de wet omschreven oorzaken van onwaardigheid: art. 727 - in sommige gevallen vergiffenis mogelijk Er zijn ook enkele bijzondere gronden: -! 18 -

- Ontzetting uit ouderlijk gezag Volledige uit ouderlijk gezag erft niet van betrokken kind en evenmin van diens afstammelingen (33, 5º jeugdbeschermingswet) langstlevende echtgenoot kan zijn erfrecht geheel of gedeeltelijk w uitgesloten (745septies, 1) Gevolgen van onwaardigheid: - geacht nooit enig recht te hebben gehad - rechten van derden ter goeder trouw mogen echter niet geschaad worden Teruggave in waarde indien vervreemding en derde niet op de hoogte - LLE onwaardig verliest alle voordelen uit gemeenschappelijk vermogen blijft evenwel gerechtigd op de helft van de aanwinsten c. Aanvaarding en verwerping van de nalatenschap Principe: erfgenaam heeft drievoudig keuzerecht 1. Zuivere aanvaarding Kan (778) binnen 30 jaar na het overlijden - Uitdrukkelijk: authentieke of onderhandse akte - Stilzwijgend (impliciet): door de goederen in bezit te nemen of te beheren Zeer gevaarlijk indien er schulden zijn aanvaarding werkt terug tot de dag dat erfenis is opengevallen (777) = retroactief 2. Verwerping van de nalatenschap Niemand is verplicht de nalatenschap (zuiver) te aanvaarden kan dus verwerpen Uitzondering: - Art. 792: gedwongen aanvaarding na heling - Art. 1240ter, 3, vierde lid BW: LLE of LLWSP die méér afhaalt dan 1 / 2 de van creditsaldi of 5.000 Verwerping w nooit vermoed verklaring ter griffie vd rechtbank van eerste aanleg Verwerpende erfgenaam w vermoed nooit erfgenaam te zijn - erfdeel komt toe aan zijn afstammelingen bij plaatsvervulling (wet 10 december 2012) Indien plaatsvervulling onmogelijk door aanwas aan mede-erfgenamen in zelfde graad Ouders hebben machtiging nodig om namens hun kinderen te verwerpen (378, jº 410, 1, 5º) 3. Aanvaarden onder voorrecht van boedelbeschrijving Erfgenaam is slechts gehouden tot betaling vd schulden vd nalatenschap tot het bedrag van de waarde der goederen die hij verkrijgt (802). - boedels erflater/erfgenaam w niet vermengd SE van overledenen kunnen alleen goederen uit nalatenschap in beslag nemen door verklaring ter griffie vd RbvEA van arrondissement waar erfenis is opengevallen - Bekendmaking in BS (art. 793) - Verklaring moet voorafgaan of gevolg w door notariële inventaris (794) Hiervoor 3 maanden de tijd + 40 dagen om te beraden (795) In twee gevallen verplicht: - telkens wanneer minderjarigen of beschermde meerderjarigen gerechtigd zijn (zie 410, 1, 5º inzake voogdij) - Wanneer erfgenamen van mening verschillen over aanvaarden of verwerpen (781-782) d. Vereffening en verdeling Indien meerdere erfgenamen erfenis aanvaarden º onverdeeldheid -! 19 -

- Niemand kan verplicht w in onverdeeldheid te blijven kan altijd gevorderd w (815) - Kan wel conventioneel verleng w, telkens voor max. 5 jaar Tegenwerpelijk aan derden-schuldeisers geen onverdeeldheid tussen blote eigenaar en vruchtgebruiker 1. Vorm van verdeling 3 vormen van verdeling: - De minnelijke verdeling (819, eerste lid en 1205 Ger. W.) Wanneer alle mede-eigenaars meerderjarig, bekwam, tegenwoordig of behoorlijk vertegenwoordigd zijn Verdelen in welke vorm en akte dat zij willen (onroerende goederen wel aa nodig) - De bijzondere minnelijke verdeling (1206 Ger. W.) Wanneer er een minderjarige of beschermde meerderjarige mede-eigenaar is Verdelen door notaris, onder voorzitterschap en goedkeuring van de vrederechter - De gerechtelijke verdeling (niet kennen) 2. Betaling van de schulden Iedere erfgenaam kan, vóór de verdeling in natura, de verkoop van de onverdeelde goederen vorderen, zo dit nodig is ter voldoening van de schulden en lasten van de nalatenschap (art. 826 BW) Na verdeling dragen mede-erfgenamen onderling bij in de betaling van de schulden en lasten van de nalatenschap, ieder naar evenredigheid van wat hij daaruit ontvangt (870 BW) Schuldeisers van de overledene hebben het recht de afscheiding van de boedels te vorderen (art. 878 BW); op die manier kunnen zij zich bij voorkeur op de goederen van de nalatenschap laten betalen Schuldeisers van een erfgenaam kunnen de boedelafscheiding niet vorderen (881), maar hebben het recht om (op eigen kosten) in de verdeling tussen te komen (= preventief recht van verzet versus repressieve actio pauliana) 3. Gevolgen van de verdeling Verdeling = declaratief karakter altijd geacht erfgenaam te zijn geweest (883) 4. Nietigheid van de verdeling Wegens geweld, bedrog of benadeling voor meer dan 1/4 de = relatieve nietigheid e. Erfrechtelijke reserve en beschikbaar deel Enkel relevant indien bij schenking of testament over zijn goederen heeft beschikt - Beschikbare gedeelte = gedeelte van nalatenschap waarover erflater bij schenking of bij testament vrij kon beschikken (art. 913-915bis) Reservataire erfgenamen: - descendenten - ascendenten, en - LLE = 1/2 VG ( abstracte reserve) + VG gezinswoning en huisraad ( concrete reserve) f. Basisregels die de toebedeling van een erfenis tussen bloedverwanten bepalen 1. De orde Orde = geheel van erfgenamen die (samen genomen) andere erfgenamen uitsluiten (of worden uitgesloten), ongeacht de graad t.o.v. de erflater Strikte hiërarchie tussen verschillende ordes vroegere sluit verdere uit (uitz. kloving): - Eerste orde: afstammelingen van de overledene (745) Kinderen, kleinkinderen, achterkleinkinderen -! 20 -

- Tweede orde: (half)broers en (half)zussen en hun afstammelingen (748 en 750-751) Vader en moeder Indien zij tot de nalatenschap komen samen met (half)broers of (half)zussen of afstammelingen van deze - Derde orde: alle ascendenten van de overledene (746) Ook vader en moeder indien zij opkomen zonder (half)broer of/en -zus of diens afstammelingen - Vierde orde: alle bloedverwanten in de zijlijn tot en met de vierde graad (753 jº 755) Andere dan (half)broers en (half)zussen en hun afstammelingen 2. De lijn Rechte lijn: stammen van elkaar af Zijlijn: hebben gemeenschappelijke stamouder 3. De graad Definitie 735; berekening rechte lijn 737; berekening zijlijn 738. bloedverwanten verder dan vierde graad erven niet uitzondering: plaatsvervulling (755, eerste lid) Binnen elke orde erft de dichtste in graad uitzondering: plaatsvervulling (745, tweede lid, 746, derde lid en 753, tweede lid) - Gelijk in graad binnen dezelfde orde = gelijk aandeel (verdeling per hoofd) plaatsvervulling = doorbreekt prioriteit volgens graad 4. Plaatsvervulling Fictie in de wet = De afstammelingen van een vooroverleden, verwerpende of onwaardige erfgenaam komen samen tot het erfdeel waarop hun ouder, grootouder, recht had (739 BW) Kunnen bij plaatsvervulling opkomen: de afstammelingen van (tot in het oneindige): - afstammelingen van de overledene - (half)broers en (half)zussen van de overledene - ooms en tantes van de overledene Voorwaarden voor plaatsvervulling: degene wiens plaats men vervult moet: - vooroverleden zijn of gelijktijdig zijn overleden of - de nalatenschap hebben verworpen of - onwaardig zijn om te erven indien geen plaatsvervulling mogelijk bij aanwas overgaan op andere erfgerechtigden Wat ook kan is: - bij plaatsvervulling opkomen voor een persoon wiens nalatenschap men verworpen heeft of - bij plaatsvervulling opkomen voor een persoon t.a.v. wie men zelf onwaardig was om van te erven Verdeling bij staken, niet bij hoofden: komen samen tot erfdeel dat aan hun ouder/ grootouder zou zijn toegekomen -! 21 -

Voorbeeld: we zitten in eerste graad. decujus (DC) heeft twee kinderen die al vooroverleden zijn. Dichtst in graad zijn dus alle KK. 1/2 die naar Z zou gaan wordt dus verdeeld onder KK1 en KK2: krijgen elk 1/4de. 1/2 die naar D zou gaan wordt verdeeld onder KK3, KK4 en KK5 die elk 1/6 krijgen (1/2 verdeeld in 3). Omdat KK3 vooroverleden is, wordt het 1/6 deel verdeel onder de twee AKK: krijgen elk 1/12de. Bijzonder geval: plaatsvervulling ingevolge onwaardigheid: Z heeft vader vermoord en is bijgevolg onwaardig om te erven. KK krijg, via plaatsvervulling, de volledige nalatenschap. Als KK later overlijd gebeurd er iets bijzonders (omdat hij geen afstammelingen nalaat): in principe komt zijn nalatenschap toe aan zijn vader en moeder, waardoor Z toch onrechtstreeks kan erven van decujus. - Indien goederen in natura: vererfd door moeder E - Indien niet meer in natura: Z uit nalatenschap van KK gesloten ten belope van de waarde ervan (op moment dat KK ze verkregen heeft) Art. 730, lid 2: nog rechtstreeks, noch onrechtstreeks vererven door onwaardige ouder van zijn kind. - Berekening: totale nalatenschap - goederen die KK erfde van DC 5. Kloving Rémy Bonnaffé = nalatenschap wordt in twee gelijke delen verdeeld: - 1/2 voor bloedverwanten in vaderlijke lijn - 1/2 voor bloedverwanten in moederlijke lijn binnen elk van beide lijnen erft de dichtste in orde en graad - indien zelfde orde en graad: erven evenveel - Indien geen erfgenamen zijn in ene lijn hun deel geërfd door erfgenamen andere lijn Voorbeeld: dit is derde orde. Dus nalatenschap kloven. Helft naar vaderlijke lijn, helft naar moederlijke lijn. Wie staat dichtst in graad (via plaatsvervulling) bij vaderlijke lijn: O. Dichtst bij moederlijke lijn (via plaatsvervulling): GM. doorbreekt dus hiërarchie van orden (GM derde, O vierde orde) Wanneer? - In principe enkel vanaf derde orde (746 en 753 jº 733) - kleine of beperkte kloving in 2 gevallen: wanneer naast een volle broer/zus ook een halfbroer/-zus tot nalatenschap komt wanneer een halfbroer/-zus van moederszijde EN halfbroer/-zus van vaderszijde tot nalatenschap komen Dan: volle broers/zussen erven in beide lijnen, halfb/-z enkel in hun lijn - Mildering van klovingsprincipe (754): Indien in één lijn een ouder erft en in andere lijn een zijverwant uit de vierde orde Ouder erft ook vruchtgebruik op 1/3 van de goederen die geërfd worden in de andere lijn -! 22 -

Voorbeeld: 2de orde want broers en zussen. Aangezien halfbroer/zus aanwezig: kleine kloving. Helft moeder, helft vader. Vaderlijke lijn wordt verdeeld onder A en B zodat deze elk 1/4de ontvangen. Andere helft komt toe aan moederlijke lijn, die verdeeld wordt onder A, B en C zodat deze elk 1/6de ontvangen. A en B ontvangen dus elk 5/12de. Voorbeeld: 2de orde want broers en zussen. Aangezien halfbroer/zus zowel langst moederlijke als vaderlijke lijn: kleine kloving. Vaderlijke lijn wordt verdeeld onder A en B. krijgen elk 1/4de. Moederlijke lijn volledig naar C, dus 1/2de. g. Erfrecht langstlevende echtgenoot 4.1. In samenloop afstammelingen van de erflater LLE krijgt het vruchtgebruik van de gehele nalatenschap (art. 745bis, 1, eerste lid BW); de afstammelingen slechts blote eigendom 4.2. In samenloop met andere bloedverwanten dan afstammelingen van de erflater LLE krijgt de volle eigendom v/h deel v/d eerststervende in het gemeenschappelijk vermogen en het vruchtgebruik van diens eigen vermogen (art. 745bis, 1, tweede lid) 4.3. In nalatenschap zonder erfgerechtigde bloedverwanten van de erflater LLE krijgt volledige nalatenschap in volle eigendom (745bis, 1, derde lid BW) 4.4. In alle gevallen waarin de gezinswoning werd gehuurd LLE verkrijgt het recht op huur van het onroerend goed dat bij overlijden tot gemeenschappelijke verblijfplaats diende en het vruchtgebruik op het daarin aanwezige huisraad (art. 745bis, 3 BW) h. Omzetting van het vruchtgebruik van de LLE en afkoop van de blote eigendom Rémy Bonnaffé Vruchtgebruik LLE blokkeert nalatenschap - Tussen vruchtgebruiker en blote eigenaar geen onverdeeldheid - Geen uitonverdeeldheid ex art. 815 BW voorzien in een omzettingsrecht voor LLE en/of vruchtgebruiker - Indien blote eigendom behoort aan afstammelingen/gead. kinderen of hun afstamm. LLE of één van blote eigenaars vorderen om VG om te zetten in (745quater, 1, lid 1): Volle eigendom van de met vruchtgebruik belaste goederen Geldsom Gewaarborgde en geïndexeerde rente Geen termijn Rechter heeft discretionaire beoordelingsbevoegdheid Niet vatbaar voor omzetting: gezinswoning + huisraad (745quater, 4) - Indien blote eigendom behoort aan andere personen omzettingsrecht eenzijdig LLE vorderen om VG om te zetten Afkoop eisen van blote eigendom van onroerend goed dat bij nalatenschap tot voornaamste woning diende end daarin aanwezige huisraad (745quater, 2, lid 2) Vervaltermijn van 5 jaar na openvallen nalatenschap (745quater, 2, lid 1) Rechter moet in principe altijd toelaten, kan weigeren (745quater, 2, lid 3) Erflater kan rechten van omzetting ontnemen of beperken, behalve in 2 gevallen: 745quinquies, 2, lid 1 en 2 -! 23 -