Arenberggebouw Arenbergstraat 5 1000 Brussel Tel: 02 209 47 21 Fax: 02 209 47 15 De trainer ontslaan brengt geen zoden aan de dijk AUTEURS REDACTEUR INSTITUUT BALDUCK ANNE-LINE, BUELENS MARC BLONDEEL SOFIE Universiteit Gent, Vakgroep Beweging- en Sportwetenschappen ABSTRACT Tijdens ieder voetbalseizoen geraken wel enkele ploegen in een dipje. De spelers worden nukkig op elkaar, de voorzitter en trainer onthouden zich van alle commentaar en de pers laat zich volledig gaan met het uitvoerig speculeren over de mogelijke oorzaken van de slechte prestaties. Een gekend gevolg op deze ontwikkelingen is het ontslag van de trainer. Maar is de trainer wel de schuldige voor het ondermaats presteren? Zal de komst van een nieuwe trainer werkelijk de prestaties van de ploeg verbeteren? In dit artikel wordt een prestatievergelijking gemaakt van ploegen die de trainer ontslaan en ploegen die het vertrouwen in hun trainer behouden. Ook wordt er nagegaan wat de meest efficiënte oplossing is en bij welke actie er onnodig financiële middelen verspild worden. Sleutelwoorden trainersontslag, gezond verstand theorie, vicieuze cirkel theorie, rituele zondebok theorie Datum 01/10/2010 Extra bronnen Contactadres (zie lijst achter tekst) anneline.balduck@ugent.be Disclaimer: Het hierna bijgevoegde product mag enkel voor persoonlijk gebruik worden gedupliceerd. Indien men dit wenst te dupliceren of te gebruiken in eigen werk, moet de bovenvermelde contactpersoon steeds verwittigd worden. Verder is een correcte bronvermelding altijd verplicht!
DE TRAINER ONTSLAAN BRENGT GEEN ZODEN AAN DE DIJK 1 Balduck Anne-Line, Buelens Marc Universiteit Gent, Vakgroep Beweging en Sportwetenschappen Bijltjesdag voor Ariël Jacobs Offers brengen en hopen dat er geen slachtoffers vallen Wie Wil Vercauteren steeds meer zondebok Nietsverhullende krantenkoppen die speculeren op een nakend trainersontslag of deze in geuren en kleuren toelichten. Het voetbalseizoen is nog maar net op kruissnelheid of de eerste trainerswissel is al een feit. De trainerscarrousel komt stilaan op gang en we kijken er al lang niet meer van op. Maar heeft u zich al eens afgevraagd of zo n wissel wel effectief is? Heeft de trainer echt een impact op de resultaten of is hij een gemakkelijke zondebok voor mogelijk wanbestuur? Trainers die komen en gaan. Insinuaties van pers en media rond mogelijke trainersontslagen. Het lijkt wel of de pers een nieuwe vette kluif heeft gevonden die heel goed past in de sensatiedrang van de sportliefhebber, want sport is passie. Hoewel het fenomeen van trainerswissels vooral de laatste jaren publiekelijk met een vergrootglas wordt gevolgd, blijkt dit topic in de wetenschappelijke literatuur al meer dan 50 jaar de interesse van academici op te wekken. Vreemd genoeg werd (en wordt) dit fenomeen niet zozeer in de wetenschappelijke sportliteratuur, maar wel in managementtijdschriften besproken. Trainerswissel bekeken vanuit de managementwereld Wat heeft een trainerswissel nu met management te maken? Management als onderzoeksdomein houdt zich bezig met de vraag of managers en leiders echt wel een impact hebben op de bedrijfsresultaten. Do managers matter? Honderden boeken en liters wetenschappelijke inkt zijn aan dit fenomeen gewijd met nogal bedroevende resultaten. De karakteristieken van een effectieve leider definiëren blijkt geen sinecure en het meten van de impact van een manager op bedrijfsresultaten is een ware tantaluskwelling. Bedrijfsresultaten worden immers beïnvloed door heel veel verschillende factoren en het is gewoon onmogelijk om deze allen te meten of constant te houden. Een onbegonnen werk dus. Managementacademici ontdekten ook de sportwereld en hun wondere wereld van trainerswissels. De trainer is eigenlijk een soort manager. In de wetenschappelijke literatuur krijgt deze vaak de klinkende naam field manager toebedeeld. Een coach is net als een bedrijfsmanager verantwoordelijk voor een team, dient te werken met objectieven, dient cruciale beslissingen te nemen en dient altijd het eindresultaat voor ogen te houden: winning the game. Bovendien blijken trainerswissels massaal voor te komen, vooral in de voetbalwereld, en is de relatie trainerprestaties veel doorzichtiger dan in de bedrijfswereld. Managementacademici hoopten dat het antwoord op de vraag of een nieuwe coach de prestaties van het team kan verbeteren hen inzicht zou geven in de eventuele effectiviteit van de bedrijfsmanagers. Stilaan beginnen ook sportacademici zich voor het onderwerp te interesseren.
2 Theorieën Er zijn drie gangbare theorieën rond het fenomeen van de trainerswissel. De gezond verstand -theorie stelt dat de nieuwe trainers wel degelijk een positieve impact zullen hebben op de prestaties. De nieuwe coach kan namelijk de fouten van zijn voorganger vermijden en hij kan profiteren van zijn nieuwheideffect. Volgens de vicieuze cirkel -theorie daarentegen is het moeilijk de neerwaartse spiraal waarin de trainer, club en spelers zich bevinden te doorbreken. Slechte resultaten leiden vaak tot trainersontslag waardoor de interne relaties tussen de spelers en de coach en de spelers onderling worden verstoord. Dit leidt tot een destabiliserend effect met als gevolg negatieve prestaties van de nieuwe coach. De rituele zondebok -theorie tenslotte stelt dat een trainerswissel geen effect zal hebben op de prestaties. De trainer wordt niet aanzien als de belangrijkste bepalende factor op de wedstrijdresultaten. Een trainerswissel is een goedkoop middel om de verschillende betrokken partijen (spelers, bestuur, pers, supporters) te sussen. Theorieën zijn mooi, maar voor elk van de drie verklaringen zijn er studies te vinden die ze ondersteunen. Eensgezindheid is dus ver te zoeken. Niet alleen speelt de timing van het ontslag (tijdens het seizoen of tussen twee seizoenen), het soort ontslag (vrijwillig of niet) en de tijdsperiode (het effect op korte of lange termijn) een rol, maar verschillen de studies ook sterk in methodologie zodat een vergelijking erg moeilijk wordt. Stilaan klinkt er een kreet uit de academische wereld dat de drie genoemde theorieën nu toch wel voorbijgestreefd zijn en dat het tijd is voor nieuwe invalshoeken. Methodologie en beschrijving onderzoek In dit onderzoek werd het korte termijneffect van een trainersontslag bestudeerd. We richtten onze voelsprieten op trainersontslagen tijdens een lopend seizoen, dus niet tussen twee seizoenen. Een trainerswissel heeft in de meeste gevallen als doel de prestaties op korte termijn te verbeteren. Clubs met een lange termijnvisie zullen (in de meeste gevallen) geen ontslag doorvoeren tijdens een seizoen. Indien clubs een korte termijnstrategie hanteren, is het natuurlijk wel relevant om het korte termijneffect van zo n wissel te evalueren. Dit onderzoek focust zich op het effect van een trainersontslag, vier weken na deze gebeurtenis. Bovendien wordt het onderzoek gekaderd in de organizational learning theory. Deze theorie stelt dat leren een proces is dat tijd vraagt, zowel voor het individu, de groep als de organisatie. Individuen hebben tijd nodig om kennis te verwerven en om te zetten in resultaat. Bijgevolg heeft ook de groep, het team en de organisatie tijd nodig om te leren en zich aan te passen. Managers die de groep sneller willen doen leren dan de minimale tijd hiervoor nodig, zullen afstevenen op slechtere resultaten. De verwachting was dus dat de trainerswissel op korte termijn niet effectief zal zijn en dat de nieuwe trainer vier weken na het ontslag geen betere resultaten zal halen dan zijn voorganger. Uniek aan dit onderzoek is dat niet alleen de effectiviteit van een ontslag wordt onderzocht (verbeteren de prestaties van de ploeg na het ontslag van de trainer?), maar dat ook de efficiëntie van een ontslag wordt nagegaan (is dit wel de zuinigste weg?). Hiertoe werden de prestaties van de nieuwe trainer getoetst aan een controlegroep ploegen die een gelijkaardige prestatiecrisis kennen als de ontslaggroep, maar niet overgaan tot een
T-5 T-4 T-3 T-2 T-1 T+1 T+2 T+3 T+4 Balduck Anne-Line, Buelens Marc, Universiteit Gent 3 trainerswissel. Hier was de verwachting dat het niet ontslaan van de trainer in een crisisperiode zou leiden tot betere prestaties dan bij de ploegen waar de slechte resultaten wel tot ontslag leiden. De niet ontslagen trainers hebben, nog steeds volgens de organizational learning theory, de tijd om de ingezette leerprocessen verder door te voeren. De moeilijkste opdracht in dit onderzoek was het construeren van een controlegroep. Daarvoor werden tijdsperioden opgesteld. Een tijdsperiode T omvatte de gemiddelde prestatie van vier wedstrijden. Deze methode zorgde niet alleen voor de vloeiende prestatielijn, maar was nodig om een controlegroep te detecteren. Een trainerswissel gebeurt tussen tijdsperiode T - 1 en T + 1 (Figuur 1). Resultaten van het onderzoek Wat blijkt? Zowel de ploeg van de ontslagen trainer als de controlegroep halen vier wedstrijden na het virtuele/reële ontslag betere resultaten dan ervoor. De nieuwe trainer slaagt er in om 4 weken na zijn aanstelling (T + 4) betere resultaten neer te zetten dan zijn voorganger (T 1). Een trainerswissel lijkt dus effectief te zijn op korte termijn. De controlegroep haalt echter veel betere resultaten dan de ontslaggroep en dus is een ontslag niet efficiënt. Teams die een crisis doormaken en hun trainers behouden, blijken veel beter te presteren dan de ontslaggroep. Anders gesteld, de trainer niet ontslaan wanneer een ploeg in een dipje zit, zal op korte termijn tot betere resultaten leiden. Statistische koppen zullen zich nu wel afvragen of we rekening hebben gehouden met statistische regressie? Ter verduidelijking: als je een groep studenten vandaag een test laat maken, dan zullen er studenten zijn die extreem laag en extreem hoog scoren. Als je dezelfde test een aantal maanden later door dezelfde groep studenten laat invullen, dan zullen de extremen van de eerste test nu meer naar het gemiddelde neigen. Anders geformuleerd, na een periode van slechte prestaties zal er een periode komen dat de prestaties terug stijgen, te wijten aan statistische regressie en niet aan het effect van een trainerswissel. Na correctie van de resultaten voor dit statistisch fenomeen blijkt echter dat de ontslaggroep in werkelijkheid niet beter presteert na het 1,7 1,5 1,3 1,1 0,9 0,7 0,5 Fig. 1. Evolutie van de prestatie in de periode voor en na het virtuele/echte ontslag. (T-5): wedstrijd 8-5; (T-4): wedstrijd 7-4; (T-3): wedstrijd 6-3; (T-2): wedstrijd 5-2; (T-1): wedstrijd 4-1; (T+1): wedstrijd 1-4; (T+2): wedstrijd 2-5; (T+3) wedstrijd 3-6; (T+4): wedstrijd 4-7. ontslag dan ervoor! De stijging na het ontslag is volledig te wijten aan statistische regressie en niet aan het feit dat er een nieuwe trainer is. Een trainersontslag is dus niet effectief op korte termijn. Voor de controlegroep blijven de resultaten behouden. Besluit Kortom, een trainerswissel is gemiddeld genomen niet effectief noch efficiënt. De trainerscarrousel in het voetbal kan grotendeels verklaard worden door de rituele zondebok -theorie. Onder druk van allerlei actoren (sponsors, media, supporters, enz.) dient het bestuur een schuldige te vinden voor de ondermaatse prestaties van de groep. Controle groep Ontslag groep
Het is de taak van de trainer om de spelers in ploegverband maximaal te laten renderen. Het niet slagen in deze opdracht maakt hem zondebok bij uitstek. Bepaalde leerprocessen vragen tijd en juist tijd is wat de trainer niet heeft. Dat het ontslag vaak inefficiënt is en dikwijls veel financiële middelen kost, wordt niet belicht. De zondebok is immers gevonden. 4 Referenties Balduck, A.L., Buelens, M. (2006). Does sacking the coach help or hinder the team in the short term? Evidence from Belgian soccer. Working paper: Ghent University, Department of Management and Entrepreneurship. Faculty of Economics and Business Administration. (http//www.feb.ugent.be/fac/research/wp/papers /wp_07_430.pdf) Balduck, A.L., Buelens, M. & Philippaerts R. Shortterm effects of mid-season coach turnover on team performance in soccer. Research Quarterly for Exercise and Sport. Forthcoming.