i Inhoudstafel 1. GEZIN EN SOCIALE ZEKERHEID....................... 1 Elisabeth Alofs Inleiding................................................... 1 I. Verzekering voor geneeskundige verzorging................... 3 A. Rechthebbenden..................................... 3 1. Gerechtigden..................................... 3 2. Personen ten laste................................. 4 B. Verhoogde tegemoetkoming............................ 5 C. Maximumfactuur.................................... 7 II. Arbeidsongeschiktheidsverzekering.......................... 8 A. Omvang van de arbeidsongeschiktheidsverzekering........... 9 1. Gerechtigde met personen ten laste ( gezinshoofd )........ 10 2. Gerechtigde zonder personen ten laste met verlies van een enig inkomen ( alleenstaande )........................... 11 3. Gerechtigde zonder personen ten laste en zonder verlies van een enig inkomen ( samenwonende )................... 11 III. Werkloosheids- en faillissementsverzekering................... 12 A. Omvang van de werkloosheidsuitkering................... 12 1. Gezinssituatie.................................... 13 2. Werkloosheidsperiode en beroepsverleden............... 14 B. Omvang van de faillissementsuitkering.................... 16 IV. Gezinsbijslagenverzekering................................ 17 A. Actoren............................................ 17 1. Rechthebbende................................... 18 2. Rechtgevend kind................................. 18 3. Bijslagtrekkende.................................. 20 B. Omvang van de kinderbijslag........................... 21 C. Nieuw samengesteld gezin.............................. 22 V. Arbeidsongevallen- en beroepsziekteverzekering................ 22 A. Schadeloosstelling.................................... 23 1. Rente na overlijden................................ 24 B. Uitbreiding naar wettelijk samenwonenden................. 26 1. Voorwaarden.................................... 27 2. Alternatief?...................................... 33
ii PERSONEN- EN FAMILIERECHT VI. Pensioenverzekering..................................... 35 A. Rustpensioen........................................ 35 B. Pensioensplitsing bij feitelijke scheiding of scheiding van tafel en bed............................................. 37 C. Echtscheidingspensioen................................ 41 D. Overlevingspensioen of overgangsuitkering................. 44 1. Het hervormde overlevingspensioen................... 46 2. De nieuwe overgangsuitkering........................ 51 VII. Meewerkende echtgenoot/wettelijk samenwonende partner van een zelfstandige............................................ 54 Conclusie................................................... 55 2. TOPICS UIT HET ADOPTIERECHT TOEGELICHT............ 59 Veronique Van Asch I. Inleiding.............................................. 59 II. Definitie.............................................. 59 III. Soorten adoptie......................................... 60 A. Binnenlandse adoptie.................................. 60 B. Interlandelijke adoptie................................. 60 C. Gewone adoptie..................................... 61 D. Volle adoptie........................................ 61 IV. Grondvoorwaarden...................................... 61 A. Wettige redenen...................................... 61 B. Hoger belang van het kind en eerbied voor de fundamentele mensenrechten die hem op grond van het internationaal recht toekomen.......................................... 61 C. Bekwaamheid en geschiktheid van de adoptant.............. 62 D. Wettige belangen..................................... 62 V. Overige voorwaarden.................................... 62 A. Personen die moeten toestemmen met de adoptie............ 62 B. Leeftijdsvereisten..................................... 63 VI. Adoptieprocedure....................................... 64 A. Bevoegde rechtbank................................... 64 B. Interne adoptie...................................... 64 1. Inleiding bij verzoekschrift.......................... 64 2. Advies Openbaar Ministerie......................... 65
INHOUDSTAFEL iii 3. Maatschappelijk onderzoek.......................... 65 4. Behandeling ter zitting.............................. 66 C. Interlandelijke adoptie................................. 67 1. Inleiding........................................ 67 2. Geschiktheidsprocedure............................. 67 3. Interlandelijke adoptieprocedure sensu stricto............ 68 VII. Enkele topics in het adoptierecht........................... 69 A. Overgangsrecht meemoeders adoptie.................... 69 B. Stiefouderadoptie.................................... 70 1. Algemeen........................................ 70 2. Grondvoorwaarden................................ 71 3. Gevolgen van de stiefouderadoptie.................... 72 C. Herroeping en herziening van de adoptie................... 73 1. Herroeping van de adoptie.......................... 73 2. Herziening van de adoptie........................... 74 D. Adoptiedecreet...................................... 74 3. BELGISCH AFSTAMMINGSRECHT, QUO VADIS?............ 77 Liesbet Pluym Inleiding................................................... 77 I. Draagmoederschap...................................... 78 A. Geen wettelijk statuut................................. 78 B. Toepassing van draagmoederschap....................... 78 C. Geen uitdrukkelijk strafrechtelijk verbod in België........... 80 D. Gezondheidsrechtelijke aspecten......................... 85 1. Onduidelijkheid over de toepassing van wetgeving inzake medisch begeleide voortplanting...................... 85 2. Behandelingsovereenkomst met de arts................. 89 E. Verbintenisrechtelijke aspecten.......................... 91 1. Nietigheid van de draagmoederschapsovereenkomst....... 92 2. Gevolgen van de nietigheid van de draagmoederschapsovereenkomst..................... 101 F. Afstammingsrechtelijke aspecten......................... 105 1. Oorspronkelijke afstamming......................... 105 2. Adoptieve afstamming.............................. 110 G. Grensoverschrijdend draagmoederschap................... 113
iv PERSONEN- EN FAMILIERECHT 1. Emigrerend draagmoederschapstoerisme................ 113 2. Immigrerend draagmoederschapstoerisme............... 121 II. Meemoederschap........................................ 124 A. Wettelijk statuut..................................... 124 B. Afstammingsband met de meemoeder..................... 126 1. Vermoeden van meemoederschap..................... 126 2. Betwisting van het vermoeden van meemoederschap....... 127 3. Erkenning door de meemoeder....................... 130 4. Betwisting van de erkenning door de meemoeder......... 130 5. Onderzoek naar het meemoederschap.................. 132 C. Afstammingsband met de vader.......................... 133 D. Gevolgen........................................... 134 III. Besluit................................................ 138 4. EOT-ACTUALIA................................. 141 Steven Brouwers I. De rechtsleer........................................... 141 A. Vóór de wet van 27 april 2007.......................... 141 B. Na de wet van 27 april 2007............................ 143 II. De wetgeving........................................... 145 III. De voorwaarden tot de echtscheiding door onderlinge toestemming. 148 A. Algemeen........................................... 148 B. Facultatieve boedelbeschrijving.......................... 149 IV. De overeenkomsten...................................... 150 A. Algemeen........................................... 150 B. De vermogensrechtelijke overeenkomst.................... 152 1. Transactionele verdeling............................ 152 2. Gekwalificeerde benadeling.......................... 155 3. Terugwerkende kracht.............................. 155 4. Voorlopige binding................................ 157 5. Allesomvattend................................... 157 6. Heling.......................................... 159 7. Toewijzing bij voorrang............................ 159 8. Erfrechtelijke regeling.............................. 160 9. Huwelijksvoordelen, overlevingsrechten en contractuele erfstellingen...................................... 162
INHOUDSTAFEL v 10. Notaris......................................... 163 11. Conventionele onverdeeldheid........................ 164 C. De familierechtelijke overeenkomst....................... 166 1. Vorm........................................... 166 2. Inhoud......................................... 168 3. Interpretatie...................................... 169 D. Wijzigingen......................................... 170 V. Procedure............................................. 171 A. Verschijning........................................ 171 B. Hoger beroep....................................... 172 VI. De gevolgen van de echtscheiding........................... 175 A. M.b.t. het huwelijksvermogen........................... 175 B. M.b.t. de afstamming................................. 175 5. BESCHERMING MEERDERJARIGE ONBEKWAMEN: PROCEDURELE ASPECTEN........................... 177 Dirk Scheers I. Beschermde personen: nieuwe bijzondere rechtspleging in het Gerechtelijk Wetboek.................................... 178 II. Buitengerechtelijke bescherming............................ 179 A. Geschillen aangaande de uitvoering van de lastgeving......... 179 1. Wilsonbekwaamheid van de lastgever.................. 179 2. De alarmbelprocedure.............................. 180 B. Geschillen aangaande de lasthebbers...................... 181 1. Aanstelling lasthebber ad hoc........................ 181 2. Betwistingen tussen de lasthebbers.................... 181 III. Voor de rechterlijke bescherming........................... 181 A. De verklaring van voorkeur............................. 181 B. De verklaring van voorkeur bij vervanging of opvolging....... 183 IV. De rechterlijke bescherming............................... 183 A. Bevoegdheid........................................ 183 1. Materiële bevoegdheid.............................. 183 2. Nabijheidsrechters en reizende dossiers................. 184 B. Het verzoek tot rechterlijke bescherming................... 186 1. De verzoekende partij.............................. 186 2. De te beschermen persoon........................... 187
vi PERSONEN- EN FAMILIERECHT 3. Het verzoekschrift................................. 188 C. De behandeling van het verzoek tot rechterlijke bescherming... 194 1. Voorafgaande handelingen.......................... 194 2. De zitting........................................ 196 3. De aan te stellen bewindvoerder...................... 199 4. Het Openbaar Ministerie............................ 201 D. De beschikking inzake rechterlijke bescherming............. 203 1. Behandeling in raadkamer en openbare uitspraak......... 203 2. Inhoud van de beschikking.......................... 203 3. Uitvoerbaarheid................................... 210 E. Handelingen onmiddellijk na de aanstelling van de bewindvoerder 210 1. Kennisgeving beschikking en aanvaarding opdracht bewindvoerder.................................... 210 2. Publiciteit....................................... 211 3. Leefsituatie/Patrimoniumverslag...................... 212 4. Vrijstellingsprocedure voor de ouders-bewindvoerders..... 212 F. Het administratief dossier.............................. 213 1. Inhoud......................................... 213 2. Bewaring........................................ 214 3. Inzage in het dossier............................... 214 4. Afschriften....................................... 215 G. Procedures tijdens de rechterlijke bescherming.............. 215 1. Algemeen........................................ 215 2. Machtigingsprocedure met oproeping (art. 1246 Ger.W.)... 216 3. Machtigingsprocedure zonder oproeping (art. 1250 Ger.W.) 218 4. Geschillen tussen bewindvoerders (art. 1252 Ger.W.)...... 221 5. Toekenning van bezoldiging bewindvoerder............. 222 6. De vrederechter en de openbare verkoop van onroerende goederen........................................ 223 H. Bijzondere procedure na rechterlijke beëindiging van de rechterlijke bescherming............................... 225 1. Toepassingsgebied................................. 225 2. Procedure....................................... 226 3. De ondraaglijke lichtheid van de procedure.............. 227 I. Betekening en kennisgeving bij rechterlijke bescherming....... 227 J. Rechtsmiddelen...................................... 228 1. Hoger beroep en verzet............................. 228 2. Termijnen....................................... 229
INHOUDSTAFEL vii V. Toezicht op het bewind: de jaarlijkse verslaggeving............. 229 A. In geval van bijstand.................................. 230 B. In geval van vertegenwoordiging......................... 231 VI. Evaluatie.............................................. 232 VII. Overgangsrecht......................................... 233 1. Inkanteling van bestaand voorlopig bewind............. 233 2. Inkanteling van bestaande verlengde minderjarig verklaarden 234 6. VEREFFENING-VERDELING NA ECHTSCHEIDING........... 235 Annelies Wylleman Situering................................................... 235 I. De aanvangsfase van de gerechtelijke vereffening-verdeling voor de rechtbank............................................. 236 A. De keuze van de notaris................................ 236 B. De verkoop van de onverdeelde goederen.................. 237 C. De uitsluiting van in het buitenland gelegen goederen......... 239 D. De aanstelling van deskundigen.......................... 240 II. De procedure voor de notaris-vereffenaar..................... 240 A. Enkele bijzonderheden en vernieuwingen.................. 240 1. Een partij verschijnt niet of wil niet tekenen............. 240 2. De notaris-vereffenaar (of geen van de notarissen-vereffenaars) is territoriaal niet bevoegd voor een bepaalde procedureverrichting............................... 241 B. Het eigenlijke verloop van de procedure voor de notaris....... 241 1. Het initiatief tot het aanvatten van de procedure voor de notaris-vereffenaar................................ 241 2. De opening van de werkzaamheden.................... 242 3. Het verder verloop van de procedure tot aan de staat van vereffening....................................... 244 4. De staat van vereffening............................ 246 5. De reactie van de partijen op de staat van vereffening...... 247 C. De procedure na de staat van vereffening voor de rechtbank.... 249 III. Enkele bijzondere procedurewendingen tijdens de procedure voor de notaris-vereffenaar...................................... 250 A. Tussengeschillen..................................... 250 B. De aanstelling van een deskundige........................ 252
viii PERSONEN- EN FAMILIERECHT C. De verkoop van de goederen............................ 254 1. De verkoop van de onroerende goederen................ 254 2. De verkoop van de roerende goederen.................. 257 Enkele bedenkingen om te besluiten.............................. 258 7. INTERNATIONALE ECHTSCHEIDING IN DERTIEN VEELGESTELDE VRAGEN....................................... 261 Jan De Meyer I. Wanneer is sprake van een internationale echtscheiding?........ 262 A. Een internationale echtscheiding......................... 262 B. Internationale voorlopige maatregelen..................... 263 II. Welke rechtsbron regelt de internationale bevoegdheid bij een echtscheiding?.......................................... 263 A. Toepassingsgebied Brussel IIbis-Vo....................... 263 B. Residuele toepassing WIPR met beperkingen................ 265 C. Homohuwelijken onder de Brussel IIbis-Vo?................ 265 III. Hoe regelt de Brussel IIbis-Verordening de internationale bevoegdheid voor echtscheidingen?.......................... 267 A. Zeven bevoegdheidsgronden............................ 267 B. Bevoegdheid o.g.v. gewone verblijfplaats................... 267 C. Bevoegdheid o.g.v. nationaliteit.......................... 268 D. Bevoegdheidsovereenkomsten mogelijk?................... 269 E. Oplossing voor parallelle procedures...................... 269 IV. Hoe regelt het WIPR de internationale bevoegdheid voor echtscheidingen?........................................ 270 A. Residuele bevoegdheidsgronden in het WIPR............... 270 B. Residuele bevoegdheidsovereenkomsten mogelijk?........... 271 C. Oplossing voor parallelle procedures...................... 272 V. Wat als geen enkele rechter internationaal bevoegd is om van een echtscheidingsvordering kennis te nemen?.................... 273 VI. Hoe wordt de interne, nationale bevoegdheid geregeld bij internationale echtscheidingen?............................ 274 VII. Welke rechtsbron wijst het toepasselijke recht op de echtscheiding aan?................................................. 275 A. De Rome III-Vo voor alle echtscheidingsvorderingen......... 275 B. Homohuwelijken onder de Rome III-Vo................... 276
INHOUDSTAFEL ix C. Alle rechtskeuzes onder de Rome III-Vo?.................. 277 VIII. Hoe regelt de Rome III-Verordening de aanduiding van het toepasselijke recht?...................................... 277 A. Primauteit van de rechtskeuzevrijheid..................... 277 1. Vier keuzemogelijkheden in artikel 5 Rome III-Vo........ 278 2. Tijdstip van de rechtskeuze.......................... 279 3. Materiële geldigheid van de rechtskeuze................ 279 4. Formele geldigheid van de rechtskeuze................. 280 B. Verwijzingsladder bij afwezigheid van rechtskeuze........... 281 C. Uitzonderingen op toepasselijk recht...................... 282 D. Verwijzing naar IPR van een land of naar intern materieel recht? 284 IX. Waar vindt een advocaat vreemd recht?...................... 284 X. Is een echtscheidingsprocedure mogelijk als het huwelijk niet is overgeschreven in België?................................. 285 XI. Wat als de huwelijksakte ontbreekt?......................... 286 XII. Wat als een Belgisch echtscheidingsvonnis in het buitenland geregistreerd moet worden?................................ 287 XIII. Hoe zit het na echtscheiding met de achternaam?............... 288 Besluit..................................................... 289 8. ONTWIKKELINGEN INZAKE WETTELIJKE SAMENWONING (2012-2015)................................... 291 Lynn De Schrijver Inleiding................................................... 291 I. Aangaan van de wettelijke samenwoning..................... 291 A. Situering........................................... 291 B. Grondvoorwaarden................................... 293 C. Vormvoorwaarden................................... 294 1. Verklaring door middel van een geschrift............... 294 2. Schijnwettelijke en gedwongen wettelijke samenwoning.... 295 II. Beëindiging en nietigverklaring van de wettelijke samenwoning... 299 A. Beëindiging van de wettelijke samenwoning................ 299 1. Procedure....................................... 299 2. Gevolgen........................................ 300 B. Nietigverklaring van de wettelijke samenwoning............. 301
x PERSONEN- EN FAMILIERECHT 1. Procedure....................................... 301 2. Gevolgen........................................ 302 III. Gevolgen van de wettelijke samenwoning..................... 303 A. Primair samenwoningsstelsel............................ 303 B. Secundair samenwoningsstelsel.......................... 304 1. Algemeen........................................ 304 2. Bekwaamheid.................................... 304 3. Publiciteit....................................... 306 C. Dringende voorlopige maatregelen....................... 307 1. Situering........................................ 307 2. Tijdens de wettelijke samenwoning.................... 308 3. Na de beëindiging van de wettelijke samenwoning........ 313 4. Procedure....................................... 315 IV. Vermeende discriminaties van wettelijk samenwonenden......... 316 V. Besluit................................................ 320 9. ACTUALIA RELATIEVERMOGENSRECHT................. 321 Renate Barbaix I. Huwelijksvermogensrecht................................. 321 A. Wettelijk stelsel...................................... 321 1. Statuut van de goederen pensioenrechten.............. 321 2. Bestuur over het vermogen.......................... 328 3. Ontbinding, vereffening en verdeling van het stelsel....... 330 B. Stelsels van scheiding van goederen....................... 339 II. Samenwoningsvermogensrecht............................. 343