Hervorming vennootschapsbelasting. Een kleine bloemlezing. Yves Verdingh 15 november 2017

Vergelijkbare documenten
Stopzettingsmeerwaarde daalt naar 10% vanaf 60 jaar en geldt ook voor voorraden en handelsvorderingen

Het Zomerakkoord Een kleine bloemlezing

Het Zomerakkoord Een kleine bloemlezing. Zomerakkoord /10/2017 1

1 Algemeen Eerste hervormingsfase

HET ZOMERAKKOORD. - De effectentaks - Het belastingvrij bijverdienen tot een maximum van 500 EUR per maand

Vennootschapsbelasting: wat verandert er in 2018?

UP2DATE 2018 THOR CENTRAL 24 OKTOBER 2017

Maatregelen vanaf 2018 (aanslagjaar 2019)

HERVORMING VENNOOTSCHAPSBELASTING EN SPAARDERSFISCALITEIT. Versie

Tarief (art. 215) Vanaf aanslagjaar = 20,4% (20% +2%ACB) > = 29,58% = 20% (20% +0%ACB) >100.

Het normaal nominaal tarief zakt volgend jaar van 33% tot 29%. De crisisbijdrage zakt van 3% naar 2%.

De hervormingsoperatie vennootschapsbelasting verloopt in twee fasen: inkomstenjaar 2018 en inkomstenjaar Nieuw basistarief 29% 25%

Zomerakkoord /12/2017. Geactualiseerd tot 10/01/2018 -

WORKSHOP 16 NOVEMBER 2017 BELASTINGPLANNEN 2018 IN BELGIË EN NEDERLAND

Verlaagde vennootschapsbelastingen vanaf 1 januari 2018!

Uiteenzetting van de winst

Derde Bewerking : Aftrek van vrijgestelde verdragswinsten Aftrek van niet-belastbare bestanddelen

Overzicht van de belangrijkste wijzigingen aan het aangifteformulier inclusief de fiscale bijlagen voor het aj. 2015

Ondernemingsgegevens. Identificatiegegevens van de onderneming AANGIFTE IN DE VENNOOTSCHAPSBELASTING AANSLAGJAAR 2015

Inventaris: Gelieve tijdig de hoeveelheden van uw voorraad per op te nemen.

oplossing ingevulde aangifte aj Reserves Belastbare gereserveerde winst 2/11

I. INLEIDING.

Koningsstraat , 1000 Brussel tel , fax

Ondernemingsgegevens. Identificatiegegevens van de onderneming. Inlichtingen omtrent de betreffende boekjaren. Naam. Ondernemingsnummer en rechtsvorm

Ondernemingsgegevens. Identificatiegegevens van de onderneming AANGIFTE IN DE VENNOOTSCHAPSBELASTING AANSLAGJAAR 2014

BELASTBARE GERESERVEERDE WINST

Oplossing Globale oefening Vennootschapsbelasting aanslagjaar 2009

Federale Overheidsdienst

Accounting & Gevalstudies. Patrick Huybrechts

Afdruk aangifteformulier - Duitse vertalingen van de nieuwe rubrieken

Wet tot hervorming van de. vennootschapsbelasting voor. kmo-vennootschappen. Inleiding. Staatsblad de Wet tot hervorming van de vennootschapsbelasting

Afz. Boekjaar van...tot... a b. a b 279 dd... bijlage.../ E dd... bijlage.../... 5 A/G... A/G... G...

ENKELE FISCALE CIJFERS. Tarieven Inkomensschijven inkomsten aanslagjaar Inkomensschijf

1. Samenstelling kapitaal Aantal aan- In geld geïncor- Uitgifte Totaal delen volstort poreerde reserves premies kapitaal

ENKELE FISCALE CIJFERS. Tarieven Inkomensschijven inkomsten aanslagjaar Inkomensschijf

AFSCHRIFT. te bewaren door de belastingplichtige

AFSCHRIFT. te bewaren door de belastingplichtige

De hervorming van de vennootschapsbelasting na het zomerakkoord

Opgelet: opvolging voorafbetalingen vennootschapsbelasting wordt terug belangrijk!!!

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

Keuzemogelijkheid tussen de notionele interestaftrek en de investeringsreserve Bespreking aan de hand van een voorbeeld

Circulaire 2018/C/116 over de wijzigingen die werden aangebracht aan de tarieven van de VenB en aan de aanvullende crisisbijdrage

Vennootschapsbelasting en Belasting van niet-inwoners. aj. 2019

Instelling. VP Accountants en Belastingsconsulenten. Onderwerp. Tweede taxshift in de maak: fiscale revolutie

Notionele intrestaftrek

Aftrek voor risicokapitaal

De Fairness Tax: nieuwe minimumbelasting voor grote vennootschappen?

Komt u in aanmerking voor het verlaagd tarief in de vennootschapsbelasting?

Circulaire 2018/C/103 over over de terugbetaling van maatschappelijk kapitaal

Beleggen binnen of buiten de vennootschap!

B.I.B.F. VERPLICHT SEMINARIE VOOR STAGIAIRS 15 SEPTEMBER 2007 ANTWOORD 2

Fiscaliteit van beleggingen door een vennootschap. Jobert Van In 05/12/2013

Hervorming vennootschapsbelasting. De belangrijkste pijlers

Afz. SPECIMEN. Boekjaar van...tot...

Fiscale aspecten bij éénmalige revisorale opdrachten. ViasDFK3 BEDRIJFSREVISOREN

11. Cijfervoorbeelden

INFOBOARD. April 2014

Afz. Boekjaar van...tot...

24/11/2017 Het zomerakkoord: Wat nog te doen in 2017?

2. Wat is het fiscale voordeel?

NOTA HERVORMING VENNOOTSCHAPSBELASTING

Het model van het aangifteformulier voor aanslagjaar 2014 is verschenen in het Belgisch Staatsblad dd

Aanpassing BT van de reserves

Fiscale aspecten bij éénmalige revisorale opdrachten

Nieuwsbrief 21/09/2017

Hervorming vennootschapsbelasting. oktober 2017

HERVORMING VAN DE VENNOOTSCHAPSBELASTING

Het zomerakkoord van 26 juli 2017 : gewikt en gewogen

Algemene verhoging van het tarief van de roerende voorheffing tot 27% - Kunnen winsten nog voordelig worden uitgekeerd?

Afz. Boekjaar van...tot...

INFOBOARD VOORDELEN ALLE AARD. 1. Personenwagens

Berekening aftrek voor risicokapitaal Grootte van de vennootschap in de zin van het Wetboek van Vennootschappen. risicokapitaal.

De roerende voorheffing op dividenden werd reeds opgetrokken van 15 % naar 25%.

Tip voor de bedrijfsleider: Vergeet uw 640 belastingvrij dividend niet!

Overzicht van de belangrijkste wijzigingen aan het aangifteformulier vennootschapsbelasting inclusief de fiscale bijlagen voor het aanslagjaar 2016.


Hervorming vennootschapsbelasting: de krachtlijnen van het Zomerakkoord doorgelicht

Memo inzake liquidatiereserve

Afz. Boekjaar van...tot...

Die reserves kan men al dan niet uitkeren (= dividenduitkering) tegen een gunstig tarief (zie tabel hieronder).

Inhoudstafel. Deel I. Wat kunt u dit jaar nog doen? dossier. 1. Investeringen vervroegen. 2. Kapitaal verhogen of volstorten

Meerwaarden op aandelen: Vindt u uw weg in de praktijk?

Up-to-date. Roel Van Hemelen. 17 november 2017

Oplossing Globale oefening Vennootschapsbelasting aanslagjaar 2011 :uitleg

AFSCHRIFT. te bewaren door de belastingplichtige

Incorporatie van reserves aan 10% Vers KMO kapitaal. 14 november 2013

2. Voordelen van een doktersvennootschap

Afz. SPECIMEN. Boekjaar van...tot...

Drastische vermindering vennootschapsbelasting!! Iedereen in een vennootschap vanaf 2018?? Hoe in een KMOvennootschap

FORUM FOR THE FUTURE. Kapitaalvermindering: belastingvrij of niet?

Asset Deal en Share deal

5. Ter beschikking stellen van een bedrijfswagen

Aftrek voor risicokapitaal

VASTGOED EN VENNOOTSCHAP AANKOOP VAN VASTGOED DOOR DE VENNOOTSCHAP

Bij de aankoop voor ,00 EUR in 2003 van een onroerend goed heeft de vennootschap geboekt :

Berekening van de belasting

AFSCHRIFT. te bewaren door de belastingplichtige

TOELICHTING 275 C VOORAFGAANDE OPMERKINGEN TOELICHTINGEN

Aftrek voor risicokapitaal

Transcriptie:

Hervorming vennootschapsbelasting Een kleine bloemlezing Yves Verdingh 15 november 2017

Hervorming vennootschapsbelasting Algemene principes (bron : notificatie Ministerraad) - Het eindresultaat is een fors vereenvoudigd systeem van vennootschapsbelasting, met lagere tarieven en minder complexiteit - Op kruissnelheid moet de hervorming budgetneutraal zijn - De hervorming zal géén bijkomende stimulans bieden ter vervennootschappelijking - De hervorming wordt volledig in wet omgezet

Hervorming vennootschapsbelasting Maatregelen aanslagjaar 2019 (boekjaren vanaf 1/1/2018) Goed nieuws - Tariefverlaging naar 29%, crisisbijdrage 2%, KMO-tarief van 20% op eerste schijf van 100.000 EUR - Investeringsaftrek naar 20% - DBI-aftrek 100% Slecht nieuws - Beperking notionele interestaftrek - Minimum belastbare basis (volgorde aftrekken) - Meerwaarden op aandelen - Vooruitbetaalde kosten - Voorzieningen voor risico s en kosten - Voorafbetalingen - Belastingsupplementen - Hogere sanctie igv niet-aangifte - Kapitaalverminderingen - Minimumbezoldiging - Investeringsreserve - Nalatigheidsintresten - Geldboeten, bedrijfsvoertuigen

Hervorming vennootschapsbelasting Overzicht van de maatregelen aanslagjaar 2021 (boekjaren vanaf 1/1/2020) Goed nieuws - Tariefverlaging naar 25%, géén crisisbijdrage, KMO-tarief van 20% op eerste schijf van 100.000 EUR blijft - Mobilisatie vrijgestelde reserves - Fiscale consolidatie Slecht nieuws - Autokosten - Aanslag geheime commissielonen - Disconto - Degressieve afschrijvingen - Interestaftrek 30% fiscale EBITDA - CFC wetgeving - Hybrid mismatches - Afschaffing diverse voorkeurregimes (bijkomend personeel, stagebonus, ) - Prorata eerste afschrijving - Bepaling marktrente credit R/C

Hervorming vennootschapsbelasting Overzicht van de maatregelen

Tariefverlaging Hervorming vennootschapsbelasting - een kleine bloemlezing

Evolutie nominaal tarief 18 20 25 Tarief vennootschapsbelasting in bepaalde landen: Frankrijk 34.43% * Nederland 25%*** Duitsland 30% tot 33% Luxemburg 27.08% V.K. 19% ** Ierland 12.5% * Zwitserland 11.5% tot 24.2% Hongarije 9% *25% in 2022 *25% voor passief inkomen **17% in 2020 *** 21% in 2020

Tariefverlaging Tariefverlaging vennootschapsbelasting 2017 2018 2020 Standaard tarief 33% 29% 25% Verlaagd tarief 0-25.000 : 24,25% 25.000 90.000 : 31,00% 90.000-322.500 : 34,50% 0-100.000 : 20% 0-100.000 : 20% Crisisbijdrage 3% 2% 0%

Tariefverlaging Verlaagd tarief : huidige situatie Basisvoorwaarde : belastbaar inkomen < 322.500 EUR Belastbaar inkomen Tarief Belasting 0-25.000 24,25% 6.062,50 25.000 90.000 31,00% 20.150,00 90.000 322.500 34,50% 80.212,50 Belasting is nog te verhogen met 3% crisisbijdrage

Tariefverlaging Art. 215, derde lid WIB 92 : uitgesloten van verlaagd tarief : 1) Vennootschappen waarvan ten minste de helft van de aandelen in handen is van andere vennootschappen 2) Dividenduitkering meer dan 13% van het werkelijk gestorte kapitaal bij begin belastbare tijdperk 3) Bezoldiging aan bedrijfsleider(s) bedraagt minder dan 36.000 EUR of het belastbare inkomen van de vennootschap ten laste van het resultaat van de vennootschap 4) Beleggingswaarde aandelen bedraagt meer dan 50% van hetzij het gerevaloriseerde gestorte kapitaal, hetzij van werkelijk gestort kapitaal + belaste reserves + geboekte meerwaarden 5) Gereglementeerde beleggingsvennootschappen (BEVEK, BEVAK etc)

Tariefverlaging Verlaagd tarief Beschrijving van de huidige situatie - Hoe dichter het belastbaar inkomen het maximum van 322.500 EUR nadert, hoe kleiner haar voordeel uit het verlaagd tarief. - Of de vennootschap klein is in de zin van art. 15, 1-6 W. Venn. doet niet terzake! - Dus ook grote vennootschappen kunnen eventueel genieten van het verlaagd tarief - En omgekeerd is klein zijn in de zin van art. 15, 1-6 W. Venn. géén garantie voor het verlaagd tarief vennootschapsbelasting

Tariefverlaging Verlaagd tarief vennootschapsbelasting vanaf 2018 : Indien : - belastbaar inkomen < 322.500 EUR - Vennootschap klein is cfr. art 15, 1-6 W.Venn., en - géén van de uitsluitingsgevallen van toepassing is => 20% op eerste schijf van 100.000 EUR + 2% crisisbijdrage (0% vanaf aj 2021) Is een belangrijke besparing tov huidig verlaagd opklimmend tarief!

Tariefverlaging Verlaagd tarief vennootschapsbelasting - vanaf 2018 Art. 215, derde lid WIB 92 : uitgesloten van verlaagd tarief van 20% : 1 Vennootschappen die aandelen bezitten waarvan de beleggingswaarde aandelen bedraagt meer dan 50% van hetzij het gerevaloriseerde gestorte kapitaal, hetzij van werkelijk gestort kapitaal + belaste reserves + geboekte meerwaarden 2 Vennootschappen waarvan ten minste de helft van de aandelen in handen is van andere vennootschappen 3 Dividenduitkering meer dan 13% van het werkelijk gestorte kapitaal bij begin belastbare tijdperk 4 Bezoldiging van ten minste één bedrijfsleiders is minder dan 36.000 EUR 45.000 EUR of het belastbare inkomen van de vennootschap ten laste van het resultaat van de vennootschap 5 (..) 6 Gereglementeerde beleggingsvennootschappen (BEVEK, BEVAK etc)

Tariefverlaging 1.1. Tariefverlaging vennootschapsbelasting verlaagd tarief aj 2019 Belastbaar inkomen Huidig tarief Huidige belasting Tarief Aj 2019 Belasting Aj 2019 Verschil 25.000 24,25% +3% crisisbijdrage 6.244.38 20% +2% crisisbijdrage 5.100 1.144,38 100.000 0-25.000 : 24,25% 25.000 90.000 : 31,00% 90.000 100.000 : 34,5% +3% crisisbijdrage 322.500 0-25.000 : 24,25% 25.000 90.000 : 31,00% 90.000-322.500 : 34,50% + 3% crisisbijdrage 30.552,38 20 % + 2% crisisbijdrage 109.617,75 20% tot 100.000 29% tot 322.500 + 2% crisisbijdrage 20.400 10.152,38 86.215,5 23.402,25

Tariefverlaging 1.2. Tariefverlaging vennootschapsbelasting géén verlaagd tarief aj 2019 Belastbaar inkomen Huidig tarief Huidige belasting Tarief Aj 2019 Belasting aj 2019 Verschil 25.000 33% (+3%) 8.497,5 29% (+2%) 7.395,0 1.102,5 100.000 33% (+3%) 33.990,00 29% (+2%) 29.580,00 4.410,0 322.500 33% (+3%) 109.617,75 29% (+2%) 95.395,5 14.222,25

Tariefverlaging 2.1. Tariefverlaging vennootschapsbelasting verlaagd tarief aj 2021 Belastbaar inkomen Huidig tarief Huidige belasting Tarief Aj 2021 Belasting Aj 2021 Verschil 25.000 24,25% 6.244.38 20% 5.000 1.244,38 +3% crisisbijdrage 100.000 0-25.000 : 24,25% 25.000 90.000 : 31,00% 90.000 100.000 : 34,5% 30.552,38 20 % 20.000 10.552,38 +3% crisisbijdrage 322.500 0-25.000 : 24,25% 25.000 90.000 : 31,00% 90.000-322.500 : 34,50% + 3% crisisbijdrage 109.617,75 20% tot 100.000 25% tot 322.500 75.625 33.992,75

Tariefverlaging 2.2. Tariefverlaging vennootschapsbelasting géén verlaagd tarief aj 2021 Belastbaar inkomen Huidig tarief Huidige belasting Tarief AJ 2021 Belasting Aj 2021 Verschil 25.000 33% (+3%) 8.497,5 25% 6.250 2.247,5 100.000 33% (+3%) 33.990,00 25% 25.000 8.990 322.500 33% (+3%) 109.617,75 25% 80.625 28.992,75 Zomerakkoord 2017 15/11/2017 17 Hervorming vennootschapsbelasting - een kleine bloemlezing

Tariefverlaging Verlaagd tarief vennootschapsbelasting - vanaf 2018 Verhoging minimumbezoldiging naar 45.000 EUR - om vervennootschappelijking tegen te gaan - Geldt niet voor startende vennootschappen - Dient aan minstens één bedrijfsleider te worden uitgekeerd - Zijn bezoldigingen, dus vóór aftrek sociale bijdragen (werkgeversbijdrage is géén bezoldiging : ComIB/92, nr. 215/44) - ComIB/92,nr. 215/44 : alle fiscale bezoldigingen tellen mee : voordelen van alle aard, geherkwalificeerde huurvergoedingen etc. - ComIB/92, nr. 215/48 : enkel bezoldigingen ten laste van het resultaat van het belastbare tijdperk => opname bezoldiging langs debet R/C niet voldoende. Brussel, 4 februari 2014 - Tantièmes komen ook in aanmerking : Circ. Nr. Ci.RH. 421/456.042 van 31 augustus 1994, ComIB/92, nr. 215/48

Tariefverlaging Verhoging minimumbezoldiging naar 45.000 EUR (vervolg) Indien het belastbare inkomen minder bedraagt dan 45.000 EUR, dient het belastbaar inkomen van de vennootschap te worden uitgekeerd als bezoldiging. Voorbeeld Een BVBA heeft, na aftrek van de bezoldiging aan de zaakvoerder van 10.000 EUR, een belastbaar resultaat van 35.000 EUR. Het belastbaar resultaat, verhoogd met de bezoldiging bedraagt dus 45.000 EUR. De minimaal vereiste bezoldiging bedraagt dus 45.000 / 2 = 22.500 EUR.

Tariefverlaging Conclusie vanaf 2018 - Hoe dichter het belastbaar inkomen het maximum van 322.500 EUR nadert : voordeel uit verlaagd tarief blijft! - Maximale voordeel uit verlaagd tarief : 9,58% en vanaf aj 2021 5% op eerste schijf van 100.000 EUR = 9.580 EUR resp. 5.000 EUR - Of de vennootschap klein is in de zin van art. 15, 1-6 W. Venn. doet nu wél terzake! Je moet voortaan klein zijn in de zin van art. 15, -6 W.Venn. om überhaupt in aanmerking te komen voor verlaagd tarief - Klein zijn in de zin van art. 15, 1-6 W. Venn. is daarentegen niet voldoende voor het verlaagd tarief vennootschapsbelasting

Tariefverlaging Boekhoudkundige impact CBN advies nr. 2013/14 van 23 oktober 2013 Een verlaging van het tarief vennootschapsbelasting vereist een herberekening (naar beneden) van het bedrag van de passiefrubriek Uitgestelde Belastingen Mag niet via boekresultaat lopen! Boekingswijze : 1682 Uitgestelde belasting xxx Aan 132 Belastingvrije reserves xxx

Tariefverlaging Boekhoudkundige impact CBN advies nr. 2013/14 van 23 oktober 2013 Voorbeeld Stel dat van een oorspronkelijk gespreid te belasten meerwaarde van 10.000 er per einde 2017 nog 9.000 belast worden. De Uitgestelde Belasting bedraagt dan ook 33,99% van 9.000 = 3.059 EUR. De toekomstige nog verschuldigde belasting over het nog vrijgestelde gedeelte zal echter 25% van 9.000 = 2.250 EUR. Er zal dus een correctie van 3.059 2.250 = dienen te gebeuren : 1682 Uitgestelde belasting 809 Aan 132 Belastingvrije reserves 809

Strijd tegen de vervennootschappelijking

Strijd tegen de vervennootschappelijking Reden van deze strijd - Tarief vennootschapsbelasting naar 25% (soms zelfs 20%) terwijl marginaal tarief personenbelasting nog steeds 50% is - Dus vrees voor massale omzetting éénmanszaken naar vennootschappen Drie maatregelen in het kader van deze strijd - Verhoging minimumbezoldiging van 36.000 EUR naar 45.000 EUR (cfr. supra) - Bijkomende en afzonderlijke aanslag wanneer bezoldiging minder bedraagt dan 45.000 EUR - Verlaging tarief van bepaalde stopzettingsmeerwaarden naar 10%

Strijd tegen de vervennootschappelijking Nieuw art. 219quinquies WIB 92 : - Wanneer een vennootschap een resultaat van 45.000 EUR of meer heeft behaald, is deze ertoe gehouden van minstens één van haar bedrijfsleiders te bezoldigen en dit met een minimumbedrag van 45.000 EUR; - Indien het resultaat minder bedraagt dan 45.000 EUR moet deze bezoldiging minstens gelijk zijn aan het resultaat van het belastbare tijdperk - De bezoldiging waarvan sprake is verschillend van de totale loonkost waarbij het brutoloon verhoogd wordt met de RSZ werkgever en RSVZ - De sanctie is 5% op het tekort voor aanslagjaren 2019 en 2020 en 10% vanaf aanslagjaar 2021 - De sanctie is fiscaal aftrekbaar

Strijd tegen de vervennootschappelijking Uitzondering - Afzonderlijke aanslag is niet van toepassing op kleine vennootschappen gedurende de eerste vier belastbare tijdperken na hun oprichting ( starters ) - Voor verbonden vennootschappen die slechts over één en dezelfde bedrijfsleider beschikken, wordt om de hoogte van de bezoldiging te bepalen het totaal van de door deze vennootschappen aan deze ene en dezelfde bedrijfsleider gestorte bezoldigingen gezamenlijk in aanmerking genomen. Het totaal van de minimum bezoldiging wordt in dat geval op maximaal (?) 75.000 EUR gebracht. Inwerkingtreding : aanslagjaar 2019, belastbaar tijdperk dat ten vroegste aanvangt op 1 januari 2018

Strijd tegen de vervennootschappelijking Voorbeelden vereiste minimale bezoldiging Belastbaar vóór aftrek bezoldiging Toegekende bezoldiging Belastbaar NA aftrek bezoldiging Vereiste minimumbezoldiging Te weinig uitgekeerd 90.000 60.000 40.000 35.000 30.000 25.000 20.000 0 0 10.000 10.000 10.000 10.000 10.000 10.000 0 90.000 50.000 30.000 25.000 20.000 15.000 10.000 0 45.000 30.000 20.000 17.500 15.000 12.500 10.000 0 45.000 20.000 10.000 7.500 5.000 2.500 0 0 Sanctie (5%) 2.250 1.000 500 375 250 125 0 0

Hoe efficiënt zijn deze maatregelen? Deze afzonderlijke aanslag én het voordeel van het verlaagd tarief dienen te worden afgewogen tegen de fiscale kostprijs van een bezoldiging van 45.000 EUR Sociale bijdragen zelfstandigen op 45.000 : 9.225 EUR Personenbelasting : afhankelijk van de (gezins- en andere) situatie uiteraard maar makkelijk tussen 15.000 EUR en 19.000 EUR Maar ook niet vergeten dat de bruto-jaarbezoldiging de basis is voor de berekening van de 80%-grens inzake aftrekbaarheid van groepsverzekeringspremies

Strijd tegen de vervennootschappelijking Belangrijke opmerking - Indien het resultaat minder bedraagt dan 45.000 EUR moet deze bezoldiging minstens gelijk zijn aan het resultaat van het belastbare tijdperk - Dus als het belastbaar resultaat = 0 dan is er géén minimumbezoldiging vereist - Belastbaar resultaat is NA fiscale controle!

Strijd tegen de vervennootschappelijking Opgepast! - Gevolg : dubbele sanctie loert om de hoek Voorbeeld Geen belastbaar resultaat voor boekjaar 2018, en géén bezoldiging uitgekeerd. Bij controle verhoogt fiscus de belastbare basis met 20.000 EUR. Gevolg nr. 1 : VenB op 20.000 EUR (zie verder : belastingsupplementen bij controle zullen niet meer gecompenseerd kunnen worden met aftrekken) Gevolg nr. 2 : Te weinig bezoldiging uitgekeerd => afzonderlijke heffing van 5% op 10.000 EUR = 500 EUR

Strijd tegen de vervennootschappelijking Stopzettingsmeerwaarden Huidig regime (art 171 WIB 92) - Op materieel vast actief : 16,5% - Op immaterieel vast actief : als <= totaal netto winsten of baten van de 4 voorgaande jaren : 33%, verlaagd tot 16,5% igv stopzetting éénmanszaak op 60jaar of overlijden of omwille van een gedwongen handeling - Op immaterieel vast actief : als > totaal netto winsten of baten van de 4 voorgaande jaren : progressief tarief - Op FVA en aandelen : progressief tarief - Op voorraden, bestellingen in uitvoering, handelsvorderingen,.. : progressief tarief

Strijd tegen de vervennootschappelijking Memorie van Toelichting: Om te strijden tegen het oprichten van vennootschappen, stelt de Regering voor om de belasting op de meerwaarden die een zelfstandige verwezenlijkt bij de stopzetting van zijn éénmanszaak te verlagen Het verlaagde tarief geldt voor alle stopzettingsmeerwaarden, ook de meerwaarden die worden verwezenlijkt naar aanleiding van de overstap van éénmanszaak naar vennootschap

Strijd tegen de vervennootschappelijking Nieuw regime (nieuw art 171 WIB 92) - Uniform tarief van 15% 10% in geval van stopzetting éénmanszaak vanaf de leeftijd van 60, overlijden of gedwongen definitieve stopzetting - Tarief van 10% geldt ook voor stopzettingsmeerwaarde op voorraden en handelsvorderingen - Tarief van 10% geldt niet voor het gedeelte van de stopzettingsmeerwaarde op immateriële vaste activa dat de 4x4 grens overschrijdt

Voorzieningen voor risico s en kosten

Voorzieningen voor risico s en kosten Nieuw artikel 194 WIB 92 Vrijstelling van voorzieningen voor risico s en kosten is slechts van toepassing op de volgende voorzieningen : 1 voorzieningen die voortvloeien uit verbintenissen die door de onderneming zijn aangegaan gedurende het belastbare tijdperk of één van de voorgaande belastbare tijdperken 2 voorzieningen die voortvloeien uit wettelijke of reglementaire verplichtingen, andere dan de verplichtingen die voortvloeien uit de toepassing van de wetgeving op de jaarrekening

Voorzieningen voor risico s en kosten Memorie van Toelichting - Enkel voorzieningen voor kosten die voortvloeien uit een op balansdatum bestaande verplichting zijn voortaan vrijstelbaar - Dwz dat de vrijstelling behouden blijft voor voorzieningen voor contractuele of wettelijke/reglementaire verplichtingen, zoals bv. garantieverplichtingen, ontslagen na betekening van het ontslag of SWT, hangende geschillen voortkomende uit door de vennootschap omschreven wettelijke of contractuele verplichtingen,

Voorzieningen voor risico s en kosten Memorie van Toelichting De andere voorzieningen voor risico s en kosten die niet voortvloeien uit zulke contractuele, wettelijke of reglementaire verplichtingen, zoals de voorzieningen voor grote herstellings- of onderhoudswerken, zullen dus niet meer vrijgesteld worden. Inwerkingtreding - Aanslagjaar 2019, belastbaar tijdperk dat ten vroegste aanvangt op 1 januari 2018 - Niet van toepassing op toevoegingen aan voorzieningen die voorafgaand aan aanslagjaar 2019 zijn aangelegd

Afschrijvingen

Afschrijvingen - Het degressief afschrijvingsstelsel (art. 64 WIB 92) wordt opgeheven in de vennootschapsbelasting - Pro rata temporis afschrijven in het jaar van investering ook van toepassing voor kleine vennootschappen (art. 196, 2 WIB 92) - Naar wens afschrijven van de bijkomende kosten : geen wijziging dus nog steeds mogelijk voor kleine vennootschappen Inwerkingtreding : activa verkregen of tot stand gebracht vanaf 1 januari 2020

Voorafbetalingen

Voorafbetalingen Aanmoediging van voorafbetalingen 1 Afschaffing art. 163 WIB 92 voor vennootschappen => vennootschappen betalen STEEDS een vermeerdering igv onvoldoende voorafbetalingen, zelfs al is de verhoging minder dan 0,5% van de belasting waarop ze berekend is 2 Art. 157 ev. WIB 92 : sanctie van de belastingvermeerdering igv onvoldoende voorafbetalingen - Vermeerdering = 2,25 maal de «basisrentevoet» - Basisrentevoet = interestvoet ECB op 1 januari van het belastbare tijdperk, «afgerond tot de lagere eenheid» - Met een minimum van 1% => wordt minimaal 3% Vermeerdering wordt steeds minstens 2,25 x 3 = 6,75%

Voorafbetalingen 4 Voordeel uit voorafbetalingen : VA 1 : 9,00% VA 2 : 7,50% VA 3 : 6,00% VA 4 : 4,50% Inwerkingtreding : aanslagjaar 2019, belastbaar tijdperk dat ten vroegste aanvangt op 1 januari 2018

Meerwaarden op aandelen

Meerwaarden op aandelen Huidige situatie De fiscale behandeling van verwezenlijkte of vastgestelde meerwaarden op aandelen is onafhankelijk van : - Aantal verkochte aandelen; - Grootte van de deelneming in de vennootschap waarvan aandelen verkocht worden; - Boekingswijze van de verkochte aandelen (FVA of geldbeleggingen)

Meerwaarden op aandelen

Meerwaarden op aandelen Conclusie van het huidige regime - Enkel kleine vennootschappen kunnen meerwaarden op aandelen vrijstellen, op voorwaarde dat de taxatievoorwaarde én de houdperiode voldaan is - Verkoopt een (kleine of grote) vennootschap de aandelen binnen het jaar, dan wordt de meerwaarde belastbaar aan 25% - Hoeveel aandelen men verkoopt of bezit, doet niet terzake

Meerwaarden op aandelen Aanpassing regime van meerwaarden op aandelen - Afschaffing minimumtarief van 0,4% op meerwaarden op aandelen door grote vennootschappen - Volledige afstemming van DBI-voorwaarden met voorwaarden voor meerwaarden op aandelen - Indien houdduur niet gerespecteerd : meerwaarde belastbaar aan 25% (vanaf 2020 dus standaardtarief) of KMO-tarief van 20%

Vanaf aanslagjaar 2019 Meerwaarden op aandelen

Meerwaarden op aandelen Conclusie van het toekomstige regime van meerwaarden op aandelen - Deelnemingsvoorwaarde uit de DBI-aftrek dient voortaan eveneens te worden nageleefd! Enkel deelnemingen van minstens 10% of met aanschaffingswaarde van minstens 2,5mio EUR zullen voortaan vrijgesteld kunnen worden Om aan de participatievoorwaarde te voldoen, volstaat het dat de participatiedrempel op enig moment in de drie jaar vóór de overdracht van de aandelen is bereikt. Dit om te vermijden dat en verkoop in schijven tot een niet-toekenning van de vrijstelling zou leiden. Praktijkvraag : is deze periode van 3 jaar van dag tot dag te berekenen?

Meerwaarden op aandelen Conclusie van het toekomstige regime van meerwaarden op aandelen (vervolg) Voorbeeld Vennootschap A bezat in januari 2016 15% van de aandelen in vennootschap B In mei 2018 wordt 6% van de aandelen verkocht => meerwaarde vrijgesteld want op moment van verkoop is minimumdeelneming van 10% bereikt. Na deze verkoop bezit vennootschap A nog 9% in vennootschap B In oktober 2019 wordt de resterende 9% verkocht met een meerwaarde. => Hoewel in oktober 2019 de deelneming beneden de minimumdrempel van 10% is, zal meerwaarde toch vrijgesteld kunnen worden aangezien vennootschap A tussen oktober 2016 en oktober 2019 wél ooit meer dan 10% had in vennootschap B

Meerwaarden op aandelen Conclusie van het toekomstige regime van meerwaarden op aandelen (vervolg) - Grootte van de verkopende vennootschap doet niet langer terzake - Het einde van het belastingvrij kunnen beleggen in beursgenoteerde aandelen door kleine (of grote) vennootschappen (omwille van participatiedrempel van 10% of 2,5 mio EUR) - Enkel meerwaarden op echte dochtervennootschappen (meestal geboekt als Financiële Vaste Activa) kunnen voortaan vrijgesteld worden Inwerkingtreding : aanslagjaar 2019 belastbaar tijdperk dat ten vroegste aanvangt op 1 januari 2018 => dus de facto retroactief want ook voor aandelen aangekocht vóór de inwerkingtreding van deze maatregel

Aanslag geheime commissielonen en verdoken meerwinsten

Aanslag geheime commissielonen en verdoken meerwinsten Twee wijzigingen : 1) Aanslag is niet langer aftrekbaar 2) Verlaagd tarief van 50% (als genieter rechtspersoon is of verdoken meerwinsten spontaan worden opgenomen in het vermogen van de vennootschap) wordt afgeschaft => steeds 100% Inwerkingtreding : aanslagjaar 2021, belastbaar tijdperk dat ten vroegste aanvangt op 1 januari 2020

Investeringsaftrek

Investeringsaftrek - De voorziene ondersteuning aan hoogtechnologische producten oppert Europees-juridische moeilijkheden. Het voorziene budget wordt gebruikt om de tariefdaling te compenseren - Tijdelijke verhoging investeringsaftrek van 8% naar 20%, zowel voor KMO als eenmanszaak => voor investeringen tussen 1/1/2018 en 31/12/2019 - Overgedragen investeringsaftrek maakt géén deel uit van de korf van de overgedragen fiscale aftrekken en waarvan het totaal slechts aftrekbaar zal zijn ten belope van 1 mio EUR + 70% van de winst boven deze 1 mio EUR (zie verder)

Verworpen uitgaven Zomerakkoord 2017 15/11/2017 56 Hervorming vennootschapsbelasting - een kleine bloemlezing

Verworpen Uitgaven Aanpassing art. 53, 6 WIB 92 : Alle boetes inzake directe en indirecte belastingen worden verworpen uitgaven, dus voortaan ook boetes inzake registratierechten en proportionele BTW-boetes Inwerkingtreding : aanslagjaar 2019, belastbaar tijdperk dat ten vroegste aanvangt op 1 januari 2018

Verworpen Uitgaven Aanpassing art. 198, 1, 1 WIB 92 : Aanslag geheime commissielonen : volledig verworpen uitgave

Autokosten Wijziging aftrekbaarheid van autokosten : algemene principes - In de personenbelasting : aftrekbaarheid volgens CO2-uitstoot, net zoals in de vennootschapsbelasting. Om de vergroening van het wagenpark bij de éénmanszaken te ondersteunen - In de personenbelasting : ook regeling van meerwaarden op personenauto s uit de VenB van toepassing Inwerkingtreding : - aanslagjaar 2019, belastbaar tijdperk dat ten vroegste aanvangt op 1 januari 2018 - Voertuigen aangekocht vóór 1/1/2018 : volgens regels VenB maar met minimum van 75%

Autokosten Wijziging aftrekbaarheid van autokosten : algemene principes (vervolg) - Bestrijden van valse hybriden : voertuigen waarvan de capaciteit van de electrische batterij geen aanzienlijk gebruik van het voertuig toelaat via deze energiebron rijden dus bijna uitsluitend op brandstof. Gevolg : CO2- uitstoot die gebruikt wordt bij berekening VAA wijkt dus erg af van de eigenlijke CO2-uitstoot - Valse hybriden = wagens met batterij met energiecapaciteit gelijk aan of minder dan 0,6Kwh per 100kg wagengewicht, uitgerust zowel met een brandstofmotor als met een elektrische batterij die opgeladen kan worden via een aansluiting op een externe energiebron ( plug in )

Autokosten Wijziging aftrekbaarheid van autokosten : algemene principes (vervolg) - Twee maatregelen : - berekening VAA maakt voortaan abstractie van de electrische batterij en wordt dus volledig berekend als voertuig met enkel brandstof. Als er geen overeenstemmend voertuig bestaat met uitsluitend brandstof: uitstootwaarde x 2,5 - Analoge maatregel wat betreft de aftrekbaarheid van de kosten van het voertuig

Hervorming vennootschapsbelasting - een kleine bloemlezing

Autokosten Wijziging aftrekbaarheid van autokosten : algemene principes (vervolg) - Aanpassing aftrekpercentage : 120% - (0,5% x coëfficiënt x aantal gram CO2/km) - Indien benzinewagen : coëfficiënt is 0,95 - Indien aardgas en minder dan 12PK : coëfficiënt is 0,90 - met max. 100% en minimum 50%, tenzij als CO2 >= 200 gr/km dan steeds 40% Voorbeeld Dieselvoertuig, 98gr CO2-uitstoot/km : aftrekpercentage van 120% - (0,5% x 98) = 71% aftrek Benzinevoertuig, 98 gr CO2-uitstoot/km : aftrekpercentage van 120% - (0,5% x 98 x 0,95%) = 73,45% aftrek

Autokosten Wijziging aftrekbaarheid van autokosten : algemene principes (vervolg) - Aftrek brandstofkosten : zelfde aftrekpercentage als het voertuig zelf ipv steeds 75% - Autokosten die in detail (op onverbloemde wijze en voor hetzelfde bedrag) doorgerekend worden aan derden : 100% aftrekbaar bij degene die doorrekent => aftrekbeperking toepassen bij de klant!

Autokosten Wijziging aftrekbaarheid van autokosten : algemene principes (vervolg) Inwerkingtreding : - aanslagjaar 2021, belastbaar tijdperk dat ten vroegste aanvangt op 1 januari 2020 - Voor alle voertuigen, zowel gewone als (valse of echte) hybriden! - Als valse hybride aangekocht vóór 1/1/2018 : CO2-percentage is het officiële (lage) percentage; indien erna aangekocht : CO2-percentage is dat van overeenstemmend voertuig - datum bestelbon of (operationeel) leasecontract is referentiedatum

Autokosten Auto Oud regime Nieuw regime Benzine 50% - 100% (CO2-uitstoot) 40% - 100% Formule : (120% - (0,5% x CO2) x 0,95%) Diesel 50 100% (CO2-uitstoot) 40% - 100% Formule : (120% - (0,5% x CO2)) Hybride Meestal 90 100% Als valse hybride : equivalent van overeenstemmend benzine/dieselvoertuig Elektrisch 120% 100% Brandstof 75% Zelfde als voertuig zelve

Autokosten Een vergelijking van oud versus nieuw C02 Oud Nieuw Diesel, 130 gr CO2 75% 120% - (0,5% x 130 x 1) = 55% Benzine, 130 gr CO2 75% 120% - (0,5% x 130 x 0,95) = 58,25% Diesel, 110 gr CO2 80% 120% - (0,5% x 110 x 1) = 65% Benzine, 110 gr CO2 80% 120% - (0,5% x 110 x 1) = 67,75% Diesel, 100 gr CO2 90% 120% - (0,5% x 100 x 1) = 70 % Benzine, 100 grco2 90% 120% - (0,5% x 100 x 0,95) = 72,5 % Benzine 80 gr CO2 90% 120% - (0,5% x 80 x 1) = 80%

Interestaftrek Nieuw artikel 198/1 WIB 92 De netto-interestkost (zijnde het positieve verschil tussen de betaalde en de ontvangen interest) is niet-aftrekbaar in de mate dat zij het hoogste van de volgende twee bedragen overschrijden : - 3 mio EUR; - 30% van fiscale EBITDA

Interestaftrek Aandachtspunten : - Ongeacht de hoogte van de fiscale EBITDA, blijft de interest aftrekbaar als de netto-interestkost lager is dan 3 mio EUR - Eventueel gedeelte dat boven de grens valt, is overdraagbaar naar de volgende jaren Inwerkingtreding - Aanslagjaar 2021, belastbaar tijdperk dat ten vroegste aanvangt op 1 januari 2020 - Interesten van leningen afgesloten vóór 17/6/2016 blijven buiten schot

Interestaftrek Definitie EBITDA Resultaat van het belastbare tijdperk ( eerste bewerking ), vermeerderd met : - afschrijvingen en waardeverminderingen die voor het belastbaar tijdperk als beroepskosten worden aangemerkt; - het financieringskostensurplus; verminderd met : - de als DBI aftrekbare bedragen; - de als octrooi of innovatie-inkomsten aftrekbare bedrag; - het bij verdrag vrijgestelde bedrag;

Vrijgestelde reserves

Vrijgestelde reserves Art. 519ter WIB 92 : Mobiliseren vrijgestelde reserves - Mogelijkheid tot vrijwillige belasting van bepaalde vrijgestelde reserves, verbonden aan belastbaar tijdperk dat afsluit vóór 1 januari 2017 - Tijdelijke maatregel van 2 jaar : aanslagjaren 2021 en 2022 - Tarief is 15%, dat kan verlaagd worden naar 10% indien opgenomen bedrag geïnvesteerd wordt in : - Materiële vaste activa andere dan vermeld in art. 75, 5 WIB 92 (zijnde personenauto s etc) - die afschrijfbaar zijn - Niet als herbelegging worden aangemerkt voor gespreide belasting meerwaarden, vrijstelling meerwaarden op bedrijfsvoertuigen etc.

Vrijgestelde reserves Mobiliseren vrijgestelde reserves (vervolg) - Deze vrijgestelde reserves zullen steeds daadwerkelijk belast worden : geen fiscale aftrekken mogelijk, geen verrekening voorheffingen, FBB noch belastingkredieten - Verhoging wegens onvoldoende voorafbetalingen is van toepassing - Facultatief regime? Vanzelfsprekend

Vrijgestelde reserves Mobiliseren vrijgestelde reserves (vervolg) - Volgende vrijgestelde reserves komen niet in aanmerking : - Tax shelter audiovisuele werken en podiumkunsten - Gespreid te belasten meerwaarden - Meerwaarden ex art. 44bis (bedrijfsvoertuigen), 44 ter (binnenschepen), art. 122, 2 programmawet van 2 augustus 2002 (zeeschepen) - Vrijgestelde waardeverminderingen en voorzieningen - Voorlopige vrijstelling winst uit reorganisatieplan of minnelijk akkoord - Kapitaalsubsidies - Investeringsreserve waarvoor de investeringstermijn van 3 jaar nog niet verstreken is

Vrijgestelde reserves Mobiliseren vrijgestelde reserves (vervolg) - Volgende vrijgestelde reserves komen niet in aanmerking : - Voorziening sociaal passief tem aj. 1990 - Netto-actief VSO of handelsvennootschap (art. 184 oud WIB 1964) - Vrijstelling actualisering diamantvoorraad

Vrijgestelde reserves Mobiliseren vrijgestelde reserves (vervolg) - Volgende vrijgestelde reserves komen wél in aanmerking : - Monetaire meerwaarden - Vrijgestelde reserve afkomstig uit 120% kostenaftrek : - de 3 specifieke kosten van beveiliging (jaarlijkse abonnementskosten, beveiligd vervoer, gemeenschappelijk beroep doen op bewakingsonderneming), - kosten van gemeenschappelijk woon-werkverkeer, door de werkgever georganiseerd, en met minibussen, autobussen en autocars - Kosten om fietsgebruik voor woon-werkverkeer aan te moedigen - Electrische voertuigen

Vrijgestelde reserves Mobiliseren vrijgestelde reserves (vervolg) - Volgende vrijgestelde reserves komen wél in aanmerking (vervolg): - Vrijgestelde reserve erkende inschakelingsbedrijven - Investeringsreserve waarvoor de investeringstermijn van 3 jaar wél verstreken is

Vrijgestelde reserves Volgende vrijgestelde reserves worden afgeschaft : - 120% aftrek van elektrische voertuigen => voortaan 100% - 120% aftrek van kosten van door de werkgever georganiseerd gemeenschappelijk woon-werkverkeer - Vrijstelling verwezenljkte meerwaarden op bedrijfsvoertuigen - Investeringsreserve vanaf aj 2019. De bestaande reserves worden niet geaffecteerd - Meerwaarden op ongebouwde onroerende goederen door vennootschappen voor huisvestiging Inwerkingtreding : aanslagjaar 2019, belastbaar tijdperk dat ten vroegste aanvangt op 1 januari 2018

Uitgekeerde dividenden

Kapitaalverminderingen Memorie van Toelichting : Kapitaalverminderingen dienen te beantwoorden aan rechtmatige financiële of economische behoeften om van roerende voorheffing te zijn vrijgesteld. Aan deze voorwaarde is niet voldaan indien nog belaste reserves aanwezig zijn in de vennootschap.

Kapitaalverminderingen Art. 18, tweede lid WIB 92 (nieuw) : Terugbetalingen van maatschappelijk kapitaal worden geacht verhoudingswijs voor te komen uit : - het totaalbedrag van het gestort kapitaal, - de belaste reserves en vrijgestelde reserves, waarbij de aanrekening op reserves geacht wordt plaats te vinden bij voorrang op de belaste reserves en op de in het kapitaal geïncorporeerde vrijgestelde reserves. Het voorgaande geldt onverminderd artikel 537 WIB92 => vastgeklikte reserves kunnen volledig belastingvrij worden uitgekeerd

Kapitaalverminderingen Art. 18, tweede lid WIB 92 (nieuw) : De prorata wordt verkregen overeenkomstig een percentage dat de verhouding uitdrukt tussen : - Enerzijds, in de teller, de som van het gestort kapitaal, de uitgiftepremies en de winstbewijzen die met gestort kapitaal worden gelijkgesteld, en, - Anderzijds, in de noemer, de som van de belaste reserves, de in het kapitaal geïncorporeerde vrijgestelde reserves en het bedrag van de teller Bedrag van de reserves wordt bepaald op het einde van het voorgaande belastbare tijdperk, verminderd met de tijdens het belastbare tijdperk uitgekeerde tussentijdse dividenden

Kapitaalverminderingen Art. 18, tweede lid WIB 92 (nieuw) : Om de prorata te berekenen, wordt géén rekening gehouden met : - De negatieve belaste reserves, andere dan het overgedragen verlies; - De niet in het kapitaal geïncorporeerde vrijgestelde reserves; - De wél in het kapitaal geïncorporeerde vrijgestelde reserves bedoeld in art. 44, 1, 1 (herwaarderingsmeerwaarden), in de mate dat ze niet uitgekeerd kunnen worden; - De reserves bedoeld in art. 24, eerste lid, 4 (onderschattingen activa/overschattingen passiva), 184quater (liquidatiereserve) en 541 (bijzondere liquidatiereserve); - De wettelijke reserve ten belope van het wettelijke minimum

Kapitaalverminderingen Voorbeeld (afgeleid uit Memorie van Toelichting) Kapitaal 1.400 Wettelijke reserve 100 Beschikbare reserve 800 Vrijgestelde reserve 200 Totaal 2.500 => Kapitaalvermindering van 400

Kapitaalverminderingen Voorbeeld 2 (vervolg) Aanrekening op WGK : (1.400)/(1.400+800*) = 63,6% Vermindering WGK met 400 x 63,6% = 255 Aanrekening op beschikbare reserves : 400 x 36,4% = 145 * : Géén aanrekening op wettelijke reserve, noch op vrijgestelde reserve want die is niet kapitaal is geïncorporeerd

Kapitaalverminderingen Voorbeeld 2 (vervolg) Gevolg : - boekhoudkundige kapitaalvermindering van 400, terwijl - fiscale kapitaalvermindering van 255 en uitkering van reserves van 145. => 30% RV op 145, géén VenB want het zijn reeds belaste reserves De kunst is dus van reconciliatie te doen tussen boekhoudkundig en fiscaal!

Kapitaalverminderingen Voorbeeld 2 (afgeleid uit Memorie van Toelichting) Balans na kapitaalvermindering : Kapitaal 1.000* Wettelijke reserve 100 Beschikbare reserve 800 Vrijgestelde reserve 200 Totaal 2.100 * 1.400 400 boekhoudkundige kapitaalvermindering = 1.000

Kapitaalverminderingen Voorbeeld 2 (vervolg) Tabel van het eigen vermogen (Opgave 328D) Begintoestand Eindtoestand Kapitaal 1.400 1.145* Negatieve reserve 0-145 Totaal 1.400 1.000 * 1400 255 fiscale aanrekening

Kapitaalverminderingen Voorbeeld 2 (vervolg) Tabel van de belaste reserves Begintoestand Eindtoestand Wettelijke reserve 100 100 Beschikbare reserve 800 800 Negatieve reserve 0-145* Totaal 900 755 Fiscale aanrekening op beschikbare reserves

Kapitaalverminderingen Voorbeeld 2 (vervolg) Reconciliatie boekhoudkundig eigen vermogen vs fiscaal eigen vermogen Boekhoudkundig Fiscaal Vóór Na Vóór Na Kapitaal 1.400 1.000 1.400 1.145 Wettelijke reserve Beschikbare reserve Vrijgestelde reserve 100 100 100 100 800 800 800 655 200 200 200 200 Totaal 2.500 2.100 2.500 2.100

Kapitaalverminderingen Art. 18, tweede lid WIB 92 (nieuw) : Inwerkingtreding : verrichtingen die worden uitgevoerd vanaf 1 januari 2018 De maatregelen in ontwerp zullen van toepassing zijn op vanaf 1 januari 2018 uitgevoerde verrichtingen, meer bepaald op door de algemene vergadering vanaf deze datum besliste kapitaalverminderingen en terugbetalingen van met kapitaal gelijkgestelde uitgiftepremies en winstbewijzen.

Herkwalificatie van interesten in dividenden Memorie van Toelichting Voor creditstand R/C wordt de marktrente vervangen door de rentevoet voor kredieten tot 1.000.000 EUR met variabel tarief en met een duurtijd tot één jaar aan niet financiële ondernemingen ( MFI -rente) zoals gepubliceerd door de NBB), voor contracten gesloten in november van het voorgaande jaar, verhoogd met 2,5%. Ter info : voor november 2016 was dit 1,7% => 1,7% + 2,5% = 4,2% Een gelijkaardige regeling wordt toegepast voor wat betreft debetinteresten R/C Inwerkingtreding : - interesten die betrekking hebben op periodes na 31 december 2019 - Dus : voor credit R/C van boekjaar 2020 : kijken naar MFI rente van november 2019

Vooruitbetaalde kosten Afschaffing integrale aftrek van vooruitbetaalde kosten Nieuw artikel 195/1 WIB 92 - Kosten verbonden aan activiteiten of inkomsten van het volgende boekjaar zullen slechts in dat boekjaar aftrekbaar zijn Inwerkingtreding : aanslagjaar 2019, belastbaar tijdperk dat ten vroegste aanvangt op 1 januari 2018

Compliance

Belastingsupplementen Verschillende maatregelen kader in het bestraffen van non-compliance 1) Belastingsupplement steeds onderworpen aan belasting 2) Aanpassing nalatigheids-en moratoriuminteresten 3) Verhoging belastbare winst igv niet-aangifte

Belastingsupplementen Aangepast artikel 207, zesde lid WIB 92 : Geen extra-comptabele fiscale aftrekken (noch verlies van het belastbare tijdperk zelve) kunnen toegepast worden op : Het gedeelte van het resultaat dat het voorwerp uitmaakt van een wijziging van de aangifte bedoeld in art. 346 waarvoor de in artikel 444 vermelde belastingverhogingen daadwerkelijk worden toegepast, met uitzondering van de aftrek bedoeld in artikel 205, 3

Belastingsupplementen Gevolgen : - verhoging van de belastbare basis bij controle gaat deel uitmaken van de minimum belastbare basis (naast 17%/40% VAA personenauto s etc) - Géén aftrekken mogelijk, behalve DBI-aftrek van het jaar zelve Voorbeeld Vennootschap heeft voor boekjaar 2018 een boekverlies van 50.000 EUR, en een overgedragen fiscaal verlies van 100.000. Tijdens de controle van boekjaar 2018 (in bv. 2020) verwerpt de fiscus voor 10.000 EUR aan kosten. Gevolg : VenB op 10.000 EUR

Belastingsupplementen Memorie van Toelichting : - om vennootschappen aan te sporen hun aangiftes (sic) correct in te vullen ( ) - Deze bepaling zal evenwel slechts niet worden toegepast in geval van onvolledig of onjuiste aangifte te wijten is aan omstandigheden onafhankelijk van de wil van de belastingplichtige en waarvoor de in art. 444 WIB 92 vermelde belastingverhogingen niet van toepassing zijn - Wat zijn omstandigheden onafhankelijk van de wil van de belastingplichtige? Inwerkingtreding : aanslagjaar 2019 (dus pas voor belastingverhogingen uit controles van boekjaren 2018 en volgende)

Moratorium-en nalatigheidsinteresten Huidige situatie - Nalatigheidsinteresten én mortoriuminteresten bedragen 7%, terwijl de wettelijke rentevoet voor 2017 slechts 2% bedraagt Nieuwe situatie - Nalatigheidsinteresten worden vastgelegd op 4%, om op die wijze een incentive te creëren om zijn fiscale schulden te voldoen. - Zal steeds tussen 4 en 10% zijn

Moratorium-en nalatigheidsinteresten Memorie van Toelichting - Moratoriuminteresten zullen 2% lager zijn dan nalatigheidsinteresten - omwille van budgettaire overwegingen : in 2016 heeft de Staat -191 mio EUR méér interesten moeten betalen dan dat ze ontvangen heeft - om gerechtelijke speculatie tegen te gaan Inwerkingtreding : aanslagjaar 2019, belastbaar tijdperk dat ten vroegste aanvangt op 1 januari 2018

Moratorium-en nalatigheidsinteresten Gespreid te belasten meerwaarden Artikel 416 WIB 92 : wanneer de meerwaarde belastbaar wordt wegens verstrijken van de wederbeleggingstermijn, zijn nalatigheidsinterest (7%) verschuldigd vanaf 1 januari van het jaar waarnaar het aanslagjaar is vernoemd waarin de vrijstelling is verkregen

Niet-aangifte Huidige situatie - Art. 182 KB/WIB 92 : bij niet-aangifte of laattijdige aangifte : minimumwinst van 19.000 EUR Toekomstige situatie - Verhoging minimumwinst van 19.000 EUR tot 34.000 EUR in fase 1 (aj. 2019) en tot 40.000 EUR in fase 2 (aj 2021). Gevolg : te betalen belasting in fase 1 en 2 is ongeveer 10.000 EUR

Niet-aangifte Toekomstige situatie (vervolg) - Verhoging minimumwinst met : - 25% igv tweede inbreuk => dus tot 50.000 EUR - 50% igv derde inbreuk => dus tot 60.000 EUR - 100% igv vierde inbreuk => dus tot 80.000 EUR - 200% igv vijfde en volgende inbreuken => dus tot 120.000 EUR - Absolute minimumbedrag van winst zal jaarlijks worden geïndexeerd Inwerkingtreding : aanslagjaar 2019, belastbaar tijdperk dat ten vroegste aanvangt op 1 januari 2018

Aftrek voor risicokapitaal - Enkel het bijkomend kapitaal ( de incrementele toename ) ten opzichte van het voortschrijdend gemiddelde van de afgelopen vijf jaren komt nog in aanmerking voor de berekeningsbasis - Hierdoor wordt het gemiddelde van het eigen vermogen van het betrokken jaar samen met de vier voorgaande vergeleken met het gemiddelde van de vijf jaren voorafgaand aan het betrokken jaar en wordt de aangroei berekend. - Aldus wordt de aftrek gespreid over een periode van vijf jaar en is de aftrek voor risicokapitaal minder gevoelig voor misbruiken - De vorming en de uitsluitingen van deze incrementele NIA blijven dezelfde als in het huidige systeem Inwerkingtreding : - aanslagjaar 2019, belastbaar tijdperk dat ten vroegste aanvangt op 1 januari 2018 - tarief NIA voor aj 2019 : 0,746% of 1,246 %

Aftrek voor risicokapitaal Werkwijze 1) Maak het gemiddelde van het Risicokapitaal van de vier voorgaande jaren; 2) Maak het gemiddelde van het Risicokapitaal van het jaar zelf én de vier voorgaande jaren; 3) Verschil tussen het gemiddelde risicokapitaal van de afgelopen vijf jaren en dat van de afgelopen vier jaren = de incrementele toename van het risicokapitaal, 4) Dit vermenigvuldigen met het tarief van de aftrek voor risicokapitaal

Aftrek voor risicokapitaal Voorbeeld Boekjaar 2014 2015 2016 2017 2018 RK 100 100 100 100 200 Gemiddelde van jaren 2014-2017 Gemiddelde van jaren 2014-2018 (4x100)/4 = 100 (4x100) + 200 = 600/5= 120 Incrementele toename 20 => Toename risicokapitaal met 100, doch slechts aftrek op 20!

Aftrek voor risicokapitaal Voorbeeld Boekjaar 2015 2016 2017 2018 2019 RK 100 100 100 200 200 Gemiddelde van jaren 2015-2018 Gemiddelde van jaren 2015-2019 (3x100)+ (1X200) = 500/4 = 125 (3x100) + (2x200) = 700/5= 140 Incrementele toename 15 => Géén toename Risicokapitaal, toch aftrek op 15!

Aftrek Definitief Belaste Inkomsten

Aftrek Definitief Belaste inkomsten 3 aanpassingen : 1) Aftrekpercentage wordt verhoogd van 95% naar 100% 2) DBI-aftrek van het jaar zelve is de énige aftrek die wel kan toegepast worden op verhogingen belastbare basis bij fiscale controle 3) Overgedragen DBI-aftrek verhuist van de vijfde bewerking naar de korf van overgedragen aftrekken

Vragen?