projectnr. 244045 revisie 01 auteur(s) ing. R.H. van Trigt Opdrachtgever Gemeente Noordwijkerhout Postbus 13 2210 AA Noordwijkerhout datum vrijgave beschrijving revisie 01 goedkeuring vrijgave 5 maart 2014 Verslag inspraak- en overlegreacties G.A. Damen MSc ing. R.H. van Trigt
Colofon Projectgroep bestaande uit: G. Imthorn ing. R.H. van Trigt Tekstbijdragen: ing. R.H. van Trigt Vormgeving: Antea Group Datum van uitgave: 5 maart 2014 Contactadres: Rivium Westlaan 72 2909 LD CAPELLE A/D IJSSEL Postbus 8590 3009 AN ROTTERDAM Copyright 2014 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt door middel van druk, fotokopie, elektronisch of op welke wijze dan ook, zonder schriftelijke toestemming van de projectgroep.
Inhoud Blz. 1...2 1.1 Maatschappelijke uitvoerbaarheid... 2 1.1.1 Ontvangen inspraakreacties... 2 1.1.2 Overleg ingevolge ex. artikel 3.1.1 Bro... 3 1.1.3 Ambtelijke wijzigingen... 5 blad 1 van 5
1 1.1 Maatschappelijke uitvoerbaarheid De maatschappelijke uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan Buitengebied 2 e herziening wordt geregeld door in het kader van het wettelijk vooroverleg het plan voor commentaar toe te zenden aan de verschillende overlegpartners. Het voorontwerp van het bestemmingsplan Buitengebied 2 e herziening heeft vanaf 30 oktober 2013 tot en met 11 december 2013 ter inzage gelegen. Binnen deze periode is één inspraakreactie ingediend. Daarnaast is het voorontwerpbestemmingsplan naar een aantal instanties toegezonden in het kader van het wettelijke vooroverleg. Twee instanties hebben daarop een vooroverlegreactie ingediend. Op grond van artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) dient de gemeente bij de voorbereiding van een bestemmingsplan overleg te plegen met betrokken instanties, zoals het waterschap en diensten van Rijk en provincie, die betrokken zijn bij de zorg voor de ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen die in het plan in het geding zijn. In het navolgende rapport zijn de ontvangen inspraakreacties en de wettelijke vooroverlegreacties afzonderlijke samengevat en beantwoord. Vervolgens is aangegeven op welke wijze het bestemmingsplan Buitengebied 2 e herziening wordt aangepast. Tot slot zijn de ambtshalve wijzigingen van het bestemmingsplan opgenomen. 1.1.1 Ontvangen inspraakreacties Binnen de ter inzage termijn van het voorontwerp bestemmingsplan vanaf 30 oktober 2013 tot en met 11 december 2013 is de onderstaande reactie ontvangen: 1. Inspreker 1 (IN-13-19077), d.d. 10 december 2013, ontvangen 11 december 2013. Reactie 1 (IN-13-19077) ontvangen 11 december 2013 Het voorontwerpbestemmingsplan geeft voor inspreker aanleiding tot het maken van de volgende opmerkingen. a. Peil Gevraagd wordt om artikel 1, lid 53 (begrip peil), onderdeel c aan te passen zodat een verhoging tot maximaal 1 meter ten opzichte van het omringende maaiveld mogelijk blijft. Inspreker geeft aan dat in het buitengebied het maaiveld dikwijls laag is gelegen (bollengrond) en het grondwater bijgevolg hoog. Uit het oogpunt van de waterhuishouding rond en onder woningen stelt inspreker dat het mogelijk moet blijven de woning wat hoger te realiseren dan het omringende maaiveld met een maximum van 1 meter. Zoals inspreker stelt is het doel van de aangepaste definitie van peil (artikel 1, lid 53) om ongewenste terpen in het landschap tegen te gaan. Kunstmatige verhogingen in het landschap dragen niet bij aan de belevingswaarde van het buitengebied van de gemeente Noordwijkerhout. Bij nieuwe ontwikkelingen zoals bijvoorbeeld de realisatie van een woning zal bij de onderbouwing van een dergelijk initiatief ook naar het aspect water en grondwater worden gekeken. De gemeente is niet voornemens om op voorhand al vooruit te lopen op de mogelijke realisatie van een woning op een kunstmatige terp van maximaal 1 meter hoog ten opzichte van het omringende maaiveld. Indien uit het oogpunt van de waterhuishouding wordt onderbouwd dat zonder ophoging het plan niet realiseerbaar is kan mits goed gemotiveerd worden afgeweken van artikel 1, lid 53. Een algemene ontheffing door aanpassing van het begrip peil is niet aan de orde. blad 2 van 5
b. Inhoud woningen In artikel 7 (Woondoeleinden), lid 5 is geregeld dat het college bevoegd is de inhoud van burgerwoningen bij vrijstelling te vergroten van 600 m 3 naar 750 m 3. Inspreker stelt dat de bepaling moet worden aangepast nu sinds de 1e herziening de grootte van de burgerwoning is bepaald op maximaal 650 m 3 (artikel 7, lid 4 onder b). Inspreker stelt voor lid 5 te laten vervallen en de inhoud van de burgerwoning in het 4 e lid vast te stellen op maximaal 750 m 3. In het bestemmingsplan Buitengebied 2 e herziening wordt er geen aanpassing voorgesteld danwel aangebracht in artikel 7 Woondoeleinden. Inspreker reageert derhalve niet op voorliggend bestemmingsplan Buitengebied 2 e herziening maar op het geldende beleid zoals vastgesteld op 25 september 2008 (bestemmingsplan Buitengebied en bestemmingsplan Buitengebied 1 e herziening). Een aanpassing van artikel 7 Woondoeleinden is in de voorliggende 2 e herziening van het bestemmingsplan Buitengebied niet aan de orde. De opmerking over de regels voor woningen in het buitengebied zal onderdeel uitmaken van de integrale herziening (actualisatie) van het bestemmingsplan Buitengebied die op korte termijn zal worden voorbereid. c. Erfafscheidingen Inspreker stelt voor om in de artikelen 2, 2A, 3, 6, 7, 9, 16 en 17 een regel op te nemen waarbij het college van burgemeester en wethouders onder voorwaarden ontheffing kan verlenen voor terreinen/of erfafscheidingen tot 3 meter hoog. De artikelen 2 (Agrarische doeleinden bollenteelt), 2A (Agrarische doeleinden stekbedrijven), 3 (Agrarische doeleinden glastuinbouw), 6 (Bedrijfsdoeleinden), 7 (Woondoeleinden), 9 (Landgoed), 16 (Erven) en 17 (Tuinen) bevatten in de tabel in het lid over de bouwvoorschriften een maximale hoogte van terrein en/of erfafscheidingen van 2 meter. Deze maximale hoogte geldt overigens ook voor artikelen die niet door inspreker worden aangehaald. Daarnaast geldt voor de bestemming Tuinen (T) een maximale bouwhoogte van erfafscheidingen van 1 meter voor de voorgevel van het bijbehorende (hoofd)gebouw. In artikel 47 van het vigerende bestemmingsplan Buitengebied (inclusief de eerste herziening hiervan) is opgenomen dat van de bepalingen van ondermeer de afstands- en hoogtematen met maximaal 15% kan worden afgeweken. Deze flexibiliteit leidt ertoe dat een terrein en/of erfafscheiding maximaal 2,3 meter hoog kan zijn (na toepassing van de algemene vrijstellingsbevoegdheid). Gelet op de uniformiteit in het ruimtelijk beleid van de gemeente Noordwijkerhout rekening houdend met de algemene bouwregels voor terrein en/of erfafscheidingen is het niet gewenst om een hogere bouwhoogte voor deze bouwwerken mogelijk te maken. Conclusie De inspraakreactie heeft geen aanleiding om het bestemmingsplan aan te passen. 1.1.2 Overleg ingevolge ex. artikel 3.1.1 Bro In het kader van het overleg als bedoeld in artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is het voorontwerpbestemmingsplan Buitengebied 2 e herziening voorgelegd aan de betreffende instanties. Het is tevens verzonden aan een aantal instanties die formeel niet tot de wettelijke overleg instanties behoren maar wiens visie gewenst is. De volgende instanties hebben een reactie gegeven: 1. Provincie Zuid-Holland; 2. Milieudienst IJmond. blad 3 van 5
Reactie 1: Provincie Zuid-Holland Het voorontwerpbestemmingsplan geeft, vanuit het oogpunt van de belangen van de Provincie, aanleiding tot het maken van opmerkingen. De Provincie verzoekt om een toelichting op de aanpassingen van het bestemmingsplan ten aanzien van: a. Wijziging in artikel 2 (paragraaf 2.1.2 van de toelichting) Bij de 1 e herziening van het bestemmingsplan Buitengebied (25 september 2008) is in artikel 2 een sublid toegevoegd. Dit lid artikel 2, lid 4 onder j luidt "op de gronden met de nadere aanwijzing (ohe) mag maximaal 8.000 m 2 aan bedrijfsgebouwen worden opgericht waarvan maximaal 1.900 m 2 in gebruik mag worden genomen voor de agrarische handels- en exportactiviteiten. " Het oude sublid j (de bouweisen per functie zoals opgenomen in de tabel) is hiermee omgenummerd naar sublid k. In de vrijstellingsbevoegdheden (artikel 2 lid 5, lid 6 en lid 8) wordt nog verwezen naar het voorheen in de regels opgenomen sublid j. Nu deze is vernummerd door aanpassing van het bestemmingsplan in de 1 e herziening klopt de verwijzing niet meer en wordt deze in de 2 e herziening aangepast zodat de regels op elkaar aansluiten. b. Wijziging in artikel 2A (paragraaf 2.1.3 van de toelichting) Op 6 oktober 2010 heeft de Raad van State uitspraak gedaan gericht op de planregels voor de bestemming Agrarische doeleinden stekbedrijf (As), zaaknummer 200905548/1/R. Kort samengevat heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna AbRS) het besluit van het college van gedeputeerde staten van Zuid-Holland van 2 juni 2009, kenmerk PZH2009-409867, voor zover daarbij goedkeuring is verleend aan de plandelen met de bestemming "Agrarische doeleinden stekbedrijf (As)" voor de gronden gelegen aan de Maandagsewetering 194 vernietigd. Gelet op de uitspraak worden er twee aanpassingen verwerkt in het bestemmingsplan Buitengebied 2 e herziening: het advies van Abc ten aanzien van een maximale bedrijfsbebouwing van 1.500 m 2 wordt verwerkt in artikel 2A, lid 4 onder e ter plaatse van de toelichting aangegeven met **. Deze aanpassing is in overeenstemming met de overweging van de AbRS onder 2.8.3 en 2.8.5 van de uitspraak. de vrijstellingsbevoegdheid in artikel 2A, lid 5 vervalt overeenkomstig de overweging van de AbRS onder 2.8.5 en 2.9 van de uitspraak. De systematiek voor de wijzigingsbevoegdheid van de bestemming Agrarische doeleinden stekbedrijf (As) wordt overeenkomstig de bestemming Agrarische doeleinden glastuinbouw (Ag) vormgegeven. Dit betekent dat net als voor glastuinbouw de wijzigingsmogelijkheden zijn geregeld in de bestemmingen op gebiedsniveau (artikel 26 en verder). Omdat hierin de stekbedrijven, in de 1 e herziening van het bestemmingsplan Buitengebied, al zijn opgenomen behoeven deze artikelen in de 2 e herziening geen aanpassing meer. c. Wijziging ter plaatse van perceel Leidsevaart 122 (paragraaf 2.1.11.2 van de toelichting) Op 2 juni 2009 heeft de Provincie Zuid-Holland de gedeeltelijke goedkeuring ex artikel 28 WRO (oud) van het Buitengebied 1e herziening van de gemeente Noordwijkerhout verzonden (kenmerk PZH- 2009-409867). blad 4 van 5
In dit schrijven zijn de bedenkingen behandeld onder punt E ten aanzien van de locatie Leidsevaart 122. Op pagina 13 van 19 en 14 van 19 van de bijlage van het besluit van Gedeputeerde Staten is beargumenteerd dat voor de maatvoering van de bedrijfsbebouwing kan worden afgeweken. Kort samengevat is voor het bedrijf door DLV en ABC een rapport opgesteld waarbij wordt aangegeven dat het bedrijf extra uitbreidingsruimte behoeft. De provincie concludeert dat 'mede gelet op het bestaande karakter van de hoek Schippervaartweg en Leidsevaart kan worden ingestemd met een groter bouwoppervlakte op het perceel van reclamant dan nu in het bestemmingsplan wordt toegestaan'. Op basis van deze uitspraak is in de 2 e herziening van het bestemmingsplan Buitengebied de bouwoppervlakte aangepast overeenkomstig het onderzoek van DLV naar 10.800 m 2. Conclusie De overlegreactie geeft aanleiding om de onderbouwing van de wijzigingen in de toelichting van het bestemmingsplan aan te vullen met verwijzing naar enkele besluiten van de provincie Zuid-Holland zelf en de uitspraak van de Raad van State. Dit komt de onderbouwing van de voorgestelde wijzigingen ten goede. Reactie 2: Milieudienst IJmond De Milieudienst IJmond geeft in haar reactie aan dat kan worden ingestemd met het voorontwerp bestemmingsplan Buitengebied 2 e herziening. De reactie wordt voor kennisgeving aangenomen. 1.1.3 Ambtelijke wijzigingen Het bestemmingsplan geeft geen aanleiding om ambtshalve aanpassingen danwel wijzigingen te verwerken. blad 5 van 5