Van interim manager naar interim professional?



Vergelijkbare documenten
Van interim manager naar interim professional?

The Netherlands of

The Netherlands of

The Netherlands of 2040 en de Olympische Spelen George Gelauff Hogeschool Amsterdam 1 februari 2012

Leo Witvliet. Instituut voor Interventie Management. Marktverkenning Interim Management. dr. mr. Leo Witvliet. juni 2008.

The Netherlands of

The Netherlands of

3.2 De omvang van de werkgelegenheid

Open Data laten stromen Nederland in Europees perspectief

Taak en plaats in George Gelauff NOBCO conferentie 2011 Tijden veranderen Tijden veranderen Scenariostudies

New CPB Scenario Study. Question. Approach. Answer. Policy. How will we earn our daily bread in 2040? Scenarios to deal with uncertainty

Een goede opleiding werkt!

Over Ren Steenvoorden

de wereld van werk trends en ontwikkelingen Ton Hopmans Managing Director Yacht

Taak en plaats in 2040 George Gelauff NOBCO conferentie 2011

The digital transformation executive study

In dit document worden de belangrijkste gegevens (ook in vergelijk met andere jaren) uit dit onderzoek per onderwerp kort neergezet:

Hieronder volgen hiervan een aantal gegevens en de vragen die (extra) gesteld zijn.

STAND VAN ZAKEN EURO PLUS-PACT

Samenvatting Flanders DC studie Internationalisatie van KMO s

Aantal financials dat actief een andere functie zoekt bijna verdubbeld

De toekomst van consultancy

Wie werf je vast en wie werf je flex? De Wereld Werft december Geert-Jan Waasdorp

INTERNATIONALISERING ARBEIDSMARKT. Han van Horen

"Flexwerken met de goede intentie geeft energie in het bedrijf"

HOE BETAALT U? HOE ZOU U WILLEN BETALEN?

Huidig economisch klimaat

The Netherlands of

Grensoverschrijdende aftrek van fiscale verliezen

KWARTAALMONITOR APRIL Omzetontwikkeling van freelancers en flexwerkers in Nederland

. Winstgevendheid door wenbaarheid. Wendbare organisaties bieden zekerheid voor de toekomst. 24 april 2012

Barometer van de informatiemaatschappij (2017) Juli Barometer van de informatiemaatschappij

Bedrijfsprofiel. Constant Jurgens

Betalingsachterstand bij handelstransacties

Meting economisch klimaat, november 2013

Prioriteiten op energiegebied voor Europa Presentatie door de heer J.M. Barroso,

WAAROM IS FRANKRIJK AANTREKKELIJK VOOR NEDERLANDSE INVESTEERDERS?

Barometer van de informatiemaatchappij (2018) Oktober Barometer van de informatiemaatschappij

De arbeidsmarkt klimt uit het dal

1.1 Bevolkingsontwikkeling Bevolkingsopbouw Vergrijzing Migratie Samenvatting 12

Ondanks de in 2014 massaal geuite ambitie en wens tot verandering van werkgever is maar een klein deel in 2015 overgestapt

concurrentiefactor arbeid Arbeid Werkt! Logistic Labour Survey 2014 NDL, TLN, Tempo-Team Agenda

Conclusies enquête The Future Group. November 2015

Globalisering, technologische verandering en de polarisatie van de arbeidsmarkt

JAARMONITOR 2016 JANUARI Omzetontwikkeling van freelancers en flexwerkers in Nederland

Leiderschap in Turbulente Tijden

Minder faillissementen in 2016

Europese feestdagen 2019

Vier Trends rond Regio Zwolle. Hans Peter Benschop Trendbureau Overijssel Zwolle, 31 oktober 2014

Highlights Regio in Beeld Arbeidsmarktregio Rijk van Nijmegen

Europese feestdagen 2018

Highlights Regio in Beeld Arbeidsmarktregio Gooi en Vechtstreek

Highlights Regio in Beeld Arbeidsmarktregio Gorinchem

Impact Cloud computing

De Wet Werk en Zekerheid in economisch grillige tijden

Highlights Regio in Beeld Arbeidsmarktregio Amersfoort

Risicomanagement in de industrie Ben Dankbaar

Gender: de ideale mix

Europese feestdagen 2017

ENQUÊTE OVER DIVERSITEIT OP HET WERK EN ANTIDISCRIMINAT

Sparren met collega-kantoren. Verstevigen van de concurrentiepositie, 15 januari 2019

Pensioenbeleid als antwoord op onzekerheid over de lange termijn

Onafhankelijke denktank Fact-based Lange termijn

Op zoek naar de juiste professional? Smart Recruitment

UIT de arbeidsmarkt

Meer werk door meer mobiliteit

ARBEIDSMARKT. in de Vlaams-Nederlandse Delta Van knelpunt naar slimme kracht. Dick van der Wouw Joris Meijaard

Tijdbom onder arbeidsmarkt financiële dienstverlening

Cloud adoptie in Europa:

KWARTAALMONITOR APRIL Omzetontwikkeling van freelancers en flexwerkers in Nederland

Netwerk organisatie. Toekomst voor succesvolle professionals? Netwerkorganisaties - Alita de Haan

8. Werken in bestuur en zorg

Zzp er: werknemer nieuwe stijl

Omarm de cloud. Een onderzoek naar de acceptatie van cloud computing onder Europese MKB s

Nederland zakt vier plaatsen op Human Capital Index: vaardigheden en kennis van oudere leeftijdscategorieën blijven onbenut.

Pensioenbeleid als antwoord op onzekerheid over de lange termijn Frank Vandenbroucke Universiteit van Amsterdam

Secundaire arbeidsvoorwaarden van primair belang. Sandra Terwolbeck, Amstelveen 8 oktober 2008

Charley Beerman. VNU Media. ZZP nader bekeken. Charley Beerman, VNU Media

Via 2012 naar Perspectieven voor NO Overijssel op korte en lange termijn. George Gelauff. 5 januari 2012

Allochtonen op de arbeidsmarkt

E-commerce in de industrie 1

Een uitdagende arbeidsmarkt. Erik Oosterveld 24 juni 2014

Highlights Regio in Beeld Arbeidsmarktregio Zeeland

Salarissen en competenties van MBO-BOL gediplomeerden: Feiten en cijfers

Snapshots van de regionale economie

Industrie & innovatie

De maakindustrie in Midden-Limburg

EBU College Snapshots van de economie in regio Utrecht. Monique Roso, 12 maart 2014!

Sterk voor werk DE FEITEN OP EEN RIJ

Voorwoord. Uitkomsten enquête

Exportmonitor Het noordelijke bedrijfsleven wordt steeds internationaler

Impact Cloud computing

Ordina ICT Talent Development. Zijn uw ICT medewerkers klaar voor de toekomst?

Conjunctuur enquête. Technologische Industrie Nederland

AgriFood Capital Monitor Belangrijkste feiten en cijfers

Recepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België

Vacatures in de industrie 1

In samenwerking met. White paper. grafieken. interim index 8. vakmanschap is niet genoeg. Your business technologists.

.bedomeinnamen. onder de loep 2011

Highlights Regio in Beeld Arbeidsmarktregio Zuid-Holland Centraal

Transcriptie:

Van interim manager naar interim professional? ZAKELIJKE DIENSTVERLENING n Een wake up call voor interim management

Inhoudsopgave Voorwoord 3 Inleiding 7 Zakelijke dienstverlening in macro-economisch perspectief 13 Conceptueel kader 23 Onderzoeksbevindingen 41 Aanbevelingen 57 Nawoord en visie ABN AMRO 65 1

2

Voorwoord In de voorafgaande twee rapporten over Human Capital hebben we stilgestaan bij de flexibele schil en de aanbieders van flexdiensten. We hebben onderzocht hoe de verschillende aanbieders van flexibele arbeidsoplossingen profiteren van de groei van de toename van de flexibele schil binnen bedrijven. In de vele gesprekken die wij afgelopen jaar hebben gevoerd met ondernemers, hebben wij bevestiging gekregen van de groei van de flexibele schil. In het eerste deel van deze Human Capital trilogie Human Capital in de 21ste eeuw (mei 2008) hebben we gekeken naar toekomstscenario s die gebaseerd zijn op de assen economische recessie/groei en weinig/veel globalisering van de arbeidsmarkt. De inkt was nog niet droog of in september van dat jaar viel het doek voor de zakenbank Lehmann Brothers. We kwamen door deze wereldwijde crisis al snel terecht in het recessiegedeelte van de scenario s. De crisis heeft inmiddels zijn verwoestende sporen achtergelaten. Een aantal toeleveranciers van (flexibele) arbeid is hard geraakt; uitzenders, detacheerders, werving- en selectiebedrijven en interim management bureaus hebben harde klappen gekregen. Reden om in het tweede rapport Update Human Capital (november 2009) te kijken naar nieuwe scenario s. In dit rapport stonden twee nieuwe assen centraal in het toekomstmodel voor Human Capital. In de eerste plaats de vraag of het herstel van de recessie snel plaatsvindt of langzaam. Een vraag die op dit moment nog actueel is. De tweede as gaat over hoe werkgevers en werknemers tegen werk aankijken. Ook deze vraag is nog zeer actueel vooral nu de jongste generatie op de arbeidsmarkt komt (generatie Einstein). Wereldbeeld 1 Doorgroeien op platgetreden paden V-vormig verloop recessie Wereldbeeld 2 Ondernemend in organische netwerken Impact mentaliteitsverandering klein Impact mentaliteitsverandering groot Wereldbeeld 4 De hang naar het vertrouwde L-vormig verloop recessie Wereldbeeld 3 Navigeren naar nieuwe groei Een van de bevindingen van het rapport is dat de mentaliteitsverandering ten opzichte van werk (betere balans werk-privé, meer vrijheid en verantwoordelijkheid, sneller veranderen van baan, minder gehecht aan vaste baan) gewoon doorgaat, ook als de economische groei minder is. 3

In dit derde rapport over Human Capital kijken we meer in detail naar interim management. Tegen de verwachting in, hebben interim managers niet geprofiteerd van de huidige onzekerheid bij werkgevers. De interim management bureaus met vast personeel hebben het moeilijk door de sterke daling van het aantal beschikbare projecten. De interim manager die gekozen heeft voor een bestaan als ZZP er (de Zelfstandige Zonder Personeel) heeft eveneens te maken met grote druk op de tarieven en met het vinden van projecten. Definiëring interim management Hoewel er geen eenduidige definitie van interim management bestaat, omvat interim management in essentie de drie-eenheid van: adviseren; operationeel managen en het implementeren van veranderingen/verbetering. En kent navolgende componenten: tijdelijkheid; gericht op uniek organisatieprobleem of opdracht (doch vaak ook met een onjuiste en onheldere opdrachtstelling); leidinggevend en bepaalde eindverantwoordelijkheid. We zullen in dit rapport beschrijven hoe interim management, consulting en detachering steeds meer in elkaar overvloeien. Voorts staan wij in dit rapport stil bij de Zelfstandige Professional (ZP er): in veel gevallen een hoogopgeleide specialist die zijn diensten op tijdelijke basis aanbiedt al dan niet in dienst van een bedrijf, gelieerd aan een bedrijf of als ondernemer. Onze verwachting is dat deze groep in aantal zal toenemen en dat bedrijven steeds minder onderscheid gaan maken tussen eigen specialisten en specialisten van buiten. Voor de bemiddelaars van deze ZP ers is het dus zaak goed na te denken over het bedieningsconcept voor deze professionals. Een zuiver winstgebaseerde benadering zou wel eens contraproductief kunnen werken. Een detacheerder werkt graag met professionals in dienst omdat de marges hoger zijn dan bij het bemiddelen van ZP ers. Wat voor grote bedrijven geldt (inleners), geldt tot op zekere hoogte ook voor detacheerders, consultants en interim management bureaus. In de levenscyclus van de zelfstandige professional komt vroeg of laat het moment dat de mogelijkheid zich voordoet te kiezen voor het ondernemerschap. En dan geldt hetzelfde als voor kinderen die volwassen worden en het ouderlijk nest verlaten, ze komen vaak terug bij het oude honk maar wonen er niet. Een speciaal woord van dank aan de mensen die inhoudelijk hebben bijgedragen aan dit rapport: Leo Witvliet (Nyenrode), Piethein de Sonnaville (Atos Interim Management), Steve Sichtman (Blue Carpet), Jeroen Sakkers (Victor Mundi), Marcel Quanjel en Gerda van Dijk van het IVA gelieerd aan de Universiteit van Tilburg. De redactionele- en opmaak gerelateerde hulp van Judith Touw, Jarrod Leeds en Octave Regout zijn ook onmisbaar gebleken. We wensen u veel leesplezier in dit derde deel van de Human Capital trilogie. Han Mesters Sector Banker zakelijke dienstverlening ABN AMRO 4

5

6

Inleiding In zijn oratie, uitgesproken op 11 oktober 2010, gaat prof. dr. mr. Leo Witvliet in op de geschiedenis van interim management in ons land en kijkt hij naar de toekomst van dit vakgebied: ( ) Ik kom tot de conclusie dat zowel management als interim management uit een geheel ander vaatje zullen moeten tappen. Met de samenlevingscontext van 1970 als ijkpunt - het moment waarop het professionele interim management ontstaan is - in vergelijking tot de huidige context, zien wij wezenlijke veranderingen: de opkomst van de netwerksamenleving, ICT doorbraken, flexibilisering, marktwerking, mondialisering en individualisering, hetgeen diversiteit in volle omvang tot gevolg heeft. Ik zal ingaan op het permanente karakter van deze veranderingen en de snelheid waarmee deze en nieuwe veranderingen op ons afkomen. Deze permanente turbulentie en elkaar overlappende en tegenstrijdige ontwikkelingen, zullen veel vragen van leiderschap. En om leiderschap zal het gaan in de nabije toekomst. Leiderschap dat te maken krijgt met vraagstukken waarvoor geen eenduidige antwoorden beschikbaar zijn, de zogenaamde wicked problems. ( ) Projectmatig werken, waarbij interne mensen op flexibele wijze ingezet worden en het ontstaan van interne interim management bureaus of project- programmabureaus, bemenst door eigen professionals die een keuze gemaakt hebben voor dit soort werk of daar gedetacheerd zijn in het kader van bijvoorbeeld carrière-ontwikkeling, is een flexibiliseringontwikkeling die wij op veel plaatsen van de grond zien komen. Hier is een bewuste keuze gemaakt om eigen medewerkers interim management en interim professional opdrachten te laten uitvoeren. Deze opdrachten zijn zonder meer vergelijkbaar met de opdrachten van externe interim managers. Daarmee wordt ook duidelijk dat de discussie over interim management zich niet laat beperken tot alleen de zelfstandig gevestigde interim managers. ( ) Daarmee komen wij tot de belangrijke constatering dat het management zelf onderdeel van het probleem geworden is, als wij het hebben over bestuurbaarheidvraagstukken van organisaties. Ik citeer Peter Senge: Problemen waarbij wij het management het probleem vormen. We kunnen aardig goed vertellen hoe ze moeten veranderen, maar onszelf veranderen, daar zijn wij minder goed in. Senge zegt verder: Managers willen zich best committeren aan verandering, mits zij er maar geen gevolgen van ondervinden. Zij verdringen de onbespreekbare onderwerpen, die te riskant zijn om over te praten. Het is een diep ingesleten gewoonte om symptomen te bestrijden en de diepere, aan het systeem inherente oorzaken van problemen te negeren. Dit rapport richt zich op de analyse van de vraag naar interim managers. De reden hiervoor is dat we in de voorgaande Human Capital rapporten onvoldoende hebben stilgestaan bij deze groep. Een andere reden is dat de groep van interim managers raakvlakken heeft met zowel ZZP ers, gespecialiseerd uitzenden, detacheerders en consultancy. Het is een mooie doelgroep om de dynamiek van flexibel werk aan te tonen. In Nederland zijn tussen 15.000 en 20.000 interim managers werkzaam. De economische waarde die deze markt vertegenwoordigt, bedraagt tussen 3 en 4,5 miljard euro. 7

Uit een onderzoek van Atos interim management (december 2010) komt naar voren dat twee op de vijf organisaties verwachten dat de vaste groep externen in omvang zal groeien: Onder deze tijdelijke professionals bevinden zich veel project- en programmanagers, vaak jongere interim managers, die vooral voor grotere organisaties werkzaam zijn. Soms is de inzet van externen geboren uit nood: als oplossing voor de schaarste op de arbeidsmarkt of om snel specialistische hulp in te schakelen. Zelden is het een bewuste strategische keuze, gebaseerd op een doortimmerd beleid. Tijdelijk werk neemt toe in Nederland: van 23% in 1996 naar 34% in 2009 6.000 5.000 4.000 3.000 2.000 x 1000 1.000 0 1996 2006 2007 2008 2009 Vast werk Tijdelijk werk, contractanten Uitzendkrachten ZZP'ers Totaal flexibele schil Bron: Tabel 4, UWV, Kennismemo 10 02, april 2010 In hetzelfde onderzoek van Atos komen grote verschillen naar voren tussen de sectoren en tussen de te vervullen functies (manager versus specialist). In de sectoren industrie, diensten, retail en in de subsector financiële dienstverlening, verwachten de meeste opdrachtgevers een substantiële stijging. Het minst stijgt de vraag naar flexibele arbeid bij de overheid. De overheid is de enige sector waar in het eerste halfjaar van 2011 een zeer sterke daling (65 procent) wordt verwacht. In 2009 was dit nog 43 procent. Opvallend is dat voor zo n 70 procent van de organisaties die gebruikmaken van externen geldt dat deze na het eind van hun opdracht niet structureel worden gevolgd door hun opdrachtgever. Hoe belangrijk de overheid is als markt voor interim professionals blijkt uit de volgende cijfers: in 2009 werd er voor 1,3 miljard euro bij de overheid aan externe inhuur gerealiseerd, waarvan aan uitzendwerk 815 miljoen, voornamelijk vanwege pieken, ziekte en projecten (tijdelijk werk). Van de 1,3 miljard ging 180 miljoen op aan management- en organisatieadvies, waarvan 25 miljoen aan interim management, 57 miljoen aan organisatieadvies, 77 miljoen aan beleidsadvies en 20 miljoen aan communicatieadvies (Bron: oratie Leo Witvliet). Het vermoeden bestaat dat de hierboven gebruikte segmentatie van externe inhuur niet juist is en dat de echte inzet van interim management veel groter is dan de genoemde 25 8

miljoen. Reden is dat binnen organisatieadvies, communicatieadvies en beleidsadvies ook veel interim managers werkzaam zijn. De centrale vraag van het rapport is: Hoe kijken bedrijven aan tegen de inhuur van interim professionals? Van belang is daarbij een onderscheid te maken tussen de top van de interim professionals en de interim professionals die meer als een commodity gezien worden. We zien dat met betrekking tot de inhuur van de top van interim managers een andere dynamiek en prijsstelling van toepassing is dan in het meer commodity-achtige deel van de interim management markt. Voorts zien we binnen bedrijven een andere attitude ten opzichte van niet-specialistische interim managers. Generalisten hebben het na het begin van de crisis aanzienlijk moeilijker om aan projecten komen dan specialisten. De vraag is dan ook in hoeverre interim management gaat profiteren van de groei van de flexibele schil binnen bedrijven. Onze insteek voor dit rapport is de overtuiging dat de flexibele schil sterk zal toenemen in de meeste sectoren de komende jaren. Niet alle specialisten zijn het hier over eens, getuige het volgende citaat uit Intermediair: (..) Hoewel de cijfers van het CBS het afgelopen jaar een constant beeld tonen van de verhouding vaste werknemers (80% van de werkenden), flexwerkers (8%) en zelfstandigen (12%), zal de arbeidsmarkt radicaal veranderen, zo verwacht Steve Sichtman, managing partner van online interim-professionals netwerk Blue Carpet. Tussen nu en 2015 zal ruim 30 procent van het totale personeelsbestand in Nederland uit de flexibele schil bestaan. Naast de onvermijdelijke krapte op de arbeidsmarkt door de vergrijzingsgolf, wordt dit volgens Sichtman ook veroorzaakt door de rigoureuze bezuinigingen en reorganisaties die bedrijven hebben doorgevoerd. Organisaties hebben zich hiermee impopulair gemaakt en ongewild het ondernemerschap onder werknemers aangemoedigd. Zelfstandige professionals hebben straks de werkgevers voor het uitkiezen en zullen de disloyale werkgevers keihard afstraffen. Werkgevers die zich nu niet aantrekkelijk opstellen voor zelfstandigen, missen zodra de economie aantrekt de boot en verliezen de grip op hoogwaardig personeel. Hugo Hairwassers, mede-eigenaar van arbeidsbemiddelingsbureau JOP, constateert overigens exact het tegenovergestelde. In het verleden zijn veel managers en goede specialisten opgekocht door bureaus en voor dubbele tarieven teruggezet in de markt. Veel interimmers kiezen echter weer voor een vast dienstverband. De arbeidsmarkt komt - zeker voor de overheid - eindelijk in evenwicht en de behoefte om formatie te vullen met tijdelijke mensen komt hierdoor in de toekomst juist steeds vaker te vervallen. Het zijn twee volstrekt tegenovergestelde meningen. En de waarheid zal zoals gewoonlijk wel in het midden liggen. Toch wordt algemeen aangenomen dat flexwerken na de crisis een grote vlucht zal nemen. Niet langer zullen kosten dé overweging zijn, maar flexibiliteit wordt de norm, beweert Geert-Jan Waasdorp, directeur-eigenaar van arbeidsmarktspecialist Intelligence Group. De verhouding vast- flexibel in het personeelsbestand wordt een strategische overweging in het HR- en recruitmentbeleid van na de crisis, zo verwacht Waasdorp, die een shift in het denken over vast/flex voorziet. Bron: Intermediair, juni 2010 9

Flexibele schil vs flexibele kern Arbeidsmarktspecialist Bas van de Haterd komt met een nieuwe invalshoek in de discussie over flexibele schil: Een discussie die ik volledig miste was het feit dat er steeds meer gepraat wordt over een flexibele schil, de medewerkers aan de rand, terwijl steeds meer organisaties eigenlijk werken met een flexibele kern. Vaak zijn het kenniswerkers die flexibel zijn, zelfstandige professionals in het hart van de organisatie. Belangrijke IT ers die helemaal niet meer op de loonlijst staan, interim marketing managers die de strategie helpen uitzetten of interim recruiters die de recruitmentstrategie bedenken en uitzetten. Bron: www.rectec.nl/2010/10/07/de-flexibele-organisatie-van-morgen/ Deze ontwikkeling wordt bevestigd door een aantal grote bedrijven die wij gesproken hebben. KPN bijvoorbeeld, is voor complexe projecten steeds meer afhankelijk van specialisten die niet in dienst zijn van KPN, veelal ZZP ers. KPN realiseert zich dat het goed zou zijn voor KPN om deze mensen in vaste dienst te hebben. Zij willen echter niet in vaste dienst treden. ASML is er tijdens de recente crisis achter gekomen hoe belangrijk de up-to-date marktkennis is van de specialisten uit haar flexibele schil. Door de enorme vraaguitval als gevolg van de recessie, is er door ASML afscheid genomen van specialisten uit de flexibele schil. Dit is echter op een zodanige wijze gedaan dat deze specialisten zonder twijfel een volgende keer weer graag deel willen uitmaken van die schil. Waarom? ASML biedt de meest interessante projecten in hun expertise en die projecten geven deze specialisten de mogelijkheid met vakgenoten te werken die gedreven worden door passie voor hun vak. Binden en boeien versus vinden, volgen en verbinden Veel bedrijven spreken nog steeds van binden en boeien van medewerkers maar de realiteit is dat het steeds moeilijker wordt om medewerkers langer dan 5 jaar vast te houden. Dit heeft veel te maken met hoe de jongste generatie werknemers tegen werk aankijkt. Het is een publiek geheim dat de traineeprogramma s van de grote bedrijven slechts in beperkte mate bijdragen aan het doel: het kweken van topmanagement. In een aantal gevallen is 80 procent van trainees al na 5 jaar weg. Deze trend zal zich in versterkte mate voortzetten. Grote bedrijven zijn minder aantrekkelijk voor werknemers uit de generatie Einstein (ook wel de generatie Z genoemd). Deze generatie is eerder geneigd te kiezen voor werk dat past bij hun intrinsieke drijfveren (passie) en zoekt vrijheid. Werken voor meerdere werkgevers of in combinatie met een eigen bedrijf is heel gewoon. Een vaste baan is dan ook niet de heilige graal voor de generatie Einstein. Projectmatig werk geeft meer vrijheid en een steilere leercurve. Dat betekent dat grote bedrijven zich anders moeten organiseren en inrichten als zij gebruik gaan maken van expertise. Het kan goed zijn dat iemand twee jaar geleden een project heeft gedaan en dat zich nu een soortgelijke behoefte voordoet die projectmatig ingevuld moet worden. Het is dan van belang nog te weten wie dat project voorheen heeft gedaan, met welk resultaat en waar die specialist nu gevonden kan worden: vinden, volgen en verbinden dus. De verwachting is dat uiteindelijk het verschil tussen de externe en interne professional gaat verdwijnen. Sterk kennisgedreven bedrijven als ASML zijn hiermee al vergevorderd. Projectmatig werken staat centraal en er is bijna geen onderscheid meer tussen externen 10

en eigen professionals. Als door vraaguitval afscheid moet worden genomen van externe specialisten, gebeurt dat op een dusdanige manier dat diezelfde specialisten bereid zijn om in betere tijden weer terug te komen. Uitdagingen voor Intermediairs Deze nieuwe rules of engagement gelden wellicht in nog grotere mate voor de intermediairs. Welk businessmodel zal leidend worden in de toekomst? Moeten intermediairs zich primair richten op de klant (inlener) of wordt het door de schaarste aan mensen belangrijker om zich te richten op de kandidaat? Moeten werving- en selectiediensten gratis aangeboden worden naast het plaatsen van professionals op tijdelijke projecten? Wat is de sweets pot van de eigen interne flexibiliteit van een detacheerder? 70 procent van de professionals in dienst en 30 procent invulling door middel van ZZP ers? Hoe kunnen de ontrouwe ZZP ers gebonden worden door toch met het eigen kantoor primair zaken te willen doen? Wat is de rol van social media bij het zoeken en bemiddelen van mensen? Wat is het gevaar voor bureaus van desintermediatie als grote bedrijven steeds vaker professionals (ZZP ers) zelf uit de markt halen? Als de winstgevendheid van een detacheerder structureel onder druk komt te staan omdat steeds meer professsionals kiezen voor een bestaan als ZZP er, zijn er dan mogelijkheden om met andere diensten geld te verdienen (bijvoorbeeld door het ontzorgen van ZZP ers)? In de aanbevelingen van dit rapport vindt u antwoorden op deze vragen en geven we onze visie op de positionering van interim management bureaus en bemiddelaars. 11

12

Zakelijke dienstverlening in een macro-economisch perspectief Gevangene van de conjunctuur of meester van het eigen lot? Het belang van groei van de Nederlandse economie als aanjager van de omzet van aanbieders van flexdiensten moet niet worden onderschat. In de afbeelding hier beneden een voorbeeld van het effect van ontschulden op de groei van het BNP. In de situatie waarin we ons nu bevinden, is er sprake van dubbel ontschulden door zowel de overheid als het bedrijfsleven. Groei van het reële BNP is significant lager in de eerste 2-3 jaar van ontschulden Recession Deleveraging Real GDP growth Debt/GDP 10 years 1-2 years 2-3 years 4-5 years 10 years 10-year historic trend Economic downturn starts as economy still leverages up Downturn continues during the first years of deleveraging Economic bounceback while deleveraging continues 10-year trend post deleveraging Average annual real GDP growth (%) Belt-tightening (n=16) 4.7 0.6-0.6 4.8 3.2 High inflation (n=8) 4.3-1.7-1.4 4.1 4.2 Massive default (n=7) 4.3-1.8-3.0 5.7 4.8 Growing out of debt (n=1) 7.9 0.8 12.8 2.3 Total 4.6-0.5-1.3 5.1 3.8 Bron: McKinsey Global Institute 2010: Debt and deleveraging: The global credit bubble and its economic consequences Het McKinsey rapport waaruit de afbeelding komt, toont aan dat in soortgelijke periodes van ontschulden in het verleden, de groei van het BNP relatief laag blijft. Gevolg is dat het zogeheten multiplier-effect op de omzet van met name uitzenders en detacheerders niet opgaat. Als de Nederlandse economie met meer dan 3 procent groeit, dan groeit een uitzender in zijn omzet met tenminste 6 procent. Door het ontbreken van het multiplier-effect zal de groei van de aanbieders van flexdiensten vooral komen uit de groei van de flexibele schil. De Verenigde Staten, ons voorland? Elke twee jaar maakt het Bureau of Labor Statistics (BLS) een voorspelling ten aanzien van de groei van de werkgelegenheid per sector in de Amerikaanse economie. De meest recente studie laat voor 2018 zien dat de grootste daling van het aantal beroepen ten gevolge van de huidige recessie wederom zal plaatsvinden in de primaire sector landbouw, visserij en bosbouw en in de secundaire sector industrie. 13

Werkgelegenheid per beroepsgroep, 2008 en 2018 Aantallen in 1000 Beroepsgroep Werkgelegenheid Procentuele spreiding Verandering, 2008-2018 2008 2018 2008 2018 Aantal Procenten Totaal, alle beroepsgroepen 150.931,7 166.205,6 100,0% 100,0% 15.273,9 10,1% Management, business en financiele beroepen 15.746,7 17.410,9 10,4% 10,5% 1.664,2 10,6% Professionele en gerelateerde beroepen 31.053,5 36.280,0 20,6% 21,8% 5.226,5 16,8% Dienstverlenende beroepen 29.575,9 33.645,1 19,6% 20,2% 4.069,2 13,8% Sales en afgeleide beroepen 15.902,7 16.883,1 10,5% 10,2% 980,4 6,2% Kantoor en administratieve ondersteunende beroepen 24.100,6 25.942,7 16,0% 15,6% 1.842,1 7,6% Landbouw, visserij en bosbouw beroepen 1.035,4 1.026,3 0,7% 0,6% -9,1-0,9% Bouw en afgeleide beroepen 7.810,3 8.828,8 5,2% 5,3% 1.018,6 13,0% Installatie, onderhoud en herstel beroepen 5.798,0 6.238,2 3,8% 3,8% 440,2 7,6% Productie beroepen 10.083,0 9.733,9 6,7% 5,9% -349,2-3,5% Transport en goederen vervoer 9.825,5 10.216,6 6,5% 6,1% 391,1 4,0% Bron: BLS, 2009 De belangrijkste bevindingen uit het rapport zijn dat: Professional and related occupations and service occupations are expected to create more new jobs than all other occupational groups from 2008 to 2018. In addition, growth will be faster among occupations for which postsecondary education is the most significant form of education or training...... Ook in ons land is de verwachting dat de sector dienstverlening het hardst zal groeien en dat opleiding en specialisatie steeds belangrijker worden. Ook is de verwachting dat het aantal banen in de primaire sector het scherpst zal dalen. Zakelijke dienstverlening in historisch perspectief De afbeelding hier beneden laat zien dat de sector zakelijke dienstverlening in Nederland in de periode 2000-2005 veel sneller is gegroeid dan in de ons omringende landen. Groei professionele dienstverlening periode 2000-2005 Nederland USA Noorwegen Zweden Duitsland Canada België Frankrijk Italië Engeland Denemarken Finland -2% 0% 2% 4% 6% 8% Gehele arbeidsmarkt Zakelijke dienstverlening bron: CPB 2008 14

Als er sprake is van een sterke groei, is het niet verwonderlijk dat gedurende een recessie een sterkere correctie plaatsvindt. In Nederland zien wij een soortgelijke ontwikkeling. Onze grootste industriële sector is de voedings- en genotsmiddelenindustrie, hoewel deze sector in 2005 niet meer dan 2,2 procent van de totale toegevoegde waarde vertegenwoordigt en op de 10e plaats staat in de door het CPB gehanteerde sectorale indeling. In 1995 was de voedings- en genotsmiddelenindustrie ook al de grootste industriële sector in Nederland met een aandeel van 2,9 procent in de toegevoegde waarde (9e plaats). Deze ontwikkeling illustreert nog eens hoe zeer het zwaartepunt van onze economie naar de dienstensector verschuift. Toegevoegde waarde per sector Toegevoegde waarde per sector 35% 1995 2005 30% 25% 20% 15% 10% 5% 0% Zakelijke dienstverlening Onderwijs en zorg Rest Overheid Bank- en verzekeringswezen Bouwnijverheid Transport Delfstoffenwinning Communicatie Voedings- en genotsmiddelenindustrie Chemische industrie Landbouw, bosbouw en visserij Horeca Computer- en informatiediensten Metaalunie Cultuur en recreatie Papierindustrie, uitgeverijen en drukkerijen Energie- en waterleidingsbedrijven Machine-industrie Overige industrie Aardolie-industrie Elektrotechische industrie Transportmiddelenindustrie Hout en bouwmaterialen industrie Rubber- en kunsstofindustrie Textiel - en lederindustrie Bron: CPB 2008 Wij verwachten dat deze trend zich voortzet. Van de ontwikkelde landen is het Verenigd Koninkrijk een land met een belangrijke dienstensector (net als Nederland 73 procent van het BNP). De Verenigde Staten zijn koploper met een aandeel van 79 procent dienstverlening binnen het BNP. De vraag doet zich voor wanneer het maximum van de bijdrage van de sector dienstverlening aan het BNP is bereikt. Human Capital Naarmate het gewicht van de sector dienstverlening toeneemt binnen de nationale economie, zien we dat de productiefactor menselijk kapitaal ook belangrijker wordt. De sector dienstverlening wordt onder meer gekenmerkt door werknemers met het hoogste opleidingsniveau. De afbeelding hier beneden laat zien hoe het belang van kennis van de productiefactor menselijk kapitaal is toegenomen. Kennisintensieve productie valt hier ook onder! 15

1995 2005 Zeer laagwaardig 14% Zeer hoogwaardig 18% Zeer laagwaardig 12% Zeer hoogwaardig 19% Laagwaardig 18% Laagwaardig 17% Hoogwaardig 21% Enigszines laagwaardig 10% Hoogwaardig 25% Enigszines laagwaardig 14% Enigszins hoogwaardig 15% Enigszins hoogwaardig 17% Bron: CPB 2008 Transitie In de transitie van een industriële naar een postindustriële samenleving die de huidige westerse wereld doormaakt, zal ook werk fundamenteel veranderen. Flexibiliteit is slechts een onderdeel van die veranderingen. Wat we zien is een fundamentele verandering van de economie van een industriële economie die gebaseerd is op productie van goederen naar een postindustriële economie die veel meer gebaseerd is op waardecreatie door middel van kennis. Deze trend veroorzaakt een dilemma in de westerse wereld. Aan de ene kant zien we dat er steeds meer behoefte komt aan hoogopgeleide medewerkers. Het gevolg van die toegenomen vraag is de basis voor de war for talent. Aan de andere kant ontstaat o.a. door vergrijzing steeds meer vraag naar ondersteunende functies (in de zorg, in de horeca, binnen hotels, onderwijs de lokale overheid etc). Het merendeel van deze veelal dienstverlenende functies is niet te automatiseren. Op Youtube www.youtube.com/ watch?v=gy5g33s0gzo is een filmpje te zien over een robot die een handdoek opvouwt. Hij doet het prima, maar heeft er meer dan 20 uur voor nodig. Overheden maken zich zorgen over deze mismatch en proberen de groei van het aantal hoog opgeleiden af te remmen. Recentelijk is bekendgemaakt dat in het Verenigd Koninkrijk het collegegeld voor universiteit sterk wordt verhoogd. We hebben genoeg brains en wat we nodig hebben zijn meer handjes. 16

De Verenigde Staten als eerste Postindustriële economie? In de grafiek hieronder zien we hoe de Amerikaanse economie is veranderd in de afgelopen 20 jaar. De transitie naar een postindustriële economie is in volle gang. China heeft een belangrijk deel van de productie van goederen van de Verenigde Staten overgenomen. De schatting is dat in de Verenigde Staten meer dan 2 miljoen banen verloren zijn gegaan door het overhevelen van productie naar China. De Verenigde Staten lijken dus op weg te zijn naar een echte postindustriële economie. Het probleem is dat de Amerikaanse economie nu erg afhankelijk is van de consumptie van buitenlandse goederen. Michael Snyder, een onderzoeker die schrijft voor The Business Insider, wijst op het feit dat vanaf 2001 al 42.200 fabrieken gesloten zijn in de Verenigde Staten. Ongeveer 75 procent van deze fabrieken had meer dan 500 arbeiders in dienst. Het verlies aan banen in de maakindustrie vanaf 2000 in de Verenigde Staten is opgelopen tot 32 procent. Voor de eerste keer sinds 1941 is het aantal arbeiders in de maakindustrie teruggelopen tot beneden 12 miljoen. Dat is vreemd genoeg bijna gelijk aan het aantal mensen dat in dienst is bij dochters van Amerikaanse bedrijven in te buitenland. Van 1999 tot 2008 nam hier de werkgelegenheid met 30 procent toe tot 10,1 miljoen (Bron: http://economyincrisis.org/content/americaworlds-first-post-industrial-state) Import van goederen en diensten als een percentage van het Amerikaanse BNP 14 12 10 8 6 4 2 0 1989 1990 1991 1992 1993 1994 1995 Percentage van BBP 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 oil imports services imports services exports goods exports, non-oil goods imports, non-oil Bron: Bureau of Economic Analysis, National Income and Product Accounts De verwachting voor de groei van werkgelegenheid in ons land In een recent onderzoek van de ROA (Researchcentrum voor Onderzoek en Arbeidsmarkt) wordt duidelijk dat we een overschot hebben aan academici in economisch administratieve beroepen. Onderstaande tabel laat zien dat we een verdere daling van banen kunnen verwachten in de agrarische sector en in de informatica, maar dat de medische sector te maken zal krijgen met relatief grote tekorten aan mensen. Opvallend is ook dat de creatieve sector het moeilijk zal krijgen op de arbeidsmarkt: de behoefte aan creatieve mensen bij bedrijven zal steeds groter worden. Omscholing zou in dat verband veel goeds kunnen brengen. Waarschijnlijk zal het creatieve deel van de jongste generatie (generatie Einstein) niet willen werken in traditionele bedrijven.. 17

Uitbreidingsvraag naar beroepsklasse in aantal en als percentage van de werkgelegenheid in 2008, 2009-prognose 2013 Beroepsklasse Aantal Totaal Gem. jaarlijks Pedagogische beroepen 2.700 1% 0,1% Creatieve beroepen -12.000-8% -1,7% Agrarische beroepen -18.200-9% -1,8% Technische en industrieberoepen -60.100-4% -0,9% Transportberoepen -19.800-5% -1,0% Medische en paramedische beroepen 42.200 10% 1,9% Economisch-administratieve beroepen -217.000-10% -2,1% Informaticaberoepen -22.600-8% -1,7% Sociaal-culturele beroepen -10.900-4% -0,7% Verzorgende en dienstverlenende beroepen 16.900 1% 0,3% Openbare orde- en veiligheidsberoepen -1.500-1% -0,2% Totaal (incl. overig) -218.100-3% -0,6% Bron: ROA(AIS) Voor de strekking van dit rapport is het van belang een tweedeling te maken in de samenstelling van de flexibele schil van bedrijven. Aan de ene kant zien we dat relatief laagopgeleide mensen veroordeeld zijn tot uitzendbureaus voor het vinden van werk. We kunnen dan denken aan productiemedewerkers en mensen die in de piek en ziek -behoeftes van bedrijven voorzien. Deze tijdelijke werknemers zullen steeds moeilijker doordringen tot de vaste kern van medewerkers binnen bedrijven. Aan de andere kant zien we een steeds groter wordende groep van hoogopgeleide ZP ers (zelfstandig professional) die meester zijn van hun eigen lot. Zij kunnen in veel gevallen kiezen tussen werk in loondienst en werk als zelfstandige. De groei van projectmatig werken Naast de toename van de flexibele schil zien we dat projectmatig werken sterk blijft groeien. Het is moeilijk om dit met cijfers exact te onderbouwen. Op basis van data van het Amerikaanse Bureau of Economic Analysis, onderdeel van het US Department of Commerce, is de schatting gemaakt dat door de publieke en private sector in de VS in 2001 ongeveer 2.3 biljoen dollar aan projecten werd uitgegeven - ongeveer een kwart van het Amerikaanse BNP - met name in de bouw, R&D, software-ontwikkeling, organisatieverandering en IT. Als deze cijfers geëxtrapoleerd worden naar wereldniveau, is de conclusie dat de projectgerelateerde uitgaven ongeveer 10 biljoen dollar uitmaken van het totale wereldwijde GDP. Het Verenigd Koninkrijk: een ander geluid De noodzakelijke herpositionering van de sterk door diensten gedomineerde Britse economie is vanwege de crisis in volle gang. De nieuwe regering noemt het Rebalancing the economy. De essentie: meer produceren en exporteren en minder dienstverlening. We zien dus dat de Britten niet geloven in een postindustriële economie zonder een sterke basis in de maakindustrie. De belangrijkste reden hiervoor zijn de vooruitzichten voor de Britse economie in 2020 als de huidige trend van groei van dienstverlening ongewijzigd doorgaat. De maakindustrie zal dan in 2020 nog maar 12 procent uitmaken van het Britse BNP. 18

Sectorale verdeling van Britse BNP 40% Proporties van de nationale output 35% 30% 25% 20% 15% 10% 5% 0% 1970 1980 1990 2000 2010 2020 Financiele en zakelijke dienstverlening Productie Onderwijs, zorg en publieke administratie Bron: ONS, Cambridge Waarom is de macro-economische benadering van belang? Het antwoord is dat het maken van keuzes op nationaal niveau het verschil maakt. Kijk in de afbeelding hieronder naar het opleidingsniveau van de werknemers in de landen Ierland, Denemarken en Nederland. Nederland en Denemarken blijven het relatief gezien goed doen (bijvoorbeeld in de Global Competitiveness Reports), terwijl de kunstmatige transitie van Ierland van een agrarische samenleving naar een diensteneconomie nu tot grote structurele problemen leidt. Ierland heeft met aantrekkelijke fiscale regelingen veel multinationals overgehaald vestigingen te openen in het land. Ook heeft het land massaal geïnvesteerd in onderwijs. Ierland is hiermee het eerste land geworden in Europa dat slachtoffer is geworden van de zogeheten Filiaaleconomie. Dit is een economie die met name groeit omdat dochters van buitenlandse vennootschappen zich in het land vestigen. In tijden van crisis bestaat er een grote kans dat deze filialen gesloten worden. 19