STOF VOOR SCHOOLEXAMEN 1 Nederlands Hoofdstuk 1 en 2. Lezen Taal en woordenschat Grammatica en spelling Schrijfopdracht (zakelijke e-mail) Geldt voor alle niveaus. Engels Het eerste schoolexamen Engels voor klas 3 bestaat uit twee delen: Deel 1 is een kijk schoolexamen. De leerlingen krijgen een documentaire te zien in het Engels en er worden schriftelijk meerkeuze vragen gesteld over het bekeken materiaal. Deel 2 is een lees schoolexamen. De leerlingen krijgen een aantal teksten in het Engels en er worden schriftelijk vragen gesteld over de tekst. Wiskunde Zie samenvatting op pagina 3-6 Economie Hoofdstuk 1 en 2. Begrippenlijst inleveren tijdens SE van hoofdstuk 1 en 2. Geldt voor zowel basis- als kaderleerlingen. Economie en Ondernemen Theorie: Van administratie de hoofdstukken 1, 2 en 5. Van secretarieel de hoofdstukken 1,2,3 en 4. Van commercieel de hoofstukken 1 en 2 Sommen: Administratie blok 5: rente en afschrijving Opdrachten: Afschrijvingsplan Voor basis van de aanschafwaarde Voor kader van de aanschafwaarde en de boekwaarde In de les krijgen jullie nog toetsen over: Theorie van recreatie: hoofdstukken 1,2,3 en 4. (op dinsdag 7 november) Theorie van ondernemen: hoofdstukken 1,2 en 3. En het maken van een CV. (op donderdag 9 november) Presentatie en Styling. (opdracht voor thuis) 1
Media en Vormgeving Ideeontwikkeling Zorg en Welzijn Boekje Z&W K1: Schoonheidsbehandeling hand, haar en gezicht. Leren hoofdstuk 1 t/m 7. Tekst, de opdrachten en de begrippen. Biologie Basis: Thema 1: Organen en cellen. Basisstof 1 t/m 6. Thema 2: Ordening. Basisstof 1 t/m 8. Leertip: afbeeldingen, samenvattingen en aantekeningen. Kader: Thema 1: Organen en cellen. Basisstof 1 t/m 6. Thema 2: Ordening. Basisstof 1 t/m 8. Thema X: Erfelijkheid. Basisstof 1 t/m 7. Leertip: afbeeldingen, samenvattingen en aantekeningen. Duits De leerlingen schrijven allemaal een persoonlijke brief. Daarin moeten zij zichzelf kunnen voorstellen. Ook moet zij iets kunnen vertellen over het gezin (broers/zussen, namen en leeftijden ouders, enz.). Verder moeten zij kunnen vertellen waar zij op school zitten, in welke klas en welke vakken zij volgen. Geschiedenis Basis: Module 4: sociale zekerheid en verzorgingsstaat Hoofdstuk 1,2 en 3. Leertip: leer ook zeker de begrippen! (leerboek blz. 128 t/m 151 en werkboek 108 t/m 131) Kader: Module 3: sociale zekerheid en verzorgingsstaat Paragraaf t/m 12. Leertip: leer ook zeker de begrippen! (leerboek blz. 98 t/m 121 en de begrippen op blz. 130-131) Maatschappijleer Boek wat is maatschappijleer Hoofdstuk 1 Boek Jongeren en jongerenculturen Hoofdstuk Leertip: leer ook alle aantekeningen! Maatschappijkunde Alle aantekeningen en uitleg-tekeningen 2
Samenvatting SE 1 Klas 3 basis 2017-2018 SE-1 gaat over de hoofdstukken 1, 2 en 3. Deze samenvatting is niet bedoeld om uit het hoofd te leren. Wel heb je een handreiking over de besproken gedeelten uit het boek. Verstandig is om de genoemde opgaven en de bijbehorende antwoorden goed te bekijken. Achterin het boek staat een samenvatting van alles wat we in klas 1 en 2 hebben gehad. Hoofdstuk 1 Plaatsbepalen Kern 1: Plattegronden Je moet een plaats op de kaart aan kunnen geven in de kaartvakken: bv. A3b. (opgaven 7 en 8) Kern 2: Richtingen Je moet de kompasrichtingen kennen: Noorden = 0º, Oost = 90º, Zuid = 180º en West = 270º Daartussen liggen Noord-Oost, enz. Je moet de koershoeken kunnen aflezen met behulp van een geodriehoek. Je moet een koershoek kunnen tekenen met een geodriehoek. Let op: je begint altijd bij de nul in het Noorden! (12, 14 en 15) Kern 3: Kijklijnen Let op: Bij tekeningen altijd de kijklijnen tekenen (met potlood en liniaal). (opgaven 17, 19 en 20) Kern 4: Kijkhoeken Ook hier geldt: altijd de kijklijnen tekenen, dan kun je de kijkhoek meten. (opgaven 24 en 27) Je moet met behulp van een kijkhoek ook een plaats kunnen vinden. Hiervoor moet je een hoek tekenen en uitknippen. Hoofdstuk 2 Grafieken en tabellen Kern 1: Van tabel naar grafiek Je moet een grafiek kunnen maken bij een tabel, je moet een tabel kunnen maken bij een grafiek. Pas op: De bovenste regel van je tabel staat bij de horizontale as. (opgaven 5, 8 en 9) Kern 2: Werken met assenstelsels Je moet de assen eerlijk verdelen, steeds even grote stappen. Pas op bij de oorsprong. (opgaven 12, 14 en 15). Kern 3: Lineaire verbanden herkennen. Bij een lineair verband geldt: Recht = regelmaat = lineair. Zoek de regelmaat in de tabel. (opgaven 18, 19 en 20) Hoe steiler, hoe sneller. (opgaven 21 en 22) Kern 4: Rechte lijnen Je moet kunnen controleren of een grafiek en formule bij elkaar horen door een roosterpunt af te lezen en de getallen in te vullen in de formule (opgaven 25 en 26) 3
Hoofdstuk 3 Rekenen Kern 1: Lengtematen Overzicht maten kennen van km tot mm, van kg tot mg en van kl tot ml. De omzettingen moet je kunnen maken. (5, 8 en 10) Kern 2 Oppervlakte en inhoud Kennen en kunnen toepassen regels als: opp = l x b en inh = grondvlak x H Weten van km² tot mm² en het omzetten van de maten. Toepassen in opgaven. (15, 16 en 17) Inhouden: weten van m³ tot mm³. Het kunnen omzetten van maten en het gebruiken daarvan in opgaven. Weten 1 liter is 1 dm³, en 1 ml = 1 cm³. (19, 22 en 25) Kern 3 Getallenlijn Getallen kunnen plaatsen op de getallenlijn. Weten van < en >. Kern 4 Handig rekenen Hierbij moet je K1 t/m 3 kunnen toepassen in andere situaties. Je moet maten kunnen omzetten. Hier geldt vooral: goed lezen! (34, 36 en 37). Denk om je gereedschap, geodriehoek, potlood (alle tekeningen met potlood) en een goede rekenmachine. Let op dat je bij het beantwoorden van de vragen zoveel mogelijk berekeningen opschrijft. Veel succes. 4
Samenvatting SE 1 Wiskunde Klas 3 kader 2017-2018 Deze samenvatting is niet bedoeld om uit het hoofd te leren. Wel heb je een handreiking over de besproken gedeelten uit het boek. Verstandig is om de genoemde opgaven en de bijbehorende antwoorden goed te bekijken. Achterin het boek staat een samenvatting van alles wat we in klas 1 en 2 hebben gehad.... Hoofdstuk 1 Vlakke meetkunde Kern 1: Plaatsbepalen Het kunnen tekenen van hoeken met behulp van de geodriehoek. Het kunnen bepalen, aflezen en tekenen van een koershoek met de geodriehoek. (opgaven 17, 18) Het meten van de kijkhoek. Het kunnen bepalen van een standpunt met behulp van een kijkhoek. (opgaven 20 en 21) Kern 2: Hoeken Het herkennen en kunnen gebruiken van gelijke F-hoeken en Z-hoeken in figuren (opgave 23). Het maken van berekeningen van hoeken in figuren (opgaven 23 en 24). Het kunnen herkennen van het parallellogram, de ruit en de vlieger (opgaven 27 en 28). Kern 3: Hoeken berekenen Weten: elke driehoek heeft 180º, een vierhoek heeft altijd 360º. (opgaven 32, 33 en 35 Het herkennen van de rechthoekige en gelijkbenige driehoek. (opgaven 31 en 37) Kern 4: Rekenen met verhoudingen Uit je schrift: Kennen het schema kleine driehoek... grote driehoek horizontaal verticaal Kunnen werken met deze verhoudingstabel om lengten te kunnen berekenen (opgaven 40 en 41). Hoofdstuk 2 Formules Kern 1: Puntengrafiek Weten dat sommige onderwerpen ondeelbare getallen opleveren: een halve tube tandpasta kun je niet kopen! Vandaar dat in dergelijke gevallen geen lijngrafiek maar een puntengrafiek bedoeld wordt. (opgaven 17 en 21). Kern 2: Lineaire verbanden Weten: Recht = regelmaat = lineair. (opgaven 23 en 24) Weten wat een hellingsgetal is: de stijging of daling per stuk. (Dat is met een te gelijk opzij) Opgave 29 gaat met twee opzij, 4 naar onder. Dan is de daling per stuk -4 : 2 = -2. Het hellingsgetal is dan -2. Opgave 30: per 5 minuten stijgt de temperatuur 20 ºC, per (1) minuut is de stijging 4º C. Het hellinggetal is dan 4. Kern 3: Formules maken Het kunnen herkennen van het begingetal. Het begingetal van een grafiek ligt altijd op de verticale as. In de gele strook staat een goed voorbeeld. (opgaven 33, 35, 36 en 37) 5
Kern 4: Formules veranderen Het kunnen herkennen van gelijke hellingsgetallen bij evenwijdige grafieken. (opgave 41) Weten hoe groter het hellinggetal, hoe steiler de grafiek. (opgaven 46 en 47) Het kunnen maken van een formule met een begingetal en een hellingsgetal. (49, 50 en 51) Tip: Dit is het belangrijkste stukje van hoofdstuk 2, daarvoor moet je de begrippen van kern 2 en 3 kennen! Hoofdstuk 3 Rekenen Kern 1: Praktisch rekenen Je moet de voorrangsregel kennen en kunnen toepassen: 1 eerst haakjes 2 wortels en kwadraten (machten) 3 vermenigvuldigen en delen 4 optellen en aftrekken Verder moet je een goede rekenmachine hebben. Formules intikken, de rekenmachine kent de juiste regels. (opgaven 26 en 28) Opgaven met een deelstreep: eerst boven uitrekenen, dan onder uitrekenen, dan boven: onder = (opgave 30) Kern 2: Verhoudingen Kunnen rekenen met een verhoudingstabel, altijd vermenigvuldigen of delen, wat je boven doet moet onder ook. (opgaven 33, 36 en 39). Kern 3: Rekenen met procenten Allereerst geldt: kies je eigen manier! (opgaven 45 en 47) Vind je het lastig, dan de tabel: deel geheel, dingen % 100 Je moet procenten kunnen omzetten in gewone getallen 17% van... = 0,17 x... Een prijsverhoging van 7% levert een nieuwe prijs van 100% + 7% = 107% = 1,07 x (bedrag) Een prijsdaling van 35% levert een nieuwe prijs van 100% - 35% = 65% = 0,65 x (bedrag) (opgaven 48, 51 en 52) Prijs inclusief BTW = 100% + 19% = 119% = 1,19 x... Moet de prijs exclusief (zonder) de BTW berekenen dan ga je het bedrag delen door 1,19. (opgaven 53 en 54) Denk om je gereedschap, geodriehoek, potlood (alle tekeningen met potlood) en een goede rekenmachine. Let op dat je bij het beantwoorden van de vragen zoveel mogelijk berekeningen opschrijft. Veel succes. 6