Informatieavond RUP Rijschoolstraat op 19 maart 2014 verslag Aanwezig : Pascal Vossius, schepen ruimtelijke ordening Sint-Truiden Johan Vangeffelen, dienst ruimtelijke planning stad Sint-Truiden Jan Baelus, OMGEVING (ontwerper en verslaggever) +/- 40 geïnteresseerden Schepen Vossius opent de vergadering en verwelkomt de aanwezigen. Het ruimtelijk uitvoeringsplan (verder afgekort als RUP) dat gepresenteerd wordt, kadert binnen het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan van Sint-Truiden. De stad wenst met dit RUP de ruimtelijke kwaliteit van dit bouwblok op termijn en stapsgewijze te verhogen en een aantal zinvolle projecten vlotter te laten verlopen. Het ontwerp van dit RUP is door de gemeenteraad voorlopig aanvaard. De ontwerper licht de grote lijnen van het plan toe (zie presentatie op de webstek www.stro-o.be). Er wordt ingegaan op volgende punten: de algemene opties voor dit plan de twee projectsites het grafisch plan en de verdere stappen. 1. Vragen, opmerkingen en/of suggesties De gestelde vragen en gegeven opmerkingen zijn in dit verslag per thema gebundeld. 1.1. Algemeen Opgemerkt wordt dat de eigenaars die er niet wonen geen uitnodiging hebben ontvangen, en ook de bewoners van de overzijde van de straten niet. De stad geeft aan dat, zoals altijd, de bewoners zijn uitgenodigd, en het openbaar onderzoek ook in 3 kranten en het informatieblad zal worden aangekondigd. Meerdere aanwezigen uiten hun bezwaren tegen de optie om meer hoogstammige bomen in het bouwblok in te brengen; deze geven schade aan de rioleringen (meerdere panden van Leopold II straat wateren door de tuinen af naar Rijschoolstraat), geven overlast met bladeren en vallen door het spel van de wind in de omsloten bouwblokken op termijn gegarandeerd zeker om). De ontwerper wijst op het mooiere uitzicht en de hogere woonkwaliteit die ze kunnen bieden en geeft aan dat ze alleen in de grotere tuinen zouden moeten worden aangeplant; uiteraard dient rekening gehouden met de aanwezige rioleringen.
1.2. Projectzones Meerdere aanwezigen uiten hun vrees voor het verlies van privacy wanneer de projectzones worden ontwikkeld met ramen in hun achtergevels. In tegenstelling tot de huidige situatie met blinde achtergevels, zal er inkijk, vooral in de tuinen, ontstaan. De ontwerper geeft aan dat het waarschijnlijk is dat in de nieuwe projecten ramen in de achtergevels zullen komen, maar dat deze niet in de onbebouwbare delen en dus op een redelijke afstand van de achtergevels van de woningen uit Leopold II straat zullen komen, maar waar precies en hoe, dat dat van de concrete architectuurprojecten zal afhangen. Op de vraag dat het stadsontwikkelingsbedrijf AGOST voor de projectsite van de voormalige rijschool tijdens dit openbaar onderzoek al eens bij de buren langs zou komen om te komen kijken naar mogelijke effecten, geeft de schepen aan dat dit te vroeg is vermits er nog geen concrete bouwplannen zijn. Johan Vangeffelen stelt voor dat er in het RUP wordt vastgelegd dat er in die woonprojectzones bij de bouwaanvraag een openbaar onderzoek moet gebeuren; dan kunnen alle buren het concrete plan beoordelen en hun reactie geven. De ontwerper geeft aan dat bomen de inkijk kunnen filteren en bekijkt of er ook striktere regels rond inkijk en privacy in het RUP kunnen worden ingeschreven. Omwonenden hebben bedenkingen bij de manier waarop er over het project van de voormalige rijschool is gecommuniceerd (met ruilvoorstellen die nadien veel kleiner werden) en ook bij het behandelen van bouwaanvragen voor buurpercelen waar er over het toekomstige project niets is gemeld. De ontwerper geeft aan dat AGOST de eigenaars die betrokken zijn door de projectzone allicht opnieuw zal contacteren en/of bijeenbrengen. De schepen onderstreept dat het project van de voormalige rijschool een toegevoegde waarde voor de buurt kan zijn en dat het zinvol is dat die goed verdeeld wordt. Meerdere aanwezigen bevestigen dit; zeker voor de hoek van Rijschoolstraat met Stationsstraat zou het een forse verbetering zijn. De schepen vult aan dat wanneer AGOST een akkoord over de principes van een project heeft met de buren, het een geïnteresseerde ontwikkelaar zal selecteren. De eigenaars van de garage in Leopold II straat geven aan dat hun eigendom ook het naastgelegen pand omvat en dat de bebouwing dieper in gaat. De ontwerper verduidelijkt dat een groter project binnen en buiten de woonprojectzone, waarbij het naastgelegen pand ook wordt betrokken, gerust kan binnen dit RUP en dat de bebouwing in die hoek van het bouwblok op termijn best wat minder diep wordt. Gevraagd naar de bouwhoogte die in het woonprojectzone van de telefooncentrale is toegelaten, geeft de ontwerper aan dat het RUP die niet exact vastlegt, maar via coëfficiënten die aangeven hoe veel er van het perceel mag bebouwd worden en welke totale vloeroppervlakte er maximaal mag worden gebouwd. De architect van het project moet daarbij de oefening doen om het gebouw in de omgeving te laten inpassen; het RUP geeft hiervoor de criteria weer (o.m. een beperkt hoogteverschil met de buurpanden en rekening houden met de straatbreedte zodat de panden aan de overzijde van de straat nog genoeg zon krijgen). Waarschijnlijk zal het in dit geval, door de smalle breedte van Rijschoolstraat, niet hoger dan drie bouwlagen kunnen zijn. Desgevraagd verduidelijkt de ontwerper dat de erfgoedwaarde van het gebouw van de voormalige rijschool pas laat in het ontwerpproces ter sprake en ter discussie is gekomen. Een resem mogelijke gebruiksvormen voor dit gebouw (en zijn omgeving) zijn onderzocht, maar er zijn er maar weinig die het volledige gebouw zinvol zouden kunnen gebruiken en waarvoor tegelijk de kans groot is dat er initiatiefnemers voor te vinden zijn. 2
3
Dus houdt het RUP verschillende mogelijkheden open; wel verplicht het tot onderzoek (in vier stappen) naar de beste behoudsmogelijkheden van (delen van) het gebouw voor de nieuwe functies: volledig, met blijvende aanduiding van de grote ruimte door de muren, met de voorgevel of met de zichtbare zijgevel vanaf de straat. Een van deze vier moet toegepast. Gevraagd naar wanneer het project van de voormalige rijschool gebouwd kan zijn, geeft de schepen aan dat gelet op de nog te doorlopen stappen met het RUP, de samenwerkingsafspraken met de betrokken eigenaars, de hele ontwerpfase van een project en de vergunningen heel optimistisch en als alles goed loopt de bouw ten vroegste binnen drie à vier jaar zou kunnen starten. 1.3. Mobiliteit Iemand geeft aan dat de P-route waarlangs de parkings liggen beter langs het station en de grotere parkings daar zou lopen dan langs Rijschoolstraat. De schepen meldt dat het parkeerrouteplan twee jaar geleden door de Gemeenteraad is aanvaard, maar dat het huidige bestuur er vragen bij heeft en de P-route niet in haar huidige vorm zal handhaven en invoeren. Een discussie over het al dan niet autoluw maken van de binnenstad wordt gevoerd. Gevraagd wordt om bij de heraanleg van de straten in de omgeving alle nodige aandacht te geven aan de toegankelijkheid en bruikbaarheid ervan voor personen met een beperking. Voor de schepen is dit evident. 1.4. Andere punten Omwonenden geven aan dat de nieuwe bebouwing met de gesloten dakruimte op de vijfde bouwlaag van de hoek van Rijschoolstraat en Toekomststraat te hoog is en de zon in de buurtuinen wegneemt. Schepen Vossius geeft aan dat dit volume binnen het toegelaten gabarit van het huidige RUP valt. Aangegeven wordt dat het achterste deel van de voorziene zone voor stedelijke ruimte thans een deel van een woning is; de ontwerper zal dit nakijken. Aangegeven wordt dat de ondergrond mogelijk problemen zal geven voor de bouwprojecten en voor ondergrondse parkings, vermits de Legebeek nabij, aan de overzijde van Rijschoolstraat stroomde. De ontwerper geeft aan voor dat het aantal parkeerplaatsen dat het RUP verplicht er niet per se een volledige ondergrondse laag moet komen. En dat uiteraard in een later stadium, bij de concrete projectvoorbereiding er allicht het nodige grondonderzoek zal gebeuren en men het architectuurontwerp en de constructiewijze daarop zal afstemmen. 4
2. Het openbaar onderzoek praktisch Het RUP (plan, voorschriften en toelichtingsnota) is te bekijken op en kan afgehaald worden van de webstek www.stro-o.be van de Dienst Ruimtelijke Ordening van de Stad. Het kan ook worden ingekeken bij die dienst op de tweede verdieping van het Administratief Centrum, Kazernestraat 13, Sint-Truiden. Het openbaar onderzoek loopt van 24 maart 2014 tot 23 mei 2014. Wie een bezwaarschrift wil indienen, doet dat schriftelijk en ten laatste op 23 mei 2014. Die brief wordt gericht aan GECORO Sint-Truiden p/a Kazernestraat 13, 3800 Sint-Truiden. Het bezwaarschrift kan met de post worden opgestuurd of ter plaatse afgegeven. De gemeentelijke Commissie voor Ruimtelijke Ordening (GECORO) zal de ingezonden bezwaarschriften beoordelen en nadien wordt een definitief ontwerp van het RUP opgemaakt. + 5