OS2016: Welbevinden leerlingen bao en so 1
Online welbevindenvragenlijst met 28 stellingen Onderzoek De Lee & De Volder > schriftelijke vragenlijst voor BaO (L4 5 6) Doel Leerlingen een stem geven bij de doorlichtingen en kwaliteitsbeleid Zicht krijgen op welbevinden van leerlingen als kwaliteitsindicator in doorlichtingen 5 dimensies Tevredenheid Betrokkenheid Academisch zelfconcept Sociale relaties 2 Pedagogisch klimaat 3 versies 1 ste graad SO, 2 e en 3 e graad SO, dbso, BuBaO, BuSO Validiteit en betrouwbaarheid statistisch bevestigd > analyse van evolutie van welbevinden doorheen schoolloopbaan mogelijk Vrijblijvend ter beschikking van scholen, afname door scholen zelf Beperkingen anonieme deelname leerlingen: beperkte achtergrondgegevens leerlingen (leeftijd, geslacht, soms leerjaar) geen info over leerkrachtenkenmerken, koppeling aan administratieve schoolkenmerken aantal administratieve instellingen aantal ingevulde vragenlijsten bovenbouw bao 552 45694 bubao 9 780 so 1 e graad 204 35406 2 e en 3 e graad 229 68751 totaal 306 104157 dbso 16 2122 buso 15 2297 totaal 898 155050 De meeste leerlingen voelen zich goed op school en in hun klas. (n = 155050 leerlingen) Verdere analyses nopen tot meer genuanceerd verhaal. > Ongeveer 1 op 4 gaat meestal of altijd met tegenzin naar school of vindt de lessen niet interessant. 4 5 Graag naar school gaan 24% van de leerlingen gaat meestal of altijd met tegenzin naar school 1 op 8 in bao (13%) in bubao 19% 1 op 5 in dbso 1 op 4 in de eerste graad so en in buso 1 op 3 in de tweede en derde graad so bso 38%, tso 36%, aso 30% < > kso 18% Interessante leerstof 24% vindt de leerstof zelden of nooit boeiend of interessant 1 op 8 in bao (13%) 1 op 7 in bubao (15%) 1 op 4 in de eerste graad so, in buso en in dbso 1 op 3 in de tweede en derde graad so bso 31%, tso 34%, aso 34% < > kso 18% 6 Leerlingen in bao, bubao en dbso zijn meest tevreden (verschil met gemiddelde is significant) Leerlingen in b stroom zijn significant minder tevreden dan leerlingen in a stroom Leerlingen in bso en tso zijn significant minder tevreden dan aso lln kso leerlingen zijn meer tevreden 7 OS2016: Welbevinden leerlingen bao en so 1
2 de en 3 de graad so: ongeveer een 1 op 3 leerlingen gaat bijna dagelijks met tegenzin naar school. 1 op 4 leerlingen is meestal niet geïnteresseerd in wat ze op school leren. In de 2 de en 3 de graad so is dat zelfs een 1 op 3. Aanbeveling voor de overheid: Geef deze signalen een plaats in het debat over de eindtermen en zorg voor een curriculum dat leerlingen weet te boeien. 8 9 In bao heeft 8% moeite om op te letten tijdens de lessen In de tweede en derde graad tso en bso is dat 20% bao, bubao, buso scoren significant beter dan gemiddeld In a stroom significant meer betrokken dan in b stroom In tso significant minder betrokken dan in aso, kso en bso 10 11 92% kan goed volgen 13% heeft gevoel opdrachten en toetsen niet aan te kunnen 11% vindt huiswerk en taken moeilijk (so1=5%, so23=8%; buso=14%) In het bao => 20% vindt huiswerk meestal of altijd moeilijk! 12 13 OS2016: Welbevinden leerlingen bao en so 2
Academisch zelfconcept is sterkst in buso, dbso, b stroom en bso > meer beroepsgerichte studierichtingen b stroom heeft significant hoger zelfconcept dan a stroom bso leerlingen hebben significant hoger zelfconcept dan leerlingen in aso, kso of tso 14 15 Jongeren in minder theoretische onderwijsvormen hebben een hoger zelfconcept dan leerlingen in doorstroomgerichte studierichtingen. Big fish little pond effect: zelfbeeld wordt bepaald door zichzelf te vergelijken met de omgeving en door de vergelijkingen die de omgeving maakt In een competitieve omgeving met een sterke klemtoon op cijfers, hoge studiedruk, ontwikkelen leerlingen vaker een lager academisch zelfconcept. Evaluatie en rapporteringscultuur heeft een impact op welbevinden en zelfwaardegevoel. Vermijd een te eenzijdige klemtoon op cognitieve prestaties, op cijfers en op de onderlinge vergelijking van leerlingen. Waardeer vooral de leerwinst en schat ook de andere aspecten van de persoonlijkheidsontwikkeling naar waarde. 16 17 ik heb vrienden op school ik voel me niet alleen op school* ik word niet gepest op school* 1 2 15 1 5 22 1 4 17 82 72 78 Eenzaamheid 6 % van de deelnemende lln voelt zicht altijd tot meestal alleen op school, terwijl 22% er wel eens eenzaam is 3% van de deelnemende leerlingen heeft zelden of nooit vrienden op school op onze school wordt niet gepest of uitgelachen* ik ben graag op de speelplaats of in de ontspanningsruimte leerlingen maken geen ruzie op speelplaats* 6 22 2 6 33 4 17 59 60 58 20 13 Frequente eenzaamheid: 4% in a stroom vs 8% in b stroom 4% in aso, 5% in tso vs 7% in bso/kso 11% in dbso en buso 15% in bubao tov 9% in bao 0% 20% 40% 60% 80% 100% 18 nooit meestal niet meestal wel altijd 19 OS2016: Welbevinden leerlingen bao en so 3
Pesten 5% van de deelnemende lln is vaak zelf slachtoffer van pesten; 17% is zelf wel al eens gepest Zelf slachtoffer van hardnekkig pesten: 2% in kso en aso < > 6% in bso en dbso 4% in a stroom < > 10% in b stroom 10% in bao en 24% in bubao 12% in buso Melding frequente pesterijen op school: 28% in bao en 64% in bubao 20% in a stroom < > 41% in b stroom 12% in kso, 20% in aso < > 32% in tso en 42% in bso 50% in buso Ruzies op speelplaats of in ontspanningsruimte 21% van de leerlingen meldt dat er altijd of meestal ruzies zijn op de speelplaats 4% in kso en 5% in aso < > 9% in tso en 15% in bso > 8% in dbso 11% in de a stroom < > 29% in de b stroom 42% in bao 74% in bubao 41% in buso 20 21 22 Sociale relaties zijn duidelijk minder goed in bubao, buso en bao Sociale relaties zijn significant beter in a stroom dan in b stroom In bso en tso zijn de sociale relaties significant minder goed dan in aso en kso dbso leerlingen zijn wel positief over sociale relaties Opvallend is de afwijkende evolutie in de b stroom en het bso Is dit een belangrijke reden waarom ouders liever niet kiezen voor b stroom en bso? 23 Hardnekkig pestgedrag en chronische eenzaamheid bij kinderen en jongeren komen minstens even vaak voor als bekende ontwikkelings en leerstoornissen. De andere evolutie van de waardering van sociale relaties in b stroom en bso baart zorgen, aangezien daar vaak ook leerlingen zitten met een lagere weerbaarheid. De sociale relaties vragen extra aandacht in bao, buo, de b stroom, tso en bso. Voer een doordacht en duurzaam beleid tegen pesten en wees alert voor eenzaamheid bij jongeren. Regelduidelijkheid Bijna 95% vindt dat er voldoende regelduidelijkheid is en leraren zien toe op naleving ervan in bao is 3% niet tevreden over regelduidelijkheid in bubao 9% in 1 e gr so 4%, 2 3 e gr 10%, buso 8% in kso 18% Oog en oor voor leerlingen met problemen 16% vindt dat leraren te weinig aandacht hebben voor problemen 7% in bao, 11% in bubao 11% in a stroom en 15% in b stroom 21% in aso en kso 26% in bso en tso 13% buso en 14% in dbso 24 25 OS2016: Welbevinden leerlingen bao en so 4
Vriendelijkheid leraren 9% vindt leraren meestal of altijd onvriendelijk 5% in bao 9% bubao 9% in a stroom en 14% in b stroom 6% in kso, 10% in aso, 14% in tso en 18% in bso 9% dbso, 11% in buso Didactische aanpak 13% geeft niet goed les 8% in bao 10% in bubao 7% in a stroom en 10% in b stroom 15% in aso, 17% in kso, 20% in bso en tso 11% in dbso en 13% in buso Rust bewaren in de klas 40% slaagt er meestal niet in rust te bewaren in de klas 25% in bao en bubao 46% in a stroom, 59% in b stroom 40% in aso, 47% in kso, 49% in tso, 52% in bso en 56% in buso 37% in dbso Positieve feedback 1 op 8 lln in bao, bubao en buso mist waardering voor inspanningen 1 op 5 in de b stroom en dbso 1 op 3 in de a stroom en het kso 2 op 5 in het bso 1 op 2 in tso en meer dan de helft in aso 26 27 Inspraak 28% van de leerlingen heeft gevoel zijn mening niet kwijt te kunnen bij leraren 1 op 8 dbso leerlingen ervaart te weinig inspraak 1 op 5 in bao en bubao 1 op 4 in buso 1 op 3 in het gewoon secundair onderwijs 37% van de leraren vraagt niet zelf naar mening van leerlingen 1 op 5 in bao en dbso vindt dat leraren (bijna) nooit naar hun mening vragen in bubao 22% 1 op 4 in buso 1 op 3 in b stroom (bijna) 1 op 2 in a stroom en de tweede en derde graad so 28 In (buitengewoon) basisonderwijs, dbso en bso zijn lln meest tevreden lln in tweede en derde graad so het minst. tso leerlingen zijn significant minder positief dan de lln in aso, kso en tso in b stroom zijn leerlingen significant meer positief dan in a stroom 29 1 op 3 leerlingen heeft nood aan waardering voor de geleverde inspanningen. In de 2 de en 3 de graad so is dat bijna de helft. Meer dan 1 op 4 van de leerlingen mag zelden zijn mening kenbaar maken. Bij meer dan 40 % van de so leerlingen informeren de leraren weinig of niet naar de mening van de leerlingen. 40 % van de leerlingen vindt dat hun leraren er niet in slagen om de rust te bewaren in de klas. In de b stroom, het bso en het buso gaat het om meer dan de helft van de leerlingen. Sta meer open voor inspraak van de leerlingen. Zorg voor een adequaat klasmanagement, een effectieve instructiestijl en geef ook in het secundair onderwijs geregeld positieve feedback. 30 31 OS2016: Welbevinden leerlingen bao en so 5
Overgang naar so = scharnierpunt. Betrokkenheid en pedagogisch klimaat: daling Academisch zelfconcept en tevredenheid: opflakkering, maar van korte duur Sociale relaties: stijgende trend buigt om naar dalende De b stroom en het bso/tso zijn zorgenkinderen Aanbeveling voor de overheid: Hou bij de hertekening van het onderwijslandschap in het secundair onderwijs rekening met de impact van de overgang van basis naar secundair onderwijs op het welbevinden van de leerlingen. Verlies daarbij de verschillende evolutiepatronen van de welbevindendimensies doorheen de schoolloopbaan niet uit het oog. 32 33 Jongens Hoger academisch zelfconcept Positiever over sociale relaties Meisjes Meer tevreden Meer betrokken Positiever over pedagogisch klimaat Leerlingen in dbso zijn over hele lijn extreem positief hebben ze een hoger welbevinden in een deeltijds stelsel? hebben deze leerlingen een correct zelfbeeld? Enkel voor pedagogisch klimaat is verschil niet significant 34 35 De verschillen in welbevinden zijn voor een groot deel toe te schrijven aan verschillen tussen leerlingen. Voor pedagogisch klimaat zijn duidelijke verschillen tussen scholen. > leraar en school doen ertoe! Sommige leerlingengroepen hebben minder/meer risico op een lager welbevinden. leerlingen met schoolse vertraging: lagere score. dbso leerlingen: positief beeld. Aanbeveling voor de overheid: Breng de evolutie van het welbevinden van dbso leerlingen doorheen het leerplichtonderwijs in kaart. Ga zeer omzichtig om met zittenblijven. Welbevinden vormt een belangrijke kwaliteitsindicator. De school en de leraar kunnen een verschil maken, in het bijzonder voor het pedagogisch klimaat. Het instrument biedt een valide en betrouwbaar beeld van het welbevinden van de leerlingen. Scholen baseren hun IKZ nog te weinig op informatie over het welbevinden van leerlingen. Ook in de schooldoorlichtingen verdient de mening van de leerlingen een meer prominente plaats. 36 37 OS2016: Welbevinden leerlingen bao en so 6
Aanbeveling voor de overheid: Blijf investeren in het versterken van het beleidsvoerend vermogen en de interne kwaliteitszorg van scholen. Blijf inzetten op ondersteuning van scholen bij het verhogen van hun onderwijskwaliteit tot op de klasvloer. Dit komt immers niet alleen de schoolse prestaties, maar ook het welbevinden van leerlingen ten goede. Aanbevelingen voor de onderwijsinspectie: Plaats het welbevinden van leerlingen centraal in het referentiekader voor onderwijskwaliteit. Geef leerlingen een stem bij de schooldoorlichtingen. Ondersteun de interne kwaliteitszorg door feedbackrapporten bij de onlinebevraging te optimaliseren. Beschouw het welbevinden van leerlingen als een belangrijke 38 waardemeter bij de interne kwaliteitszorg. Leerlingen uitdagen om hun talenten te ontwikkelen moet samengaan met een schoolklimaat dat hen hiertoe stimuleert, maar tegelijk een warme en veilige leeromgeving creëert. Ik wil investeren in het welbevinden van leerlingen en schoolteams. (Crevits, beleidsnota 2014) 10 diverse en concrete voorbeelden: netwerk van scholen 4 scholen bao 1 school bubao 2 scholen so 1 centrum dbso 1 school buso 39 MEER INFORMATIE? www.onderwijsinspectie.be De enquête welbevinden Onderwijsspiegel 2016 CI Ludo De Lee ludo.delee@onderwijsinspectie.be Ilse De Volder ilse.devolder@onderwijsinspectie.be Vera Timmers vera.timmers@onderwijsinspectie.be Els Ver Eecke els.vereecke@onderwijsinspectie.be 40 OS2016: Welbevinden leerlingen bao en so 7