Patrick Senaeve Compendium van het Personen- en Familierecht Achtste, geheel herwerkte uitgave, o Acco Leuven / Voorburg
INHOUD WOORD VOORAF 31 INLEIDING (1-24) 35 1. Begripsbepaling (1-4) 35 A. Formele begripsbepaling (2) 35 B. Inhoudelijke begripsbepaling (3) 35 C. De notie 'gezinsrecht' (4) 36 2. Raakvlakken met andere rechtstakken (5-12) 36 A. Het huwelijksvermogensrecht (6) 36 B. Het erfrecht (7) 37 C. Het gerechtelijk privaatrecht (8-10) 37 D. Het strafrecht (11) 38 E. Het fiscaal recht en het socialezekerheidsrecht (12) 38 3. Samenhang tussen personenrecht en familierecht (13-15) 39 A. Historische reden (14) 39 B. Inhoudelijke reden (15) 39 4. Bronnen van het personen- en familierecht (16-24) 40 A. De wet (16) 40 B. Het verdrag (17-21-1) 42 C. De rechtspraak (22-22-1) 45 D. De rechtsleer (23-24) 45 DEEL I - PERSONENRECHT (25-713) 49 TITEL I. PERSOONLIJKHEID (25-423-3) 51 HOOFDSTUK I - DE PERSOON (25-66) 53 1. Begripsbepaling (25) 53 2. Wie is persoon? (26-31) 53
INHOUD A. De natuurlijke persoon (27-29-1) 53 B. De rechtspersoon (30-31) 54 3. Ontstaan en beeindiging van de persoonlijkheid van de natuurlijke persoon (32-42) 55 A. Ontstaan (33-37) 55 B. Beeindiging (38^2) 57 4. Afwezigheid (43-66) 59 A. Algemeen (43^5) 59 1. Begripsbepaling (43^4) 59 2. Beoordeling (45) 59 B. De goederen van de afwezige (46-60) 60 1. De actuele rechten van de afwezige (47-59) 60 2. De eventuele rechten van de afwezige (60) 63 C. De persoon van de afwezige (61-66) 64 1. Huwelijk (62-63) 64 2. Ouderlijk gezag en voogdij (64-65) 65 3. Afstamming van de kinderen van de echtgenote (66) 65 HOOFDSTUK II - DE STAAT VAN DE PERSOON (67-212) 67 1. Algemeen (67-104) 67 A. Begripsbepaling (67-69) 67 B. Verkrijging van de staat (70) 68 C. Kenmerken van de staat (71-76) 68 1. De staat is niet vatbaar voor autonome wijziging (72) 69 2. De staat is onbeschikbaar (73-74) 69 3. De staat is niet voor verjaring vatbaar (75) 70 4. De staat is enkelvoudig (76) 70 D. Vorderingen van staat (77-93) 71 1. Begripsbepaling (77) 71 2. Categorieen (78-79) 71 3. Kenmerken (80-92) 72 4. Het gezag van gewijsde van uitspraken op vorderingen van staat (93) 76 E. Bezit van staat (94-104) 77 1. Begripsbepaling (94) 77 2. Inhoud (95-97) 77 3. Functie (98-104) 78 2. De bekwaamheid (105-133) 80 A. Soorten bekwaamheid (105-121) 80 1. Feitelijke bekwaamheid (106-107) 80
INHOUD 2. Rechtsbekwaamheid en handelingsbekwaamheid (108-121) 81 B. Categorieen rechtsonbekwamen (122-133) 85 1. Vreemdelingen (122-128) 85 2. Strafrechtelijk veroordeelden (129-133) 88 3. Bewijs van staat en bekwaamheid (134-212) 89 A. De burgerlijke stand (134-183) 89 1. Begripsbepaling (134) 89 2. Organisatie van de burgerlijke stand (135-151) 89 3. Akten van de burgerlijke stand (152-183) 94 B. Bewijzen van staat en bekwaamheid buiten de burgerlijke stand (184-210) 105 1. Bevolkingsregisters en rijksregister (184-200) 105 2. Van de bevolkingsregisters afgeleide identiteitsbewijzen (201-210) 114 C. Het bewijs van staat en bekwaamheid van personen zonder band met de Belgische rechtsorde (211-212) 120 HOOFDSTUK m - DE VEREENZELVIGING VAN DE PERSOON (213^23-3) 123 I- De naam (214-281) A. Begripsbepaling (214) B. De familienaam (215-247) 1. Begripsbepaling (215) 2. De verkrijging (216-223) 3. De invloed van het huwelijk op de familienaam (224-232) 4. De wijziging (233-244) 5. De verbetering (245-247) C. De voornaam (248-265) 1. Begripsbepaling (248) 2. De verkrijging (249-253-1) 3. De wijziging (254-262) 4. De verbetering (263-265) D. Rechtsaard van de naam (266-271) 1. Het recht op naam (266-267) 2. De naam als instelling van politie (268-270) 3. Kenmerken van de naam (271) E. De adellijke titel (272-281) 1. Begripsbepaling (272-273) 123 123 124 124 124 130 132 136 137 137 137 139 140 141 141 143 143 144 144
8 INHOUD 2. Indeling van de adellijke titels (274) 144 3. Titularissen van adellijke titels (275-279) 145 4. Rechtsaard van de adellijke titel (280-281) 146 2. Het geslacht (282-301) 146 A. Begripsbepaling (282-283) 146 B. De rol van het geslacht in het recht (284-285) 147 C. De vaststelling van het geslacht (286-287) 148 D. De wijziging van het geslacht en van de geslachtsaanduiding (288-296) 149 1. Zuivere vergissing (288) 149 2. De problematiek van de interseksualiteit en van de transseksualiteit (289-296) 149 E. De transseksualiteit en de mensenrechten (297-301) 153 3. De woonplaats en de verblijfplaats (302-341) 155 A. De woonplaats (302-329) 155 1. Begripsbepaling (302) 156 2. Soorten (303-306) 156 3. De burgerrechtelijke woonplaats (307-329) 157 B. De verblijfplaats (330-341) 163 1. Begripsbepaling (330-331) 163 2. Verkrijging (332-338) 164 3. Functie (339-340) 165 4. Kenmerken (341) 166 4. De nationaliteit (342^23-3) 166 A. Situering (342-348) 166 1. Begripsbepaling (342-346) 166 2. De nationaliteit en de mensenrechten (347) 168 3. Bronnen (348) 168 B. Kenmerken van het Belgische nationaliteitsrecht (349-353) 168 1. Enkelvoudigheid van de nationaliteit (349-350) 168 2. Universaliteit van de nationaliteit (351) 169 3. Wijzigbaarheid van nationaliteit (352) 169 4. Uniformiteit van de nationaliteit (353) 170 C. Verwerving van de Belgische nationaliteit (354-406-1) 170 1. Overzicht (354-355-1) 170 2. Toekenning van de Belgische nationaliteit (356-373) 171 3. Verkrijging van de Belgische nationaliteit (374-402) 175 4. Herkrijging van de Belgische nationaliteit (403-406-1) 185 D. Verlies van de Belgische nationaliteit (407-421) 187 1. Overzicht (407^08-1) 187
INHOUD 2. Verlies van de Belgische nationaliteit door eigen toedoen (409^12) 188 3. Verlies van de Belgische nationaliteit anders dan door eigen toedoen (413-416) 189 4. Vervallenverklaring (417-421) 190 E. Bewijs van de Belgische nationaliteit (422-423) 191 F. Het statuut van apatride (423-1^23-3) 192 TITEL II. PERSONENBESCHERMINGSRECHT (424-713) 195 HOOFDSTUK I ALGEMEEN PERSONENBESCHERMINGSRECHT: DE PERSOONLIJKHEIDSRECHTEN (425-571-4) 197 1. De persoonlijkheidsrechten in het algemeen (425^43) 197 A. Begripsbepaling (425) 197 B. Situering (426-432) 198 C. Bronnen (433) 200 D. Nomenclatuur (434) 201 E. Kenmerken (435^43) 202 1. Universaliteit (435) 202 2. Absoluut karakter (436) 202 3. Buitenvermogensrechtelijk karakter (437-438) 202 4. Onbeschikbaarheid (439-440) 203 5. Onverjaarbaarheid (441) 203 6. Onoverdraagbaarheid bij overlijden (442-443) 204 2. De persoonlijkheidsrechten m.b.t. de fysieke bestanddelen van de persoonlijkheid (444-512-1) 204 A. Het recht op eerbiediging van de fysieke bestanddelen van de persoonlijkheid (446-463-2) 205 1. Het recht op eerbied voor het lichaam (446-457-4) 205 2. Het recht op eerbied voor het lijk (458^63-2) 215 B. Het zelfbeschikkingsrecht m.b.t. de fysieke bestanddelen van de persoonlijkheid (464-512-1) 217 1. Het zelfbeschikkingsrecht m.b.t. de fysieke bestanddelen van de levende mens (464-495-3) 217 2. Het zelfbeschikkingsrecht m.b.t. het lijk (496-512-1) 231 3. De persoonlijkheidsrechten m.b.t. de psychische en morele bestanddelen van de persoonlijkheid (513-571-4) 237 A. Het recht op eerbiediging van het prive-leven (513-545-3) 237
10 INHOUD 1. Algemeen (513-519) 237 a) Begripsbepaling (513) 237 b) Situering (514-515-1) 238 c) Bronnen (516-519) 238 2. De privacybescherming in het algemeen (520-534) 240 a) Inhoud (520-522) 240 b) Sancties (523) 240 c) Grenzen aan de privacybescherming (524-534) 241 3. De specifieke bescherming van de privacy tegen belaging (534-1-534-2) 245 4. De specifieke bescherming van de privacy t.o.v. de verwerking van persoonsgegevens (535-545-3) 246 a) Bronnen (535-536-2) 246 b) Toepassingsgebied (537-542-1) 247 c) Voorwaarden voor rechtmatige verwerking (543-544) 248 d) Rechten van de betrokken personen (544-1-544-4) 252 e) Handhaving (545-545-3) 254 B. Het recht op communicatiegeheim (546-555) 254 1. Het recht op briefgeheim (546-549) 254 2. Het recht op telecomrnunicatiegeheim (550-555) 256 C. Het recht op afbeelding en het recht op de stem (556-559) 259 1. Het recht op afbeelding (556-558) 259 2. Het recht op de stem (559) 262 D. Het recht op een goede naam en het recht van antwoord (560-571-4) 262 1. Het recht op eer en goede naam (560-561) 262 2. Het recht van antwoord (562-571-1) 263 3. Het recht van mededeling (571-2-571-4) 266 HOOFDSTUK II BIJZONDER PERSONENBESCHERMINGSRECHT (572-713) 267 1. De minderjarigen (573-574) 267 2. De geestelijk gestoorden (575-706) 268 A. Begripsbepaling (575-578) 268 B. Beschermingsmaatregelen houdende vrijheidsberoving (579-618) 269 1. Algemeen (579-586) 269 2. Aan de vrijheidsbeperkende maatregelen gemeenschappelijke regels (587-591) 272
INHOUD 11 3. De gedwongen behandeling in een ziekenhuis (592-605) 273 4. De gedwongen verpleging in een gezin (606-616) 277 5. Toestand van bepaalde geesteszieken na beeindiging van de maatregelen (617-618) 280 C. Civielrechtelijke beschermingsstatuten (619-706) 280 1. Situering (619) 280 2. De gerechtelijke onbekwaamverklaring (620-631) 281 3. De toevoeging van een gerechtelijk raadsman (632-641) 284 4. De verlengde minderjarigheid (642-655) 286 5. Het beschermingsstatuut van de gehuwde geestesgestoorde (656-665) 291 6. Het voorlopige bewind (666-706) 293 3. De wettelijke onbekwaamverklaarden (707-713) 308 A. Begripsbepaling (707) 308 B. Aanvang (708) 309 C. Statuut (709-712) 309 D. Einde (713) 310 DEEL II - FAMILIERECHT (714-2274) 311 TITEL I. AFSTAMMING EN ADOPTIE (714-1027-10) 313 HOOFDSTUK I - AFSTAMMING (714-884) 315 1. Algemeen (714-736) 315 A. Begripsbepaling (714) 315 B. Situering (715-715-1) 316 C. Korte historiek van het afstammingsrecht (716-720) 316 D. De afstamming en de mensenrechten (721-734) 318 1. Het E.V.R.M. en de evolutie in de rechtspraak van het Hof van Straatsburg (721-728-1) 318 2. Het I.V.R.K. (728-2-728-3) 321 3. Art. 10-11 Grondwet en het Arbitragehof (729-734) 321 E. Verdragsrecht inzake afstamming (735-736) 325 2. Afstamming langs moederszijde (737-771-1) 325 Overzicht (737-739) 325 A. De geboorteakte (740-749) 325 1. Vaststelling van de afstamming (740-743) 325
12 INHOUD 2. Betwisting van de afstamming (744-749) 327 B. De erkenning (750-764) 328 1. Vaststelling van de afstamming (750-753) 328 2. Betwisting van de afstamming (754-764) 329 C. Het onderzoek naar het moederschap (765-771-1) 331 1. Toepassingsgebied (766-767) 332 2. Grondslag (768) 332 3. Bewijsmogelijkheden (769) 332 4. Titularissen (770) 333 5. Termijn (771) 333 6. Partijen in het geding (771-1) 333 3. Afstamming langs vaderszijde (772-857) 334 Overzicht (772) 334 A. De afstamming langs vaderszijde binnen het heterohuwelijk (773-801) 334 1. Vaststelling van de afstamming (773-781) 334 2. Betwisting van de afstamming (782-801) 337 B. De afstamming langs vaderszijde buiten het heterohuwelijk (802-857) 342 1. De erkenning (803-843) 343 2. Het onderzoek naar het vaderschap (844-857) 358 4. Aan alle afstammingsvorderingen gemeenschappelijke regels (858-864) 362 A. Vereiste van de levende en levensvatbare geboorte (858-859) 362 B. Vertegenwoordiging in afstammingsgeschillen (860) 362 C. Gelasten van onderzoeksmaatregelen (861-862) 363 D. De uitwerking van uitspraken op afstammingsgeschillen (863-864) 363 5. Rechtsgevolgen (865-866) 364 A. Non-discriminatiebeginsel (865) 364 B. Opsomming (866) 364 6. De onderhoudsvordering tegen de verwekker (867-884) 365 A. Situering (867-868) 365 B. Toepassingsgebied (869-871) 365 C. Grondslag (872) \ 366 D. Bewijsmogelijkheden (873) 366 E. Titularissen (874-875) 367 F. Ontoelaatbaarheid (876) 367 G. Termijn (877-878) 367 H. Procedure (879-880) 368
INHOUD, ^ I. Gevolgen (881-884) 369 1. Veroordeling tot onderhoudsgeld (881-882) 369 2. Andere gevolgen (883-884) 370 HOOFDSTUK II - ADOPTIE (885-1027-10) 371 1. Algemeen (885-900) 371 A. Situering (885-888) 371 1. Begripsbepaling (885-887) 371 2. Soorten adoptie (888) 372 B. Korte historiek van het adoptierecht (889-889-1) 372 C. De adoptie en de mensenrechten (890-897) 373 1. Het E.V.R.M. (890-896-3) 373 2. Het I.V.R.K. (897) 376 D. Verdragsrecht inzake adoptie (898-899) 376 E. Het recht om zijn afstamming te kennen (899-1-899-3) 377 F. Beoordeling (900) 378 2. Vereisten voor adoptie (901-965) 378 A. Bekwaamheidsvereisten in hoofde van de adoptant (901-904) 378 1. Adoptant in leven (901) 378 2. Enkelvoudigheid of meervoudigheid van de adoptanten (902) 379 3. Leeftijdsvereisten (903) 379 4. Burgerlijke staat (904) 380 B. Bekwaamheidsvereisten in hoofde van de adoptandus (905-910) 380 1. Adoptandus in leven (905-906) 380 2. Leeftijdsvereisten (907-909) 381 3. Burgerlijke staat (910) 381 C. Bekwaamheidsvereisten m.b.t. de verhouding tussen adoptant en adoptandus (911-923) 381 1. Leeftijdsverschil (911-913) 381 2. Verwantschaps- en aanverwantschapsbeletselen (914-923) 382 D. Opeenvolgende adopties (924-929) 384 1. Opeenvolgende adoptie door twee echtgenoten, wettelijk samenwonenden of feitelijk samenlevende partners van ongelijk geslacht (924-926) 384 2. Opeenvolgende adoptie door derden (927-929) 385 E. Toestemming vanwege bepaalde personen (930-954) 386 1. Vereiste toestemmingen (930-942) 386 2. Vormvereisten (943-945) 389 3. Terugtrekking van de toestemming tijdens de procedure (946) 389
14 INHOUD 4. Weigering van de toestemming (947-954) 389 F. Instellingsvoorwaarden (955-965) 391 1. Het belang van de adoptandus (956-957) 391 2. De adoptiebekwaamheid en adoptiegeschiktheid (958) 392 3. Wettige redenen (959-963) 392 4. Afweging van andere wettige belangen (964-965) 393 3. Procedure (966-990) 394 A. Algemeen (966-967) 394 B. Algemene regel: adoptie op verzoek van de adoptant(en) (968-984) 394 1. Inleiden van het verzoek (968-970) 394 2. Inwinnen van inlichtingen door het O.M. (971-972) 395 3. Maatschappelijk onderzoek (973-976) 395 4. Rechtspleging voor de rechtbank (977-984) 396 C. Uitzonderlijk geval: adoptie op verzoek van het O.M. (985-988) 398 D. Administratieve formaliteiten (989-990) 399 4. Rechtsgevolgen (991-1025) 399 A. Algemeen (991-992) 399 B. Voile adoptie (993-1003) 400 1. Algemeen (993-996) 400 2. Concrete gevolgen (997-1002) 401 3. Bijzonder geval van voile adoptie na voorafgaande adoptie (1003) 403 C. Gewone adoptie (1004-1023) 403 1. Algemeen (1004-1006) 403 2. Concrete gevolgen (1007-1019) 404 3. Bijzonder geval van gewone adoptie na voorafgaande adoptie (1020-1022) 406 4. Gevolgen bij overlijden van de adoptant(en) of bij herroeping van de adoptie (1023) 407 D. Gevolgen bij latere vaststelling van de afstamming (1024-1025) 408 5. Beeindiging (1026-1027-10) 408 A. Geen einde bij de dood van de adoptant (1026-1026-1) 408 B. Onmogelijkheid van nietigverklaring van de adoptie (1026-2) 408 C. Herziening van de adoptie (1027-1027-1) 409 D. Herroeping van de adoptie (1027-2-1027-8) 409 1. Uitgesloten bij voile adoptie (1027-2) 409 2. Mogelijk bij gewone adoptie (1027-3-1027-8) 409
INHOUD I C E. Vaststelling van een afstammingsband t.a.v. de adoptant(en) (1027-9) 4H F. Nieuwe adoptie door een derde (1027-10) 411 TITEL II. VERHOUDINGEN TUSSEN OUDERS EN KINDEREN (1028-1486) 413 Inleiding (1028-1031) 415 HOOFDSTUK I OUDERLIJK GEZAG EN OUDERLIJKE VERPLICHTINGEN (1032-1207) 417 1. Situering (1032-1035-1) 417 A. Verband tussen ouderlijke bevoegdheden en ouderlijke verplichtingen (1032-1034) 417 B. Internationale akten inzake ouderlijk gezag en ouderlijke verplichtingen (1035-1035-1) 418 2. Ouderlijk gezag (1036-1148) 418 A. Algemeen (1036-1041-5) 418 1. Begripsbepaling (1036) 418 2. Toepassingsgebied (1037-1038) 419 3. Situering (1039) 419 4. Korte historiek (1040) 420 5. Ouderlijk gezag en mensenrechten (1041-1041-5) 421 B. Bestanddelen van het ouderlijk gezag (1042-1065) 422 1. Overzicht (1042-1043) 422 2. Recht op persoonlijk contact (1044-1045) 423 3. Gezag over de persoon van de minderjarige (1046-1050) 424 4. Beheer over de goederen van de minderjarige en vertegenwoordigingsbevoegdheid (1051-1055) 425 5. Recht van toezicht (1056-1057) 426 6. Vruchtgenot van de goederen van de minderjarige (1058-1065) 427 C. Titularissen en uitoefening van het ouderlijk gezag (1065-1-1123) 430 1. Algemeen (1065-1-1072) 430 2. Het gezag over de persoon en het beheer over de goederen (1073-1112) 432
16 INHOUD 3. Het ouderlijk vruchtgenot (1113-1123) 443 D. Beperkingen en controle op het ouderlijk gezag (1124-1138) 445 1. Situering (1124) 445 2. Persoonlijkheidsrechten en mensenrechten in hoofde van de minderjarige (1125-1127) 446 3. Civielrechtelijke toezichtsmaatregelen op geldsommen van de minderjarige (1128-1134) 447 4. Jeugdbeschermingsmaatregelen ten aanzien van de ouders (1135) 449 5. Algemene bevoegdheid van de rechtbanken om het ouderlijk gezag te controleren (1136-1137) 449 6. Strafsancties (1138) 450 E. Begin en einde van het ouderlijk gezag (1139-1148) 451 1. Begin van het ouderlijk gezag (1139) 451 2. Einde van het ouderlijk gezag (1140-1148) 451 3. Ouderlijke verplichtingen (1149-1207) 453 A. Plicht tot levensonderhoud, opvoeding en opleiding (1149-1192) 453 1. Situering (1149) 453 2. Inhoud van de plicht (1150-1153-1) 453 3. Toepassingsgebied (1154-1161) 454 4. Begin en einde (1162-1172) 456 5. Aandeel van elk van beide ouders (1173-1178) 459 6. Handhavingsrecht en sancties (1179-1192) 461 B. Plicht tot vergoeding van schade veroorzaakt door de onrechtmatige daad van het kind (1193-1205) 463 1. Inhoud van de regel (1193-1195) 463 2. Toepassingsgebied (1196-1201) 464 3. Grondslag en tegenbewijs (1202-1204) 465 4. Beoordeling (1205) 466 C. Plicht tot eerbied voor het kind (1206-1207) 466 HOOFDSTUK II RECHTSPOSITIE VAN KINDEREN T.A.V. HUN OUDERS (1208-1216) 467 Situering (1208) 467 1. Rechten van het kind (1209-1213-2) 467 A. Recht op zelfstandige uitoefening van persoonlijkheidsrechten en grondrechten (1209) 467
INHOUD 17 B. Recht op onderhoud, opvoeding en opleiding (1210) 467 C. Hoorrecht in alle procedures die hem betreffen (1211-1213-2) 468 2. Plichten van het kind (1214-1216) 469 A. Plicht zich te onderwerpen aan het ouderlijk gezag (1214) 469 B. Plicht tot eerbied voor de ouders (1215-1216) 469 HOOFDSTUK III - VOOGDIJGEZAG (1217-1304-8) 471 1. Algemeen (1217-1226) 471 A. Begripsbepaling (1217-1218) 471 B. Toepassingsgebied (1219-1220) 471 C. Korte historiek (1221-1222) 472 D. Situering (1223-1226) 473 1. Openvallen van de voogdij (1223-1224-2) 473 2. Bevoegdheden en plichten (1225-1226) 474 2. Voogdij structuur (1227-1265) 475 A. Situering (1227-1228) 475 B. Familiale instanties (1229-1261) 475 1. De voogd (1229-1255) 475 2. De toeziende voogd (1256-1258) 480 3. De voogd ad hoc - de toeziende voogd ad hoc (1259-1261) 480 C. Overheidsorganen (1262-1265) 481 1. Vrederechter (1262-1264-1) 481 2. Openbaar Ministerie (1265) 482 3. Bestanddelen van het voogdijgezag (1266-1270) 482 A. Situering (1266) 482 B. Overzicht (1267-1269) 482 C. Geen wettelijk vruchtgenot (1270) 483 4. Uitoefening van het voogdijgezag (1271-1296-8) 483 A. Inrichting van de voogdij bij haar openvallen (1271-1281) 483 1. Kennisgeving aan de vrederechter (1271) 483 2. Dringende maatregelen (1272) 484 3. Aanduiding van de voogd en van de toeziende voogd (1273) 484 4. Taak van de voogd bij de aanvang van de voogdij (1274-1278) 484 5. Vaststelling van de door de voogd te bieden waarborgen (1279-1280) 485_
18 INHOUD 6. Basisbeschikkingen van de vrederechter (1281) 486 B. Uitoefening van het voogdijgezag tijdens de voogdij (1282-1296-8) 487 1. Gezag over de persoon (1282-1290) 487 2. Beheer over de goederen (1291-1296-5) 489 3. Betwistingen tussen de minderjarige en zijn (toeziende) voogd (1296-6-1296-8) 491 5. Einde van de voogdij (1297-1304-8) 492 A. Gevallen van beeindiging (1297-1299) 492 B. Het voogdijverslag en de voogdijrekening (1300-1304-8) 492 1. Het voogdijverslag i.v.m. de persoon van de minderjarige (1300-1302) 492 2. De voogdijrekening aangaande de goederen van de pupil (1303-1304-8) 493 HOOFDSTUK IV BUITENGEWONE GEZAGSINSTITUTEN (1305-1387) 495 Situering (1305) 495 1. Pleegvoogdij (1306-1332) 495 A. Algemeen (1306-1312) 495 1. Begripsbepaling (1306-1308) 495 2. Pleegvoogdij en pleeggezin (1309-1310) 496 3. Beoordeling (1311-1312) 497 B. Vereisten (1313-1321) 497 1. Toestemming (1313-1315) 497 2. Leeftijdsvereiste in hoofde van de pleegvoogd (1316) 498 3. Leeftijdsvereiste in hoofde van de onder pleegvoogdij gestelde (1317) 498 4. Enkelvoudigheid of meervoudigheid van pleegvoogden (1318) 498 5. Andere vereisten (1319-1321) 498 C. Procedure (1322-1324) 499 D. Gevolgen (1325-1330) 499 1. Algemeen (1325) 499 2. Ouderlijke plichten (1326-1327) 500 3. Ouderlijke bevoegdheden (1328-1330) 500 E. Beeindiging (1331-1332) 502 2. De verlatenverklaring en de overdracht van het ouderlijk gezag op een familielid (1333) 502
INHOUD 19 3. Bijzondere voogdij over niet-begeleide minderjarige vreemdelingen (1334-1373) 503 A. Situering (1334) 503 B. Bron (1335) 503 C. Gevallen waarin de voogdij wordt ingericht (1336) 503 D. Procedure (1337-1338) 504 E. Organisatie van de voogdij (1339-1340) 504 F. Bestanddelen van het voogdijgezag en taken van de voogd (1341-1343) 504 G. Taak van de vrederechter (1344) 505 H. Beeindiging van de voogdij (1345-1373) 506 4. De voogdij en de materiele bewaring door het O.C.M.W. (1374-1386) 507 A. Situering (1374) 507 B. Bron (1375) 507 C. De voogdij door het O.C.M.W. (1376-1382) 507 1. Gevallen waarin de voogdij wordt ingericht (1376) 507 2. Organisatie van de O.C.M.W.-voogdij (1377-1381) 508 3. Beeindiging (1382) 509 D. De materiele bewaring door het O.C.M.W. (1383-1384) 509 E. Gemeenschappelijke bepalingen inzake voogdij en inzake materiele bewaring (1385-1386) 510 1. Wettelijk vruchtgenot van het O.C.M.W. (1385) 510 2. Erfrechtelijke roeping van het O.C.M.W. (1386) 510 5. Recht van bewaring op grond van de Wet Persoon Geesteszieke (W.P.G.) (1387) 510 HOOFDSTUK V HANDELINGSONBEKWAAMHEID VAN MINDERJARIGEN (1388-1432) 513 1. Situering (1388-1390) 513 2. De vertegenwoordiging van de minderjarige (1391-1425) 513 A. Het vereiste van de vertegenwoordiging (1391-1415) 513 1. Minderjarige die twee ouders of een ouder heeft (1392-1402) 514 2. Minderjarige die geen ouders heeft (1403-1415) 518 B. De sanctie ingeval de minderjarige zelf optreedt (1416-1425) 520 1. Nietigheid van de rechtshandeling (1416-1424) 520 2. Dilatoire exceptie (1425) 521
20 INHOUD 3. Het zelf optreden van de minderjarige (1426-1432) 522 A. Het zelf doch niet zelfstandig optreden van de minderjarige (1426-1429) 522 1. Bijstand (1427) 522 2. Instemming (1428) 523 3. Verzet (1429) 523 B. Het zelf en zelfstandig optreden van de minderjarige (1430-1432) 524 1. Rechtshandelingen die de minderjarige principieel rechtsgeldig kan stellen (1431) 524 2. Rechtshandelingen die de minderjarige rechtsgeldig kan stellen vanaf een bepaalde leeftijd (1432) 525 HOOFDSTUK VI - ONTVOOGDING (1433-1486) 527 1. Algemeen (1433-1437) 527 A. Begripsbepaling (1433-1435) 527 B. Toepassingsgebied (1436-1437) 527 2. Totstandkoming van de ontvoogding (1438-1452) 528 A. Wettelijke ontvoogding (1439) 528 B. Gerechtelijke ontvoogding (1440-1452) 528 1. Bevoegde rechter (1441) 528 2. Saisine van de rechter (1442-1447) 528 3. Vereisten (1448-1452) 530 3. Statuut van de ontvoogde minderjarige (1453-1480) 531 A. Gezag (1453-1455) 531 B. Curatele over de ontvoogde (1456-1460) 532 1. Inrichting van de curatele (1456) 532 2. Aanduiding van de curator (1457-1460) 532 C. Bekwaamheid (1461-1480) 533 1. Situering (1461-1464) 533 2. Het zelf optreden van de minderjarige (1465-1473) 533 3. Verboden rechtshandelingen (1474) 535 4. De sanctieregeling (1475-1480) 535 4. Einde van de ontvoogding (1481-1486) 537 A. Overzicht (1481-1482) 537 B. Intrekking van de ontvoogding (1483-1486) 537
INHOUD 21 TITEL III. HUWELIJK EN WETTELIJKE SAMENWONING (1487-2059-6) 539 HOOFDSTUK I - ALGEMEEN (1487-1510-11) 541 1. Situering (1487-1490) 541 2. Algemene beschouwingen omtrent het huwelijk (1491-1510) 545 A. Begripsbepaling (1491-1497) 545 B. Burgerlijk huwelijk en kerkelijk huwelijk (1498-1501) 547 C. Het huwelijk en de mensenrechten (1502-1507) 548 D. Internationaal recht inzake huwelijk (1508-1509) 550 E. Statistische gegevens (1510) 551 3. Algemene beschouwingen omtrent de wettelijke samenwoning (1510-1-1510-11) 552 A. Situering en terminologie (1510-1-1510-3) 552 B. Begripsbepaling (1510-4-1510-10) 553 C. Statistische gegevens (1510-11) 554 HOOFDSTUK II - HET AANGAAN VAN EEN HUWELIJK EN VAN EEN WETTELIJKE SAMENWONING (1511-1597-1) 557 1. Grondvereisten (1511-1556) 557 A. Bekwaamheidsvereisten in hoofde van elk der partners (1511-1522-1) 557 1. Partners in leven (1511-1512) 557 2. Leeftijdsvereisten (1513-1519) 557 3. Ongehuwde staat (1520-1522-1) 560 B. Bekwaamheidsvereisten m.b.t. de verhouding tussen de partners (1523-1535-1) 561 1. Geslacht (1523-1525) 561 2. Verwantschaps- en aanverwantschapsbeletselen (1526-1533-1) 562 3. Geen leeftijdsverschil (1534) 564 4. Reparatiehuwelijk mogelijk (1535-1535-1) 564 C. Toestemming van de partijen (1536-1551-3) 564 1. Huwelijk (1536-1551) 564 2. Wettelijke samenwoning (1551-1-1551-3) 570 D. Instemming vanwege anderen dan de contractspartijen (1552-1556) 570 1. Huwelijk (1552-1555) 570 2. Wettelijke samenwoning (1556) 572
22 INHOUD 2. Vormvereisten (1557-1560-6) 573 A. Huwelijk (1557-1560-1) 573 1. De huwelijksaangifte (1557-1558-2) 573 2. De huwelijksvoltrekking (1559-1560-1) 574 B. Wettelijke samenwoning (1560-2-1560-6) 575 3. Handhavingsregeling (1561-1590-3) 576 A. Huwelijk (1561-1590) 576 1. Overzicht (1561-1563) 576 2. De weigering door de ambtenaar van de burgerlijke stand (1563-1-1563-2) 577 3. Het verzet tegen het huwelijk (1564-1570) 578 4. De nietigverklaring van het huwelijk (1571-1590) 580 B. Wettelijke samenwoning (1590-1-1590-3) 587 4. Bewijs (1591-1597-1) 588 A. Bewijs van de huwelijkssluiting (1591-1597) 588 1. Het voorhanden zijn van de huwelijksakte (1591-1593) 588 2. De afwezigheid van een huwelijksakte (1594-1597) 588 B. Bewijs van het aangaan van de wettelijke samenwoning (1597-1) 589 HOOFDSTUK III HET STATUUT VAN DE GEHUWDEN EN VAN DE WETTELIJK SAMENWONENDEN (1598-1751-1) 591 1. Algemeen (1598-1602-4) 591 A. Huwelijk (1598-1602) 591 1. Situering (1598) 591 2. Primair en secundair huwelijksstelsel (1599-1601) 592 3. Korte historiek van het statuut van de gehuwden (1602) 593 B. Wettelijke samenwoning (1602-1-1602-4) 594 2. De staat en bekwaamheid (1603-1607-1) 597 A. Huwelijk (1603-1607) 597 1. Bekwaamheid (1603-1604) 597 2. Staat (1605-1607) 597 B. Wettelijke samenwoning (1607-1) 598 3. Het beschermingsstatuut van de partners (1608-1666) 598 A. Situering (1608-1608-1) 598 B. De minimumautonomie van de gehuwden (1609-1617) 599 1. De vrijheid van beroep (1609-1611) 599 2. Inning, besteding en bestuur van inkomsten (1612-1614) 600 3. Rekeningen en bankkluizen (1615-1617) 602
INHOUD 23 C. De minimumverbondenheid van de partners (1618-1666) 603 1. De bescherming van de gezinswoning (1618-1642) 603 2. De beperkte onbekwaamheden wegens gezinsbelang (1643-1652) 611 3. De hoofdelijke aansprakelijkheid van de partners (1653-1657) 615 4. De vertegenwoordiging tussen echtgenoten (1658-1666) 617 4. De wederkerige rechten en plichten tussen de partners (1667-1708) 619 A. Overzicht (1667-1667-1) 619 B. De samenwoningsplicht van echtgenoten (1668-1677) 620 1. Inhoud (1668) 620 2. De echtelijke verblijfplaats (1669-1673) 620 3. Het vermoeden van samenwoning (1674-1674-1) 622 4. Sancties (1675-1676) 622 5. Opschorting (1677) 622 C. De getrouwheidsplicht van echtgenoten (1678-1681) 623 1. Inhoud (1678) 623 2. Sancties (1679-1680) 623 3. Duur (1681) 623 D. De bijstandsplicht van echtgenoten (1682-1684) 624 1. Inhoud (1682) 624 2. Sancties (1683) 624 3. Opschorting (1684) 624 E. De hulp- en bijdrageplicht (1685-1708) 625 1. Inhoud (1685-1695-2) 625 2. Uitvoering (1696-1699) 628 3. Sancties (1700-1708) 629 5. De dringende voorlopige maatregelen (1709-1732) 633 A. Situering (1709-1710-1) 633 B. Toepassingsvoorwaarden (1711-1716-2) 634 1. Huwelijk (1711-1716) 634 2. Wettelijke samenwoning (1716-1-1716-2) 635 C. Inhoud (1717-1729-1) 636 1. Mogelijke maatregelen (1717-1725-6) 636 2. Beperkingen (1726-1729-1) 643 D. Geldingsduur en aard (1730-1732) 644 1. Geldingsduur (1730-1731-2) 644 2. Wijzigbaarheid (1732) 646 6. Schorsing van de verjaring (1732-1) 646 7. De feitelijke scheiding (1733-1751-1) 646 A. De feitelijke scheiding der echtgenoten (1733-1751) 646
24 INHOUD 1. Begripsbepaling (1733-1736) 646 2. Oorzaken (1737-1746) 647 3. Gevolgen (1747-1751) 651 B. De feitelijke scheiding der wettelijk samenwonenden (1751-1) 653 HOOFDSTUK IV DE ONTBINDING VAN HET HUWELIJK DOOR ECHTSCHEIDING (1752-2059) 655 1. Algemeen (1752-1765-1) 655 A. Situering (1752-1754) 655 1. Overzicht (1752-1753) 655 2. Begripsbepaling (1754) 656 B. Korte historiek van het echtscheidingsrecht (1755-1759) 656 C. De echtscheiding en de mensenrechten (1760-1763) 657 D. Beoordeling (1764-1765-1) 659 2. De echtscheiding op grond van fouten (1766-1908) 661 A. Gronden (1766-1796-1) 661 1. Overzicht (1766-1771) 661 2. Gemeenschappelijke vereisten (1772-1790) 663 3. Bewijslastverdeling (1791-1793) 670 4. Geen foutcompensatie (1794-1795) 670 5. Toepassingen in de rechtspraak (1796-1796-1) 671 B. Procedure (1797-1829) 675 1. Aard van de vordering tot echtscheiding (1797-1805) 675 2. Rechtspleging (1806-1814) 677 3. Bewijsrecht (1815-1824-1) 679 4. Uitwerking van de uitspraak (1825-1829) 682 C. Voorlopige maatregelen (1830-1857) 683 1. Situering (1830) 683 2. Toepassingsvoorwaarden (1831-1833) 683 3. Inhoud (1834-1843) 684 4. Geldingsduur en aard (1844-1851) 688 5. Procedure (1852-1857) 690 D. Gevolgen (1858-1908) 691 1. Algemeen (1858-1862) 691 2. Verhouding tussen de ex-echtgenoten (1863-1903) 693 3. Verhouding met de gemeenschappelijke kinderen (1904-1908) 703 3. De echtscheiding op grond van feitelijke scheiding (1909-1949) 705 A. Grond (1909-1923) 705
INHOUD 25 1. Overzicht (1909-1911) 705 2. Twee jaar feitelijke scheiding (1912-1916) 706 3. Duurzame ontwrichting (1917-1920) 707 4. Geen verslechtering van de materiele toestand van de minderjarige kinderen (1921-1923) 708 B. Procedure (1924-1927) 709 1. Situering (1924) 709 2. Bewijsrecht (1925-1927) 709 C. Voorlopige maatregelen (1928) 710 D. Gevolgen (1929-1949) 710 1. Situering (1929-1930) 710 2. Schuldnotie (1931-1938) 711 3. Vereffening van het gemeenschappelijke vermogen (1939-1940) 713 4. Onderhoudsuitkering na echtscheiding (1941-1948) 714 5. Verhouding met de gemeenschappelijke kinderen (1949) 717 4. De echtscheiding op grond van feitelijke scheiding wegens geestesstoornis (1950-1966) 717 A. Grond (1950-1955) 717 1. Overzicht (1950) 717 2. Vereisten (1951-1955) 717 B. Procedure (1956-1958) 719 C. Voorlopige maatregelen (1959) 719 D. Gevolgen (1960-1966) 720 1. Situering (1960-1961) 720 2. Vereffening van het gemeenschappelijk vermogen (1962) 720 3. Onderhoudsuitkering na echtscheiding (1963-1965-1) 720 4. Verhouding met de gemeenschappelijke kinderen (1966) 721 5. De echtscheiding door onderlinge toestemming (1967-2014-1) 722 A. Situering (1967) 722 B. Vereisten (1968-1982) 722 1. Materiele vereisten (1968-1969) 722 2. Formele vereisten (1970-1982) 723 C. Procedure (1983-2001) 727 1. Aard van deze echtscheidingsprocedure (1983) 727 2. Rechtspleging (1984-1992) 727 3. Taak van de rechtbank (1993-1995) 729 4. Wijziging van de overeenkomsten tijdens de echtscheidingsprocedure (1996-1999) 730 5. De uitspraak (2000-2000-1) 731 6. Geen voorlopige maatregelen (2001) 732
26 INHOUD D. Gevolgen (2002-2014-1) 732 1. Het totstandkomen van de echtscheiding (2002-2003) 732 2. Persoonlijke verhoudingen tussen de ex-echtgenoten (2004) 733 3. De goederen, de onderhoudsuitkering na echtscheiding en de verhouding met de kinderen (2005-2014-1) 733 6. De scheiding van tafel en bed en de omzetting ervan in echtscheiding (2015-2059) 737 A. De scheiding van tafel en bed (2015-2043-2) 737 1. Algemeen (2015-2019) 737 2. De scheiding van tafel en bed op grond van fouten (2020-2031) 738 3. De scheiding van tafel en bed op grond van feitelijke scheiding (2032-2032-1) 740 4. De scheiding van tafel en bed door onderlinge toestemming (2033-2039) 740 5. Einde van de scheiding van tafel en bed (2040-2043-2) 741 B. De echtscheiding door omzetting van scheiding van tafel en bed (2044-2059) 743 1. Algemeen (2044-2045) 743 2. Omzetting van scheiding van tafel en bed wegens fout in echtscheiding (2046-2054) 744 3. Omzetting van scheiding van tafel en bed op grond van feitelijke scheiding in echtscheiding (2055) 745 4. Omzetting van scheiding van tafel en bed door onderlinge toestemming in echtscheiding (2056-2059) 745 HOOFDSTUK V DE ONTBINDING VAN DE WETTELIJKE SAMENWONING (2059-1-2059-6) 747 1. Gronden (2059-1-2059-3) 747 2. Gevolgen (2059-4-2059-5) 748 3. Statistische gegevens (2059-6) 749 TITEL IV. NIET-GEINSTITUTIONALISEERDE TWEERELATIES (2060-2108-1) 751 HOOFDSTUK I - ALGEMEEN (2060-2077) 753 1. Situering en begripsbepaling (2060-2063) 753 A. Situering (2060-2061) 753
INHOUD 27 B. Begripsbepaling (2062-2063) 754 2. Rechtswaardering van het feitelijk samenleven (2064-2068-4) 755 3. Registratie van samenlevingscontracten (2069-2071) 759 4. Het feitelijk samenleven en de mensenrechten (2072-2074) 761 5. Internationaal recht inzake feitelijk samenleven (2075-2076) 762 6. Beoordeling (2077) 763 HOOFDSTUK II DE ONDERLINGE VERHOUDINGEN TUSSEN DE FEITELIJK SAMENLEVENDE PARTNERS (2078-2087) 765 1. Algemeen (2078) 765 2. Persoonlijke verhoudingen (2079-2080-1) 765 3. Vermogensrechtelijke verhoudingen (2081-2087) 766 A. De goederen van feitelijk samenlevende partners (2081-2082) 766 B. Overeenkomsten tussen feitelijk samenlevende partners (2083-2085) 767 C. Erfrecht, schenkingen en testamenten (2086-2087) 768 HOOFDSTUK III DE FEITELIJK SAMENLEVENDE PARTNERS IN HUN VERHOUDING TOT DERDEN (2088-2094) 769 1. De lasten van de huishouding (2088-2089) 769 2. De huur van de gezinswoning (2090-2094) 769 A. Huur door een der feitelijk samenlevende partners (2090-2091) 769 B. Contractuele medehuur door beide feitelijk samenlevende partners (2092-2094) 770 HOOFDSTUK IV DE BEEINDIGING VAN DE FEITELIJKE SAMENLEVINGSRELATIE (2095-2108-1) 773 1. Situering (2095-2096) 773 2. Crisissituatie tussen feitelijk samenlevende partners (2097-2098) 773 3. Quasi-delictuele aansprakelijkheid (2099-2100) 774 4. Het levensonderhoud na de verbreking van de feitelijke samenlevingsrelatie (2101-2104) 775 A. Geen wettelijke onderhoudsplicht (2101) 775 B. Geen natuurlijke verbintenis tot onderhoud (2102) 775 C. Mogelijkheid van contractuele onderhoudsverbintenis (2103-2104) 776
28 INHOUD 5. Verdeling van de goederen (2105-2108) 777 6. Overlijden van een der feitelijk samenlevende partners (2108-1) 778 TITEL V. VERWANTSCHAP EN AANVERWANTSCHAP (2109-2274) 779 HOOFDSTUK I FAMILIE, GEZIN, VERWANTSCHAP EN AANVERWANTSCHAP (2109-2143) 781 1. Familie en gezin (2109-2124-1) 781 A. Begripsbepaling (2109-2118) 781 1. Familie (2109-2112) 781 2. Gezin (2113-2118) 782 B. Familie en gezin en de mensenrechten (2119-2124-1) 784 2. Verwantschap (2125-2132) 785 A. Begripsbepaling (2125-2127) 785 B. Organisatie (2128-2129) 786 C. Gevolgen (2130-2132) 787 1. Non-discriminatiebeginsel (2130) 787 2. Concrete gevolgen (2131) 787 3. Beperking (2132) 788 3. Aanverwantschap (2133-2143) 788 A. Begripsbepaling (2133-2135) 788 B. Organisatie (2136-2137) 789 C. Gevolgen (2138-2140) 789 1. Non-discriminatiebeginsel (2138) 789 2. Concrete gevolgen (2139) 789 3. Beperking (2140) 790 D. Beeindiging (2141-2143) 790 HOOFDSTUK II - OMGANGSRECHT (2144-2193) 791 1. Algemeen (2144-2158-1) 791 A. Begripsbepaling (2144-2147) 791 B. Historiek van het omgangsrecht (2148-2149) 792 C. Grondslag (2150-2153) 792 D. Het omgangsrecht en de mensenrechten (2154-2158) 793 E. Verdragsrecht inzake omgangsrecht (2158-1) 795 2. Titularissen (2159-2180) 795 A. Overzicht (2159-2163) 795
INHOUD 29 B. De principieel omgangsgerechtigden (2164-2174) 796 1. Ouders (2164-2170) 796 2. Grootouders (2171-2174) 798 C. De virtueel omgangsgerechtigden (2175-2180) 799 3. Organisatie (2181-2188-1) 801 A. Situering (2181-2182) 801 B. Bevoegde rechtbank (2183-2185) 801 1. Ouders (2183) 801 2. Anderen dan de ouders (2184-2185) 802 C. Modaliteiten (2186-2188-1) 802 4. Handhavingsrecht (2189-2193) 804 A. Gedwongen tenuitvoerlegging (2189) 804 B. Dwangsom (2190-2191) 804 C. Schadevergoeding (2192) 805 D. Strafsancties (2193) 805 HOOFDSTUK III - ONDERHOUDSRECHT (2194-2274) 807 1. Algemeen (2194-2202) 807 A. Begripsbepaling (2194) 807 B. Grondslag (2195-2201) 807 1. Conventionele onderhoudsplicht (2196-2197) 808 2. Natuurlijke onderhoudsplicht (2198-2200) 808 3. Wettelijke onderhoudsplicht (2201) 809 C. Evolutie (2202) 809 2. De onderhoudsplichtigen (2203-2208) 810 A. Onderhoudsplicht binnen het kerngezin (2204-2205) 810 B. Onderhoudsplicht binnen de grote familie (2206) 811 C. Onderhoudsplicht tussen ex-echtgenoten (2207) 812 D. Onderhoudsplicht ten laste van nalatenschappen (2208) 812 3. Organisatie van de onderhoudsplicht (2209-2237-4) 813 A. Situering (2209) 813 B. Voorwerp van de onderhoudsverplichting (2210-2211) 813 C. Omvang van de onderhoudsverplichting (2212-2226) 814 1. Vanuit de positie van de onderhoudsgerechtigde (2213-2218) 814 2. Vanuit de positie van de onderhoudsplichtige (2219-2226) 815 D. Ontstaan van de onderhoudsverbintenis (2227-2231) 817 1. Gemene recht (2228-2229) 817 2. Binnen het kerngezin (2230) 817 3. Na echtscheiding (2231) 818
INHOUD E. Excepties (2232-2237) 818 1. Exceptie van schuld van de onderhoudsgerechtigde aan zijn eigen situatie (2232) 818 2. Exceptie van onwaardigheid (2233-2237) 819 F. Vervaltermijn en verjaring (2237-1-2237-4) 820 4. Pluraliteit van onderhoudsplichtigen en van onderhoudsgerechtigden (2238-2243) 821 A. Pluraliteit van onderhoudsplichtigen (2238-2241) 821 B. Pluraliteit van onderhoudsgerechtigden (2242-2243) 822 5. Verhaal van kosten van onderhoud (2244-2248) 823 A. Verhaal door de onderhoudsplichtige op de onderhoudsgerechtigde (2244) 823 B. Verhaal door een onderhoudsplichtige op de medeschuldenaars van de onderhoudsverbintenis (2245) 824 C. Verhaal door een derde op de onderhoudsplichtige(n) (2246) 824 D. Verhaal door het O.C.M.W. op de onderhoudsplichtige(n) (2247) 824 E. Verhaal door de Dienst voor alimentatievorderingen bij de FOD Financien (2248) 825 6. Gerechtelijke verwezenlijking van het onderhoudsrecht (2249-2274) 826 A. Situering (2249) 826 B. Bevoegde rechtbank (2250-2251) 826 C. Wijze van uitvoering van de onderhoudsverbintenis (2252-2265) 827 1. Onderhoudsuitkering (2252-2255) 827 2. Uitvoering in natura (2256-2258) 828 3. Ontvangstmachtiging (2259-2263) 828 4. Omzetting in kapitaal (2264-2265) 830 D. Vatbaarheid voor wijziging (2266-2268) 830 E. Handhavingsrecht (2269-2274) 831 1. Gedwongen tenuitvoerlegging (2269-2270) 831 2. Recht op voorschotten inzake onderhoudsgelden vanwege het O.C.M.W. (2271) 831 3. Strafsancties (2272-2273) 831 4. Grond tot echtscheiding (2274) 832 ZAAKREGISTER 833 REGISTER VAN DE VERDRAGSBEPALINGEN 854 REGISTER VAN DE ADAGIA 856