Communicatiedomeinen Examennummer: 68495 Datum: 10 december 2011 Tijd: 13:00 uur - 14:30 uur Dit examen bestaat uit 8 pagina s. De opbouw van het examen is als volgt: - 40 meerkeuzevragen (maximaal 40 punten) Heeft u minimaal 28 vragen correct beantwoord, dan heeft u een voldoende behaald. De antwoorden dienen ingevuld te worden op bijgevoegd examenpapier. Schrijf duidelijk leesbaar. Toegestane hulpmiddelen - Geen Wij wensen u veel succes!
Meerkeuzevragen (40 punten) De antwoorden dienen ingevuld te worden op bijgevoegd examenpapier. Voor een correct antwoord: 1 punt. 1. Wat is een mission statement van een organisatie? a. Een afgeleide van de identiteit van een organisatie b. Een afgeleide van de visie van een organisatie c. Een afgeleide van het imago van een organisatie 2. Accountantskantoor WTCC heeft laten onderzoeken hoe zijn klanten aankijken tegen de organisatie. Wat heeft WTCC precies laten onderzoeken? a. De feitelijke identiteit b. Het feitelijke, bewust gedragen imago c. Het feitelijke, onbewust gedragen imago 3. Tijdens het WK start opticien Het zicht een ludieke reclamecampagne. Bij elk doelpunt van het Nederlands elftal krijgt de klant 10,- korting op een brilmontuur. Hoe heet deze vorm van adverteren? a. Corporate financial advertising b. Corporate image advertising c. Corporate issue advertising 4. Wat heeft een organisatie aan de transparantieladder van managementadviesbureau Berenschot? a. Het kan een organisatie helpen om haar reputatie op basis van zes reputatiedrivers in kaart te brengen. b. Het kan een organisatie helpen om permanent aan (cultuur)verbetering te werken. c. Het kan houvast bieden om de communicatie over maatschappelijk verantwoord ondernemen in stappen op te bouwen. NCOI Opleidingsgroep 1
5. Wat houdt de term prosumer in? a. Mensen die nieuwe producten ontwikkelen voor consumenten. b. Mensen die vooroplopen in hun sociale netwerk. c. Mensen die weinig invloed hebben op het aankoopgedrag van hun omgeving. 6. Waarom is interne communicatie erg belangrijk voor effectieve organisaties? a. Omdat medewerkers dan bijvoorbeeld in een personeelsblad geïnformeerd kunnen worden over de efficiëntie van de organisatie. b. Omdat medewerkers informatie nodig hebben om efficiënt te kunnen werken. c. Omdat medewerkers met deze informatie bij kunnen dragen aan een positief imago van de organisatie. 7. Interne communicatie kent vier hoofdfuncties binnen een organisatie. Welke twee functies dragen vooral bij aan de productiviteit van een organisatie? a. Motiveren van medewerkers en beleidsinformatie b. Kennismanagement en beleidsinformatie c. Taakinformatie en kennismanagement 8. Boekhandel Van A tot Z gaat fuseren met kantoorboekhandel Van Bekkum. De fusie heeft nogal wat gevolgen voor alle medewerkers: sommige medewerkers moeten andere taken gaan uitvoeren. Een aantal medewerkers is zelfs overtollig! De directeur van Boekhandel Van A tot Z heeft zijn medewerkers geïnformeerd over de vele veranderingen. Twee medewerkers kon hij niet informeren; die zijn op dit moment met zwangerschapsverlof. De directeur besluit hen via een brief te informeren over de situatie en de gevolgen ervan. Is een brief een geschikt medium om deze medewerkers te informeren over de fusie? a. Ja, want een brief is erg mediarijk. b. Ja, want voor complex nieuws is een arm medium erg geschikt. c. Nee, want voor complex nieuws is een rijk medium geschikter. 9. Geeske werkt voor een project samen met collega s van andere afdelingen in een multidisciplinair team. Een leidinggevende van de andere afdeling stuurt het multidisciplinaire team aan. Hoe heet deze vorm van communicatie? a. Diagonale communicatie b. Horizontale communicatie c. Parallelle communicatie NCOI Opleidingsgroep 2
10. Een organisatie voert intranet in. Wat kan een nadeel van intranet zijn? a. De communicatie in de lijn verloopt minder. b. De gebruiker weet niet altijd of de informatie recent is. c. Intranet leidt tot meer grenzen binnen de organisatie. 11. Fiona werkt sinds kort bij een bedrijf waar nauwelijks bazen of ondergeschikten zijn. Ze merkt dat er in dat bedrijf dan ook weinig aandacht aan interne communicatie wordt besteed. Zo wordt er via de hiërarchische lijn weinig gecommuniceerd. De leiding beperkt zich tot het aannemen van nieuw personeel en tot het sturen op werkresultaten op de lange termijn. De horizontale communicatie beperkt zich tot afspraken over de taakverdeling. In welk type organisatie volgens Minzberg werkt Fiona? a. Adhocratie b. Machinebureaucratie c. Ondernemende structuur 12. In een bedrijf in Frankrijk is men gevoelig voor hiërarchie en accepteren de medewerkers over het algemeen duidelijke regels die gelden voor interne communicatie. De medewerkers zullen de regels waarschijnlijk goed naleven. Wat zegt dat over de dimensies van machtsafstand en onzekerheidsvermijding die Hofstede onderscheidt? a. Het bedrijf kent een redelijk grote machtsafstand en een redelijk kleine onzekerheidsvermijding. b. Het bedrijf kent een redelijk grote machtsafstand en een redelijk sterke onzekerheidsvermijding. c. Het bedrijf kent een redelijk kleine machtsafstand en een redelijk zwakke onzekerheidsvermijding. 13. llse werkt sinds kort op een uitzendbureau. Ze is erg blij met haar baas Sigrid. Sigrid geeft op een coachende manier leiding. Ze probeert samen met haar medewerkers vragen op te lossen en is daarbij taakgericht; samen met de medewerkers zoekt Sigrid naar de beste oplossingen. Dat vindt Ilse fijn; ze voelt zich gesteund door Sigrid, maar ook door haar andere collega s. Bovendien vindt Ilse het fijn dat de sfeer erg open is: conflicten worden meteen uitgesproken. Welke leiderschapsstijl past Sigrid toe volgens Hersey en Blanchard? a. Delegerende stijl b. Onderhandelende stijl c. Participatieve stijl 3 NCOI Opleidingsgroep
14. Bij het opstellen van een goede structuur voor de interne communicatie kan de communicatie onderverdeeld worden in een basispakket en een aanvullend pakket. Welke stelling over een goede interne communicatie is correct? a. Het basispakket is bestemd voor het uitwisselen van verschillende soorten informatie. b. Het basispakket is uitsluitend geschikt voor top-down- en bottom-upcommunicatie. c. In het basispakket zitten onder meer bulletins, sites en presentaties voor interne projecten. 15. Het opstellen van een basisstructuur voor de interne communicatie verloopt volgens een aantal stappen. Wat is de juiste volgorde van deze stappen? a. huidige kanalen en middelen opstellen knelpunten en mogelijkheden vaststellen wensen en informatiebehoefte doelgroepen vaststellen nieuwe communicatiestructuur uitwerken b. huidige kanalen en middelen opstellen wensen en informatiebehoefte doelgroepen vaststellen knelpunten en mogelijkheden vaststellen nieuwe communicatiestructuur uitwerken c. knelpunten en mogelijkheden vaststellen huidige kanalen en middelen opstellen wensen en informatiebehoefte doelgroepen vaststellen nieuwe communicatiestructuur uitwerken 16. De wijze waarop een organisatie haar interne communicatie inricht, hangt af van haar visie op communicatie. Wat is een expliciete basis voor de visie van een bedrijf op communicatie? a. De missie van de organisatie. b. Het beeld dat het bedrijf heeft van mensen. c. Het beeld dat het bedrijf heeft van organisaties. 17. Myrna stelt een nieuwe interne communicatiestructuur op voor haar organisatie. Myrna is een groot voorstander van zo veel mogelijk segmentatie. Haar baas is echter minder enthousiast over segmentatie. Welk voordeel van segmentatie kan Myrna noemen om haar baas te overtuigen? a. De informatiebehoefte verschilt per doelgroep. b. Iedereen heeft recht op dezelfde informatie. c. Segmentatie voorkomt dat de leiding bepaalt wat goed voor medewerkers is. NCOI Opleidingsgroep 4
18. Een voordeel van intranet is dat een bedrijf via intranet informatie beschikbaar kan stellen voor medewerkers met dezelfde gemeenschappelijk interesse. Hoe heet deze vorm van informatievoorziening via intranet? a. Broadcasting b. Narrowcasting c. Webcasting 19. Voor welk type communicatie leent een weblog of blog zich goed in een bedrijf? a. Horizontale communicatie b. Parallelle communicatie c. Top-downcommunicatie 20. Wiebe stelt een knipselkrant op voor zijn organisatie. Wat is het doel van zo n knipselkrant? a. Op de hoogte blijven van belangrijke ontwikkelingen in de branche. b. Op de hoogte blijven van belangrijke ontwikkelingen in de eigen organisatie. c. Op de hoogte blijven van de manier waarop de organisatie over de buitenwereld bericht. 21. Wat is een belangrijke functie van een merk voor een bedrijf? a. Gemak bij het kopen b. Gemakkelijkere productintroducties c. Psychosociale functie 22. De consumentenmarkt en de zakelijke markt verschillen van elkaar. Welke typering van beide markten is juist? a. In de consumentenmarkt is de duur van het aankoopproces kort, in de zakelijke markt lang. b. In de consumentenmarkt is de informatiebehoefte groot, in de zakelijke markt klein. c. In de consumentenmarkt is het aantal potentiële afnemers klein, in de zakelijke markt groot. 23. Het cosmeticabedrijf Ultimo heeft een nieuw damesparfum ontwikkeld. Het nieuwe parfum is alleen verkrijgbaar in een aantal chique parfumerieën en warenhuizen. Hoe heet deze vorm van distributie? a. Exclusieve distributie b. Intensieve distributie c. Selectieve distributie 5 NCOI Opleidingsgroep
24. Sigarenfabrikant Sigaro zorgt vooral via persoonlijke verkoop en handelspromoties dat detaillisten zijn sigaren verkopen aan de consument. Welke strategie past Sigaro toe? a. Mediastrategie b. Pull-strategie c. Push-strategie 25. Eline koopt deodorant in een drogisterij. Ze ziet dat de deodorant van het merk Puur in de aanbieding is: drie deorollers voor de prijs van twee. Eline gaat met drie deorollers Puur naar huis. Wat voor soort marketingcommunicatie past het merk Puur toe? a. Actiecommunicatie b. Pleitcommunicatie c. Thematische communicatie 26. Wat is het verschil tussen propaganda en reclame? a. Propaganda heeft een commerciële doelstelling; reclame bevordert stelselmatig wederzijds begrip tussen een organisatie en haar publieksgroepen. b. Propaganda heeft een ideële doelstelling; reclame een commerciële. c. Propaganda is een tijdelijke verbetering van de prijs-waardeverhouding van een product; reclame een permanente. 27. Evita werkt voor een levensmiddelenketen. Ze wil voor haar bedrijf een marketingcommunicatie-instrument inzetten dat kortdurend is, en dat inspeelt op de kennis en attitude van haar consumenten. Voor welk marketingcommunicatie-instrument kan Evita het beste kiezen? a. Marketing-pr b. Reclame c. Winkelcommunicatie 28. Waarom is het verstandig om bij de uitwerking van een marketingcommunicatieplan de communicatie-inspanningen op een kleine doelgroep te richten? a. Omdat dat goedkoper is. b. Omdat de boodschap dan specifiek op de doelgroep afgestemd kan worden. c. Omdat iedereen zich dan aangesproken voelt door de boodschap. 29. Jasmijn wil het effect van de reclamecampagne van haar bedrijf vaststellen. Wat is een voorwaarde voor een evaluatie van de campagne? a. Nauwkeurig geformuleerde doelgroep b. Nauwkeurig geformuleerde doelstellingen c. Nauwkeurig geformuleerde strategie NCOI Opleidingsgroep 6
30. Bij de creatieve ontwikkeling van een marketingcommunicatiecampagne gaat het erom wat er gezegd wordt over een product, en hoe. Hoe wordt dat wat ook wel aangeduid (in vaktermen)? a. Brand stature b. Concept c. Propositie 31. Waarop is de positionering van een merk gericht? a. Op de attitude van een consument b. Op de cognitie van een consument c. Op de perceptie van een consument 32. Wat is een gesloten propositie? a. De doelstelling dat een consument een product frequenter gebruikt. b. De doelstelling dat een consument een product of dienst aankoopt. c. De doelstelling dat een consument informatie opvraagt. 33. Tariq werkt op de afdeling Communicatie van een bedrijf dat gereedschap maakt. Hij stelt de gebruiksaanwijzing op van een zaagmachine. Tariq begint de gebruiksaanwijzing met de aanhef: Geachte koper, gefeliciteerd met uw aankoop van zaagmachine ZA423! Van welke functie van marketingcommunicatie is deze aanhef een voorbeeld? a. Bevestigende functie b. Informerende functie c. Structurerende functie 34. Bedrijven willen graag weten wat de merkattitude van de consument is ten opzichte van hun merk. Om dit te weten te komen, meten bedrijven onder meer de vitaliteit van een merk. Waarop is deze vitaliteit gebaseerd? a. Relevantie b. Vertrouwdheid c. Waardering 35. Welke marketingcommunicatie-instrumenten maken vaak gebruik van het mediumtype reclameartikelen? a. Public relations en sponsoring b. Reclame en beurzen c. Tentoonstellingen en public relations 7 NCOI Opleidingsgroep
36. Een fototoestellenfabrikant wil zijn nieuwste type fototoestel bij een groot publiek onder de aandacht brengen. Tv-reclame lijkt de fabrikant het beste middel, bij voorkeur in de vorm van branded content. De fabrikant mikt met zijn fototoestel op een jong, hip publiek. Hij wil daarom graag dat zijn product gebruikt wordt door personages in een populaire soap. De kijkers van deze soap zijn precies zijn doelgroep. Als zij zien dat hun tv-helden dat fototoestel gebruiken, dan gaan zij dat vast ook doen. Hoe heet deze vorm van televisiesponsoring? a. Inscript sponsoring b. Product placement c. Programmaparticipatie 37. Miranda wil weten hoe laat het vliegtuig van haar zoon landt op Schiphol. Ze kijkt daarvoor op teletekst. Hoe heet deze vorm van informatieopslag? a. Allocutie b. Consultatie c. Conversatie 38. Sing Lee werkt voor een aannemersbedrijf. Hij wil via retentiemarketing een aantal marketingcommunicatie-instrumenten inzetten. Eerst wil hij prospects werven uit de doelgroep (1), daarna wil hij van de prospects klanten maken (2). Tot slot wil hij zijn bestaande klanten behouden (3). In welke volgorde kan hij de volgende marketingcommunicatie-instrumenten het beste inzetten om dit te bereiken? a. Cross-selling (1) Gouden Gids (2) telemarketing (3) b. Gouden Gids (1) telemarketing (2) cross-selling (3) c. Telemarketing (1) cross-selling (2) Gouden Gids (3) 39. Fietsenfabriek Cyclo is sinds kort gefuseerd met fietsenfabriek Rapido. Het nieuwe bedrijf, CycloRapido, heeft laten onderzoeken hoe het gesteld is met de corporate identiteit en het imago van het bedrijf. Uit de onderzoeksresultaten blijkt dat het imago (nog) negatiever is dan de identiteit. Wat kan CycloRapido het beste doen om dit te veranderen? a. Eerst het imago verbeteren en vervolgens indien nodig de identiteit b. Indien nodig eerst de identiteit verbeteren en dan het imago c. Tegelijkertijd het imago en de identiteit verbeteren 40. Als een bedrijf samenwerkt met een communicatieadviesbureau, dan kan dat via verschillende modellen gebeuren. Welk model heeft vaak de voorkeur van middelgrote en grote organisaties? a. Coördinatie door de opdrachtgever b. Coördinatie door één bureau c. Coördinatie door één bureaugroep NCOI Opleidingsgroep 8