Woordenschat (blad 1 van 2)



Vergelijkbare documenten
Antwoorden kopieerblad Woordenschat 6.2

Lesbrief DUURZAAM BOUWEN OPDRACHT 1 - WAT IS DAT, DUURZAAMHEID?

Lesbrief. Dijken. Kijken naar dijken. Afdeling Communicatie waterschap Hollandse Delta

Een gedeelte van een stad of een groter dorp. Een wijk bestaat uit meerdere buurten.

Wat weet jij over biologisch en over de bodem?

Veertien leesteksten. Leesvaardigheid A1. Te gebruiken bij : Basisexamen Inburgering Studieboek. Ad Appel

Naam: Waar woon jij? Vraag 1b. Waarom wonen veel mensen in Kenia in een hut? Vraag 1a. In wat voor soort huis woon jij?

MEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1

de aanbieding reclame, korting De appels zijn in de a Ze zijn vandaag extra goedkoop.

Woordenschat Taal Actief groep 4 Thema 1 Les 1

De Leemvallei, ga je mee op onderzoek?

5.1 De kaart van Nederland

Zand en klei 1. Van veen tot weiland 2. Blad 1. Heide Een lage plant met paarse bloemen.

Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine?

Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine?

1 De tropische regenwouden liggen.. de evenaar. 2 Nederland ligt.de evenaar. 3 Het Amazone gebied ligt. de evenaar.

IN DE TREIN LES 1. Meer of minder

Antwoorden. 1 herkennen. 3 goed fout. 4 Vanuit de luchtballon had ik een goed. 2 de buis. 5 eigen antwoord. kopieerblad woordenschat 5.

Samenvatting 1 Kan de regen opraken?

Meander. Aardrijkskunde WERKBOEK

Naam: WATER. pagina 1 van 8

Melkweg. Goede reis. Lezen van Alfa A naar Alfa B. Reizen

Kopieer dit e-boek en stuur het door naar anderen.

Op het strand. Ben jij ook wel eens aan zee geweest? En heb je toen ook schelpen gezocht? Waar was jij in de vakantie? Ik was. mesheft.

Kies 4 kinderen uit en zing de zeppelin. Rijd als een auto door de klas en geef iedereen een autodropje

Wat doet het waterschap voor de wegen?

1 Zet in de goede volgorde. Van klein naar groot.

Dit is het verkiezingsprogramma van de ChristenUnie. Dit vindt de ChristenUnie belangrijk voor Nederland. Lees maar!

Woordenschat Taal Actief groep 4 Thema 8 Les 1

Lesbrief. Watersysteem. Droge voeten en schoon water. Afdeling Communicatie waterschap Hollandse Delta

Opstartlessen. Les 1. Kennismaken

WERKBLAD mijn landschap

Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen

Raar, maar waar! deel 1. groep 3 en 4

Thema In en om het huis.

Weg met dat vieze water! Alles wat je moet weten over afvalwater

Water en drinkwater (waterhardheid en ontkalken)

Lesbrief ZAND BOVEN WATER OPDRACHT 1 - NEDERLAND EN WATERBOUW

Wat denken de jongens? Trek een lijn naar het denk-wolkje. Het is niet eerlijk, ik ben arm en hij is rijk. Ik wil graag vrienden blijven

2 > Kerndoelen > Aan de slag > Introductie van de manier van werken > Mogelijke werkvormen en de plaats op het rooster 27

Voor het welzijn van kind en school. Klas 3!

Jouw idealen in Utrecht Verkiezingsprogramma. Provinciale Staten 2015 in eenvoudige taal

Ik ben de Klomp. Europees landbouwbeleid groep 5-6. De Klomp is een boer. Wel een hele aardige boer. Maar wel met een boer n accent.

1. Van je juf of meester krijg je een plaatje. Bekijk je plaatje goed. 3. Zoek samen nog vier klasgenoten met een ander plaatje.

LESBLAD WATERKRINGLOOP GROEP 5-6

VERLENGEN KOPEN RUILEN BETALEN

ALFA A ANTWOORDEN STER IN LEZEN

Thema Op het werk. Demet TV. Lesbrief 8. De eerste werkdag

Gewoon zo! WONEN: HOE ONTMOET JE BUURTBEWONERS?

André Rouvoet ChristenUnie. Foto: Marie Cecile Thijs

Vraag aan de zee. Vraag aan de tijd. wk 3. wk 2

Toeristen in Nederland

THEMA LENTE Auditieve oefeningen

Lesbrief DUURZAAM WERKEN OPDRACHT 1 - WERKEN IN DE HAVEN

INHOUD. Inleiding Aardbevingen Bergen Bosbranden Koraal Lawines Meteorieten Onweer...

inhoud Zee, strand en duin 1. Zand 2. Zon en wind 3. Het duin 4. Dieren in het duin 5. Eb en vloed 6. De jutter 7. Schelpen 8.

.22. Hoe ziet een centrum eruit?

OPDRACHTEN bij de FIETSEXCURSIE van het project MOOI HOOGLAND-WEST!

Woordenschat (blad 1 van 2)

Natuurschatten SPEELNATUUR

Dagboek Nederland onder water?! Komt Nederland onder water te staan? En wat kunnen jij en de politiek doen om dit te voorkomen?

Pasen met peuters en kleuters. Jojo is weg

Een wal van zand, klei of steen die mensen beschermt tegen hoog water. De plek waar het rivierwater in de zee uitkomt.

Spreekopdrachten thema 3 Vervoer

Melkweg. Een dak boven je hoofd. Lezen van Alfa A naar Alfa B. Wonen: Het huis

inhoud blz. 1. Water is niet gewoon 2. Water, ijs en wolken 3. Een kring 4. Drinken 5. Water in de zee 6. Olie en water 7. Vuil water wordt schoon

Thema Op het werk. Lesbrief 14. Opdrachten

Spreekopdrachten thema 2 Boodschappen

Techniekkit: Oost Nederland. Domein: Overbrengingen. Competentie: Ontwerpen Toepassen Reflectie. Leergebied: Aardrijkskunde

Jouw idealen in de provincie Basisverkiezingsprogramma. Provinciale Staten 2015 in eenvoudige taal

Lente. groep 3, 4 en 5

AANWIJZEND VOORNAAMWOORD. A) Welk woord past in de zin? Kies uit die of dat. 1. Heb je het huiswerk gemaakt? 7. Ga je naar één van onze feestjes?

Ontdekkingstocht duin, bos en strand

Wat een vreemde bromfiets!

Johanna Kruit. Gedichten, geïnspireerd door bomen. Geheimen

Spelen met zand. Zandpaspoort voor kinderen van 7 tot en met 12 jaar

werken met water - waterbladen

Voor jongeren in het praktijkonderwijs. temperatuur is er min twintig. De harde wind maakt het nog kouder. Daardoor voelt het als min vijftig.

Materiaal Groen. Deel 4: Thuis tuinieren

3. Van wie is de kreet? 4. Wat wil Albor met het zwijntje doen?

Melkweg. Naar de dokter. Lezen van Alfa A naar Alfa B. Gezondheid: De huisarts

Melkweg. Een dagje ouder. Lezen van Alfa A naar Alfa B. Ouder worden

OPA EN OMA DE OMA VAN OMA

een zee van tijd een zee van tijd Werkblad 1 Ω Steden Ω Les 1: De middeleeuwse steden Naam:

Een moeilijk woord voor Natuurbrug is Ecoduct. Wat dat nu precies is, legt de schrijver Frank van Pamelen hieronder nog eens uit.

Winterboek. Groep 3/4

Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten

Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen

Opdrachtkaarten Lente

inhoud 1. Dieren op reis 2. Waarom dieren reizen 3. Op zoek naar eten 4. Op zoek naar een broedplek 5. Weg uit de kou 6. Filmpje Pluskaarten Bronnen

Water kan ook veranderen is waterdamp. Het wordt dan een gas. Maar heter als 100 graden kan water niet worden. Dit is het kookpunt van water.

Rivka voelt tranen in haar ogen. Vader aait over haar wang. Hij zegt: Veel plezier, prinsesje. Vergeet je nooit wie je bent? Dan draait vader zich

OEFENSCHRIFT DEEL 3 A2-B1

De ontelbaren is geschreven door Jos Verlooy en Nicole van Bael. Samen noemen ze zich Elvis Peeters.

Melkweg. Een fijne wijk. Lezen van Alfa A naar Alfa B. Wonen: buren

Hoe kunnen treinen op wind rijden? Les in de Groene Top Trein

Informatie over de versterking van de Noord-Hollandse kust Voor je spreekbeurt of werkstuk

Les 1 Ontstaan aardgas

Werkboek van: Den Haneker Educatie Streekonderwijs

Transcriptie:

Woordenschat (blad 1 van 2) 1 Kan jouw school overstromen? Woordenboekje beschermen ervoor zorgen dat iets of iemand veilig is of ergens geen last van heeft Een warme jas beschermt je tegen de kou. overstromen als het land onder water komt te staan Als de dijk doorbreekt, overstroomt het land. de bodem de grond onder het water, onder je voeten, onder een huis Er liggen muntjes op de bodem van de vijver. pompen met een apparaat (een pomp) ergens water uit zuigen of in persen Als je water uit de kelder pompt, wordt de kelder weer droog. doorbreken als een dijk doorbreekt, komt er een gat in Als de dijk niet meer zo stevig is, kan hij doorbreken. het gebied een stuk land De Veluwe is een gebied met veel bos. de grens een plek waar het ene land ophoudt en het andere land begint Maastricht ligt dicht bij de grens. Als je daar woont, kun je zo naar België fietsen! het symbool een ding, dier of plaatje dat iets anders voorstelt Op een landkaart is een vliegtuigje het symbool van een vliegveld. voorkomen ervoor zorgen dat iets niet gebeurt Ga op tijd naar het station, om te voorkomen dat je de trein mist! de informatie als je informatie krijgt, kom je meer over iets te weten In dat boek staat veel informatie over dijken en duinen. 68 kopieerblad 6.2

Woordenschat (blad 2 van 2) 1 Kan jouw school overstromen? 1 Zoek bij elk woord de goede betekenis. Maak de goede betekenis vast aan het woord. beschermen met een apparaat ergens water of lucht uit zuigen of in persen de bodem ervoor zorgen dat iets niet gebeurt het gebied de grond onder het water, onder je voeten, onder een huis pompen ervoor zorgen dat iets of iemand veilig is of ergens geen last van heeft voorkomen een stuk land 2 Welk woord hoort niet in het rijtje thuis? Zet een streep door dat woord. de berg het symbool doorbreken beschermen de dijk de kaart overstromen de kleur de grens pompen de bodem het water de rivier de informatie het water de sloot 3 Een dijk beschermt ons tegen het water. Een helm beschermt je hoofd als je gaat skaten. Kun je nog meer dingen bedenken die gemaakt zijn om iets of iemand te beschermen? 4 Lees de zinnen hieronder goed. Welke zijn goed en welke fout? Zet een kruisje onder goed of fout. goed fout Met een helm bescherm je je hoofd. w w Een gebied kun je in je broekzak stoppen. w w Het is fijn als de dijk doorbreekt. w w Op een landkaart staan veel symbolen. w w Als het land overstroomt, wordt het droog. w w 5 Schrijf de woorden op de goede plek. Je houdt één woord over. bodem doorbreken grens informatie pompen voorkomen De mensen hebben Flevoland gemaakt door het water van de zee weg te Het regent, dus Jelle doet zijn laarzen aan. Zo kan hij dat hij natte voeten krijgt. Lisa gaat op vakantie naar Frankrijk. Dan gaat ze twee keer de Kan ik hier krijgen over de films die er draaien? Het water is erg diep. Je kunt niet op de over. staan. kopieerblad 6.2 69

Woordenschat (blad 1 van 2) 2 Hoe belangrijk is jouw stad? Woordenboekje het beachvolleybal een balspel dat gespeeld wordt op zand, meestal op het strand In de zomer is het leuk om beachvolleybal te spelen. dichtstbijzijnde in de buurt, vlakbij Vanaf school is het 5 minuten lopen naar de dichtstbijzijnde bushalte. de omgeving het gebied ergens omheen In de omgeving van de school staan veel bomen. de regering de mensen die een land besturen, zij zijn er de baas De plaats waar de Nederlandse regering werkt is Den Haag. de krans een ronde versiering gemaakt van takken en soms bloemen De winnaar van de schaatswedstrijd kreeg een grote krans om zijn nek. het monument een beeld ter herinnering aan iets In ons dorp staat een monument voor soldaten die in de oorlog zijn doodgegaan. het museum, de musea een gebouw waar je speciale dingen kunt bekijken, bijvoorbeeld schilderijen In Deventer is een speelgoedmuseum. Je kunt er alles vinden van knikker tot computer. de spoorlijn de weg met rails waarover de trein rijdt De spoorlijn loopt vlak langs de huizen. het theater een gebouw waar je een toneelstuk kunt zien, of een musical In Utrecht wordt een nieuw theater gebouwd. het wassen beeld een beeld gemaakt van was Het wassen beeld van Willem-Alexander leek net echt. 70 kopieerblad 6.3

Woordenschat (blad 2 van 2) 2 Hoe belangrijk is jouw stad? 1 Zoek bij elk woord de goede betekenis. Maak de goede betekenis vast aan het woord. het wassen beeld een gebouw waar je een toneelstuk kunt zien, of een musical het museum in de buurt, vlakbij dichtstbijzijnde een beeld ter herinnering aan iets het theater een gebouw waar je speciale dingen kunt bekijken, bijvoorbeeld schilderijen het monument een beeld gemaakt van was 2 Welk woord hoort niet in het rijtje thuis? Zet een streep door dat woord. 3 Geef antwoord op de vragen. Gebruik bij elk antwoord een van deze woorden: de omgeving de regering een monument a Wie is er de baas over een land? b Wat staat er vaak op een plek waar vroeger mensen in de oorlog zijn doodgegaan? c Hoe noem je een gebied ergens omheen ook wel? 4 Maak zelf een zin met het woord beachvolleybal. Maak daarna zelf een zin met het woord omgeving. beachvolleybal het ziekenhuis het theater het museum de bioscoop het strand het beachvolleybal de spoorlijn de duinen omgeving de schooltas de oorlog het monument de krans dichtstbijzijnde de regering het gebied de buurt 5 In Nederland bestaan veel verschillende musea. Bijvoorbeeld een speelgoedmuseum en een oorlogsmuseum. Kun jij nog twee voorbeelden noemen? kopieerblad 6.3 71

Woordenschat (blad 1 van 2) 3 Wie maakt ons eten? Woordenboekje af- en aanrijden het heen en weer rijden van (vracht)auto s De vrachtauto s rijden af en aan om de suikerbieten te vervoeren. de akker een stuk grond waarop een boer granen en groenten verbouwt De akkers staan vol met suikerbieten. de fabriek een groot gebouw waar machines producten maken In Bunnik staat een limonadefabriek. het (landbouw)bedrijf een plaats waar iets gemaakt of gedaan wordt om geld te verdienen In het bedrijf van mijn moeder worden tassen gemaakt. de markt een plaats waar mensen komen om van alles te verkopen, meestal in de openlucht In Amersfoort is er op donderdag een markt. de stroop een dikke, plakkerige vloeistof die je krijgt als je suiker maakt Sanne smeert veel stroop op haar pannenkoek. iets verpakken iets in papier of in een doos doen om het te versturen, te verkopen of mee te nemen De pop was in plastic verpakt. het weiland een stuk grasland waarop dieren kunnen grazen De koeien lopen in het weiland. zaaien zaadjes in de grond stoppen, zodat daar een plant uit kan groeien De meeste boeren hebben machines voor het zaaien. oogsten groenten of fruit van het land of van de boom halen om te verkopen of op te eten Groep 8 mocht helpen met het oogsten van de appels. 72 kopieerblad 6.4

Woordenschat (blad 2 van 2) 3 Wie maakt ons eten? 1 Zoek bij elk woord de goede betekenis. Maak de goede betekenis vast aan het woord. zaaien het heen en weer rijden van (vracht)auto s iets verpakken groenten of fruit van het land of van de boom halen om te verkopen of op te eten oogsten een groot gebouw waar machines producten maken af- en aanrijden zaadjes in de grond stoppen, zodat daar een plant uit kan groeien de fabriek iets in papier of in een doos doen om het te versturen, te verkopen of mee te nemen 2 Welk woord hoort niet in het rijtje thuis? Zet een streep door dat woord. 3 Welke soorten fabrieken ken je? Noem er drie. a b c 4 fabriek fabriek fabriek Lees de zinnen hieronder goed. Welke zijn goed en welke fout? Zet een kruisje onder goed of fout. goed fout De koeien grazen op de akker. Er groeit bloemkool in het weiland. In een fabriek maken machines producten. Op de markt komen kopers en verkopers bij elkaar. Een fabriek is ook een bedrijf. 5 Welk woord hoort bij de zin? Kies uit: weiland - fabriek - bedrijf - akker Daar maken machines producten. de fabriek het bedrijf de boerderij de winkel iets verpakken de markt de supermarkt de school oogsten de akker de koekjes de bonen af- en aanrijden de suiker de stroop de pannenkoek Daar lopen koeien in het gras. Daar groeien groentes en granen. Daar doen of maken mensen iets om geld te verdienen. kopieerblad 6.4 73

Woordenschat (blad 1 van 2) 4 Hoe kom je aan warm water? Woordenboekje de dijk een soort muur van aarde, die om een meer of langs een rivier staat Vanaf de dijk zie je alle boten op de rivier. het landbouwgif vergif dat boeren op hun land strooien om allerlei beestjes dood te maken De luizen gingen dood van het gif. de elektriciteit stroom Veel apparaten hebben elektriciteit nodig. Anders werken ze niet. logisch iets wat klopt, iets wat je begrijpt Als je onder de douche staat, wordt je nat. Dat is logisch. de elektriciteitscentrale plaats waar stroom gemaakt wordt Vanuit de elektriciteitscentrale gaat de stroom naar de huizen. filteren de vieze stofjes ergens uithalen. Als regenwater in de grond zakt, dan werkt de grond als filter Het zand van de duinen filtert het regenwater. de kolen zwarte, zachte stenen die kunnen branden Mijn opa had nog een kachel waarin kolen werden verbrand. oppompen het omhoog halen van water uit de grond In Tilburg pompen ze water uit de grond. preciezer nauwkeuriger, als je iets heel precies wilt weten De topografische kaart is preciezer dan de wegenkaart. het riool een grote buis onder de grond waar het vieze water uit je huis doorheen stroomt Het regenwater gaat door een put naar het riool. 74 kopieerblad 6.5

Woordenschat (blad 2 van 2) 4 Hoe kom je aan warm water? 1 Zoek bij elk woord de goede betekenis. Maak de goede betekenis vast aan het woord. de kolen nauwkeuriger, als je iets heel precies wilt weten logisch plaats waar stroom gemaakt wordt de elektriciteit iets wat klopt, iets wat je begrijpt preciezer zwarte, zachte stenen die kunnen branden de elektriciteits - centrale stroom 2 Welk woord hoort niet in het rijtje thuis? Zet een streep door dat woord. het landbouwgif oppompen de boer wegspoelen het riool filteren de beestjes zwemmen de elektriciteit de dijk het zand de grond het gas filteren de kolen het regenwater 3 Welke apparaten zijn er in jouw huis die op elektriciteit werken? Noem er vier. 4 Schrijf de woorden op de goede plek. Je houdt één woord over. landbouwgif logisch elektriciteitscentrale dijk preciezer elektriciteit De meester vertelde een verhaal over Hansje. Dat was een jongetje die zijn vinger in de stopte om het water tegen te houden. Toen de uitviel, hield de computer ermee op. Het is toch dat aardbeien in de zomer goedkoper zijn dan in de winter. Het muisje ging dood toen hij van het had gegeten. Daan had de fiets getekend dan Sem. Bij Daan kon je zelfs het knopje van de fietsbel zien. 5 Maak zelf een zin met het woord logisch. Maak daarna zelf een zin met het woord riool. logisch riool kopieerblad 6.5 75

Woordenschat (blad 1 van 2) 5 Woon jij straks op een woonboot? Woordenboekje aanrollen rollend dichterbij komen De hoge golven kwamen aanrollen op het strand. de regering de mensen die de baas zijn in een land De regering wil dat ieder kind naar school gaat. het nadeel de slechte of niet zo fijne kant van iets Een nadeel van autorijden is dat de lucht vies wordt. de Oosterscheldekering een grote dam in de Oosterschelde om het zeewater tegen te houden De Oosterscheldekering houdt het zeewater tegen. de oplossing het antwoord op een vraag of een raadsel De oplossing van de puzzel staat achter op het bord. de woonboot een boot om op te wonen, niet om mee te varen In Amsterdam wonen veel mensen op woonboten. het zeewier een plant die in zout water leeft Een andere naam voor zeewier is zeegras. de zijrivier een rivier die zich afsplitst van een andere rivier De IJssel is een zijrivier van de Rijn. de overzichtskaart een kaart waarop je iets helemaal kunt zien Op de overzichtskaart zie je heel Nederland. 76 kopieerblad 6.6

Woordenschat (blad 2 van 2) 5 Woon jij straks op een woonboot? 1 Zoek bij elk woord de goede betekenis. Maak de goede betekenis vast aan het woord. het nadeel het antwoord op een vraag of een raadsel het zeewier een rivier die zich afsplitst van een andere rivier de zijrivier een grote dam in de Oosterschelde om het zeewater tegen te houden de oplossing een plant die in zout water leeft de Oosterscheldekering de slechte kant van iets 2 Welk woord hoort niet in het rijtje thuis? Zet een streep door dat woord. de brug de baas aanrollen het land de zee de overzichtskaart het zeewier de regering 4 Lees de tekst hieronder. In Zeeland vind je de Oosterscheldekering. Bij een harde storm kunnen de golven van de Noordzee heel hoog worden. Het zeewater kan dan het land overspoelen. De Oosterscheldekering zal bij hoog water de zee tegenhouden. Zo zorgt de dam ervoor dat de mensen in Zeeland veilig zijn. Welke woorden zeggen iets over de betekenis van de Oosterscheldekering? Noem vier woorden of meer. 5 Een nadeel is de slechte of niet zo fijne kant van iets. Wat vind jij het nadeel van: vakantie hebben de woonboot het water de zijrivier het nadeel de Oosterscheldekering de vis de dam de zee naar school gaan 3 Zet onder elke zin goed of fout. De regering is de baas van een land. Een zijrivier splitst zich af van een andere rivier. Zeewier leeft in zoet water. kopieerblad 6.6 77

Woordenschat (blad 1 van 2) 6 Waar komen Nederlanders vandaan? Woordenboekje het buitenland alle landen buiten je eigen land Wij gaan altijd naar het buitenland in de vakantie. de roti Surinaams eten: een platte, ronde koek. Hou je van roti of heb je liever een pannenkoek? de gewoonte iets wat je altijd op een bepaalde manier doet Op je nagels bijten is een slechte gewoonte. de landbouwmachine een machine die een boer gebruikt, bijvoorbeeld om mee te zaaien Volgende week is er een grote show van nieuwe landbouwmachines. de moskee een gebouw waar moslims bidden. Elke vrijdag gaan we naar de moskee. het paspoort een dun boekje met je naam erin, een foto en wanneer en waar je bent geboren Met een paspoort kun je laten zien wie je bent. het teken een tekeningetje Een tekening van een boompje op de kaart, wil zeggen dat daar bos is. Zo zijn er nog meer tekens op de kaart. wennen iets normaal gaan vinden Je raakt gewend aan je nieuwe kamer of aan je nieuwe kapsel. Eerst is iets vreemd en dat wordt langzaam gewoon. de wijk een deel van een stad of een dorp Aan de rand van Den Haag is een nieuwe wijk gebouwd. 78 kopieerblad 6.7

Woordenschat (blad 2 van 2) 6 Waar komen Nederlanders vandaan? 1 Zoek bij elk woord de goede betekenis. Maak de goede betekenis vast aan het woord. het buitenland een tekeningetje de landbouwmachine iets normaal gaan vinden het teken iets wat je altijd op een bepaalde manier doet wennen alle landen buiten je eigen land de gewoonte een machine die een boer gebruikt, bijvoorbeeld om mee te zaaien 2 Welk woord hoort niet in het rijtje thuis? Zet een streep door dat woord. de gewoonte de buurman wennen het paspoort de manier het buitenland leuk de vakantie het teken de roti de kaart de moskee de wijk de nasi de reis de pizza 3 Lees de zinnen hieronder goed. Welke zijn goed en welke fout? Zet een kruisje onder goed of fout. goed fout In je paspoort staat ook je e-mailadres. w w Op veel apparaten is een driehoek het teken voor play. w w De wijk is net zo groot als de hele stad. w w Als je de Nederlandse grens overgaat, ben je in het buitenland. w w Twee keer per dag tandenpoetsen is een goede gewoonte. w w 4 Schrijf de woorden op de goede plek. Je houdt één woord over. wijk paspoort landbouwmachine moskee wennen Ik kan niet aan het koude weer. Het omploegen van de grond doet de boer met zijn Ik moet een pasfoto laten maken voor mijn nieuwe In elke van ons dorp staat een supermarkt. 5 Op straat en op het station zie je veel borden met tekens. Welke tekens worden vaak gebruikt voor: ingang fietspad parkeerplaats kopieerblad 6.7 79

Woordenschat (blad 1 van 2) 7 Wat doe jij met dat lege land? Woordenboekje de camping een kampeerterrein Op de camping stond onze tent vlak bij het zwembad. het oppervlak de grootte van iets Het oppervlak van de woonkamer is groter dan het oppervlak van de keuken. in aanbouw bezig met het bouwen van iets Met de hele groep maakten we foto s van onze nieuwe school in aanbouw. picknicken buiten eten Zondag gaan we midden in het bos picknicken. het landbouwgebied een stuk grond waar boeren werken Wij fietsten door een groot landbouwgebied. de toeristen mensen die op vakantie zijn Bij het station zie je vaak toeristen. de manege een plaats waar je kunt leren paardrijden In de manege heeft ieder paard een eigen hok. de mest poep van dieren, bijvoorbeeld van koeien of kippen De boer gooit mest op het land. Dan groeien de planten beter. vergelijken kijken hoeveel twee dingen op elkaar lijken Eric en Marco vergelijken hun nieuwe fietsen. de woonwijk een deel van een stad of dorp om te wonen In onze woonwijk zijn twee bushaltes. 80 kopieerblad 6.8

Woordenschat (blad 2 van 2) 7 Wat doe jij met dat lege land? 1 Zoek bij elk woord de goede betekenis. Maak de goede betekenis vast aan het woord. in aanbouw een plaats waar je kunt leren paardrijden het oppervlak de grootte van iets de camping een stuk grond waar boeren werken het landbouwgebied bezig met het bouwen van iets de manege een kampeerterrein 2 Welk woord hoort niet in het rijtje thuis? Zet een streep door dat woord. 3 Maak zelf een zin met het woord oppervlak. Maak daarna zelf een zin met het woord toeristen. oppervlak toeristen 4 Geef antwoord op de vragen. Gebruik bij elk antwoord een van deze woorden: picknicken vergelijken landbouwgebied de hijskraan de woonwijk in aanbouw het paard vergelijken de boer zaaien het landbouwgebied de tent de camping picknicken kamperen het ei de manege de mest een paard a Wat doe je als je kijkt hoe twee dingen op elkaar lijken? Dan ben je aan het b Op het strand, in een park of in een bos eten noem je ook wel c Hoe heet het stuk grond waar boeren werken? 5 Een school of een woonwijk kan in aanbouw zijn. Wat kan er nog meer in aanbouw zijn? Bedenk twee voorbeelden. kopieerblad 6.8 81

Woordenschat (blad 1 van 2) 8 Kun jij weg zonder weg? Woordenboekje de containers heel grote bakken waarin spullen worden vervoerd of bewaard In Rotterdam komen veel schepen met containers aan. thuiswerken in je eigen huis werken, in plaats van op kantoor Mijn vader mag iedere maandag thuiswerken. de hsl (hogesnelheidslijn) een spoorlijn waar treinen met hoge snelheid kunnen rijden Over de hsl rijden hele snelle treinen. het vasteland een groot stuk land, geen eiland Vanaf de Waddeneilanden kun je het vasteland zien liggen. de meningen wat mensen ervan vinden De meningen over de nieuwe film waren niet gelijk. de verbindingen het geheel van wegen In Nederland zijn er goede verbindingen tussen de steden. opofferen weggegeven voor iets anders De laatste boom van het park werd opgeofferd voor een parkeerplaats. veroorzaken laten gebeuren In de winter veroorzaken mist en kou vaak files. de provinciale weg een weg die door de provincie wordt onderhouden Op de provinciale weg mag je niet harder dan 80 kilometer rijden. de vogeltrek een grote reis die vogels twee keer per jaar maken In maart begint de vogeltrek voor de ganzen van Friesland. Zij vliegen dan naar het noorden. 82 kopieerblad 6.9

Woordenschat (blad 2 van 2) 8 Kun jij weg zonder weg? 1 Zoek bij elk woord de goede betekenis. Maak de goede betekenis vast aan het woord. thuiswerken wat mensen ervan vinden de verbindingen heel grote bakken waarin spullen worden vervoerd of bewaard de meningen het geheel van wegen de containers laten gebeuren veroorzaken in je eigen huis werken, in plaats van op kantoor 2 Welk woord hoort niet in het rijtje thuis? Zet een streep door dat woord. thuiswerken de hsl de vogeltrek de provinciale weg de computer het fietspad het huis het kantoor opofferen de verbindingen de containers het vasteland de schepen de snelweg de haven de spoorrails 3 Schrijf de woorden op de goede plek. Je houdt één woord over. veroorzaken de hsl de provinciale weg de meningen de vogeltrek thuiswerken Als je op Automobilisten die te hard rijden vaak ongelukken. Toen de meester vroeg wat we wilden doen waren heel verschillend. De trein flitste voorbij over 4 Lees de zinnen hieronder goed. Welke zijn goed en welke fout? Zet een kruisje onder goed of fout. goed fout Als je iets opoffert geef je iets weg en komt er iets anders in de plaats. w w Op de provinciale weg mag je 100 kilometer rijden. w w Als je ergens iets van vindt heb je een mening. w w Een stuk land dat geen eiland is, noem je het vasteland. w w De vogeltrek gebeurt niet elk jaar. w w 5 Maak zelf een zin met het woord veroorzaken. Maak daarna zelf een zin met het woord verbindingen. veroorzaken verbindingen achter een tractor rijdt, schiet je niet hard op. Het fijnste aan vindt mijn moeder dat ze niet in de file hoeft te staan. kopieerblad 6.9 83