Rechtmatigheid in de Wmo 2015 en de Jeugdwet. Handreiking voor gemeenten

Vergelijkbare documenten
Rechtmatigheid in de Wmo 2015 en de Jeugdwet. Handreiking voor gemeenten

Rechtmatigheid in de Wmo 2015 en de Jeugdwet. Risico-indicatoren bij een pgb

Toezicht in Jeugdwet

2. Voorkomen is beter dan genezen: Hoe verlaag je de kans op onrechtmatigheid?

3. Het juiste midden vinden: Aanpak rechtmatigheid in de praktijk

PGB in de Wmo en Jeugdwet in 2016

Verslag vierde Kennisbijeenkomst fraudepreventie en handhaving in het sociaal domein: Toezichthouder in de Wmo2015 / Jeugdwet

Regiobijeenkomst Een zorgfraudesignaal, wat nu?

Toezicht op kwaliteit van de Wmo persoonsgebonden budget (Pgb)

Regiobijeenkomsten voorkomen fraude Wmo 2015 en Jeugdwet

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 2 april 2019 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Wet maatschappelijke ondersteuning. Pgb voor volwassenen. Informatie over het persoonsgebonden budget voor volwassenen

Persoonlijk budgetplan PGB Wmo en jeugd

GEMEENTEBLAD. Nr

Datum 20 oktober 2015 Betreft Commissiebrief Tweede Kamer inzake PGB in de Zorgverzekeringswet in verhouding tot de Wet marktordening gezondheidszorg

Datum 2 5 NOV. 201g Betreft Signalering 2016 over onderzoeken naar zorgfraude

Kwaliteit en Rechtmatigheid in de Wmo 2015 en Jeugdwet. De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN

23. Over het PGB en het Trekkingrecht. In 20 minuten

Jeugdhulp. Via een Persoonsgebonden Budget

Stand van zaken activiteiten rechtmatige zorg Wmo/Jeugd

Artikel 2 Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Pgb-plan Beschermd wonen

Jeugdzorg met een pgb

Beleidsregels Pgb Wmo gemeente Helmond 2018

Ik heb een persoonsgebonden budget (pgb)

Fraude en handhaving in het gemeentelijke zorgdomein. Menno Fenger

Budgetplan pgb Jeugdhulp

Pgb-plan Maatwerkarrangement Wmo Deel 1

Persoonsgebonden budget (PGB)

Pgb-plan Maatwerkarrangement Wmo Deel 2

Wegwijzer naar de AWBZ

Factsheet Deel 2: Omgaan met persoonsgegevens door zorgaanbieders: Wmo 2015, Jeugdwet en Wlz

Pgb-beleidsregels Wmo gemeente Helmond 2017

Onderwerp : Beleidsregels en Nadere regels jeugdhulp Molenwaard

NOTITIE MOGELIJKHEDEN VOOR EEN FRIESE GEMEENTELIJKE SAMENWERKING OP HET GEBIED VAN WMO TOEZICHT. Werkgroep Provinciaal Toezicht

BUDGETPLAN WMO. DIT BUDGETPLAN IS VAN Achternaam Voornaam Adres Telefoon Geboortedatum Burgerservicenummer (BSN)

Free Time Flies en een persoonsgebonden budget

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 30 januari 2015 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Trekkingsrecht PGB, Q&A voor gemeenten Hoeksche Waard

Overzicht veranderingen persoonsgebonden budget verpleging en verzorging 2016

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Almere (Flevoland)

Behoort bij raadsbesluit vanlo-iü'hi nr.glsotc Verordening jeugdhulp Heemstede 2015 D e g r Heemstede

UITVOERINGSREGELS. Bij de verordening jeugdhulp SWW. Programma Jeugd SWW. Uitvoeringsregels bij de verordening jeugdhulp SWW. Datum 01 december 2014

Hebt u vragen over het invullen van het budgetplan? Neem dan contact op met het Gemeentelijke Toegangsteam, tel. (0572) DIT BUDGETPLAN IS VAN:

Factsheet. De overheid gaat de langdurige zorg anders organiseren. Wat betekent dat voor mijn pgb?

iiiiiiiniiiiiiiiiniiiiiiii D

Uitvoeringsplan persoonsgebonden budget volwassenen (Wmo)

Gevraagde beslissing: De gewijzigde Verordening jeugdhulp gemeente Delft 2015 vast te stellen.

Zijn er nog andere gezinsleden met een indicatie voor individuele hulp of ondersteuning op maat?

Zijn er nog andere gezinsleden met een indicatie voor specialistische ondersteuning (individuele

Beleidsregels zorg voor jeugd gemeente Waterland Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waterland,

per week Ondersteuning thuis - Schoon huis 18,50 per uur 22,95 per uur Ondersteuning thuis - Coachen

Wijzigingen tekst verordening WMO 2018 t.o.v. verordening WMO 2015

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Toetsingskader: rechtmatigheid

Deze regeling is van toepassing op Wlz-uitvoerders als bedoeld in artikel 1, sub e, van de Wmg.

Ondersteunings- en budgetplan persoonsgebonden budget

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 21 augustus 2018 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Persoonsgebonden budgetplan voor WMO PGB PLAN TER ONDERBOUWING VAN UW AANVRAAG VOOR EEN PERSOONSGEBONDEN BUDGET

Oude en nieuwe Wmo. ondersteuning. 2 Deze resultaatgebieden zijn: a. een huishouden te voeren; b. zich te verplaatsen in en om de woning;

Zijn er nog andere gezinsleden met een indicatie voor individuele hulp of ondersteuning op maat?

Toelichting bij het formulier Model zorgovereenkomst met een zorginstelling

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 25 april 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Zorg- en budgetplan plan Wmo

Wijzigingen tekst verordening WMO t.o.v. Verordening WMO 2017

REGLEMENT PERSOONSGEBONDEN BUDGET VERPLEGING EN VERZORGING

Op uw huidige toestemmingsverklaring kunt u zien tot wanneer uw indicatie geldig is.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Persoonsgebonden Budget 2016

Factsheet Besluit gemeente na verwijzing door huisarts?

2 8 NOV Inspectie SZW Ministerie van Sodale Zaken en Werk^e/e^enheid

Handreiking voor gemeenten. Handhaving en naleving Wmo 2015 en Jeugdwet

Artikel 1 Begripsbepalingen

Prijzen voor te leveren diensten

De Toezichthouder Wmo 2015 en Jeugdwet. Jan-Willem Sies, Teammanager Fraudebestrijding Françoise Clabbers, Coördinator Toezicht Wmo/JW

22 december Beleidsregels jeugdhulp 2015

Administratie- en advieskantoor voor mensen met het Persoons Gebonden Budget (PGB).

PGB s vanuit een gemeentelijk perspectief

B en W Adviesnota ADVIES. 1. Instemmen met de beantwoording van de vragen van ProVenray, conform artikel 38.

Wat is een persoonsgebonden budget?

Persoongebonden budget

Budgetplan PGB- Wmo. Bij dit formulier hoort een toelichting (pagina 5). Leest u deze voordat u het budgetplan invult.

Persoonlijk budgetplan PGB

PERSOONSGEBONDEN BUDGET (PGB)

Nadere regeling. persoonsgebonden budget

Utrecht, maart Rapport van het inspectiebezoek aan Thuizsorg B.V. in Den Haag op 18 februari 2019

Samenvatting Deze nadere regels bevatten een nadere uitwerking van de verordening jeugdhulp Hof van Twente 2015.

VERORDENING JEUGDHULP GEMEENTE HEERENVEEN 2015

de ToetsPraktijk inzicht verbetert.

Beleidsregels persoonsgebonden budget in de Wmo 2015 en de Jeugdwet

PGB fraudebeheersing Gemeente Eindhoven, 29 maart Patricia Emmen en Suzy Smulders

Voor de aanvraag van een Persoonsgebonden budget voor jeugdigen tot 18 jaar

Artikelsgewijze toelichting bij Besluit maatschappelijke ondersteuning Putten 2016

Budgetplan PGB Wmo - Jeugdhulp

Verordening jeugdhulp Utrecht 2015

Persoonsgebonden budget. Kinderen en jongeren tot 18 jaar

Kiezen voor zorg in natura (zin) of een persoonsgebonden budget (pgb)

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Informatiefolder. Persoonsgebonden budget

Uitvoeringsplan persoonsgebonden budget volwassenen (Wmo)

Transcriptie:

Rechtmatigheid in de Wmo 2015 en de Jeugdwet Handreiking voor gemeenten

Colofon Deze handreiking is een product van het VNG Expertteam Fraudepreventie en handhaving Wmo 2015 en Jeugdwet. Kijk voor meer publicaties van het expertteam op www.vng.nl/fraudepreventie of op www.naleving.net. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op enige andere wijze zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de VNG. Foto omslag Programmaraad September 2017 2 Vereniging van Nederlandse Gemeenten

Inhoudsopgave 1 Inleiding 4 2 Handhaving en onrechtmatigheden in de Wmo 2015 en Jeugdwet 5 2.1 Handhaving in de Wmo 2015 en de Jeugdwet 5 2.2 Wat zijn onrechtmatigheden en wat is fraude? 5 2.3 Vormen van fouten en fraude 6 2.4 Signalen van mogelijke onrechtmatigheid 8 2.5 Stappenplan voor het opzetten van een (rechtmatigheids)onderzoek Wmo 2015 en de Jeugdwet 8 3 Bijlagen 9 Bijlage 1: Begrippenkader 10 Bijlage 2: Risico-indicatoren bij een pgb 11 Vereniging van Nederlandse Gemeenten 3

1 Inleiding De stelselwijzigingen in de zorg gaven gemeenten een belangrijke rol in de uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015) en de Jeugdwet. Door deze nieuwe taken hebben gemeenten de verantwoordelijkheid gekregen voor meer gemeenschapsmiddelen. Doelmatigheid, rechtmatigheid en kwaliteit worden daarmee steeds belangrijker. Misbruik en het niet naleven van regels en wetten zetten het draagvlak voor maatschappelijke solidariteit onder druk. Gemeenten kunnen actief inzetten op handhaving en naleving. Handhaving is meer dan alleen straffend optreden tegen mensen die de regels hebben overtreden. Het gaat zeker ook om preventie: mensen helpen om zich aan de regels te houden door hen te informeren over hun rechten en plichten en het aanbieden van passende dienstverlening. Dit verkleint de kans dat mensen fouten maken of fraude plegen. Deze handreiking gaat over rechtmatigheid en (vormen van) fraude. Hierbij hoort een stappenplan voor het uitvoeren van een rechtmatigheidsonderzoek Wmo 2015 en Jeugdwet. Dit wordt vanwege de vertrouwelijke aard apart gepubliceerd en is te vinden op het VNG forum sociaal domein, op www.naleving.net of via de regioadviseur van het VNG Kenniscentrum Handhaving en Naleving (KCHN). Doel van de handreiking en het stappenplan De handreiking en het stappenplan bieden een kader voor reactieve handhaving (opsporing, controle en sanctioneren) bij signalen van onrechtmatigheid binnen de Wmo 2015 en de Jeugdwet. Aan de hand van de handreiking en het stappenplan krijgen gemeenten inzicht in hoe de rechtmatigheid van maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp te controleren bij een signaal van onrechtmatigheid: van onderzoek tot een bestuursrechtelijke maatregel. Uitgewerkte kaders voor preventie en (interne) proactieve controle op fraude in het sociaal domein staan niet in deze handreiking. Meer informatie over deze onderwerpen is te vinden in de handreiking Handhaving en Naleving Wmo 2015 en Jeugdwet. 4 Vereniging van Nederlandse Gemeenten

2 Handhaving en onrechtmatigheden in de Wmo 2015 en Jeugdwet Gemeenten zien toe op de rechtmatigheid van de geleverde voorzieningen onder de Wmo 2015 en de Jeugdwet. Waar nodig treffen ze maatregelen om onrechtmatigheden te voorkomen of te stoppen of signalen ervan te onderzoeken. Dit hoofdstuk legt uit wat rechtmatigheid en fraude binnen de maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp inhoudt. 2.1 Handhaving in de Wmo 2015 en de Jeugdwet In deze handreiking betekent rechtmatigheid: handelingen met zorggelden die in strijd zijn met weten regelgeving. De gemeente moet controleren of de factuur en de daadwerkelijk afgesproken en geleverde zorg met elkaar in overeenstemming zijn Wmo 2015 Het rechtmatig besteden van het persoonsgebonden budget (pgb) en rechtmatig gebruik van voorzieningen zijn belangrijke aandachtspunten in de Wmo 2015. De gemeente is verantwoordelijk voor het toezicht op de Wmo 2015, zowel wat betreft kwaliteit als rechtmatigheid. Het doel van het toezicht is het bevorderen van naleving van de wet, de verordening en de regels die de gemeente heeft opgesteld om fouten en fraude te bestrijden en te voorkomen. 1 Organisatie en uitvoering van het toezicht door gemeenten zijn in beginsel vrij, zodat de gemeente het kan aanpassen aan haar situatie. De Wmo 2015 bepaalt slechts dat het college van B en W een toezichthouder aanwijst. Die is in ieder geval verantwoordelijk voor het calamiteitentoezicht. Daarnaast kan de gemeente de toezichthouder andere verantwoordelijkheden geven, zoals het rechtmatigheidstoezicht. 2 Jeugdwet Het kwaliteitstoezicht van de Jeugdwet is belegd bij de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd en de Inspectie Veiligheid en Justitie. Zij maken deel uit van het samenwerkingsverband Toezicht Sociaal Domein/Samenwerkend Toezicht Jeugd. De gemeente is dus niet verantwoordelijk voor het kwaliteitstoezicht. Ze is wel verantwoordelijk voor het rechtmatigheidstoezicht van de Jeugdwet, aangezien zij in een verordening regels vastlegt om fouten en fraude te voorkomen. 3 Wettelijke kaders voor onder andere materiële controle en fraudebestrijding zijn vastgelegd in de ministeriële regeling Jeugdwet. Deze regeling maakt het mogelijk voor jeugdhulpaanbieders om informatie te delen met de gemeente in het kader van een fraudeonderzoek. Zie voor meer informatie de VNG-handreiking Materiële controle. De gemeente is niet verplicht een toezichthouder aan te stellen voor het toezicht op de Jeugdwet, zoals wel het geval is bij de Wmo 2015. Toch is dit wel wenselijk met het oog op de taken en verantwoordelijkheden van de gemeente met betrekking tot het rechtmatigheidstoezicht. 2.2 Wat zijn onrechtmatigheden en wat is fraude? Gemeenten krijgen veel signalen van mogelijke onrechtmatigheden bij ondersteuning en hulp. Niet bij ieder signaal is er sprake van fraude; er kan ook sprake zijn van een fout. Fouten en fraude zijn beide vormen van onrechtmatigheden: handelingen die in strijd zijn met wet- en 1 Artikel 6.1, lid 1 Wmo 2015 en Memorie van Toelichting Wmo 2015 p.188. 2 Zie ook de Memorie van Toelichting Wmo 2015, p. 123 en 188 en de handreiking Inrichting van het Wmo-toezicht. 3 Artikel 2.9 sub d Jeugdwet. Vereniging van Nederlandse Gemeenten 5

regelgeving. 4 Het gaat hierbij om ondersteuning/hulp die onrechtmatig in rekening wordt gebracht, omdat de declaratie niet overeenkomt met de (mate van) geleverde ondersteuning/hulp of omdat de ondersteuning/hulp onterecht wordt gedeclareerd. Onder fouten wordt verstaan: Het onbedoeld overtreden van regels als gevolg van onduidelijkheid of vergissingen. Onder fraude wordt verstaan: Het opzettelijk en doelbewust in strijd met regels handelen, met het oog op eigen of andermans financiële gewin. 2.3 Vormen van fouten en fraude Deze paragraaf gaat in op de verschillende vormen van fouten en fraude. Onderstaande vormen kunnen zowel voorkomen als fout of als fraude. Bij fraude is er sprake van opzet. Het ministerie van VWS stelt verschillende vormen vast 5 (overzicht is niet uitputtend): Vorm Toelichting Spookzorg Niet-vergoede zorg Declaratieovertredingen Tegen/om de patiënt Ongepast gebruik Dubbele bekostiging Te hoge indicatie Niet-geleverde ondersteuning/hulp die wel door de aanbieder wordt gedeclareerd. Er wordt een declaratie ingediend voor ondersteuning/hulp die in principe niet wordt vergoed of die alleen onder bepaalde voorwaarden (bijvoorbeeld op grond van een medische indicatie) wordt vergoed. De ondersteuning/hulp komt in principe wel voor vergoeding in aanmerking, maar in het proces van declaratie ontstaan onrechtmatigheden door bijvoorbeeld: dezelfde ondersteuning/hulp tweemaal te declareren; een bedrag hoger dan het afgesproken tarief te declareren; het ten onrechte rekenen van het hogere tarief voor een complexe behandeling, terwijl er sprake is van een standaard behandeling (upcoding); onderdelen van een bundel activiteiten apart te declareren met hogere kosten (opknippen). De patiënt wordt gedupeerd door bijvoorbeeld onterecht een eigen bijdrage voor bepaalde diensten te vragen of door een vergoeding voor de verwijzing te vragen. De ondersteuning/hulp zelf is rechtmatig geleverd en gedeclareerd maar er is geen medische noodzaak voor de ondersteuning/hulp (overbehandeling) of de noodzakelijke ondersteuning/hulp wordt niet geleverd (onderbehandeling). Geleverde ondersteuning/hulp wordt dubbel geclaimd: 1) bij de patiënt en bij de zorgverzekeraar; 2) op basis van meerdere bekostigingssystemen; 3) bij aanbieders met een vaste en een variabele component doordat iets dat al in de behandeling zit via de toeslag nog een keer extra wordt gedeclareerd; 4) door het openen van meerdere diagnose-behandelcombinaties voor één ondersteuningsvraag, terwijl geen sprake is van multidisciplinaire behandeling. De ondersteuningsbehoefte van een patiënt of cliënt/budgethouder kan ernstiger worden voorgesteld dan die in de realiteit is. 4 Programmaplan rechtmatige zorg, VWS (2015). 5 Programmaplan rechtmatige zorg, VWS (2015). 6 Vereniging van Nederlandse Gemeenten

Vorm Pgb-fraude Identiteitsfraude Toelichting Frauderen met het persoonsgebonden budget doordat: 1) het budget aan iets anders wordt besteed dan zorg; 2) de hoogte van de declaratie niet overeenkomt met de ingekochte of geleverde ondersteuning/hulp; 3) de cliënt/budgethouder een onnodige of te hoge indicatie krijgt. Het doelbewust verkrijgen en misbruik maken van de persoonsgegevens van anderen. Dit gebeurt bijvoorbeeld wanneer pgb-houders hun DigiD afstaan aan een zorgbemiddelingsbureau dat vervolgens het verkregen pgb voor eigen gewin opneemt. Gemeenten krijgen door de taken in de Wmo 2015 en de Jeugdwet te maken met een ander type fraudeur dan waar ze bekend mee zijn uit bijvoorbeeld de Participatiewet. De fraudeurs hebben dikwijls een meer georganiseerd karakter, de fraude is vaak niet eenduidig vast te stellen en het betreft vaker ondernemingen dan individuen. 6 Een conclusie uit het onderzoek Naar een rechtmatige zorg in het gemeentelijk sociaal domein is dat fraude kan ontstaan doordat een zorgaanbieder primair handelt in zijn eigen belang en daarbij eventueel met derde partijen, zoals bemiddelingsbureaus of de cliënt, samenspant. Dit komt zowel voor in de Wmo 2015 als bij de Jeugdwet. Wmo 2015 In de Wmo 2015 zitten de grootste frauderisico s in de productgroepen begeleiding en beschermd wonen. Risico s worden bepaald door een aantal factoren: een aantal taken van de Wmo 2015 is relatief nieuw, de indicatiestelling die door medische professionals of aanbieders zelf wordt gedaan is complex en resultaten zijn vaak niet direct zichtbaar (voorbeeld begeleiding en begeleid wonen). Daarnaast worden relatief hoge budgetten beschikbaar gesteld aan zorgaanbieders en pgb-houders, die vaak ook nog eens een langlopend karakter hebben. Fraude met dergelijke langlopende en hoge budgetten kan lucratief zijn. Jeugdwet In de jeugdhulp ervaren gemeenten het gebrek aan transparantie als een risico. Medische professionals spelen hierin een rol, bij zowel de indicatiestelling als de behandeling. Voor gecontracteerde aanbieders geldt dat de risico s vooral in onbewuste fouten en in overbehandeling zitten. Soms bestaat de indruk dat de behandelingen medisch gezien niet noodzakelijk zijn, maar de gemeente heeft niet de medische expertise of de juridische mogelijkheden om de behandelingen te voorkomen. Uit ervaringen en onderzoek blijkt dat er bij de Jeugdwet en de Wmo 2015 meer onrechtmatigheden voorkomen met pgb s dan bij de gecontracteerde zorg. Dat neemt niet weg dat fouten en fraude bij de zorg in natura ook mogelijk zijn. Waarschuwingsregister Fraude in de zorg betreft vaker ondernemingen dan individuen. Op dit moment is het nog makkelijk voor aanbieders met verkeerde intenties de zorgmarkt te betreden. Bij het inkopen van ondersteuning en hulp hebben gemeenten geen zicht op de vele nieuwe aanbieders en op hun betrouwbaarheid. Een register dat gemeenten kunnen raadplegen om informatie in te winnen over (malafide) zorgaanbieders zou een effectief instrument kunnen zijn voor gemeenten. Voordat ze zorg inkopen kunnen gemeenten nagaan of een potentiële zorgaanbieder bonafide is. Dat betekent natuurlijk dat dit systeem ook gevuld moet worden met relevante informatie door gemeenten, zorgkantoren en zorgverzekeraars. De VNG onderzoekt, samen met onder meer het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), zorgkantoren, Zorgverzekeraars Nederland en een aantal gemeenten, de mogelijkheden en randvoorwaarden om een dergelijk register voor gemeenten (en zorgkantoren en -verzekeraars) in te voeren. 6 Naar rechtmatige zorg in het gemeentelijke sociale domein, Fenger et al, Erasmus (2016) Vereniging van Nederlandse Gemeenten 7

2.4 Signalen van mogelijke onrechtmatigheid Gemeenten kunnen uiteenlopende signalen van onrechtmatigheden ontvangen. Ze kunnen signalen herkennen in de aanvraagfase, maar het is ook mogelijk dat ze op een later tijdstip een melding ontvangen en/of een signaal herkennen. Het is in eerste instantie aan de professional om deze signalen in de aanvraagfase te herkennen en in de juiste context te plaatsen (fraudealertheid). Dit begint op het moment dat een cliënt zich meldt, de aanvraag indient en de gemeente een indicatie stelt. Het intakegesprek is een goed moment om de intenties van de cliënt en/of zijn begeleiders te toetsen. Het is belangrijk dat de professional doorvraagt om een goede inschatting te maken of en welke maatschappelijke ondersteuning of jeugdhulp nodig is. Andere belangrijke aandachtspunten zijn het beoogde resultaat van de ondersteuning en aan welke eisen de ondersteuning en hulp moet voldoen. Als de cliënt wil kiezen voor een pgb moet de cliënt duidelijk kunnen motiveren waarom hij kiest voor een pgb (Jeugdwet). Daarnaast moet de professional bepalen of hij in staat is een pgb te beheren, al dan niet met hulp van een derde. Bijlage 2 bevat een lijst met mogelijke fraude-indicatoren bij een pgb. Deze lijst is niet uitputtend en dient ter ondersteuning van de fraudealertheid. Consulenten kunnen ook signalen ontvangen als de ondersteuning al is toegekend aan de cliënt. Zodra de gemeente een melding van een onrechtmatigheidssignaal binnenkrijgt, is het belangrijk dit te melden bij het Informatieknooppunt Zorgfraude en te onderzoeken of het gaat om een fout of fraude. Informatieknooppunt Zorgfraude Het informatieknooppunt Zorgfraude (IKZ) is een samenwerkingsverband van acht partijen in de zorgketen in samenwerking met het ministerie van VWS. Het IKZ ontvangt en onderzoekt signalen van fouten en/of fraude. Doordat verschillende organisaties betrokken zijn, kan informatie waarover de andere organisaties beschikken, op een juridisch geborgde wijze gedeeld worden. Bij het IKZ zijn aangesloten: de Belastingdienst, Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd, Nederlandse Zorgautoriteit, Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Centrum Indicatiestelling Zorg, Fiscale Inlichtingen- en Opsporingsdienst, Zorgverzekeraars Nederland en de VNG. Gemeenten kunnen onrechtmatigheidssignalen melden bij het IKZ. Ook kunnen gemeenten zich aansluiten bij het IKZ door middel van het tekenen van een overeenkomst. Eenmaal aangesloten bij het IKZ kunnen zij uitgebreide informatie ontvangen waarmee ze sterker staan om een onderzoek te starten naar een onrechtmatigheidssignaal. 2.5 Stappenplan voor het opzetten van een (rechtmatigheids)onderzoek Wmo 2015 en Jeugdwet Deze handreiking bestaat uit twee delen. Naast dit meer algemene deel over fraude en onrechtmatigheid, is er een stappenplan rechtmatigheidsonderzoeken opgesteld. De in de voorgaande hoofdstukken genoemde vormen en signalen van onrechtmatigheid, kunnen aanleiding geven om een signaal verder te onderzoeken. Het stappenplan helpt daarbij. Het is een apart document en te verkrijgen via het VNG forum sociaal domein, op Naleving.net of via de regioadviseur van het VNG Kenniscentrum Handhaving en Naleving (KCHN). 8 Vereniging van Nederlandse Gemeenten

3 Bijlagen Vereniging van Nederlandse Gemeenten 9

1 Begrippenkader Begrip Cliënt Budgethouder Fouten Fraude Handhaving Hulp Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd Jeugdwet Ondersteuning Onrechtmatigheid Pgb Toezicht Sociaal Domein/Samenwerkend Toezicht Jeugd (TSD/STJ) Toezichthouder Wmo 2015 Zorg in natura Zorgaanbieder/-instelling Omschrijving Persoon die een aanvraag voor ondersteuning/hulp heeft ingediend of de persoon voor wie een aanvraag is ingediend. Persoon aan wie een pgb is toegekend. Regels onbedoeld overtreden door onduidelijkheden en vergissingen. Het opzettelijk en doelbewust in strijd met regels handelen met het oog op eigen of andermans financieel gewin. Het bevorderen van naleving van wetten en regels. Jeugdhulp zoals omschreven in de Jeugdwet. De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) is samen met de Inspectie Veiligheid en Justitie verantwoordelijk voor het kwaliteitstoezicht op de Jeugdwet. De IGJ is tot stand gekomen door de fusie van de Inspectie voor Gezondheidszorg en de Inspectie Jeugdzorg. Wet waarin hulp, zorg en ondersteuning voor jeugdigen en ouders is geregeld. Maatschappelijke ondersteuning zoals omschreven in de Wmo 2015. Handelen (of nalaten) dat een inbreuk op een recht oplevert, in strijd is met een wettelijke plicht of in strijd is met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijke keer betaamt. Persoonsgebonden budget waarmee een budgethouder hulp en ondersteuning inkoopt. In de Jeugdwet is het kwaliteitstoezicht belegd bij de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd en de Inspectie Veiligheid en Justitie (IVenJ). Deze inspecties voeren het toezicht in het kader van de Jeugdwet gezamenlijk uit en maken daarnaast deel uit van het samenwerkingsverband Toezicht Sociaal Domein/Samenwerkend Toezicht Jeugd (TSD/STJ). Ambtelijke functie, waarbij functiehouder informatie verzamelt over de rechtmatigheid van de verstrekte voorziening en/of de kwaliteit van de instellingen controleert die onder de Wmo 2015 en de Jeugdwet vallen, zich daarover een onafhankelijk oordeel vormt en indien nodig ingrijpt. In de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 is ondersteuning bij zelfredzaamheid geregeld. Gemeenten hebben een deel van de zorg ingekocht bij zorgaanbieders. Hiervoor zijn contracten afgesloten. Hierin zijn voorwaarden opgenomen en kwaliteitseisen vastgelegd. Persoon of organisatie die zorg of ondersteuning verleent aan een cliënt/budgethouder en hiervoor kosten in rekening brengt. 10 Vereniging van Nederlandse Gemeenten

2 Risico-indicatoren bij een pgb Risico-indicatoren zijn een hulpmiddel om de alertheid op mogelijke onregelmatigheden te vergroten. Het gaat om aanwijzingen, dat zijn nog geen bewijzen. Als er sprake is van een aanwijzing is nader onderzoek nodig om de aanwijzing te ontkrachten of te bevestigen. Deze bijlage bij de Handreiking Rechtmatigheid in de Wmo 2015 en de Jeugdwet is tot stand gekomen door een samenwerking van het Kenniscentrum Handhaving en Naleving (KCHN) en het Informatieknooppunt Zorgfraude (IKZ). Samen met verschillende ketenpartners en gemeenten is een lijst met risico-indicatoren opgesteld. Deze lijst helpt gemeenten bij het voorkomen en signaleren van (vermoedens van) fraude binnen het proces van pgb-aanvraag tot en met de monitoring van lopende pgb s. De risico-indicatoren zijn voorbeelden van situaties die kunnen duiden op misstanden of fraude. Bij iemand die aan één of meerdere risico-indicatoren voldoet, bestaat een hoger risico op oneigenlijk gebruik/misbruik van het pgb dan bij iemand die aan geen van deze indicatoren voldoet. Hoe meer indicatoren van toepassing zijn, des te groter de kans op oneigenlijk gebruik/misbruik. De indicatoren kunnen, in combinatie met andere indicatoren en inzichten van gemeentemedewerkers, bijdragen aan het voorkomen en constateren van misstanden en mogelijke fraude. Deze lijst is niet uitputtend. Ze zal op basis van nieuwe inzichten en ervaringen van gemeenten continu worden aangevuld en aangescherpt. Zorg binnen de eigen organisatie voor duidelijke werkafspraken door heldere werkprocessen in te richten. Een voorbeeld: hoe wordt (en door wie) binnen de gemeente de aard en omvang van de toekenning van de maatwerkvoorziening bepaald en dus ook de uiteindelijke toekenning van het pgb? Is er binnen de gemeente een toezichthouder benoemd? Het is van belang dat medewerkers van de gemeente goed getraind zijn in gespreksvoering met de budgethouder. Zowel bij de aanvraag als in de fase na de toekenning van een pgb. Medewerkers zijn zo in staat om door te vragen en waar nodig een confronterend gesprek te voeren. Heeft de gemeente een toezichthouder rechtmatigheid aangewezen? Voer het gesprek met een budgethouder waar nodig dan samen met deze toezichthouder. Bekijk wekelijks het SVB-portal. Leg in een werkproces vast wat de taken en verantwoordelijkheden zijn met betrekking tot dit portal. Bepaal wie er verantwoordelijk is voor het uitlezen en uitzetten van de signalen en de verdere acties die nodig zijn in het kader van handhaving en naleving. Het is belangrijk dat de gemeente zorgt voor een heldere en kritische indicatiestelling of heronderzoek. Schakel hiervoor, waar mogelijk, een (externe) deskundige in bij specifieke vragen. Wees alert op een zuivere indicatiestelling (geen inhoudelijke beïnvloeding van de indicatie door belanghebbende vertegenwoordiger) voor de voorziening op zich. Wees ook kritisch of er wel keuzevrijheid moet worden geboden voor een pgb. De kaders en voorwaarden legt de gemeente vast in een verordening en beleidsregels. Onderzoek wat de reden is van de aanvraag van het pgb. Waarom maakt de cliënt de keuze voor een pgb of juist voor zorg in natura? Binnen zowel de Wmo 2015 als de Jeugdwet dient de cliënt dit te motiveren. Daarbij stelt de Jeugdwet de aanvullende eis dat de cliënt moet motiveren waarom zorg in natura niet passend/toereikend is. Gemeenten gaan hier vaak verschillend mee om. Wilsbekwaamheid van de aanvrager/cliënt binnen de Wmo 2015 is niet altijd duidelijk, waardoor de keuze voor pgb discutabel kan zijn. Stel als gemeente altijd de vraag of de cliënt wilsbekwaam is. Lijkt de cliënt bijvoorbeeld vatbaar voor manipulatie en intimidatie door de omgeving/derden. Zet dan een (medisch) adviseur in voor een extra check. Stel altijd duidelijke voorwaarden als gemeente. Hier is ook een rol weggelegd voor de beleidsmedewerker en de bestuurder(s). Het kader wordt bepaald in de verordening en beleidsregels. Vereniging van Nederlandse Gemeenten 11

Mogelijke risico-indicatoren pgb 1 Aanvraagfase Indicator 1.1 Aanvraag ondersteuning Wmo 2015 wordt gedaan door bewindvoerder of vertegenwoordiger van de budgethouder 1.2 Contact verloopt altijd via zorgaanbieder of administratiekantoor en/of zij zijn altijd aanwezig bij het gesprek 1.3 Vertegenwoordiger is tevens zorgaanbieder of zorgverlener 1.4 Vertegenwoordiger heeft meerdere pgb-budgethouders als cliënten 1.5 Zorgverlener is tevens budgetbeheerder en doet aanvraag 1.6 Budgethouder is de Nederlandse taal niet machtig (en heeft geen vertegenwoordiger) 1.7 Budgethouder vertoont verslavingskenmerken 1.8 Op één adres zijn een of meerdere pgb s verstrekt. De zorgverlener woont zelf ook op dit adres 1.9 Zorgverlener komt uit eigen sociale netwerk (kennis of familielid) Toelichting Er kan sprake zijn van een afhankelijkheidsrelatie. De afhankelijkheidsrelatie is op zich geen fraude-indicator. Budgethouder heeft mogelijk onvoldoende vaardigheid om een pgb te kunnen beheren. Wat vooral van belang is, is hoe de (wettelijk) vertegenwoordiger zich gedraagt. Wees hier vanaf de aanvraag alert op! Vooral als die vertegenwoordiger vanaf het begin de indicatie manipuleert door onderzoek te belemmeren en/of problemen ernstiger voor te stellen. In de Jeugdwet is dit geen fraude-indicator omdat de aanvraag doorgaans wordt gedaan door een wettelijk vertegenwoordiger. Er kan sprake zijn van een afhankelijkheidsrelatie. Cliënt heeft mogelijk niet de gelegenheid om vrijuit te spreken. Een mogelijkheid is om de zorgaanbieder niet bij het gesprek te laten zijn. Zorg dat in het beleid en de verordening expliciet is aangegeven dat dit niet is toegestaan. De reden voor de weigering is dat de zorgaanbieder niet kan optreden als gemachtigde in een procedure waar de zorgaanbieder zelf ook belang bij heeft. In de Jeugdwet is deze constructie niet aan de orde. Stel uzelf de vraag: wordt er een salaris aan bewindvoerder toegekend en wordt het salaris van de bewindvoerder uit pgb-budget betaald? Wees hier extra alert op bij een groot aantal pgb s bij een bewindvoerder. Het is niet toegestaan om salaris uit het pgb te betalen. In de Wmo 2015 kan dit tot ongewenste situaties leiden door belangenverstrengeling. In de Jeugdwet hebben de ouders/wettelijke vertegenwoordigers altijd de rol van aanvrager/budgetbeheerder. Budgethouder is mogelijk niet in staat pgb te beheren. Budgethouder is mogelijk niet in staat pgb te beheren. Let op kenmerken van bijvoorbeeld alcohol- of drugsverslaving. Mogelijk is de zorgverlener onvoldoende bekwaam om de juiste ondersteuning of jeugdhulp te leveren. Daarnaast is het risico op samenspanning tussen zorgverlener en budgethouder, vooral binnen de Wmo 2015, groter indien zij huisgenoten van elkaar zijn. Mogelijk is zorgverlener onvoldoende bekwaam om de juiste ondersteuning of jeugdhulp te leveren. Daarnaast is het risico op samenspanning tussen zorgverlener en budgethouder groter indien zij bekenden van elkaar zijn. 12 Vereniging van Nederlandse Gemeenten

Indicator 1.10 NAW-gegevens zorgaanbieder of pgb-beheerbureau zijn onvolledig of onduidelijk 1.11 Budgethouder weigert aanvullende gegevens te verstrekken die relevant zijn voor de toekenning of herbeoordeling van de maatwerkvoorziening 1.12 Budgethouder vertoont ontwijkend gedrag of geeft vage antwoorden 1.13 Zorgaanbieder heeft een buitenlands woon- en/of correspondentieadres 1.14 Zorgverlener woont op > 100 km afstand van budgethouder 1.15 Zorginstelling is volledig afhankelijk van pgb s cliënten (levert ondersteuning of jeugdhulp uitsluitend o.b.v. pgb s) 1.16 Zorgaanbieder verwijst naar (mogelijk) tussenpersoon en vice versa Toelichting Extra aandacht is vereist bij: alleen hotmail-/gmail-adres, website en/of gegevens van de Kamer van Koophandel (KvK). Controleer dit (o.a. via Google, Google Maps en doe navraag bij andere/omliggende gemeenten). Voer nader onderzoek uit naar dit bureau. De budgethouder houdt mogelijk iets achter, zoals gegevens met betrekking tot familieleden en urenverantwoording. Er geldt een mededelings- en informatieplicht in het kader van de Wmo 2015 en de Jeugdwet. Budgethouder houdt mogelijk iets achter. Stel uzelf de vraag hoe de hulp in de praktijk wordt verleend. Hoe verloopt het contact? Is de daadwerkelijke zorgverlener in de buurt van de cliënt en in staat hulp te verlenen? Zorgverlener en budgethouder die zo ver uit elkaar wonen, lijkt niet logisch. Zeker als zorgverlener nog andere budgethouders heeft. Zijn de lange reistijden, het aantal gewerkte uren en de soort werkzaamheden bij elkaar haalbaar (kloppend) voor de zorgverlener? Zorginstelling (bijvoorbeeld: zorgboerderijen) levert de ondersteuning of jeugdhulp uitsluitend op basis van pgb s en is dus gebaat bij zo hoog mogelijke pgb-budgetten. Strikte monitoring op de kwaliteit is essentieel. Zorgaanbieder werkt veelvuldig samen met tussenpersoon, die actief klanten werft. Dit kan bij centrale ontmoetingsplaatsen/ buurthuizen, maar ook via de daklozenkrant het geval zijn. Dit is een ongewenste praktijk/handelwijze, maar lastig om te constateren. Wees er als gemeente alert op dat dit, bewust of onbewust, kan spelen. Vereniging van Nederlandse Gemeenten 13

2 Toekenningsfase Indicator 2.1 Er staan meer personen ingeschreven op het adres van zorgvrager dan logisch (bijvoorbeeld 6 mensen in 2-kamerappartement) Toelichting Mogelijk wonen niet alle personen op dit adres. Is dit wel het geval, dan ligt er wellicht een zorgvraag voor de gemeente. Doe een check bij de BRP. Gemeenten zijn ook bevoegd om te vragen naar huisgenoten in het kader van een Wmo 2015-onderzoek en de daaruit verkregen persoonsgegevens te verwerken. 2.2 Budgethouder heeft schulden en is mogelijk vatbaar voor malafide zorgaanbieder en/of bemiddelaar 2.3 Budgethouder is zelf ook zorgverlener en/of budgethouder en zorgverlener verlenen over en weer ondersteuning aan elkaar 2.4 Budgethouder verblijft 24/7 in project of huis beschermd wonen (afhankelijkheidsrelatie) 2.5 Het toegekende pgb-bedrag is relatief hoog 2.6 Het zorgplan is niet ondertekend door de budgethouder 2.7 Bemiddelings-/administratiekantoor beheert het pgb Budgethouder is mogelijk niet in staat pgb, in het kader van de Wmo 2015, te beheren. Wordt het pgb voor de juiste doelen ingezet? Dit kan leiden tot constructies van samenspanning in het netwerk van budgethouders en zorgverleners. Vooral bij het over en weer verlenen van ondersteuning aan elkaar. Mogelijk is er ook sprake van onvoldoende kwaliteit van de ondersteuning. Het gaat hierbij meestal om zeer hoge pgb s. Doelgroep heeft vaak een GGZ-achtergrond en is mogelijk kwetsbaar en manipuleerbaar. Er wordt veel begeleiding geïndiceerd, terwijl dit niet altijd geleverd wordt. Hoogte pgb en/of combinatie van wonen en ondersteuning of jeugdhulp vraagt extra aandacht bij zowel het aanvraagproces door Wmo 2015-cliënt van deze voorziening als tijdens de looptijd daarvan. Leg extra huisbezoeken af in het kader van monitoring. Bij een hoog pgb-bedrag (let op: hoogte in relatie tot zorgvorm: 1000,- voor ambulante ondersteuning of jeugdhulp is veel, maar voor een vorm van verblijf weinig) extra aandacht vereist op verschillende momenten gedurende de looptijd van de pgb-toekenning door verschillende functionarissen in het proces. De budgethouder heeft mogelijk geen inzage gehad in zorgplan. Wellicht is het zorgplan door de aanbieder of tussenpersoon opgesteld om het maximale pgb te verkrijgen. Binnen de Jeugdwet wordt het zorgplan altijd ondertekend door ouders/verzorgers. Gemeenten moeten in het kader van toetsing en controle het bureau goed (preventief) screenen. Bij onvoldoende garanties afvragen of het pgb toegekend/voortgezet kan worden. 14 Vereniging van Nederlandse Gemeenten

3 Lopende pgb s Indicator 3.1 Restant budget wordt aan het einde van het jaar volledig geïncasseerd, terwijl de ondersteuning of jeugdhulp verdeeld over het jaar gegeven is 3.2 Er worden vaak wijzigingen doorgevoerd in de SVB-portal 3.3 Budgethouder en/of zorgverlener verblijft langer dan 4 weken op een vakantieadres in buitenland of Nederland 3.4 Zorgplan en pgb-administratie zijn niet beschikbaar en in te zien voor gemeente tijdens huisbezoek 3.5 Er is een fraudesignaal aanwezig in de SVB-portal 3.6 Budgethouder meldt zorgverlener ziek bij SVB (maar niet bij gemeente) Toelichting De SVB geeft signaleringen als het budget snel op is of het budget juist nog weinig is gebruikt. Stel uzelf de vraag of dit verklaarbaar is of dat er mogelijk sprake is van fraude. Controleer als gemeente periodiek de SVB-portal. Hoe meer mutaties (bijvoorbeeld NAW-gegevens, rekeningnummer), hoe groter de kans op oneigenlijk gebruik/fraude. Is dit wel mogelijk i.v.m. continuïteit van de te ontvangen ondersteuning of jeugdhulp? Maak hierover duidelijke afspraken met de budgethouder. Ga na of er in deze periode gedeclareerd wordt. Dit duidt mogelijk op onvoldoende pgb-vaardigheid bij budgethouder of bewust geen inzage geven in de administratie om iets te verbergen. Controleer als gemeente periodiek de SVB-portal. Is het signaal bekend? Ga ook na of de zorgaanbieder in meerdere gemeenten werkzaam is. Is er een vervanger geregeld voor de zorgverlening? Zo nee, is er wel pgb-budget ontvangen en/of moet er zorg in natura komen in plaats van pgb? Zorg dat, in geval van langdurige ziekte, een zorgverlener zowel bij de SVB als bij de gemeente verplicht moet worden ziek gemeld door budgethouder. Dit geldt vooral bij persoonlijke verzorging en in mindere mate bij begeleiding. Vereniging van Nederlandse Gemeenten 15

4 Tips & aandachtspunten voor gemeenten 4.1 Ga na of de cliënt voldoende pgb-vaardig is. Hoe bepaalt u als gemeente de pgb-vaardigheid van een budgethouder? Op de website van Per Saldo bestaat hiervoor een online vragenlijst: https://web3.samr.nl/ennis/surveys/2441pgb/. Informeer de budgethouder vooraf duidelijk over de rechten en plichten. Leg dit vast in beleid/verordening. 4.2 De zorgvrager (pgb-budgethouder binnen de Wmo 2015) kan in een afhankelijkheidsrelatie van/ met bijvoorbeeld de zorgaanbieder/zorgverlener, de vertegenwoordiger, andere personen (familie) verkeren. Bij contacten vanuit de gemeente met de zorgvrager is het raadzaam om te beoordelen in welke mate de zorgvrager afhankelijk is van zijn zorgnetwerk, zorgaanbieder of derden. Schat de risico s in, in hoeverre deze afhankelijkheidsrelatie een negatieve impact kan hebben op de ondersteuning en of zorg in natura niet een betere optie is. Een voorbeeld is een situatie waarbij sprake is van een combinatie van beschermd wonen en begeleiding. Dit komt in de praktijk regelmatig voor. Het is een belangrijk aandachtpunt bij de start van het aanvraagproces voor een maatwerkvoorziening. Stel duidelijke voorwaarden bij de toegang. De toezichthouder rechtmatigheid kan hier al worden ingezet bij signalen dat e.e.a. niet lijkt te kloppen. Hier ligt een rol voor beleidsmedewerker/bestuurder m.b.t. het bepalen van het kader in de verordening en beleidsregels. Zie voor toelichting: https://vng.nl/onderwerpenindex/sociaal-domein/persoonsgebonden-budget-pgb/ nieuws/aangepaste-wmo-modelverordening-delegatie-pgb-tarieven. 4.3 Fraudealertheid moet in het totale proces geborgd zijn. Alle medewerkers zijn in deze situatie fraudealert. Hoe werkt bijvoorbeeld het ronselen van budgethouders en wat zijn gefingeerde dienstverbanden? Medewerkers zijn alert op mogelijke intimidatie van budgethouders door zorgaanbieder, vertegenwoordiger en ronselaar, maar ook op signalen van slechte kwaliteit van ondersteuning of jeugdhulp. Het volgen van een training Fraude-alertheid is een optie. Kijk voor meer informatie op www.naleving.net of https://vng.nl/onderwerpenindex/sociaal-domein/fraudepreventie-wmojeugd. 4.4 Beoordeel bij vermoedens van fouten en fraude in de beoordelingsfase de status van een zorgaanbieder bij de KvK. Gemeenten kunnen toegang krijgen tot KvK-gegevens. Zie hiervoor: https:// www.kvk.nl/over-de-kvk/over-het-handelsregister/handelsregister-en-overheden/aansluiten-overheid-op-het-handelsregister/. Onderzoek onder andere de volgende punten: Staat de zorginstelling ingeschreven bij de KvK? Heeft de zorginstelling een zorg-gerelateerde SBI-code bij de KvK? Verleent de zorginstelling meerdere afwijkende diensten t.o.v. ondersteuning of jeugdhulp, zoals bijvoorbeeld een autosloperij of een nagelstudio? Wat is de rechtsvorm van de zorginstantie? Is de zorginstelling een stichting en vallen er mogelijk meerdere bv s onder? Er zijn zorginstellingen die een contract hebben voor levering van naturazorg en daarnaast ook pgb-cliënten hebben. Als de instelling niet meer bestaat, is er geen sprake meer van een pgb- of contractrelatie. Krijgt de budgethouder nog wel ondersteuning of jeugdhulp? Controleer of de zorginstelling mogelijk een doorstart heeft gemaakt na een faillissement. Let hierbij op mogelijke familierelaties. Wisselt de zorginstelling regelmatig (meer dan een keer per jaar) van KvK-nummer? 4.5 De Sociale Verzekeringsbank (SVB) kent een eigen lijst met mogelijke fraude-indicatoren. Deze lijst is op te vragen via fraudemeldingpgb@svb.nl. 4.6 Is de vorm en inhoud van het zorgplan helder en duidelijk en SMART geformuleerd? Wijs de pgb-budgethouder op de website: https://www.regelhulp.nl/bladeren/_/artikel/zorgplan-maken/. 4.7 Bekijk voor een uitgebreide toelichting de Handreiking Handhaving & Naleving WMO 2015. Deze handreiking geeft gemeenten een theoretisch kader, maar ook praktische handvatten om toezicht en handhaving in de Wmo 2015 en de Jeugdwet in te richten. Daarmee kunnen gemeenten fouten en fraude voorkomen (door communicatie en dienstverlening) en bestrijden (door controleren en sanctioneren) en zo de maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp fraudebestendig maken. Aan de orde komen visie en beleid, met daarbij juridische, organisatorische en praktische aanknopingspunten. Zie: https://vng.nl/onderwerpenindex/sociaal-domein/fraudepreventie-wmojeugd/publicaties/handhaving-en-naleving-wmo-2015-en-jeugdwet. 16 Vereniging van Nederlandse Gemeenten

4.8 De factsheet Tips om fraude bij een maatwerkvoorziening Wmo 2015 te voorkomen geeft tips en aandachtspunten vanaf de melding van een aanvraag door een burger tot en met de afgifte van een beschikking door de gemeente: https://vng.nl/files/vng/publicaties/2017/20170623-fraude-voorkomen-bij-maatwerkvoorziening.pdf. 4.9 Gemeenten ontvangen de eerste signalen van oneigenlijk gebruik, misbruik en fraude. Maar waar begint u als er misbruik of fraude van pgb binnen de Wmo 2015 is geconstateerd? Maak gebruik van de Routekaart Risico-indicatoren Wmo-pgb: https://vng.nl/onderwerpenindex/sociaal-domein/fraudepreventie-en-handhaving-wmojeugd/publicaties/routekaart-risico-indicatoren-wmo-pgb. 4.10 Hulp en advies nodig? Neem contact op met een adviseur van het KCHN via www.naleving.net of via https://vng.nl/advies-en-ondersteuning-bij-fraudepreventie-wmojeugd. Ook kunt u voor meer informatie, vanaf oktober 2017, het Informatieknooppunt Zorgfraude (IKZ) bereiken via www.ikz.nl. 4.11 Bij vragen, opmerkingen of aanvullingen op de lijst met risico-indicatoren neem contact op met de VNG per e-mail: Info@vng.nl of per telefoon: 070-3738393. Ook kunt u het Informatieknooppunt Zorgfraude (IKZ) bereiken via www.ikz.nl. Vereniging van Nederlandse Gemeenten 17

Vereniging van Nederlandse Gemeenten Nassaulaan 12 2514 JS Den Haag info@vng.nl