De stoomoliemolen van Heukelman DICK H. EIKELBOOM Als oudere Zutphenezen uit de wijk Noordveen het over de Möllebult of Molenbult hebben, dan bedoelen ze het perceel aan de westzijde van de kruising Van der Capellenlaan Van Dorenborghstraat. Het verzorgingshuis De Polbeek staat aan de oostzijde van deze kruising. Er is nagegaan waarom dit perceel de Möllebult genoemd werd. De vestingstad Zutphen was omgeven door een ring van wallen en grachten. Tevens waren op strategische punten langs de toegangswegen naar de stad nog extra verdedigingswerken in de vorm van batterijen aanwezig. Zo was er een batterij bij de Oostveensche brug over de Polbeek en ook een bij de Holster brug, waar de straatweg van Zutphen naar Deventer (de huidige Deventerweg) deze beek kruiste (afb. 1). Afb. 1 Gedeelte van de topografische kaart van 1836/1851, met batterijen bij de Oostveensche en de Holster brug. (Regionaal Archief Zutphen, THA nr. 1245) De batterij bij de Oostveensche brug lag op een perceel van ruim vierduizend vierkante meter, dat aan de Poffer(s)dijk, de huidige Weg naar Laren, grensde. 1 Het perceel was eigendom van het Ministerie van Oorlog en werd beheerd door de daarbij behorende Dienst der Domeinen van Oorlog. Globaal omvatte dit perceel de grond waarop nu de woningen Van der Capellenlaan 25 t.e.m. 31 en Van Dorenborchstraat 6 t.e.m. 10 staan en het terrein van het tankstation daar tegenover. Olijmolen In 1851 kregen jonkheer H.A.D. Coenen, lid van de gemeenteraad en eigenaar van een steenfabriek in de Hoven, 2 en E.J. van der Linden, winkelier en koopman te Zutphen, toestemming van de minister van Oorlog om het terrein van de batterij voor ƒ 15,- per jaar te huren en hierop eenen olijmolen met bijbehoorende gebouwen te plaatsen. 3 De compagnons kregen hiervoor ook een vergunning van Gedeputeerde Staten van de provincie Gelderland. Behalve enkele andere voorwaarden waren aan het huren van het terrein ook de volgende twee bepalingen verbonden: 1 Dat zij de grenspalen staande op de gronden van de batterij zullen moeten onderhouden en voor die welke vermist zijn, nieuwe gelijksoortige in de plaats zullen stellen. 2 Dat de borstwering zal kunnen worden afgegraven mits de grond binnen de grenslijnen van de batterij blijve. Zo n batterij omvatte kennelijk alleen een aarden borstwering waarachter, indien nodig, geschut geplaatst kon worden en soldaten dekking konden vinden. De grenspalen stonden langs de Polbeek. Deze beek vormde de grens tussen Zutphen en Gorssel. 84 ZUTPHEN
In 1855 kreeg E. J. van der Linden van het college van B & W van Zutphen een gedeelte van de toenmalige gemeenteweide langs de Polbeek in erfpacht en hij kreeg tevens toestemming om hierop een woning te bouwen.3 Het betrof een stuk grond tegenover het terrein van de oliemolen aan de Poffersdijk, op de plaats waar nu de woningen Weg naar Laren 172/172a staan. Overigens was zijn compagnon bij de oliemolen, jonkheer Coenen, intussen wethouder van de gemeente geworden.4 ƒ 12.250,- k.k. In 1861 verkochten de compagnons de oliemolen en de woning voor ƒ 12.250,- k.k. aan Frederik Hendrik Heukelman, olijslager en koopman te Borculo.3 De akte werd opgemaakt ten kantore van notaris M.J. van Löben Sels, die in 1861 moest aftreden als wethouder Afb. 2 Een gedeelte van een topografische kaart uit 1889, waarop de stoomolieslagerij/-molen, een grenspaal en de woning schuin tegenover de molen zijn aangegeven.6 De weg links bovenaan is de huidige Deventerweg. Het huidige Oostveense Pad heette toen de Weg van Zutphen naar Laren. De getallen op de kaart geven de hoogte aan in meters + NAP. Afb. 4 De meer verweerde westzijde van de Afb. 3 De oostzijde van een oude grenspaal grenspaal Zutphen-Gorssel. (foto: auteur) Zutphen-Gorssel. (foto: auteur) ZUTPHEN 85
omdat hij niet was herkozen in de gemeenteraad. De bijeenkomst had dus een hoog onskent-onsgehalte, want jonkheer Coenen was nog steeds wethouder en Van der Linden werd in 1861, als opvolger van de overleden W. Baron van Heeckeren, benoemd tot gemeenteontvanger van Zutphen. 5 Deze benoeming was zeer waarschijnlijk de reden waarom molen en huis verkocht werden. Ook jonkheer Coenen had namelijk andere ambities: hij werd in 1865 benoemd tot burgemeester van Zutphen. Overigens is in deze verkoopakte sprake van een olie- en cementmolen. Naast het vermalen en uitpersen van zaden, zoals koolzaad, waaruit lijnolie geperst werd, werden kennelijk ook producten vermalen waaruit cement werd gemaakt. Het was een stoomoliemolen. Er heeft dus nooit een windmolen met wieken gestaan, maar een fabriekje met machines die door stoomkracht werden aangedreven. In de akte werd opnieuw expliciet vermeld dat de grenspalen moesten blijven staan. Op een topografische kaart uit het einde van de 19de eeuw wordt zo n grenspaal vermeld (afb. 2). Deze paal is in de loop van de tijd verdwenen, maar op het terrein achter het huis t Klaphek staat nog zo n grenspaal (afb. 3 en 4). Regentenklasse In 1874 werd de vestingstatus van Zutphen opgeheven, waarna F.H. Heukelman het terrein van de voormalige batterij in 1875 kocht van de Dienst der Domeinen van Oorlog. 7 Hij woonde niet in het huis bij de stoomoliemolen maar in de stad, eerst aan de Broederenkerkstraat en vanaf circa 1870 tot aan zijn dood in 1917 op nr. 9 in de Korte Hofstraat. 8 Gelet op zijn publieke functies president van Gebrs. Bakker s Weeshuis en van de Zutphensche Gaarkeuken 9 was hij na zijn verhuizing uit Borculo helemaal opgenomen in de Zutphense regentenklasse. Afb. 5 Uittreksel in 1895 uit het kadastrale plan van de gemeente Zutphen, Sectie B, met de oliemolen (nr. 560) en het huis aan de Pofferdijk. Hierop zijn later met zwart potlood globaal de Van der Capellenlaan en het woonhuis van de nieuwe eigenaar getekend. (origineel in het bezit van H. Holtslag) 86 ZUTPHEN
In de adressenboekjes van de gemeente Zutphen staat hij tot en met 1895 als olieslager vermeldt, daarna als particulier. Hij ging dus rentenieren, en de oliemolen ging in de verkoop. Mogelijk werd daarom in 1895 een uittreksel uit het kadaster gemaakt (afb. 5), waaruit berekend kan worden dat de afmetingen van de rechthoek, met daarin de molen, ca. 30 20 m waren. Aan het eind van de 19de eeuw was de timmerman/aannemer J. Holtslag eigenaar van de oliemolen. Hij liet het bovengrondse gedeelte van de molen in 1899/1900 afbreken en bouwde hier, grotendeels op de fundamenten van de molen, acht woningen (afb. 6). Hij woonde zelf in 1900 op nr. 49 aan de Weg naar Laren en vervolgens tot 1908 op nr. 33a in deze straat. Vanaf dat jaar woonde hij in een nieuw huis op nr. 233 (afb. 7). De plaats van dit woonhuis is met potlood op afbeelding 5 aangegeven. Hier staat nu het bedrijfsgebouwtje bij het tankstation aan de Van der Capellenlaan. Afb. 6 De woningen die vanaf 1900 tot 1975 op de molenbult hebben gestaan. De foto is gemaakt vanaf de Van Dorenborchstraat. Het pad waar de Volkswagen op staat, kwam uit op de Van der Capellenlaan. (foto: collectie Stedelijk Museum Zutphen) Tankstation Door de aanleg van de Van der Capellenlaan werden de woningen op de molenbult gescheiden van het terreingedeelte waarop het woonhuis van Holtslag stond. Het terrein met de acht woningen werd aan het eind van de jaren 40 van de vorige eeuw verkocht aan J. H. te Luggenhorst, landbouwer en koopman, woonachtig in de Halterstraat. De woningen zijn in 1975 afgebroken, waarbij de fundamenten van de oliemolen weer zichtbaar werden (afb. 8). Het terrein met het woonhuis van de familie Holtslag werd in 1963 verkocht aan Esso. Deze oliemaatschappij liet het huis afbreken, waarna hier een tankstation gevestigd werd. Het woonhuis op de plaats van de huidige huizen Weg naar Laren nrs. 172/172a was al rond 1940 afgebroken. De eigenaren van de oliemolen hebben nooit in dit pand gewoond. Het was waarschijnlijk bedoeld voor personeel dat werkzaam was op de molen. In 1915 Afb. 7 De woning van J. Holtslag op nr. 233 aan de Weg naar Laren. Deze woning is in 1963 afgebroken. (origineel in het bezit van H. Holtslag) ZUTPHEN 87
Afb. 8 Bij de afbraak van de woningen en het afgraven van het terrein werden restanten van de oliemolen teruggevonden. (foto: Zeylemaker, collectie Stedelijk Museum Zutphen) was E.F.J. van Bruggen, een timmerman/metselaar/aannemer die in de Barlheze woonde, de eigenaar van deze woning op erfpachtgrond. 10 In 1930 was de steenhouwer M.J. Hesselink eigenaar van het huis. 11 Resteert de vraag waarom Zutphenezen deze plek de molenbult noemden. Zoals de kaart in afbeelding 2 toont, was er een hoogteverschil van circa twee meter tussen het dal van de Polbeek en het gebied ten westen hiervan. Komend vanaf de Oostveense brug lag het terrein van de voormalige batterij dus hoger. Bij de bouw van de oliemolen werd toestemming gegeven de borstwering af te graven, mits de grond binnen de grenzen van het perceel bleef. Daardoor werd het terrein dus wat opgehoogd, waardoor een bult ontstond. Vandaar de naam. Met dank aan: de heer H. Holtslag voor de informatie over het terrein sinds circa 1900 en de heer M. J. Krimp voor de vondst van de notariële acte (bron 3). Bronnen 1 kadastrale atlas Gelderland 1832. Deel: Zutphen. 2 e. Marskamp, T. Smeerdijk, G. Willemsen en S. Galema, Aan het eind van de lange brug begint de Hoven. HVZ, 2003. 3 naz, Archief 349: Notariële archieven Zutphen, nr. 131, acte 5801. Regionaal Archief Zutphen en omstreken. 4 Jaarverslag der gemeente Zutphen over 1853. NAZ, Archief 2, Gemeente Zutphen 1816-1919, inv. nr. 3520. Regionaal Archief Zutphen 5 Jaarverslag der gemeente Zutphen over 1861. NAZ, Archief 2, Gemeente Zutphen 1816-1919, inv. nr. 3528. Regionaal Archief Zutphen 6 Herziene kaart voor de rivieren Boven-Rijn, Waal, Nederrijn en IJssel, kaart nr. 5: Zutphen, schaal 1:10.000, topografische inrichting 1889. Provinciaal Archief Gelderland, kaartenarchief Rijkswaterstaat. 7 kadaster, legger 2413. Regionaal Archief Zutphen 8 adressenboekjes van de gemeente Zutphen. Regionaal Archief Zutphen 9 Bericht op 7 april 1917 in de Zutphensche Courant over het overlijden van F.H. Heukelman. Regionaal Archief Zutphen 10 kadaster, legger 6286. Regionaal Archief Zutphen 11 kadaster, legger 7063. Regionaal Archief Zutphen 88 ZUTPHEN