Rentevisie 2009-5. 14 mei 2009



Vergelijkbare documenten
QE in de eurozone: bezit van de zaak, einde van het vermaak?

Rentevisie Hoe groot is het inflatiegevaar? 10 maart 2009

Interpolis Obligaties 3e kwartaal 2012

Michiel Verbeek, januari 2013

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2016 t/m 31 maart Samenvatting:

Kredietverlening aan Nederlandse bedrijven loopt terug

Persbijeenkomst jaarverslag ABP Amsterdam, 11 mei 2009

Oktober Macro & Markten. 1. Rente en conjunctuur :

Macro-economische Ontwikkelingen

Economic Developments

Marktwaarde van de pensioenverplichtingen in het derde kwartaal gestegen van miljoen naar miljoen ( miljoen ultimo Q4 2013).

Persbericht ABP, eerste halfjaar 2008

Van Lieshout & Partners Nieuwsbrief 1 e kwartaal 2019

Voorjaarsprognoses : Europees herstel houdt aan ondanks nieuwe risico's

Hoe (slecht) gaat het met de conjunctuur? Edwin De Boeck Fedustria 13 oktober 2011

DOUBLEDIVIDEND OUTLOOK 2015 KWALITEIT ONAFHANKELIJK BETROKKEN

Sterke toename van beleggingen in Duits en Frans schuldpapier. Grafiek 1 - Nederlandse aankopen buitenlandse effecten

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2014 t/m 31 maart Samenvatting: stijgende aandelen

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Voorjaarsprognoses 2013: EU-economie herstelt langzaam van een aanhoudende recessie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2014 t/m 30 juni Samenvatting: dalende rente

Terugblik. Maandbericht mei 2018

Outlook Figuur 1: Invloed van Chinese groei op wereldwijde groei. (bron: Capital Economics) december 2015 Pagina 2 van 7

Interpolis Obligaties 4e kwartaal 2013

Economische voorjaarsprognoses 2015: herstel wint aan kracht dankzij economische rugwind

Hoofdstuk 2: Het Taylor-Romer model

In deze nieuwsbrief voor Q2 2014

jul/09 mei/09 jun/09 sep/09 sep/08 jan/09 feb/09 mrt/09 jun/09 aug/09 sep/09 aug/09

ARTIKELEN SPAARRENTE FORS LAGER, INFLATIE STIJGT VERDER

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2017 t/m 31 maart Samenvatting:

Edelmetalen Watch. Van pessimist naar optimist. Economisch Bureau Macro & Financial Markets Research. Insights.abnamro.nl/en.

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2014 t/m 31 december 2014

Op zoek naar rendement? Zoek niet langer

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2016 t/m 30 juni Samenvatting:

ECONOMIE IN TIJDEN VAN MONETAIR EXPANSIEVE POLITIEK

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Veranderingen in de internationale positie van Nederlandse banken

De Nederlandsche Bank. Statistisch Bulletin maart 2009

De Amsterdamse woningmarkt: voorzichtige stabilisatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2013 t/m 31 december Samenvatting: stijgende aandelen

Licht op energie ( november)

Het waren weekjes weer wel: 38 en 39

Twaalf grafieken over de ernst van de crisis

Laag, lager, negatief: de onstuitbare val van de rentevoeten

Winstgroei en buffers ondersteunen investerings herstel

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2017 t/m 30 juni Samenvatting:

Praktische opdracht Economie De kredietcrisis en verder

Macro-economische Ontwikkelingen

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2015 t/m 30 juni Samenvatting:

Grafiek 1: Evolutie van de voornaamste aandelenindices in de VS, Eurozone, China en de groeilanden in vergelijking met de evolutie van de goudprijs.

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2016 t/m 31 december Samenvatting:

Vraag Antwoord Scores

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Derde kwartaal juli 2017 t/m 30 september Samenvatting:

Recente ontwikkelingen in de kredietvoorwaarden van banken

UITSLAGEN WONEN ENQUÊTE

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2015 t/m 31 december Samenvatting:

Marktomstandigheden In het tweede kwartaal van 2016 zijn de rentes op de kapitaalmarkt van de eurozone verder gedaald. In het algemeen gold hoe langer

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Derde kwartaal juli 2015 t/m 30 september Samenvatting:

3e kwartaal 2016 Den Haag, oktober 2016

Persbericht ABP, vierde kwartaal 2008

Rentevisie Geen geld en de oude sok. 9 april 2009

Blijvende onrust op de beurs: hoe nu verder?

Marktwaardedekkingsgraad per 31 maart 2014: 128,6%, een toename van 3,3%-punt ten opzichte van 31 december 2013.

Rentevisie Kredietcrisis veroorzaakt vrees voor zowel deflatie als inflatie. 9 februari 2009

Welkom bij het webinar over de beleggingsresultaten van de Life Cycle Fondsen van Aegon PPI in het derde kwartaal van 2015

Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)!

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal april 2015 t/m 30 juni 2015

Suivi mensuel de la conjoncture - Maandelijkse opvolging van de conjunctuur

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

De Wereldeconomie van Morgen: Op Zoek naar Groei

Marktwaarde van de pensioenverplichtingen in het tweede kwartaal gestegen van miljoen naar miljoen ( miljoen ultimo Q4 2013).

Beursdagboek 24 Mei 2013.

Oerend hard. 16 juni 2015

Rentevisie oktober 2009

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM. Tweede kwartaal april 2012 t/m 30 juni Samenvatting: Lage rente drukt dekkingsgraad

10-jaars rente Duitsland. 10-jaars rente VS. Van Lieshout & Partners Nieuwsbrief 4 e kwartaal 2017

Groei van het BBP. Kwartaal op kwartaal, geannualiseerd. Bron: IMF

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2015 t/m 31 maart 2015

De marktwaardedekkingsgraad per 30 juni 2015 was 135,1%. Dit is een toename van 5,7% ten opzichte van 31 maart 2015.

Eindexamen economie 1 vwo 2001-I

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2012 t/m ultimo juni Samenvatting:

KWARTAALRAPPORTAGE KWARTAALRAPPORTAGE

Beleggingsthema s What a difference a day makes (1975), Dinah Washington

Miljoenennota Helmer Vossers

Veel gestelde vragen kwartaalcijfers pensioenfondsen

Waarom loopt de economie nog steeds niet echt lekker? Michiel Verbeek, 2 december 2015

HAAGSE MONITOR RECESSIECIJFERS januari 2010

Marktwaardedekkingsgraad per 30 september ,8%, een toename van 1,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2013.

Niettemin, blijft de inflatie in de V.S. op een laag niveau en alleszins onder het FED target van 2%.

Van Lieshout & Partners Nieuwsbrief 3 e kwartaal Bron: Reuters

visie op 2018 Vice seminar a.s.r. vermogensbeheer 1 november 2017 Jack Julicher, Chief Investment Officer

E F F E C T U E E L. augustus Slachtoffer van eigen succes? Hilaire van den Bergh

Terugblik. Maandbericht april 2018

Samenvatting: positief sentiment en gewijzigde rekenrente (UFR) stuwen dekkingsgraad

Waar liggen de kansen?

Eurozone. BBP maakt sprong

De financiële situatie van Pensioenfonds UWV vanaf 31 augustus 2014

Transcriptie:

Rentevisie 20-5 14 mei 20 Langzame verbetering? De wereldeconomie beeft nog steeds na van de schok die de conjunctuur in de laatste maanden van vorig jaar te verwerken kreeg. Vanaf september 20 daalde de economische activiteit vrijwel overal ter wereld naar nieuwe dieptepunten. De kredietcrisis mondde zo uit in een grote economische crisis, die nog steeds prominent aanwezig is. Toch zijn er in de laatste weken hier en daar wel enkele lichtpuntjes waarneembaar. Een licht herstel lijkt in aantocht. Minder slecht nieuws komt er bijvoorbeeld vanuit de Amerikaanse economie. In het epicentrum van de crisis gaat het nog steeds slecht, maar steeds meer indicatoren wijzen erop dat er toch een lichte verbetering in het vat zit. In ieder geval lijkt het ergste achter de rug. De consumenten gaven in de eerste maanden van dit jaar weer iets meer geld uit en ook het bedrijfsleven is minder negatief gestemd over de economische vooruitzichten. Wellicht dat de voorraadcyclus op korte termijn al kan keren, waardoor er een tijdelijke stimulans voor de economische groei kan ontstaan. Toch blijft de economische toekomst nog hoogst onzeker. Het lichte herstel van de consumptieve bestedingen lijkt moeilijk houdbaar, omdat de Amerikaanse huishoudens nog steeds geteisterd worden door veel tegenwind. Bovendien zijn de Amerikanen massaal hun schuldenberg aan het verkleinen, waardoor er structureel minder geld overblijft om te consumeren. Groot punt van zorg is de arbeidsmarkt. Ondanks het feit dat de stijging van het werkloosheidscijfer minder sterk is dan verwacht blijft de werkloosheid in een dusdanig snel tempo oplopen, dat het consumentenvertrouwen waarschijnlijk nog voor een langere tijd laag zal blijven. Het is dan ook zeer onwaarschijnlijk dat de private sector de economie uit het slop zal halen. Alle ogen zijn daarom gericht op de publieke sector. De enorme verruiming van het fiscale en monetaire beleid bieden hoop en zullen waarschijnlijk nog dit jaar leiden tot positieve groeicijfers. De positieve signalen die we nu zien, zijn wellicht de eerste voorbodes. Op een uitbundig herstel hoeven we echter niet te rekenen. Ook blijft de vraag of het herstel tijdelijk of duurzaam zal zijn. Een belangrijke randvoorwaarde hiervoor is een gezonde bancaire sector. Hier wordt weliswaar hard aan gewerkt door de beleidsmakers, maar de onzekerheid hierover blijft nog erg groot. Concreet verwachten we een afname van het BBP van 2.5% in 20 en een lichte groei van 0.9% in 2010. Rentevisie 20-5 Blad 1

Europa De economische problemen in Europa zijn wellicht nog groter dan in de VS. De schokgolven van de kredietcrisis hebben veel schade veroorzaakt, vooral omdat de uitvoer van Europese producten en diensten hard geraakt wordt. Ook de bedrijfsinvesteringen ondervinden veel hinder. Niet alleen komen bedrijven moeilijker aan krediet, maar de economische omstandigheden zijn dusdanig slecht dat veel investeringsplannen de ijskast zijn ingeschoven. De Europese arbeidsmarkt verzwakt behoorlijk, maar nog niet zo snel als in de VS. Dit is nu misschien wel positief, maar de vertragingsfactor kan een snel herstel van de economie wel in de weg zitten. De signalen van een stabilisatie van de economie zijn er ook in Europa, maar ze zijn minder zichtbaar dan in de rest van de wereld. We verwachten dan ook dat de Europese economie slechts in beperkte mate uit het diepe economische dal zal klimmen. De monetaire en fiscale stimulans is minder omvangrijk dan in andere regio s en ook de Europese bankensector, die relatief gezien vrij groot is, is op dit moment een grote molensteen om de nek van de Europese economie. Voor 20 verwachten we een economische krimp van 3.8% voor de eurozone. 2010 wordt waarschijnlijk wel beter, maar -0.3% groei is absoluut geen goed vooruitzicht. Opkomende markten In de opkomende markten zien we steeds grotere verschillen optreden, al is er geen enkel land dat ontsnapt aan de negatieve gevolgen van de crisis. Veel Aziatische landen hebben het zwaar omdat ze in grote mate leunen op de uitvoer naar de Westerse wereld. Minder invoervraag uit bijvoorbeeld de VS vertaalt zich rechtstreeks in een vrije val van de productie bij Aziatische bedrijven. China heeft veel hinder van een krimp in de uitvoer, ook al wijzen de laatste signalen erop dat de vrije val ten einde is gekomen. De Chinese autoriteiten lijken er wel redelijk goed in te slagen om de focus van het groeimodel meer op de binnenlandse vraag te richten. Een omvangrijk investeringsprogramma vervangt een groot gedeelte van de uitval van de buitenlandse vraag. De situatie in Oost-Europa, en ook in Rusland, is nog nijpender dan in Azië. Forse vraaguitval en teveel kredietverlening in het recente verleden eisen nu hun tol. Fors negatieve groei is in deze regio onvermijdelijk. Een gat van $ 75 miljard De uitslag van de Amerikaanse stresstest onder banken geeft algehele opluchting. De verliezen die de negentien grootste Amerikaanse banken volgens de Federal Reserve nog voor de kiezen hebben, mogen groot zijn, maar hun kapitaalbehoefte valt uiteindelijk mee. De Fed voorspelt dat de onderzochte banken de komende twee jaar voor nog $ 600 miljard aan verliezen moeten nemen (gemeten vanaf 1 januari 20). Rentevisie 20-5 Blad 2

De verdere terugval van de huizenmarkt geeft met $ 186 miljard de grootste pijn. Verder wordt $ 82 miljard aan verlies verwacht op creditcards en voor $ 60 miljard op bedrijfskredieten. Het totaal van nog te nemen verliezen overstijgt de $ 400 miljard aan afboekingen die de negentien Amerikaanse banken sinds het begin van de kredietcrisis hebben gedaan. Toch is er van grote zorg geen sprake. Volgens de Amerikaanse monetaire autoriteiten hebben de banken na enorme kapitaalinjecties van vorig jaar hun balans goed op orde en nemen de lopende inkomsten toe. Als gevolg daarvan eist de Federal Reserve dat er 'slechts' $ 75 miljard aan nieuw kapitaal in het banksysteem wordt gepompt. Het betreft tien banken, waarvan Bank of America en Wells Fargo met $ 34 miljard en $ 14 miljard de grootste inspanning te verrichten hebben. Volgens de Federal Reserve weten de banken de nog te verwachten verliezen voor een groot deel zelf op te vangen. Dit doen zij met hun lopende inkomsten en door de risico's verder te verlagen, waardoor de kapitaalbuffers vanzelf toenemen. Het gecombineerde effect hiervan geeft een positieve kapitaalimpuls van $ 363 miljard. Daarnaast hebben de banken over het eerste kwartaal van dit jaar stevige winsten laten zien, wat nog eens $ 110 miljard in het laatje bracht, en is al voor tientallen miljarden aan verliezen geboekt door onderlinge overnames. Het aanvullen van het resterende gat van $ 75 miljard moet genoeg zijn om de grootste Amerikaanse banken door het meest sombere van twee gepubliceerde scenario's te loodsen. Een scenario dat volgens de Fed rond bijvoorbeeld geschatte verliezen op bedrijfsleningen negatiever is dan wat zich tijdens de Grote Depressie voordeed. Doet het meest sombere scenario zich inderdaad voor, dan blijven kapitaalratio's van de Amerikaanse banken inclusief de $ 75 miljard net boven de minimale vereisten. Beweegt de economie zich volgens een gemiddeld scenario, dan blijkt de extra injectie eigenlijk niet nodig (zie grafiek). Analisten noemden de stresstesten 'tough', een visie die overigens door veel wetenschappers wordt weersproken. De ontwikkelingen zullen volgens hen rooskleuriger blijken dan nu wordt voorspeld. Ze denken dat de operationele winsten van de banken hoger uitvallen dan waarmee de Fed nu rekent, wat betekent dat ze minder extern kapitaal hoeven op te halen dan nu wordt geëist. Zeker is dat de tien banken binnen een halfjaar het gezamenlijke tekort van $ 75 miljard moeten aanvullen, anders grijpt de overheid via gedwongen kapitaalinjecties in. Morgan Stanley en Wells Fargo hebben al aangegeven dat ze via de uitgifte van nieuwe aandelen extra eigen vermogen willen ophalen. De roep om een vergelijkbare bankentest voor Europese banken neemt na het 'succes' van de Fed toe. Algemeen wordt gepleit voor het afnemen van een examen dat minstens even streng is als dat van de Amerikanen. Dat de Europese toezichthouders het afgelopen jaar hun banken al dwongen om hun buffers te verstevigen, is voor publiek en beleggers namelijk niet genoeg. Een grote en openbare stresstest is mogelijk de enige manier om het vertrouwen in de banken te herstellen en zo de Europese markten ook een steun in de rug te geven. Anderen waarschuwen dat de test geenszins betekent dat de problemen daarmee zijn opgelost. De waarde van een stresstest is minder dan van een creditrating. Rentevisie 20-5 Blad 3

Tegelijk zien zij als positieve kant ervan dat zo'n toets enige mate van objectiviteit, certificering en standaardisatie biedt. Het is verder ook nuttig omdat wordt voorkomen dat problemen naar voren worden geschoven. Het dwingt politici en toezichthouders tot actie. Echter is er wel kritiek op de Amerikaanse stresstest. Het is volgens critici een compromis; de uitkomst van een politiek proces. Je kunt geen te strenge test maken omdat als deze negatief uitpakt nationalisatie van de bankensector vrijwel onvermijdelijk is. Ondanks de kritiek op de Amerikaanse toetsen, menen de critici dat Europa er niet aan ontkomt om iets vergelijkbaars te ondernemen. Een voorwaarde is wel dat dit centraal wordt georganiseerd. Op lokaal niveau zouden banken te veel invloed kunnen uitoefenen op de uitkomst van de tests. Lokale toezichthouders zouden tegelijk geneigd kunnen zijn om niet al te streng te zijn om de situatie in hun eigen land beter af te schilderen. Deflatie bezorgt VS nieuwe kopzorgen Economen vreesden er al voor en nu is het realiteit. Nu de malaise op de financiële markten, op basis van economische indicatoren en na de stresstest over zijn hoogtepunt heen lijkt, is in de Verenigde Staten het deflatiespook gesignaleerd. Voor het eerst in meer dan vijftig jaar. Vorige week maakte de Amerikaanse overheid bekend dat de consumentenprijzen in de Verenigde Staten in maart met 0,4 procent daalden ten opzichte van een jaar eerder. Het is voor het eerst sinds 1955 dat de Amerikaanse consumentenprijzen op jaarbasis krompen. Ondanks dat gerekend werd op een dalend prijspeil, reageerden analisten toch geschokt: zij gingen uit van een kleinere teruggang. Officieel gaan Amerikaanse statistici bij het bepalen van inflatie of deflatie uit van een ander prijsgemiddelde, de zogenoemde kerninflatie. Dat is de gemiddelde consumentenprijs geschoond voor de prijsontwikkeling van voedsel en energie. De gedachte hierachter is dat energieen voedselprijzen zo conjunctureel gevoelig zijn, dat ze voor de betrouwbaarheid van de cijfers beter achterwege kunnen worden gelaten. Hierop valt overigens wel het nodige af te dingen: vanuit de burger bezien zijn voedsel en energie juist twee van de meest bepalende factoren voor zijn koopkracht. Hoe dan ook: het waren juist de prijzen van voedsel en energie die het inflatiecijfer in de min drukten: de kerninflatie was met 1,8 procent namelijk wel positief. Dus mochten ze bestaan: Amerikanen die niet eten en geen gas of elektriciteit verbruiken, zijn dus nog altijd gemiddeld duurder uit. Omdat aan de kerninflatie in de VS meer gewicht wordt toegekend, zouden de cijfers van vorige week kunnen worden genegeerd. Dat zou echter een grote vergissing zijn. Er is namelijk sprake van een gevaarlijke deflatoire tendens. De kans dat Amerikaanse producenten in de huidige situatie - van onzekerheid, vraaguitval en teruglopende koopkracht als gevolg van werkloosheid - hun prijzen de komende maanden eens even lekker zullen verhogen, is minimaal. Rentevisie 20-5 Blad 4

Veeleer zitten er verlagingen in het vat. Ook elders ter wereld kampen landen met deflatie (Ierland, Spanje, Thailand, Portugal) of komt een situatie van dalende prijzen snel dichterbij; zo bedraagt de gemiddelde inflatie in de eurozone momenteel nog slechts 0,6 procent. Juist nu de voortgaande verslechtering van de Amerikaanse economie ietwat in tempo lijkt af te nemen, betekent dit nieuwe problemen voor de VS. Want hoewel deflatie op de korte termijn voor consumenten positief kan uitwerken (het doet immers de koopkracht toenemen), zijn economen het erover eens dat dalende prijzen op langere termijn tot een negatieve spiraal leiden. Een aanhoudende prijsdaling kan namelijk een gevaar vormen voor de economie omdat huishoudens in een situatie van deflatie hun aankopen zullen blijven uitstellen in de veronderstelling dat prijzen nog verder dalen. Om treuzelende consumenten toch over de streep te trekken, zullen producenten stunten met hun prijzen. Ook zullen zij geneigd zijn de lonen te verlagen, wat de neerwaartse druk op de prijzen verder verhoogt. Deflatie zal daarnaast de nog broze situatie op de financiële markten niet ten goede komen. Omdat een dalend prijspeil het afbetalen van schulden moeilijker maakt, zullen banken hun leenvoorwaarden nog verder aanscherpen. Centrale bank VS zou rente liefst verlagen tot -5% Omdat Ben Bernanke de rente niet verder kan verlagen, koopt hij op grote schaal obligaties in. Linksom of rechtsom: de rente gaat omlaag. Het stelsel van Amerikaanse centrale banken, de Fed, zou de officiële rente het liefst verlagen tot -5%. De bank baseert zich daarbij op de Taylor-rule, een formule die de ideale rente berekent op basis van actuele en verwachte groei- en inflatiecijfers. Een rente van -5% is het niveau waarop Amerika een diepe recessie en deflatie vermijdt. Probleem is dat de rente niet tot onder de nul kan worden verlaagd. Banken zouden geld mee moeten geven als iemand een lening afsluit. Daarom grijpt de Fed naar onorthodoxe maatregelen om de economie aan te zwengelen. Analisten van Nederlandse banken schrikken van de berekeningen van de Fed. Zij hebben eenzelfde studie gedaan en kwamen niet verder dan een ideale rente van -2%. Dat de Fed tot een veel lagere rente komt, kan volgens hen twee dingen betekenen. Of zij schatten de situatie waarin de Amerikaanse economie zich bevindt, veel somberder in dan al werd aangenomen of de berekening dient als rechtvaardiging voor de drastische stappen die de Fed al heeft genomen. De Amerikaanse centrale bank koopt voor $ 1.150 miljard obligaties aan, waarvan $ 300 miljard aan staatsobligaties. Uit berekeningen van de Fed zou de rente op tienjarige staatsobligaties met een kwart procentpunt dalen als voor de $ 300 miljard alleen tienjarige 'treasuries' zouden worden gekocht. Het feit dat de Fed nu aangeeft dat het de rente het liefst tot -5% zou verlagen, geeft aan dat zij voorlopig nog wel doorgaat met het opkopen van obligaties. Het effect op de marktrente is in ieder geval dat deze daalt. Rentevisie 20-5 Blad 5

Centrale banken begeven zich op kapitaalmarkt Voorheen was het onderscheid tussen de korte rente en lange rente duidelijk. De centrale bank bepaalde in hoge mate de niveaus van de korte rentes en de kapitaalmarkt was verantwoordelijk voor de rentetarieven voor langlopende leningen. Nu de korte rentes nauwelijks nog verder verlaagd kunnen worden, begeven de centrale banken zich in toenemende mate op het terrein van de kapitaalmarkt. Dit is onder meer het geval in de VS. Zoals we hiervoor aangaven heeft de Fed aangekondigd om binnen zes maanden voor USD 300 miljard aan staatspapier op te kopen. De centrale bank is inmiddels al een aantal weken bezig met de uitvoering van dit beleid. Toch is het aankopen van staatsobligaties slechts bijzaak voor de Fed. Door veel grotere aankopen te doen van private obligaties, zoals hypotheekpapier, probeert de centrale bank haar balans op een ingrijpendere manier verder te verlengen. Dit is de voornaamste maatregel om inflatieverwachtingen boven nul te houden. In wezen neemt de Fed hierbij de taak over die normaliter door de bancaire sector wordt uitgevoerd: het verstrekken van krediet aan de private sector. Een lagere rente, bijvoorbeeld voor hypotheken, moet de vicieuze cirkel in de economie doorbreken en langdurige deflatie voorkomen. Het aankopen van staatspapier resulteert in een lagere rente en moet het monetaire beleid van de Fed extra slagkracht geven. Het opkopen van staatsobligaties door de centrale bank had al een direct effect: het rendement op 10-jaars daalde met bijna 50 basispunten. Sindsdien is er toch weer opwaartse druk ontstaan op de lange rente in de VS, vooral door de vrees voor een omvangrijk overheidstekort en een hogere inflatie op langere termijn. De eerste vrees is te begrijpen, want de overheid is inderdaad massaal aan het lenen geslagen op de kapitaalmarkt om de steunmaatregelen te financieren. Toch denken wij dat deze supply fears nu ruimschoots in de huidige renteniveaus verwerkt zijn. De vrees voor een hogere inflatie delen we niet. De monetaire en fiscale verruiming kan op langere termijn mogelijk leiden tot een hogere inflatie, maar op korte termijn is deflatie een groter gevaar. Meer deflatiesignalen kunnen op korte termijn leiden tot een verdere daling van de Amerikaanse kapitaalmarktrente. Ook een verdere verlenging van de balans van de Fed zal de kapitaalmarktrente verder onder druk zetten. We zien de 10- jaars staatsrente verder afnemen, richting 2.5% en mogelijk zelfs nog daaronder. Het plafond van 3%, dat recentelijk opnieuw getest is, zal zeer waarschijnlijk als een stevig deksel blijven functioneren. Een hogere rente kan de economie op korte termijn ook niet gebruiken. Als de Amerikaanse economie zich conform onze visie langzaam herstelt in het vierde kwartaal van dit jaar en in 2010, is een geleidelijke hogere kapitaalmarktrente wel te verwachten. De onzekerheid over het herstel zal de volatiliteit van de lange rente wel hoog houden. De Europese renteniveaus volgen normaal gesproken de Amerikaanse rentebewegingen in grote mate. Rentevisie 20-5 Blad 6

Ook hier zorgen een ronduit slecht economisch klimaat en een fors lagere inflatie voor lagere renteniveaus, althans als de rente op Duitse staatsobligaties (Bund) als uitgangspunt voor de eurozone wordt genomen. Uitzicht op langdurig lage rentes sterkt vertrouwen markten Commerciële banken geven de renteverlagingen die centrale banken wereldwijd doorvoeren nauwelijks door. Toch heeft de monetaire stimulering wel degelijk uitwerking op de economie. Nooit eerder is geld zo goedkoop geweest. In de Verenigde Staten, Japan, Zwitserland en Canada is het nagenoeg gratis. In Noorwegen wordt sinds woensdag het laagste tarief gehanteerd sinds de oprichting van de centrale bank in 1816. De Britten kunnen zelfs teruggaan tot de tijden van William en Mary in 1694. Het zijn boeiende gegevens, maar het publiek zal er zijn schouders over ophalen. Want als een ondernemer naar de bank gaat, krijgt hij tarieven voorgeschoteld die nauwelijks lager zijn dan toen de centrale banken vorig jaar met hun renteverlagingen aanvingen. En voor de consument die geld nodig heeft voor een nieuwe auto of een ander huis, geldt hetzelfde. Bovendien doen de meeste banken ook nog eens een stuk moeilijker over de voorwaarden. De maatregelen van de ECB en de andere centrale banken zijn vooral prettig voor de commerciële banken. Die kunnen zichzelf veel goedkoper financieren, terwijl hun inkomsten uit kredietverlening mooi op peil blijven. Dat komt goed uit nu ze op een gigantische berg slechte leningen zitten die afgeschreven moet worden. Het transmissiemechanisme tussen de centrale bank en het publiek werkt dus niet. Bedrijven en consumenten krijgen geen prikkels (in de vorm van aantrekkelijke tarieven) om flink te gaan investeren of te besteden. Sterker, ze zien de economie snel inzakken en besluiten juist de broekriem aan te halen. Daardoor neemt niet alleen het aanbod van krediet af, maar ook de vraag. Van centrale banken die hun economie uit het dal stimuleren is geen sprake. Hebben de inspanningen van mensen als Jean-Claude Trichet, Ben Bernanke, Mervyn King en Zhou Xiaochuan dan wel zin? Absoluut, zeggen analisten, en zeker niet alleen voor de stabilisering van de bancaire sector. De laatste tijd zien we dat de beleidsmaatregelen hun vruchten beginnen af te werpen. Het kanaal is daarbij niet de kredietverlening, maar de financiële markten. Volgens hen is de wereldwijde rally op de aandelenmarkten grotendeels gedreven door de liquiditeiten die centrale banken in het systeem pompen. De onconventionele maatregelen van Fed, ECB en andere centrale banken zorgen voor een toename van de geldhoeveelheid. Aangezien het nominale bbp daalt, betekent dat volgens analisten dat er almaar meer liquiditeit beschikbaar komt en dat zoekt een bestemming in onder meer aandelen. Het gevolg van de rally op de beurs is dat balansen van financiële instellingen verbeteren, en bovenal dat het vertrouwen in de economie weer toeneemt. Rentevisie 20-5 Blad 7

Deze ontwikkelingen werken vervolgens weer positief door bij consumenten en ondernemers die voor investeringsbeslissingen staan. Eurozone Sinds vorige week is het officiële rentetarief van de ECB 1%. Dat is een historisch laagtepunt voor de ECB. Sinds 8 oktober 20 bedraagt de renteverlaging van de ECB 325 basispunten. Tegelijkertijd wil de ECB euro 60 miljard aan 'covered bonds' gaan opkopen. De obligaties met onderpand moeten vooral banken van meer liquiditeiten voorzien zodat de kredietverlening op gang komt. De Bank of England heeft 150 miljard voor kwantitatieve verruiming beschikbaar. De VS hebben $ 1.150 miljard in de pijplijn. Daarbij steekt de euro 60 miljard van de ECB schril af. Trichet mag het dan wel hebben over een inflection point (een draaipunt in de economie), maar de macro-economische cijfers zeggen vooralsnog iets anders. De industriële productie in de Eurozone daalde met 2% in maart, dat is een daling van 20,2% ten opzichte van vorig jaar. Dit zijn zeer zwakke cijfers. Nu blijkt ook dat de ECB beslissing om 60 miljard aan gedekte obligaties ( covered bonds ) op te kopen niet zo unaniem was. De Sloveense bankpresident Kranjec en zijn Duitse collega Weber zijn het nog oneens over of 60 miljard het maximum is en of het alleen voor het opkopen van gedekte obligaties gebruikt moet worden. Ook hun Oostenrijkse collega Nowotny mengde zich in het debat door te zeggen dat de ECB ook bedrijfspapier zou kunnen gaan kopen. Dus het is nog onzeker wat de ECB de komende maanden gaat doen. De Bank of England ziet ook nog geen blijvend herstel en heeft gisteren haar 3-maandelijkse inflatierapport bekend gemaakt. Zij predikt voorzichtigheid en realisme en benadrukt dat een degelijk en houdbaar herstel aanzienlijk meer tijd kost, ondanks dat op korte termijn de groei zal worden gesteund door de grote budgettaire en monetaire hulppakketten, het zwakke pond en een laag niveau van de voorraden. Verwacht wordt dat de inflatie de komende 3 jaar onder de doelstelling van 2% zal blijven. Zoals de bankpresident Mervyn King aangaf: De schattingen houden rekening met een relatief langzaam en langdurig herstel. Rentevisie 20-5 Blad 8

Vooruitblik Tarieven op geldmarkt blijven dalen In onderstaande tabel worden de verwachtingen ten aanzien van de 3-maands Euriborrente van enkele banken weergegeven. Uit de prognoses blijkt dat de genoemde grootbanken de eerste 3 maanden een gemiddelde daling van gemiddeld 18 basispunten van de korte rente verwachten. Over 12 maanden verwacht de markt een daling van 5 basispunten. Uiteindelijk zal de rente over een jaar een gemiddeld niveau van 1,22% bereiken, aldus analisten. We zien dat de grootbanken een verwachte 3-maands Euriborrente over 12 maanden van minimaal 1,10% en maximaal 1,40% in hun prognose hebben opgenomen. 3-maands Euribor 15 mei 20 9 april 20 Actuele rente 1,27% 1,44% Visie over 3 maanden ING 1 Fortis Bank 2 Rabobank 3 ABN AMRO 4 Gemiddelde Visie over 12 maanden ING Fortis Bank Rabobank ABN AMRO Gemiddelde 1,30% 1,00% 0,97% 1,10% 1,% 1,20% 1,10% 1,17% 1,40% 1,22% 1,40% 1,00% 1,18% 1,10% 1,17% 1,40% 0,80% 1,42% 1,20% 1,21% NB. Bovenstaande tarieven zijn exclusief spread Het actuele forwardtarief van de 3-maands Euribor over 3 maanden bedraagt 1,12%. Het actuele forwardtarief van de 3-maands Euribor over 12 maanden bedraagt 1,45%. Het forwardtarief over 3 maanden is 3 basispunten hoger dan de gemiddelde renteverwachtingen van genoemde banken. De gemiddelde verwachting over 12 maanden is 23 basispunten lager dan het huidige forwardtarief over 12 maanden. 1 Bron: Rente- en Valutavisie (ING) 2 Bron: Fortis Bank: International Economics Daily 3 Bron: Rabobank: Dagbericht 4 Bron: ABN AMRO Bank Global be weekly research Rentevisie 20-5 Blad 9

Kansen voor woningcorporaties Gelet op de yield curve, constateren we dat de verwachting dat de korte rente verder zou dalen in april gedeeltelijk is uitgekomen en nog verder is gedaald naar een niveau van 1,27%. Met de hoge spreads die op dit moment in rekening gebracht worden, gaat onze voorkeur nog steeds uit naar kortlopende financieringen. Op het moment dat de spread op het normale niveau is teruggekeerd kan door de inzet van een rentederivaat de structuur worden verlengd. De verwachtingen van banken ten aanzien van de lange rente (10-jaars swap) laten zich als volgt samenvatten. 10-jaars swap 15 mei 20 9 april 20 Actuele rente 3,47% 3,62% Visie over 3 maanden ING Fortis Bank Rabobank ABN AMRO Gemiddelde Visie over 12 maanden 3,20% 3,44% 3,41% 3,30% 3,34% 3,20% 3,60% 3,38% 3,60% 3,45% ING 3,70% Fortis Bank 4,02% Rabobank 3,70% ABN AMRO 3,50% Gemiddelde 3,73% NB. Bovenstaande tarieven zijn exclusief spread 3,75% 4,10% 3,70% 3,70% 3,81% Het actuele forwardtarief van de 10-jaars swap over 3 maanden bedraagt 3,66%. Het actuele forward-tarief van de 10-jaars swap over 12 maanden bedraagt 3,95%. Beide tarieven liggen ruim boven het verwachte gemiddelde renteniveau van de grootbanken. Vooruitblik De in bovenstaande tabel genoemde grootbanken verwachten dat de 10-jaars swaprente over 3 maanden een niveau van circa 3,34% noteert. Dit betekent dus een verwachte daling met 13 basispunten ten opzichte van het huidige renteniveau. De gemiddelde verwachting van 3,73% over 12 maanden ligt 26 basispunten hoger dan het actuele tarief. Rentevisie 20-5 Blad 10

Kansen voor woningcorporaties Het aantrekken van fixe leningen met een langere looptijd kan nog steeds, hoewel het aantal aanbieders zeer beperkt is en de spreads nog steeds behoorlijk oplopen. Een 20-jaars swap met contante storting bedraagt op dit moment 4,02% (excl. spread voor roll-over of andere modaliteit), terwijl het tarief voor 30-jarige swap 19 basispunten lager ligt op 3,92% (excl. spread). Het tarief voor contante storting van de 40-jaars swap bedraagt op dit moment 3,74% (excl. spread) en voor de 50-jaars swap op 3,66% (excl. spread). We zien ten opzichte van de vorige maand behoorlijk oplopende renteniveaus. Rentevisie 20-5 Blad 11

Bijlage: Rentegrafieken 15 mei 20 5,50% 5,20% 4,90% 4,60% 4,30% 4,00% 3,70% 3,40% 3,10% 2,80% 2,50% 2,20% 1,90% 1,60% 1,30% 1,00% 15-30- mei- mei- 14 - jun- 29- jun- ONTWIKKELING 3-MAANDS EURIBOR (15-05- - 15-05-) 14 - jul- 29- jul- 13 - aug- 28- aug- 12 - sep- 27- sep- 12 - okt- 27- okt- no v- 11-26- nov- 11- dec- 26- dec- 10 - jan- 25- jan- 9-24- feb- feb- 11- mrt - 26- mr t - 10-25- apr- apr- 10 - mei- 5,20% 5,00% 4,80% 4,60% 4,40% 4,20% 4,00% 3,80% 3,60% 3,40% 3,20% 3,00% 15- mei- 30- mei- 14 - jun- 5,00% 4,50% 4,00% 3,50% 3,00% 2,50% 2,00% 1, 50 % 1,00% 0,50% 29- jun- 14 - jul- 29- jul- 13 - aug- 28- aug- 10-JAARS IRS (15-05- - 15-05-) 12 - sep- 27- sep- 12 - okt- 27- okt- 11- nov- 26- nov- 11- dec- 26- dec- 10 - jan- 25- jan- 9- feb- 24- feb- 11- mr t - 26- mrt - 10 jaars swapcurve 200 daags gemiddelde 10 jaars swap YIELDCURVE OP BASIS VAN SWAPRENTES 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 12 15 20 25 30 40 45 50 31-dec-06 3,67 4, 4,13 4,13 4,12 4,12 4,13 4,14 4,16 4,17 4,19 4,22 4,27 4,30 4,30 4,28 4,25 4,23 4,20 31-dec-07 3,92 4,70 4,53 4,50 4,54 4,56 4,59 4,62 4,65 4,69 4,72 4,79 4,86 4,91 4,91 4,89 4,84 4,81 4,79 31-dec- 2,35 2,64 2,72 2,96 3,12 3,25 3,37 3,48 3,58 3,67 3,75 3,86 3,92 3,88 3,70 3,57 3,35 3,31 3,27 15-mei- 0,72 1,46 1,68 2,05 2,38 2,66 2,90 3,10 3,26 3,39 3,50 3,68 3,88 4,02 3,98 3,92 3,74 3,70 3,66 10 - apr- 25- apr- 10 - mei- Rentevisie 20-5 Blad 12