Provinciale Staten van Noord-Holland Voordracht 64 Haarlem, 17 augustus 2004 Onderwerp: Agenda Provinciaal Waterplan Bijlagen: - ontwerpbesluit - procesplanning provinciaal waterplan - op weg naar een agenda voor het waterplan - adviesbijeenkomsten voor de agenda Inleiding Het Waterhuishoudingsplan is een strategisch plan dat de provincie moet opstellen op basis van de Wet op de Waterhuishouding. Ons huidige Waterhuishoudingsplan is in 2001 een keer verlengd en loopt in januari 2006 af. Verlengen van dit plan is niet meer mogelijk. Daarnaast is bij de verlenging in 2001 met Provinciale Staten afgesproken om in 2006 een nieuw plan vast te stellen. Op 20 april 2004 hebben wij ingestemd met de Startnotitie Bewust omgaan met Water. Kern van de missie van het Waterplan is dat wij: uitvoerbaar en realistisch waterbeleid maken de samenwerking met de waterschappen verder willen ontwikkelen en dat wij naast het scheppen van kaders ook het denken over water verder willen stimuleren o.a. door water nadrukkelijk te benaderen als onderwerp voor maatschappelijk debat. Gezien de wettelijke termijn moet uiterlijk in januari 2006 het nieuwe Waterplan zijn vastgesteld. In de Startnotie is een proces geschetst om te komen tot het Provinciaal Waterplan. Dit proces bestaat uit een aantal stappen (zie bijlage 2). Anderhalf jaar is er om te komen tot het Waterplan. Dit is relatief kort, maar biedt volgens ons voldoende ruimte om het op een interactieve manier aan te pakken. Eerste stap in dit proces is de agendavorming. In het najaar van 2004 willen wij voor een beperkt aantal onderwerpen het maatschappelijk debat aangaan. De keuze van deze onderwerpen staat centraal in de agendavorming. Deze voordracht bevat ons voorstel voor de agendapunten waar we in het najaar het maatschappelijk debat over willen voeren. Met het besluit van Provinciale Staten wordt de agendafase afgesloten. Algemeen Op 25 mei 2004 heeft ons college de notitie Op weg naar een agenda voor het Waterplan vrijgegeven voor discussie met maatschappelijke organisaties, waterbeheerders en gemeenten (bijlage 3). Deze notitie bevat een twintigtal mogelijke agendapunten. Op basis van deze notitie heeft in juni 2004 een aantal bijeenkomsten plaatsgevonden, waarbij de agendapunten voor het Waterplan zijn aangescherpt en diverse maatschappelijke organisaties hun prioriteiten hebben aangegeven. Tevens is een zestal nieuwe punten aangedragen (zie bijlage 4). 1
De Bestuurlijke Begeleiding Commissie voor het Provinciaal Waterplan heeft op 2 juli de agendapunten in relatie tot de adviezen uit de adviesbijeenkomsten besproken. Deze Commissie bestaat uit vertegenwoordigers van de hoogheemraadschappen, Rijkswaterstaat en de Verenigde Noord-Hollandse Gemeenten (VNHG). Het advies van de Bestuurlijke Begeleiding Commissie aan ons college komt grotendeels overeen met de belangrijkste punten uit de bijeenkomsten. Dit advies hebben wij op 17 augustus 2004 grotendeels overgenomen. Naast de adviezen hebben bij de selectie onder andere de volgende criteria een rol gespeeld: de onderwerpen moeten zich lenen voor maatschappelijk debat, binnen vier maanden kunnen leiden tot een zinvolle discussie en concrete uitspraken in het Waterplan en bijdragen aan een uitvoerbaar en realistisch Waterplan. De agendapunten Het vertalen van het ontwikkelingsgerichte beleid in de ruimtelijke ordening naar het Waterplan Dit agendapunt moet leiden tot een vertaling van de streekplannen (incl. het ontwikkelingsgerichte) naar de randvoorwaarden voor het waterbeheer en de daar bijhorende rolverdeling tussen de waterschappen en provincie. Overweging: Het huidige waterbeleid en de waterwetgeving zijn overwegend restrictief van aard. Ontwikkelingsgericht werken biedt goede kansen voor het waterbeheer in Noord-Holland. Daarnaast kan ontwikkelingsgericht werken leiden tot flexibilisering van het waterbeheer. Waterschappen kunnen onderhandelen over het gewenste waterbeheer voor de reeds aanwezige functies en de transitie naar nog te ontwikkelen functies om zo maatwerk te leveren. Belangrijke aandachtspunten hierbij zijn bijvoorbeeld hoe je omgaat met kwetsbare, vaak sterk plaatsgebonden kwaliteiten en natuurlijke potenties, archeologische waarden of plekken waar functies met tegengestelde eisen samenkomen. Belangrijk sturingsinstrument van het Waterplan is de (wettelijk verplichte) functiekaart. De huidige streekplannen vormen het vertrekpunt voor de functiekaart. Met de functiekaart wordt een vertaalslag gemaakt van de streekplannen (ruimtelijke functies) naar de doelen en randvoorwaarden voor het waterbeheer en daarmee voor de maatschappelijke (natuur, landschap, cultuurhistorie) en economische sectoren (landbouw, toerisme, binnenvaart). Denk hierbij bijvoorbeeld aan het kader voor peilbeheer in veenweidegebieden. Ontwikkelingsgericht denken kan leiden tot een andere manier waarop deze kaart wordt ingevuld. Aanpak regionale opgaven Dit agendapunt moet leiden tot een kader voor de aanpak van regionale opgaven. Overweging: Er liggen momenteel verschillende opgaven die op regionaal niveau moeten worden gerealiseerd. Het gaat hierbij om bijvoorbeeld veiligheid (dijken: regionale keringen), bagger, waterkwaliteit en wateroverlast. De realisatie van deze opgaven vraagt om samenwerking tussen waterschappen, gemeenten en provincie. Alvorens daar een uitwerking aan kan worden gegeven moet er meer duidelijkheid gecreëerd worden over de opgaven en oplossingsmogelijkheden maar ook over de financiering, instrumenten en de rolverdeling bij de uitvoering. Bij dit agendapunt wordt de nadruk gelegd op de aanpak van de regionale wateroverlast in zowel het landelijk als het stedelijk gebied. 2
De verwachting is dat deze afspraken ook model kunnen staan voor de aanpak van andere regionale opgaven. Het agendapunt zal worden benaderd in relatie tot de nota Evenwichtig omgaan met water en zal in overleg met de waterschappen en gemeenten verder worden aangescherpt. Ontwikkelen van water als kwaliteitsdrager van de ontwikkeling en inrichting van stedelijk en landelijk gebied Dit agendapunt moet handen en voeten geven aan water als kwaliteitsdrager. Overwegingen: Water is een gezichtsbepalend element in zowel het landelijk als stedelijk gebied. Het is daarmee een belangrijke drager van ruimtelijke kwaliteit zoals bijvoorbeeld zichtbaar is in IJburg en het veenweidegebied. Ruimtelijke kwaliteit is niet alleen het toekennen van een functie. Het gaat om de wijze waarop een keuze wordt ingevuld. Het huidige (water)beleid geeft hier maar op beperkte wijze invulling aan. De provincie en gemeenten zullen, vanuit hun verantwoordelijkheid voor het algemeen belang, hierover een visie moeten ontwikkelen. Op welke wijze willen we water, als onderdeel van bijvoorbeeld het landschap en cultuurhistorie, ingevuld zien en hoe willen hierbij omgaan met de combinatie van functies. Waterschappen zijn waterbeheerders. Zij weten waar het water bepaalde kwaliteiten bezit, kan ontwikkelen en niet kan ontwikkelen. Zij hebben ook een visie op hoe het beheer het best kan worden uitgevoerd en ingericht. Deze visie bepaalt mede hoe het landschap er uit komt te zien. Een visie die gericht is op effectiviteit en efficiency en vooralsnog niet zozeer op esthetiek. Het benutten van water als drager van ruimtelijke kwaliteit in de inrichting van landelijk en stedelijk gebied vraagt niet (alleen) om een verandering van beleid, maar van instrumenten en misschien zelfs cultuur in de uitvoering. Hoe past water bijvoorbeeld in de Beeldkwaliteitplannen, de ruimtelijke kwaliteit van water in de watertoets en wat zijn de mogelijkheden van de integrale aanpak die is gekozen voor stedelijke (bijvoorbeeld ISV) en plattelandsontwikkeling (bijvoorbeeld ILG). Niet geagendeerd Van de vijf belangrijkste agendapunten uit de adviesbijeenkomsten (bijlage 3) is het punt Regionaal maatwerk in de uitvoering niet apart geagendeerd. Uit het debat blijkt dat dit niet een op zich zelf staand vraagstuk is, maar dat het onderdeel uitmaakt van het tweede en derde agendapunt. Uit de adviesbijeenkomsten kwam tevens de Europese Kaderrichtlijn Water als belangrijk punt naar voren. De Bestuurlijk Begeleiding Commissie (BBC) adviseerde juist om er geen agendapunt van te maken. Momenteel is voor de uitwerking van de Kaderrichtlijn een eigen traject ingezet. De BBC verwacht dat een aparte maatschappelijke discussie van het Waterplan op dit moment leidt tot herhaling of verwarring. Er is nog onduidelijkheid over de ambities en consequenties die met de implementatie van de Europese Kaderrichtlijn samenhangen. De discussie hierover zal in de loop van 2005 en 2006 plaatsvinden in het Regionaal Bestuurlijk Overleg (RBO) Rijn-west. Provinciale Staten worden hierover regelmatig geïnformeerd en hebben een rol in de besluitvorming. Wij stellen voor dit (negatieve) advies te volgen. In het Waterplan zullen wel een aantal uitgangspunten en (proces)afspraken worden vastgelegd over de implementatie van de Europese kaderrichtlijn. Tot slot is er een agendapunt dat de BBC en een aantal partijen uit de bijeenkomsten adviseerden voor de agenda niet in voorliggend besluit overgenomen, n.l. Bagger in het stedelijk gebied. Op dit dossier kan het proces van het Waterplan door middel van agendering en de bijhorende bestuurlijke en maatschappelijke discussie weinig meerwaarde 3
leveren. Momenteel lopen er verschillende activiteiten via het baggerplatform (rondom financiering, depots etc.) die structureel bijdragen aan een oplossing voor deze problematiek. In het Waterplan zullen relevante (kaderstellende en op realisatie gerichte) afspraken over dit onderwerp worden opgenomen. Van agenda naar discussie De agendapunten voortkomend uit dit besluit worden uitgewerkt in één of meerdere discussienotities. Deze discussienotities verwoorden een aantal mogelijke keuzes of oplossingsrichtingen en een globaal inzicht in de consequenties van deze keuzes. De discussienotities worden in december 2004 met de betrokken partijen op één of (meerdere)bijeenkomsten besproken. Ook de Staten zullen bij deze discussies worden betrokken. De onderwerpen die niet op de definitieve agenda staan, worden voor zover zij om een provinciaal beleidskader vragen, in het Waterplan verder uitgewerkt. De resultaten hiervan nemen wij op in het Ontwerp Waterplan, dat halverwege 2005 in de inspraak zal gaan. Uiteindelijk is de planning dat het definitieve Waterplan in januari 2006 wordt vastgesteld door Provinciale Staten (bijlage 4). Voorstel Gezien het bovenstaande stellen wij u voor te besluiten volgens bijgevoegd ontwerpbesluit. Gedeputeerde Staten van Noord-Holland, H.C.J.L. Borghouts, voorzitter. H.W.M. Oppenhuis de Jong, provinciesecretaris 4
Ontwerpbesluit Nr 64 Provinciale Staten van Noord-Holland; gelezen de voordracht van Gedeputeerde Staten; besluiten: De volgende agendapunten voor het Provinciaal Waterplan vast te stellen: Het vertalen van het ontwikkelingsgerichte beleid in de ruimtelijke ordening naar het Waterplan. Aanpak regionale opgaven. Ontwikkelen van water als kwaliteitsdrager van de ontwikkeling en inrichting van stedelijk en landelijk gebied. Haarlem, Provinciale Staten voornoemd, H.C.J.L. Borghouts, voorzitter mw. C.A. Peters, statengriffier Titel:Vd 64: Agenda Provinciaal Waterplan Datum:17-08-2004 Nummer:64 5