De school als morele gemeenschap Een programma
Programma 1. De school als morele gemeenschap. 2. Zuil 1: de integere onderwijsinstelling. 3. Zuil 2: de morele leergemeenschap. 4. Zuil 3: morele vorming en burgerschap.
1. De school als morele gemeenschap De integere onderwijsinstelling
1. De school als morele gemeenschap De integere onderwijsinstelling De morele leergemeenschap
1. De school als morele gemeenschap De integere Onderwijsinstelling Werkgever Werknemer De morele Leergemeenschap Leerkracht Leerling Ouders De morele Vorming Leerling Beroep Samenleving
2. De integere onderwijsinstelling Een onderwijsinstelling is integer als hij duurzaam recht doet aan personen (leerlingen, ouders, leerkrachten etc.) en organisaties (overheid, inspectie, leveranciers etc.) met wie en voor wie de onderwijsinstelling werk. Om dat te bereiken moet de onderwijsinstelling zich daarop inrichten. Dat betekent dat zij beschikt over een werkend moreel leerproces en een zorgvuldige preventieve en repressieve handhavingspraktijk.
2. De integere onderwijsinstelling } Het morele leerproces Morele oordeelsvorming Moreel beraad Moreel kennis Integriteitscode } De handhavingspraktijk Risico analyse Controle en onderzoek Straf De integere onderwijsinstelling
3. De morele leergemeenschap Regels en richtlijnen Het morele leerproces Morele oordeelsvorming Moreel beraad Moreel kennis De disciplinaire praktijk Voorkomen van wangedrag Corrigeren van wangedrag Disciplinaire sanctie
3. De morele leergemeenschap De morele kerntaak van de leerkracht De onderwijzende taak: Op een integere wijze de onderwijs taak uitvoeren. De moreel vormende taak: Begeleiden van het morele leergesprek van leerlingen. De disciplinerende taak: De leerkracht vertegenwoordigt het gezag. Handhaven van (gedrags)regels, en normen in de klas en in de school.
3. De morele leergemeenschap Het morele leerproces van leerkracht, leerling en ouders Wanneer is een handeling moreel juist? Een handeling of beslissing is nog niet moreel juist als hij overeenstemt met een gegeven set waarden en normen. Het enige dat we dan weten is dat de handeling normaal is. Een handelingen of beslissing is moreel juist als hij recht doet aan de ander. Een handeling of beslissing is moreel juist als hij voldoende rekening houdt met de rechten, belangen en wensen van alle betrokkenen.
3. De morele leergemeenschap Moreel oordelen in zeven stappen 1. Voor welke beslissing sta ik? 2. Wie zijn bij mijn beslissing betrokken? 3. Wie neemt de beslissing? 4. Welke informatie nodig om mijn beslissing op een verantwoorde wijze te kunnen nemen? 5. Welke zijn de argumenten? 6. Tot welke conclusie kom ik? 7. Hoe voel ik me bij de genomen beslissing?
3. De morele leergemeenschap De disciplinaire praktijk Ontwikkelen van zelfdiscipline Voorkomen van grensoverschrijdend- en wangedrag Corrigeren van grensoverschrijdend- en wangedrag Disciplinaire sanctie
3. De morele leergemeenschap Waarom discipline? Sociaal veilige omgeving voor leerling en leerkracht Vertrouwde leeromgeving voor alle leerlingen Bescherming leerlingen Bescherming leerkrachten Het verborgen curriculum
3. De morele leergemeenschap Discipline in de school Ontwikkelen van zelfdiscipline Voorkomen van wangedrag Corrigeren van wangedrag Aanpakken van ernstige en chronische gedragsproblem en
4. Morele vorming en burgerschap Morele vorming van de leerling tot zelfstandig moreel oordelende persoon. Ontwikkelen van moreel oordeelskracht. Ontwikkelen van morele wilskracht. Ontwikkelen van morele deugden. Herkennen en hanteren van morele gevoelens. Morele vorming van de leerling tot integere beroepsbeoefenaar. Integriteit als professionele competentie. Integere arbeidsorganisaties.. Morele vorming van de leerling tot verbindende en actieve burger. De rechtstaat en de verplichtingen tegenover medeburgers. Kosmopolitisch burgerschap.
4. Morele vorming en burgerschap De school als leerruimte De school is de morele en politieke gemeenschap die de morele vorming en verbindend burgerschap van alle leerlingen ondersteunt. De school ontwikkelt het verborgen curriculum dat leerlingen helpt dagelijks in en buiten de klas aan hun morele vorming en verbindend burgerschap te werken. De school ziet de morele vorming en de ontwikkeling van verbindend burgerschap als haar voornaamste opdracht in de 21 ste eeuw.
4. Morele vorming en burgerschap De docent morele vorming en burgerschap De docent morele vorming en burgerschap: Beschikt over de competenties om de morele vorming en de ontwikkeling van verbindend burgerschap van leerlingen te begeleiden. Heeft een grondige kennis van opvattingen over moreel leren en morele ontwikkeling en kan deze vertalen in een activerende didactiek. Heeft een grondige kennis van de ethiek en kan deze integreren in een samenhangende visie op morele vorming, burgerschap en gerechtigheid in de 21ste eeuw en dit omzetten in een aansprekend leerprogramma. Kan zich diepgaand uiteenzetten met de grote moraal-politieke vraagstukken van de 20 ste eeuw. en kan een relativistische opvatting over moraal en cultuur weerleggen en omzetten in een visie waarin leerlingen, als toekomstige burgers van een complexe wereld, in staat zijn de verplichtingen ten opzichte van hun medeburgers waar ook te wereld op zich te nemen.