GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN KWZI Dentergem (20.284) Voorschriften - Plannen Gemeente Dentergem Kerkstraat 1 8720 Dentergem Grontmij Belgium NV Mechelen, 14 juni 2013 306237_ab, Revisie
Verantwoording Titel : GEMEENTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN Subtitel : KWZI Dentergem (20.284) Voorschriften Projectnummer : 306237 Referentienummer : 306237_a Revisie : 1 Datum : 14 juni 2013 Auteur(s) : Veerle Stroobant E-mail adres : info@grontmij.be Gecontroleerd door : Philippe Loomans Paraaf gecontroleerd : Goedgekeurd door : Raïssa Bratkowski Paraaf goedgekeurd : Contact : Grontmij Belgium NV Stationsstraat 51 B-2800 Mechelen T +32 15 45 13 00 F +32 15 45 13 10 mechelen@grontmij.be www.grontmij.be Pagina 2 van 10
Inhoudsopgave 1 Stedenbouwkundige voorschriften... 5 1.1 Algemene voorschriften... 5 1.1.1 Inrichtingsstudie... 5 1.1.2 Watertoets... 5 1.2 Specifieke bepalingen voor de verschillende bestemmingszones... 6 2 Plan met weergave van de feitelijke en juridische toestand... 9 3 Grafisch plan... 10 Pagina 3 van 10
Gezien en definitief vastgesteld door de gemeenteraad in vergadering van Zegel van de gemeente De Secretaris, De voorzitter, Verantwoordelijk ruimtelijk planner, Philippe Loomans Pagina 4 van 10
1 Stedenbouwkundige voorschriften 1.1 Algemene voorschriften 1.1.1 Inrichtingsstudie Bij de vergunningsaanvraag voor werken aan de zuiveringsinfrastructuur voor afvalwater wordt een inrichtingsstudie gevoegd. De inrichtingsstudie is een informatief document voor de vergunningverlenende overheid met het oog op het beoordelen van de vergunningsaanvraag in het kader van de goede ruimtelijke ordening en de stedenbouwkundige voorschriften voor het gebied, met specifieke aandacht voor de aanleg van de groenbuffer volgens de modaliteiten van de specifieke stedenbouwkundige voorschriften hieromtrent. De inrichtingsstudie maakt deel uit van het dossier betreffende de aanvraag van een stedenbouwkundige vergunning en wordt als zodanig meegestuurd aan de adviesverlenende instanties overeenkomstig de toepasselijke procedure voor de behandeling van de aanvragen. Elke nieuwe vergunningsaanvraag kan een bestaande inrichtingsstudie of een aangepaste of een nieuwe inrichtingsstudie bevatten. 1.1.2 Watertoets Voor zover ze de realisatie van de algemene bestemming niet in het gedrang brengen; zijn werken handelingen of wijzigingen die nodig of nuttig zijn voor: het behoud en herstel van het waterbergend vermogen van rivier- en beekvalleien, het behoud en herstel van de structuurkenmerken van de rivier- en beeksystemen, de waterkwaliteit en de verbindingsfunctie, het behoud, het herstel en de ontwikkeling van overstromingsgebieden, het beheersen van overstromingen en het voorkomen van overlast in voor bebouwing bestemde gebieden, het beveiligen van vergunde of vergund geachte bebouwing en infrastructuren tegen overstromingen is toegelaten, voor zover de technieken van de natuurtechnische milieubouw gehanteerd worden. De in artikel 1 en 2 genoemde werken, handelingen en wijzigingen kunnen slechts toegelaten worden voor zover ze verenigbaar zijn met de waterbeheerfunctie van het gebied en het waterbergend vermogen van rivier- en beekvalleien niet doen afnemen. Pagina 5 van 10
1.2 Specifieke bepalingen voor de verschillende bestemmingszones Informatief Verordenend Toelichting bij de gewenste ordening Essentiële aspecten Stedenbouwkundige voorschriften GEBIEDSCATEGORIE 9: GEMEENSCHAPS- EN NUTSVOORZIENINGEN Artikel 1: Infrastructuur van openbaar nut voor zuivering van afvalwater Het gebied wordt bestemd als gebied voor zuiveringsinfrastructuur voor afvalwater, waarbij: het gebied als hoofdfunctie zuivering van huishoudelijk en/of ermee gelijkgesteld afvalwater krijgt. Het aanbrengen van constructies voor het realiseren van de afvalwaterzuivering moet mogelijk zijn, zoals onder meer een influentgemaal, een staprooster, selectortank, chemische fosforverwijdering, beluchtingsbekken, centrale nabezinktank, gravitaire indikker, slibbuffertank, tertaire zuivering, waterbuffer, de aanleg van nutsleidingen mogelijk is; de aanleg van onverharde of verharde wegen of paden voor de bediening van zuiveringsinfrastructuur voor afvalwater mogelijk is. Verharde wegen of paden moeten aangelegd worden in een waterdoorlatende verharding uitgezonderd de wegenis naar een eventuele slibverwerking en naar de chemicaliëntank; de aanleg van nutsleidingen, collectoren, effluentleidingen en bijhorende constructies mogelijk is; Gebied bestemd voor de inplanting van een rioolwaterzuiveringsinstallatie Werken, handelingen, toelaten om de zuiveringsfunctie te waarborgen Zuinig ruimtegebruik Het gebied is bestemd voor infrastructuur van openbaar nut voor de zuivering van afvalwater. Het betreft de inrichting van een rioolwaterzuiveringsinstallatie voor het betreffende zuiveringsgebied. Alle gebouwen, constructies en installaties noodzakelijk voor de goede werking van de zuiveringsinstallatie zijn toegelaten. Alle werken, handelingen en wijzigingen voor de aanleg, het functioneren of aanpassing van de infrastructuur voor de zuivering van afvalwater zijn toegelaten. Daarnaast zijn toegelaten: het aanleggen van nutsleidingen voor zover dit noodzakelijk is voor de kwaliteit van het leefmilieu, het herstel en de ontwikkeling van de natuur en het natuurlijk milieu, de openbare veiligheid of de volksgezondheid. het aanleggen van wegen (incl. een toegangsweg) of paden voor de bediening van de zuiveringsinfrastructuur van afvalwater. Verharde wegen moeten zoveel mogelijk aangelegd worden in een waterdoorlatende verharding, uitgezonderd, en omwille van vervuilingaspecten en het draagvermogen, de interne wegenis van en naar een slibverwerkingsinstalllatie en de chemicaliëntank. Bij het inplanten van gebouwen en installaties staat zuinig ruimtegebruik voorop. De site dient immers zo compact mogelijk te worden gehouden, teneinde de inname van de open ruimte tot een minimum te beperken. De constructies en gebouwen worden gebundeld en een beperkt ruimtegebruik moet vooropgesteld worden. De ligging van het dienstgebouw wordt gekoppeld aan de toegangsweg. De bouwhoogte van de constructies wordt beperkt tot maximaal 4,5 m voor de KWZI, met uitzondering van antennes, bliksemafleiders,. Ondergrondse constructies zijn toegelaten. Pagina 6 van 10
Stedenbouwkundige voorschriften Informatief Verordenend Toelichting bij de gewenste ordening Essentiële aspecten Stedenbouwkundige voorschriften GEBIEDSCATEGORIE 9: GEMEENSCHAPS- EN NUTSVOORZIENINGEN Artikel 2: Zone voor groenbuffer (overdruk) Een landschappelijke buffer rondom de zuiveringsinfrastructuur voor afvalwater moet worden aangelegd om een kwalitatieve overgang te creëren naar de aangrenzende open ruimte. De landschappelijke buffer moet aangelegd worden met een inheemse en standplaatsgebonden opgaande beplanting. Belangrijk hierbij is dat de buffer voldoende dens is en dat de constructies uit het zicht verwijderd worden en dat het groenscherm zoveel mogelijk geïntegreerd wordt in de bestaande kleine landschapselementen. Om slibtransporten de mogelijkheid te geven op de installatie in te draaien is een bredere doorsteek nodig ter hoogte van de weg, rekening houdend met de gangbare bochtstralen voor deze voertuigen. Draad- en hekwerk wordt opgericht in de groenbuffer of aan de zijde van de installatie of op de grens ervan indien dit omwille van onderhoudswerken niet anders kan. Buffering ten aanzien van de omgeving Toegelaten handelingen Doorbreking voor 1 toegang is toegestaan Afsluitingen aan het zicht onttrekken Na werken beplanten in eerstvolgend plantseizoen Aan de randen van het gebied voor zuiveringsinfrastructuur voor afvalwater wordt een groenbuffer voorzien. De groenbuffer moet voldoen aan de voorwaarden van landschappelijke inpassing, visuele afscherming en afstand. Volgende werken en handelingen zijn binnen de groenbuffer toegestaan: werken en handelingen in functie van aanleg en onderhoud van de groenbuffer; het aanleggen van collectoren, overstorten, pompstations, effluentleidingen en grachten ten behoeve van de zuiveringsinfrastructuur voor afvalwater is toegestaan voor zover dit hoofdzakelijk ondergronds en gebundeld gebeurt en voor zover de aanleg van een groenbuffer niet gehypothekeerd wordt; het onderhouden van collectoren, overstorten, pompstations en effluentleidingen ten behoeve van de zuiveringsinfrastructuur voor afvalwater; het aanleggen, inrichten of uitrusten van paden voor de bediening van de collectoren en effluentleidingen alsook voor het toegankelijk maken van de electriciteitscabines of andere inplantingen van openbaar nut; het aanleggen, inrichten of uitrusten van één toegangsweg in waterdoorlatende verharding naar de waterzuiveringsinstallatie deze toegansweg sluit aan op de Kapittelstraat en is maximaal 6 m breed; de aanleg van een effluentgracht of leiding naar de waterloop werken, handelingen, voorzieningen en inrichtingen die nodig zijn voor de aanleg en het beheer van de eventuele langsgrachten, poelen volgens de principes van de natuurtechnische milieubouw. Enkel de strikt noodzakelijke verhardingen in functie van één toegangsweg zijn toegestaan voor zover de afwatering gebeurt naar de niet verharde delen, of naar een eigen opvang, of dat er gebruik gemaakt wordt van waterdoorlatende materialen. De breedte van de toegangsweg bedraagt maximum 6,00m. Ter hoogte van de weg kan de breedte toenemen om het op- en afrijden van vrachtwagens toe te laten. Ter hoogte van de indicatieve aanduiding op het grafisch plan kan een effluentleiding aangelegd worden. De effluentleiding kan maximaal 10,00m verschuiven ten opzichte van de aanduiding op plan. Een afsluiting aan de buitenzijde van deze zone is niet toegestaan, wel in de groenbuffer of aan de grens met de zone voor infrastructuur van openbaar nut voor de zuivering van afvalwater. Wel kan ter hoogte van de toegangsweg een poort of een afsluiting tot op de buitenste zonegrens toegestaan worden. Draad en hekwerk is maximaal 2,5 m hoog. De zone dient te worden aangeplant met streekeigen groenvoorzieningen waaronder struikgewas in combinatie met streekeigen en standplaatsgebonden hoogstammige bomen. Binnen de volledige zone dient per 30 m² minimum één hoogstammige boom te worden voorzien. Uiterlijk in het eerste plantseizoen dat volgt op het voltooien van de werken, moet de groenbuffer aangelegd en beplant zijn. Het aanleggen en onderhouden van kleine constructies die de aanleg van een groenscherm niet hypothekeren is toegestaan voor zover het hoofdzakelijk ondergronds en gebundeld gebeurt én niet in de andere zone kan worden gerealiseerd. Het aanleggen, inrichten en uitrusten van paden voor de bediening van deze kleine constructies is toegestaan, maar wordt beperkt tot het strikt noodzakelijke. De paden worden aangelegd in kleinschalige waterdoorlatende materialen. Pagina 7 van 10
Informatief Verordenend Toelichting bij de gewenste ordening Essentiële aspecten Stedenbouwkundige voorschriften GEBIEDSCATEGORIE 9: GEMEENSCHAPS- EN NUTSVOORZIENINGEN Artikel 2: Zone voor onderhoud van de waterloop (overdruk) Het gebied is een zone die vrijgehouden wordt voor werken aan de waterloop en voor onderhoudswerken. De zone heeft tezelfdertijd een landschappelijke functie en dient als overgang naar de groenbuffer. Aanplantingen van hoogstammen worden voorzien voor zover de onderhoudswerken niet in het gedrang komen. De beekbegeleidende vegetatie wordt een rij van inheemse bomen (bvb. knotwilgen). Buffering ten aanzien van de omgeving Toegelaten handelingen Aan de waterloop wordt een bouwvrije zone voorzien voor het uivoeren van onderhoudswerken aan en ruiming van de aanpalende waterloop. Deze zone biedt tevens doorgang naar achterliggend perceel. Alle werken en handelingen voor onderhoud en ruiming van de waterloop zijn toegelaten. Daarnaast zijn toegelaten: Door aanplantingen van het streekeigen groen heeft deze zone ook een landschappelijke functie en wordt op deze manier de waterzuivering beter in de omgeving geïntegreerd. De effluentleiding of gracht en de beplanting mag geen belemmering vormen voor de doorgang naar achterliggend perceel. werken en handelingen in functie van aanleg en onderhoud van de onderhoudsstrook en groenbuffer de aanleg en het beheer van ondergrondse leidingen en constructies voor zover de onderhoudswerken niet gehypothekeerd worden; de aanleg van een effluentgracht of leiding naar de waterloop Het onderhouden van ondergrondse leidingen en constructies; Werken, handelingen, voorzieningen en inrichtingen die nodig zijn voor de aanleg en het beheer van de waterlopen volgens de principes van natuurtechnische milieubouw. Ter hoogte van de indicatieve aanduiding op het grafisch plan kan een effluentleiding aangelegd worden. De effluentleiding kan maximaal 10,00m verschuiven ten opzichte van de aanduiding op plan. Geen afsluitingen en bebouwing In deze zone wordt een rij van beekbegeleidende hoogstammen (inheems en standplaatsgebonden) zonder onderbegroeiing aangeplant voor zover de onderhouds- en ruimingswerken aan de waterloop en doorgang niet gehypothekeerd worden. Binnen deze zone zijn afsluitingen en bebouwing niet toegelaten. Na werken beplanten in eerstvolgend plantseizoen Uiterlijk in het eerste plantseizoen dat volgt op het voltooien van de werken, moet de beplanting aangelegd zijn. Pagina 8 van 10
2 Plan met weergave van de feitelijke en juridische toestand Pagina 9 van 10
3 Grafisch plan Pagina 10 van 10