Hoofdstuk 19. Prijs en distributiebeleid. Veel verkopen is niet moeilijk als je een hele lage prijs vraagt.

Vergelijkbare documenten
Hoofdstuk 16 Marketing

- Bij de juiste combinatie van de 4P s (marketingmix) kunnen marketingdoelen gerealiseerd worden. 1. Prijs 2. Product 3. Plaats 4.

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 7 t/m 12

Samenvatting Management & Organisatie InBalans 2 Hoofdstuk 32-36

De vier p s worden in onderlinge samenhang toegepast, waardoor we spreken van de marketingmix.

6,2. Informatiestroom. Vervoerstroom. Op tijd en in de juiste conditie. Profielwerkstuk door een scholier 1730 woorden 23 januari 2008

Samenvatting M&O Marketing & logistiek hoofdstuk 3

5.1 Marketingbeleid. 5.2 Productbeleid

[ download de bijlage voor afbeeldingen, schema's en markeringen die niet gekopieerd konden worden]

Welke BTW tarieven zijn er? 21% luxe goederen 6% primaire levensbehoefte 0% vrijgesteld (export, overheidsdiensten)

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 17 t/m 20

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 9, 10, 11, 12

Boekverslag door B woorden 9 mei keer beoordeeld

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 16 t/m 19

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 17 t/m 20

6,9. Samenvatting door een scholier 1802 woorden 9 september keer beoordeeld

Bedrijfskunde. Trimester: 1 Klassen: Alle 3 Schooljaar: Docent: dhr. Fatehmohamed Erak B.Sc.

Hoofdstuk 21. De voorraad. Wat is de voorraad waard? Dat is afhankelijk van het product en het moment waarop het gekocht is!

Marketing is een onderdeel van het organisatiebeleid. Veel verkopen (afzet) voor een goede prijs (omzet)

Samenvatting Economie Consument & Producent

-Het nastreven van continuïteit, en daarmee samenhangend bij een onderneming

Samenvatting door een scholier 5552 woorden 2 juni keer beoordeeld

Mangement & Organisatie (M&O) In Balans HAVO Hoofdstuk 16, 17, 18 en 19

Bijvoorbeeld prijzen zoals 89,99 lijkt veel goedkoper dan 90,00. Doordat het product goedkoper lijkt verkopen de winkels meer

M&O VWO 2011/

Hoofdstuk 24. Nettowinstopslagmethode

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 6, Het product- en prijsbeleid

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 11 t/m 13

3 Productontwikkeling en de productlevenscyclus 69

Hoofdstuk 19 Distributiebeleid

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 5, Marketingbeleid

OPGAVEN HOOFDSTUK 2 UITWERKINGEN

Commerciële calculaties

Desk research: Gebeurt vanachter het bureau. De onderzoeker maakt gebruik van materiaal dat al eerder voor andere doeleinden is gebruikt.

Basiskennis Calculatie (BKC ) Correctiemodel

Samenvatting Management & Organisatie de firma

Werkstuk Economie marketing

Een product begint als grondstof en daarna word het verwerkt tot een eindproduct.

M&O H.17 Marketing 1. Marketingaspecten

6,2. Samenvatting door een scholier 1556 woorden 26 oktober keer beoordeeld

OPGAVEN BIJ VOORRAADBEHEER EN BESTELLEN

Dit bestand niet correct? Meld misbruik op Saxionstudent.nl Blok1

Eindexamen m&o vwo 2003-II

Om de optimale bestelgrootte te vinden neem je de volgende stappen: XX. Bereken de totale voorraad- en bestelkosten per jaar. XX

Kennismaken met logistiek en magazijn. deel 2

Hoe groot is het marktaandeel van onderneming B? Vul een geheel getal in (zonder decimalen).

Proefschoolexamen Management & Organisatie 5 vwo. Hoofdstuk 17 tot en met 28. Normering. Aantal punten x = cijfer 63

voorraadkosten d e 3 r s

verkoopprijs (laagseizoen)(reisbureau) consument commissie (9% van de verkoopprijs) verkoopprijs (touroperator) reisbureau (commissie 9%)

OPGAVEN HOOFDSTUK 3 ANTWOORDEN

Samenvatting M&O Hoofdstuk 16,17,18,19

De standaard kostprijs. Kostencalculatie Niveau 5 MBA

HOOFDSTUK 2 ANTWOORDEN

Deze examenopgaven bestaan uit 7 pagina s, inclusief het voorblad. Controleer of alle pagina s aanwezig zijn.

2015 Nederlandse Associatie voor Examinering

PRAKTIJKDIPLOMA BOEKHOUDEN FINANCIAL & COST ACCOUNTING UITWERKINGEN 16 EN 17 JUNI 2009

a. Indirecte kosten afhankelijk van de grondstofkosten: % = 40%

Inleiding Logistiek, Inleiding 13 april 2007

OPGAVEN HOOFDSTUK 7 ANTWOORDEN

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 16 t/m 23

Samenvatting door M woorden 5 mei keer beoordeeld

Marketing concept = het lokken van de consument om jou product te verkopen.

Ken je markt. graficus jr. Themamodules met voorbereiding op de ecommerce Webshop KEN JE MARKT

2COLLEGE RUIVEN. Lesbrief Marketing. Consumptie. PSB en JKH

7 Directe en indirecte kosten

Eco samenvatting; hs 2 + 5

Deze case hoort bij het boek Logistiek van Walther Ploos van Amstel (Pearson Education, 2008).

Module Processen analyseren en verbeteren in een aardappelverwerkend. vmbo landbouwbreed gemengde leerweg leerjaar 3 en 4

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 23 t/m 27

Marketing: Het maken en uitvoeren van plannen voor het vergroten of het behouden van de afzet.

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 5 en 6

Hoofdstuk 19 Distributiebeleid

ANTWOORDEN HOOFDSTUK 4

4,8. Samenvatting door een scholier 1391 woorden 13 juni keer beoordeeld. H9 Marketingmix

6,9. Samenvatting door een scholier 2059 woorden 14 januari keer beoordeeld. 2. Wat is Marketing:

UITWERKINGEN OPGAVEN

Marketing. De basisprincipes. Acco Leuven / Den Haag. Katheline De Lembre

Het tentamen dien je te maken op het uitwerkingenpapier. Je doet dit als volgt!!

ANTWOORDEN MARKETING. Antwoorden Marketing

Opgave 2 a. Met welke formule berekenen we de integrale kostprijs? b. Hoe noemen we integrale kostprijsberekening ook wel?

b. Materiaal Loonkosten Opslag indirecte kosten: 125%

Aan de slag met excel

Internationale Marketing H4. Week 1 1. Executive summary 2. Inhoudsopgave 3. Inleiding en achtergrond 4. Externe analyse

Samenvatting door een scholier 1651 woorden 29 maart keer beoordeeld

Marketing mix instrumenten Prijs

Heterogene productie (meerdere producten) De directe kosten hebben een rechtstreeks verband met de productie/verkoop van een product.

Commerciële calculaties

Bij deze opgave blijven de belastingen buiten beschouwing. Bij deze opgave horen de informatiebronnen 1 tot en met 4.

Het aantal te behalen punten in dit voorbeeldexamen is 19. Bij elke vraag staat aangegeven hoeveel punten er behaald kunnen worden.

OPGAVEN HOOFDSTUK 6 ANTWOORDEN

Samenvatting Economie hoofdstuk 3 management en organisatie

6, Samenvatting door een scholier 2300 woorden 8 november keer beoordeeld. M&O eenmanszaak deel 2

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4

Voorbeeldexamen bij het werkcollege van Management Accounting & Controle

Omzetsnelheid en omzetduur Het beheren van de voorraad doe je op basis van kengetallen. Kengetallen helpen je te bepalen of je voorraad optimaal is.

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 3 en 4: De Firma

Bij deze opgave horen de informatiebronnen 1 tot en met 4. In deze opgave blijven de belastingen buiten beschouwing.

Bij het na-calculatorische budget bepalen we achteraf wat de kosten hadden mogen zijn op basis van de werkelijke productie/afzet.

Antwoorden hoofdstuk 11

Transcriptie:

Prijs en distributiebeleid Hoofdstuk 19 Veel verkopen is niet moeilijk als je een hele lage prijs vraagt. Maar een onderneming wil/moet winst maken. Dus veel verkopen voor een winstgevende prijs. Vraag georiënteerd Kosten georiënteerd Concurrentie georiënteerd Verschillende prijsstrategieën bij de vraag georiënteerde benadering. 1

Prijsbeleid Hoofdstuk 19 Verschillende prijsstrategieën bij de vraag georiënteerde benadering. Penetratiestrategie Lage prijs veel verkopen weinig concurrentie Voorbeeld 19.1 Weinig (60.000) verkopen voor 7,50 of veel (200.000) voor 6. Let op: de productiekosten zijn heel anders bij hogere aantallen. 2

Prijsbeleid Hoofdstuk 19 Verschillende prijsstrategieën bij de vraag georiënteerde benadering. afroomstrategie Hoge prijs weinig verkopen steeds de prijs iets laten zakken zodat een nieuwe groep kopers wordt bereikt. Voorbeeld 19.2 Een goedkopere versie uitbrengen en daarmee de markt afromen. Niet andersom doen! 3

Prijs en distributiebeleid Hoofdstuk 19 Verschillende prijsstrategieën bij de vraag georiënteerde benadering. Psychologische prijzen Door net beneden een psychologische grens te blijven lijkt de prijs veel lager. 19,50 4

Prijsbeleid Hoofdstuk 19 Verschillende prijsstrategieën bij de vraag georiënteerde benadering. Prijskortingen Het lijkt ineens veel aantrekkelijker om het product te kopen. Misschien hadden we het anders helemaal niet gekocht, dan zijn we veel voordeliger uit! De prijs expres op een hoog niveau ingezet om daarna korting te kunnen geven. 5

Opgave 1 Hoofdstuk 19 Welke methoden van vraag georiënteerde prijsbepaling ken je? Penetratiesstrategie/politiek Afroomstrategie/politiek Psychologische prijzen Prijskortingen Wat is penetratiepolitiek? Beginnen met een lage prijs om gelijk veel te verkopen. Hoe noem je een prijs van 49,95 Psychologische prijs Wat houdt afroompolitiek in? Beginnen met een hoge prijs die steeds lager wordt, daarmee steeds een nieuwe doelgroep wordt bereikt. 6

Opgave 2 Hoofdstuk 19 Winst bij 7 (methode 1)? Omzet inkoopkosten overige kosten = 320.000 Winst bij 5,25 (methode 2)? Omzet inkoopkosten overige kosten = 580.000 Bij de penetratiepolitiek de meeste winst Wanneer wordt bij 7 een verkoopomvang van 400.000 bereikt? Bij start 200.000, daarna 50.000 per jaar meer, dus 4 jaar, dus 2011. Bereken de winst in 2011 Methode 1: Omzet inkoopkosten overige kosten = 1.280.000 Methode 2: 580.000 (al eerder berekend) Na 2 jaar is de winst bij methode 1 hoger. Advies: (eventueel) eerst met lage prijs beginnen en dan de prijs verhogen. Maar hoe reageert de klant? 7

Opgave 3 Hoofdstuk 19 Antwoord Netto winst: 174.850 ; afroompolitiek Opgave 4 Welke voorwaarden zijn er voor een afroompolitiek? Voldoende vraag bij de vastgestelde prijs (klopt de schatting) Geen concurrent (of de concurrent reageert niet) De afroompolitiek wordt alleen toegepast bij nieuwe producten. Welke verkoopprijs in 4 e kwartaal om 8.000 stuks te verkopen? In de eerste 3 kwartalen wordt 800+1.200+2.000 = 4.000 verkocht. De verkoop moet in het 4 e kwartaal 4.000 zijn. Daarbij hoort een prijs van 15. 8

Opgave 5 Hoofdstuk 19 Onderzoek consumentengids naar waardering prijzen en het werkelijke prijsniveau. Opmerkelijke verschillen? Als de supermarkt op de waardering hoog staat en bij het prijsniveau laag. (Linders- Poiesz) Of waardering laag en prijsniveau hoog (Edah- Hoogvliet) Waarom? De waardering van de prijs wordt ook bepaald door het imago en en bijvoorbeeld de service of nog andere factoren. 9

Hoofdstuk 19 Prijsbeleid bij niet-commerciële organisaties (overheid) Het product wordt aangeboden tegen de kostprijs, of beneden de kostprijs of zelfs gratis. De overheid vindt het belangrijk dat iedereen het product kan gebruiken. Monetair betekent als iets te maken heeft met geld Niet-monetair betekent niet volgens de commerciële marktprijzen Voorbeelden Paspoort Bibliotheek Onderwijs Zwembad Museum 10

Opgave 6 Hoofdstuk 19 Wat levert de overheid onder de kostprijs? Onderwijs, zwembad. Wat wordt geleverd tegen de kostprijs? Paspoort en rijbewijs (volgens het boek) Wat wordt gratis geleverd? Bibliotheek tot 18 jaar. Onderhoud plantsoen. Met je fiets op de weg rijden. Wat is het profijtbeginsel? Wie er voordeel van heeft moet betalen. Wanneer is er sprake van een niet-monetaire prijs? Wanneer je minder betaalt dan dat het kost. 11

Opgave 7 Hoofdstuk 19 Welke niet-commerciële organisaties worden genoemd? De gemeente, de politie en de Kamer van Koophandel. Wat wordt er geleverd? Verlichting en camera bewaking. (burenbelsysteem?) Volgen van de veelplegers door de politie. Prijs? Waarschijnlijk gratis maar dat is niet geheel duidelijk. Een veelpleger is iemand die veel meestal kleine misdrijven begaat. Wat is het effect van het voorkeursrecht van de gemeente op de prijs? De gemeente kan een voorkeur uitspreken wie het pand mag kopen. Daarmee is het moeilijker te verkopen en zal de prijs lager uitvallen. 12

Distributiebeleid Groothandel / kleinhandel (detaillist/winkelier) Directe distributie / indirecte distributie Hoofdstuk 19 13

Opgave 8 Hoofdstuk 19 Taken van de grossier? Zorgen voor: Voldoende voorraad (aanvulling) bij de kleinhandel. Groot inkopen en dus goedkoper. Misschien mag de kleinhandel later betalen. Misschien geeft de grossier tips over nieuwe producten. De Kiosk is kleinhandel. Een assortiment is de samenstelling van de producten. (welke producten er te koop zijn) Waar het meeste kans is dat de klanten/consumenten de moeite nemen om naar toe te komen is de beste vestigingsplaats. 14

Distributiebeleid Groothandel / kleinhandel (detaillist/winkelier) Directe distributie / indirecte distributie Hoofdstuk 19 Push / duwen Pull / trekken 15

Opgave 9 Hoofdstuk 19 Wat is het verschil tussen directe en indirecte distributie? Indirecte distributie gaat via tussenschakels. Directe distributie gaat direct naar de klant. Voorbeelden? Webwinkels op internet Noem 3 redenen om de kleinhandel te stimuleren. Korting op prijzen, reclame voor het product, krediet verlenen (later betalen), snelle levering, bonus. Verschil in beloning bij push en pull strategie. Bij pushstrategie moet de winkelier de klant overhalen, daarvoor moet hij een beloning ontvangen. 16

Opgave 10 Hoofdstuk 19 Ondernemingsdoelstellingen? Meer omzet en winst. Behoud van personeel. Wat is selectieve distributie? De verkooppunten worden geselecteerd, dwz sommige worden gekozen en anderen niet. Is er bij reclame maken nog sprake van een pushstrategie? Reclame maken over de winkelier heen is een pullstrategie. Daarnaast kan de onderneming ook een pushstrategie hanteren. Gebruik van vertegenwoordigers, push of pullstrategie? De winkelier wordt benaderd via vertegenwoordigers, dat is dus een pushstrategie. 17

Opgave 11 Hoofdstuk 19 Welke strategie wordt toegepast? Een pullstrategie en ongedifferentieerd. (huis aan huis verspreiding) Welk onderdeel van de marketingmix is merkenbeleid? Product. Waarom is dit een pullstrategie? De folder wordt huis aan huis verspreid en niet via de winkel. Wat klopt er niet? Geen datum op de folder. 2 verpakkingen is even duur ( 22,90) als 2 x 1 verpakking (2 * 11,45) Waarom is het voordeel maximaal 4,20? 18

Distributiebeleid Voorbeeld 19.3 Hoofdstuk 19 Inkopen bij: De fabrikant De landelijke groothandel De groothandel in de omgeving Fabrikant: 1,45 (inkoop) + 0,54 (transport) + 0,02 (opslag) Landelijke groothandel: 1,60 + 0,40 + 0,01 Plaatselijke groothandel: 2 De prijzen zijn vrijwel gelijk, kiezen voor persoonlijke voorkeur! 19

Opgave 12 Hoofdstuk 19 Welke vorm van distributie? Indirecte distributie en een pullstrategie. Waarom moeten kleinere merken (sneller) met lagere prijzen akkoord gaan? Grote merken hebben meer klanten die om het product vragen. Nee-verkopen vindt een supermarkt niet prettig. De kleine merken kunnen het minder lang financieel volhouden. 20

Opgave 13 Hoofdstuk 19 Welke distributiekanaal heeft de voorkeur? Via importeur: 1,50 Zelf inkopen: Per kwartaal 13 * 900 = 11.700 paar. Inkoop: 11.700 Transportkosten: 1.300 Invoerrechten: 3.400 Opslag: 450 Totaal: 16.850 Dus 16.850 / 11.700 = 1,44 Dit is goedkoper, maar ik zou het niet doen! 21

Logistiek Hoofdstuk 19 alles wat nodig is voor een goede doorstroming van de goederen Grondstof (oerproduct) bedrijfskolom 22

Logistiek Hoofdstuk 19 Goederenstroom & informatiestroom Beheersen van de voorraad Voorraadgestuurd Ordergestuurd Plangestuurd Afval: grondstoffen die tijdens het productieproces verloren gaan. Uitval: Afgekeurde eindproducten. Afval en uitval zijn kosten! Recycling beperkt de kosten een beetje. Een andere reden voor recycling is dat het beter is voor het milieu. 23

Opgave 14 Hoofdstuk 19 Welke logistieksysteem wordt gehanteerd? Voorraadgestuurd. Just in time. Welk logistieksysteem wordt gebruikt bij massaproductie? Planninggestuurd. Waarom ordergestuurd bij productie per stuk? De productie wordt gestart bij elke bestelling. Dan worden de grondstoffen ingekocht. Dit noemen we ordergestuurd. Op voorraad leggen kost meer geld. Hoe heet het systeem waarbij artikelen worden ontvangen vlak voor de productie of verkoop? Just in time. Wat is een bedrijfskolom? Alle ondernemingen die eigenaar zijn van de producten, vanaf de grondstoffen tot het eindproduct. Wat is reverse logistics? De goederenstroom van afgedankte producten, uitval en verpakking. Wat is het verschil tussen uitval en afval? Afval is tijdens het productieproces. Uitval zijn afgekeurde eindproducten. 24

Opgave 15 Hoofdstuk 19 Informatie stroom of goederenstroom? Een telefoontje Informatiestroom Schriftelijke opdracht Informatiestroom. Ontvangen leer. Goederenstroom Ontvangen verpakking Goederenstroom Verplaatsen van het leer Goederenstroom Leveren van schoenen Goederenstroom Vraag over de voorraad Informatiestroom 25

Opgave 16 Hoofdstuk 19 Wanneer moet er besteld worden? Beginvoorraad: 30.000 kg. Te gebruiken voorraad tot het minimum van 6.000: 24.000 De voorraad is voldoende voor 24.000 / 1.200 = 20 dagen De levertijd is 14 dagen dus over 6 dagen moet er besteld worden, dat is 7 januari. Hoe groot is dan de voorraad? Verbruikt: 6 * 1.200 = 7.200 ; voorraad 30.000 7.200 = 22.800 kg. Wanneer wordt er geleverd? 14 dagen na de besteldatum, dus 21 januari Wanneer moet er weer besteld worden? De bestelling is goed voor 60.000 / 1.200 = 50 dagen. Dus 50 dagen na 7 januari (26 februari) Voordelen van een grote bestelling. Goedkopere prijs (kwantumkorting) en minder transportkosten 26

Opgave 17 Hoofdstuk 19 Veiligheidsvoorraad? Na de bestelling duurt het 20 dagen voordat de grondstoffen binnenkomen. Het verbruik is dan 20 * 500 = 10.000 kg Als er besteld wordt bij een voorraad van 14.000 is de veiligheidsvoorraad dus 14.000 10.000 = 4.000 kg. Bestelgrootte? 1 x per 6 weken wordt er besteld. Dus 6 * 5 (werkdagen) * 500kg = 15.000 kg. 27

Opgave 18 Hoofdstuk 19 Waarvoor is het systeem? Registreren op welke plekken veel mensen komen en op welke plekken weinig mensen komen. Hoe wordt het weergegeven? Grafieken. Realtime? Op hetzelfde moment als de verwerking is kan je ook de resultaten zien. Dus actuele gegevens. Wat kan je ermee doen? Als op een plek veel mensen komen, kan je meer ruimte maken. Als op een plek veel mensen komen, kan je daar gerichte reclame maken voor een product. Deskresearch of fieldresearch? fieldresearch 28