TOETSTAAK 40: ANTIGIFCENTRUM
|
|
- Norbert Bakker
- 4 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 TOETSTAAK 40: ANTIGIFCENTRUM Vaardigheid: spreken. Doelstelling: de cursist kan in een gesprekssituatie en op beschrijvend niveau een probleem en een klacht formuleren. Verwerkingsniveau: beschrijvend. Context: contacten met officiële instanties. Publiek: onbekende taalgebruiker. 1. Materiaal nodig voor deze toetstaak Voor elke cursist een toetsblad. Voor uzelf: een kopie van het toetsblad en eventueel een cassetterecorder om het gesprek op te nemen. 2. Het afnemen van de toetstaak 2.1. Het introductiegesprek U kan deze toetstaak best beginnen met een kort gesprekje over het telefoneren naar officiële instanties. Het is belangrijk voor het goede verloop van de toetstaak dat de cursist even kan praten zonder dat hij daarop beoordeeld wordt. Tijdens dit gesprek kan u de volgende vragen stellen: Weet de cursist wat het Antigifcentrum is (Indien niet vertelt u de cursist dat dit een centrum is waarnaar je kan bellen als je in aanraking geweest bent met giftige stoffen)? Heeft de cursist al eens naar het Antigifcentrum gebeld? 2.2. Mondelinge instructies voor de cursisten Na het introducerend gesprek geeft u de cursist de volgende instructie: Kijk naar de tekening op je blad. Jij bent de persoon achteraan op de tekening. Het meisje op de tekening is je dochter. Er wordt een probleem getoond. Bel naar het Antigifcentrum en zeg de volgende dingen: zeg wat er gebeurd is vraag naar een oplossing Ik ben de meneer/mevrouw van het Antigifcentrum. Ik zal het gesprek beginnen. Veel succes!!! Na deze instructie begint u het gesprek als volgt: Hallo, met het Antigifcentrum. Met wie spreek ik alstublieft? Nadat de cursist zijn naam gezegd heeft, laat u hem de kans zijn probleem te formuleren en te
2 vragen naar een oplossing. Indien hij er zelf niet toe komt, kan u natuurlijk hulpvragen stellen. Suggesties hiervoor vindt u onder punt 3.1. Als de cursist vraagt naar de oplossing voor zijn probleem, vertelt u hem dat hij zijn dochter een droog koekje moet geven en dat ze twee uur niets mag drinken. Als het meisje zich de volgende dag niet lekker voelt, is het beter dat de cursist een dokter raadpleegt. Daarna sluit u het gesprek af.
3 3. Ondersteunende didactische principes 3.1. Aandachtspunten bij het afnemen van de toetstaak De eerste oefening van deze toetstaak, het voorbeelditem, wordt niet gescoord. De bedoeling hiervan is de cursist op zijn gemak te stellen. Dit is een open gesprek waarbij de cursist zijn probleem voorlegt aan de persoon van het Antigifcentrum en naar een oplossing vraagt. Toch is het belangrijk dat u bijkomende vragen stelt als de cursist een item niet spontaan vermeldt. In dit geval kunnen de hulpvragen er als volgt uitzien: Waarmee kan ik u helpen? Wat is er gebeurd? U kan natuurlijk ook andere hulpvragen stellen. Het is wel belangrijk dat er niet te snel hulpvragen gesteld worden: de cursist moet voldoende tijd krijgen om spontaan zinnen te formuleren. Het kan voorkomen dat een cursist onvoorziene dingen zegt of vraagt. In dit geval kan u hierop naar eigen goeddunken reageren. Het is ook aangeraden dit op het scoreblad van de cursist te noteren. Op die manier kan u hiernaar teruggrijpen en op vergelijkbare manier reageren bij andere cursisten. Toch is het belangrijk rekening te houden met het feit dat hoe meer u als toetsafnemer tussenkomt of reageert, hoe meer verschillen tussen de cursisten gecreëerd worden. Om de objectiviteit van de toetsen zoveel mogelijk te garanderen, moet dit laatste in de mate van het mogelijke vermeden worden Het afstemmen van de toetstaak op de kenmerken van uw cursistengroep Indien u denkt dat het thema niet echt geschikt is voor uw cursisten, kan u natuurlijk kiezen voor een andere topic. Zo kan u een spreektaak maken waarin de cursisten aan de politie moeten melden dat hun fiets gestolen is.
4 4. Het beoordelen en interpreteren van de resultaten 4.1. Het beoordelingsmodel De nadruk ligt op het overbrengen van de inhoud van de boodschap, niet op de vorm. Wanneer de vorm van wat de cursist zegt het begrijpen van de boodschap echter belemmert, krijgt de cursist een lagere score op de vormelijke elementen. Het spreektempo mag laag zijn, maar het gesprek moet in zijn geheel niet langer duren dan 5 minuten. Toetsitems Preconditie De cursist voert een gesprek dat in relatie staat tot de opdracht. Score Vbitem. De cursist kan zijn naam zeggen. Voorbeeld Item 1. De cursist kan duidelijk maken dat zijn dochtertje shampoo heeft gedronken. 1 Item 2. De cursist kan vragen naar een oplossing voor zijn probleem. 1 Spreekdurf De cursist doet actief mee aan het gesprek en wacht niet telkens hulpvragen van de toetsafnemer af om een goed antwoord te formuleren. Vorm De cursist maakt eenvoudige korte zinnen, minimaal een onderwerp en persoonsvorm. De zinnen mogen op dit niveau nog af en toe fouten bevatten zoals: uitspraakfouten, fouten tegen de woordvolgorde,.... De fouten die gemaakt worden, hebben geen systematisch karakter; er worden niet steeds dezelfde fouten gemaakt EN de boodschap die de cursist in het gesprek wil overbrengen, blijft ten alle tijde en voor iedereen duidelijk begrijpbaar. OF: De cursist formuleert zinnen, maar maakt systematisch dezelfde fouten, bijvoorbeeld tegen de woordvolgorde, vervoeging,... OF/EN de cursist maakt veel fouten, maar de boodschap is nog steeds duidelijk begrijpbaar. OF: De cursist formuleert onvolledige zinnen of beperkt zich tot enkele losse woorden. Hij herhaalt enkel de instructie of kan helemaal geen antwoord geven. De boodschap is hier en daar onduidelijk/niet begrijpbaar. 1 1 of 0,5 of 0 Totaal 4
5 4.2 De scoretabel Scoretabel Antigifcentrum Klas:... Datum:.../.../ Naam van de cursist: Vbitem Item 1 Item 2 Spreekdurf Vorm Totaal op 4
6 Naam:.. Datum:... TOETS Kijk naar de tekening op je blad. Jij bent de persoon achteraan op de tekening. Het meisje op de tekening is je dochter. Er wordt een probleem getoond. Bel naar het Antigifcentrum en zeg de volgende dingen: zeg wat er gebeurd is vraag naar een oplossing Toetsblad cursist
TOETSTAAK 41: EEN NIEUW HUIS
TOETSTAAK 41: EEN NIEUW HUIS Vaardigheid: spreken. Doelstelling: de cursist kan in een gesprekssituatie en op beschrijvend niveau een probleem en een klacht formuleren. Verwerkingsniveau: beschrijvend.
Nadere informatieTOETSTAAK 42: HALLO, MET DE POLITIE?
TOETSTAAK 42: HALLO, MET DE POLITIE? Vaardigheid: spreken. Doelstelling: de cursist kan in een gesprekssituatie en op beschrijvend niveau een probleem en een klacht formuleren aan een onbekende taalgebruiker.
Nadere informatieTOETSTAAK 39: ONGEVAL
TOETSTAAK 39: ONGEVAL Vaardigheid: spreken. Doelstelling: de cursist kan in een gesprekssituatie en op beschrijvend niveau zijn beleving (d.i. wensen, noden en gevoelens) verwoorden en vragen naar de beleving
Nadere informatieTOETSTAAK 44: NAAR DE TANDARTS
TOETSTAAK 44: NAAR DE TANDARTS Vaardigheid: spreken. Doelstelling: de cursist kan in een gesprekssituatie en op structurerend niveau informatie vragen en geven in informatieve teksten zoals een mededeling,
Nadere informatieTOETSTAAK 33: LACHEN!!!
TOETSTAAK 33: LACHEN!!! Vaardigheid: spreken. Doelstelling: de cursist kan een instructie geven aan een onbekende taalgebruiker. Verwerkingsniveau: beschrijvend. Context: vrije tijd. Publiek: onbekende
Nadere informatieTOETSTAAK 32: BRAND!!!!
TOETSTAAK 32: BRAND!!!! Vaardigheid: spreken. Doelstelling: de cursist kan in een gesprekssituatie en op beschrijvend niveau een instructie geven aan een onbekende taalgebruiker Verwerkingsniveau: beschrijvend.
Nadere informatieTOETSTAAK 36: GEEF BLOED, RED EEN LEVEN
TOETSTAAK 36: GEEF BLOED, RED EEN LEVEN Vaardigheid: spreken. Doelstelling: De cursist kan in een gesprekssituatie en op beschrijvend niveau een uitnodiging, een voorstel en een oproep verwoorden en erop
Nadere informatieTOETSTAAK 34: OP TELEVISIE
TOETSTAAK 34: OP TELEVISIE Vaardigheid: lezen en spreken. Doelstelling: - de cursist kan in een gesprekssituatie en op beschrijvend niveau een uitnodiging, een voorstel en een oproep verwoorden en erop
Nadere informatieTOETSTAAK 45: MIJN VADERLAND
TOETSTAAK 45: MIJN VADERLAND Vaardigheid: spreken. Doelstelling: de cursist kan in een gesprekssituatie en op structurerend niveau informatie vragen en geven in informatieve teksten zoals een mededeling,
Nadere informatieTOETSTAAK 38: A LA CARTE
TOETSTAAK 38: A LA CARTE Vaardigheid: spreken. Doelstelling: de cursist kan in een gesprekssituatie en op beschrijvend niveau zijn beleving (d.i. zijn wensen, noden en gevoelens) verwoorden en vragen naar
Nadere informatieTOETSTAAK 31: BABYSIT
TOETSTAAK 3: BABYSIT Vaardigheid: spreken. Doelstelling: de cursist kan in een gesprekssituatie en op beschrijvend niveau een instructie geven aan een onbekende taalgebruiker. Verwerkingsniveau: beschrijvend.
Nadere informatieTOETSTAAK 37: TROUWFEEST
TOETSTAAK 37: TROUWFEEST Vaardigheid: spreken. Doelstelling: de cursist kan in een gesprekssituatie en op beschrijvend niveau zijn beleving (d.i. wensen, noden en gevoelens) verwoorden en vragen naar de
Nadere informatieTOETSTAAK 22: OOST WEST THUIS BEST
TOETSTAAK 22: OOST WEST THUIS BEST Vaardigheid: schrijven Doelstelling: de cursist kan op beschrijvend niveau een beschrijving geven aan een onbekende taalgebruiker. Verwerkingsniveau: beschrijvend. Context:
Nadere informatieTOETSTAAK 23: ZOEKERTJE
TOETSTAAK 23: ZOEKERTJE Vaardigheid: schrijven Doelstelling: de cursist kan een beschrijving geven aan een onbekende taalgebruiker. Verwerkingsniveau: beschrijvend. Context: openbaar en privé-vervoer.
Nadere informatieTOETSTAAK 20: DANK U WEL!
TOETSTAAK 20: DANK U WEL! Vaardigheid: schrijven. Doelstelling: de cursist kan op beschrijvend niveau informatie vragen en geven in informatieve teksten zoals een persoonlijk briefje, een mededeling, een
Nadere informatieNa het introducerend gesprek geeft u de cursisten de volgende instructie:
TOETSTAAK 2: LUNCH Vaardigheid: schrijven Doelstelling: de cursist kan op beschrijvend niveau informatie vragen en geven in informatieve teksten zoals een persoonlijk brief, een mededeling, een bedankingsbriefje,
Nadere informatieTOETSTAAK 26: BRANDBLUSAPPARAAT
TOETSTAAK 26: BRANDBLUSAPPARAAT Vaardigheid: schrijven Doelstelling: De cursist kan een boodschap voor zichzelf noteren. Verwerkingsniveau: beschrijvend. Context: leefomstandigheden. Publiek: de taalgebruiker
Nadere informatieTOETSTAAK 3: MIJN ZOON IS ZIEK
TOETSTAAK 3: MIJN ZOON IS ZIEK Vaardigheid: spreken. Doelstelling: eindterm beheersen: de cursist kan een instructie geven aan een bekende taalgebruiker. Verwerkingsniveau: beschrijvend. Context: gezondheidsvoorzieningen.
Nadere informatieTOETSTAAK 19: MIJN ZUS GAAT TROUWEN!!!
TOETSTAAK 9: MIJN ZUS GAAT TROUWEN!!! Vaardigheid: schrijven. Doelstelling: de cursist kan op beschrijvend niveau informatie vragen en geven in informatieve teksten zoals een persoonlijk briefje, een mededeling,
Nadere informatieTOETSTAAK 12: KAN HET OP EEN ANDERE DAG?
TOETSTAAK 2: KAN HET OP EEN ANDERE DAG? Vaardigheid: spreken Doelstelling: eindterm 4 beheersen: de cursist kan een afspraak maken en afzeggen. Verwerkingsniveau: beschrijvend. Context: nutsvoorzieningen.
Nadere informatieTOETSTAAK 9: HARD GEWERKT VANDAAG
TOETSTAAK 9: HARD GEWERKT VANDAAG Vaardigheid: spreken. Doelstelling: eindterm 3 beheersen: de cursist kan zijn beleving (d.i. zijn wensen, noden en gevoelens) verwoorden en vragen naar de beleving van
Nadere informatieGespreksstramien (Toetsafnemer: T Cursist: C)
TOETSTAAK : NAAR DE TANDARTS Vaardigheid: spreken Doelstelling: eindterm 4 beheersen: de cursist kan een afspraak maken en afzeggen. Verwerkingsniveau: beschrijvend. Context: afspraken en regelingen. INTRODUCTIE
Nadere informatieTOETSTAAK 10: DE AFSPRAAK GAAT NIET DOOR
TOETSTAAK 0: DE AFSPRAAK GAAT NIET DOOR Vaardigheid: spreken. Doelstelling: eindterm 4 beheersen: de cursist kan een afspraak maken en afzeggen. Verwerkingsniveau: beschrijvend. Context: contacten met
Nadere informatieTOETSTAAK 8: DAT IS LANG GELEDEN!
TOETSTAAK 8: DAT IS LANG GELEDEN! Vaardigheid: spreken. Doelstelling: eindterm 3 beheersen: de cursist kan zijn beleving (d.i. zijn wensen, noden en gevoelens) verwoorden en vragen naar de beleving van
Nadere informatieTOETSTAAK 18: WANNEER IS DE WINKEL OPEN?
TOETSTAAK 8: WANNEER IS DE WINKEL OPEN? Vaardigheid: spreken Doelstelling: eindterm 6 beheersen: de cursist kan informatie vragen en geven. Verwerkingsniveau: structurerend. Context: onthaal. INTRODUCTIE
Nadere informatieTOETSTAAK 5: IK HEB EEN DOKTER NODIG
TOETSTAAK 5: IK HEB EEN DOKTER NODIG Vaardigheid: spreken. Doelstelling: eindterm 2 beheersen: de cursist kan een uitnodiging, een voorstel en een oproep verwoorden en erop reageren. Verwerkingsniveau:
Nadere informatieTOETSTAAK 28: IK BEN...EN IK HOU VAN...
TOETSTAAK 28: IK BEN...EN IK HOU VAN... Vaardigheid: schrijven. Doelstelling: de cursist kan op structurerend niveau voor zichzelf aantekeningen maken ter voorbereiding van een gesprek. Verwerkingsniveau:
Nadere informatieTOETSTAAK 15: LUIDRUCHTIGE BUREN
TOETSTAAK 5: LUIDRUCHTIGE BUREN Vaardigheid: spreken. Doelstelling: eindterm 5 beheersen: de cursist kan een probleem of klacht formuleren. Verwerkingsniveau: beschrijvend. Context: leefomstandigheden.
Nadere informatieTOETSTAAK 4: IK BEN IETS KWIJT
TOETSTAAK 4: IK BEN IETS KWIJT Vaardigheid: spreken. Doelstelling: eindterm 2 beheersen: de cursist kan een uitnodiging, een voorstel en een oproep verwoorden en erop reageren. Verwerkingsniveau: beschrijvend.
Nadere informatieTOETSTAAK 16: REIZEN MET DE TREIN
TOETSTAAK 6: REIZEN MET DE TREIN Vaardigheid: spreken. Doelstelling: eindterm 6 beheersen: de cursist kan informatie vragen en geven. Verwerkingsniveau: structurerend. Context: Openbaar en privé-vervoer.
Nadere informatieDe toets: zie kopieerblad cursist, toets: spreken 6. De toetsafnemer leest de instructie voor:
TOETSTAAK 6: TAXI! Vaardigheid: spreken. Doelstelling: eindterm 2 beheersen: de cursist kan een uitnodiging, een voorstel en een oproep verwoorden en erop reageren. Verwerkingsniveau: beschrijvend. Context:
Nadere informatieTOETSTAAK 30: LILLALAND
TOETSTAAK 30: LILLALAND Vaardigheid: schrijven. Doelstelling: de cursist kan op structurerend niveau voor zichzelf aantekeningen maken ter voorbereiding van een gesprek. Verwerkingsniveau: structurerend.
Nadere informatieTOETSTAAK 1: ALLES KRIJGT EEN PLAATS
TOETSTAAK : ALLES KRIJGT EEN PLAATS Vaardigheid: spreken. Doelstelling: eindterm beheersen: de cursist kan een instructie geven aan een bekende taalgebruiker. Verwerkingsniveau: beschrijvend. Context:
Nadere informatieTOETSTAAK 29: WAT VIND JIJ VAN BELGIE? DEEL 1
TOETSTAAK 29: WAT VIND JIJ VAN BELGIE? DEEL Vaardigheid: schrijven. Doelstelling: de cursist kan op structurerend niveau voor zichzelf aantekeningen maken ter voorbereiding van een gesprek. Verwerkingsniveau:
Nadere informatieTOETSTAAK 25: NEDERLANDSE LES
TOETSTAAK 25: NEDERLANDSE LES Vaardigheid: schrijven. Doelstelling: de cursist kan op beschrijvend niveau een boodschap voor zichzelf noteren. Verwerkingsniveau: beschrijvend. Context: contacten met officiële
Nadere informatieTOETSTAAK 27: HET GEHEIME LAND
TOETSTAAK 27: HET GEHEIME LAND Vaardigheid: schrijven. Doelstelling: de cursist kan op beschrijvend niveau een boodschap voor zichzelf noteren. Verwerkingsniveau: beschrijvend. Context: ruimtelijke oriëntering.
Nadere informatieTOETSTAAK 6: BYE BYE GRIEP!!!
TOETSTAAK 6: BYE BYE GRIEP!!! Vaardigheid: lezen. Doelstelling: de cursist kan op beschrijvend niveau alle gegevens begrijpen in prescriptieve teksten zoals een instructie en een gebruiksaanwijziging.
Nadere informatieTOETSTAAK 24: ONGEVALLENVERZEKERING
TOETSTAAK 24: ONGEVALLENVERZEKERING Vaardigheid: schrijven. Doelstelling: de cursist kan op beschrijvend niveau een beschrijving geven aan een onbekende taalgebruiker. Verwerkingsniveau: beschrijvend.
Nadere informatieTOETSTAAK 2: NEEM DE EERSTE STRAAT RECHTS
TOETSTAAK 2: NEEM DE EERSTE STRAAT RECHTS Vaardigheid: spreken. Doelstelling: eindterm beheersen: de cursist kan een instructie geven aan een bekende taalgebruiker. Verwerkingsniveau: beschrijvend. Context:
Nadere informatieTOETSTAAK 16: WATEROVERLAST
TOETSTAAK 16: WATEROVERLAST Vaardigheid: luisteren. Doelstelling: de cursist kan op structurerend niveau de informatie overzichtelijk ordenen in: - informatieve teksten zoals een aankondiging, een klacht
Nadere informatieTOETSTAAK 8: SORTEREN
TOETSTAAK 8: SORTEREN Vaardigheid: lezen. Doelstelling: de cursist kan op structurerend niveau de informatie overzichtelijk ordenen in: - informatieve teksten zoals een persoonlijke brief; - persuasieve
Nadere informatieTOETSTAAK 15: PAS OP VOOR HET WATER!
TOETSTAAK 15: PAS OP VOOR HET WATER! Vaardigheid: luisteren. Doelstelling: De cursist kan op beschrijvend niveau relevante gegevens selecteren uit informatieve teksten zoals een gesprek, een telefoongesprek,
Nadere informatieTOETSTAAK 4: EXAMEN NEDERLANDS
TOETSTAAK 4: EXAMEN NEDERLANDS Vaardigheid: lezen. Doelstelling: de cursist kan op beschrijvend niveau alle gegevens begrijpen in: - informatieve teksten zoals etiketten en een zakelijke brief; - prescriptieve
Nadere informatieTOETSTAAK 5: HOU HET VERS
TOETSTAAK 5: HOU HET VERS Vaardigheid: lezen. Doelstelling: de cursist kan op beschrijvend niveau alle gegevens begrijpen in: - informatieve teksten zoals etiketten en een zakelijke brief; - prescriptieve
Nadere informatieTOETSTAAK 14: FILE!!!
TOETSTAAK 14: FILE!!! Vaardigheid: luisteren. Doelstelling: de cursist kan op beschrijvend niveau relevante gegevens selecteren uit: - informatieve teksten zoals een gesprek, een telefoongesprek, een weerbericht
Nadere informatieTOETSTAAK 11: NICHTEN EN NEVEN
TOETSTAAK 11: NICHTEN EN NEVEN Vaardigheid: luisteren. Doelstelling: de cursist kan op beschrijvend niveau het globale onderwerp bepalen en de gedachtegang volgen in: - informatieve teksten zoals fragmenten
Nadere informatieTOETSTAAK 13: BUURTONTBIJT
TOETSTAAK 13: BUURTONTBIJT Vaardigheid: luisteren. Doelstelling: de cursist kan op beschrijvend niveau relevante gegevens selecteren uit - informatieve teksten zoals een gesprek, een telefoongesprek, een
Nadere informatieTOETSTAAK 10: ZAPPEN. 1. Materiaal nodig voor deze toetstaak. 2. Het afnemen van de toets taak
TOETSTAAK 10: ZAPPEN Vaardigheid: luisteren. Doelstelling: de cursist kan op beschrijvend niveau het globale onderwerp bepalen en de gedachtegang volgen in: - informatieve teksten zoals fragmenten van
Nadere informatieTOETSTAAK 17: MET DE KINDEREN OP STAP
TOETSTAAK 7: MET DE KINDEREN OP STAP Vaardigheid: luisteren. Doelstelling: de cursist kan op structurerend niveau de informatie overzichtelijk ordenen in: - informatieve teksten zoals een aankondiging,
Nadere informatieTOETSTAAK 12: LUISTER NAAR DE RADIO
TOETSTAAK 12: LUISTER NAAR DE RADIO Vaardigheid: luisteren. Doelstelling: de cursist kan op beschrijvend niveau het globale onderwerp bepalen en de gedachtegang volgen in: - informatieve teksten zoals
Nadere informatieTOETSTAAK 18: TREINEN BIJ VERTREK
TOETSTAAK 18: TREINEN BIJ VERTREK Vaardigheid: luisteren. Doelstelling: de cursist kan op structurerend niveau de informatie overzichtelijk ordenen in - informatieve teksten zoals een aankondiging, een
Nadere informatieTOETSTAAK 7: SCHOOLREIS
TOETSTAAK 7: SCHOOLREIS Vaardigheid: lezen. Doelstelling: de cursist kan op structurerend niveau de informatie overzichtelijk ordenen in - informatieve teksten zoals een persoonlijke brief. - persuasieve
Nadere informatieTOETSTAAK 3: WEERBERICHT
TOETSTAAK 3: WEERBERICHT Vaardigheid: lezen. Doelstelling: de cursist kan op beschrijvend niveau relevante gegevens selecteren uit - informatieve teksten zoals een folder, een catalogus en een bericht;
Nadere informatieTOETSTAAK 1: GROETJES UIT BRAZILIE!!!
TOETSTAAK 1: GROETJES UIT BRAZILIE!!! Vaardigheid: lezen. Doelstelling: de cursist kan op beschrijvend niveau relevante gegevens selecteren uit - informatieve teksten zoals een folder, een catalogus en
Nadere informatieTOETSTAAK 2: EEN WEEKENDJE WEG...
TOETSTAAK 2: EEN WEEKENDJE WEG... Vaardigheid: lezen. Doelstelling: de cursist kan op beschrijvend niveau relevante gegevens selecteren uit - informatieve teksten zoals een folder, een catalogus en een
Nadere informatieTOETSTAAK 46: POLITIE OP STRAAT
TOETSTAAK 46: POLITIE OP STRAAT Vaardigheid: luisteren. Doelstelling: eindterm 3 beheersen: de cursist kan het globale onderwerp bepalen in een klacht. Verwerkingsniveau: beschrijvend. Context: contacten
Nadere informatieTOETSTIP 3 MEI Betrouwbaarheid Beoordeling
TOETSTIP 3 MEI 2006 Bepaling wat en waarom je wilt meten Toetsopzet Materiaal Betrouwbaarheid Beoordeling Interpretatie resultaten TIP 3: TWEE IN ÉÉN: HOE ONTWIKKEL IK EEN TOETS DIE EEN POSITIEVE INVLOED
Nadere informatieTOETSTAAK 44: AAN DE FINISH
TOETSTAAK 44: AAN DE FINISH Vaardigheid: luisteren. Doelstelling: eindterm 2 beheersen: de cursist kan het globale onderwerp bepalen in de beleving (d.i de wensen, noden en gevoelens) van een spreker.
Nadere informatieWAAROM DE VOORBEELD- TOETSTAKEN?
18 WAAROM DE VOORBEELD- TOETSTAKEN? 19 1. Het doel van de voorbeeldtoetstaken? 1.1. Toetsmateriaal als voorbeeld en inspiratiebron 1.2. Het communicatieve en functionele karakter van de voorbeeldtoetstaken
Nadere informatieTOETSTAAK 29: EEN NIEUWE LEERLING
TOETSTAAK 29: EEN NIEUWE LEERLING Vaardigheid: lezen. Doelstelling: eindterm 1 beheersen: de cursist kan de informatie herkennen in teksten zoals belangrijke formulieren, documenten, alledaagse papieren.
Nadere informatieHOE ONTWIKKEL IK ZELF EEN GOEDE TOETS?
42 HOE ONTWIKKEL IK ZELF EEN GOEDE TOETS? 43 1. Vier toetsprincipes als rode draad 1.1 Hoe zorg ik ervoor dat mijn toets valide is? 1.2 Hoe zorg ik ervoor dat mijn toets betrouwbaar is? 1.3 Hoe zet ik
Nadere informatieHOE NEEM IK OP EEN GOEDE MANIER EEN TOETS AF?
67 HOE NEEM IK OP EEN GOEDE MANIER EEN TOETS AF? 68 Doorheen deze handleiding geven we regelmatig tips over hoe u een toets op een goede manier kan afnemen. Voor de duidelijkheid zetten we hier de belangrijkste
Nadere informatieAlles onder de knie? 1 Herhalen. Intro. Met de docent. 1 Werk samen. Lees het begin van de gesprekjes. Maak samen de gesprekjes af.
Intro Met de docent Wat ga je doen in dit hoofdstuk? 1 Herhalen: je gaat herhalen wat je hebt geleerd in hoofdstuk 7, 8 en 9. 2 Toepassen: je gaat wat je hebt geleerd gebruiken in een situatie over werk.
Nadere informatieTIP 2 BEDENK EEN FUNCTIONELE TOETSTAAK OP BASIS VAN EEN CONCRETE SITUATIE
TIP 2 BEDENK EEN FUNCTIONELE TOETSTAAK OP BASIS VAN EEN CONCRETE SITUATIE Bij het ontwikkelen van toetsen is het belangrijk om na te gaan welke de behoeftes van uw studenten zijn: in welke situaties willen
Nadere informatieDagelijks werkperiode 3
Naam Huric Medina Klas 3LAW Schooljaar 2013-2014 Latijn 68 Goed gewerkt, Medina. Wiskunde Mooi resultaat, Medina. Je werkt hard aan wiskunde en dat is te zien aan je punten. Doe zo verder tot aan het examen.
Nadere informatieHoe kan je breed en permanent evalueren?
Ronde 2 Martien Berben & Marleen Colpin Centrum voor Taal en Onderwijs - K.U.Leuven Contact: Martien.berben@arts.kuleuven.be Marleen.colpin@arts.kuleuven.be Hoe kan je breed en permanent evalueren? De
Nadere informatieLEERPLAN "NEDERLANDS VOOR OUDERS" WAYSTAGE (RG 1.1)
LEERPLAN "NEDERLANDS VOOR OUDERS" WAYSTAGE (RG 1.1) Periode Thema Vaardigheden woordenschat / grammatica context Week 1 Aangenaam! SPR 6: De cursist kan informatie vragen en geven over personalia. woordenschat
Nadere informatieBureauJeugdzorgDrenthe. februari 2005 / 05 004
BureauJeugdzorgDrenthe februari 2005 / 05 004 Bureau Jeugdzorg Drenthe Jeugdreclassering Heel wat jongeren tussen 12 en 18 komen in aanraking met jeugdreclassering. Justitie of de Raad voor de Kinder bescherming
Nadere informatieAanvullende informatie ter voorbereiding op de TGN A1. Inleiding. Hoe maakt u de TGN?
Aanvullende informatie ter voorbereiding op de TGN A1 Inleiding Dit is informatie over de Toets Gesproken Nederlands (of TGN) 1. De TGN maakt deel uit van het inburgeringsexamen buitenland. Moet u de TGN
Nadere informatieSCHRIJVEN Toetstaak een briefje voor de juf (Richtgraad 1.1)
SCHRIJVEN Toetstaak een briefje voor de juf (Richtgraad 1.1) Verspreid over de duur van de lessen Nederlands laat de taallesgever de cursisten een aantal keer deze toetstaak uitvoeren. Hij/zij kan een
Nadere informatieTOETSTIP 1 JANUARI 2006 TIP 1: HOE ONTWIKKEL IK EEN VALIDE TOETS?
TOETSTIP 1 JANUARI 2006 Bepaling wat en waarom je wilt meten Toetsopzet Materiaal Betrouwbaarheid Beoordeling Interpretatie resultaten TIP 1: HOE ONTWIKKEL IK EEN VALIDE TOETS? Bij het ontwikkelen van
Nadere informatiePas op, Tirza! Auteur: Netty van Kaathoven Foto omslag: Bas Kijzers/Estella Snellen. Boekverslag van:... Klas:...
Pas op, Tirza! Auteur: Netty van Kaathoven Foto omslag: Bas Kijzers/Estella Snellen Boekverslag van:... Klas:... 2 Lees dit boek lekker rustig door. Beantwoord iedere keer als je een hoofdstuk uitgelezen
Nadere informatieSpreken. Les 6: Wat zeg je? Telefoon OPDRACHTKAART. www.nt2taalmenu.nl
OPDRACHTKAART www.nt2taalmenu.nl nt2taalmenu is een website voor mensen die Nederlands willen leren én voor docenten NT2. Iedereen die Nederlands wil leren, kan gratis online oefenen. U kunt ook veel oefeningen
Nadere informatieBijkomende opmerkingen/advies/verklaringen:... ... Crs kan eigen product aan de man brengen+ reageren op aanbod van andere crs
Evaluatie module 08 schooljaar: 200-200 startdatum module: / /200 lesgever: cursist: CONCLUSIE: De cursist kan WEL/NIET overgaan naar module 9 verklaring van de beoordelingstekens: + = goed +/- = bijna
Nadere informatieTOETSTIP 2 MAART 2006 TIP 2: HOE NEEM JE MONDELINGE INTERACTIETAKEN OP EEN BETROUWBARE MANIER AF?
TOETSTIP 2 MAART 2006 Bepaling wat en waarom je wilt meten Toetsopzet Materiaal Betrouwbaarheid Beoordeling Interpretatie resultaten TIP 2: HOE NEEM JE MONDELINGE INTERACTIETAKEN OP EEN BETROUWBARE MANIER
Nadere informatieLEERPLAN "NEDERLANDS VOOR OUDERS" THRESHOLD (RG 1.2)
LEERPLAN "NEDERLANDS VOOR OUDERS" THRESHOLD (RG 1.2) Periode Thema Vaardigheden woordenschat / grammatica context Week 1 Aangenaam! SPR 5: De cursist kan informatie vragen en geven over personalia. woordenschat
Nadere informatiePROFIEL TOERISTISCHE EN INFORMELE TAALVAARDIGHEID
PROFIEL TOERISTISCHE EN INFORMELE TAALVAARDIGHEID Instructies voor de examinator Afname-instructies DEEL C: Mondeling gedeelte Voorbeeldexamen 3 Inhoudsopgave Het boekje bevat de volgende onderdelen: ~
Nadere informatieMaatschappelijk Informeel (INFO) - A2
Maatschappelijk Informeel (INFO) - A2 Voor wie? Voor jongeren (16+) of volwassenen (18+) die willen functioneren in informele alledaagse situaties. Hoe wordt er getoetst? Toetst alle vaardigheden apart:
Nadere informatieObservatieformulier Leerlijn Engelse taal (TPO) Groep 1 & 2
Kindgegevens: Voornaam... Achternaam... Geboortedatum... Observatieformulier Leerlijn Engelse taal (TPO) Groep 1 & 2 Thuistaal... Opvoeding tweetalig n.v.t. ja nee Groep... notatiewijze: kijkpunt is nog
Nadere informatieSTCC-3: Woorden zoeken
STCC-3: Woorden zoeken Materiaal Bij deze subtest wordt pagina 2 (en volgende) van de testmap gebruikt. Maximumtijd Er is geen tijdslimiet voor deze subtest. Breek de oefening af wanneer deze te frustrerend
Nadere informatiebeoordelingscriterium Cst kan de essentie van verschillende gesprekjes over verkeers- en informatieborden begrijpen
Evaluatie module 06 schooljaar: 200-200 startdatum module: / /200 lesgever:. cursist:. verklaring van de beoordelingstekens: ++ = goed + = voldoende -- = onvoldoende ontwikkelingsdoel Concretisering op
Nadere informatie2001/2002 SPREKEN. Voorbeeldexamen Tijdsduur ± 30 minuten. Opgavenboekje. Examennummer kandidaat: Aanwijzingen. Staatsexamen Nederlands
SPREKEN EXAMEN II 2001/2002 Voorbeeldexamen Tijdsduur ± 30 minuten Opgavenboekje Examennummer kandidaat: Aanwijzingen Staatsexamen Nederlands NT als tweede taal 2 U gaat een spreektoets maken. De toets
Nadere informatieSpreekopdrachten thema 3 Kinderen
Spreekopdrachten thema 3 Kinderen Opdracht 1 bij 3.2 Jullie zijn bij het consultatiebureau. Cursist A: je bent arts bij het consultatiebureau. Cursist B: je bent met je baby van twee maanden bij het consultatiebureau.
Nadere informatiewerkbladen, telefoons en opnametoestel
DE BAAN OP! De jongeren organiseren zelf één of meerdere bedrijfsbezoeken. Ze verzamelen informatie over verschillende bedrijven en op basis hiervan kiezen ze met de hele klas het meest interessante bedrijf
Nadere informatieCOMMUNICATIEFORMULIER VAN DE ZIEKE WERKNEMER voor verbetering van communicatie tussen behandelaars
COMMUNICATIEFORMULIER VAN DE ZIEKE WERKNEMER voor verbetering van communicatie tussen behandelaars Gebruik dit formulier wanneer naar uw mening (voldoende) overleg tussen uw behandelaars ontbreekt of als
Nadere informatieWerkboek Introductie Het belangrijkste doel van de introductie is dat we elkaar beter leren kennen en dat we de verwachtingen kunnen managen.
Werkboek Introductie Het belangrijkste doel van de introductie is dat we elkaar beter leren kennen en dat we de verwachtingen kunnen managen. Oefening Deel jouw verwachtingen Wat is de reden waarom je
Nadere informatieProfiel Professionele Taalvaardigheid
Profiel Professionele Taalvaardigheid PPT Het Profiel Professionele Taalvaardigheid omvat de taalvaardigheid die nodig is om professioneel in het Nederlands te functioneren en is in de eerste plaats gericht
Nadere informatieSpreekopdrachten thema 1 Voorstellen
Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen Opdracht 1 bij 1.2 * Doe de opdracht met de groep. Uitleg voor de docent: De cursisten lopen door elkaar door het lokaal. Laat de cursisten elkaar in tweetallen begroeten,
Nadere informatieCONCEPT. Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten. Tussendoelen Nederlands onderbouw vo, vmbo
Tussendoelen Nederlands onderbouw vo, vmbo Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten Subdomein A 1.1: Woordenschat 1.1 vmbo de betekenis van onbekende woorden afleiden uit de context; 1.2 vmbo de betekenis
Nadere informatieTIP 3 BEOORDEEL ZO OBJECTIEF EN CONSEQUENT MOGELIJK
TIP 3 BEOORDEEL ZO OBJECTIEF EN CONSEQUENT MOGELIJK WAT VOORAF GING? TIP 1 Bepaal wat u wilt weten/meten: in welke situaties heeft uw student Nederlands nodig (nu of eventueel in de toekomst)? TIP 2 Bedenk
Nadere informatieTOETSTIP 7 MAART 05 TIP 7: HOE KAN IK DE BETROUWBAARHEID VAN MIJN TOETS VERHOGEN?
TOETSTIP 7 MAART 05 Bepaling wat en waarom je wilt meten Toetsopzet Materiaal Betrouwbaarheid Beoordeling Interpretatie resultaten TIP 7: HOE KAN IK DE BETROUWBAARHEID VAN MIJN TOETS VERHOGEN? In de vorige
Nadere informatieCommunicatie in het horecabedrijf. Waar gaat deze kaart over? Wat wordt er van je verwacht? Wat is communicatie?
Waar gaat deze kaart over? Deze kaart gaat over communicatie in het horecabedrijf. In de horeca ga je om met gasten en communiceer je met ze. Je gaat als medewerker ook om met je collega s en je zult het
Nadere informatieDraaiboek efficiënt communiceren Beter samenwerken door een goede communicatie
Draaiboek efficiënt communiceren Beter samenwerken door een goede communicatie Tijdsduur van de volledige opleiding: maximum 1 uur. 1. Voorbereiding Vóór de opleiding plaats vindt. Doel In deze minivorming
Nadere informatieWorkshop Vertellen. Workshop Vertellen
Workshop Vertellen Er is om ons heen veel aandacht voor het (voor)lezen, maar veel minder voor het vertellen vanuit eigen verbeeldingskracht. Verhalenverteller en theatermaker Adrie Gloudemans geeft in
Nadere informatieKijk nog eens in het boek op bladzijde 58 naar Verschillende vormen van werkwoorden. Onderstreep nu de werkwoorden in je zinnen.
Grammaticaoefeningen 2 Gezondheid Verschillende vormen van werkwoorden Oefening 1 Kijk nog eens in het boek op bladzijde 58 naar Verschillende vormen van werkwoorden. 1 Begrijp je deze informatie? ja /
Nadere informatieZelfevaluatie-instrument
Zelfevaluatie-instrument voor het bepalen van de kwaliteit van een toets Faculteit Management en Bestuur Zoëzi Opleidingsadvies Drs. Hilde ter Horst Drs. Annemiek Metz Versie 4.0, 11 september 2008 1.
Nadere informatieNederlands spreken en luisteren
IV. Nederlands spreken en luisteren 1 Concept De praktische proef spreken en luisteren maakt deel uit van de toets taal. Het thema is de Olympische Spelen. Deze proef kan worden uitgevoerd in de loop van
Nadere informatieGrammatica. Inhoud. 1. De en het. 2. Meervoud. 3. Werkwoord. 4. Vraagwoorden. 5. Zinnen maken Zinnen maken 2. 7.
Grammatica Inhoud 1. De en het 2. Meervoud 3. Werkwoord 4. Vraagwoorden 5. Zinnen maken 1 6. Zinnen maken 2 7. Zinnen maken 3 8. Zinnen maken 4 9. Niet en geen 10. Lange woorden 11. Het verkleinwoord 12.
Nadere informatieSecundair volwassenenonderwijs STUDIEGEBIED TALEN RICHTGRAAD 1&2
Secundair volwassenenonderwijs STUDIEGEBIED TALEN RICHTGRAAD 1&2 Modulaire opleiding Europese Talen groep 2* R 1 AO TA 005 *Europese talen groep 2: Bulgaars, Fins, Grieks, Hongaars, Pools, Russisch, Servisch-Kroatisch,
Nadere informatie