TOETSTAAK 1: ALLES KRIJGT EEN PLAATS



Vergelijkbare documenten
TOETSTAAK 18: WANNEER IS DE WINKEL OPEN?

TOETSTAAK 15: LUIDRUCHTIGE BUREN

TOETSTAAK 3: MIJN ZOON IS ZIEK

TOETSTAAK 9: HARD GEWERKT VANDAAG

De toets: zie kopieerblad cursist, toets: spreken 6. De toetsafnemer leest de instructie voor:

TOETSTAAK 16: REIZEN MET DE TREIN

TOETSTAAK 12: KAN HET OP EEN ANDERE DAG?

TOETSTAAK 4: IK BEN IETS KWIJT

TOETSTAAK 8: DAT IS LANG GELEDEN!

TOETSTAAK 5: IK HEB EEN DOKTER NODIG

TOETSTAAK 10: DE AFSPRAAK GAAT NIET DOOR

Gespreksstramien (Toetsafnemer: T Cursist: C)

TOETSTAAK 2: NEEM DE EERSTE STRAAT RECHTS

TOETSTAAK 36: GEEF BLOED, RED EEN LEVEN

TOETSTAAK 33: LACHEN!!!

TOETSTAAK 39: ONGEVAL

TOETSTAAK 44: NAAR DE TANDARTS

TOETSTAAK 32: BRAND!!!!

TOETSTAAK 41: EEN NIEUW HUIS

TOETSTAAK 40: ANTIGIFCENTRUM

TOETSTAAK 42: HALLO, MET DE POLITIE?

TOETSTAAK 38: A LA CARTE

TOETSTAAK 31: BABYSIT

TOETSTAAK 37: TROUWFEEST

TOETSTAAK 45: MIJN VADERLAND

TOETSTAAK 34: OP TELEVISIE

TOETSTAAK 26: BRANDBLUSAPPARAAT

TOETSTAAK 19: MIJN ZUS GAAT TROUWEN!!!

TOETSTAAK 22: OOST WEST THUIS BEST

TOETSTAAK 23: ZOEKERTJE

Na het introducerend gesprek geeft u de cursisten de volgende instructie:

TOETSTAAK 20: DANK U WEL!

TOETSTAAK 25: NEDERLANDSE LES

TOETSTAAK 46: POLITIE OP STRAAT

TOETSTAAK 29: WAT VIND JIJ VAN BELGIE? DEEL 1

TOETSTAAK 24: ONGEVALLENVERZEKERING

TOETSTAAK 30: LILLALAND

TOETSTAAK 28: IK BEN...EN IK HOU VAN...

TOETSTAAK 29: EEN NIEUWE LEERLING

TOETSTAAK 27: HET GEHEIME LAND

TOETSTAAK 44: AAN DE FINISH

TOETSTAAK 6: BYE BYE GRIEP!!!

TOETSTAAK 5: HOU HET VERS

TOETSTAAK 4: EXAMEN NEDERLANDS

TOETSTAAK 16: WATEROVERLAST

TOETSTAAK 8: SORTEREN

TOETSTAAK 14: FILE!!!

TOETSTAAK 17: MET DE KINDEREN OP STAP

TOETSTAAK 7: SCHOOLREIS

TOETSTAAK 15: PAS OP VOOR HET WATER!

TOETSTAAK 13: BUURTONTBIJT

TOETSTAAK 18: TREINEN BIJ VERTREK

TOETSTAAK 12: LUISTER NAAR DE RADIO

TOETSTAAK 10: ZAPPEN. 1. Materiaal nodig voor deze toetstaak. 2. Het afnemen van de toets taak

TOETSTAAK 2: EEN WEEKENDJE WEG...

TOETSTAAK 11: NICHTEN EN NEVEN

TOETSTAAK 1: GROETJES UIT BRAZILIE!!!

TOETSTAAK 3: WEERBERICHT

Les 3 Samenvatten Leestekst: Verhuizen. 2. Vraag: "Kan iemand mij vertellen welke vraag we onszelf moesten stellen om te kunnen samenvatten?

WAAROM DE VOORBEELD- TOETSTAKEN?

Profiel Professionele Taalvaardigheid

= een rij struiken of planten die dichtbij elkaar staan. = een hoge lamp die langs de weg staat.

Leesboekje het huis. Leesboekje Het Huis Pagina 1

Mijn huis, mijn thuis

HUIZEN SURFEN. Een woning zoeken op internet. Doelgroep. Vakgebied. Lesbeschrijving STERKE SCHAKELS. 3 de graad BSO Deeltijds Onderwijs

When Sally left Harry High level design doc.

TOETSTIP 1 JANUARI 2006 TIP 1: HOE ONTWIKKEL IK EEN VALIDE TOETS?

2018 Oefenexamen NT2. Beoordelingsvoorschriften Spreken II. Staatsexamen Nederlands als tweede taal. Stex-16SP2VB 1

TE HUUR. Laan van Meerdervoort AS Den Haag p.m. ex.

A1 A2 B1 B2 C1. betrekking op concrete betrekking op abstracte, complexe, onbekende vertrouwde

Beoordelingsmodellen PTIT Profiel Toeristische en Informele Taalvaardigheid Voorbeeldexamen 2

HOE NEEM IK OP EEN GOEDE MANIER EEN TOETS AF?

2009 Voorbeeldexamen NT2. Beoordelingsvoorschriften Spreken II. Staatsexamen Nederlands als tweede taal

Lees voor gebruik eerst de uitgebreide handleiding, deel 2: Werken met beoordelingsmodellen productieve vaardigheden.

Bijkomende opmerkingen/advies/verklaringen: Crs kan eigen product aan de man brengen+ reageren op aanbod van andere crs

HEB JE HUISWERK VANDAAG?

Woordenkennis In Huis. Kaartenparen om het oefenen en het versterken van de woordenschat zowel receptief alsook productief. Bestelnummer

$% & ' & , -., /.., 0 )+ # ""1 2 # ""! 3 & &&- $# 4$"4# ""! & /

Ferdinand Bollaan 3 - Vlissingen

Dagelijks werkperiode 3

Oefenexamen. Beoordelingsvoorschriften Spreken II (vb 2012) NT2. Staatsexamen Nederlands als tweede taal. Stex-11SP1VB 1

SCHRIJVEN Toetstaak een briefje voor de juf (Richtgraad 1.1)

Aanvullende informatie ter voorbereiding op de TGN A1. Inleiding. Hoe maakt u de TGN?

HOE ONTWIKKEL IK ZELF EEN GOEDE TOETS?

2002/2003 SPREKEN EXAMEN. Voorbeeldexamen. Beoordelingsvoorschriften. Staatsexamen Nederlands. als tweede taal

6.3 GEURENLOTTO. basistaak DOEL MATERIAAL ORGANISATIE VERLOOP. intro. intro

LEERKRACHTGEDEELTE ACTIVITEIT: ZEG HET MET EEN T- SHIRT

TE HUUR. Surinamestraat 42 A 2585GK Den Haag p.m. ex.

TE HUUR. Jasmijnstraat RS Den Haag. 950 p.m. ex.

T-TOOL BEROEPSGERICHTE VORMING. Mondelinge interactie STERKE SCHAKELS. Naam jongere:... Naam beoordelaar:...

Oefenexamen. Beoordelingsvoorschriften Spreken I (vb 2011) NT2. Staatsexamen Nederlands als tweede taal. Stex-11SP1VB 1

onen Wonen Wonen Wonen Won Wonen Wonen met een kind Wonen n Wonen Wonen Wonen Wonen W onen Wone onen Wonen Wo Wonen Wonen Wonen Wonen Wonen Wone

Beoordelingsmodellen PPT Profiel Professionele Taalvaardigheid Voorbeeldexamen 1

TE HUUR. BOUS DE JONGPARK TJ Rijswijk p.m. ex.

Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen

2003/2004 SPREKEN EXAMEN II. Voorbeeldexamen. Beoordelingsvoorschriften. Staatsexamen Nederlands als tweede taal NT 2

Checklist Gesprek voeren 2F - handleiding

CP15. functioneringsgesprek

Lees voor gebruik eerst de uitgebreide handleiding, deel 2: Werken met beoordelingsmodellen productieve vaardigheden.

Luisteractiviteit 6: Sterrenmix

Transcriptie:

TOETSTAAK : ALLES KRIJGT EEN PLAATS Vaardigheid: spreken. Doelstelling: eindterm beheersen: de cursist kan een instructie geven aan een bekende taalgebruiker. Verwerkingsniveau: beschrijvend. Context: leefomstandigheden. INTRODUCTIE De toetsafnemer stelt de cursist gerust aan de hand van een kort introducerend gesprek over verhuizen en wat daar allemaal bij komt kijken. Het is belangrijk voor het goede verloop van de toetstaak dat de cursist even kan praten zonder dat hij daarop beoordeeld wordt. Is de cursist al eens verhuisd? Heeft het lang geduurd voor alle spullen een plaatsje hadden gekregen? Verhuizen houdt namelijk ook in dat er meubels moeten komen in de verschillende kamers: bijvoorbeeld een tafel in de keuken, een lamp in de woonkamer, enz. INSTRUCTIE De toets: de cursist krijgt een blad met een tekening van de dwarsdoorsnede van een huis. Het is belangrijk dat de tekening op A3-formaat gekopieerd wordt en zo wordt voorgesteld aan de cursist. Het huis op de tekening is volledig bemeubeld (zie kopieerblad cursist, toets: spreken ). De toetsafnemer leest de instructie: Je gaat verhuizen. Een vriend komt je helpen. Je hebt een tekening gemaakt van het huis. Zo wil je dat het huis eruit ziet als alle meubels op zijn plaats staan. Leg je vriend uit waar de meubels moeten staan:. In welke kamer? 2. Waar precies in de kamer? De namen van de kamers en de namen van de meubels staan op de tekening aangeduid in een zwart kadertje. Bijvoorbeeld KEUKEN of BED. De cursist maakt eerst samen met de toetsafnemer een voorbeelditem (zie kopieerblad cursist, toets: spreken ). Laat de cursist voor wat het voorbeelditem betreft, beginnen bij de wasmachine (in de kelder). Voor de rest van de taak is de cursist vrij om de volgorde van de items te kiezen. Als de handleiding toetsafnemer toets: spreken

procedure na het maken van het voorbeelditem duidelijk is, kan het gesprek met de toetsvragen worden verder gezet. Tijdens het uitvoeren van de toetstaak mag de toetsafnemer op geen enkele wijze helpen. Eventueel kunnen de instructies nog eens op dezelfde wijze worden herhaald als ze niet goed begrepen zijn, maar extra uitleg (bijvoorbeeld, woordverklaringen) is uitgesloten. De maximale tijd voor het voeren van het gesprek is 5 minuten. handleiding toetsafnemer toets: spreken

Gespreksstramien Dit is een vrij gesloten gesprek. De cursist moet alle voorwerpen op de tekening een plaats geven (. In welke kamer + 2. Waar precies in de kamer). De toetsafnemer neemt de rol van de helpende vriend op zich. De volgorde waarin de voorwerpen een plaats krijgen, is enkel belangrijk voor wat betreft het voorbeelditem. Daarna is de volgorde van de items willekeurig. Als de cursist een voorwerp is vergeten te plaatsen, dan moet de toetsafnemer daar expliciet naar vragen. Voorbeeldhulpvragen (niet exhaustief): En in de keuken, moet daar niet meer dan voorwerp staan?. Of : En wat staat er in de slaapkamer? Het kan voorkomen dat een cursist onvoorziene dingen zegt of vraagt. De toetsafnemer reageert daarop naar eigen goeddunken en noteert dit voorval op het scoreblad van de cursist. Zo kan hij er achteraf naar teruggrijpen en op een vergelijkbare manier reageren bij andere cursisten. Maar de toetsafnemer moet er zich altijd van bewust zijn dat hoe meer hij tussenkomt of reageert, hoe meer verschillen hij creëert tussen de cursisten. En dat moet worden vermeden. handleiding toetsafnemer toets: spreken

BEOORDELINGSMODEL De nadruk ligt op het overbrengen van de inhoud van de boodschap, niet de vorm. Op dit niveau zijn de vormelijke eisen die kunnen worden gesteld nog zeer laag. Voor vorm wordt dan ook een meer globaal criterium gehanteerd (zie model). Het spreektempo mag laag zijn, maar het gesprek moet in zijn geheel niet langer duren dan 5 minuten. De woordenschat van de cursist mag omschrijvend zijn. Toetsitems Preconditie De cursist voert een adequaat gesprek (de cursist spreekt over het onderwerp). Inhoud Item 0a. De cursist kan verwoorden dat de wasmachine in de kelder moet staan... Item 0b. naast de trap (of een andere aanvaardbare Item. Item 2. De cursist kan verwoorden dat de koelkast in de keuken moet staan, naast het fornuis (of een andere aanvaardbare Item 3. De cursist kan verwoorden dat de tafel met 4 krukjes in de keuken moet staan, Item 4. bij het raam (of een andere aanvaardbare Item 5. De cursist kan verwoorden dat het bed in de grootste slaapkamer moet staan. Item 6. De cursist kan verwoorden dat het stapelbed in de andere slaapkamer moet staan. Item 7. Item 8. De cursist kan verwoorden dat de spiegel in de badkamer moet komen, boven de wastafel (of een andere aanvaardbare Item 9. De cursist kan verwoorden dat de grote kast in de hal moet komen. Item 0. De cursist kan verwoorden dat het kleine medicijnkastje boven het toilet mag komen. Score voorbeeld voorbeeld handleiding toetsafnemer toets: spreken

Item. De cursist kan verwoorden dat de computer in de woonkamer moet komen. Item 2. De cursist kan verwoorden dat de vuilbak buiten, in het tuintje mag staan. Spreekdurf De cursist doet actief mee aan het gesprek en wacht niet telkens hulpvragen van de toetsafnemer af om een goed antwoord te formuleren. Vorm De cursist kan zeer eenvoudige korte zinnen maken met stereotype formuleringen en standaarduitdrukkingen. De zinnen mogen op dit niveau nog af en toe fouten bevatten zoals: uitspraakfouten, fouten tegen de woordvolgorde,.... De fouten die gemaakt worden, hebben geen systematisch karakter; er worden niet steeds dezelfde fouten gemaakt. OF: De cursist kan woordgroepen formuleren, maar maakt systematisch dezelfde fouten, bijvoorbeeld tegen de woordvolgorde, vervoeging,... OF/EN De cursist maakt veel fouten, maar er ontstaat geen begripsverwarring. OF: De cursist formuleert uitingen van slechts woord, herhaalt enkel de instructie of kan helemaal geen antwoord geven. 0,5 0 Totaal 4 (bijgevoegd: scoretabel) handleiding toetsafnemer toets: spreken

Naam:.. Datum:... TOETS Je gaat verhuizen. Een vriend komt je helpen. Je hebt een tekening gemaakt van het huis. Zo wil je dat het huis eruit ziet als alle meubels op zijn plaats staan. Leg je vriend uit waar de meubels moeten staan:. In welke kamer? 2. Waar precies in de kamer? De namen van de kamers en de namen van de meubels staan op de tekening aangeduid in een zwart kadertje. Bijvoorbeeld KEUKEN of BED. kopieerblad cursist toets: spreken

kopieerblad cursist toets: spreken