Voer de gegevens in in een tabel. Definieer de drie kolommen van de tabel en kies als kolomnamen groep, vooraf en achteraf.

Vergelijkbare documenten
Hierbij is het steekproefgemiddelde x_gemiddeld= en de steekproefstandaardafwijking

c. Geef de een-factor ANOVA-tabel. Formuleer H_0 and H_a. Wat is je conclusie?

a. Wanneer kan men in plaats van de Pearson correlatie coefficient beter de Spearman rangcorrelatie coefficient berekenen?

b. Bepaal b1 en b0 en geef de vergelijking van de kleinste-kwadratenlijn.

INDUCTIEVE STATISTIEK VOOR DE GEDRAGSWETENSCHAPPEN OPLOSSINGEN BIJ HOOFDSTUK 5

d. Maak een spreidingsdiagram van de gegevens. Plaats de x-waarden op de x-as en de z-waarden op de y-as.

Vergelijken van twee groepen (SPSS)

gemiddelde politieke interesse van hoger opgeleide mensen)

Hoofdstuk 5 Een populatie: parametrische toetsen

Opdracht 5a Kruistabellen

Gemiddelde, mediaan, kwartielen, interkwartielafstand, minimum, maximum, variantie, standaardafwijking, boxdiagrammen

b. Maak een histogram van de verdeling van het groeiseizoen. Kies eerst klassen en maak een geschikte frequentietabel.

Bij het maken van deze opgave worden de volgende vragen beantwoord:

toetsende statistiek deze week: wat hebben we al geleerd? Frank Busing, Universiteit Leiden

introductie Wilcoxon s rank sum toets Wilcoxon s signed rank toets introductie Wilcoxon s rank sum toets Wilcoxon s signed rank toets

d. Formuleer voor het hoofdeffect Afmeting H_0 en H_a. Is dit hoofdeffect significant?

Antwoordvel Versie A

S0A17D: Examen Sociale Statistiek (deel 2)

Meervoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden

Technische uitwerkingen voor het SPSS practicum Toetsende Statistiek

Voer de gegevens in in een tabel. Definieer de drie kolommen van de tabel en kies als kolomnamen gewest, tetra en freq.

Verdelingsvrije statistiek

SPSS Opstarten & gegevens inlezen Gegevens verkennen Beschrijvende statistiek

Enkelvoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden

feb 2013 Instituut CMI SPSS les 2

Oplossingen hoofdstuk Het milieubesef

Het gebruik van SPSS voor statistische analyses. Een beknopte handleiding.

c Voorbeeldvragen, Methoden & Technieken, Universiteit Leiden TS: versie 1 1 van 6

SPSS VOOR DUMMIES+ Werken met de NSE: enkele handige basisbeginselen. Gebaseerd op SPSS21.0 & Benchmarkbestand NSE 2014

Verband tussen twee variabelen

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica Tentamen Statistiek voor T (2S070) op vrijdag 8 oktober 1999, uur De u

Hoofdstuk 6 Twee populaties: parametrische toetsen

Handleiding SPSS tabellen en kruistabellen. In een paar stappen van spss data naar bruikbare informatie.

Kruis per vraag slechts één vakje aan op het antwoordformulier.

Spreidingsdiagram, kleinste-kwadraten regressielijn, correlatiecoefficient

Hoofdstuk 10 Eenwegs- en tweewegs-variantieanalyse

Interim Toegepaste Biostatistiek deel 1 14 december 2009 Versie A ANTWOORDEN

Beknopte handleiding SPSS versie van 28

Vandaag. Onderzoeksmethoden: Statistiek 3. Recap 2. Recap 1. Recap Centrale limietstelling T-verdeling Toetsen van hypotheses

toetskeuze schema verschillen in gemiddelden

Analyse van kruistabellen

Onderzoek. B-cluster BBB-OND2B.2

Menu aansturing van SPSS voorbeeld in hoofdstuk 7 over Kaplan-Meier en Cox regressie survival analyses van recidive bij meisjes

SPSS 15.0 in praktische stappen voor AGW-bachelors Uitwerkingen Stap 7: Oefenen I

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN

M M M M M M M M M M M M M M La La La La La La La Mid Mid Mid Mid Mid Mid Mid

Uitvoer van analyses (SPSS 16) voor het Faalfeedback en Oriëntatie voorbeeld in hoofdstuk 7 (Herhaalde metingen) >

We berekenen nog de effectgrootte aan de hand van formule 4.2 en rapporteren:

Examen G0N34 Statistiek

Extra Opgaven. 3. Van 10 personen meten we 100 keer de hartslag na het sporten. De gemiddelde hartslag van

Menu aansturing van SPSS voorbeeld in paragraaf 6.5 van hoofdstuk 6 over multipele regressie analyses van recidive bij jongens

Sheets hoorcollege 1 (over paragraaf 7.1) Uitgewerkte opgaven week 6 Antwoorden uitgewerkte opgaven week 6

HOOFDSTUK IV TOETSEN VAN STATISTISCHE HYPOTHESEN

Deel 1: Voorbeeld van beschrijvende analyses in een onderzoeksrapport. Beschrijving van het rookgedrag in Vlaanderen anno 2013

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica. Tentamen Statistiek 2 voor TeMa (2S195) op dinsdag ,

1. CTRL- en SHIFT-knop gebruiken om meerdere variabelen te selecteren

Beschrijvende statistieken

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica

Pilot vragenlijst communicatieve redzaamheid

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica. Tentamen Statistiek 2 voor TeMa (2S195) op vrijdag , 9-12 uur.

Inleiding Statistiek met Statistica

Deze menu-aansturingen zijn van toepassing op versies 14.0 en 15.0 van SPSS.

Bij herhaalde metingen ANOVA komt het effect van het experiment naar voren bij de variantie binnen participanten. Bij de gewone ANOVA is dit de SS R

Opgave 1: (zowel 2DM40 als 2S390)

Betrouwbaarheid, validiteit en overeenstemming

Fasen in het onderzoeksproces

Technische uitwerkingen voor het SPSS practicum Inleiding M&T.

Beschrijvende statistiek

De data worden ingevoerd in twee variabelen, omdat we te maken hebben met herhaalde metingen:

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica. Tentamen Statistiek 2 voor TeMa (2S195) op dinsdag , uur.

Handleiding SPSS. 1) Maak je bestand

Basishandleiding SPSS

Hoofdstuk 8 Het toetsen van nonparametrische variabelen

Oefenvragen bij Statistics for Business and Economics van Newbold

G0N11C Statistiek & data-analyse Project tweede zittijd

Wat te doen met die lange variabele- labels in SPSS?

Enkelvoudige lineaire regressie

Grafieken Cirkeldiagram

Akternatieve doorrekenen. 7.2 Tabellen

Twee en een half jaar Kwaliteitsmeting in de Fysiotherapie

10. Moderatie, mediatie en nog meer regressie

Meervoudige variantieanalyse

HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN

1 Inleiding spss; Aanwijzingen.

[aanvullend hoofdstuk, behorend bij Grotenhuis, M. te & Matthijssen, A. (2006). Basiscursus SPSS, versie 10-14, Assen: Van Gorcum]

Verklarende Statistiek: Toetsen. Zat ik nou in dat kritische gebied of niet?

werkcollege 6 - D&P10: Hypothesis testing using a single sample

Bestaat er een betekenisvol verband tussen het geslacht en het voorkomen van dyslexie? Gebruik de Chi-kwadraattoets voor kruistabellen.

INDUCTIEVE STATISTIEK VOOR DE GEDRAGSWETENSCHAPPEN OPLOSSINGEN BIJ HOOFDSTUK 8

Statistiek in HBO scripties

Tentamen Biostatistiek 1 voor BMT (2DM40) woensdag 28 oktober 2009, uur

Vrije Universiteit 28 mei Gebruik van een (niet-grafische) rekenmachine is toegestaan.

Tentamen Biostatistiek 1 voor BMT (2DM40), op maandag 5 januari uur

Voorbeeld regressie-analyse

Cursus Statistiek 2. Fellowonderwijs Opleiding Intensive Care. UMC St Radboud, Nijmegen

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN

werkcollege 7 - D&P10: Hypothesis testing using a single sample

Aanpassingen takenboek! Statistische toetsen. Deze persoon in een verdeling. Iedereen in een verdeling

Hoofdstuk 7: Statistische gevolgtrekkingen voor distributies

Bij factor ANOVA is er een tweede onafhankelijke variabele in de analyse bij gekomen. Er zijn drie soorten designs mogelijk:

Transcriptie:

Opdracht 10a ------------ t-procedures voor gekoppelde paren t-procedures voor twee onafhankelijke steekproeven samengestelde t-procedures voor twee onafhankelijke steekproeven Twee groepen van 10 leraren Frans volgden een intensieve zomercursus Frans. Zowel voor als na de cursus maakten zij een luistertoets. De onderstaande tabel geeft de scores bij de toets vooraf en de toets achteraf. Groep Achteraf Vooraf 1 34 32 1 31 31 1 35 29 1 16 10 1 33 30 1 36 33 1 24 22 1 28 25 1 26 32 1 26 20 2 36 30 2 26 20 2 27 24 2 24 24 2 32 31 2 31 30 2 15 15 2 34 32 2 26 23 2 26 23 Voer de gegevens in in een tabel. Definieer de drie kolommen van de tabel en kies als kolomnamen groep, vooraf en achteraf. a. Teken een normaal-kwantiel-plot voor de verschilscores achteraf-vooraf. b. Geef een 90%-betrouwbaarheidsinterval voor de gemiddelde toename van de score bij de luistertoets, een toename die te danken is aan het bijwonen van de zomercursus. Maak hierbij geen onderscheid tussen groep 1 en groep 2. c. Is de verbetering in de scores significant? Formuleer de geschikte H_0 en H_a. Maak ook hierbij geen onderscheid tussen groep 1 en groep 2. d. Teken een normaal-kwantiel-plot voor de scores vooraf van groep 1 en teken een normaal-kwantiel-plot voor de scores vooraf van groep 2. e. Geef een 90%-betrouwbaarheidsinterval voor het verschil in de gemiddelden van de score vooraf van groep 1 en de score vooraf van groep 2. Ga er van uit dat de standaarddeviaties van beide populaties niet gelijk zijn. f. Is er een significant verschil tussen de gemiddelde score Vooraf van groep 1 en de gemiddelde score Vooraf van groep 2? Formuleer de geschikte H_0 en H_a. Ga er van uit dat de standaarddeviaties van beide populaties niet gelijk zijn. g. Geef een 90%-betrouwbaarheidsinterval voor het verschil in de gemiddel-

den van de score vooraf van groep 1 en de score vooraf van groep 2. Ga er van uit dat de standaarddeviaties van beide populaties gelijk zijn. h. Is er een significant verschil tussen de gemiddelde score Vooraf van groep 1 en de gemiddelde score Vooraf van groep 2? Formuleer de geschikte H_0 en H_a. Ga er van uit dat de standaarddeviaties van beide populaties gelijk zijn. Opdracht 10a - berekening ------------------------- Beschouw voor b. en c. het kader op bladzijde 414, voor e. en f. het kader op bladzijde 440 en voor g. en h. het kader op blz 452. a. b. Bepaal eerst voor elke leraar de vooruitgang door de score vooraf af te trekken van de score achteraf. Bepaal op basis van deze verschilwaarden dat x_gemiddeld=2.5 en s=2.893. Bepaal vervolgens t*. We hebben n-1 = 20-1 = 19 vrijheidsgraden. Tabel E geeft voor 90% t* = 1.729. Het betrouwbaarheidsinterval is: s x_gemiddeld +/- t_ster * --------- = sqrt(n) 2.893 2.5 +/- 1.729 * --------- =

sqrt(20) 2.5 +/- 1.12 = (1.38,3.62) c. H_0: muu=0 H_a: muu>0 d. De t-grootheid is x_gemiddeld - muu_0 t = ------------------- s / sqrt(n) 2.5-0 = ------------------- 2.893 / sqrt(20) = 3.86 Als H_a: muu > muu_0, dan de P-waarde is P(T>=t). In tabel E is gegeven P(T>=t). Voor P(T>=3.86) en 19 vrijheidsgraden zien we dat t ligt tussen 3.579 en 3.883, en p ligt tussen 0.001 en 0.0005. Er geldt P(T>=3.86) = 0.0005 < p < 0.001.

e. We bepalen eerst voor beide steekproeven x_gemiddeld en s. We krijgen dan de volgende gegevens: Groep n x_gemiddeld s groep 1 10 26.4 7.291 groep 2 10 25.2 5.473 Het aantal vrijheidsgraden is gelijk aan: min(n1-1,n2-1) = min(10-1,10-1) = min(9,9) = 9 Vervolgens bepalen we t*. Tabel E geeft voor 90% t* = 1.833. Het betrouwbaarheidsinterval is: sqr(s1) sqr(s2) (x_gemiddeld_1-x_gemiddeld_2) +/- t_ster * sqrt(------- + -------) = n1 n2 sqr(7.291) sqr(5.473) (26.4-25.2) +/- 1.833 * sqrt(---------- + ----------) = 10 10 1.20 +/- 5.284 (-4.084,6.484) f. H_0: muu1 =muu2 H_a: muu1<>muu2 De t-grootheid is

x_gemiddeld_1 - x_gemiddeld_2 t = ------------------------------- sqr(s1) sqr(s2) (sqrt(------- + -------)) n1 n2 (26.4-25.2) = ------------------------------- sqr(7.291) sqr(5.473) (sqrt(---------- + ----------)) 10 10 = 0.42 Als H_a: muu_1 <> muu_2, dan de P-waarde is 2P(T>= t ). In tabel E is gegeven P(T>=t). Voor P(T>=0.42) en 9 vrijheidsgraden zien we dat t kleiner is dan 0.703, en dat p groter is dan 0.25. Er geldt dat 2P(T>= t ) = 2 * P(T>=t) = 2(p>0.25) = p>0.50. g. We bepalen eerst voor beide steekproeven x_gemiddeld en s. We krijgen dan de volgende gegevens: Groep n x_gemiddeld s groep 1 10 26.4 7.291 groep 2 10 25.2 5.473 Het aantal vrijheidsgraden is gelijk aan: min(n1-1,n2-1) = min(10-1,10-1) = min(9,9) = 9 Vervolgens bepalen we t*. Tabel E geeft voor 90% t* = 1.833. De samengestelde steekproefvariantie is: (n1-1)*sqr(s1) + (n2-1)*sqr(s2) sqr(s_p) = ------------------------------------- n1+n2-2 (9-1)*sqr(7.291) + (20-1)*sqr(5.473) = ------------------------------------- 10+10-2 = 41.56 De samengestelde steekproefstandaardeviatie is dan: s_p = sqrt(41.56) = 6.45 Het betrouwbaarheidsinterval is: 1 1 (x_gemiddeld_1-x_gemiddeld_2) +/- t_ster * s_p * sqrt(--- + ---) = n1 n2 1 1

(26.4-25.2) +/- 1.833 * 6.45 * sqrt(--- + ---) = 10 10 1.20 +/- 5.287 (-4.087,6.487) h. H_0: muu1=muu2 H_a: muu1>muu2 De t-grootheid is x_gemiddeld_1 - x_gemiddeld_2 t = ------------------------------- 1 1 s_p * (sqrt(--- + ---)) n1 n2 (26.4-25.2) = ------------------------------- 1 1 6.45 * (sqrt(--- + ---)) 10 10 = 0.42 Als H_a: muu_1 <> muu_2, dan de P-waarde is 2P(T>= t ). In tabel E is gegeven P(T>=t). Voor P(T>=0.42) en 9 vrijheidsgraden zien we dat t kleiner is dan 0.703, en dat p groter is dan 0.25. Er geldt dat 2P(T>= t ) = 2 * P(T>=t) = 2(p>0.25) = p>0.50. Opdracht 10a - S-PLUS --------------------- Voer de gegevens in in een tabel. a. Kies >Data >Transform. Kies onder Data Set en achter Target Columns verschil als naam voor de kolom die de verschilscores gaat bevatten. Selecteer onder Add to Expression en achter Variable de variabele achteraf en klik op >Add. Selecteer vervolgens achter Variable de variabele vooraf en achter achter Operator de - en klik op >Add. Achter Expression vinden we nu als expressie: ACHTERAF - VOORAF. Klik op >OK. Kies >Graph >2D Plot. Kies onder Axes Type voor Linear, en onder Plot Type voor QQ Normal with Line (x). Klik op >OK. Selecteer onder Data Columns en achter y Columns de variabele verschil. Klik op >OK. Kies >Statistics >Compare Samples >Two Samples >t Test. Selecteer onder Data en achter Variable 1 de variabele achteraf en achter Variable 2 de variabele vooraf. Kies onder Test voor >Paired t. Onder Hypotheses en onder Mean Under Null Hypothesis moet de waarde 0 zijn gekozen, en onder Alternative Hypothesis moet two.sided gekozen zijn. Geef onder Confidence Interval en achter Confidence Level de waarde 0.90. Onder Results moet >Print Results aan staan. Klik op >OK. b. In het Report-Venster wordt onder 90 percent confidence interval het interval gegeven: (1.381502,3.618498). c. In het Report-Venster lezen we onder andere dat t = 3.8649 en p-value = 0.001. Omdat je rechtseenzijdig wilt toetsen (met als alternatieve hypo-

these: muu_achter > muu vooraf) moet de p-value nog gedeeld worden door 2. d. Kies >Data >Split. Kies onder Splitting Variable en achter Group Column de variabele groep. Onder Results moet gekozen zijn voor >Separate, en geef achter Save In data als naam. Klik op OK. Kies >Graph >2D Plot. Kies onder Axes Type voor Linear, en onder Plot Type voor QQ Normal with Line (x). Klik op >OK. Selecteer onder Data Columns en achter Data set de tabel data.1, en achter y Columns de variabele vooraf. Klik op >OK. Kies >Graph >2D Plot. Kies onder Axes Type voor Linear, en onder Plot Type voor QQ Normal with Line (x). Klik op >OK. Selecteer onder Data Columns en achter Data set de tabel data.2, en achter y Columns de variabele vooraf. Klik op >OK. Kies >Statistics >Compare Samples >Two Samples >t Test. Selecteer onder Data en achter Data Set de oorspronkelijke tabel, achter Variable 1 de variabele vooraf, en achter Variable 2 de variabele groep. Zet Variable2 is Grouping Variable aan, en zet Assume Equal Variances uit. Onder Hypotheses en onder Mean Under Null Hypothesis moet de waarde 0 zijn gekozen, onder Alternative Hypothesis moet two.sided gekozen zijn. Geef onder Confidence Interval en achter Confidence Level de waarde 0.90. Onder Results moet >Print Results aan staan. Klik op >OK. e. In het Report-Venster wordt onder 90 percent confidence interval het interval gegeven: (-3.820321,6.220321). f. In het Report-Venster lezen we onder andere dat t = 0.4162 en p-value = 0.6825. Kies >Statistics >Compare Samples >Two Samples >t Test. Selecteer onder Data en achter Data Set de oorspronkelijke tabel, achter Variable 1 de variabele vooraf, en achter Variable 2 de variabele groep. Zet Variable2 is Grouping Variable aan, en zet Assume Equal Variances aan. Onder Hypotheses en onder Mean Under Null Hypothesis moet de waarde 0 zijn gekozen, onder Alternative Hypothesis moet two.sided gekozen zijn. Geef onder Confidence Interval en achter Confidence Level de waarde 0.90. Onder Results moet >Print Results aan staan. Klik op >OK. g. In het Report-Venster wordt onder 90 percent confidence interval het interval gegeven: (-3.799132,6.199132). h. In het Report-Venster lezen we onder andere dat t = 0.4162 en p-value = 0.6821. Opdracht 10a - SPSS ------------------- Voer de gegevens in in een tabel. a. Kies >Transform >Compute. Geef onder Target Variabele verschil als naam voor de kolom die de verschilscores gaat bevatten. Klik op de variabele achteraf en vervolgens op > (pijltje naar rechts). Klik op de - -toets en vervolgens op ^ (pijltje naar boven). Klik op de variabele vooraf en vervolgens op > (pijltje naar rechts). Klik op >OK. Kies >Graphs >Q-Q. Plaats zowel verschil onder Variables. Klik op >OK. In het output-window vind je achtereenvolgens twee grafieken. De grafiek

Normal Q-Q Plot of verschil is de eerste grafiek. Dit is de grafiek die gevraagd wordt. Kies >Statistics >Compare Means >Paired-Samples T Test. Selecteer Vooraf en Achteraf en plaats ze gezamenlijk in Paired Variables door te klikken op > (pijltje naar rechts). Klik op >Options. Kies als Confidence Interval 90%. Klik op >Continue. Klik vervolgens op >OK. In het output-window vind je drie tabellen. De tabel Paired Samples Test is de derde tabel en in deze tabel vinden we de resultaten die we willen hebben. b. In de tabel vind je onder 90% Confidence Interval of the Difference Lower en Upper. Deze geven respectievelijk de onder- en de bovengrens van het betrouwbaarheidsinterval aan (1.3815,3.6185). c. Onder t vinden we de t-grootheid. Deze is gelijk aan 3.865. Onder Sig. (2-tailed) vinden we de tweezijdige P-waarde van 0.001. Omdat we de rechtseenzijdige P-waarde willen hebben moeten we deze waarden delen door 2. We krijgen dan 0.0005. d. Selecteer de scores van groep 1. Kies >Data >Select Cases. Je komt nu in het window Select Cases. Klik op het rondje voor >If condition is satisfied. Klik vervolgens op >If. Je komt nu in het window Select Cases: If. Breng groep naar rechts, klik op = en klik op 1. Klik daarna op >Continue en tenslotte op >OK. Kies vervolgens >Graphs >Q-Q. Klik op >Reset. Plaats vooraf onder Variables. Klik op >OK. In het output-window vind je achtereenvolgens twee grafieken. De grafiek Normal Q-Q Plot of Vooraf is de eerste grafiek. Deze grafiek is de grafiek die gevraagd wordt. Selecteer de scores van groep 2. Kies >Data >Select Cases. Je komt nu in het window Select Cases. Klik op >Reset. Klik daarna op het rondje voor >If condition is satisfied. Klik vervolgens op >If. Je komt nu in het window Select Cases: If. Breng groep naar rechts, klik op = en klik op 2. Klik daarna op >Continue en tenslotte op >OK. Kies vervolgens >Graphs >Q-Q. Klik op >Reset. Plaats vooraf onder Variables. Klik op >OK. In het output-window vind je achtereenvolgens twee grafieken. De grafiek Normal Q-Q Plot of Vooraf is de eerste grafiek. Deze grafiek is de grafiek die gevraagd wordt. Maak eerst de selectie ongedaan. Kies >Data >Select Cases. Je komt nu in het window Select Cases. Klik op >Reset. Klik op >OK. Kies vervolgens >Statistics >Compare Means >Independent-Samples T Test. Plaats vooraf in Test Variable(s) en groep in Grouping Variable. Klik op >Define Groups. Vul bij Group 1 de waarde 1 in (groep 1) en bij Group 2 de waarde 2 in (groep 2). Klik op >Continue. Klik nu op >Options. Geef als Confidence Interval 90% op. Klik op >Continue en vervolgens op >OK. De tabel Independent Samples Test is de tweede tabel en in deze tabel vinden we de resultaten die we willen hebben. e. In rij Equal variances not assumed en kolom 90% Confidence Interval of the Difference vind je het betrouwbaarheidsinterval (-3.8203, 6.2203). f. In rij Equal variances not assumed vind je onder t de t-grootheid (0.416) en onder Sig. (2-tailed) de tweezijdige P-waarde: 0.683.

g. In rij Equal variances assumed en kolom 90% Confidence Interval of the Difference vind je het betrouwbaarheidsinterval (-3.7991,6.1991). h. In rij Equal variances assumed vind je onder t de t-grootheid (0.416) en onder Sig. (2-tailed) de tweezijdige P-waarde: 0.682. Opdracht 10a - verslag ---------------------- Twee groepen van 10 leraren Frans volgden een intensieve zomercursus Frans. Zowel voor als na de cursus maakten zij een luistertoets. a. Teken een normaal-kwantiel-plot voor de verschilscores achteraf-vooraf. Wanneer het aantal paren minstens 15 en kleiner dan 40 is, mag de t-procedure voor gekoppelde paren gebruikt worden, behalve in het geval van uitschieters of scheefheid. Bij de verschilscores zijn er geen uitschieters en is geen sprake van scheefheid. We mogen de t-toets hier dus gebruiken. b. Geef een 90%-betrouwbaarheidsinterval voor de gemiddelde toename van de score bij de luistertoets, een toename die te danken is aan het bijwonen van de zomercursus. Maak hierbij geen onderscheid tussen groep 1 en groep 2. Het betrouwbaarheidsinterval is (1.3815,3.6185). We kunnen met 90% zekerheid stellen dat de gemiddelde toename ligt tussen 1.3815 en 3.6185. c. Is de verbetering in de scores significant? Formuleer de geschikte H_0 en H_a. Maak ook hierbij geen onderscheid tussen groep 1 en groep 2.

H_0: muu = 0 (het gemiddelde van de verschillen is gelijk aan 0) H_a: muu > 0 (het gemiddelde van de verschillen is groter dan 0) De t-waarde is gelijk aan 3.865 en de bijbehorende tweezijdige P-waarde is gelijk aan 0.001. Omdat we alleen geinteresseerd zijn in de verbetering, willen we de rechtseenzijdige P-waarde hebben. Deze krijgen we door de tweezijdige P-waarde te delen door twee: 0.001/2 = 0.0005. De kans, berekend onder de aanname dat H_0 waar is, dat de toetsingsgrootheid t een waarde zou aannemen die even extreem is als of nog extremer is dan 3.865, is gelijk aan 0.0005. Hoe kleiner de P-waarde, hoe sterker het door de data tegen H_0 geleverde bewijs. De P-waarde is kleiner dan alfa, want 0.0005<0.05, dus wordt H_0 verworpen. Er is sprake van een verbetering. d. Teken een normaal-kwantiel-plot voor de scores vooraf van groep 1 en teken een normaal-kwantiel-plot voor de scores vooraf van groep 2.

Wanneer de som van het aantal waarnemingen in beide steekproeven minstens 15 en kleiner dan 40 is, mag de t-procedure voor twee onafhankelijke steekproeven gebruikt worden, behalve in het geval van uitschieters of scheefheid. Zowel bij de scores vooraf van groep 1 als van groep 2 zijn er geen uitschieters en is geen sprake van scheefheid. We mogen de t-toets hier dus gebruiken. e. Geef een 90%-betrouwbaarheidsinterval voor het verschil in de gemiddelden van de score vooraf van groep 1 en de score vooraf van groep 2. Ga er van uit dat de standaarddeviaties van beide populaties niet gelijk zijn. Als we er van uitgaan dat de standaardeviaties van beide populaties niet gelijk zijn is het betrouwbaarheidsinterval (-3.8203,6.2203). We kunnen met 90% zekerheid stellen dat het verschil in de gemiddelden van de score vooraf van groep 1 en de score vooraf van groep 2 ligt tussen -3.8203 en 6.2203. f. Is er een significant verschil tussen de gemiddelde score Vooraf van groep 1 en de gemiddelde score Vooraf van groep 2? Formuleer de geschikte H_0 en H_a. Ga er van uit dat de standaarddeviaties van beide populaties niet gelijk zijn. H_0: muu_groep1 = muu_groep2 H_a: muu_groep1 <> muu_groep2 Als we er van uitgaan dat de standaardeviaties van beide populaties niet gelijk zijn, is de t-waarde gelijk aan 0.416 en de bijbehorende tweezijdige P-waarde gelijk aan 0.683. We willen ook inderdaad tweezijdig toetsen, want we willen slechts toetsen of de groepen significant verschillend zijn. De kans, berekend onder de aanname dat H_0 waar is, dat de toetsingsgrootheid t een waarde zou aannemen die even extreem is als of nog extremer is dan 0.416, is gelijk aan 0.683. Hoe kleiner de P-waarde, hoe sterker het door de data tegen H_0 geleverde bewijs. De P-waarde is

groter dan alfa, want 0.683>0.05, dus wordt H_0 niet verworpen. Er is geen bewijs dat de populaties significant verschillend zijn. g. Geef een 90%-betrouwbaarheidsinterval voor het verschil in de gemiddelden van de score vooraf van groep 1 en de score vooraf van groep 2. Ga er van uit dat de standaarddeviaties van beide populaties niet gelijk zijn. Als we er van uitgaan dat de standaardeviaties van beide populaties gelijk zijn is het betrouwbaarheidsinterval (-3.7991,6.1991). We kunnen met 90% zekerheid stellen dat het verschil in de gemiddelden van de score vooraf van groep 1 en de score vooraf van groep 2 ligt tussen -3.7991 en 6.1991. h. Is er een significant verschil tussen de gemiddelde score Vooraf van groep 1 en de gemiddelde score Vooraf van groep 2? Formuleer de geschikte H_0 en H_a. Ga er van uit dat de standaarddeviaties van beide populaties niet gelijk zijn. H_0: muu_groep1 = muu_groep2 H_a: muu_groep1 <> muu_groep2 Als we er van uitgaan dat de standaardeviaties van beide populaties gelijk zijn, is de t-waarde gelijk aan 0.416 en de bijbehorende tweezijdige P-waarde gelijk aan 0.682. We willen ook inderdaad tweezijdig toetsen, want we willen slechts toetsen of de groepen significant verschillend zijn. De kans, berekend onder de aanname dat H_0 waar is, dat de toetsingsgrootheid t een waarde zou aannemen die even extreem is als of nog extremer is dan 0.416, is gelijk aan 0.682. Hoe kleiner de P-waarde, hoe sterker het door de data tegen H_0 geleverde bewijs. De P-waarde is groter dan alfa, want 0.682>0.05, dus wordt H_0 niet verworpen. Er is geen bewijs dat de populaties significant verschillend zijn.