Questions. Réponses. Vragen. Antweorden N. 121 BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE

Vergelijkbare documenten
22490 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

35968 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD

61190 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

61190 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

Réponses. Questions. Yragen. Antwoorden N. 101 BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE GEWONE ZIITING (*)

KONINKRIJK BELGIË ROYAUME DE BELGIQUE FEDERALE OVERHEIDSDIENST PERSONEEL EN ORGANISATIE SERVICE PUBLIC FÉDÉRAL PERSONNEL ET ORGANISATION

GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

36152 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

Federale Overheidsdienst Budget en Beheerscontrole Service Public Fédéral Budget et Contrôle de la Gestion

ALBERT ALBERT BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE FEDERALE OVERHEIDSDIENST MOBILITEIT EN VERVOER

Vragen. Antwoorden. Questions. Réponses N. 145 CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS

de heer 1 M. Caubergs, Mevr. 1 Mme Dillen. de heren f MM. Olaerts, Van Vaerenbergh.

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

87378 BELGISCH STAATSBLAD Ed. 4 MONITEUR BELGE

PHILIPPE FILIP BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

Questions. Vragen. Réponses. Antwoorden N. 119 BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE

Chambre des Représentants de Belgique. Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers / 1-96 / 97 WETSONTWERP

FEDERALE OVERHEIDSDIENST PERSONEEL EN ORGANISATIE SERVICE PUBLIC FEDERAL PERSONNEL ET ORGANISATION

36930 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD

Formeel advies van de Planningscommissie Medisch aanbod. Avis formel de la Commission de planification de l offre médicale

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD

Vragen. Antwoorden. Questions. Réponses N, 142 CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS

SNCB. - Installations en panne. NMBS. - Defecte installaties.

NOTA AAN HET GEMEENSCHAPPELIJK COMITE VOOR ALLE OVERHEIDSDIENSTEN

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

MONITEUR BELGE Ed. 3 BELGISCH STAATSBLAD

Publicatie BS : Publication M.B. :

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD. Numéro tél. gratuit : Gratis tel. nummer : pages/bladzijden.

57936 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD

Antwoorden. Vragen. Questions N. 138 BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE GEWONE ZITTING (*)

49188 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

BRUSSELSE HOOFDSTEDELIJKE RAAD CONSEIL DE LA REGION DE BRUXELLES-CAPITALE PROJET D'ORDONNANCE ONTWERPVAN ORDONNANTIE

1. -COMMISSION DES AFFAIRES SOCIALES - COMMISSIE VOOR DE SOCIALE ZAKEN

Vragen. Questions. Réponses. Antwoorden N. 94 BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE

1. - COMMISSION DES AFFAIRES SOCIALES- COMMISSIE VOOR DE SOCIALE ZAKEN

CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS BELGISCHE KAMER VAN. met betrekking tot het Belgische ontwikkelingsbeleid. relatif à la politique belge de développement

FÉDÉRATION GENERALE DU TRAVAIL BELGIQUE

33662 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

64360 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

Questions. Réponses. Antwoorden. Vragen N. 146 CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS (GZ) (SO)

52686 MONITEUR BELGE Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD

75410 BELGISCH STAATSBLAD Ed. 4 MONITEUR BELGE

Antwoorden. Questions. Vragen. Réponses N. 109 BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE

13286 BELGISCH STAATSBLAD Ed. 2 MONITEUR BELGE

BELGISCH STAATSBLAD Ed. 2 MONITEUR BELGE

39150 BELGISCH STAATSBLAD Ed. 2 MONITEUR BELGE

Questions. Réponses. Âll1ltw 00 rd en N. 97 BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE

4732 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

16002 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD

MONITEUR BELGE Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD

Vragen. Questions. Antwoorden. Réponses N.115 BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE

BELGISCHE KAMER VAN CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS. betreffende het Belgisch Fonds voor de Voedselzekerheid

Réponses. Antwuorden. Vragen N. 95 BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE GEWONE ZITTING (,.

PHILIPPE FILIP BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

BELGISCHE KAMER VAN CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS. houdende eerste aanpassing van de Algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2017

SERVICE PUBLIC FÉDÉRAL CHANCELLERIE DU PREMIER MINISTRE FEDERALE OVERHEIDSDIENST KANSELARIJ VAN DE EERSTE MINISTER

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

RailTime : l info vous accompagne!

Questions. Vragen. Antwoorden. J&epODSeS N,134 CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS

Antwoorden. Questions. Vragen N.143 CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS SESSION ORDINAIRE ("-)

COMMISSION PARITAIRE POUR LES ENTREPRISES DE TRAVAIL ADAPTE ET LES ATELIERS SOCIAUX CONVENTION COLLECTIVE TRAVAIL DU 10/12/2002

}Réponses. VrageJl1l N. 100 BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE GEWONE ZITIING (*)

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD. Numéro tél. gratuit : Gratis tel. nummer : N. 101 INHOUD SOMMAIRE. 710 bladzijden/pages

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

MINISTERE DES FINANCES MINISTERIE VAN FINANCIEN

NOTA AAN DE GEMEENSCHAPPELIJK COMITE VOOR ALLE OVERHEIDSDIENSTEN

77220 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD

Arrêté royal moclifiant l 'arrêté royal du 27 mai 2014 relatif à la mise sur Ie marché des substances manufacturées à l'état nanoparticulaire

MONITEUR BELGE Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD

BELGISCHE KAMER VAN CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS. over een betere tegemoetkoming voor de orthodontische zorg

CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS BELGISCHE KAMER VAN

La fonction publique locale en Région de Bruxelles-Capitale

30548 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD

RIJKSINSTITUUT VOOR ZIEKTE- EN INVALIDITEITSVERZEKERING. Dienst Geneeskundige Verzorging NATIONALE COMMISSIE ARTSEN ZIEKENFONDSEN

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD

ALBERT ALBERT. BELGISCH STAATSBLAD Ed. 2 MONITEUR BELGE SERVICES DU PREMIER MINISTRE DIENSTEN VAN DE EERSTE MINISTER

62112 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

PHILIPPE FILIP BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

Instemmingsdecreten van de Vlaamse overheid betreffende kinderbijslag

ALBERT ALBERT BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE. Percentage betrekkingen toe te wijzen. Pourcentage d emplois à attribuer

Vragen. Antwoorden N.135 CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS (GZ) (SO)

7172 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD

GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD. Numéro tél. gratuit : Gratis tel. nummer : N. 351 INHOUD SOMMAIRE. 144 bladzijden/pages

Antwoorden. Vragen N.126 CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS SESSION ORDINAIRE (*)

LOIS, DECRETS, ORDONNANCES ET REGLEMENTS WETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGEN

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD

Réponses. Antwoorden. Vragen. Questions N. 123 CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS

BELGISCH STAATSBLAD Ed. 2 MONITEUR BELGE

80806 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD

21396 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS BELGISCHE KAMER VAN. PROJET DU BUDGET GÉNÉRAL DES DÉPENSES pour l année budgétaire 2010

N de question Vraagnummer

Neeriegginq van een sociaai akkoord

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD

GOUVERNEMENT DE LA RÉGION DE BRUXELLES CAPITALE NOTIFICATION DE LA RÉUNION DU CONSEIL DES MINISTRES DU JEUDI 27 JUILLET 2017

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD. Gratis tel. nummer : N. 74. Numéro tél. gratuit : INHOUD SOMMAIRE. 104 bladzijden/pages

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD

MONITEUR BELGE Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD

Transcriptie:

N. 121 12629 CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS SESSION ORDINAIRE 1993-1994 (*) GEWONE ZITTING 1993-1994 (*) 19 SEPTEMBRE 1994 19 SEPTEMBER 1994 Questions et Réponses Vragen en Antweorden QUESTIONS ET RÉPONSES - CHAMBRE DES REPRÉS. DE BELGIQUE VRAGENEN ANTWOORDEN - BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERT. (SO) 1993-1994 (GZ) (') Troisièmesession de la 48'~ législature. (') Derde zitting van de 48' zittingsperiode. 1609

12630 Chambre des Représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1993-1994) -(121)- Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1993-1994) SOMMAIRE Pages Blz. INHOUD Premier Ministre 12639 Eerste Minister Vice-Premier Ministre et Ministre des Communications et des Entreprises publiques Vice-Premier Ministre et Ministre des Affaires étrangères Vice-Premier Ministre et Ministre de la Justice et des Affaires économiques Vice-Premier Ministre et Ministre du Budget 12639 12661 12663 12673 Vice-Eerste Minister en Minister van Verkeerswezen en Overheidsbedrijven Vice-Eerste Minister en Minister van Buitenlandse Zaken Vice-Eerste Minister en Minister van Justitie en Economische Zaken Vice-Eerste Minister en Minister van Begroting Ministre des Finances 12676 Minister van Financiën Ministre de la Politique scientifique et de l'infrastructure Ministre du Commerce extérieur et des Affaires européennes, adjoint au Ministre des Affaires étrangères Ministre de l'intérieur et de la Fonction publique Minister van Wetenschapsbeleid en Infrastructuur Minister van Buitenlandse Handel en Europese Zaken, toegevoegd aan de Minister van Buitenlandse Zaken 12681 Minister van Binnenlandse Zaken en Ambtenarenzaken Ministre des Pensions Minister van Pensioenen Ministre de l'emploi et du Travail, chargé de la politique d'égalité des chances entre hommes et femmes Ministre des Petites et Moyennes Entreprises et de l'agriculture Minister van Tewerkstelting en Arbeid, belast met het beleid van geliike kansen 12682 voor mannen en vrouwen Minister voor de Kleine en Middelgrote Ondernemingen en Landbouw Ministre de la Défense nationale Minister van Landsverdediging Ministre des Affaires sociales 12691 Minister van Sociale Zaken Ministre pour l'intégration sociale, la Santé publique et l'environnement Secrétaire d'etat à la Coopération au Développement, adjoint au Ministre des Affaires étrangères Minister voor Maatschappelijke Integratie, Volksgezondheid 12693 en Leefmilieu Staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking, toegevoegd aan de Minister van Buitenlandse Zaken Questions posées aux ministres-membres du Conseil des ministres européen via le comité d'avis chargé de questions européennes Vragen gesteld aan de ministers-leden van de Europese Raad van ministers via het adviescomité voor Europese aangelegenheden Un sommaire par objet est reproduit in fine du Bulletin In fine van het Bulletin is een summiere onderwerp afgedrukt. opgave per

ChambredesReprésentantsdeBelgique BelgischeKamervanVolksvertegenwoordigers -(121)- VragenenAntwoorden(GZ 1993-1994) 12631 Questions auxquelles il n'a pas encore été répondu dans le délai fixé par le règlement, à partir de la session extraordinaire 1991-1992. * Vragen waarop nog niet geantwoord is binnen de door het reglement bepaalde termijn, vanaf de buitengewone zitting 1991-1992. * Date Question n Datum Vraag nr,, Auteur Page Date Question n Page Auteur Blz. Datum Vraag nr, Blz. Vice-Premier Ministre 24-5-1994 1036 Van Dienderen 11548 et Ministre des Communications 24-5-1994 1037 Van Dienderen 11549 et des Entreprises publiques 27-5-1994 1038 Van Dienderen 11655 Vice-Eerste Minister 30-5-1994 1039 Perdieu 11655 en Minister van Verkeerswezen en Overheidsbedrijven 31-5-1994 1040 Van Nieuwenhuysen 11656 1-6-1994 1041 Olaerts 11656 1-6-1994 1043 Olaerts 11657 1-6-1994 1044 Olaerts 11657 21-8-1992 168 Leo Peeters 2455 1-6-1994 1045 Olaerts 11658 1-12-1992 284 Michel 3170 1-6-1994 1048 Olaerts 11659 2-3-1993 447 Van Dienderen 4645 1-6-1994 1049 Van Vaerenbergh 11660 4-5-1993 546 Mw. Dillen 5747 3-6-1994 1054 Van Dienderen 11800 10-6-1993 595 Van Nieuwenhuysen 6208 3-6-1994 1055 Ramoudt 11801 7-7-1993 639 Beysen 6776 3-6-1994 1057 Draps 11801 8-9-1993 675 Van Rompuy 7777 8-6-1994 1059 Taylor 11803 5-11-1993 741 Van Dienderen 8261 10-6-1994 1061 Van Nieuwenhuysen 11912 12-11-1993 749 Barbé 8264 10-6-1994 1062 Van den Eynde 11912 12-11-1993 750 Annemans 8265 10-6-1994 1063 Van den Eynde 11912 25-11-1993 765 Ramoudt 8438 13-6-1994 1067 Ylieff 11914 25-11-1993 766 Ramoudt 8438 13-6-1994 1068 Poty 11914 7-12-1993 802 Van Nieuwenhuysen 8621 16-6-1994 1072 De Mol 11916 14-12-1993 819 Yan houtte 8716 17-6-1994 1078 Van Dienderen 12061 23-12-1993 830 Van den Eynde 8842 17-6-1994 1079 Van Dienderen 12061 10-1-1994 845 Duquesne 9147 24-6-1994 1083 Van Dienderen 12227 17-1-1994 858 Ansoms 9277 27-6-1994 1085 Grimberghs 12228 9-2-1994 896 Ansoms 9739 28-6-1994 1086 de Clippele 12228 11-2-1994 901 Van Nieuwenhuysen 9915 29-6-1994 1088 Goutry 12230 1-3-1994 929 De Mol 10197 4-7-1994 1089 Olivier 12339 2-3-1994 938 Cheron 10202 5-7-1994 1090 Van Nieuwenhuysen 12340 11-3-1994 955 Yan Dienderen 10523 6-7-1994 1091 Van Nieuwenhuysen 12340 14-3-1994 958 Saulmont 10525 6-7-1994 1092 Van Vaerenbergh 12340 21-3-1994 961 Defeyt 10707 8-7-1994 1093 Barbé 12419 21-3-1994 962 Buisseret 10708 8-7-1994 1094 Van Dienderen 12420 21-3-1994 964 Van den Eynde 10709 13-7-1994 1096 Reynders 12420 21-3-1994 967 Taylor 10710 13-7-1994 1097 Van Nieuwenhuysen 12420 23-3-1994 968 Ansoms 10710 13-7-1994 1099 Van Nieuwenhuysen 12421 28-3-1994 973 Defeyt 10839 15-7-1994 1101 Van Dienderen 12422 29-3-1994 974 Ghesquière 10840 15-7-1994 1102 Van Dienderen 12422 11-4-1994 993 Van Nieuwenhuysen 10946 15-7-1994 1103 Van Dienderen 12423 11-4-1994 994 Van Nieuwenhuysen 10947 18-7-1994 1104 Standaert 12423 11-4-1994 995 Van Nieuwenhuysen 10948 20-4-1994 1000 Kubla 10951 20-4-1994 1001 de Clippele 10951 Vice-Premier Ministre 22-4-1994 1003 Van Grembergen 11168 et Ministre des Affaires étrangères 27-4-1994 1007 Duquesne 11170 29-4-1994 1013 Van Dienderen 11263 Vice-Eerste Minister 2-5-1994 1016 Van Nieuwenhuysen 11265 en Minister van Buitenlandse Zaken 3-5-1994 1018 Yan Eetvelt 11266 20-5-1994 1033 Olaerts 11546 1-7-1994 425 Van Vaerenbergh 12341 24-5-1994 1034 Van Dienderen 11547 1-7-1994 426 Van Vaerenbergh 12342 24-5-1994 1035 Van Dienderen 11547 6-7-1994 427 De Mol 12343 * Listeclôturée le 19 septembre 1994 * Lijstafgesloten op 19 september 1994

12632 ChambredesReprésentantsdeBelgique Questionset Réponses(Sa 1993-1994) -(121)- BelgischeKamervanVolksvertegenwoordigers VragenenAntwoorden(GZ1993-1994) Date Question n Page Date Question n Page Auteur Auteur Datum Vraag nr. Blz. Datum Vraag nr. Blz. Vice-Premier Ministre 3-8-1993 418 Dewael 7805 et Ministre de la Justice 24-8-1993 422 De Mol 7807 et des Affaires économiques 31-8-1993 424 Van Nieuwenhuysen 7808 6-9-1993 433 De Mol 7810 Vice-Eerste Minister 10-9-1993 436 Reynders 7810 en Minister van Justitie 14-9-1993 439 Chevalier 7811 en Economische Zaken 21-9-1993 445 Coveliers 7815 23-9-1993 449 DeMan 7817 4-10-1993 452 Landuyt 7818 Justice- Justitie 6-10-1993 455 Van den Eynde 7820 7-10-1993 456 Duquesne 7820 16-3-1992 3 Taelman 221 13-10-1993 458 Van den Eynde 7821 2-4-1992 32 de Clippele 414 18-10-1993 463 Dallons 7960 8-4-1992 38 Annemans 480 18-10-1993 464 Simonet 7960 20-5-1992 75 Caudron 857 21-10-1993 469 Mayeur 7963 20-5-1992 79 Caudron 858 22-10-1993 472 Perdieu 8045 20-5-1992 80 Caudron 859 29-10-1993 476 Standaert 8173 20-5-1992 82 Caudron 859 8-11-1993 486 Dewinter 8271 20-5-1992 83 Caudron 860 10-11-1993 488 Van den Eynde 8272 20-5-1992 84 Caudron 860 10-11-1993 492 Vandeurzen 8275 2-6-1992 89 Annemans 1051 12-11-1993 495 Van Dienderen 8276 16-7-1992 130 de Clippele 1614 12-11-1993 497 Coveliers 8277 4-9-1992 154 Buisseret 2473 24-11-1993 504 Van Nieuwenhuysen 8459 4-9-1992 155 Dewinter 2474 1-12-1993 509 Brouns 8462 7-9-1992 156 Damseaux 2474 1-12-1993 510 Simons 8463 18-9-1992 164 Van Nieuwenhuysen 2477 8-12-1993 515 Van Nieuwenhuysen 8626 22-9-1992 166 De Groot 2478 13-12-1993 516 Van Vaerenbergh 8719 28-9-1992 171 Winkel 2480 13-12-1993 517 Van Vaerenbergh 8720 13-10-1992 181 Annemans 2485 15-12-1993 521 Landuyt 8722 23-10-1992 194 Mw. Vogels 2788 21-12-1993 522 Ylieff 8843 9-11-1992 201 Annemans 2884 22-12-1993 528 Vandeurzen 8845 18-11-1992 209 Platteau 2990 22-12-1993 530 Vandeurzen 8846 24-11-1992 210 Van Nieuwenhuysen 3058 22-12-1993 532 Vandeurzen 8847 30-11-1992 214 Mw. Dillen 3175 22-12-1993 533 Vandeurzen 8848 22-12-1992 235 Devolder 3562 22-12-1993 534 Vandeurzen 8848 6-1-1993 239 Coveliers 3659 24-12-1993 538 Van den Eynde 8984 2-2-1993 263 Dewinter 4156 28-12-1993 540 DeMan 8985 3-2-1993 264 Ylieff 4156 3-1-1994 541 Winkel 9084 24-2-1993 285 Van Nieuwenhuysen 4498 4-1-1994 543 Pierco 9086 2-3-1993 287 Van Dienderen 4650 12-1-1994 552 Barbé 9154 3-3-1993 291 Dewinter 4651 13-1-1994 553 Swennen 9154 9-3-1993 298 Marsoul 4807 24-1-1994 557 Eerdekens 9470 17-3-1993 304 Van Nieuwenhuysen 5028 27-1-1994 560 Simons 9471 26-3-1993 310 Perdieu 5280 1-2-1994 561 Van den Eynde 9593 20-4-1993 326 Goutry 5539 3-2-1994 562 Leo Peeters 9594 26-4-1993 330 Van Dienderen 5650 10-2-1994 571 Gabriëls 9746 13-5-1993 346 MmeLizin 5886 10-2-1994 572 Poncelet 9747 11-6-1993 372 Buisseret 6388 3-3-1994 582 Simonet 10210 8-7-1993 391 Knoops 6781 4-3-1994 585 Standaert 10401 19-7-1993 398 Caudron 6918 7-3-1994 588 Grimberghs 10403 20-7-1993 400 Dielens 7798 24-3-1994 603 Vandendriessche 10714 30-7-1993 406 De Mol 7800 7-4-1994 610 Simons 10953 30-7-1993 409 Van Dienderen 7802 11-4-1994 611 Vandendriessche 10954 30-7-1993 411 Van Dienderen 7802 13-4-1994 612 Barbé 10954 2-8-1993 412 Leo Peeters 7803 15-4-1994 620 Draps 10958 2-8-1993 413 Leo Peeters 7803 21-4-1994 625 Eerdekens 10961 2-8-1993 415 Leo Peeters 7804 22-4-1994 626 Olaerts 11173 2-8-1993 416 Leo Peeters 7804 25-4-1994 627 Annemans 11173

ChambredesReprésentantsdeBelgique BelgischeKamervanVolksvertegenwoordigers -(121)- VragenenAntwoorden(GZ 1993-1994) 12633 Date Question n Page Date Question n Page Auteur Auteur Datum Vraag nr, Blz. Datum Vraag nr, BIz. 27 4-1994 628 Duquesne 11173 7-12-1993 43 Van Nieuwenhuysen 8627 27-4-1994 630 Duquesne 11175 21-3-1994 53 Taylor 11474 5-5-1994 636 De Clerck 11269 10-6-1994 55 De Mol 11920 11-5-1994 640 DeMan 11422 16-5-1994 641 Van Dienderen 11550 16-5-1994 642 Van Nieuwenhuysen 11550 27-5-1994 655 656 Ramoudt 11555 11662 26-5-1994 Knoops Ministre des Finances 27 5-1994 659 Standaert 11663 30-5-1994 660 Ylieff 11664 Minister van Financiën 26-3-1992 23 De Vlieghere 304 662 11665 1-12-1992 313 de Clippele 3183 1-6-1994 663 Van Vaerenbergh 11665 8-3-1993 478 Bertrand 4813 20-6-1994 670 Mw. Dillen 12062 22-3-1993 498 Van Hecke 5141 21 6-1994 672 De Mol 12063 13-9-1993 689 de Clippele 7828 24 6-1994 675 Annemans 12231 22-9-1993 707 de Clippele 7830 29-6-1994 677 Eerdekens 12231 22-9-1993 710 de Clippele 7831 4-7-1994 679 Vandendriessche 12344 23-9-1993 718 Duquesne 7832 5-7-1994 680 Standaert 12345 3-12-1993 812 Geysels 8627 8-7-1994 681 DeMan 12426 7-12-1993 817 Berben 8630 8-7-1994 682 Landuyt 12427 5-1-1994 859 Knoops 9088 12-7-1994 683 De Mol 12427 13-1-1994 865 Vanleenhove 9159 14-7-1994 684 Dewinter 12428 9-2-1994 906 Geysels 9751 15-7-1994 685 Standaert 12429 16-2-1994 916 Berben 9925 1 6-1994 1-6-1994 661 Van Grembergen Maingain 11665 22-2-1994 926 Knoops 10029 24-2-1994 930 Olaerts 10031 25-2-1994 931 Bertouille 10215 Affaires économiques - Economische Zaken 7-3-1994 946 Barbé 10405 10-3-1994 958 Pinxten 10406 18-3-1992 7 Mw. Leysen 230 14-3-1994 963 Saulmont 10535 26 5-1992 27 Knoops 863 21-3-1994 973 Knoops 10718 6-7-1992 40 Standaert 1537 21-3-1994 974 Taylor 10719 20-7-1992 52 Ylieff 2487 20-4-1994 1022 de Clippele 10973 30-9-1992 77 Van Vaerenbergh 2489 20-4-1994 1024 de Clippele 10974 30-11-1992 95 MmeLizin 3179 20-4-1994 1027 de Clippele 10975 1-12-1992 96 Michel 3179 20-4-1994 1028 de Clippele 10975 13-1-1993 113 De Bremaeker 3781 21-4-1994 1040 de Clippele 10981 14-5-1993 165 Kubla 6006 26-4-1994 1050 Hazette 11178 2-8-1993 201 Leo Peeters 7823 27-4-1994 1052 Dufour 11179 13-10-1993 218 Defeyt 7825 10-5-1994 1091 de Clippele 11425 10 1-1994 249 Duquesne 9156 16-5-1994 1093 Platteau 11556 14-1-1994 253 Standaert 9280 16-5-1994 1095 Geysels 11557 19-1-1994 257 Van Grembergen 9281 25-5-1994 1104 Duquesne 11561 1-2-1994 261 Ramoudt 9595 25-5-1994 1112 de Clippele 11566 2-3-1994 274 De Mol 10211 30-5-1994 1114 Saulmont 11672 2-3-1994 278 De Mol 10213 3-6-1994 1119 Vandendriessche 11809 24-3-1994 290 Devolder 10716 8-6-1994 1123 Taylor 11811 4-5-1994 299 Defeyt 11270 13-6-1994 1128 Dupré 11922 15-6-1994 1130 Thissen 11923 15-6-1994 1132 de Clippele 11925 15-6-1994 1133 de Clippe1e 11925 Vice-Premier Ministre et Ministre du Budget 16-6-1994 1134 Olaerts 11926 17-6-1994 1136 Van Nieuwenhuysen 12066 24-6-1994 1139 De Vlieghere 12232 Vice-Eerste Minister en 24-6-1994 1140 Lisabeth 12233 Minister van Begroting 24-6-1994 1142 Lisabeth 12233 24-6-1994 1143 Lisabeth 12234 25-10-1993 39 Van den Eynde 8048 24-6-1994 1148 Olaerts 12236

12634 ChambredesReprésentantsdeBelgique Questionset Réponses(Sa 1993-1994) -(121)- BelgischeKamervanVolksvertegenwoordigers VragenenAntwoorden(GZ1993-1994) Date Question n Page Date Question n Page Auteur Auteur Datum Vraag nr, Blz. Datum Vraag nr, BIz. 24-6-1994 1149 Olaerts 12236 26-1-1994 142 Simons 9484 24-6-1994 1150 Olaerts 12237 22-2-1994 147 Van Nieuwenhuysen 10032 27-6-1994 1152 Van Grembergen 12237 22-2-1994 148 Marsoul 10032 28-6-1994 1153 de Clippele 12238 23-2-1994 150 Vautmans 10033 29-6-1994 1155 Goutry 12239 24-2-1994 152 Van Vaerenbergh 10034 1-7-1994 1157 Van Vaerenbergh 12348 28-2-1994 153 Dielens 10220 4-7-1994 1160 Olivier 12350 9-3-1994 156 Barbé 10407 12-7-1994 1163 De Mol 12433 9-3-1994 157 Mw. Dillen 10408 13-7-1994 1167 de Clippele 12435 9-3-1994 161 Maingain 10409 15-7-1994 1172 Standaert 12438 10-3-1994 162 Van Nieuwenhuysen 10410 18-7-1994 1175 Standaert 12440 10-3-1994 165 Vautmans 10411 10-3-1994 167 Mw. Dillen 10412 10-3-1994 168 Ghesquière 10413 10-3-1994 170 Duquesne 10413 10-3-1994 171 Van Rompuy 10414 11-3-1994 172 Olivier 10414 Ministre de la Politique scientifique 11-3-1994 173 Duquesne 10415 et de l'infrastructure 11-3-1994 174 Philippe Charlier 10538 14-3-1994 175 Taylor 10539 Minister van Wetenschapsbeleid 16-3-1994 177 Wymeersch 10540 en Infrastructuur 24-3-1994 183 Maingain 10725 26-4-1994 186 Guy Charlier 11179 3-8-1992 26 Simons 2506 3-5-1994 187 Candries 11285 19-2-1993 61 Marsoul 4504 6-5-1994 188 Ramoudt 11426 19-2-1993 62 Marsoul 4504 16-5-1994 189 Barbé 11567 26-2-1993 64 Marsoul 4667 27-5-1994.191 De Mol 11673 1-3-1993 65 Marsoul 4667 27-5-1994 192 De Mol 11674 20-4-1993 77 Marsoul 5546 1-6-1994 193 Vandendriessche 11675 7-6-1993 88 Maingain 6218 8-6-1994 194 Standaert 11812 2-8-1993 97 Leo Peeters 7840 8-6-1994 195 Taylor 11813 2-8-1993 99 Leo Peeters 7840 10-6-1994 196 Van den Eynde 11926 31-8-1993 100 Marsoul 7841 17-6-1994 197 Olaerts 12066 6-9-1993 101 De Mol 7841 17-6-1994 198 Van Nieuwenhuysen 12067 13-9-1993 102 de Clippele 7841 20-6-1994 199 Annemans 12068 4-11-1993 108 Van Nieuwenhuysen 8177 21-6-1994 200 De Mol 12068 25-11-1993 113 Simons 8477 30-6-1994 202 De Mol 12240 3-12-1993 114 Candries 8634 5-7-1994 203 Van Vaerenbergh 12351 3-12-1993 115 Candries 8634 4-7-1994 204 Vandendriessche 12352 13-12-1993 116 Maingain 8726 12-7-1994 205 De Mol 12440 21-12-1993 119 Candries 8862 3-1-1994 120 Simons 9090 3-1-1994 121 Simons 9090 5-1-1994 123 Barbé 9091 21-1-1994 126 Maingain 9479 Ministre de l'intérieur 26-1-1994 128 Simons 9480 et de la Fonction publique 26-1-1994 129 Simons 9480 26-1-1994 130 Simons 9480 Minister van Binnenlandse Zaken 26-1-1994 131 Simons 9481 en Ambtenarenzaken 26-1-1994 132 Simons 9481 26-1-1994 133 Simons 9481 21-9-1992 173 Mw. Vogels 2516 26-1-1994 134 Simons 9482 22-10-1992 220 Annemans 2681 26-1-1994 135 Simons 9482 4-12-1992 264 Van Dienderen 3282 26-1-1994 136 Simons 9482 7-12-1992 268 Mw. Vogels 3284 26-1-1994 137 Simons 9483 10-12-1992 273 Detienne 3285 26-1-1994 138 Simons 9483 15-1-1993 311 Van den Eynde 3912 26-1-1994 139 Simons 9483 5-3-1993 367 Tant 4820 26-1-1994 140 Simons 9484 11-3-1993 381 Dewinter 4825 26-1-1994 141 Simons 9484 17-3-1993 388 Van Nieuwenhuysen 5035

ChambredesReprésentantsdeBelgique Questionset Réponses(SO1993-1994) -(121)- BelgischeKamervanVolksvertegenwoordigers VragenenAntwoorden(GZ1993-1994) 12635 Date Question n Page Date Auteur Question n Page Datum Vraag nr, Blz. Datum Vraag nr. Auteur Blz. 23-3-1993 391 Van Dienderen 5149 12-7-1994 850 De Mol 12442 29-3-1993 397 Mw. Vogels 5285 14-7-1994 852 Perdieu 12444 30-3-1993 400 DeMan 5286 14-7-1994 853 Perdieu 12444 20-4-1993 419 Buisseret 5549 15-7-1994 855 Duquesne 12445 26-4-1993 430 DeMan 5657 15-7-1994 856 Duquesne 12446 11-5-1993 446 Van Nieuwenhuysen 5892 18-7-1994 857 Standaert 12446 11-.5-1993 447 Van Nieuwenhuysen 5892 18-5-1993 454 Viseur 6010 23-6-1993 485 Simons 6603 2-7-1993 498 Van der Poorten 6794 26-7-1993 511 Buisseret 7846 26-7-1993 513 Barbé 7846 Ministre de l'emploi et du Travail, 29-7-1993 515 Leo Peeters 7847 chargé de la politique d'égalité des chances 29-7-1993 516 Leo Peeters 7847 entre hommes et femmes 30-7-1993 525 Van Dienderen 7848 Minister van Tewerkstelling en Arbeid, 30-7-1993 529 Van Dienderen 7848 belast met het beleid van gelijke kansen 30-7-1993 531 Van Dienderen 7849 voor mannen en vrouwen 2-8-1993 535 Leo Peeters 7850 3-8-1993 538 DeMan 7850 15-2-1993 137 Clerfayt 4380 12-8-1993 544 DeMan 7851 8-3-1993 151 Caudron 4827 20-8-1993 545 Leo Peeters 7852 22-3-1993 162 Detienne 5151 12-10-1993 580 Damseaux 7862 19-7-1993 201 Bertrand 6925 19-10-1993 586 DeMan 7975 25-10-1993 230 DeMan 8060 28-10-1993 597 DeMan 8059 29-10-1993 236 Van Vaerenbergh 8179 2-12-1993 623 Van den Eynde 8483 23-11-1993 245 Landuyt 8485 3-12-1993 627 Mw. Vogels 8635 24-11-1993 247 Lauwers 8486 8-12-1993 633 Caubergs 8638 24-11-1993 248 Lauwers 8486 17-12-1993 640 Mw. Vogels 8863 24-11-1993 250 Lauwers 8487 20-12-1993 641 DeMan 8865 2-12-1993 257 Vanvelthoven 8489 22-12-1993 647 Dewinter 8866 7-12-1993 258 Poty 8639 22-12-1993 649 Dewinter 8867 15-12-1993 262 Santkin 8729 22-12-1993 653 Dewinter 8869 21-12-1993 265 MmeColette Burgeon 8872 23-12-1993 656 Standaert 8871 12-1-1994 276. Barbé 9168 24-12-1993 657 Beysen 8990 7-2-1994 292 Philippe Charlier 9763 6-1-1994 668 Van Nieuwenhuysen 9162 7-2-1994 293 DeMan 9763 13-1-1994 676 Swennen 9166 28-2-1994 300 Dewinter 10226 19-1-1994 682 Van den Eynde 9286 3-3-1994 302 Dewinter 10228 26-1-1994 686 Olaerts 9485 15-3-1994 309 Demeulenaere 10544 8-2-1994 708 Michel 9759 25-3-1994 314 Mw. Vogels 10855 10-2-1994 713 Grimberghs 9761 15-4-1994 320 Goutry 10994 22-2-1994 722 De Mol 10037 29-4-1994 323 Van der Poorten 11290 25-2-1994 724 DeMan 10221 2-5-1994 324 Goutry 11290 4-3-1994 739 Van Vaerenbergh 10416 6-5-1994 327 Breyne 11430 24-3-1994 761 Vandendriessche 10729 10-5-1994 329 Van Nieuwenhuysen 11431 5-4-1994 771 Standaert 10986 17-5-1994 330 Bertrand 11572 5-4-1994 772 Standaert 10986 20-5-1994 332 Detienne 11573 7-4-1994 775 Simons 10987 20-5-1994 333 Van Vaerenbergh 11573 ls 4-1994 782 Van Overmeire 10990 1-6-1994 337 Vandendriessche 11679 29-4-1994 789 Detienne 11286 2-6-1994 338 Olaerts 11680 6-5-1994 799 Barbé 11427 8-6-1994 339 Taylor 11817 9-5-1994 802 Gabriëls 11428 23-6-1994 344 Schellens 12072 17-5-1994 804 DeMan 11568 28-6-1994 345 Vande Lanotte 12243 26-5-1994 815 Knoops 11571 29-6-1994 346 Desmet 12244 8-6-1994 829 Taylor 11816 1-7-1994 347 Van Vaerenbergh 12354 23-6-1994 840 Van den Eynde 12071 4-7-1994 348 Hancké 12355 24-6-1994 841 Beysen 12241 4-7-1994 349 Perdieu 12355 27-6-1994 842 Van Nieuwenhuysen 12242 14-7-1994 352 De Mol 12447 6-7-1994 847 DeMan 12353 18-7-1994 353 Standaert 12449

12636 ChambredesReprésentantsdeBelgique BelgischeKamervanVolksvertegenwoordigers -(121)- VragenenAntwoorden(GZ 1993-1994) Date Question n Page Date Question n Page Auteur Auteur Datum Vraag nr, Blz. Datum Vraag nr, Blz. Ministre des Petites Ministre pour l'intégration sociale, et Moyennes Entreprises la Santé publique et l'environnement et de l'agriculture Minister voor Maatschappelijke Integratie, Minister voor de Kleine Volksgezondheid en Leefmilieu en Middelgrote Ondernemingen en Landbouw 5-11-1992 122 Gabriëls 2905 23-3-1993 218 De Mol 5157 Petiteset MoyennesEntreprises- 23-4-1993 236 Barbé 5668 Kleineen MiddelgroteOndernemingen 14-5-1993 253 Barbé 6016 14-5-1993 255 De Mol 6017 29-1-1993 46 Standaert 4168 19-5-1993 258 De Mol 6019 2-5-1994 124 Bertrand 11291 26-7-1993 309 Barbé 7878 12-7-1994 133 De Mol 12449 10-11-1993 361 Van Vaerenbergh 8303 6-1-1994 401 Barbé 9180 9-2-1994 445 Barbé 9777 Agriculture- Landbouw 15-2-1994 453 De Mol 9927 2-3-1994 462 De Mol 10234 21-3-1994 180 Taylor 10733 21-6-1994 193 De Mol 12073 13-4-1994 483 Barbé 11002 5-7-1994 196 DeMo! 12357 2-5-1994 491 Dewinter 11293 12-7-1994 198 De Mol 12450 27-5-1994 503 De Mol 11683 3-3-1994 16-3-1994 464 472 Caubergs Barbé 10235 10552 16-6-1994 509 De Mol 11935 16-6-1994 510 De Mol 11936 16-6-1994 511 De Mol 11937 Ministre de la Défense nationale 21-6-1994 517 De Mol 12077 Minister van Landsverdediging 21-6-1994 518 De Mol 12078 23-6-1994 519 DeMo! 12079 22-4-1994 441 Ghesquière 11184 27-6-1994 520 De Mol 12246 27-4-1994 442 Buisseret 11185 30-6-1994 523 De Mol 12248 25-5-1994 460 Duquesne 11580 6-7-1994 527 De Mol 12360 5-7-1994 470 Hazette 12357 12-7-1994 528 De Mol 12457 5-7-1994 471 De Mol 12358 14-7-1994 530 De Mol 12459 6-7-1994 472 14-7-1994 Knoops 12358 531 De Mol 12460 11-7-1994 473 Hiance 12452 14-7-1994 532 De Mol 12461 12-7-1994 474 De Mol 12452 15-7-1994 476 Bertrand 12453 18-7-1994 477 Standaert 12454 Ministre des Affaires sociales Minister van Sociale Zaken Secrétaire d'etat à la Coopération au Développement, adjoint au Ministre des Affaires étrangères Staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking, toegevoegd aan de Minister van Buitenlandse Zaken 5-10-1992 77 Van Vaerenbergh 2503 5-11-1992 89 Vandendriessche 2891 13-12-1993 253 Van Vaerenbergh 8733 13-12-1993 254 Van Vaerenbergh 8733 6-9-1993 85 De Mol 7889 13-12-1993 255 Winkel 8734 27-10-1993 95 Caudron 8068 21-12-1993 259 De Mol 8875 24-1-1994 115 Van Dienderen 9494 4-2-1994 284 Hazette 9771 3-2-1994 116 Leo Peeters 9619 7-2-1994 286 Perdieu 9772 17-2-1994 118 De Mol 9928 22-2-1994 298 Jan Peeters 10042 14-3-1994 124 Saulmont 10552 7-3-1994 301 Breyne 10427 15-3-1994 125 Standaert 10553 21-3-1994 310 Taylor 10737 21-3-1994 126 Taylor 10741 23-3-1994 311 Van Vaerenbergh 10737 22-3-1994 128 De Mol 10742 15-7-1994 348 Vandeurzen 12456 11-4-1994 129 Barbé 11004

Chambre des Représentants de Belgique BelgischeKamer van Volksvertegenwoordigers -(121)- Questions et Réponses (SO 1993-1994) Vragen en Antwoorden (GZ 1993-1994) 12637 Date Question n Page Date Question n Page Auteur Auteur Datum Vraag nr. Blz. Datum Vraag nr. Blz. 13-4-1994 130 Barbé 11005 12-7-1994 143 De Mol 12464 6-7-1994 140 Van Nieuwenhuysen 12361 14-7-1994 144 De Mol 12465 8 7-1994 142 Van Dienderen 12463 15-7-1994 145 Viseur 12466 1610

Chambredes Représentantsde Belgique _ (121)_ BelgischeKamervan Volksvertegenwoordigers 12639 Vragenen Antwoorden(GZ 1993-1994) (Fr.) : Question posée en français. - (N.) : Question posée en néerlandais. (Fr.) : In het Frans gestelde vraag. - (N.) : In het Nederlands gestelde vraag. Questions posées par les membres de la Chambre des Représentants et réponses données par les Ministres. Vragen van de leden van de Kamer van Volksvertegenwoordigers en antwoorden van de Ministers. Premier Ministre Eerste Minister D0939422295 Question n? 171 de M. Barbé du 26 août 1994 (N.) : Travaux de réfection des églises. Conformément aux articles 2 et 3 de l'arrêté royal du 16 août 1824, les travaux de réfection d'églises importants sont soumis à l'autorisation royale, qui doit être délivrée à l'initiative du ministre de la Justice. Cela signifie-t-il que la passation d'un marché relatif à pareils travaux de réparation en l'absence d'une autorisation du Roi doit être considérée comme nulle et non avenue? Réponse : La question de l'honorable membre est transmise au ministre de la Justice, comme rentrant dans ses attributions (question n 707 du 12 septembre 1994). DO 939422295 Vraag nr. 171 van de heer Barbé van 26 augustus 1994 (N.) : Herstellingswerken aan kerken. Belangrijke herstellingswerken aan kerken zijn overeenkomstig de artikelen 2 en 3 van het koninklijk besluit van 19 augustus 1824 onderworpen aan de koninklijke machtiging die op initiatief van de minister van Justitie dient te worden verleend. Betekent dat dat een vergunning van een opdracht inzake dergelijke herstellingswerken zonder dat er een koninklijke machtiging is, nietig moet worden beschouwd? Antwoord : De vraag van het geacht lid wordt toegezonden aan de minister van justitie, daar ze tot zijn bevoegdheden behoort (vraag nr. 707 van 12 september 1994). Vice-Premier Ministre et Ministre des Communications et des Entreprises publiques Vice-Eerste Minister en Minister van Verkeerswezen en Overheidsbedrijven DO939411059 Question n? 908 de M. Reynders du 11 février 1994 (Fr.) : Régiedes voies aériennes. - Filiales. - Participations. La Régie des voies aériennes a progressivement pris un nombre croissant de participations dans des sociétésfiliales. DO 939411059 Vraag nr, 908 van de heer Reynders van 11 februari 1994 (Fr.) : Regie der luchtwegen. - Dochtermaatschappijen. - Participaties. De Regie der luchtwegen heeft een alsmaar groeiend aantal participaties in dochtermaatschappijen genomen.

ChambredesReprésentantsdeBelgique 12640 -(121)- BelgischeKamervanVolksvertegenwoordigers Questionset Réponses(Sa 1993-1994) VragenenAntwoorden(GZ 1993-1994) 1. Dans quelles sociétés la Régie des voies aériennes détient-elle une participation, et quel est leur objet social? 2. Dans quelles sociétés les filiales de la Régie des voies aériennes ont-elles pris des participations, et quel est leur objet social? Réponse: J'ai l'honneur de communiquer à l'honorable membre ce qui suit. 1. La Régie des voies aériennes détient une participation dans les sociétés suivantes: «Brussels Airport International» (BAI), société coopérative, qui a pour but de promouvoir toutes les activités à l'aérogare de Bruxelles-National, spécialement le trafic des passagers et du fret aérien, sans exclusion toutefois de toutes autres activités. Ces services comprennent entre autres toutes les actions de prospection et de promotion profitant directement ou indirectement au trafic et à d'autres activités. «Belgian Airport Consultants» (BEAC), société coopérative, qui a pour objet la fourniture de tous services relatifs à l'infrastructure et aux équipements aéroportuaires. «s.a, Brussels Airport Terminal Company nv» (BATC), société anonyme, qui a pour objet social la réalisation des extensions et la modernisation de l'aérogare passagers, y compris les parkings et les voies d'accès, de l'aéroport de Bruxelles-National ainsi que la gestion et l'exploitation commerciale de l'aérogare passagers. Dans le cadre de son objet social, elle peut prester tout service et exercer toute activité. Pour atteindre son objet social, la société pourra s'associer avec toute personne de droit privé ainsi qu'avec tout pouvoir public, organisme semi-public, régie ou organisme d'intérêt public, conclure tous contrats, conventions et, en général, réaliser toutes opérations qui, d'une manière directe ou indirecte, sont de nature à favoriser la réalisation de l'objet social. Elle a également pour objet social d'effectuer toutes opérations financières et immobilières et, notamment, d'acheter, de vendre, de louer, de gérer tous biens mobiliers et immobiliers, de s'intéresser par voie d'apport, prise ou cession de participations, de fusion ou autrement dans tous syndicats et sociétés quelconques et de gérer et d'exploiter, seule ou avec d'autres, toute autre aérogare passagers ou marchandises. Elle peut également exercer toutes autres activités commerciales de nature aéroportuaire ou susceptibles de réaliser, directement ou indirectement, son objet social. 2. BAI et BEAC n'ont pas de participations dans d'autres sociétés. 1. In welke vennootschappen participeert de Regie der luchtwegen, en wat is hun maatschappelijk doel? 2. In welke vennootschappen participeren de dochtermaatschappijen van de Regie der luchtwegen, en wat is hun maatschappelijk doel? Antwoord: Ik heb de eer het geacht lid de volgende inlichtingen rneé te delen. 1. De Regie der luchtwegen heeft een participatie in de volgende vennootschappen: «Brussels Airport International» (BAI), cooperatieve vennootschap, die tot maatschappelijk doel heeft al de activiteiten op de luchthaven Brussel- Nationaal te bevorderen, meer speciaal het passagiers- en het vrachtverkeer, zonder uitsluiting evenwel van om het even welke andere activiteiten. Die diensten bevatten onder meer alle daden van prospectie en promotie die direct of indirect het verkeer en de andere activiteiten ten goede komen. «Belgian Airport Consultants» (BEAC), coöperatieve vennootschap, die tot maatschappelijk doel heeft alle diensten te verlenen op het gebied van de luchthaveninfrastructuur en -uitrusting. «nv Brussels Airport Terminal Company s.a.» (BATC), naamloze vennootschap, die tot rnaatschappelijk doel heeft de verwezenlijking van de uitbreidingen en de modernisering van het passagiersgebouw, met inbegrip van de parkings en de toegangswegen, van de luchthaven Brussel-Nationaal evenals het beheer en de comerciële exploitatie van het passagiersgebouw. In het kader van haar doel mag ze alle diensten verstrekken en alle activiteiten uitoefenen. Om haar doel te bereiken mag de vennootschap zich verenigen met iedere privaatrechtelijke persoon evenals met elke overheid, semi-opcnoetc instelling, regie of instelling van openbaar nut, alle contracten of overeenkomsten sluiten en in het algemeen alle verrichtingen uitvoeren die van aard zijn rechtstreeks of onrechtstreeks de verwezenlijking van het doel in de hand te werken. Ze heeft eveneens tot doel alle financiële en vastgoedverrichtingen uit te voeren en onder meer alje roerende en onroerende goederen aan te kopen, te verkopen, te verhuren en te beheren, door inbreng, het nemen of afstaan van participaties, fusie af anderszins een belang te nemen in ge\i)k we\v..t syndicaten en vennootschappen en alleen of met anderen elk ander passagiers- of vrachtiucàráavengebouw te beheren en te exploiteren. Zij mag eveneens alle andere handelsactiviteiten uitoefenen met luchthavenkarakter- of die van aard zijn, rechtstreeks of onrechtstreeks, haar sociale doel te verwezenlijken. 2. BAI en BEAC hebben geen participaties in andere vennootscha ppen,

Chambredes Représentantsde Belgique _ (121)_ BelgischeKamervan Volksvertegenwoordigers 12641 Vragenen Antwoorden(GZ 1993-1994) BATC est soumis à la réglementation qui détermine quels renseignements doivent être rendus publics par des compagnies privées. Les renseignements publiés dans ce cadre seront directement expédiés à l'honorable membre et peuvent être consultés au greffe de la Chambre des Représentants (service des Questions parlementaires). BATC is onderworpen aan de reglementering die bepaalt welke inlichtingen door privé-maatschappijen moeten worden openbaar gemaakt. De in dat kader gepubliceerde inlichtingen zullen rechtstreeks aan het geacht lid worden toegestuurd en liggen ter inzage op de griffie van de Kamer van Volksvertegenwoordigers (dienst Parlementaire vragen). DO 939411406 Question n? 972 de M. Van Nieuwenhuysen du 25 mars 1994 (N.) : SNCB. - TGV. - Coût. Dans une interview accordée au quotidien «Gazet van Antwerpen» et publiée le 24 mars dernier, M. Schouppe, responsable de la SNCB, affirme que les 14,6 milliards de francs belges de frais supplémentaires liésà la construction de la ligne TGV découlent en fait des divers souhaits émis comme condition à la délivrance des permis de bâtir nécessaires par les administrations locales et régionales. entre les diffé- Comment ces frais se répartissent-ils rentes régions? Réponse: Une première décision importante de portée générale a été la création par la convention du 7 août 1991 du «fonds TGV» pour les communes; outre les mesures et travaux déjà contenus dans la définition du projet tels le rétablissement des voiries communales et la plupart des mesures environnementales déjà décrites dans l'etude d'impact sur l'environnement (EIE), il a été prescrit de manière explicite dans l'accord entre la SNCB et l'etat un certain nombre de frais supplémentaires correspondant à un montant total actualisé de 4 milliards de francs belges. La convention qui crée le fonds précité fixe des critères objectifs qui permettent au fonds d'intervenir. Iln'y a donc pas de répartition régionale préétablie qui pourrait constituer un élément de décision. Un premier rapport relatif à la gestion du fonds sera disponible à la fin de cette année. Des exigences supplémentaires ont été édictées par la Région wallonne lors de la révision du plan de secteur et de la délivrance des permis de bâtir en vue de l'intégration optimale des lignes nouvelles dans le paysage. C'est surtout l'abaissement systématique du prom de la ligne sur le tronçon frontière française- Lembeek qui a été déterminant. D'autres modifications ont également été imposées, notamment en matière de mesures antibruit, d'esthétique des ouvrages d'art, de reconstitution de l'environnement, et cetera. Des exigences supplémentaires ont également été édictéespar la Région flamande lors de la délivrance du permisde bâtir pour la section Lembeek-Drogenbos et à Bierbeek. Etant donné que la Région de Bruxelles-capitale n'a pas approuvé l'extension du terminal TGV telle que DO 939411406 Vraag nr. 972 van de heer Van Nieuwenhuysen van 25 maart 1994 (N.) : NMBS. - HST. - Kostprijs. In een vraaggesprek met de Gazet van Antwerpen van 24 maart jongstleden verklaart het hoofd van de NMBS, de heer Schouppe, dat 14,6 miljard Belgische frank extra-kosten voor de aanleg van de flitstrein worden veroorzaakt door allerlei wensen van lokale en gewestelijke instanties bij het uitreiken van de nodige bouwvergunningen. Hoe is dat bedrag verdeeld tussen de gewesten? Antwoord: Een eerste belangrijke algemene beslissing is de oprichting van het «SST-fonds» voor de gemeenten, door de overeenkomst van 7 augustus 1991. Naast werken en maatregelen die al in de projectdefinitie vervat zaten zoals het herstel van de gemeentelijke relaties en de meeste milieumaatregelen al beschreven in het Milieu effecten rapport (MER), zijn in de overeenkomst tussen de Staat en de NMBS expliciet een aantal bijkomende kosten opgelegd, voor een totaal geactualiseerd bedrag van om en bij 4 miljard Belgische frank. De overeenkomst die het voornoemde fonds opricht, legt de objectieve criteria voor de aanwending van het fonds vast. Een regionale verdeling als beleidsbepalend element staat bijgevolg niet voorop. Een eerste verslag omtrent het beheer van het fonds zal tegen het einde van dit jaar beschikbaar zijn. Door het Waalse Gewest zijn bij de gewestplanherziening en bij het afleveren van de bouwvergunningen bijkomende eisen gesteld voor de optimale inpassing van de nieuwe lijnen in het landschap. Vooral de systematische verlaging van het lengteprofiel op het traject tussen de Franse grens en Lembeek is hierbij doorslaggevend. Ook andere wijzigingen werden opgelegd, onder meer inzake geluidswerende maatregelen, de esthetiek van de kunstwerken, herinrichtingen van de omgeving, en dergelijke meer. Ook door het Vlaamse Gewest werden bijkomende eisen opgelegd bij het afleveren van de bouwvergunning op het gedeelte Lembeek-Drogenbos en te Bierbeek. Omdat het Brusselse hoofdstedelijk Gewest de door de NMBS gewenste uitbouw van de HST-terminal

12642 ChambredesReprésentantsdeBelgique Questionset Réponses(SO1993-1994) _ (121)_ BelgischeKamervanVolksvertegenwoordigers VragenenAntwoorden(GZ 1993-1994) souhaitée par la SNCB, cette dernière a dû prendre à sa charge plus de coûts que prévu: les objectifs immobiliers au-dessus du terminal peuvent être exécutés, mais de manière plus limitée. Il faut encore souligner que la différence de coûts par rapport à l'estimation initiale résulte également: de l'indexation classique des coûts (entre 1989 et 1993 : évolution de 17,8% de l'index ABEX); de l'incorporation des frais généraux inhérents à tout projet d'investissement et des frais de suivi du chantier; de modifications dans la conception technique d'ouvrages d'art, en conséquence d'études géotechniques et hydrauliques qui ont été réalisées; d'une redéfinition du projet initial, tout à la fois, pour mieux insérer le TGV dans le réseau des trains classiques intérieurs et mieux intégrer la partie belge du réseau TGV dans le réseau européen; il s'agit là d'un point tout à fait capital. Brussel-Zuid niet heeft aanvaard, heeft de NMBS veel meer kosten zelf ten laste moeten nemen dan voorzien: de immobiliaire objectieven boven de terminal mogen meer beperkt worden uitgevoerd. Er moet ook nog worden onderstreept dar het verschil van de kosten ten opzichte van de eerste raming komt van: de klassieke indexering van de kosten (tussen 1989 en 1993: evolutie van de ABEX-index met 17,8%); de opname van de algemene kosten verbonden met elk investeringsproject en van de opvolgingskasten van de werf; wijzigingen in de technische conceptie van kunstwerken ingevolge de uitgevoerde geotechnische en hydraulische studies; nauwkeuriger uitwerking van het project om tegelijkertijd de HST beter in te passen in het conventionele net van binnenlandse treinen en het Belgisch gedeelte van het HST-net beter te integreren in het Europese net; dat punt is van wezenlijk belang. DO 939411888 Question n? 1046 de M. Olaerts du 1 er juin 1994 (N.) : SNCB. - Plan d'investissement. La réalisation du plan d'investissement décennal 1991-2000 accuse un retard considérable, et un certain nombre de projets' ne seront probablement pas exécutés. Consécutivement à ces dérogations par rapport au plan d'investissement initial, il est devenu impératif d'établir un nouveau plan décennal. 1. Quand peut-on escompter un nouveau plan décennal en ce qui concerne les investissements dans le trafic intérieur? 2. Quels projets figurant dans l'ancien plan seront repris dans le nouveau? Réponse: Je tiens à préciser à l'honorable membre que les objectifs qui sont à la base du plan décennal 1991-2000 des investissements de la SNCB sont maintenus. Il est vrai que l'exécution et la mise en œuvre d'un certain nombre de projets sont étalés dans le temps. Cet étalement est surtout la conséquence d'une diminution des crédits mis à la disposition de la SNCB par l'etat dans la période 1991-1993 et de l'importante commande de matériel roulant passée à la fin 1992. Il découle aussi de certaines difficultés à faire aboutir dans les délais requis les procédures exigées. Par ailleurs, la convention du 7 août 1991 passée entre l'etat belge et la SNCB au sujet de la programmation décennale 1991-2000 stipule que, à partir de DO 939411888 Vraag nr, 1046 van de heer Olaerts van 1 juni 1994 (N.): NMBS. - Investeringsplan. Het tienjareninvesteringsplan 1991-2000 loopt heel wat vertraging op en vermoedelijk zullen een aantal projecten niet worden uitgevoerd. De afwijkingen van het oorspronkelijk investeringsplan maken een nieuw tienjarenplan noodzakelijk. 1. Wanneer komt er een nieuw tienjarenplan voor de binnenlandse investeringen? 2. Welke van de vorige projecten zullen worden opgenomen in dat nieuwe plan? Antwoord: Ik houd eraan het geacht lid te verduidelijken dat de doelstellingen die aan de basis liggen van het tienjarenplan 1991-2000 voor de investeringen van de NMBS gehandhaafd blijven. Het is juist dat de uitvoering en indienststelling van sommige projecten in de tijd zullen moeten worden gespreid. Die spreiding is voornamelijk een gevolg van een vermindering van de in de periode 1991-1993 door de Staat aan de NMBS ter beschikking gestelde kredieten en van de eind 1992 geplaatste belangrijke bestelling rollend materieel. Zij is tevens een uitvloeisel van sommige moeilijkheden om de vereiste procedures binnen de gestelde termijnen tot een goed einde te brengen. Anderzijds bepaalt de overeenkomst van 7 augustus 1991 tussen de Belgische Staat en de NMBS betreffende het tienjarenplan 1991-2000 dar de NMBS vanaf

ChambredesReprésentantsdeBelgique _ (121)_ BelgischeKamervanVolksvertegenwoordigers 12643 VragenenAntwoorden(GZ 1993-1994) 1995, la SNCB doit procéder à sa révision afin de déboucher sur la mise au point d'une nouvelle programmation décennale portant cette fois sur la période 1996-2005. En tout état de cause, je tiens spécifiquement à mettre en évidence que: la volonté de réaliser tous les projets contenus dans la programmation décennale 1991-2000 reste intacte; la modernisation et le renouvellement du réseau intérieur, d'une part, et la réalisation du projet TGV, d'autre part, ne se feront pas au détriment l'un de l'autre; la clé de répartition régionale des investissements ferroviaires a été et restera scrupuleusement respectée. La question de la programmation décennale des investissementsferroviaires sera en tous cas examinée dans son ensemble par une étude externe qui devra développer des scénarios et des simulations de solutions, pour l'élaboration d'une nouvelle programmation décennale qui sera mise au point après une concertation avec les gouvernements régionaux. 1995 moet overgaan tot de herziening ervan, teneinde een nieuw tienjarenplan voor de periode 1996-2005 op punt te stellen. Hoe dan ook, ik vestig er meer in het bijzonder de aandacht op dat: de wil tot het verwezenlijken van alle projecten, vervat in het tienjarenplan 1991-2000, behouden blijft; de modernisering en de vernieuwing van het binnenlandse net enerzijds, en de verwezenlijking van het HST-project anderzijds, niet zullen gebeuren ten koste van elkaar; de gewestelijke verdeelsleutel voor de spoorweginvesteringen nauwgezet werd geëerbiedigd en dat in de toekomst zo zal blijven. Het probleem van het tienjarenprogramma van de spoorweginvesteringen zal in elk geval globaal worden onderzocht in een externe studie die scenarios moet ontwikkelen en oplossingen uitwerken voor een nieuw tienjarenprogramma dat op punt zal worden gesteld na overleg met de gewestelijke regeringen. DO 939411889 Questionn? 1047 de M. Olaerts du 1 er juin 1994 (N.) : SNCB. - Déficit. La SNCB accuse un déficit structurel croissant, qui est compensé chaque année grâce à des opérations non récurrentes. Si des mesures ne sont pas prises, on escompteque les fonds propres afficheront une valeur négativeà partir de l'année 1997. Il pourrait en fait s'ensuivreque la SNCB serait virtuellement en «faillite» à ce moment-là. 1. Quelles sont les causes exactes de ce déficit structurel? 2. Quelles mmatrves concrètes sont prises pour éviterque la SNCB ne soit à nouveau confrontée à un tel déficit à l'avenir? 3. Ce déficit entraînera-t-il un retard encore plus important dans la réalisation des investissements prévuspar le plan Star 21? 4. Quelles mesures sont prises pour éviter la «faillite» de la SNCB: al sur le plan interne, par la SNCB même; h) par le gouvernement? Réponse: En 1993, la SNCB a élaboré son premier plan d'entreprise pour les années 1993 à 1996 et a prévudes mesures visant à utiliser les moyens dont elle disposeafin de renforcer sa position sur le marché des transports. Le plan ne concernait que les activités de transport actuelles et ne se référait pas à la réalisation du projet TGV. DO 939411889 Vraag nr, 1047 van de heer Olaerts van 1 juni 1994 (N.) : NMBS. - Tekort. De ~MBS heeft een groeiend structureel tekort, dar jaarlijks, dankzij eenmalige operaties, wordt goedgemaakt. Er wordt verwacht dat vanaf 1997 het eigen vermogen negatief wordt als niet wordt ingegrepen. Dat kan eigenlijk betekenen dat de NMBS virtueel «failliet» is op dat moment. 1. Wat zijn de precieze oorzaken van dat structureel tekort? 2. Welke concrete stappen worden gedaan om dat tekort in de toekomst te vermijden? 3. Zal dat tekort tot gevolg hebben dat de geplande investeringen voor Star 21 nog meer vertraging oplopen? 4. Welke maatregelen worden genomen om het «faillissement» van de NMBS te vermijden: a) intern door de NMBS; h) door de regering? Antwoord: De NMBS heeft in 1993 haar eerste ondernemingsplan voor de jaren 1993-1996 opgesteld en heeft hierin maatregelen uitgewerkt teneinde de haar ter beschikking staande middelen aan te wenden voor de versteviging van haar plaats op de vervoermarkt. Dat plan had enkel betrekking op de huidige vervoersactiviteiten en hield geen rekening met de verwezenlijking van het HST-project.

12644 ChambredesReprésentantsdeBelgique Questionset Réponses(SO1993-1994) _ (121)_ BelgischeKamervanVolksvertegenwoordigers VragenenAntwoorden(GZ 1993-1994) Les données disponibles actuellement indiquent que le déficit d'exploitation de la SNCB dépasserait dans les années à venir les montants prévus au plan d'entreprise, en l'absence de toute mesure complémentaire. Les causes de ce déficit résultent notamment d'une limitation de l'accroissement des recettes prévues provenant du. trafic marchandises et, contrairement à ce qui avait été espéré dans le plan d'entreprise, de l'absence déjà en 1994 de produits financiers exceptionnels. Du côté des dépenses, on se trouve par contre confronté à un accroissement plus important des coûts en énergie et en personnel, ainsi qu'à une part croissante des frais financiers. Un audit externe est chargé d'examiner la situation financière actuelle de la SNCB et son évolution dans le temps, cadrant avec le double défi auquel la SNCB est confrontée, c'est-à-dire d'une part, le financement des investissements, aussi bien les investissements classiques qui font partie des plans décennaux, que les investissements liés au TGV, d'autre part le déficit des activités ferroviaires, résultant notamment de charges antérieures. L'étude doit présenter des propositions ou options possibles en travaillant par simulations ou par scénarios, visant à atteindre l'équilibre du compte d'exploitation à partir de 1997 et à permettre la consolidation à long terme de l'entreprise sur le plan financier économique et social. De momenteel beschikbare gegevens wijzen uit dat het exploitatiedeficit van de NMBS tijdens de komende jaren bij ontstentenis van bijkomende maatregelen de in het ondernemingsplan voorziene bedragen zal overschrijden. De oorzaken voor dat tekort zijn een gevolg van een verminderde groei van de voorziene ontvangsten, voortkomend uit het goederenvervoer en van het ontbreken in tegenstelling tot de verwachtingen van het ondernemingsplan van bijzondere financiële opbrengsten en dat al in 1994. Langs de uitgavenzijde wordt men daarentegen geconfronteerd met een verhoogde toename van de energie- en personeelskosten, alsook met een stijging van het aandeel van de financiële lasten, Een externe audit werd belast met een onderzoek van de financiële toestand van de NMBS en de evolutie ervan in de tijd. Dat dient te gebeuren in het licht van de dubbele uitdaging waarvoor de NMBS zich geplaatst ziet, namelijk enerzijds de financiering van de investeringen, zowel de conventionele investeringen die zijn vastgelegd in de tienjarenplannen, als de investeringen verbonden met het HST-project en anderzijds het deficit op de spoorwegactiviteiten, onder meer veroorzaakt door de lasten.uit het verleden. De studie moet uitmonden in voorstellen en mogelijke opties door het opstellen van simulaties of scenario's, teneinde vanaf 1997 een exploitatiebalans in evenwicht te bereiken en op lange termijn te komen tot een consolidatie van de onderneming op financieel, economisch en sociaal gebied. DO 939411907 Question na 1051 de M. Van Dienderen du 3 juin 1994 (N.) : SNCB. - TGV. - Transport de bicyclettes. - UE. - Proposition de directive. La proposition de directive du Conseil relative à l'interopérabilité du réseau européen de trains à grande vitesse (94/C 134105) comporte diverses exigences portant notamment sur la sécurité, l'environnement et les caractéristiques techniques, mais non sur le transport de bicyclettes, lesquelles peuvent cependant jouer un grand rôle dans le cadre de la mobilité favorable à l'environnement des voyageurs dans un but récréatif. Le Parlement européen s'est exprimé dans le même sens dans sa résolution A3-0256/92. Il y demande à la Commission et aux sociétés de chemins de fer communautaires d'entreprendre les démarches nécessaires afin de veiller à ce qu'au sein des chemins de fer européens soient créées des conditions (tarifs et systèmes de réductions) visant à faciliter le transport des bicyclettes au niveau du trafic ferroviaire international et national. DO 939411907 Vraag nr, 1051 van de heer Van Dienderen van 3 juni 1994 (N.): NMBS. - HST. - Transport van fietsen. - EU. - Voorstel van richtlijn. Het voorstel van richtlijn voor de Raad betreffende de interoperabiliteit van het Europese netwerk voor hogesnelheidstreinen (94/C 134105) bevat allerlei vereisten. Die betreffen onder andere de veiligheid, het milieu en de technische karakteristieken maar niet het meenemen van een fiets, die nochtans een grote rol kan spelen in de milieuvriendelijke recreatieve mobiliteit, Dat heeft ook het Europees parlement gesteld in resolutie A3-0256192. Daarin verzoekt het Parlement «de commissie en de communautaire spoorwegmaatschappijen de nodige stappen te ondernemen om te bewerkstelligen dat bij de Europese spoorwegen voorwaarden (tarief én kortingssystemen) worden gecreëerd die het meenemen van fietsen in het internationale en nationale treinverkeer vergemakkelijken».

Chambredes Représentantsde Belgique _ (121)_ BelgischeKamervan Volksvertegenwoordigers 12645 Vragenen Antwoorden(GZ 1993-1994) 1. Ne s'indique-t-il pas que, conformément à la résolution du Parlement européen, cette directive comporte également des dispositions relatives au transport des bicyclettes? 2. Prendrez-vous des initiatives à cet égard? Réponse: A la question posée par l'honorable membre, la SNCB me communique la réponse suivante. Etant donné que le trafic international n'est pas soumis aux obligations de missions de service public, les activités liées à ce trafic doivent être rentables. Jusqu'à présent, il n'est pas prévu de transporter des vélos à bord des Eurostar et du matériel PBKA. Toutefois, cette problématique est à l'étude: il faudra notamment tenir compte de la rentabilité du projet et des contraintes liées au type de matériel. 1. Is het niet aangewezen dat de richtlijn overeenkomstig de resolutie van het Europees parlement ook bepalingen bevat over het transport van fietsen? 2. Neemt u initiatieven? Antwoord: De NMBS deelt mij in antwoord op de door het geacht lid gestelde vraag het volgende mee. Daar het internationaal verkeer niet onderworpen is aan de verplichtingen van openbare dienst moeten de activiteiten die daarmee verband houden rendabel zijn. Tot nu toe is het vervoer van fietsen in de Eurostartreinen en in het materieel van de HST, PBKA niet voorzien. Die problematiek is evenwel ter studie: men zal namelijk moeten rekening houden met de rentabiliteit van dat ontwerp en de vereisten in verband met het type van materieel. DO 939411908 Question n? 1052 de M. Van Dienderen du 3 juin 1994 (N.): SNCB. - TGV. - Ostende-Roosendaal. Selon certaines rumeurs, la liaison ferroviaire IC Ostende-Roosendaal sera supprimée quand le TGV reliera Amsterdam et Bruxelles en empruntant la ligne 12 ou non. 1. De tels projets sont-ils à l'étude? 2. Le TGV s'arrêtera-t-il, par conséquent, à Roosendaal et à Essen? 3. Dans la négative, comment la liaison entre RoosendaaVEssen et Ostende sera-t-elle assurée? Réponse: A la question posée par l'honorable membre, la SNCB me communique la réponse suivante. La desserte TGV d'anvers et des gares situées audelà, les relations IC/IR du trafic intérieur vers cette région et le canevas de correspondances réciproques sont toujours en cours d'étude. Il est prématuré de présenter comme définitifs certains scénarios déterminés. DO 939411908 Vraag nr, 1052 van de heer Van Dienderen van 3 juni 1994 (N.): NMBS. - HST. - Oostende-Roosendaal. Er zijn geruchten dat de IC-treinverbinding Oostende-Roosendaal zou worden geschrapt, als de HST al dan niet op spoorlijn 12 tussen Amsterdam en Brussel zal rijden. 1. Zijn er dergelijke plannen? 2. Stopt een eventuele HST dan ook in Roosendaal en Essen? 3. Indien niet, hoe wordt de verbinding van Roosendaal en Essen met Oostende verzekerd? Antwoord: De NMBS deelt mij in antwoord op de door het geacht lid gestelde vraag het volgende mee. De bediening van Antwerpen en verder gelegen stations door middel van de HST, de IC/IR relaties van het binnenverkeer naar die regio en het onderlinge aansluitingspatroon zijn nog volop in de studiefase. Het is voorbarig om bepaalde scenario's als definitief voor te stellen. DO 939411923 Question no 1058 de M. Ghesquière du 7 juin 1994 (N.): SNCB. - Trains. - Réseaux de communication. Il est important de développer et d'investir dans les réseaux de téléinformatique modernes. La mobilophonie dans les voitures est en pleine extension. La DO 939411923 Vraag nr, 1058 van de heer Ghesquière van 7 juni 1994 (N.): NMBS. - Treinen. - Communicatienetwerken. Het ontwikkelen van en investeren in moderne datacommunicatienetwerken zijn belangrijk. De mobilofonie in de personenwagens is in volle uitbreiding. De 1611

12646 ChambredesReprésentantsdeBelgique _ (121)_ BelgischeKamervanVolksvertegenwoordigers VragenenAntwoorden(GZ 1993-1994) modernisation du trafic ferroviaire international par la venue du TGV et du transport de voyageurs intérieur par les récentes commandes de nouvelles voitures et automotrices a atteint la vitesse de croisière. Pour augmenter le confort des futurs voyageurs, les trains devraient être équipés de cabines téléphoniques et devraient prévoir la possibilité d'utiliser un mobilophone et un fax. 1. Le nouveau matériel est-il équipé de ces possibilités? 2. Des dispositions techniques sont-elles prises afin de garantir des communications de bonne qualité? Réponse: A la question posée par l'honorable membre, la SNCB me communique la réponse suivante. 1 et 2. Oui, une installation téléphonique par train est prévue dans le nouveau matériel. L'installation technique doit permettre une conversation exempte de problèmes. Quant au mobilophone, il a été tenu compte dans la conception du matériel roulant d'intégrer aussi peu que possible d'éléments atténuateurs de signal et éventuellement, dans une phase ultérieure d'y intégrer un câble si cela apparaît absolument nécessaire. Sur la base de quelques tests menés en empruntant le réseau GSM (sans fil) il appert que les communications téléphoniques pourraient se dérouler sans problème dans le nouveau matériel. modernisering van het internationaal spoorvervoer door de HST en van het nationaal reizigersvervoer door recente bestellingen van nieuwe rijtuigen en motorvoertuigen, is volop aan de gang. Tot het comfort van de toekomstige treinreiziger behoren zeker de aanwezigheid in de trein van een telefooncel en de mogelijkheid de mobilofoon en eventueel de fax te gebruiken. 1. Is het nieuwe rnaterieel uitgerust met die rnogelijkheden? 2. Zijn technische maatregelen genomen om kwalitatief feilloze gesprekken te kunnen voeren? Antwoord: De NMBS deelt mij in antwoord op de door het geacht lid gestelde vraag het volgende mee. 1 en 2. ja, In het nieuw materieel wordt een telefooninstallatie voorzien per trein. Die technische installatie moet een feilloos gesprek mogelijk maken. Wat de mobilofoon betreft, wordt bij het concept van het nieuw rollend materieel echter wel gestreefd om zo weinig mogelijk signaalverzwakkende elementen in te bouwen, om de ontvangst mogelijk te maken en, eventueel in een latere fase, een straalkabel in te bouwen indien dat absoluut zou nodig blijken. Op basis van enkele testen mag echter worden aangenomen dat telefoneren via het GSM-net (draadloze telefonie) in het nieuw materieel probleemloos zal kunnen gebeuren. DO 939411941 Question n? 1060 de de M. Olivier du la juin 1994 (N.) : SNCB. - Irrégularités dans le trafic intérieur. - Taxe de confection. La note 6TIPVR du 14 janvier 1994 détermine la taxe de confection qui est réclamée lorsque des personnes voyageant sans titre de transport ou avec un titre de transport non valable, lorsqu'elles voyagent à tarif réduit sans que le droit à la réduction n'existe, lorsqu'elles changent de classe ou poursuivent leur trajet au-delà de leur destination normale. La taxe de confection n'est exigée qu'une seule fois par bulletin de régularisation, et il existe une série de circonstances exceptionnelles dans lesquelles ladite taxe n'est pas due. Ce système, entré en vigueur au 1 er février 1994, a profondément courroucé les usagers du rail. C'est ainsi qu'une personne qui possède un abonnement Denderleeuw-Herzele et qui doit de temps à autre se rendre à Zottegem se voit réclamer dans ce cas, outre le supplément, une taxe de confection de 60 francs belges. De même, quelqu'un qui accompagne à l'improviste une personne voyageant en première classe DO 939411941 Vraag nr, 1060 van de heer Olivier van la juni 1994 (N.) : NMBS. - Onregelmatigheden in het binnenlands verkeer. - Maakloon. Nota 6 TIPVR van 14 [anuari 1994 regelt het maakloon als personen zonder vervoerbewijs of met een ongeldig vervoerbewijs reizen, als ze reizen met biljetten tegen verminderde prijs zonder dat het recht op reductie bestaat, als ze veranderen van klas of als zeeen aanvullend traject nemen. Er wordt slechts één maakloon per regelingsbulletin gerekend en er bestaan een reeks uitzonderlijke omstandigheden waarin het maakloon niet verschuldigd is. Die regeling, die op 1 februari 1994 in werking trad, heeft heel wat kwaad bloed gezet bij de treinreizigers. Zo moet iemand die een abonnement Denderleeuw- Herzele heeft en af en roe naar Zottegem rnoet, in dit laatste geval, naast het supplement, een maakloon van 60 Belgische frank betalen. Zo zal iemand die onvoorzien met iemand meereist in eerste klasse, naast het supplement ook het maakloon moeten betalen. Die

ChambredesReprésentantsdeBelgique Questionset Réponses(SO1993-1994) _ (121)_ BelgischeKamervanVolksvertegenwoordigers 12647 VragenenAntwoorden(GZ1993-1994) devraégalement acquitter la taxe de confection, en sus du supplément. Ces mesures sont extrêmement impopulairesauprès de la clientèle et ne sont incontestablement pas de nature à promouvoir le transport ferroviaire. 1. Etes-vous au courant de ce système? 2. Que comptez-vous faire pour que la SNCB changecette mesure néfaste pour la clientèle? Réponse: A la question posée par l'honorable membre,la SNCB me communique la réponse suivante. Des billets de surclassement, de trajet complémentaire,et cetera, peuvent être achetés, même à l'avance, danstoute gare délivrant des titres de transport. Dansce cas et lorsque la faute incombe au chemin de fer,il n'est pas compté de taxe de confection; il en est demêmepour les voyageurs montés aux points d'arrêt non desservis par du personnel, pour autant que le personnelde contrôle ait été prévenu préalablement. Dans les autres cas, il est bien perçu une taxe de confection: la délivrance des billets dans les trains prenddu temps et distrait le personnel d'autres missionsimportantes telle la surveillance policière à bord destrains. Les personnes qui ne sont pas en possession d'un titre de transport valable ou qui sont en possession d'un titre de transport qui ne couvre pas l'entièreté du parcours devront payer, si elles n'ont pas prévenu préalablement le personnel de train, outre le prix du voyageou la différence de prix, un montant forfaitaire supplémentaire de 500 francs belges en cas de paiementimmédiat. A défaut de paiement comptant dans le train, le montant forfaitaire supplémentaire est porté à 1.000francs belges. Lesvoyageurs qui sont en possession d'une carte de réductionnon en règle tombent sous l'application des dispositionsmentionnées dans les alinéas précédents. S'ilspeuvent présenter une carte de réduction en règle dans les 5 jours ouvrables, le dossier concernant l'irrégularité sera clôturé, moyennant paiement d'un montantde 100 francs belges pour frais administratifs. maatregelen zijn zeer klantonvriendelijk en bevorderen het treingebruik zeker niet. 1. Bent u van die regeling op de hoogte? 2. Wat doet u opdat de NMBS die klantonvriendelijke maatregel zal wijzigen? Antwoord: De NMBS deelt mij in antwoord op de door het geacht lid gestelde vraag het volgende mee. In om het even welk station waar uitreiking voorzien is kunnen, zelfs op voorhand, biljetten worden aangekocht voor klasseverhoging, trajectverlenging, enzovoort. In dar geval, en wanneer de fout bij de spoorweg ligt, wordt geen maakloon aangerekend; aan in onbemande stopplaatsen opgestapte reizigers evenmin voor zover het controlepersoneel op voorhand werd ingelicht. In de andere gevallen wordt het maakloon wel aangerekend: de uitgifte van biljetten in de treinen is tijdrovend en leidt het personeel af van andere belangrijke taken, onder meer politietoezicht op de treinen. Personen zonder geldig vervoerbewijs of met een vervoerbewijs dat niet het volledige traject dekt zullen, voor zover zij het treinpersoneel hiervan niet op voorhand hebben ingelicht, bij onmiddellijke betaling in de trein naast de prijs van de reis of het verschil in prijs een bijkomend forfaitair bedrag van 500 Belgische frank moeten betalen. Bij niet contante betaling in de trein bedraagt het bijkomend forfaitair bedrag 1.000 Belgische frank. Reizigers die in het bezit zijn van een ongeldige verminderingskaart vallen onder toepassing van de beschikkingen vermeld in voorgaande alinea's. Indien zij echter binnen de 5 werkdagen een geldige verminderingskaart kunnen tonen zal het dossier van hun onregelmatigheid worden afgesloten mits de betaling van 100 Belgische frank voor administratiekosten. Dû 939411957 Questionn? 1064 de M. Knoops du 10 juin 1994 (Fr.) : Poste. - Dispense d'affranchissement. - Franchise postale. Lesinvitations au lû ème festival du film d'amour de Monsont été envoyées sans affranchissement. Il ne s'agitpas à proprement parler d'une franchise postale DO 939411957 Vraag nr, 1064 van de heer Knoops van 10 juni 1994 (Fr.) : Post. - Vrijstelling van frankering. - Portvrijdom. De uitnodigingen voor het 'l Ode festival van de liefdesfilm van Bergen werden ongefrankeerd verstuurd. Toch kan hier strikt genomen niet echt sprake

12648 ChambredesReprésentantsdeBelgique _ (121)_ BelgischeKamervanVolksvertegenwoordigers VragenenAntwoorden(GZ 1993-1994) telle que prévue à l'article 59 de l'arrêté royal du 12 janvier 1970 portant réglementation du service postal. 1. A quelles conditions et quels types d'organisations ou d'associations la Poste peut-elle, en vue de mener une campagne publicitaire, dispenser d'affranchissement? 2. A quelles conditions et à quels types d'organismes ou d'associations la Poste a-t-elle le droit d'octroyer des franchises postales dans le cadre de ses propres campagnes publicitaires? Réponse: L'entreprise publique autonome, la Poste, me communique ce qui suit. 1. Elle n'octroie aucune dispense d'affranchissement aux organisations ou associations en vue de mener une campagne publicitaire. Les cas où sont octroyés la franchise postale sont prévus à l'article 59 de l'arrêté royal du 12 janvier 1970 portant réglementation du service postal. 2. Elle n'octroie pas de franchise postale lors de ses propres campagnes publicitaires. Toutefois, dans le cadre de ses activités, la Poste peut, en vue de promouvoir son image commerciale, apporter sa contribution à diverses manifestations. zijn van portvrijdom zoals bedoeld in artikel 59 van het koninklijk besluit van 12 januari 1970 houdende reglementering van de postdienst. 1. Welke typen van verenigingen of organisaties kan de Post voor het voeren van een reclamecampagne vrijstellen van port, en welke voorwaarden zijn daaraan verbonden? 2. Welke typen van verenigingen of instellingen mag de Post portvrijdom toekennen in het kader van haar eigen reclamecampagnes, en op welke voorwaarden? Antwoord: Het autonoom overheidsbedrijf de Post deelt mij het volgende mee. 1. Zij verleent geen portvrijdom aan organisaties of verenigingen voor het voeren van een reclamecampagne. De gevallen waarin portvrijdom wordt verleend zijn bepaald in artikel 59 van het koninklijk besluit van 12 januari 1970 houdende reglementering van de postdienst. 2. Zij verleent geen portvrijdom voor haar eigen reclamecampagnes. In het kader van haar activiteiten kan de Post echter, om haar commercieel imago te bevorderen, een bijdrage leveren tot verschi\\em\e manifestaties. DO 939411958 Question n? 1065 de M. Van Dienderen du 10 juin 1994 (N.): SNCB. - Transport de marchandises. - Port d'anvers. La SNCB souhaite une deuxième ligne de transport de marchandises afin de désenclaver la port d'anvers par une deuxième voie. Or, selon M. G. Carmichael, expert américain des chemins de fer, il y a moyen de tripler la capacité actuelle des lignes existantes «by improving their train control technologies» (par une amélioration des technologies de contrôle ferroviaire) (Back on Track: The Global Revival, Worldwatch Paper 118, 1994, Washington). La SNCB a-t-elle examiné si l'éventuelle mise en oeuvre de pareilles techniques de contrôle rendrait peut-être inutile la construction d'une deuxième ligne? Réponse : A la question posée par l'honorable membre, la SNCB me communique la réponse suivante. Bon nombre de caractéristiques essentielles des systèmes ferroviaires du nord de l'amérique diffèrent fortement de celles des systèmes ferroviaires de l'europe de l'ouest (distances, densité du réseauvfréquence et genre des trains, signalisation des lignes, et cetera). DO 939411958 Vraag nr. 1065 van de heer Van Dienderen van 10juni 1994 (N.): NMBS. - Goederenvervoer. - Antwerpse haven. De NMBS wenst een tweede ontsluiting voor het goederenvervoer vanuit de Antwerpse haven. Volgens de Amerikaanse spoordeskundige G. Carmichael kan de capaciteit van bestaande lijnen worden verdrievoudigd «by improving their train control technologies» (Back on Track: The Global Revival, Worldwatch Paper 118, 1994, Washington). Heeft de NMBS onderzocht of dergelijke controletechnieken eventueel een tweede ontsluiting overbodig maken? Antwoord: De NMBS deelt mij in antwoord op de door het geacht lid gestelde vraag het volgende mee. Heel wat essentiële karakteristieken van de spoorwegsystemen in Noord-Arnerika verschillen sterk van de spoorwegsystemen in West-Europa (afstanden, dichtheid van het net, frequentie en aard van de treinen, signalisatie van de lijnen, enzovoort).

ChambredesReprésentantsdeBelgique _ (121)_ BelgischeKamervanVolksvertegenwoordigers 12649 VragenenAntwoorden(GZ1993-1994) Globalement, ces différences sont très souvent trop importantes pourqu'une solution valable pour un continent puisse résoudre aussi les problèmes spécifiquesd'une autre partie du monde. Leproblème de l'accès unique au port d'anvers - y comprisla gare de formation d'anvers-nord - et le problèmede sa capacité ont été analysés en profondeur par les services de la SNCB. Les difficultés se situent d'une part au niveau de l'entrée d'anvers-nord, et d'autre part sur les lignes qui aboutissent à l'agglomération anversoise. Sur ces dernières,on doit en effet tenir compte de nombreuses bifurcations et de la mixité du trafic (voyageurs et marchandises), qui réduisent fortement le nombre de sillonsdisponibles pour les trains de marchandises. Afin de résoudre ce problème de transport et de traficde la région anversoise, la SNCB examine actuellement la possibilité d'implanter une nouvelle ligne marchandisesle long du tracé du canal de poussage. Cette solution permettrait d'une part de dégager sensiblementles lignes empruntées par le trafic voyageurs et d'autre part de répondre à la demande de capacitéde transport que généreront les futurs développementsdu port et de sa zone industrielle. Globaal genomen zijn die verschillen zeer vaak te belangrijk opdat een valabele oplossing voor het ene continent, ook de specifieke problemen in een ander deel van de wereld zou kunnen verhelpen. Door de NMBS-diensten werd het probleem van de enige toegang tot de Antwerpse haven - inbegrepen het vormingsstation Antwerpen-Noord - en de capaciteit ervan grondig geanalyseerd. De moeilijkheden situeren zich enerzijds ter hoogte van de inrit van Antwerpen-Noord, anderzijds op de spoorlijnen in en leidend naar de Antwerpse agglomeratie. Op die laatste dient inderdaad rekening gehouden met talrijke vertakkingen en met het gemengd verkeer (reizigers / goederen), waardoor het aantal beschikbare verkeerspaden voor goederentreinen sterk wordt gereduceerd. Om een oplossing te geven aan dat vervoersprobleem en aan de trafiek van de Antwerpse regio, bestudeert de NMBS momenteel de mogelijkheid voor aanleg van een nieuwe goederenlijn langs het tracé van het duwvaartkanaal. Die oplossing zou enerzijds de lijnen waarop ook nu het reizigersverkeer verloopt gevoelig ontlasten terwijl anderzijds zou tegemoet worden gekomen aan de vraag naar vervoerscapaciteit die zalontstaan door de toekomstige ontwikkelingen van de haven en van haar industriezone. DO 939411959 Question n? 1066 de M. Van Dienderen du la juin 1994 (N.): SNCB. ~ Guide électronique. Trois jours après l'entrée en vigueur des nouveaux horairesde service, le guide électronique «Aridisc» n'étaitpas encore disponible. Il convient cependant de souligner un aspect positif: un certain nombre de destinationsétrangères se trouvent à présent également répertoriées. 1. a) A quoi ce retard est-il imputable? h) Le guide des chemins de fer sur disquette ne devrait-il pas, lui aussi, être disponible quelques semainesà l'avance? 2. a) Le nouvel «Aridisc» coûtera 50 francs belges de plus qu'auparavant et sera plus cher que le guide des chemins de fer classique. Il s'agit d'une augmentation de prix de 33%. Cette hausse, largement supérieure à celle de l'inflation, se justifie-t-elle? DO 939411959 Vraag nr. 1066 van de heer Van Dienderen van la juni 1994 (N.): NMBS. - Elektronisch spoorboekje. Drie dagen na het invoeren van de nieuwe dienstregeling was het elektronische spoorboekje Aridisc nog niet beschikbaar. Positief is wel dat ook een aantal buitenlandse bestemmingen zijn opgenomen. 1. a) Vanwaar die vertraging? b) Moet ook het elektronische spoorboekje op diskette niet enkele weken vooraf ter beschikking zijn? 2. a) De nieuwe Aridisc zal 50 Belgische frank duurder zijn dan vroeger en duurder dan het spoorboekje. Dat is een prijsstijging met 33%. Dat is wel wat meer dan de inflatie. Is dat verantwoord?

12650 ChambredesReprésentantsdeBelgique _ (121)_ BelgischeKamervanVolksvertegenwoordigers VragenenAntwoorden(GZ 1993-1994) h) Par le passé, les versions adaptées (deux fois l'an) pouvaient être obtenues gratuitement. Dorénavant, elles seront vendues au prix de vingt francs belges. Cette pratique se justifie-t-elle? 3. Pourquoi le guide électronique «Aridisc» n'estil pas offert gracieusement? Ne serait-ce pas là un moyen de promouvoir le transport ferroviaire? 4. Envisage-t-on d'intégrer les horaires de bus de «De Lijn» dans une version «Aridisc plus» du guide électronique? 5. Pourquoi «Aridisc» comporte-t-il si peu d'informations sur la complémentarité du train et du vélo? Réponse : A la question posée par l'honorable membre, la SNCB me communique la réponse suivante. 1. La décision de la SNCB d'éditer un indicateur électronique des trains, parallèlement à l'indicateur papier classique, est une décision commerciale pure qui ne fait pas partie des missions de service public imposées à la SNCB. La nouvelle édition d'aridisc était disponible le dimanche 29 mai 1994, date de l'application des nouveaux horaires, dans toutes les gares IC/IR et dans les autres gares à partir du 30 mai 1994. Ce léger retard est principalement imputable à l'extension des données relatives au trafic international et plus précisément à la réception tardive des horaires fournis par les réseaux étrangers. La SNCB avait le choix: éditer avant la date un Aridisc contenant. uniquement les données horaires nationales ou attendre et offrir une version plus complète comprenant les trains internationaux. Tenant compte des nombreuses demandes des utilisateurs, elle a opté pour la seconde alternative. 2 et 3. Le volume des données contenues dans Aridise étant plus important, cela justifie l'augmentation de prix. Par ailleurs le public est prêt à payer un prix plus important parce qu'il dispose d'un moyen d'information moderne. Depuis que le logiciel est apparu sur le marché, il connaît un succès toujours grandissant. 4. Pour répondre à la demande d'information croissante des utilisateurs, la SNCB et les autres sociétés de transport en commun, se sont réunies afin d'étudier les possibilités de réaliser des logiciels communs d'informations. C'est ainsi que l'intégration des horaires «de Lijn» dans le logiciel Aridisc a été examinée en détail. Le volume des données horaires conduirait à la création d'une disquette spécialisée par province et dès lors il semble qu'il est plus intéressant d'offrir cette possibilité au public par l'intermédiaire des autres média de ce projet à savoir les bornes d'informations qui seront placées dans les grandes gares et par la suite la version CD-ROM. h) Vroeger waren de aangepaste versies gratis (lx ~et jaar). Nu wordt er 20 Belgische frank voor gevraagd. Is dat verantwoord? 3. Waarom wordt de Aridisc niet gratis aangeboden? Is dat geen middel om het spoorgebruik te stimuleren? 4. Zijn er plannen om de dienstregeling van de Lijn te integreren in een «Aridisc plus»? 5. Waarom is er zo weinig informatie over het samenspel tussen fiets en trein in de Aridisc opgenomen? Antwoord: De NMBS deelt mij in antwoord op de door het geacht lid gestelde vraag het volgende mee. 1. De beslissing van de NMBS om, naast het klassieke spoorboekje, ook een elektronisch spoorboekje Aridisc te koop aan te bieden, is een zuiver commerciële beslissing die buiten de aan de NMBS opgelegde opdrachten van openbare dienstverlening valt. De nieuwe editie Aridisc was vanaf zondag 29 mei 1994, dag waarop de nieuwe dienstregeling in voege trad, in al de IC/IR stations verkrijgbaar en in de andere stations vanaf 30 mei 1994. Die «laattijdigheid» is hoofdzakelijk toe te schrijven aan de uitbreiding van de elektronische informatieverstrekking tot het internationaal vervoer, met name aan het laattijdig bekomen van de nodige gegevens van de buitenlandse spoorwegnetten. De NMBS had de keuze: tijdig een Aridisc met uitsluitend nationale gegevens uitbrengen ofwel iets later met een tot het internationaal verkeer uitgebreide versie uitkomen. Op vraag van vele gebruikers heeft ze geopteerd voor de laatste keuze. 2 en 3. Aridisc is dus uitgebreid, vandaar de prijsverhoging. Anderzijds is het publiek bereid te betalen omdat het een modern informatiemiddel is. Aridisc kent, sinds de diskette op de markt kwam, onafgebroken een groot sucees. 4. Om tegemoet te komen aan de groeiende vraag van de gebruikers om inforrnatie, zijn de NMBS en de andere maatschappijen voor openbaar vervoer samengekomen om de mogelijkheden te bestuderen om gemeenschappelijke programma's te verwezenlijken. Zodoende werd de integratie van de dienstregelingen van de Lijn in het programma Aridisc in detail onderzocht. Het volume van dienstregelingsgegevens zou editer leiden tot het maken van een gespecialiseerde diskette per provincie en het blijkt bijgevolg aantrekkelijker aan het publiek die mogelijkheid te bieden door gebruik te maken van andere media, met name de inlichtingspanelen die in de grote stations zullen worden geplaatst en vervolgens met de CD-ROM versie.

ChambredesReprésentantsde Belgique _ (121)_ BelgischeKamervan Volksvertegenwoordigers 12651 Vragenen Antwoorden(GZ 1993-1994) Une information détaillée concernant la combinaison train + vélo est reprise dans la partie «renseignements», sous la rubrique «info tarifs», 5. Een gedetailleerde informatie over de formule trein-fiets komt voor in het gedeelte inlichtingen onder de rubriek «info-tarieven». DO 939411981 Question n? 1074 de M. Olivier du 16 juin 1994 (N.) : SNCB.- Courtrai-Bruxelles. - Heures de pointe. Le nouvel horaire pour la période du 29 mai 1994 au 27 mai 1995 ne donne guère l'impression de vouloir promouvoir l'usage du train. Précédemment, du lundi au vendredi, il y avait aux heures de pointe une liaison entre Bruxelles Central et Gand toutes les heures et 8 ou 9 minutes. Cette liaison permettait d'avoir la correspondance à Gand à l'heure moins la minutes, avec arrivée à Courtrai une dizaine de minutes après l'heure. Il était donc possible de parcourir le trajet Bruxelles-Gand-Courtrai (avec changement de train et temps d'attente à Gand) en une heure et cinq minutes. Dans le nouvel horaire, le train de Bruxelles Central pour Gand et Ostende est retardé de quatre minutes environ. Le train part de Bruxelles Central à l'heure et 12 minutes et arrive à Gand à l'heure moins 14 minutes. Il devient donc difficile, voire impossible, d'avoir la correspondance à l'heure moins la minutes à Gand. 1. Quels motifs ont inspiré ce nouvel horaire à la SNCB? 2. Des mesures sont-elles prises afin d'assurer à Gand la correspondance avec la ligne Anvers-Gand- Courtrai (Lille)? 3. Quand la liaison Bruxelles-Courtrai (et inversement) tant attendue dans l'heure sera-t-elle réalisée? Réponse : A la question posée par l'honorable membre, la SNCB me communique la réponse suivante. 1. Afin de remédier à la suroccupation de l'icf 691 (Bruxelles Central 17h21 - Gand-Saint-Pierre 17h54/56 - Knokke 18h41), la SNCB a rapproché le départ du train P4005 de l'icf (Bruxelles Central 17h12 - Gand-Saint-Pierre 17h46). L'horaire des autres trains n'a pas été modifié. 2. Il est prévu pour l'ic-c 565 (Anvers 16h58 - Gand-Saint-Pierre 17h47/17h50 - Courtrai 18h14) un délai d'attente de 2 minutes à Gand Saint-Pierre. La correspondance n'est ainsi uniquement rompue que lorsque le P4005 accuse un retard important. Les voyageurs disposent alors du train IR f 1764 (Gand-Saint-Pierre 18h03 - Courtrai 18h34). DO 939411981 Vraag nr, 1074 van de heer Olivier van 16 juni 1994 (N.) : NMBS. - Kortrijk-Brussel. - Spitsuren. De nieuwe dienstregeling voor de periode 29 mei 1994-27 mei 1995 doet opnieuw de vraag rijzen of men het treingebruik wel wil bevorderen. Van maandag tot vrijdag was er voordien in de piekuren elk uur een verbinding vanuit Brussel Centraal naar Gent, 8 of 9 minuten na het uur. Die verbinding maakte het mogelijk de verbinding in Gent te halen 10 minuten voor het uur met aankomst in Kortrijk een tiental minuten na het uur. Zo was het mogelijk in een uur en 5 minuten (met overstap en wachttijd te Gent) het traject Brussel-Gent-Kortrijk af te leggen. De nieuwe regeling heeft de trein vanuit Brussel Centraal naar Gent-Oostende een viertal minuten vertraagd. De trein vertrekt uit Brussel Centraal 12 minuten na het uur en komt veertien minuten voor het uur in Gent aan. Het wordt dus moeilijk, zoniet onmogelijk de verbinding van 10 minuten voor het uur in Gent te halen. 1. Wat heeft de NMBS aangezet om die nieuwe regeling uit te werken? 2. Worden maatregelen genomen om de aansluiting in Gent op de lijn Antwerpen-Gent-Kortrijk (Rijsel) te verzekeren? 3. Wanneer zal de zolang beloofde verbinding Brussel-Kortrijk (en omgekeerd) binnen het uur worden gerealiseerd? Antwoord: De NMBS deelt mij in antwoord op de door het geacht lid gestelde vraag het volgende mee. 1. Om de overbezetting van de ICF 691 (Brussel Centraal 17.21 u - Gent-Sint-Pieters 17.54/56 u - Knokke 18.41 u) tegen te gaan, heeft de NMBS het vertrek van de P-trein 4005 (Brussel CentraaI17.12 u - Gent-Sint-Pieters 17.46 u) dichter bij de ICF geplaatst. Aan de dienstregeling van de andere treinen werd geen wijziging aangebracht. 2. Voor de IC-C 565 (Antwerpen 16.58 u - Gent- Sint-Pieters 17.47 ul17.50 u - Kortrijk 18.14 u) werd een wachttijd van 2 minuten voorzien te Gent-Sint- Pieters. De aansluiting wordt zodoende enkel verbroken wanneer de P-trein 4005 een belangrijke vertraging heeft opgelopen. De reizigers beschikken dan over de IR f 1764 (Gent Sint-Pieters 18.03 u - Kortrijk 18.34 u).

12652 ChambredesReprésentantsdeBelgique Questionset Réponses(Sa 1993-1994) _ (121) _ BelgischeKamervanVolksvertegenwoordigers VragenenAntwoorden(GZ 1993-1994) 3. Bruxelles-Courtrai (relation IC-G via Zottegem) est assurée en 60 minutes depuis mai 1993, c'est-àdire : Courtrai D. h. A + 12' - Bruxelles Midi A. h. B + 12' Bruxelles Midi D. h. A + 30' - Courtrai A. h. B + 30'. Entre 16h00 et.18hoo, les voyageurs de Bruxelles vers Courtrai disposent des relations suivantes à Bruxelles Central : 16h09 (P4003) - Courtrai 17h11 avec changement de train à Gand; 16h18 (P4940) - Courtrai 17h28 (relation directe); 16h23 (IC715) - Courtrai 17h30 (relation directe); 16h44 (P4904) - Courtrai 18h07 (relation directe); 16h52 (IC426) - Courtrai 18h05 avec changement à Gand; 16h56 (P4941) - Courtrai 18h11 (relation directe); 17h08 (P4906) - Courtrai 18h22 (relation directe); 17h12 (P4005) - Courtrai 18h14 avec changement de train à Gand; 17h23 (lc716) - Courtrai 18h30 (relation directe); 17h45 (P4908) - Courtrai 19h15 (relation directe); 17h52 (IC540) - Courtrai 19h05 avec changement de train à Gand. A aucun moment, il n'y a suffisamment de voyageurs que pour justifier un parcours direct (sans arrêts intermédiaires) vers Courtrai. 3. Brussel-Kortrijk IC-G (via Zottegem) wordt sedert mei 1993 gereden in 60 minuten, namelijk: Kortrijk V. u A + 12' - Brussel Zuid A. u B + 12' Brussel Zuid V. u A + 30' - Kortrijk A. u B + 30'. De reizigers van Brussel naar Kortrijk beschikken trouwens tussen 16.00 u en 18.00 u nog over volgende treinverbindingen te Brussel Centraal: 16.09 u (P4003) - Kortrijk 17.11 u via overstap te Gent; 16.18 u (P4940) - Kortrijk (zonder overstap) 17.28 u; 16.23 u (IC715) - Kortrijk (zonder overstap) 17.30 u; 16.44 u (P4904) - Kortrijk (zonder overstap) 18.07 u; 16.52 u (IC426) - Kortrijk 18.05 u via overstapte Gent; 16.56 u (P4941) - Kortrijk (zonder overstap) 18.11 u; 17.08 u (P4906), Kortrijk (zonder overstap) 18.22 u; 17.12 u (P4005) - Kortrijk 18.14 u via overstapte Gent; 17.23 u (IC716) - Kortrijk (zonder overstap) 18.30 U; 17.45 u (P4908) - Kortrijk (zonder overstap) 19.15 u; 17.52 u (IC540) - Kortrijk 19.05 u via overstap te Gent. Op geen enkel ogenblik zijn er voldoende reizigers om een rechtstreekse rit - zonder tussenstops - naar Kortrijk te rechtvaardigen. DO 939411993 Question n? 1075 de M. Van Dienderen du 17 juin 1994 (N.): SNCB. - Essen-Anvers. - Retard. Le mercredi 15 juin dernier, le train L de Essen, devant arriver à Anvers Central à 9h13, avait encore quelques minutes de retard. Les voyageurs doivent marcher d'un bout à l'autre du hall de gare. Aussi cinq voyageurs sont-ils arrivés à la voie 1 au moment où les portes se fermaient et où le train IC de 9h19 partait. Les voyageurs furieux l'ont regardé s'éloigner. 1. Le comble était que le sous-chef de gare s'affairait avec un walkie-talkie sur le quai 1. Pourquoi n'a-til pas fait attendre le train IC 30 secondes de plus? DO 939411993 Vraag nr, 1075 van de heer Van Dienderen van 17 juni 1994 (N.): NMBS. - Essen-Antwerpen. - Vertraging. Op woensdag 15 juni had de L-trein van Essen die om 9.13 u moest aankomen in Antwerpen Centraal enkele minuten vertraging. De reizigers moeten van het ene eind van de stationshal naar het andere stappen. Gevolg: toen we met een vijftal reizigers aankwamen op perron 1 klapten de deuren dicht en vertrok de ICtrein van 9.19 u. De woedende reizigers hadden het nakijken. 1. Toppunt is wel dat de onderchef druk stond te doen met een walkie-talkie, precies op perron 1. Waarom liet die de IC-trein geen 30 seconden langer staan?

ChambredesReprésentantsdeBelgique Questionset Réponses(SO1993-1994) _ (121)_ BelgischeKamervanVolksvertegenwoordigers 12653 VragenenAntwoorden(GZ 1993-1994) 2. Le petit groupe de voyageurs avait donc couru pour voir le train partir. Pourquoi ne les avertit-on pas par la voie de l'installation sonore qu'il ne sert à rien de courir puisque le train n'attendra pas? 3. a) Est-ilconforme aux règles qu'un train puisse partir alors que des voyageurs d'un autre train déjà arrivé se hâtent vers le quai? h) Dans l'affirmative, ces règles ne doivent-elles pas être adaptées? c) Si le train doit attendre, qui en est responsable? Qui assure le contrôle? 4. De telles pratiques ne sont guère de nature à rendre la SNCB très populaire. En agissant ainsi, la sociétédonne en effet l'impression d'exister pour ellemêmeet non pour les voyageurs. Quelles mesures sont prises? 5. Des travaux sont en cours à la gare d'anvers Central. Il n'empêche que de tels incidents devraient pouvoirêtre évités. Des mesures seront-elles prises? 6. Selon certains gardes, le train local de Essen pourrait arriver à la voie 8, ce qui raccourcirait considérablementla distance à parcourir pour les voyageurs pour atteindre les quais 1 et 2. a) Est-ceexact? h) Dans l'affirmative, pourquoi ne le fait-on pas? Le train pour Bruxelles ne pourrait-il partir d'une voie plus proche de la voie 10, le train international Amsterdam-Bruxelles arrivant déjà à la voie 9? Réponse: A la question posée par l'honorable membre,la SNCB me communique la réponse suivante. 1 et 2. Le 15 juin 1994, le train local 7581 en provenance de Essen est arrivé à Anvers-Central à 9h16 au lieu de 9h12 sur sa voie normale de réception la. I! avait été retenu 4 minutes au signal d'entrée d'anvers-centralà la suite du départ tardif du train IC pouramsterdam. Le départ du train IC à destination de Bruxelles étantprévu à 9h19 (3 minutes après l'arrivée du train L),le sous-chef qui surveillait le quai 1 aurait dû de concertavec le régulateur de la gare prendre des mesuresafin de ne laisser partir le train IC que lorsque tous lesvoyageursétaient embarqués. 3 et 4. Le fait d'assurer systématiquement les correspondancessatisfait certainement les voyageurs en correspondancemais mécontente par ailleurs les voyageursen attente. C'est pourquoi les services de la gare disposent de listesqui déterminent les délais d'attente autorisés aux différentstrains. Ceslistes ont été établies avec l'objectif de préserver autantque possible la régularité du service des trains, maisaussidans le but d'assurer les correspondances les plusimportantes. 2. Het groepje reizigers had gelopen om de trein toch te zien doorrijden. Waarom worden ze via de geluidsinstallatie niet verwittigd dat lopen geen zin heeft, dat de trein niet zal wachten? 3. a) Is het overeenkomstig de regels dat een trein kan vertrekken, terwijl reizigers van een andere trein die al aangekomen is, zich naar het perron spoeden? h) Zo ja, moeten die regels niet worden aangepast? c) Als de trein moet wachten, wie is daarvoor dan verantwoordelijk? Wie controleert dat? 4. Zo'n praktijken maken de NMBS helemaal niet populair. Andermaal geeft de maatschappij de indruk er te zijn voor zichzelf en niet voor de reizigers. Welke maatregelen worden genomen? 5. Er zijn werken bezig in Antwerpen Centraal. Toch moet het mogelijk zijn zulke zaken te voorkomen. Worden maatregelen getroffen? 6. Volgens treinwachters zou het mogelijk zijn dat de lokale trein van Essen op perron 8 aankomt waardoor de afstand voor de reizigers naar de perrons 1 en 2 veel korter zou worden. a) Is dat zo? h) Zo ja, waarom wordt dat niet gedaan? Of kan de trein naar Brussel dichter bij perron 10 vertrekken? De «Amsterdammer» komt toch aan op perron 9. Ant~oord : De NMBS deelt mij in antwoord op de door het geacht lid gestelde vraag het volgende mee. 1 en 2. Op 15 juni 1994 is de stoptrein uit Essen, treinnummer 7581, te Antwerpen-Centraal om 9.16 u in plaats van 9.12 u op het voorzien ontvangstspoor 10 toegekomen. Hij werd 4 minuten opgehouden aan het inritsein van Antwerpen-Centraal ingevolge het laattijdig vertrek van de IC-trein naar Amsterdam. Het vertrek van de IC naar Brussel, voorzien om 9.19 u (3 minuten na aankomst van de L-trein) had kunnen worden uitgesteld mits overleg tussen de stationsregelaar en de onderstationschef met toezicht op het perron 1 en maatregelen te nemen om de IC te laten vertrekken nadat de reizigers waren ingestapt. 3 en 4. Stelselmatig de aansluitingen verzekeren geeft geheel voldoening aan de overstappende reizigers maar schept anderzijds ongenoegen bij de wachtende reizigers. Daarom beschikken de stationsdiensten over lijsten waarin de toegelaten wachttijden van de verschillende treinen zijn opgenomen. Die lijsten zijn opgesteld met het doel enerzijds zoveel mogelijk de regelmaat van de opeenvolging van de treinen te vrijwaren, maar anderzijds ook om de belangrijkste aansluitingen te verzekeren. 1612

12654 Chambre des Représentantsde Belgique Questionset Réponses(Sa 1993-1994) _ (121)_ BelgischeKamervan Volksvertegenwoordigers Vragenen Antwoorden(GZ 1993-1994) C'est le régulateur de la gare qui de concert avec le sous-chef de gare doit veiller à respecter ces directives et surveiller les correspondances. Le contrôle est effectué par le dirigeant de la gare. 5 et 6. Les travaux à Anvers-Central entraînent inévitablement des inconvénients. C'est principalement le cas pour les trains qui arrivent à la voie la. Pour ces trains, l'ordre a été donné de changer le plus souvent possible l'affectation des voies de manière à raccourcir la distance du trajet. Le 15 juin, cela n'était pas possible car la voie 6 était également hors service. Pour des raisons d'exploitation, il est préférable que les trains de et vers la ligne 25 soient reçus sur les premières voies, afin d'éviter les croisements à l'entrée et au départ de la gare. Het is de stationsregelaar die samen met de onderstationschef op het perron moet zorgen voor het eerbiedigen van die richtlijnen en het toezicht op de overstap. De controle gebeurt door de stationsleiding. 5 en 6. De werken te Antwerpen-Centraal zorgen onvermijdelijk voor ongemakken. Dat is vooral het geval voor de treinen die aankomen op spoor la. Voor die treinen werd de opdracht gegeven om die zoveel mogelijk te versporen om aldus de loopafstand in te korten. Op 15 juni was dat echter nier mogelijk omdat ook spoor 6 buiten dienst was. Om exploitatieredenen is het verkieslijk dat de treinen van en naar de lijn 25 op de eerste sporen worden ontvangen omdat anders te veel kruisingen noodzakelijk zijn bij het binnenkomen en het verlaten van het station. DO 939411994 Question n? 1076 de M. Van Eetvelt du 17 juin 1994 (N.): SNCB. - Voitures. - SNCF. - Achat. Etant donné que les voitures commandées en 1992 à des entreprises belges ne pourront pas être mises en service avant 1996 et qu'une partie du matériel roulant devra déjà être remplacée au milieu de 1995, la SNCB a décidé d'acheter 84 voitures d'occasion à la SNCF. Le matériel roulant destiné à être remplacé par ces acquisitions se composerait d'un certain nombre de voitures Kl (1933-1943) et de voitures K3 (1956-1958). 1. Sur quelles lignes les voitures KI et K3 sont-elles actuellement encore en service? 2. A quel prix les 84 voitures françaises (révision approfondie et rénovation comprises) ont-elles été acquises? 3. Cet investissement est-il (encore) rentable, vu que les nouvelles voitures belges pourront être mises sur les rails un an plus tard? 4. a) Quelles voitures seront éventuellement remplacées par les voitures d'occasion françaises au moment où les nouvelles voitures belges seront opérationnelles? b) Sur quelles lignes les voitures qui seront remplacées à ce moment-là roulent-elles actuellement? Réponse: A la question posée par l'honorable membre, la SNCB me communique la réponse suivante. 1. Lignes sur lesquelles circulent actuellement les voitures Kl et K3 : dans la région de Charleroi: - Erquelinnes - Charleroi; DO 939411994 Vraag nr. 1076 van de heer Van Eetvelt van 17 juni 1994 (N.): - NMBS. - Spoorrijtuigen. - SNCF. - Koop. Omdat de spoorrijtuigen, in 1992 besteld bij binnenlandse bedrijven, slechts in exploitatie kunnen worden genomen in 1996, terwijl een deel van het rollend materieel al aan vervanging toe is half 1995, heeft de NMBS beslist 84 tweedehandsrijtuigen aan te kopen bij de SNCF. Het rollend materieel dat hierdoor zou worden vervangen, zou bestaan uit een aantal K1- rijruigen (1933-1943) en Kê-rijruigen (1956-1958). 1. Op welke lijnen worden de Kl-rijruigen en K3- rijtuigen momenteel nog altijd ingezet? 2. Wat was de prijs van de 84 Franse spoorrijtuigen (grondig nazichr en vernieuwing inbegrepen)? 3. Is die investering (nog) rendabel, vermits een jaar later de nieuwe binnenlandse rijtuigen kunnen worden ingeschakeld? 4. a) Welke rijtuigen zullen eventueel worden vervangen door de Franse tweedehandsrijtuigen, op het ogenblik dat de nieuwe Belgische rijtuigen in exploitatie zullen worden genomen? b) Op welke lijnen worden die op dit ogenblik te vervangen rijtuigen nu ingezet? Antwoord: De NMBS deelt mij in antwoord op de door het geacht lid gestelde vraag het volgende mee. 1. Lijnen waarop Kl- en K3-rijtuigen momenteel worden ingezet: in de regio Charleroi: - Erquelinnes - Charleroi;

Chambre des Représentantsde Belgique _ (121)_ BelgischeKamervan Volksvertegenwoordigers 12655 Vragenen Antwoorden(GZ 1993-1994) - La Louvière - Tamines; - Fleurus - Ottignies; dans la région de Louvain: - Saint-Nicolas - Malines - Louvain; - Louvain - Ottignies. 2. Prix des 84 voitures françaises (complètement rénovées selon les desiderata de la SNCB): 73.950.000 francs français. 3. Rentabilité de l'investissement: une étude approfondie sur le service des trains en 1998 a montré que, nonobstant la livraison du nouveau matériel, il y aurait trop peu de voitures en principe à partir de 1998 (environ 80 voitures). C'est la raison pour laquelle la SNCB a acheté 84 voitures françaises. 4. Ces 84 voitures remplaceront également des voitures M2 et seront intégrées dans des trains d'heures de pointe dans certaines relations vers Bruxelles. - La Louvière - Tamines; - Fleurus - Ottignies; in de regio Leuven : - Sint-Niklaas - Mechelen - Leuven; - Leuven - Ottignies. 2. Prijs van de 84 Franse rijtuigen (volledig vernieuwd volgens de desiderata van de NMBS) : 73.950.000 Franse frank. 3. Rentabiliteit van de investering: een grondige studie in verband met de treindienst in 1998 heeft aangetoond dat, ongeacht de levering van het nieuw materieel, er een tekort aan rijtuigen zal zijn in de periode 1998-2000 (ongeveer 80 rijtuigen). Daarom heeft de NMBS 84 Franse rijtuigen aangekocht. 4. Deze 84 Franse rijtuigen zullen eveneens M2 rijtuigen vervangen en worden ingezet voor piekuurtreinen op sommige relaties naar Brussel. DO 939411999 Question n? 1077 de M. Van Nieuwenhuysen du 17 juin 1994 (N.) : SNCB. - Vandalisme. Il ressort des chiffres publiés par la SNCB que le nombre d'actes de vandalisme dont les chemins de fer sont la victime est en constante progression. Ainsi, 5.334 procès-verbaux pour vol ont été dressés l'année dernière. Quelles mesures la SNCB a-t-elle prises pour essayer d'endiguer cette tendance inquiétante? Réponse: A la question posée par l'honorable membre, la SNCB me communique la réponse suivante. Afin de combattre aussi efficacement que possible tant les vols que le vandalisme en général, la SNCB: a renforcé son corps de police; a amélioré de façon sensible l'équipement technique dudit corps (PC, radio, véhicules); a accentué la collaboration avec d'autres services de police - surtout avec la Gendarmerie DO 939411999 Vraag nr, 1077 van de heer Van Nieuwenhuysen van 17 juni 1994 (N.) : NMBS. - Vandalisme. Uit cijfers van de NMBS blijkt dat het aantal vandalenstreken waarvan de spoorwegmaatschappij het slachtoffer is, voortdurend toeneemt. Zo werden het afgelopen jaar 5.334 processen-verbaalopgemaakt in verband met diefstallen. Welke maatregelen nam de NMBS om die onrustwekkende tendens tegen te gaan? Antwoord: In antwoord op de vraag van het geacht lid, deelt de NMBS mij het volgende mee. Teneinde zowel de diefstallen als het vandalisme in het algemeen zo doeltreffend mogelijk te bestrijden heeft de NMBS: haar politiekorps uitgebreid; de technische uitrusting van het korps aanrnerkelijk verbeterd (PC, radio, voertuigen); de samenwerking met andere politiediensten - vooral met de rijkswacht - bevorderd. DO 939412009 Question no1081 de MmeDillen du 20 juin 1994 (N.) : Circulation routière. - Cyclomoteurs. - Modifications. Les statistiques démontrent que les modifications techniques apportées aux cyclomoteurs et motocyclettes influencent de manière très négative la sécurité routière des jeunes conducteurs peu expérimentés. DO 939412009 Vraag nr. 1081 van mevrouw Dillen van 20 juni 1994 (N.) : Wegverkeer. - Bromfietsen. - Verbouwingen. Statistieken tonen aan dat technische verbouwingen aan bromfietsen en moto's een zeer nefaste invloed hebben op de verkeersveiligheid van jonge bestuurders met een geringe rij-ervaring.

12656 ChambredesReprésentantsdeBelgique _ (121)_ BelgischeKamervanVolksvertegenwoordigers VragenenAntwoorden(GZ 1993-1994) 1. Combien d'accidents ont été occasionnés chaque année par ce phénomène pendant la période 1990-1993? 2. Combien d'accidents mortels se sont produits à la suite de ces pratiques? 3. Combien d'accidents avec lésions corporelles graves étaient dus à cette même cause? Réponse: J'ai l'honneur de communiquer à l'honorable membre que l'on ne peut déterminer dans combien de cas les modifications techniques apportées aux cyclomoteurs et aux motocyclettes ont été la cause d'accidents. Les données relatives aux accidents de la circulation sur la voie publique avec tués ou blessés portent uniquement sur le nombre d'accidents, le nombre de victimes, la gravité des lésions, et sur les faits constatés objectivement, par exemple, la nature de la voirie, la nature de l'accident (avec un obstacle en dehors de la chaussée ou sur la chaussée, et cetera). Pour déterminer les causes de chaque accident, il est nécessaire d'effectuer une analyse des procès-verbaux et des décisions judiciaires. De plus, un accident est le plus souvent la conséquence d'un concours de circonstances ou de facteurs, et il est dangereux d'indiquer les modifications techniques comme seules causes. 1. In hoeveel gevallen is dat de oorzaak geweest van ongevallen in de periode 1990-1993 per jaar? 2. In hoeveel gevallen heeft dat aanleiding gegeven tot een ongeval met dodelijke afloop? 3. In hoeveel gevallen heeft dar aanleiding gegeven tot een ongeval met zware lichamelijke letsels? Antwoord: Ik heb de eer het geacht lid mee te delen dat niet kan worden meegedeeld in hoeveel gevallen technische verbouwingen aan bromfietsen en mota's oorzaak waren van ongevallen. De gegevens in verband met de verkeersongevallen op de openbare weg met doden of gewonden, hebben alleen betrekking op het aantalongevallen, het aantal slachtoffers, de ernst van de verwondingen en op objectief waarneembare feiten, bijvoorbeeld de aard van de weg, de aard van het ongeval (met hindernis buiten de rijbaan, op de rijbaan, enzovoort]. Om de oorzaken van elk ongeval te achterhalen zou een analyse van de processen-verbaal moeten gebeuren en, van de rechterlijke uitspraak. Bovendien is een ongeval vaak het gevolg van een samenloop van omstandigheden of factoren en is her gevaarlijk om de technische ombouwing als enige factor aan te wijzen. DO 939412036 Question n? 1084 de M. Van Nieuwenhuysen du 23 juin 1994 (N.) : SNCB. - Malines. - Gare. Je me réjouis que l'on semble enfin vouloir concrétiser le projet, couronné en 1990, visant à réaménager les alentours de la gare de Malines. 1. Quand les travaux seront-ils entamés? 2. Une échéance a-t-elle été fixée pour la fin tant des travaux de la gare que de ceux du quartier avoisinant? 3. Combien d'emplacements de parking seront prévus pour les voitures privées? Réponse: A la question posée par l'honorable membre, la SNCB me communique la réponse suivante. 1. L'adjudication pour la réalisation des travaux ne pourra être lancée qu'après la rédaction du projet définitif de la place de la gare par l'administration de l'infrastructure des routes et des communications de la Région flamande. 2. Compte tenu de ce qui précède, il n'est pas encore possible d'avancer une date précise. 3. Le nombre de places actuellement disponibles sur le parking de la ville, s'élève à 375. La capacité sera portée à 410 emplacements environ. DO 939412036 Vraag nr, 1082 van de heer Van Nieuwenhuysen van 23 juni 1994 (N.) : NMBS. - Mechelen. - Station. Het verheugt me dat blijkbaar eindelijk werk zal worden gemaakt van het in 1990 bekroonde project tot omvorming van de omgeving van het station in Mechelen. 1. Wanneer zullen de werken worden aangevat? 2. Is er een datum vooropgesteld waarop zowel het station als de stationsomgeving moeten afgewerkt zijn? 3. Hoeveel parkeerplaatsen voor personenwagens zullen er zijn? Antwoord: De NMBS deelt mij in antwoord op de door het geacht lid gestelde vraag het volgende mee. 1. De aanbesteding voor de uitvoering van de werken kan slechts worden uitgeschreven na het opmaken van het definitief ontwerp van het stationsplein door de Administratie wegeninfrastructuur en verkeer van het Vlaamse Gewest. 2. Rekening houdend met wat voorafgaat, is het nog niet mogelijk een concrete datum voorop te stellen. 3. Momenteel bedraagt het aantal beschikbare plaatsen op de stadsparking 375. De capaciteit wordt op ongeveer 410 plaatsen gebracht.

DO 939412043 Chambredes Représentantsde Belgique _ (121)_ BelgischeKamervan Volksvertegenwoordigers 12657 Vragenen Antwoorden(GZ 1993-1994) DO 939412043 Question n? 1084 de M. Tant du 24 juin 1994 (N.) : SNCB. - Audenarde. - Gare. A. Voici quelques années, la gare d'audenarde a été fondamentalement réaménagée. La tracé a été surélevé de quelques mètres. Les voies ne sont dès lors plus accessibles que grâce à un escalier (roulant). Un ascenseur a été installé en même temps pour permettre aux handicapés de se rendre sur les quais. Cet ascenseur n'est toutefois toujours pas en usage. Il nous revient de source bien informée que de petites adaptations techniques seraient nécessaires pour lui permettre de fonctionner. 1. Quand ces adaptations seront-elles réalisées? 2. Vu la situation actuelle, qui ne permet pas aux handicapés d'accéder aux quais, insisterez-vous pour que l'ascenseur soit rapidement mis en service?' B. L'achèvement des quais et les travaux d'embellissement des environs de la gare se font également attendre. En cas de pluie ou de neige, les quais actuels ressemblent plus à une mare de boue qu'à des quais de gare dignes de ce nom. De surcroît, les environs de la gare présentent un aspect de désolation et de manque d'entretien qui ne constitue assurément pas une promotion pour les transports publics. 3. Dispose-t-on déjà d'un calendrier concret pour ces travaux? Réponse: A la question posée par l'honorable membre, la SNCB me communique la réponse suivante. A. L'ascenseur est prêt à l'usage, mais le pavement du quai à la sortie de l'ascenseur doit encore être réalisé. Tant que ces travaux ne sont pas effectués, l'utilisation en toute sécurité de l'ascenseur par des tiers est impossible. Il est prévu de remédier à ce problème lors de l'exécution des travaux prévus dans un cahier de charges global pour l'aménagement de la place de la gare, la gare d'autobus, le parking et le parachèvement des quais. B. Ces travaux auront normalement lieu en 1995. Vraag nr. 1084 van de heer Tant van 24 juni 1994 (N.): NMBS. - Oudenaarde. - Station. A. Een aantal jaren geleden werd het station van Oudenaarde grondig aangepast. Het tracé werd een aantal meter opgehoogd. Daarom kunnen de sporen slechts worden bereikt met de (rol)trap. Terzelfdertijd werd een lift geïnstalleerd om gehandicapten toegang te geven tot de perrons. Die lift is echter nog altijd niet in gebruik. Volgens goed ingelichte bron zouden er nog een aantal kleine technische aanpassingen nodig zijn om hem te doen werken. 1. Wanneer zullen die aanpassingen gebeuren? 2. Zal u, gelet op de huidige stand van zaken, waarbij de perrons niet toegankelijk zijn voor gehandica pten, aandringen op een spoedige indienststelling van de lift? B. Ook de afwerking van de perrons en de verfraaiing van de stationsomgeving laten op zich wachten. Momenteel bieden de perrons, bij regen en sneeuw, eerder de aanblik van een modderpoel dan van volwaardige perrons. De stationsomgeving biedt bovendien een erg desolate en niet-onderhouden aanblik, wat zeker geen promotie is voor het openbaar vervoer. 3. Is er al een concreet tijdschema voor die werken? Antwoord: De NMBS deelt mij in antwoord op de door het geacht lid gestelde vraag het volgende mee. A. De lift is gebruiksklaar maar de perronbevloering bij de uitgang van de lift moet nog worden aangebracht. Zolang die bevloeringswerken niet uitgevoerd zijn is het gebruik van de lift door derden, en dat in alle veiligheid, niet mogelijk. Volgens planning zal aan dat probleem worden verholpen bij de uitvoering van de werken voorzien in het globaal lastenboek voor de aanleg van het stationsplein, het autobusstation, de parking en de voltooiing van de perronbevloering. B. Die werken zullen normaal plaatsvinden in 1995. DO 939412070 Question no 1087 de M. Caubergs du 28 juin 1994 (N.): Poste.- Beringen. Un nouveau bâtiment de la Poste a été inauguré à Beringen le 1 er juin dernier. Les bureaux de poste des entités de la commune ont été transférés à Beringen- DO 939412070 Vraag nr. 1087 van de heer Caubergs van 28 juni 1994 (N.): Post. - Beringen. Sinds 1 juni jongstleden is in Beringen een nieuw postgebouw in gebruik genomen. De postkantoren van de deelgemeenten zijn nu naar Beringen-centrum over-

12658 ChambredesReprésentantsdeBelgique Questionset Réponses(SO1993-1994) _ (121)_ BelgischeKamervanVolksvertegenwoordigers VragenenAntwoorden(GZ 1993-1994) centre. Depuis, les plaintes concernant la distribution du courrier se multiplient. 1. Quelles raisons justifient la centralisation des services postaux et de la distribution du courrier à Beringen-centre? 2. L'organisation de la distribution du courrier depuis Beringen-centre constitue-t-elle une économie? 3. a) Combien de véhicules sont actuellement en service à Beringen, et combien de véhicules étaient auparavant en service pour les différents bureaux de poste? h) Quel était le nombre mensuel total de kilomètres parcourus antérieurement, et quelle est la différence entre les kilométrages actuel et passé (d'avant le 1 er juin 1994)? 4. Quel était l'effectif total du personnel avant le 1er juin 1994, et quel est-il depuis le 1 er juin? 5. Les guichets et les locaux de la poste sont-ils disponibles et accessibles aux personnes handicapées? 6. Dans le cas où ces locaux ne seraient pas - ou difficilement - accessibles aux handicapés, comment s'explique ce mauvais accueil du client handicapé? 7. Il y a trop peu d'emplacements de stationnement dans les environs de la poste. N'a-t-on donc pas prévu une aire de stationnement pour le personnel? Pourquoi? 8. Quel est le coût total du nouvel immeuble de la poste à Beringen (terrains et infrastructure compris)? 9. Quel sera le sort des bureaux des entités de la commune, et quel est le coût du transfert des bureaux à Beringen-centre?. Réponse: L'entreprise publique autonome la Poste me communique ce qui suit. 1. La centralisation des services de distribution à Beringen s'inscrit dans le cadre de l'application de l'arrêté ministériel du 19 décembre 1988 portant sur la réorganisation des services postaux. 2. En matière d'emploi, l'organisation postale actuelle nécessite ± 3 unités supplémentaires. Une comparaison n'est toutefois pas possible du fait que Beringen est devenu, à la suite de la fusion, un bureau principal qui fonctionne actuellement suivant des principes propres d'organisation. 3. a) pour la centralisation des 4 bureaux, 6 véhicules ont été nécessaires. Dans la situation actuelle, la véhicules sont utilisés; h) le nombre moyen de kilomètres parcourus mensuellement s'élevait auparavant à ± 9.700 km et maintenant à 14.000 km. 4. Le cadre global de Beringen exprimé en unités s'élevait avant à 81 unités et se chiffre à 84 unités dans la nouvelle organisation. geheveld. Er zijn sindsdien heel veel klachten over de brievenbestelling. 1. Wat is de reden van de centralisatie van alle postdiensten en de bedeling vanuit Beringen-centrum? 2. Is de bedeling vanuit Beringen-centrum een besparing? 3. a) Hoeveel voertuigen zijn er nu voor Beringen en hoeveel voertuigen waren er vroeger in de postkantoren in gebruik? h) Hoeveel kilometer werden er vroeger per maand in het totaal gereden en wat is het verschil met vroeger (voor 1 juni 1994)? 4. Wat is de totale personeelsbezetting: voor 1 juni 1994 en vanaf 1 juni 1994? 5. Zijn de lokalen en loketten normaal beschikbaar en toegankelijk voor gehandicapten? 6. Als die lokalen niet of moeilijk toegankelijk zijn, wat is de oorzaak? 7. In de omgeving bestaat te wemig parkeermogelijkheid. Is er geen parkeerruimte voor het personeel? Waarom niet? 8. Wat is de totale kostprijs van de nieuwbouw in Beringen (gronden en infrastructuur)? 9. Wat gebeurt er met de andere kantoren van de deelgemeenten en wat is de kostprijs van de overplaatsing van de kantoren? Antwoord: Het autonoorn overheidsbedrijf de Post deelt me her volgende mee. 1. De centralisatie van de uitreikingsdiensten te Beringen kadert in de uitvoering van het ministerieel besluit van 19 december 1988 houdende reorganisatie van de postdiensten. 2. In termen van tewerkstelling zijn er voor de huidige postorganisatie momenteel ± 3 eenheden meer nodig. Enige vergelijking gaat evenwel niet op daar Beringen een hoofdontvangerij geworden is door de fusie en nu functioneert volgens de aangepaste organisatieprincipes. 3. a) voor de samenvoeging van de 4 kantoren waren er 6 voertuigen nodig. In de huidige organisatie zijn er la voertuigen in gebruik; h) het gemiddeld aantal afgelegde kilometers per maand bedroeg vroeger ± 9.700 km en thans ongeveer 14.000 km. 4. Het globale personeelskader voor Beringen in eenheden uitgedrukt was voorheen 81 personeelsleden en bedraagt in de nieuwe organisatie 84 man.

Chambre des Représentantsde Belgique _ (121)_ BelgischeKamervan Volksvertegenwoordigers 12659 Vragenen Antwoorden(GZ 1993-1994) 5. Les locaux et les guichets sont normalement accessibles aux handicapés. 6. Sans objet. 7. La question du parking est actuellement à l'examen." I! n'est pas certain qu'une solution puisse être trouvée. 8. Coût total: ± 50 millions de francs belges. 9. Les bureaux de Paal, Beverlo et Koersel continuent à fonctionner comme bureaux sous-comptables. 5. De lokalen en de loketten zijn toegankelijk voor gehandica pten. 6. Vervalt. 7. De kwestie van de parkeerruimte wordt momenteel aan een grondig onderzoek onderworpen. Het is niet zeker dar een oplossing kan worden gevonden. 8. Totale kostprijs: ± 50 miljoen Belgische frank. 9. De kantoren Paal, Beverlo en Koersel blijven functioneren als onderrekenplichtige kantoren. DO 939412145 Question n? 1098 de M. Van Nieuwenhuysen du 13 juillet 1994 (N.) : SNCB. - Guichetiers. - Formation. I! ressort du rapport déposé par le médiateur de la SNCB que certains guichetiers sont insuffisamment informés des diverses possibilités en matière de tarifs, de tickets combinés train + autres formes de transports en commun, de correspondances, et cetera. Il est vrai que cette matière n'est pas toujours très claire. 1. Que fait la SNCB pour offrir une formation solide à ses agents qui entrent en contact avec le public? 2. Organise-t-elle une formation continue? Réponse : A la question posée par l'honorable membre, la SNCB me communique la réponse suivante. 1. Chaque nouveau guichetier reçoit une formation fondamentale «guichetier - service voyageurs» en fonction de son futur engagement aux comptoirs d'information et/ou de vente. 2. Durant toute sa carrière, le guichetier est tenu de suivre des formations de perfectionnement bi- ou trisannuelles dont le but est d'actualiser ses connaissances en matière de produits et d'améliorer son comportement vis-à-vis de la clientèle. En outre, des conférences semestrielles sont organisées pendant lesquelles les nouveaux tarifs et produits sont portés à la connaissance des guichetiers. Par ailleurs, une documentation relative au travail du guichetier est actuellement en cours d'élaboration. DO 939412145 Vraag nr, 1098 van de heer Van Nieuwenhuysen van 13 juli 1994 (N.) : NMBS. - Loketbedienden. - Opleiding. Uit het rapport van de ombudsman bij de NMBS blijkt dat sommige loketbedienden te weinig op de hoogte zijn van tariefmogelijkheden, cornbinatiemogelijkheden met ander openbaar vervoer, bestaande verbindingen, en dergelijke meer. Het gaat hier inderdaad om een materie die niet altijd heel overzichtelijk IS. 1. Wat doet de NMBS om de bedienden die in contact komen met het publiek, een gedegen opleiding te bieden? 2. Worden bijscholingen georganiseerd? Antwoord: De NMBS deelt mij in antwoord op de door het geacht lid gestelde vraag het volgende mee. 1. Elke nieuwe loketbediende krijgt een basisopleiding «loketbediende - reizigersdienst» in functie van de toekomstige tewerkstelling aan inforrnatie- en/of verkoopsbalies. " 2. Gedurende zijn volledige loopbaan is een loketbediende verplicht om de 2 à 3 jaar een bijscholing te volgen onder andere om de produktkennis op peil te houden en naar klantgericht handelen toe. Bovendien worden semestrële conferenties georganiseerd waarop nieuwe tarieven en produkten ter kennis worden gebracht van de loketbedienden. Daarenboven wordt momenteel ten behoeve van de loketbedienden een documentatie uitgewerkt. DO 939412153 Question n? 1100 de M. Dewinter du 14 juillet 1994 (N.): Belgacom.- Impayés. - Etrangers. "Ilressort d'informations parues dans la presse et des renseignements que nous communiquent des parti- DO 939412153 Vraag nr, 1100 van de heer Dewinter van 14 juli 1994 (N.): Belgacom. - Onbetaalde rekeningen. - Vreemdelingen. Via de pers en via door particulieren toegezonden informatie, vernemen wij dat heel wat zogenaamde

12660 Chambre des Représentantsde Belgique _ (121)_ BelgischeKamervan Volksvertegenwoordigers Vragenen Antwoorden (GZ 1993-1994) culiers que nombre de soi-disant réfugiés politiques sont parfois pour plusieurs millions en dette avec Belgacom. Ces personnes multiplient les communications internationales et ne paient pas les factures de télephone. 1. Quel est le montant total des dettes accumulées par des réfugiés politiques et des candidats réfugiés politiques envers Belgacom? 2. Quelles mesures prend-on pour en réclamer l'apurement? 3. Quelles procédures sont prévues pour offrir les garanties financières nécessaires à Belgacom en cas de demandes de raccordement de réfugiés politiques ou de candidats réfugiés politiques? Réponse : En réponse aux questions posées par l'honorable membre, l'entreprise publique autonome Belgacom me communique ce qui suit. 1. Le montant total de la dette due à Belgacom par des réfugiés politiques et des candidats réfugiés politiques est impossible à fournir. La comptabilité de Belgacom n'est pas scindée suivant la nationalité ou le statut politique des clients. Une évaluation peut cependant être fournie au moyen des dossiers frauduleux constatés par Belgacom. Ces dossiers concernent des créances supérieures à 200.000 francs belges facturées à des étrangers totalement insolvables ou disparus sans laisser d'adresse. Ces étrangers ne possèdent pas nécessairement le statut de réfugié politique ou de candidat réfugié politique. Le montant total de ces dossiers atteint 79.490.712 francs belges depuis le 1 er janvier 1993. 2. Les mesures prises afin de récupérer les dettes susmentionnées sont: recherches des adresses via les administrations communales; contacts avec la Surêté d'etat du ministère de l'intérieur; tentatives de recouvrement à l'étranger par les services du ministère des Affaires étrangères; tentatives de recouvrement par un bureau d'encaissement international performant; tentatives de recouvrement via les opérateurs de télécommunication étrangers. 3. Conformément aux dispositions légales en vigueur en la matière (article 107 de la loi du 21 mars 1991), Belgacom est tenue d'assurer l'accès égal aux services réservés à tous les usagers qui se trouvent dans des conditions équivalentes. Aucune mesure discriminatoire n'est donc en vigueur à l'égard de quelque catégorie de clients que ce soit. Pour ce qui concerne les réfugiés politiques et les candidats réfugiés politiques, les seules mesures de garantie préalables prises par Belgacom sont les mêmes politieke vluchtelingen voor miljoenen schulden hebben bij Belgacom. Het betreft hier niet betaalde telefoonrekeningen voor meestal internationale gesprekken. 1. Wat is het totale bedrag van de schulden die politieke vluchtelingen en kandidaat-politieke vluchtelingen bij Belgacom hebben? 2. Welke maatregelen worden genomen om die schulden terug te vorderen? 3. Welke procedures zijn er om bij aansluitingsaanvragen van politieke vluchtelingen of kandidaatpolitieke vluchtelingen de nodige financiële garanties voor Belgacom te bieden? Antwoord: Het autonoom overheidsbedrijf Belgacom deelt mij, in antwoord op de door het geacht lid gestelde vragen, het volgende mee. 1. Het totale schuldbedrag bij Belgacom veroorzaakt door politieke vluchtelingen en kandidaat-politieke vluchtelingen is onmogelijk te geven. De boekhouding van Belgacom is niet opgesplitst naar de nationaliteit of het politiek statuut van de klanten. Desondanks kan een, schatting worden gegeven bij middel van de door Belgacom geconstateerde fraudedossiers. Die dossiers betreffen hier vorderingen van meer dan 200.000 Belgische frank uit telefoondiensten gefactureerd aan buitenlanders die totaal onvermogend of zonder gekend adres verdwenen zijn. Die buitenlanders bezitten niet noodzakelijk het staruut van politieke vluchteling of kandidaat-politieke vluchteling. Het totaal bedrag van die dossiers beloopt 79.490.712 Belgische frank sedert 1 januari 1993. 2. Maatregelen die worden genomen om voormelde schulden terug te vorderen zijn: adresopzoekingen via de gemeentelijke administraties; contacten met de Staatsveiligheid van het ministerie van Binnenlandse Zaken; invorderingspogingen door de diensten van het ministerie van Buitenlandse Zaken in het buitenland; invorderingspogingen door een internationaal actief incassobureau; invorderingspogingen via de buitenlandse telecomoperatoren. 3. Overeenkomstig de ter zake geldende wettelijke bepalingen (artikell07 van de wet van 21 maart 1991) is Belgacom ertoe gehouden de gelijke toegang tot de gereserveerde diensten van alle gebruikers die in gelijkwaardige omstandigheden verkeren te verzekeren. Geen enkele discriminerende maatregel wordt dan ook toegepast ten opzichte van om het even welke categorie van klanten. Wat de politieke vluchtelingen en de kandidaatpolitieke vluchtelingen betreft zijn de enige voorafgaande voorzorgsmaatregelen dezelfde als voor elke

Chambre des Représentantsde Belgique _ (121)_ BelgischeKamervan Volksvertegenwoordigers 12661 Vragenen Antwoorden(GZ 1993-1994) que celles appliquées à tout autre client potentiel, à savoir que, sur simple demande de Belgacom, ils sont tenus: «de s'identifier sur la base de documents officiels et d'apporter la preuve de l'existence d'un domicile ou d'une résidence fixe en Belgique.» Pour le reste, dès la mise en service du raccordement téléphonique, Belgacom prend toutes les mesures propres à éviter la constitution de créances. Ces mesures consistent entre autres en une surveillance étroite du trafic sortant et, dans les cas où cela s'indique, à une adaptation immédiate de la provision constituée. andere potentiële klant. Op eenvoudig verzoek van Belgacom dient de klant: «zich op basis van officiële documenten te identificeren en het bewijs te leveren van een woon- of vaste verblijfplaats in België.» Voor het overige neemt Belgacom, vanaf het ogenblik van indienststelling van de telefoonaansluiting, alle passende maatregelen om schuldvorming te voorkomen. Die maatregelen bestaan onder meer uit een nauwlettende controle op het uitgaand verkeer en, waar nodig, door de onmiddellijke aanpassing van de kostendekkingssom. DO 939412093 Question n? 1110 de M. Van Eetvelt du 2 août 1994 (N.): Fondsbelgo-congolais. - Indépendants. La loi du 14 avril 1965 organisant une intervention financière de l'etat du chef de dommages causés aux biens privés entend fournir une compensation financière aux ex-coloniaux qui ont tout perdu. La perte de notre colonie a en effet causé des drames pour les personnes qui travaillaient à l'époque au Congo. Par le passé, des fonctionnaires, des enseignants et des indépendants ont introduit plus de 7.000 dossiers pour obtenir un dédommagement pour les dommages matériels subis. Selon les informations que nous avons reçues, la catégorie des indépendants a toutefois été abandonnée à son sort. Depuis 1965, plus de 2.000 dossiers sont encore à l'étude. 1. Cela est-il exact? 2. Dans l'affirmative, pourquoi les choses tardentelles tellement? 3. Quelles mesures comptez-vous prendre? Réponse : J'ai l'honneur d'informer l'honorable membre que sa question n" 1110 est de la compétence du ministre de l'infrastructure (question n 208 du 14 septembre 1994). DO 939412093 Vraag nr. 1110 van de heer Van Eetvelt van 2 augustus 1994 (N.): Belgisch-Congolees fonds. - Zelfstandigen. De wet van 14 april1965 tot regeling van de financiële tegemoetkoming van de Staat wegens schade aan private goederen tracht de oud-kolonialen die alles hebben verloren financieel te vergoeden. Het verlies van onze kolonie heeft inderdaad drama's veroorzaakt voor onze mensen die in het toenmalige Congo werkten. Er werden destijds meer dan 7.000 dossiers ingediend om een vergoeding voor de geleden materiële schade te vorderen door ambtenaren, leraren en zelfstandigen. Die laatste categorie is echter, volgens ingewonnen informatie, in de kou blijven staan. Meer dan 2.000 dossiers zijn nog in behandeling, sedert 1965. 1. Klopt dat? 2. Zo ja, waarom blijft dat zo lang aanslepen? 3. Welke maatregelen neemt u? Antwoord: Ik deel het geacht lid mee dat zijn vraag nr. 1110 onder de bevoegdheid van de minister van Infrastructuur valt (vraag nr, 208 van 14 september 1994). Vice-Premier Ministre et Ministre des Affaires étrangères Vice-Eerste Minister en Minister van Buitenlandse Zaken DO 939411530 Question n? 391 de M. Barbé du 15 avril 1994 (N.) : Sécuritéen mer. - Traités. - Ratification. Le rapport de la Commission transport et tourisme du Parlement européen relatif à une politique com- DO 939411530 Vraag nr, 391 van de heer Barbé van 15 april 1994 (N.) : Veiligheid op zee. - Verdragen. - Bekrachtiging. Uit het verslag van de Commissie vervoer en toerisme van het Europees Parlement, over een gemeen- 1613

12662 ChambredesReprésentantsdeBelgique Questionset Réponses(SO1993-1994) _ (121)_ BelgischeKamervanVolksvertegenwoordigers VragenenAntwoorden(GZ 1993-1994) mune en matière de sécurité en mer révèle que notre pays n'a pas encore ratifié toute une série d'accords internationaux (* Les conventions de grande importance pour la sécurité en mer sont indiquées au moyen d'une étoile) : * «SaLAS PROT 88» - «Protocol to the SaLAS Convention of 1974»; * «LL 88» - «1988 Protocol to the LoadIine Convention of 1966»;" «SFV PROT 93» - «1993 Protocol to STP Convention of 1977»; «STP 71» - «Special Trade Passenger Ships Agreement, 1971»; «SPACE STP 73» - «Protocolon Space Requirements for Special Trade Passenger Ships, 1973»; «4 CLC PROT 84» - «Protocol of 1984 to amend International Convention on Civil Liability for Oil Pollution Damage, 1969. NB this is now superseded by CLC PROT 92»; * «CLC PROT 92» - «Protocol of 1992 to amend International Convention on Civil Liability for Oil Pollution Damage, 1969»; * «FUND 71»- «International Convention on the Establishment of an International Fund for Compensation for Oil Pollution Damage»; * «FUND PROT 76» - Protocol to the International Convention on the Establisment of an International Fund for Compensation for Oil Pollution Damage, 1971»; * «FUND PROT 84» - «Protocolof 1984 to amend the International Convention on the Establisment of an International Fund for Compensation for Oil Pollution Damage, 1971. NB this is now superseded by FUND PROT 92»; * «FUND PROT 92» - «Protocolof 1992 to amend the International Convention on the Establisment of an International Fund for Compensation for Oil Pollution Damage, 1971»; «PAL PROT 90» - «Protocol of 1990 to amend the Athens Convention relating to het Carriage of Passenger and their Luggage by Sea, 1974»; «SUA 88» - Convention for the Suppression of Unlawful Acts against the Safety of Maritime Navigation, 1988»; «SUA PROT 88» - «Protocol for Suppression of Unlawful Acts against the Safety of Fixed Platforms Located on the Continental Shelf, 1988»; * «SALVAGE 89»- «International Convention on Salvage, 1989»; «OPRC 90» - «International Convention on Oil Pollution Preparedness, Response and Co-operation, 1990», 1. Ces accords doivent-ils être ratifiés? 2. Pourquoi ne l'ont-ils pas encore été? 3. Où en est la procédure de ratification? schappelijk beleid inzake de veiligheid op zee, blijkt dat ons land een hele reeks internationale akkoorden nog niet geratificeerd heeft (" De overeenkomsten van groot belang voor de veiligheid op zee zijn met een sterretje aangeduid) : «SaLAS PROT 88» - «Protocol to the SaLAS Convention of 1974»; «LL 88» - «1988 Protocol to the Loadline Convention of 1966»; «SFV PROT 93» - «1993 Protocol ro STP Convention of 1977»; «STP 71» - «Special Trade Passenger Ships Agreement, 1971»; «SPACE STP 73» - «Protocolon Space Requirements for Special Trade Passenger Ships, 1973»; «CLC PROT 84»- «Protocolof 1984 to amend International Convention on Civil Liability for Oil Pollution Damage, 1969. NB this is now superseded by CLC PROT 92»; «CLC PROT 92» - «Protocol of 1992 to amend International Convention on Civil Liability for Oil Pollution Damage, 1969»; * «FUND 71» - «International Convention on the Establishment of 'an International Fund for Compensation for Oil Pollution Damage, 1971»j * «FUND PROT 76» - «Protocol to the International Convention on the Establishment of an International Fund for Compensation for Oil Pollution Damage, 1971»; «FUND PROT 84» - «Protocolof 1984 to amend the International Convention on the Establishment of an International Fund for Compensation for Oil Pollution Damage, 1971. NB this is now superseded by FUND PROT 92»; «FUND PROT 92» - «Protocolof 1992 to amend the International Convention on the Establishment of an International Fund for Compensation for Oil Pollution Damage, 1971»; «PAL PROT 90»- «Protocol of 1990 to amend the Athens convention relating to the Carriage of Passenger and their Luggage by Sea, 1974»j «SUA 88» - «Convention for the Suppression of Unlawful Acts against the Safety of Maritime Navigation, 1988»j «SUA PROT 88» - Protocol for Suppression of Unlawful Acts against the Safety, of Fixed Platforms Located on the Continental Shelf, 1988»j «SALVAGE 89»- «International Convention on Salvage, 1989»j «OPRC 90» - «International Convention on Oil Pollution Preparedness, Response and Co-operation, 1990», 1. Moeten die akkoorden worden geratificeerd? 2. Waarom is dar nog niet het geval? 3. Wat is de stand van de ratificatieprocedure van die akkoorden?

ChambredesReprésentantsdeBelgique Questionset Réponses(SO1993-1994) _ (121)_ BelgischeKamervanVolksvertegenwoordigers 12663 VragenenAntwoorden(GZ 1993-1994) Réponse: 1. A l'exception du Protocole SaLAS de 1988, tous les autres traités doivent préalablement être soumis à l'approbation parlementaire avant que la Belgique ne puisse ratifier ces traités. 2. A part la convention de 1971 et le protocole de 1976 portant création d'un fond international d'indemnisation pour les dommages dus à la pollution par les hydrocarbures qui ont déjà été approuvés par le parlement et pour lesquels le ministère des Affaires économiques doit rédiger l'arrêté royal précédant la ratification, tous les autres traités sont encore à l'étude, ou l'approbation est en préparation dans les départements compétents. Antwoord: 1. Met uitzondering van het SaLAS Protocol van 1988, moeten alle overige verdragen voorafgaandelijk aan de parlementaire goedkeuring worden onderworpen alvorens België die kan bekrachtigen. 2. Behoudens het verdrag van 1971 en het protocol van 1976 ter oprichting van een internationaal fonds voor vergoeding van schade door verontreiniging door olie die al door het parlement werden goedgekeurd en voor dewelke het ministerie van Economische Zaken een koninklijk besluit moet opstellen dat aan de ratificering moet voorafgaan, zijn alle andere verdragen nog ter studie of is de goedkeuring in voorbereiding bij de bevoegde departementen. Vice-Premier Ministre et Ministre de la Justice et des Affaires économiques Vice-Eerste Minister en Minister van Justitie en Economische Zaken Justice Justitie DO 939411714 Question n? 638 de MmeVogels du 6 mai 1994 (N.) : Huissiersde justice. - Nombre. - Gand. L'arrondissement judiciaire de Gand compte depuis des années déjà un nombre trop élevé d'huissiers de justice.ce problème se pose de façon de plus en plus aiguëet a pour corollaire un déluge d'exploits d'huissiers,ce qui n'est pas conciliable avec la charge d'huissier de justice telle qu'elle a été rénovée, ni avec les nouvellestâches qui lui ont été confiées telles que le législateur les a définies dans le nouveau droit des saisies,qui accentue le rôle de médiation d'huissier de justice.cette rénovation est censée réduire le nombre d'exécutions et de saisies forcées, et certainement aussi le nombre de ventes judiciaires. La redéfinition des tâchesincombant à l'huissier de justice aura également uneincidence sur le nombre d'huissiers. Dans l'arrondissement de Gand, ce nombre devra être réduit plusqu'ailleurs encore. Cette réduction est en outre urgente,une nouvelle procédure de nomination étant encours actuellement. 1. Quand adapterez-vous le nombre des huissiers de justiceaux tâches nouvelles et plus restreintes des huissierstelles que les définit la récente loi sur le droit des saisies? DO 939411714 Vraag nr, 638 van mevrouw Vogels van 6 mei 1994 (N.) : Gerechtsdeurwaarders. - Aantal. - Gent. Het gerechtelijk arrondissement Gent heeft al jaren te veel gerechtsdeurwaarders. Het probleem wordt steeds acuter en heeft een vloedgolf van deurwaardersexploten tot gevolg, wat niet te rijmen valt met het vernieuwde ambt van gerechtsdeurwaarder en zijn nieuwe taken, zoals de wetgever die definieerde in het nieuwe beslagrecht, dat de bemiddelende rol van de gerechtsdeurwaarder beklemtoont. Die vernieuwing moet het aantal gedwongen uitvoeringen, beslagen en zeker het aantal gerechtelijke verkopen verminderen. Die nieuwe taakomschrijving zalook een weerslag hebben op het aantal gerechtsdeurwaarders. In het arrondissement Gent zal dat aantal nog meer dan elders moeten worden beperkt. Die beperking is bovendien dringend gezien momenteel opnieuween benoemingsprocedure loopt. 1. Wanneer zal u het aantal gerechtsdeurwaarders aanpassen aan de nieuwe en beperktere taken, die de recente wet op het beslagrecht omschrijft?

12664 ChambredesReprésentantsdeBelgique _ (121)_ BelgischeKamervanVolksvertegenwoordigers VragenenAntwoorden(GZ 1993-1994) 2. Y a-t-il en dehors de Gand d'autres arrondissements qui comptent un nombre trop élevé d'huissiers de justice? 3. Etes-vous disposé à décréter un gel des nominations en attendant que le Roi fixe de nouveau le nombre des huissiers de justice par arrondissement? Réponse: Conformément à l'article 1 er de l'arrêté royal du 14 décembre 1984 fixant le nombre d'huissiers de justice par arrondissement judiciaire, le nombre d'huissiers de justice est encore fixé à 29 dans l'arrondissement judiciaire de Gand. Après avoir pris les avis du procureur général près la cour d'appel, du procureur du Roi, du Conseil permanent de la Chambre nationale et du Conseil de la chambre d'arrondissement des huissiers de justice, le Roi peut fixer le nombre d'huissiers de justice par arrondissement (article 515, alinéa i-, du Code judiciaire). Pour l'arrondissement judiciaire de Gand, cette procédure a déjà été entamée. Après que les avis m'auront été envoyés, ils seront examinés et je déciderai alors de proposer ou non au Chef de l'etat de réduire le nombre d'huissiers de justice dans l'arrondissement judiciaire de Gand. L'arrêté royal fixant le nombre d'huissiers de justice garantit les droits de tous les huissiers de justice, même ceux des candidats-huissiers de justice qui espèrent être nommés. La méconnaissance de l'arrêté impliquerait dès lors une non-reconnaissance des droits d'une partie des huissiers de justice en faveur des autres. La seule bonne manière de modifier le nombre d'huissiers de justice est donc d'appliquer la loi. Cet arrondissement judiciaire n'est pas le seul à demander une diminution du nombre d'huissiers de justice. Une pareille demande a également été formulée en ce qui concerne l'arrondissement judiciaire de Louvain. Contrairement à ce que l'honorable membre affirme, les compétences des huissiers de justice ont été élargies (article 516 du même code, modifié par la loi du 6 avril 1992). 2. Zijn er naast het gerechtelijk arrondissement Gent nog andere arrondissementen met te veel gerechtsdeurwaarders? 3. Bent u bereid een benoemingsstop af te kondigen in afwachting dat de Koning het aantal gerechtsdeurwaarders per arrondissement opnieuw bepaalt? Antwoord: Op grond van artikel 1 van het koninklijk besluit van 14 december 1984 tot bepaling van het aantal gerechtsdeurwaarders per gerechtelijk arrondissement, is het aantal gerechtsdeurwaarders voor het gerechtelijk arrondissement Geent, nog altijd vastgesteld op 29. Nadat de Koning het advies van de procureurgeneraal bij het hof van beroep, van de procureur des Konings, van de Vaste raad van de nationale Kamer en van de Raad van de arrondissementskamer van de gerechtsdeurwaarders heeft ingewonnen, kan hij het aantal gerechtsdeurwaarders per gerechtelijk arrondissement bepalen (artikelsis, eerste lid, van het Gerechtelijk wetboek), Voor het gerechtelijk arrondissement Gent werd die procedure al ingesteld. Nadat de adviezen mij zijn toegezonden, zullen die worden onderzocht en zal ik beslissen of ik al dan niet een vermindering van het aantal gerechtsdeurwaarders in het gerechtelijk arrondissement Gent aan het Staatshoofd zal voorstellen. Het koninklijk besluit dat het aantal bepaalt, waarborgt de rechten van alle gerechtsdeurwaarders, ook die van de kandidaat-gerechtsdeurwaarders die hopen te worden benoemd. Het niet-toepassen van het besluit zou derhalve een miskenning van de rechten van een deel van de gerechtsdeurwaarders zijn ten voordele van een ander deel. De juiste en de enige weg om het aantal gerechtsdeurwaarders te wijzigen is derhalve de wet toepassen. Dat gerechtelijk arrondissement staat niet alleen wat de aanvraag tot de vermindering van het aantal gerechtsdeurwaarders betreft. Ook voor het gerechtelijk arrondissement Leuven werd een dergelijke aanvraag ingediend. In tegenstelling met wat het geacht lid aanvoert, werd de bevoegdheid van de gerechtsdeurwaarders eerder uitgebreid dan verminderd (artikel516 van hetzelfde wetboek, zoals gewijzigd bij de wet van 6 april 1992). DO 939411769 Question na 644 de M. Tant du 18 mai 1994 (N.) : Huissiers de justice. - Nombre. - Gand. La chambre nationale et la chambre d'arrondissement des huissiers de justice de l'arrondissement judi- DO 939411769 Vraag nr, 644 van de heer Tant van 18 mei 1994 (N.): Gerechtsdeurwaarders. - Aantal. - Gent. De nationale kamer en de arrondissementskamer van gerechtsdeurwaarders in het gerechtelijk arrondis-

ChambredesReprésentantsdeBelgique _ (121)_ BelgischeKamervanVolksvertegenwoordigers 12665 VragenenAntwoorden(GZ 1993-1994) ciarre de Gand ont signalé à plusieurs reprises un excédent d'huissiers de justice dans l'arrondissement de Gand. L'article 515 du Code judiciaire stipule que le nombre d'huissiers de justice fixé par le Roi ne comprend pas ceux qui ont dépassé l'âge de 70 ans. Par ailleurs, le nombre d'huissiers de justice dans l'arrondissement de Gand a été porté à 29 par arrêté royal du 29 novembre 1979. En réalité, le corps compte 31 huissiers de justice. Les chiffres montrent de plus que le taux moyen d'activité de l'huissier de justice dans cet arrondissement est d'environ 15% inférieur à la moyenne des arrondissements flamands. A cela s'ajoute la diminution du volume de travail de l'huissier de justice (baisse du nombre d'exécutions de décisions de justice; saisies et ventes publiques) et l'intention du législateur de réorienter et de limiter autant que possible les interventions de l'huissier de justice. La crainte d'une perte de volume d'activité et d'une concurrence acharnée, qui risquent de compromettre l'indépendance de l'huissier de justice, est réelle et fondée. 1. Envisagez-vous de réduire le nombre d'huissiers dejustice dans l'arrondissement judiciaire de Gand? 2. Les procédures de nomination actuellement en suspensseront-elles suspendues à court terme? sement Gent hebben er al herhaaldelijk op gewezen dat er teveel gerechtsdeurwaarders zijn in het arrondissement Gent. Artikel 515 van het Gerechtelijk wetboek bepaalt dat in het door de Koning bepaalde aantal gerechtsdeurwaarders niet inbegrepen zijn zij die de leeftijd van 70 jaar overschreden hebben. Daarnaast is het aantal gerechtsdeurwaarders in het arrondissement Gent bij koninklijk besluit van 29 november 1979 verhoogd tot 29. In feite bestaat het korps uit 31 gerechtsdeurwaarders. Cijfermateriaal wijst bovendien uit dat in dat arrondissement de gemiddelde activiteit van de gerechtsdeurwaarders ongeveer 15% lager ligt dan het gemiddelde in de Vlaamse arrondissementen. Voorts wordt gewezen op de verminderde werklast voor gerechtsdeurwaarders (daling van het aantal uitvoeringen; beslagen en openbare verkopen) en de intentie van de wetgever om de tussenkomst van de gerechtsdeurwaarder zoveel mogelijk te beperken en te heroriënteren. Er bestaat een terechte vrees voor werkvermindering en voor een concurrentiestrijd, die de onafhankelijke opstelling van de gerechtsdeurwaarders in het gedrang dreigen te brengen. 1. Overweegt u om het aantal gerechtsdeurwaarders in het gerechtelijk arrondissement Gent te verminderen? 2. Zullen de hangende benoemingsprocedures op korte termijn worden geschorst? Réponse: Conformément à l'article 1 er de l'arrêté royal du 14 décembre 1984 fixant le nombre d'huissiers de justice par arrondissement judiciaire, le nombre d'huissiers de justice est encore fixé à 29 dans l'arrondissement judiciaire de Gand. A la suite d'une demande visant à réduire le nombre d'huissiers de justice dans l'arrondissement judiciaire de Gand, la procédure prévue à l'article 515 du Code judiciairea déjà été entamée. Je déciderai, sur la base desavis du procureur général près la cour d'appel, du procureur du Roi, du Conseil permanent de la Chambre nationale et du Conseil de la chambre d'arrondissement des huissiers de justice, de proposer ou non au Chef de l'etat une réduction du nombre d'huissiers de justice dans l'arrondissement judiciaire de Gand. L'arrêté royal fixant le nombre d'huissiers de justice garantitles droits de tous les huissiers de justice, même ceux des candidats-huissiers de justice qui espèrent êtrenommés. La méconnaissance de l'arrêté impliquerait dès lors une non-reconnaissance des droits d'une partiedes huissiers de justice en faveur des autres. La seule bonne manière de modifier le nombre d'huissiersde justice est donc d'appliquer la loi. Antwoord: Op grond van artikel l van het koninklijk besluit van 14 december 1984 tot bepaling van het aantal gerechtsdeurwaarders per gerechtelijk arrondissement, is het aantal gerechtsdeurwaarders voor het gerechtelijk arrondissement Gent, nog altijd vastgesteld op 29. Ingevolge een verzoek tot vermindering van het aantal gerechtsdeurwaarders in het gerechtelijk arrondissement te Gent is de in artikelsis van het Gerechtelijk wetboek beschreven procedure ingesteld. Op basis van adviezen van de procureur-generaal bij het hof van beroep, van de procureur des Konings, van de Vaste raad van de nationale Kamer en van de Raad van de arrondissementskamer van de gerechtsdeurwaarders, zal ik beslissen of ik al dan niet een vermindering van het aantal gerechtsdeurwaarders in het gerechtelijk arrondissement Gent aan het Staatshoofd zal voorstellen. Het koninklijk besluit dat het aantal bepaalt, waarborgt de rechten van alle gerechtsdeurwaarders, ook die van de kandidaat-gerechtsdeurwaarders die hopen te worden benoemd. Het niet-toepassen van het besluit zou derhalve een miskenning van de rechten van een deel van de gerechtsdeurwaarders zijn ten voordele van een ander deel. De juiste en de enige weg om het aantal gerechtsdeurwaarders te wijzigen is derhalve de wet toepassen.

12666 Chambre des Représentantsde Belgique _ (121)_ BelgischeKamervan Volksvertegenwoordigers Vragenen Antwoorden(GZ 1993-1994) DO 939411570 Question n? 646 de M. Dupré du 19 mai 1994 (N.) : Entreprises. - Comptabilité et compte annuel. - Entreprise d'une personne. En vertu de la loi du 17 juillet 1975 sur la comptabilité et le compte annuel des entreprises, tous les commerçants doivent en principe tenir une comptabilité exhaustive ou non. Dans la pratique, la comptabilité des entreprises d'une personne est toujours clôturée le 31 décembre, quoiqu'il ne s'agisse pas d'une obligation légale. Quelles formalités un commerçant doit-il accomplir pour obtenir une autre date de clôture? Réponse : Comme le signale l'honorable membre, tous les commerçants doivent tenir une comptabilité conforme aux dispositions de la loi du 17 juillet 1975 relative à la comptabilité et aux comptes annuels des entreprises. Cette comptabilité peut être tenue de manière simplifiée, conforme à l'article 5 de la loi précitée, par des commerçants, personnes physiques ou sociétés en nom collectif ou en commandite simples, répondant aux conditions énoncées par cette dernière disposition. n convient par ailleurs de souligner qu'aux termes de l'article 7 de la loi du 7 juillet 1975, «toute entreprise procède, une fois l'an au moins, avec bonne foi et prudence, aux opérations de relevé, de vérification, d'examen et d'évaluation nécessaires pour établir à la date choisie un inventaire complet de ses avoirs et droits de toute nature, de ses dettes, obligations et engagements de toute nature, relatifs à son activité et des moyens propres qui y sont affectés», La législation et la réglementation comptables de droit commun ne contiennent toutefois aucune disposition qui imposerait le choix du 31 décembre pour l'arrêté des comptes ou l'accomplissement de quelconques formalités pour pouvoir établir ses comptes à une autre date. DO 939411570 Vraag nr. 646 van de heer Dupré van 19 mei 1994 (N.) : Ondernemingen. - Boekhouding en jaarrekening. - Eenmanszaak. Krachtens de wet van 17 juli 1975 op de boekhouding en de jaarrekening van de ondernemingen moeten alle handelaars in beginsel een al dan niet volledige boekhouding houden. In de praktijk wordt de boekhouding van die eenmanszaken altijd afgesloten op 31 december, hoewel dat geen wettelijke verplichting is. Welke formaliteiten moet een handelaar vervullen om een andere afsluitingsdatum te krijgen? Antwoord : Zoals het geacht lid opmerkt, moeten alle handelaars een boekhouding voeren die strookt met de bepalingen van de wet van 17 juli 1975 op de boekhouding en de jaarrekening van de ondernemingen. Overeenkomstig artikel 5 van de voornoemde wet, mogen de natuurlijke personen die koopman zijn, de vennootschappen onder firma en de gewone commanditaire vennootschappen, die voldoen aan de in het voornoemde artikel opgesomde voorwaarden, hun boekhouding op vereenvoudigde wijze voeren. Bovendien moet worden onderstreept dat, krachtens artikel 7 van de wet van 17 juli 1975, «elke onderneming, omzichtig en te goeder trouw, ten minste eens per jaar de nodige opnemingen, verificaties, onderzoekingen en waarderingen verricht om op een door haar gekozen datum de inventaris op te maken van al haar bezittingen, vorderingen, schulden en verplichtingen van welke aard ook, die betrekking hebben op haar bedrijf, en van de eigen middelen daaraan verstrekt», In de gemeenrechtelijke boekhoudwetgeving en -reglementering komt evenwel geen enkele bepaling voor die eist dat de jaarrekening moet worden afgesloten op 31 december of op grond waarvan aan bepaalde formaliteiten moet zijn voldaan om de jaarrekening op een andere datum te mogen opstellen. DO 939411823 Question no 652 de M. de Clippele du 25 mai 1994 (Fr.) : Moniteur belge. - Date. n semble que l'administration du Moniteur belge ne soit en mesure de distribuer le Moniteur belge à la date indiquée sur la publication. 1. Au cours de la période du 15 décembre 1993 au 15 janvier 1994, quels numéros du Moniteur belge n'ont pas été distribués à la date mentionnée sur la publication? DO 939411823 Vraag nr, 652 van de heer de Clippele van 25 mei 1994 (Fr.) : Belgisch Staatsblad. - Datum. Het bestuur van het Belgisch Staatsblad is blijkbaar niet bij machte de Belgische Staatsbladen te bestellen op de datum die op de publikatie vermeld staat. 1. Welke Belgische Staatsbladen werden in de periode van 15 december 1993 tot 15 januari 1994 niet besteld op de datum die op de publikatie vermeld staat?

Chambre des Représentantsde Belgique Questionset Réponses(50 1993-1994) _ (lll) _ BelgischeKamervan Volksvertegenwoordigers 12667 Vragenen Antwoorden(GZ 1993-1994) 2. Comment s'explique cette distribution tardive? 3. Des éditions du Moniteur belge sont-elles antidatées? 4. Dans l'affirmative, quand une loi devant entrer en vigueur à la date de publication au Moniteur belge, sort-elle ses effets? Réponse: En réponse aux questions 1 et 3 de l'honorable membre, j'ai l'honneur de lui communiquer ce qui suit. Il se peut tout d'abord que les publications, bien que livrées à temps par le Moniteur belge, ne soient pas distribuées à temps par la Poste. En dehors de ces cas et au cours de la période du 15 décembre 1993 au 15 janvier 1994, les Moniteurs belges suivants n'ont pu être livrés à temps à la Poste: les cahiers 4 à 8 du Moniteur 1993; belge du 20 décembre les 2 éme, 3 éme et 4 éme éditions du Moniteur belge du 31 décembre 1993. Au cours des deux dernières semaines de l'année 1993 sont parues 2848 pages Moniteur belge, soit une moyenne de 204 pages par jour. Par conséquent, il aurait été nécessaire de doubler la production normale journalière durant cette période de fin d'année et de vacances. Ceci n'est pas possible, tant sur le plan de l'équipement technique, que sur le plan de l'occupation du personnel. Le Moniteur belge du 20 décembre 1993 contenait un arrêté de la Communauté flamande de 988 pages. Il a été impossible d'en assurer en une fois la production et l'expédition. Un certain nombre de textes qui devaient être publiés avant le 1 er janvier 1994 ont été transmis très tardivement aux services du Moniteur belge par les différents départements; de ce fait, l'ensemble du planning a dû être revu plusieurs fois, retardant ainsi le passage aux étapes suivantes de la production. 2. Wat is de oorzaak van die laattijdige bestelling? 3. Zijn er Belgische Staatsbladen die geantidateerd zijn? 4. Zo ja, wanneer treedt de wet die in werking treedt op de datum van publikatie in het Belgisch Staatsblad, in werking? Antwoord: In antwoord op de vragen 1 en 3 van het geacht lid kan ik hem het volgende meedelen. Vooreerst kan het voorkomen dat publikaties niet tijdig door de Post worden besteld alhoewel ze door het Belgisch Staatsblad tijdig werden afgeleverd. Daarnaast werden in de periode 15 december 1993 tot 15 januari 1994 de volgende Belgische Staatsbladen niet tijdig geleverd aan de Post: katernen 4 tot 8 van het Belgisch Staatssblad van 20 december 1993; 2de, 3de en 4de editie van het Belgisch van 31 december 1993. Staatsblad In de laatste twee weken van het jaar 1993 verschenen er 2848 bladzijden Belgisch Staatsblad, of gerniddeld 204 bladzijden per dag. Bijgevolg had men de dagelijkse produktie moeten kunnen verdubbelen tijdens die eindejaars- en vakantieperiode. Dat is zowel op het stuk van de technische uitrusting als op het stuk van personeelsbezetting, niet mogelijk. Het Belgisch Staatsblad van 20 december 1993 bevatte een besluit van de Vlaamse Gemeenschap van maar liëfst 988 bladzijden. Het was onmogelijk om de produktie en de verzending in één keer te verzekeren. Een aantal teksten die moesten worden gepubliceerd voor 1 januari 1994 werden zeer laattijdig door de verschillende departementen aan de diensten van het Belgisch Staatsblad overgemaakt, zodat verschillende keren de volledige planning moest worden herzien, waardoor de verdere produktiestappen werden vertraagd. DO 939411929 Question n? 667 de M. Taylor du 8 juin 1994 (N.) : Département. - Jugements et arrêts. - Saisie. - Immunité d'exécution. Sur la base de la notion de «continuité du service public», les cours et tribunaux ont confirmé à maintes reprises que le problème de la saisissabilité des biens des pouvoirs publics reste régi par le principe de l'immunité d'exécution. Ces dernières années, cette immunité d'exécution ne s'applique toutefois plus de manière absolue. De nombreux juges des saisies auto- DO 939411929 Vraag nr, 667 van de heer Taylor van 8 juni 1994 (N.): Departement. - Vonnissen en arresten. - Beslag.- Uitvoeringsimmuniteit. Op basis van het begrip «continuïteit van de openbare dienst» hebben de hoven en rechtbanken herhaaldelijk bevestigd dat het probleem van de beslagbaarheid van de goederen van de overheid beheerst blijft door het principe van de uitvoeringsimmuniteit. De jongste jaren geldt die uitvoeringsimmuniteit echter niet langer op absolute wijze. Talrijke beslagrechters

ChambredesReprésentantsdeBelgique 12668 -(121)- BelgischeKamervanVolksvertegenwoordigers VragenenAntwoorden(GZ 1993-1994) risent la saisie de biens appartenant aux pouvoirs publics lorsque la mesure d'exécution demandée est conciliable avec la continuité du service public. 1. Combien de décisions judiciaires prononcées à charge de services relevant de votre compétence n'ont pas été exécutées? 2. Pourquoi cette exécution n'a-t-elle pas eu lieu, et quels montants sont en jeu? 3. Combien de temps faut-il en moyenne avant que vos services exécutent un jugement ou un arrêt revêtu d'un titre exécutorial? Réponse: J'ai l'honneur de communiquer à l'honorable membre les renseignements suivants. 1. Tous les dossiers concernant des jugements qui donnent lieu au paiement de certaines sommes et qui ont été transmis à la comptabilité générale, ont été mis en paiement via la Caisse des dépôts et consignations, conformément à l'article 100 de l'arrêté royal du 17 juillet 1991 concernant la coordination des lois sur la comptabilité du royaume. 2. Sans objet. 3. Le délai moyen nécessaire pour faire parvenir de telles créances à la Caisse des dépôts et consignations est de 3 ou 4 semaines. La comptabilité générale ignore le délai nécessaire à la caisse pour exécuter le jugement ou l'arrêt vis-à-vis du bénéficiaire. laten het beslag op goederen van de overheid toe als de gevraagde uitvoeringsmaatregel verenigbaar is met de continuïteit van de openbare dienst. 1. Hoeveel rechterlijke uitspraken ten laste van onder uw bevoegdheid ressorterende diensten werden niet uitgevoerd? 2. Waarom gebeurde dat niet en over welke bedragen gaat het? 3. Hoe lang duurt het gemiddeld vooraleer uw diensten een vonnis of arrest dat bekleed is met een titel van tenuitvoerlegging uitvoeren? Antwoord : Hierbij kan ik aan het geacht lid de volgende gegevens meedelen. 1. Alle dossiers betreffende rechterlijke uitspraken die aanleiding geven tot betaling van bepaalde sommen en die aan de algemene boekhouding werden overgemaakt, werden overeenkomstig artikel 100 van het koninklijk besluit van 17 juli 1991 houdende coördinatie van de wetten op de rijkscomptabiliteit, via de Depositio- en consignatiekas in betaling gegeven. 2. Zonder voorwerp. 3. De gemiddelde termijn om dergelijke schuldvorderingen ter betaling ov.er te maken aan de Depositoen consignatiekas beloopt 3 tot 4 weken. De algemene boekhouding heeft geen weet van de termijn die voormelde kas nodig heeft om het vonnis of het arrest ten aanzien van de rechthebbende uit te voeren. Affaires économiques Economische Zaken DO 939411854 Question n? 306 de M. De Mol du 27 mai 1994 (N.) : Agenda 21. - Développement durable. - Consommation. - Prix. Le chapitre 4 de l'agenda 21 concerne principalement le changement des modes de consommation. Les modes de consommation non durables y sont cités comme cause principale de la détérioration de l'environnement sur le plan mondial et comme facteurs responsables de la pauvreté et des inégalités. Il convient dès lors d'élaborer des stratégies politiques nationales visant à modifier ces modes de consommation. Ainsi, il faut inciter les producteurs à développer des processus de production nécessitant moins d'énergie et de matières premières et produisant le moins possible de déchets. Il faut également inciter les consommateurs à changer leurs habitudes de consommation. L'Agenda 21 prévoit un certain nombre d'actions concrètes. Des mesures pourraient ainsi être prises au niveau de la formation des prix. Le prix d'un produit doit refléter pour le consommateur et le producteur le coût environnemental dudit produit. DO 939411854 Vraag nr. 306 van de heer De Mol van 27 mei 1994 (N.): Agenda 21. - Duurzame ontwikkeling. - Consumptie. - Prijzen. In hoofdstuk 4 van Agenda 21 staat de verandering van de consumptiepatronen centraal. Met name wordt in dat hoofdstuk ingegaan op de niet-duurzarne consumptiepatronen die als belangrijkste oorzaak van de achteruitgang van het wereldmilieu worden beschouwd en leiden tot armoede en ongelijkheid. Nationale beleidsstrategieën moeten die patronen wijzigen. Enerzijds moeten de producenten worden aangespoord produktieprocessen uit te bouwen die minder energie en grondstoffen opslorpen en zo weinig mogelijk afval produceren. Anderzijds moet de consument aangezet worden anders te consumeren. Agenda 21 voorziet in enkele concrete activiteiten, zoals de prijsvorming. De prijs van een produkt moet consumenten en producenten duidelijk maken wat de milieukost van het produkt is.

Chambredes Représentantsde Belgique _ (121)_ BelgischeKamervan Volksvertegenwoordigers 12669 Vragenen Antwoorden(GZ 1993-1994) 1. a) A-t-on déjà, en vue de la fixation de prix favorisant la durabilité, créé une commission d'étude ayant pour mission de définir une approche fondée et globale des instruments environnementaux économico- financiers? h) Dans l'affirmative, quels sont les premiers résultats des travaux menés par cette commission? 2. Dans la négative, envisage-t-on la création d'une telle commission? 3. Quelles initiatives avez-vous déjà prises sur le plan international en vue de la mise en œuvre de réformes à caractère environnemental sur le plan des conventions commerciales internationales? Réponse: 1 et 2. Je partage l'avis de l'honorable membre lorsqu'il considère que les producteurs doivent être incités à développer des procédés de production absorbant moins d'énergie et de matières premières et produisant le moins de déchets possible. La protection de l'environnement a toujours été une de mes préoccupations. L'utilisation fondée et globale des instruments financiers économiques en matière écologique implique des recherches approfondies aux niveaux national et international. A cet égard, il faut tenir compte, notamment, de la préservation du pouvoir concurrentiel du pays ainsi que des objectifs politiques poursuivis par les ministres fédéraux et régionaux qui ont l'environnement dans leurs attributions. En outre, j'attire l'attention sur le fait que la loi ordinaire du 16 juillet 1993 visant à achever la structure fédérale de l'etat a également pour but d'aboutir à un développement durable qui se fonde sur des instruments financiers et économiques en matière écologique. De surcroît, il a été constitué un Conseil national pour le développement durable, sous l'autorité des ministres fédéraux de la Coopération au développement et de l'environnement. 3. Quoique aucune intervention de mon département sur le plan international ne vise spécifiquement les buts tels qu'ils sont indiqués par l'honorable membre dans sa question, je tiens toutefois à souligner que j'ai toujours été favorable à une position qui tienne compte des impératifs de l'environnement et que d'ailleurs ce point de vue à été repris par la Belgique, tant au niveau des négociations de l'uruguay Round puisque lors de la conférence de Marrakech, la préférence à été donnée à la nécessité de tenir compte de ces impératifs, qu'au niveau d'autres instances internationales telle que la déclaration ministérielle de l'ocde. De toute manière, il va de soi que je prendrai une position favorable à ces préoccupations lorsque l'omc ayant été mise sur pied, ses instances seront amenées à étudier les problèmes de l'environnement dans leurs liens avec le processus de développement commercial. 1. a) Is, met het oog op duurzaamheid ondersteunende prijzen, al een studiecommissie opgericht die zich buigt over een onderbouwde en allesomvattende aanpak van de financieel-economische milieu-instrumenten? h) Zo ja, tot welke resultaten kwam die commissie al? 2. Zo niet, bestaan plannen om dergelijke commissie op te richten? 3. Welke initiatieven nam u al op internationaal niveau om milieugerichte hervormingen binnen de internationale handelsovereenkomsten door te voeren? Antwoord: 1 en 2. Ik deel de mening van het geacht lid waar hij stelt dat de producenten moeten worden aangespoord om produktieprocessen te ontwikkelen die minder energie en grondstoffen opslorpen, en die zo weinig mogelijk afval produceren. De zorg voor het milieu is altijd een van mijn bekommernissen geweest. Een onderbouwde en globale aanpak van de financieel-economische milieu-instrumenten veronderstelt een diepgaand, op nationaal en internationaal vlak uitgebouwd onderzoek. Daarbij moet onder meer rekening worden gehouden met de vrijwaring van 's lands concurrentievermogen, alsmede met de beleidsstrategieën van de federale en regionale ministers verantwoordelijk inzake milieu. Bovendien wijs ik op het feit dat de gewone wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale staatsstructuur eveneens tot doel heeft te komen tot een duurzame ontwikkeling, waarbij gebruik wordt gemaakt van financieel-economische rnilieu-instrumenten. Ook werd een Nationale raad voor duurzame ontwikkeling opgericht, onder het gezag van de federale ministers voor Ontwikkelingssamenwerking en Leefmilieu. 3. Hoewel geen enkele tussenkomst van mijn departement, op internationaal vlak, specifiek gericht is op de doeleinden zoals die door het geacht lid in zijn vraag worden aangegeven, wil ik er toch de nadruk op leggen dat ik steeds een standpunt heb voorgestaan dat rekening houdt met de vereisten van het milieu; zo'n zienswijze werd overigens door België verdedigd, zowel tijdens de Uruguay Round - daar op de conferentie van Marrakech de voorkeur gegaan is naar die dwingende opdracht - als op het niveau van andere internationale instellingen, bij voorbeeld de rninisteriële verklaring van de OESO. Het spreekt in ieder geval vanzelf dat ik die problemen ter harte zal nemen, zodra de WTO op gang is gekomen en haar instellingen de milieuproblematiek zullen moeten bekijken vanuit haar verband met de ontwikkeling van de handel. 1614

12670 ChambredesReprésentantsdeBelgique _ (121)_ BelgischeKamervanVolksvertegenwoordigers VragenenAntwoorden(GZ1993-1994) DO 939412140 Question no 327 de M. De Mol du 12 juillet 1994 (N.) : Département. - Cabinet. - Femmes. Le chapitre 24 de l'agenda 21 est consacré plus particulièrement au rôle des femmes dans le cadre d'un développement durable. La participation des femmes au développement économique et aux processus décisionnels est trop souvent ignorée. Il serait totalement logique qu'elles participent au même titre que les hommes aux processus décisionnels, non seulement dans le cadre de l'environnement et du développement mais également dans tous les domaines de la vie publique. Concrètement, les pouvoirs publics doivent prendre des initiatives à tous les niveaux afin d'aboutir à une représentation équivalente des hommes et des femmes dans les organes décisionnels, les organes consultatifs et les institutions publiques. 1. Quelles mesures concrètes avez-vous déjà prises pour réaliser les objectifs du chapitre 24 de l'agenda 21? 2. a) Combien de femmes dénombrait-on en 1980, 1990 et 1993 au sein des différents organes consultatifs relevant de votre compétence? b) Comment le pourcentage de femmes dans chaque organe a-t-il évolué? c) Quelles mesures concrètes avez-vous prises pour augmenter le nombre de femmes dans les organes en question? 3. a) Combien de femmes dénombrait-on en 1980, 1990 et 1993 au sein des différents organes décisionnels relevant de votre compétence? b) Comment le pourcentage de femmes dans chaque organe a-t-il évolué? c) Quelles mesures concrètes avez-vous prises pour augmenter le pourcentage de femmes dans les organes en question? 4. a) Combien de femmes dénombrait-on en 1980, 1990 et 1993 au sein des différentes institutions publiques relevant de votre compétence? b) Comment le pourcentage de femmes dans chaque institution publique a-t-il évolué? c) Quelles mesures concrètes avez-vous prises pour augmenter le pourcentage de femmes dans les institutions en question? 5. a) Combien de femmes dénombrait-on en 1980, 1990 et 1993 au sein des différents services de votre administration? b) Quel est le nombre de femmes par niveau? c) Comment le pourcentage de femmes a-t-il évolué depuis 1980? DO 939412140 Vraag nr, 327 van de heer De Mol van 12 juli 1994 (N.) : Departement. - Kabinet. - Vrouwen. Hoofdstuk 24 van Agenda 21 heeft bijzondere aandacht voor de rol van vrouwen op het stuk van duurzame ontwikkeling. Te vaak wordt voorbij gegaan aan de bijdrage van vrouwen aan de economische ontwikkeling en besluitvorming. Het is dan ook volkomen logisch dat zij gelijk vertegenwoordigd zijn in de besluitvorming, niet alleen over milieu en ontwikkeling, maar over alle aspecten van het openbare leven. Concreet moet de overheid op alle niveaus stappen doen om de gelijke vertegenwoordiging van vrouwen in besluitvormingsorganen, adviesorganen en openbare instellingen te bereiken. 1. Welke concrete maatregelen nam u alom de doelstellingen van hoofdstuk 24 van Agenda 21 te verwezenlijken? 2. a) Hoeveel vrouwen waren vertegenwoordigd in elk adviesorgaan waarvoor u bevoegd bent, in 1980, 1990 en 1993? b) Wat is de evolutie in elk orgaan? c) Welke concrete maatregelen nam u alom de vertegenwoordiging van vrouwen in die organen te verhogen? 3. a) Hoeveel vrouwen waren vertegenwoordigd in elk besluitvormingsorgaan waarvoor u bevoegd bent, in 1980, 1990 en 1993? b) Wat is de evolutie in elk orgaan? c) Welke concrete maatregelen nam u alom de vertegenwoordiging van vrouwen in die organen te verhogen? 4. a) Hoeveel vrouwen waren vertegenwoordigd in elke openbare instelling waarvoor u bevoegd bent, in 1980, 1990 en 1993? b) Wat is de evolutie in elke openbare instelling? c) Welke concrete maatregelen nam u alom de vertegenwoordiging van vrouwen in die instellingen te verhogen? 5. a) Hoeveel vrouwen waren vertegenwoordigd in de diensten van uw administratie, in 1980, 1990 en 1993? b) Hoeveel vrouwen zijn er per niveau? c) Wat is de evolutie sinds 1980?

ChambredesReprésentantsdeBelgique Questionset Réponses(SO1993-1994) _ (121)_ BelgischeKamervanVolksvertegenwoordigers 12671 VragenenAntwoorden(GZ 1993-1994) d) Quelles mesures concrètes avez-vous déjà prises pour augmenter le pourcentage de femmes? 6. a) Combien de femmes dénombre-t-on au sein de votre cabinet? b) Quel est le nombre de femmes par niveau? Réponse: L'honorable membre voudra bien trouver ci-aprèsles renseignements demandés. 1. La politique d'égalité des chances relève de la compétence du ministre du Travail Mme M. Srnet. Celle-cia déjà pris de nombreuses mesures visant à favoriser la présence des femmes à tous les niveaux de la prise de décision dans la société, mesures qui ont également eu des effets au niveau du ministère des Affaireséconomiques. 2,3 et 4. Les données nécessaires ont été demandées aux différents organes d'avis et de décision, ainsi qu'aux organismes publics. Ces données vous seront communiquées, dès qu'elles auront été réunies. 5. a) Femmes représentées. 1980 : pas de chiffres; 1985 : 1.495; 1990: 1.701; 1993: 1.764. b) Femmes par niveau. 1985 : Niveau I: Niveau II: Niveau III: Niveau IV: 113; 350; 794; 238; d) Welke concrete maatregelen nam u alom de vertegenwoordiging van vrouwen te verhogen? 6. a) Hoeveel vrouwen zijn vertegenwoordigd 10 uw kabinet? h) Hoeveel zijn er per niveau? Antwoord: Het geacht lid gelieve hierna de gevraagde inlichtingen te vinden. 1. Het is de minister van Arbeid, mevrouw M. Smet die belast is met het gelijke kansenbeid. Zij heeft al heel wat maatregelen genomen ter bevordering van de aanwezigheid van de vrouwen in alle geledingen van de maatschappelijke besluitvorming, die ook uitwerking hebben bij het ministerie van Economische Zaken. 2, 3 en 4. De nodige gegevens zijn bij de verschillende advies- en besluitvormingsorganen en openbare instellingen opgevraagd. Zodra die gegevens zijn binnengekomen, zullen ze u worden meegedeeld. 5. a) Vrouwen vertegenwoordigd. 1980 : geen gegevens; 1985 : 1.495; 1990: 1.701; 1993: 1.764. h) Vrouwen per niveau. 1985 : Niveau I: 113; Niveau II: 350; Niveau III: 794; Niveau IV: 238; Total: 1.495. Totaal: 1.495. 1990 : 1990 : Niveau I: 122; Niveau I: 122; Niveau II: 380; Niveau II: 380; Niveau III: 781; Niveau III: 781; Niveau IV: 418; Niveau IV: 418; Total: 1.701. Totaal: 1.701. 1993 : 1993 : Niveau I: 131; Niveau I: 131; Niveau II: 495; Niveau II: 495; Niveau III: 767; Niveau III: 767; Niveau IV: 371; Niveau IV: 371; Total: 1.764. c)en d) Evolution depuis 1980. L'analyse des données chiffrées démontre que l'occupation des femmes au ministère des Affaires économiques a nettement progressé et ceci malgré le fait qu'aucune mesure spécifique n'ait été prise pour «accroître» le nombre d'agents féminins. En application de l'arrêté royal du 27 février 1990 portant des mesures en vue de la promotion de Totaal: 1.764. c) en d) Evolutie sinds 1980. Uit de cijfers blijkt dat het aandeel van de vrouwelijke tewerkstelling bij het ministerie van Economische Zaken sterk is toegenomen en dat ondanks het feit dat geen specifieke maatregelen werden genomen ter «verhoging», alszodanig, van het aantal vrouwelijke personeelsleden. In toepassing van het koninklijk besluit van 27 februari 1990 houdende maatregelen tot bevorde-

12672 ChambredesReprésentantsdeBelgique Questionset Réponses(Sa 1993-1994) _ (121)_ BelgischeKamervanVolksvertegenwoordigers VragenenAntwoorden(GZ 1993-1994) l'égalité des chances pour les hommes et les femmes dans les services publics (Moniteur belge du 8 février 1990), le ministère des Affaires économiques a élaboré un projet de plan d'égalité des chances. Il ressort d'une analyse des chiffres de l'année 1989 que le ministère des Affaires économiques était une administration déjà fortement féminisée. On a dès lors estimé qu'il convenait non pas d'axer les mesures d'actions positives sur l'augmentation du personnel féminin, mais de mettre l'accent sur le déroulement de la carrière des femmes occupées au département. En effet, la représentation hommeslfemmes dans la structure du personnel se révélait fort inégale. 6. a) Femmes membres du cabinet (1994) : 26. b) Femmes par niveau. Niveau I: 5; Niveau II: 17; Niveau III : 2; Niveau IV : 2; Total: 26. ring van gelijke kansen voor mannen en vrouwen in de overheidsdiensten (Belgisch Staatsblad van 8 februari 1990) werd ook voor het ministerie van Economische Zaken een ontwerp van gelijke kansenplan opgesteld. De analyse van de cijfergegevens van 1989 leerde dat het ministerie van Economische Zaken al een sterk gefeminiseerde administratie was. Bijgevolg werd geoordeeld dat de positieve actiemaatregelen niet diende te worden gericht op een verhoging van het aantal vrouwelijke personeelsleden maar op de beïnvloeding van het carrièreverloop van de aanwezige vrouwen op het departement. Mannen en vrouwen bleken immers zeer ongelijk vertegenwoordigd in de personeelsstructuur. 6. a) Aantal vrouwen in het kabinet (1994) : 26. b) Vrouwen per niveau. Niveau I: 5; Niveau II: 17; Niveau III : 2; Niveau IV : 2; Totaal: 26. DO 939422210 Question n? 329 de M. Van Nieuwenhuysen du 2 août 1994 (N.): Conseil central de l'économie. - Cadres linguistiques. Pourriez-vous, pour ce qui regarde les cadres linguistiques au Conseil central de l'économie, esquisser la situation la plus récente aux différents échelons? Réponse: J'ai l'honneur de communiquer à l'honorable membre les données demandés concernant le Conseil central de l'économie. DO 939422210 Vraag nr, 329 van de heer Van Nieuwenhuysen 2 augustus 1994 (N.) : Centrale raad voor het bedrijfsleven. - Taalkaders. van Kan u wat de taalkaders in de Centrale raad voor het Bedrijfsleven betreft, de meest recente situatie schetsen voor de verschillende trappen? Antwoord: Ik heb de eer het geacht lid de gevraagde gegevens betreffende de Centrale raad voor het bedrijfsleven mee te delen. Degrés de la hierarchie Grades Rôle linguistique néerlandais Rôle linguistique français Trappen van de hiërarchie Graden Nederlandse taalrol Franse taalrol 1. 2. Secrétaire.! Secretaris Secrétaire adjoint.! Adjunct-secretaris Premier conseiller.! Eerste adviseur Conseiller.! Adviseur Directeur 3... Conseiller adjoint.! Adjunct-adviseur 4 Secrétaire d'administration.! Bestuursssecretaris Traducteur-reviseur.! Vertaler-revisor 5. 6. 7. Chef administratif.! Bestuurschef Sous-chef de bureau.! Onderbureauchef Traducteur.! Vertaler Rédacteur.! Opsteller Secrétaire de direction.! Directiesecretaris 1 (1) 1 (1) 5 (1) 3 (2) 4 (1) 7 (3) 4 (4) 6 (5) 2 1 2 1 5 3

Chambredes Représentantsde Belgique _ (121)_ BelgischeKamervan Volksvertegenwoordigers 12673 Vragenen Antwoorden(GZ 1993-1994) Degrés de la hierarchie Grades Rôle linguistique néerlandais Rôle linguistique français Trappen van de hiërarchie Graden Nederlandse taalrol Franse taalrol 8 Commis-sténodactylographe-chef. / Hoofdklerk -stenotypist Commis-dactylographe-chef. / Hoofdklerk typist Commis-chef. / Hoofdklerk 9 Commis-sténodactylographe principal. / Eerste klerk-stenotypist Commis-dactylographe principal. / Eerstaanwezend klerk-typist Commis principal. / Eerste klerk - 10 Commis-sténodactylographe. / Klerk-stenotypist Commis-dactylographe. / Klerk-typist Commis. / Klerk - 11 Conducteur de presse offset. / Persbediener offset Premier ouvrier spécialiste A. / Eerste vakman A - 12 Ouvrier qualifié B. / Geschoold werkman B Ouvrier qualifié A. / Geschoold werkman A 3 2 o 1 7 11(4) o 1 o o (1) Dont 3 agents des anciens conseils professionnels. / Waarvan 3 ambtenaren van de vroegere bedrijfsraden. (2) Dont 1 agent d'ancien conseils professionnels. / Waarvan 1 ambtenaar van de vroegere bedrijfsraden. (3) Dont 6 agents des anciens conseils professionnels. / Waarvan 6 ambtenaren van de vroegere bedrijfsraden. (4) Dont 1 membre du personnel contractuel. / Waarvan 1 contractueel personeelslid. (5) Dont 2 membres du personnel contractuels. / Waarvan 2 contractuele personeelsleden. Vice-Premier Ministre et Ministre du Budget Vice-Eerste Minister en Minister van Begroting DO 929301263 Question n? 22 de M. Marsoul du 9 mars 1993 (N.) : Département. - Circulaires. - Publicité de l'administration. En réponse à la question n 7 du 18 mai 1992 de M. Bertouille, vous avez donné des explications concernant les circulaires et autres publications de votre ministère (voir bulletin des Questions et Réponses, Chambre, 1991-1992, n" 19, page 1319). 1. Les circulaires en question sont-elles transmises à la Bibliothèque royale (en exécution de la loi sur le dépôt légal ou pour la section «publications officielles»)? 2. Sont-elles transmises aux Archives générales du Royaume afin de permettre à cette institution d'appliquer la loi sur les archives (plus particulièrement en ce qui concerne la question du contrôle)? DO 929301263 Vraag nr. 22 van de heer Marsoul van 9 maart 1993 (N.) : Departement. - Rondzendbrieven. - Openbaarheid van bestuur. In uw antwoord op vraag nr. 7 van 18 mei 1992 van de heer Bertouille heeft u uitleg gegeven over de rondzendbrieven en andere publikaties van uw ministerie (zie bulletin van Vragen en Antwoorden, Kamer, 1991-1992, nr. 19, blz. 1319). 1. Worden die rondzendbrieven verzonden naar de Koninklijke bibliotheek (in uitvoering van de wet op het wettelijk depot of voor de afdeling «officiële publikaties»)? 2. Worden ze verzonden naar het Algemeen rijksarchief om die instelling in staat te stellen de archiefwet toe te passen (voornamelijk met betrekking tot het aspect toezicht)?

12674 Chambre des Représentantsde Belgique _ (121)_ BelgischeKamervan Volksvertegenwoordigers Vragenen Antwoorden (GZ 1993-1994) 3. Sont-elles conservées de manière permanente dans un service central de votre ministère? Les personnes intéressées peuvent-elles les y consulter? 4. Quelles mesures concrètes avez-vous déjà prises pour faciliter l'accès aux documents administratifs (consultation plus aisée)? 5. En 1992, tous les arrêtés royaux et ministériels émanant de votre département ont-ils été publiés au Moniteur belge? Réponse: En ma qualité de ministre du Budget, je ne dispose que des services de l'administration du budget et du contrôle des dépenses, qui font partie sur le plan organique du ministère des Finances. Je renvoie dès lors l'honorable membre à la réponse du ministre des Finances (voir bulletin des Questions et Réponses, 1993-1994, n 90, page 8765), qui contient également les renseignements souhaités pour l'administration précitée. 3. Worden ze in een centrale dienst van uw ministerie blijvend bewaard en kunnen alle belangstellenden ze daar raadplegen? 4. Welke concrete maatregelen heeft u al genomen om de toegang tot de administratieve documenten makkelijker te maken (makkelijker raadpleging)? 5. Zijn in 1992 alle koninklijke en rninisteriële besluiten van uw ministerie in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd? Antwoord: In mijn hoedanigheid van minister van Begroting beschik ik slechts over de diensten van de Administratie van de begroting en de controle op de uitgaven, die op het organieke vlak deel uitmaken van het Ministerie van Financiën, Ik verwijs het geacht lid dan ook naar het antwoord van de minister van Financiën (zie bulletin van Vragen en Antwoorden, 1993-1994, nr.90, blz. 8765), dat eveneens de gevraagde inlichtingen bevat voor voornoemde administratie. DO 939412140 Question no 56 de M. De Mol du 12 juillet 1994 (N.) : Département. - Cabinet. - Femmes. Le chapitre 24 de l'agenda 21 est consacré plus particulièrement au rôle des femmes dans le cadre d'un développement durable. La participation des femmes au développement économique et aux processus décisionnels est trop souvent ignorée. Il serait totalement logique qu'elles participent au même titre que les hommes aux processus décisionnels, non seulement dans le cadre de l'environnement et du développement mais également dans tous les domaines de la vie publique. Concrètement, les pouvoirs publics doivent prendre des initiatives à tous les niveaux afin d'aboutir à une représentation équivalente des hommes et des femmes dans les organes décisionnels, les organes consultatifs et les institutions publiques. 1. Quelles mesures concrètes avez-vous déjà prises pour réaliser les objectifs du chapitre 24 de l'agenda 21? 2. a) Combien de femmes dénombrait-on en 1980, 1990 et 1993 au sein des différents organes consultatifs relevant de votre compétence? b) Comment le pourcentage de femmes dans chaque organe a-t-il évolué? c) Quelles mesures concrètes avez-vous prises pour augmenter le nombre de femmes dans les.organes en question? 3. a) Combien de femmes dénombrait-on en 1980, 1990 et 1993 au sein des différents organes décisionnels relevant de votre compétence? DO 939412140 Vraag nr, S6 van de heer De Mol van 12 juli 1994 (N.) : Departement. - Kabinet. - Vrouwen. Hoofdstuk 24 van Agenda 21 heeft bijzondere aandacht voor de rol van vrouwen op het stuk van duurzame ontwikkeling. Te vaak wordt voorbij gegaan aan de bijdrage van vrouwen aan de economische ontwikkeling en besluitvorming. Het is dan ook volkomen logisch dat zij gelijk vertegenwoordigd zijn in de besluitvorming, niet alleen over milieu en ontwikkeling, maar over alle aspecten van het openbare leven. Concreet moet de overheid op alle niveaus stappen doen om de gelijke vertegenwoordiging van vrouwen in besluitvormingsorganen, adviesorganen en openbare instellingen te bereiken. 1. Welke concrete maatregelen nam u alom de doelstellingen van hoofdstuk 24 van Agenda 21 te verwezenlij ken? 2. a) Hoeveel vrouwen waren vertegenwoordigd in elk adviesorgaan waarvoor u bevoegd bent, in 1980, 1990 en 1993?. b) Wat is de evolutie in elk orgaan? c) Welke concrete maatregelen nam u alom de vertegenwoordiging van vrouwen in die organen te verhogen? 3. a) Hoeveel vrouwen waren vertegenwoordigd in elk besluitvormingsorgaan waarvoor u bevoegd bent, in 1980, 1990 en 1993?

ChambredesReprésentantsdeBelgique _ (121)_ BelgischeKamervanVolksvertegenwoordigers 12675 VragenenAntwoorden(GZ1993-1994) b) Comment le pourcentage de femmes dans chaque organe a-t-il évolué? c) Quelles mesures concrètes avez-vous prises pour augmenter le pourcentage de femmes dans les organes en question? 4. a) Combien de femmes dénombrait-on en 1980, 1990 et 1993 au sein des différentes institutions publiques relevant de votre compétence? b) Comment le pourcentage de femmes dans chaque institution publique a-t-il évolué? c) Quelles mesures concrètes avez-vous prises pour augmenter le pourcentage de femmes dans les institutions en question? 5. a) Combien de femmes dénombrait-on en 1980, 1990 et 1993 au sein des différents services de votre administration? b) Quel est le nombre de femmes par niveau? c) Comment le pourcentage de femmes a-t-il évolué depuis 1980? d) Quelles mesures concrètes avez-vous déjà prises pour augmenter le pourcentage de femmes? 6. a) Combien de femmes dénombre-t-on au sein de votre cabinet? b) Quel est le nombre de femmes par niveau? Réponse: En ma qualité de ministre du Budget, je ne disposeque des services de l'administration du budget et du contrôle des dépenses, qui font partie sur le plan organique du ministère des Finances. Je prie dès lors l'honorable membre de bien vouloir se référer à la réponse qui lui sera donnée par mon collègue,le ministre des Finances (question n" 1163 du 12 juillet 1994). Pour ce qui concerne mes cabinets, je puis informer l'honorable membre qu'entre le 8 mars 1992 et le 5 septembre inclus, la fonction de ministre du Budget a été occupée par Mme M. Offeciers-Van de Wiele. A l'époque, le cabinet comptait également deux femmes parmi ses conseillers; l'une d'entre elles a depuis lors présentésa démission. Pour le reste, les fonctions occupées par des femmes serépartissent comme suit: Cabinet du budget: niveau 2 : 14; niveau 3 et 4 : 5; Cabinet du vice-premier ministre: niveau 1 : 1 temps partiel; niveau 2: 8; niveau 3 en 4: 5. h) Wat is de evolutie in elk orgaan? c) Welke concrete maatregelen nam u alom de vertegenwoordiging van vrouwen in die organen te verhogen? 4. a) Hoeveel vrouwen waren vertegenwoordigd in elke openbare instelling waarvoor u bevoegd bent, in 1980, 1990 en 1993? h) Wat is de evolutie in elke openbare instelling? c) Welke concrete maatregelen nam u alom de vertegenwoordiging van vrouwen in die instellingen te verhogen? 5. a) Hoeveel vrouwen waren vertegenwoordigd in de diensten van uw administratie, in 1980, 1990 en 1993? h) Hoeveel vrouwen zijn er per niveau? c) Wat is de evolutie sinds 1980? d) Welke concrete maatregelen nam u alom de vertegenwoordiging van vrouwen te verhogen? 6. a) Hoeveel vrouwen zijn vertegenwoordigd in uw kabinet? h) Hoeveel zijn er per niveau? Antwoord: In mijn hoedanigheid van minister van Begroting beschik ik slechts over de diensten van de Administratie van de begroting en de controle op de uitgaven, die op het organieke vlak deel uitmaken van het ministerie van Financiën. Ik verwijs het geacht lid dan ook naar het antwoord dat hem door rnijn collega, de minister van Financiën, zal worden gegeven (vraag nr. 1163 van 12 juli 1994). Wat mijn kabinetten betreft, kan ik het geacht lid meedelen dat vanaf 8 maart 1992 tot 5 september 1993 mevrouw M. Officiers-Van de Wiele de functie van minister van Begroting bekleedde. Tevens waren er toen twee vrouwen als adviseur verbonden aan het kabinet. Een heeft ondertussen haar ontslag gegeven. Verder zijn de functies vervuld door vrouwen als volgt verdeeld: Kabinet begroting: - niveau 2: 14; - niveau 3 en 4: 5; Kabinet vice-premier: niveau 1 : 1 deeltijds; - niveau 2 : 8; - niveau 3 en 4: 5.

12676 Chambre des Représentantsde Belgique -(121)- BelgischeKamervan Volksvertegenwoordigers Vragenen Antwoorden (GZ 1993-1994) Ministre des Finances Minister van Financiën DO 939411327 Question n? 967 de M. Van Mechelen du 15 mars 1994 (N.): Impôts sur les revenus. - Capital de retraite. - Pays-Bas. - Double imposition. De nombreux Néerlandais sont venus s'installer en Belgique ces dernières années, notamment pour des raisons fiscales. Au bout d'un certain temps, certains parmi eux touchent un capital de retraite (prix de rachat) dans le cadre d'un contrat d'assurance-vie individuel, d'une assurance «de chef d'entreprise» ou d'un autre contrat d'assurance-retraite conclu aux Pays-Bas avant l'installation en Belgique. En vertu des articles 18 et 22 de l'accord conclu par la Belgique et les Pays-Bas visant à prévenir la double imposition, ces revenus sont imposables dans le pays où le bénéficiaire du revenu a son domicile. 1. Ces capitaux sont-ils imposables, même si les primes payées dans le cadre de ces contrats d'assurance n'ont jamais été déduites du revenu imposable en Belgique? 2. Convient-il de faire une distinction entre les capitaux découlant d'une assurance-vie individuelle et ceux découlant d'autres contrats, notamment sur le plan de l'imposabilité et du taux d'imposition? Réponse: En ce qui concerne les capitaux et valeurs de rachat des contrats d'assurance et d'autres conventions de pension conclus à l'étranger, pour lesquels le droit d'imposition est dévolu à la Belgique en vertu d'une convention préventive de la double imposition, il faut en apprécier le caractère imposable en Belgique, sur pied de l'article 34 du Code des impôts sur les revenus 1992. Cela signifie que ces capitaux et valeurs de rachat seront toujours imposables ici lorsqu'ils se rattachent directement ou indirectement à une activité professionnelle, que les primes y afférentes aient ou non été déduites du revenu imposable. Les capitaux et valeurs de rachat de contrats d'assurance-vie individuelle ne sont imposables chez nous que si au moins une des primes y afférentes a été déduite du revenu imposable ou a donné lieu à une réduction d'impôt. Dans le cas où ces capitaux et valeurs de rachat sont imposables, le taux d'imposition applicable dépendra: de la manière dont le capital-pension ou la valeur de rachat a été constitué (au moyen de cotisations personnelles ou patronales et durant quelles années); DO 939411327 Vraag nr. 967 van de heer Van Mechelen van 15 maart 1994 (N.): Inkomstenbelastingen. - Pensioenkapitaal. - Nederland. - Dubbele belasting. De jongste jaren heeft een groot aantal Nederlanders zich, onder meer om fiscale redenen, in België gevestigd. Een aantalonder hen ontvangt na een zekere tijd een pensioenkapitaal (afkoopsom) dar voortvloeit uit een individueel levensverzekeringscontract, een bedrijfsleidersverzekering of een ander pensioencontract dat destijds werd gesloten in Nederland. Op grond van de artikelen 18 en 22 van de overeenkomst ter voorkoming van dubbele belasting tussen België en Nederland, zijn die inkomsten belastbaar in de staat van de woonplaats van de genieter van die inkomsten. 1. Zijn die kapitalen belastbaar zelfs als de premies met betrekking tot die contracten nooit in mindering werden gebracht van het belastbaar inkomen in België? 2. Moet een onderscheid worden gemaakt tussen kapitalen van individuele levensverzekeringen en die van andere contracten op het stuk van belastbaarheid en aanslagvoet? Antwoord : De belastbaarheid in België van kapitalen en afkoopwaarden van in het buitenland afgesloten verzekerings- en andere pensioencontracten moet, wanneer de heffingsbevoegdheid krachtens een overeenkornst ter voorkoming van dubbele belasting aan België wordt toegekend, worden beoordeeld op grond van artikel 34 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992. Dat houdt in dat die kapitalen en afkoopwaarden steeds alhier belastbaar zullen zijn indien zij rechtstreeks of onrechtstreeks betrekking hebben op een beroepswerkzaamheid, ongeacht of de erop betrekking hebbende premies alhier al dan niet in mindering van het belastbaar inkomen werden gebracht. Kapitalen en afkoopwaarden van individuele levensverzekeringscontracten zijn alhier slechts belastbaar indien minstens één van de erop betrekking hebbende premies van het belastbaar inkomen is afgetrokken of tot een belastingvermindering aanleiding heeft gegeven. Ingeval die kapitalen en afkoopwaarden belastbaar zijn, zal de toepasselijke aanslagvoet afhankelijk zijn van: de wijze waarop het pensioenkapitaal of de afkoopwaarde ervan is gevormd (met persoonlijke bijdragen of werkgeversbijdragen en tijdens welke jaren);

ChambredesReprésentantsdeBelgique Questionset Réponses(SO1993-1994) _ (121)_ BelgischeKamervanVolksvertegenwoordigers 12677 VragenenAntwoorden(GZ 1993-1994) des avantages fiscaux qui ont été accordés (déduction des revenus professionnels, réduction d'impôt pour assurances-vie ou réduction pour épargne à long terme); du moment de la liquidation du capital ou de la valeur de rachat; de la mise en garantie, ou non, du contrat d'assurance-vie individuelle; des avantages qui sont prévus dans le. contrat d'assurance-vie (en cas de vie ou de décès). de verleende belastingvoordelen (aftrek van de beroepsinkomsten, belastingvermindering voor levensverzekeringen of vermindering voor het lange termijnsparen); het tijdstip van de uitkering van het kapitaal of de afkoopwaarde; het al dan niet beleend zijn van het individueel levensverzekeringscontract; de voordelen die in het levensverzekeringscontract zijn bedongen (bij leven of bij overlijden). DO 939412112 Question n? 1162 de M. Knoops du 4 juillet 1994 (Fr.) : Vente à temps partagé (time sharing). Les campagnes téléphoniques de promotion de «vente» de biens immobiliers (appartement de vacances) se développent dans notre pays. Les formules juridiques sont multiples mais ont généralement pour objet l'acquisition d'un droit d'usage de biens immobiliers.la presse (cf. «Trends» du 27 juin 1994) a fait écho à une étude universitaire sur les pratiques particulièrement persuasives utilisées (offre de séjour gratuit, et cetera). 1. Ces activités sont-elles visées par les législations sur les appels publics à l'épargne? 2. Dans l'affirmative, quels sont les contrôles opérés en la matière par la Commission bancaire et financière? Réponse: 1. Au préalable, il convient d'observer que les législations visant la protection de l'épargne du public ne s'étendent pas, en principe, à des investissements en immobilier. Une exception à ce principe, particulièrementimportante pour les investissements immobiliers sousla forme de contrats de «time sharing» est prévue à l'article 1 er de la loi du 10 juillet 1969 sur la sollicitation de l'épargne publique notamment en matière de valeursmobilières. Cette disposition assimile à l'émission de valeurs mobilières des actes de sollicitation publiquede l'épargne «ayant directement ou indirectementpour objet des droits sur des biens meubles ou immeubles organisés en association, indivision ou groupement de droit ou de fait, impliquant abandon par les titulaires de la jouissance privative de ces biens dont la gestion, organisée collectivement, est confiée à unepersonne agissant à titre professionnel», DO 939412112 Vraag nr. 1162 vande heer Knoops van 4 juli 1994 (Fr.) : Time sharing, De telefooncampagnes ter promotie van de verkoop vanvastgoed (vakantieappartementen) nemen in ons land alsmaar uitbreiding. Tal van juridische formules worden daarbij gehanteerd, maar zij hebben doorgaans betrekking op het verwerven van een recht op het gebruik van een onroerend goed. In de pers (cf. Trends van 27 juni 1994) was er sprake van een universitaire studie over de van veel overtuigingskracht getuigende praktijken (gratis verblijf, enzovoort) die daarbij te pas komen. 1. Worden die activiteiten geregeld in de wetgevingen betreffende het openbaar aantrekken van het spaarwezen? 2. Zo ja, welke controles oefent de Commissie van het bank- en financiënwezen ter zake uit? Antwoord: 1. In de eerste plaats dient te worden opgemerkt dat de wetgevingen die ertoe strekken het spaarderspubliek te beschermen, in principe geen betrekking hebben op vastgoedbeleggingen. Artikel 1 van de wet van 10 juli 1969 op het solliciteren van het openbaar spaarwezen, onder meer inzake roerende waarden, bevat op dat beginsel een uitzondering die bijzonder belangrijk is voor vastgoedbeleggingen in de vorm van «time sharing»<contracten. In die bepaling worden verrichtingen waarbij men zich wendt tot het spaarderspubliek, gelijkgesteld met de uitgifte van effecten wanneer die verrichtingen «rechtstreeks of onrechtstreeks tot voorwerp hebben rechten op roerende of onroerende goederen die georganiseerd zijn in een vereniging, onverdeeldheid of groepering van juridische of feitelijke aard en die vanwege de titularissen verzaking inhouden van het privatief genot van die goederen, waarvan het beheer, collectief georganiseerd, wordt toevertrouwd aan een persoon die te professionelen titel handelt». 1615

12678 ChambredesReprésentantsdeBelgique _ (121)_ BelgischeKamervanVolksvertegenwoordigers VragenenAntwoorden(GZ1993-1994) Cette disposition vise certaines opérations dont la caractéristique est d'appeler l'épargnant à investir des avoirs dans des placements de type collectif répondant, du point de vue économique, aux caractéristiques essentielles d'un placement en actifs sociétaires ou indivisaires. Une condition fondamentale de son application réside dans le caractère collectif de l'investissement. La loi l'exprime par référence à trois éléments étroitement interdépendants: l'organisation des biens en association, indivision ou groupement de droit ou de fait; l'abandon par les titulaires de la jouissance privative des biens; la gestion organisée collectivement et confiée à une personne agissant à titre professionnel. Parmi ces éléments, l'abandon de la jouissance privative peut poser de difficiles questions d'interprétation. Selon la Commission bancaire et financière (voir Rapport annuel 1971-1972, page 146), elle implique que le détenteur du droit sur l'immeuble n'entend pas occuper personnellement celui-ci à titre principal et que les droits attachés à l'investissement ne procèdent pas de manière directe et spécifique de l'exploitation propre de la part revenant à l'investisseur dans les droits constitués en groupement ou association. Les conditions indiquées ci-dessus, en ce compris l'abandon de la jouissance privative, peuvent se trouver réunies dans un contrat de «time sharing». La Commission bancaire et financière l'a reconnu explicitement dans le rapport annuel précité, dans les termes suivants: «La faculté accordée à l'épargnant d'occuper pendant un laps de temps déterminé par année l'appartement qu'il a acquis et mis pour le reste de l'année en exploitation commune, ne fait pas obstacle à l'application de la loi. A fortiori, si cette faculté s'appliquait non seulement à un appartement propre, mais à un autre appartement du même immeuble ou à un appartement situé dans un autre immeuble relevant de la gestion de la même organisation.» (Rapport annuel 1971-1972, page 149). Il n'en demeure pas moins qu'il convient de vérifier pour chaque opération de «time sharing» si toutes les conditions énoncées dans la loi sont remplies dans l'espèce. 2. Si toutes les conditions prévues par l'article 1 er de la loi du la juillet 1969 sont réunies, les dispositions du Titre II de l'arrêté royal n 185 du 9 juillet 1935 sont applicables. Il en résulte que les contrats de «time sharing» concernés ne peuvent être offerts au public sans que la Commission bancaire et financière en soit préalablement avisée. A l'avis en question doit être joint un dossier comportant une série de documents et de mentions obligatoires, dont un projet de prospectus. La sollicitation du public ne peut avoir lieu qu'après examen et approbation du prospectus par la Commission bancaire et financière. Cette approbation ne Die bepaling heeft betrekking op bepaalde verrichtingen die als kenmerk hebben de spaarder op te roepen tot het investeren van tegoeden in beleggingen met collectieve aard die, economisch gezien, beantwoorden aan de hoofdkenmerken van een belegging in vennootschappelijke of onverdeelde activa. Een fundamentele voorwaarde voor de toepassing van artikel 1 van de wet van 1969 is de collectieve aard van de investering. De wet brengt dat tot uitdrukking door verwijzing naar drie onderling sterk afhankelijke elementen: de organisatie van de goederen in vereniging, onverdeeldheid of groepering in rechte of in feite; het verzaken door de titularissen aan het privatieve genot van de goederen; het collectief georganiseerde en aan een te professionelen titel handelend persoon toevertrouwd beheer. Van die elementen kan het verzaken aan het privatief genot moeilijke interpretatieproblemen opleveren. Volgens de Commissie voor het bank- en financiewezen (ziejaarverslag 1971-1972, blz, 147) houdtdat in dat de houder van het recht op het onroerend goed niet voornemens is het persoonlijk en bij wijze van hoofdzaak te betrekken en dat de aan de investering verbonden rechten niet rechtstreeks en specifiek voortvloeien uit de eigen exploitatie van het deel in de als groepering of vereniging gevormde rechten dat aan de investeerder toekomt. Aan de hierboven vermelde voorwaarden, waaronder het verzaken aan het privatief genot, kan zijn voldaan in een «time sharing»-contract. De Commissie voor het bank- en financiewezen heeft dat in haar Jaarverslag 1971-1972 expliciet erkend : c De aan de spaarder toegekende mogelijkheid om het door hem gekochte appartement tijdens een bepaalde tijd van het jaar zelf te bewonen en voor de rest in gemeenschappelijke exploitatie te geven is geen beletsel voor de toepasselijkheid van de wet. En dat is zeker het geval als die mogelijkheid niet alleen voor zijn eigen appartement geldt maar ook voor een ander appartement in hetzelfde gebouw of voor een appartement in een ander gebouw dat onder het beheer van dezelfde organisatie staat,» (Jaarverslag 1971-1972, blz.lso). Toch moet voor elke c time sharing»-verrichting afzonderlijk worden nagegaan of alle in de wet opgesomde voorwaarden zijn vervuld. 2. Indien aan alle voorwaarden van artikel 1 van de wet van la juli 1969 is voldaan, zijn de bepalingen van Titel II van het koninklijk besluit nr. 185 van 9 juli 1935 van toepassing. Dat heeft tot gevolg dat de betrokken contracten van «time sharing» niet aan het publiek mogen worden aangeboden zonder een voorafgaande kennisgeving aan de Commissie voor het bank- en financiewezen. Bij die kennisgeving dient een dossier te worden gevoegd met een aanral verplichte stukken en vermeldingen, waaronder een ontwerp van prospectus. Pas nadat het prospectus is onderzocht en goedgekeurd door de Commissie voor het bank- en

Chambre des Représentantsde Belgique _ (121)_ BelgischeKamervan Volksvertegenwoordigers 12679 Vragenen Antwoorden(GZ 1993-1994) comporte aucune appréciation de l'opportunité et de la qualité de l'opération, mais a pour seul but de vérifier si le prospectus contient les renseignements qui sont nécessaires pour que le public puisse porter un jugement fondé sur la nature de l'affaire et sur les droits qui y sont attachés (cf. l'article 29 de l'arrêté royal n 185 du 9 juillet 1935). financiewezen mag men zich tot het publiek wenden. Die goedkeuring houdt geen beoordeling in van de opportuniteit en de kwaliteit van de verrichting, doch heeft als doel na te gaan dat het prospectus de gegevens bevat die het publiek nodig heeft om zich met kennis van zaken een oordeel te kunnen vormen over de aard van de zaak en de eraan verbonden rechten (cf. artikel29 van het koninklijk besluit nr. 185 van 9 juli 1935). DO 939412149 Question n? 1166 de M. de Clippele du 13 juillet 1994 (Fr.) : Droits de succession. - Information de l'administration par les banques. Il me revient les faits suivants. Un couple marié (M et F) vivaient sous le régime matrimonial de la séparation de biens pure et simple. Chacun ne possédait que des biens propres, au sens civil, et ils n'avaient créé entre eux aucune indivision. Ils possédaient des comptes-courants, des livrets d'épargne et des comptes-titres dans la même banque. Tous parfaitement distincts. F décède. La banque en est informée par M. M. découvre en rencontrant un délégué de la banque que celle-ci a adressé au directeur de l'administration de l'enregistrement une lettre officielle contenant un relevé complet en 2 parties: les avoirs de F le jour de son décès, et les avoirs de M. Est-illégal qu'une banque, de sa propre initiative, et en dehors des procédures particulières existant en matière d'impôts sur les revenus, dénonce à l'administration de l'enregistrement un état des avoirs propres, au sens civil, d'une personne vivante? Réponse: En cas de décès d'un habitant du royaume, les banques sont tenues, sur la base des articles 96, 97 et 103 2 du Code des droits de succession, de fournir au directeur régional de la taxe sur la valeur ajoutée, de l'enregistrement et des domaines, la liste de tous les titres, sommes et valeurs possédés au jour du décès par le défunt et/ou son conjoint non divorcé ni séparé de corps. Cette information, à laquelle les procédures particulières existant en matière d'impôts sur les revenus sont totalement étrangères, est obligatoire sous peine des sanctions établies par le code précité, que les titres, sommes ou valeurs soient ou non assujettis à l'impôt et quel que soit le régime matrimonial adopté par les époux. DO 939412149 Vraag nr. 1166 van de heer de Clippele van 13 juli 1994 (Fr.) : Successierechten. - Inlichten van de administratie door de banken. Volgende feiten werden mij ter kennis gebracht, Een paar (M en V) was gehuwd volgens het huwelijksstelsel van de volledige scheiding van goederen. Beiden bezaten uitsluitend eigen goederen, in de burgerrechtelijke zin van het woord, en hadden geen enkele vorm van onverdeeldheid tussen hen geschapen. Zij bezaten rekeningen-courant, spaarboekjes en effectenrekeningen bij dezelfde bank, maar die waren volledig gescheiden. V komt te overlijden. De bank wordt hiervan door M. ingelicht, M. ontdekt tijdens een gesprek met een afgevaardigde van de bank dar laatstgenoemde de directeur van de Administratie van de registratie een officiële brief heeft toegezonden met een volledig overzicht in twee delen: de tegoeden van V op de dag van overlijden, en de tegoeden van M. Is het wettelijk dat een bank, uit eigen beweging en buiten de bestaande bijzondere procedures inzake inkomstenbelastingen om, bij de Administratie van de registratie een staat met de eigen tegoeden - in de burgerrechtelijke zin van het woord - van een levende persoon aangeeft? Antwoord: Bij het overlijden van een rijksinwoner zijn de banken op grond van de artikelen 96, 97 en loy van het Wetboek der successierechten ertoe gehouden om aan de gewestelijke directeur van de belasting over de toegevoegde waarde, registratie en domeinen een lijst over te maken van de effecten, sommen en waarden, die de overledene en/of zijn noch uit de echt, noch van tafel en bed gescheiden echtgenoot op de dag van het overlijden bezitten. Die kennisgeving, aan dewelke de bijzondere procedures inzake inkomstenbelastingen totaal vreemd zijn, is verplicht gesteld op straffe van sancties, die door voormeld wetboek zijn bepaald, ongeacht of de effecten, sommen of waarden al dan niet aan de belasting onderworpen zijn en ongeacht onder welk huwelijksvermogensstelsel de echtgenoten gehuwd zijn.

12680 Chambre des Représentantsde Belgique _ (121)_ BelgischeKamervan Volksvertegenwoordigers Vragenen Antwoorden (GZ 1993-1994) DO 939412165 Question n? 1170 de M. Dewinter du 14 juillet 1994 (N.) : Contributions directes. - TVA. - Transferts de sportifs. Les statuts de certaines fédérations sportives, telle que la fédération de basket-bail, prévoient explicitement qui peut vendre les joueurs du club ou acheter des joueurs pour le club: l'association effective des quatre mandataires chargés des transferts, réunis autour du numéro matricule du club, et donc pas les asbl créées en marge du club. Nombre de transferts payés et soi-disant gratuits se font cependant directement par l'entremise de ces asbl. Celles-ci non seulement aliènent le patrimoine du club de la sorte mais en outre elles ne respectent ni les règles de la législation sur la TVA en particulier ni celles de la législation fiscale en général lors de ces tranferts (qui, de jure, doivent être considérés comme des opérations de vente). Les asbl, qui, en procédant à ces transferts, posent des actes de commerce, n'ont généralement pas de numéro de TVA ni ne sont inscrites au registre du commerce. 1. Que faites-vous pour lutter contre ces détournements illégitimes de patrimoine dans ce circuit parallèle? 2. Votre administration a-t-elle donné des directives afin de rappeler à l'ordre ces clubs et fédérations? Réponse: 1. En matière de contributions directes. Je crois ne pouvoir mieux faire que de renvoyer l'honorable membre à la réponse donnée à la question n? 565 du 14 mai 1993 posée par M. Viseur (voir bulletin des Questions et Réponses, Chambre, session ordinaire 1993-1994, n 99, du 21 mars 1994, page 9959). 2. En matière de TVA. Conformément à l'article 4 du Code la la TVA, est un assujetti quiconque effectue, dans l'exercice d'une activité économique, d'une manière habituelle et indépendante, à titre principal ou à titre d'appoint, avec ou sans esprit de lucre, des livraisons de biens ou des prestations de services visées par le présent code, quel que soit le lieu où s'exerce l'activité économique. Aucune distinction ne doit d'ailleurs être faite, selon que les opérations effectuées sont réalisées avec ou sans but de lucre. En matière de TV A, les transferts de sportifs constituent des prestations de services visées à l'article 18, ter, alinéa premier, du Code de la TVA. Abstraction faite des transferts de jeunes joueurs, des transferts obligatoires' et administratifs, les transferts de sportifs sont imposables à la TVA lorsqu'ils sont réalisés par quiconque exerce l'activité écono- DO 939412165 Vraag nr, 1170 van de heer Dewinter van 14 juli 1994 (N.) : Directe belastingen. - BTW. - Transfers van sportbeoefenaars. Sommige sportfederaties, zoals de basketbalbond, bepalen uitdrukkelijk in hun statuten wie het spelerspatrimonium van de club kan kopen en verkopen. Dat is met name de feitelijke vereniging van de vier volmachtdragers voor transfers, verenigd rond het stamnummer van de club en dus niet de vzw's die rond een club worden opgericht. Heel wat betaalde en zogenaamd vrije transfers verlopen echter rechtstreeks via die vzw's. Niet enkel begaan zij daarmee een onwettige patrimoniumvervreemding, doch tevens worden bij die transferten (die de jure als een verkoopoperatie moeten worden beschouwd) noch de regels van de BTW-wetgeving in het bijzonder, noch die van de fiscale wetgeving in het algerneen, nageleefd. De vzw's, die met hun transferten daden van koophandel stellen, beschikken veelal niet over een BTW-nummer, noch sraan zij ingeschreven in het handelsregister. 1. Wat doet u met de onwettige vermogensonttrekking in dat parallelle circuit? 2. Heeft uw administratie richtlijnen om zulke clubs en federaties tot de orde te roepen? Anrwoord : 1. Inzake directe belastingen. Ik meen er best aan te doen het geacht lid te verwijzen naar het antwoord op de vraag nr. 565 van de heer Viseur van 14 mei 1993 (zie bulletin van Vragen en Antwoorden, Kamer, gewone zitting 1993-1994, nr. 99, van 21 maart 1994, blz. 9959). 2. Inzake BTW. Overeenkomstig artikel4 van het BTW-wetboek heeft eenieder die in de uitoefening van een economische activiteit geregeld en zelfstandig, met of zonder winstoogmerk, hoofdzakelijk of aanvullend, leveringen van goederen of diensten verricht die in genoemd wetboek zijn omschreven de hoedanigheid van BTW-belastingplichtige, ongeacht op welke plaats die economische activiteit wordt uitgeoefend. Er dient geen enkel onderscheid te worden gemaakt naargelang de verrichte handelingen al dan niet met een winstgevend doel worden verricht, Op het stuk van de BTW zijn transfers van sportbeoefenaars diensten als bedoeld in artikel 18, 1, eerste lid, van het BTW-wetboek. Afgezien van de transfers van jeugdspelers, de verplichte en de administratieve transfers, zijn de transfers van sportbeoefenaars belastbaar met BTW wanneer zij worden verricht door eenieder wiens economische acti-

ChambredesReprésentantsdeBelgique _ (121) - BelgischeKamervanVolksvertegenwoordigers 12681 VragenenAntwoorden(GZ 1993-1994) mique qui consiste à effectuer, de manière habituelle, detelles prestations, ou encore, comme c'est en général le cas, lorsqu'ils sont réalisés dans le cadre de leur activitééconomique (au sens large) par les associations ou les clubs sportifs. Comme l'honorable membre vise vraisemblablement un cas précis où des transferts de sportifs n'ont, apparemment à tort, pas été soumis à la TVA, je suis disposéà le faire examiner par l'administration compétente si les nom et adresse du club ou de la fédération concernés me sont communiqués. viteit erin bestaat geregeld dergelijke diensten te verrichten of nog, zoals dat meestal het geval is ten aanzien van sportverenigingen of sportclubs, wanneer zij worden verricht in het kader van hun (ruimere) economische activiteit. Daar het geacht lid blijkbaar een welbepaald geval beoogt waarbij transfers van sportbeoefenaars ogenschijnlijk ten onrechte niet aan de BTW worden onderworpen, ben ik bereid het door de bevoegde administratie te laten onderzoeken indien mij de naam en het adres van de betrokken club of federatie worden meegedeeld. Ministre de l'intérieur et de la Fonction publique Minister van Binnenlandse Zaken en Ambtenarenzaken DO 939412119 Question n? 848 de M. Van Nieuwenhuysen du 6 juillet 1994 (N.) : Flobecq. - Emploi des langues. - Plaques indicatrices des noms de rue. A la suite de ma plainte concernant la présence de plaques indicatrices des noms de rue unilingues françaisesdans la commune de Flobecq, le président de la Commission permanente de contrôle linguistique a communiqué, le la décembre 1993, par lettre au collègedes bourgmestre et échevins de cette commune, que laplainte en question était recevable et fondée. Un avis similaire, invitant le collège à prendre les mesures nécessaires, avait déjà été rendu en septembre 1983. Lecollège n'y a jamais donné suite. J'ai pu constater récemment encore que rien n'avait changé. Certaines administrations communales de communes francophonesà facilités se soucient manifestement du respect de la loi comme d'une guigne. Quelles mesures avez-vous l'intention de prendre? Réponse: En vertu de l'article 7 de la loi spéciale de réformesinstitutionnelles du 8 août 1980, l'exercice de la tutelle administrative ordinaire sur les communes relèvede la compétence des régions. Le Conseil d'etat a précisé que la tutelle portant sur le respect des lois coordonnées sur l'emploi des langues en matière administrative doit être considérée comme une forme de tutelle administrative ordinaire (cf. l'arrêt n 22.453 du 30 juillet 1982 - commune d'ixelles et P. Matagne contre l'etat belge). La commune de Flobecq étant située dans la Région wallonne, le problème qu'évoque l'honorable membre danssa question est du ressort du ministre du Gouvernement wallon qui a les Affaires intérieures dans ses attributions. DO 939412119 Vraag nr. 848 van de heer Van Nieuwenhuysen 6 juli 1994 (N.) : Vloesberg. - Taalgebruik. - Straatnaamborden. van Op la december 1993liet de voorzitter van de Vaste commissie voor taaltoezicht het college van burgemeester en schepenen van Vloesberg, ingevolge mijn klacht over eentalige Franse straatnaamborden in deze faciliteitengemeente, per brief weten dat die klacht ontvankelijk en gegrond was. Blijkbaar was al in september 1983 een gelijkaardig advies verstrekt met het verzoek aan het college om de nodige maatregelen te treffen. Het college heeft dat nooit gedaan. Onlangs heb ik nog kunnen vaststellen dat aan de aangeklaagde toestand niets is veranderd. Het blijkt dus dat nogal wat gemeentebesturen van Franstalige faciliteitengemeenten lak hebben aan de wetgeving. Welke maatregelen neemt u? Antwoord: Volgens artikel 7 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, behoort de uitoefening van het gewoon administratief toezicht over de gemeenten tot de bevoegdheid van de gewesten. De Raad van State heeft gesteld dat het toezicht over de naleving van de gecoördineerde wetten over het gebruik van de talen in bestuurszaken dient te worden beschouwd als een vorm van gewoon adrninistratief toezicht (cf. het arrest nr. 22.453 van 30 juli 1982 - de gemeente Elsene en P. Matagne tegenover de Belgische Staat). De gemeente Vloesberg is gelegen in het Waalse Gewest. Het probleem dat het geacht lid in zijn vraag aanhaalt behoort dus tot de bevoegdheid van de minister van de Waalse Regering die de Binnenlandse Aangelegenheden in zijn bevoegdheden heeft.

12682 Chambredes Représentantsde Belgique _ (121)_ BelgischeKamervan Volksvertegenwoordigers Vragenen Antwoorden (GZ 1993-1994) Ministre de l'emploi et du Travail, chargé de la politique d'égalité des chances entre hommes et femmes Minister van Tewerkstelling en Arbeid, belast met het beleid van gelijke kansen voor mannen en vrouwen DO 939411591 Question n? 321 de M. Simonet du 22 avril 1994 (Fr.) : Inspection technique du travail. - Restructuration. Le ministère de l'emploi et du Travail étudie actuellement les modalités de restructuration des directions de l'inspection technique du travail. On compte, à ce jour, cinq directions flamandes et cinq directions wallonnes (Liège, Namur, Luxembourg, Mons et Charleroi). L'administration aurait l'intention dans le cadre de la restructuration évoquée de réduire le nombre de directions wallonnes à trois, tout en maintenant les cinq directions flamandes existantes. 1. Cette information est-elle exacte? 2. Dans l'affirmative, cette réduction permettra-telle réellement à la Wallonie de disposer d'une structure suffisamment étoffée de l'inspection technique du travail (ceci dans l'intérêt de l'industrie et de l'économie wallonnes)? 3. Plus particulièrement, alors que la scission de la province de Brabant sera effective au 1er janvier 1995 avec pour conséquence la naissance de la province de Brabant wallon, ne serait-il pas opportun d'envisager la création d'une direction spécifique de l'inspection technique du travail dans cette future province qui compte un plus grand nombre d'entreprises que le chiffre de celles dépendant des directions de Namur ou du Luxembourg? Réponse: En réponse à la question posée par l'honorable membre, j'ai l'honneur de lui communiquer ce qui suit. 1. La restructuration dont il est question passe par différentes pistes de réflexion. Jusqu'à présent, aucune d'entre elles n'est définitive. Celle qui est citée dans la question est même en ce moment complètement dépassée. 2. Il ressort de la pratique que les années écoulées, dans toute la Belgique, un nombre limité de personnes seulement se sont spontanément manifestées dans un des bureaux des services de l'inspection technique. Sans doute l'organisation d'une direction est responsable de ce que les inspecteurs visitent plutôt euxmêmes l'entreprise. Une direction travaillant ainsi exige une structure qui entraîne des frais au niveau du personnel dirigeant et administratif. Pour obtenir des services efficaces, le DO 939411591 Vraag nr, 321 van de heer Simonet van 22 april1994 (Fr.) : Technische arbeidsinspectie. - Herstructurering. Het ministerie van Tewerkstelling en Arbeid onderzoekt momenteel de modaliteiten van een herstructurering van de directies van de technische arbeidsinspectie. Die telt momenteel vijf Vlaamse en vijf Waalse directies (Luik, Namen, Luxemburg, Bergen en Charleroi). Het bestuur zou in het kader van die herstructurering van plan zijn het aantal Waalse directies tot drie terug te schroeven, terwijl de vijf Vlaamse directies zouden worden behouden. 1. Klopt die informatie? 2. Zo ja, zal Wallonië na die maatregel nog werkelijk over een voldoende uitgebouwde technische arbeidsinspectie beschikken (in het belang van de Waalse industrie en economie)? 3. Dienr, nu de provincie Brabant op 1 januari 1995 wordt gesplitst en er een nieuwe provincie Waals Brabant bijkomt, geen specifieke directie van de technische arbeidsinspectie te worden opgericht in die toekomstige provincie die meer ondernemingen telt dan Namen of Luxemburg? Antwoord : In antwoord op de door het geacht lid gestelde vragen, heb ik de eer hem het volgende mee te delen. 1. De herstructurering waarvan sprake, loopt volgens verschillende denkpistes. Geen enkele daarvan is tot nu toe definitief. De in de vraag aangehaalde denkpiste is op dit ogenblik zelfs volkomen achterhaald. 2. Uit de praktijk is gebleken dat de voorbije jaren over heel België slechts een beperkt aantal personen zich uit eigen beweging persoonlijk aanmeldden in één van de kantoren van de Technische inspectiediensten. Wellicht is de organisatie van een directie er verantwoordelijk voor dat de inspecteurs veeleer zelf het bedrijf bezoeken. Een dergelijk werkende directie vereist een structuur die kosten met zich brengt op het vlak van administratief en leidinggevend personeel. Om een efficiënte

Chambre des Représentantsde Belgique _ (121)_ BelgischeKamervan Volksvertegenwoordigers 12683 Vragenen Antwoorden(GZ 1993-1994) nombre de fonctionnaires par direction devrait être aussi élevé que possible. Les restrictions imposées par le déficit budgétaire obligent cependant à limiter le cadre global et à ne pas remplacer des départs naturels. Malgré ces réductions de personnel contraignantes, je continue à me soucier en priorité de garantir un service efficace. La diminution du nombre de directions pourrait être un moyen de maintenir un nombre suffisant de fonctionnaires par direction de sorte que le service soit assuré. En pratique, on peut penser à un chiffre de par exemple une direction par 20.000 à 25.000 entreprises. Peut-être est-il utile dans ce cadre de renvoyer au protocole social du 30 juillet 1993 concernant la collaboration entre les différents services d'inspection sociale pour la coordination des contrôles en cas d'infraction à la législation sociale et du travail. Ce protocole prévoit que les directions d'une inspection doivent être organisées par circonscription de compétence des cours du travail. dienstverlening te bekomen zou het aantal ambtenaren per directie zo hoog mogelijk moeten zijn. De beperkingen opgelegd door het begrotingstekort nopen evenwel tot een beperking van de globale personeelsformatie en het niet vervangen van natuurlijke afvloeiingen. Niettegenstaande die dwingende personeelsbeperkingen, blijft mijn bezorgdheid tot het garanderen van een efficiënte dienstverlening prioritair. Het verminderen van het aantal directies zou een middel kunnen zijn om een voldoende aantal ambtenaren per directie te behouden, zodat de dienstverlening verzekerd blijft. Als vuistregel kan hierbij worden gedacht aan een cijfer van bijvoorbeeld één directie per 20.000 à 25.000 bedrijven. Wellicht is het in dat kader nuttig te verwijzen naar het sociaal protocol van 30 juli 1993 betreffende de samenwerking tussen de verschillende inspectiediensten tot coördinatie van de controles bij inbreuk op de arbeids- en de sociale wetgeving. Dat protocol voorziet dat de directies van de inspectiedienst moeten worden georganiseerd per bevoegdheidsomschrijving van de arbeidshoven. DO 939411720 Question n? 328 de M. Barbé du 6 mai 1994 (N.) : Travaild'étudiant. - Inspection. A. Pour ce qui est de l'inspection technique: 1. Combien d'entreprises l'inspection technique du ministère de l'emploi et du Travail a-t-elle visitées dans le cadre de la campagne 1992? 2. Combien d'accidents de travail ont été constatés, et de quels types d'accidents s'agissait-il (incapacité permanente, conséquences mortelles, et cetera)? 3. Quel est le pourcentage des cas où l'employeur se trouvait en infraction, et combien d'avertissements et de procès-verbaux ont été rédigés? B. Pour ce qui concerne l'inspection médicale: 4. Combien d'entreprises l'inspection médicale du ministère de l'emploi et du Travail a-t-elle visitées dans le cadre de la campagne 1992? 5. Quelles sont les principales conclusions de ces visites? 6. Parmi les problèmes constatés, quel est le pourcentage des cas où l'employeur se trouvait en infraction, et combien d'avertissements et de procèsverbaux ont été rédigés? C. Plus généralement: 7. Quelles mesures prendrez-vous afin d'améliorer les conditions de sécurité et d'hygiène des jobistes? DO 939411720 Vraag nr, 328 van de heer Barbé van 6 mei 1994 (N.) : Studentenarbeid. - Inspectie. A. Wat de technische inspectie betreft : 1. Hoeveel bedrijven bezocht de technische arbeidsinspectie in het kader van de campagne 1992? 2. Hoeveel arbeidsongevallen werden vastgesteld en om welke ongevallen ging het (blijvende ongeschiktheid, dodelijke afloop, enzovoort)? 3. In hoeveel procent van de arbeidsongevallen was de werkgever in overtreding en hoeveel waarschuwingen en processen-verbaal werden opgesteld? B. Wat de medische inspectie betreft: 4. Hoeveel bedrijven bezocht de medische arbeidsinspectie in het kader van de campagne 1992? 5. Wat zijn de belangrijkste resultaten van die bezoeken? 6. In hoeveel procent van de vastgestelde probleemsituaties was de werkgever in overtreding en hoeveel waarschuwingen en processen-verbaal werden opgesteld? C. Algemeeri : 7. Welke maatregelen neemt u om de veiligheid en gezondheid van de jobstudenten te verbeteren?

12684 ChambredesReprésentantsdeBelgique Questionset Réponses(SO1993-1994) _ (121)_ BelgischeKamervanVolksvertegenwoordigers VragenenAntwoorden(GZ 1993-1994) Réponse: En réponse à la question posée par l'honorable membre, j'ai l'honneur de lui communiquer que pendant les mois d'été de l'année 1993, l'inspection technique n'a mené aucune action spéciale à l'égard des étudiants travailleurs. Par conséquent, des données statistiques à ce sujet ne sont pas disponibles. Antwoord: In antwoord op de door het geacht lid gestelde vragen, heb ik de eer hem mee te delen dat tijdens de zomermaanden van het jaar 1993 geen bijzondere acties ten aanzien van jobstudenten werden gevoerd door de technische inspectie. Statistische gegevens daaromtrent zijn bijgevolg niet beschikbaar. DO 939411793 Question n? 331 de M. Vandeurzen du 20 mai 1994 (N.) : Chômage. - Limbourg. 1. Quel était, en avril, mars et février 1994, le nombre de chômeurs complets indemnisés dans la province de Limbourg? 2. Combien d'entre eux étaient chômeur complet indemnisé en raison: a} du fait qu'ils ont quitté l'école (fin de la période d'attente); b} de leur licenciement; c} de leur exclusion de l'assurance-maladie à la suite de l'évaluation de leur incapacité de travail par le conseiller médical de leur mutuelle (incapacité de travail primaire); d) de leur exclusion de l'assurance-maladie à la suite de l'évaluation de leur incapacité de travail par le conseil médical de l'invalidité (CMI); e} d'autres causes? Réponse: L'honorable membre trouvera ci-après le nombre total de chômeurs complets indemnisés (répartition par sexe) pour les mois de février, mars et avril 1994 dans la province du Limbourg (bureaux de chômage de Hasselt et de Tongres). DO 939411793 Vraag nr. 331 van de heer Vandeurzen 1994 (N.): Werkloosheid. - Limburg. van 20 mei 1. Wat is voor april, maart en februari 1994 het aantal volledig uitkeringsgerechtigde werklozen in de provincie Limburg? 2. Hoeveel hiervan waren volledig uitkeringsgerechtigde werklozen omwille van: a) het feit dat zij de school verlieten (einde wachttijd); b} het ontslag door een werkgever; c} de uitschrijving uit de ziekteverzekering ten gevolge van de evaluatie van de arbeidsongeschiktheid door de medische adviseur van het ziekenfonds (primaire arbeidsongeschiktheid); d} de uitschrijving uit de ziekteverzekering ingevolge de evaluatie van de arbeidsongeschiktheid door de geneeskundige raad voor invaliditeit (GRI); e} andere oorzaken? Antwoord: Het geacht lid gelieve hieronder voor de maanden februari, maart en april 1994 het totaal aantal uitkeringsgerechtigde volledig werklozen (indeling naar geslacht) te willen vinden voor de provincie Limburg (werkloosheidsbureaus van Hasselt en Tongeren). Hommes Femmes Total Mannen Vrouwen Totaal - Février... 14.350 29.048 43.398 - Februari... 14.350 29.048 43.398 - Mars... 13.960 28.429 42.389 - Maart... 13.960 28.429 42.389 - Avril... 13.456 28.481 41.937 - April... 13.456 28.481 41.937 L'admissibilité ou l'ouverture du droit aux allocations de chômage ne peut être obtenue que: soit sur la base de prestations de travail en tant que travailleur salarié; soit sur la base d'études terminées ou d'un apprentissage. Pour les mois concernés, les données sont les suivantes: De toelaatbaarheid of opening van het recht op werkloosheidsuitkeringen is enkel mogelijk: ofwel op basis van arbeidspresraties als werknemer in loondienst; ofwel op basis van beëindigde studies of leertijd. Voor de beschouwde maanden volgende: zijn de gegevens de

Chambredes Représentantsde Belgique _ (121)_ BelgischeKamervan Volksvertegenwoordigers 12685 Vragenen Antwoorden(GZ 1993-1994) Après prestations de travail Hommes Femmes Total Na arbeidsprestaties Mannen Vrouwen Totaal - Février... 12.369 24.899 37.268 Februari... 12.369 24.899 37.268. - Mars... 11.957 24.316 36.273 Maart... 11.957 24.316 36.273 - Avril... 11.706 24.542 36.248 April... 11.706 24.542 36.248 Après études (fin de stage) Hommes Femmes Total Na studies (einde wachttijd) Mannen Vrouwen Totaal - Février... 1.981 4.149 6.130 Februari... 1.981 4.149 6.130 - Mars... 2.003 4.113 6.116 Maart... 2.003 4.113 6.116 - Avril... 1.750 3.939 5.689 April... 1.750 3.939 5.689 Il n'existe pas de données statistiques sur le nombre Er bestaan geen statistische gegevens over het aantal de chômeurs complets en raison d'une radiation de volledig werklozen omwille van een uitschrijving uit de l'assurance-maladie, ni pour d'autres raisons. ziekteverzekering noch omwille van andere redenen. DO 939411841 Question n? 334 de M. Eerdekens du 25 mai 1994 (Fr.) : Travaux publics. - Lois sociales. - Application. Le grand marché intérieur permet à des entreprises de pays étrangers, membres de l'union européenne, de soumissionner pour des travaux publics réalisés en Belgique et décidés par l'etat fédéral, les régions et communautés, les provinces et communes, les intercommunales, voire dans le cadre des travaux du Parlement européen ou de bâtiments dépendants de la Commission européenne ou du Parlement européen. 1. Est-il possible que, dans le cadre de travaux exécutés en Belgique, une firme étrangère, française ou portugaise puisse amener des' travailleurs français ou portugais exécutant leurs prestations en Belgique,mais en étant soumis à la législation sociale de leur pays d'origine? 2. Si cette information est bien exacte, n'y-a-t-il pas un risque demain de voir l'essentiel des grands travaux publics réalisés en Belgique l'être par des entreprises étrangères, occupant exclusivement du personnel étranger, qu'il soit de l'union européenne ou extérieur à celle-ci, mais dans le cadre d'une sécurité sociale assurant moins de couverture sociale pour les travailleurs et moins de coûts pour les employeurs? 3. Est-il exact que, dans le cadre de travaux en cours au niveau européen sur le site de Bruxelles, l'entreprise Bouyghes Portugal travaillerait en soustraitance pour Bouyghes France, mais en occupant du personnel assujetti à la sécurité sociale portugaise? 4. Si tel est bien le cas, des dispositions peuvent-elles être prises pour empêcher qu'à l'occasion des travaux DO 939411841 Vraag nr. 334 van de heer Eerdekens van 25 mei 1994 (Fr.) : Openbare werken. - Sociale wetgeving. - Toepassing. In het kader van de interne markt kunnen buitenlandse bedrijven uit andere EU-lidstaten inschrijven op openbare werken die in België dienen te worden uitgevoerd en die worden uitgeschreven door de federale Staat, de gewesten of de gemeenschappen, provincies of gemeenten, intercommunales, en zelfs voor werkzaamheden in het Europees Parlement of voor gebouwen die onder de Europese Commissie of het Europees Parlement ressorteren. 1. Kan een buitenlands bedrijf - een Frans of Portugees bedrijf, bijvoorbeeld - in het raam van in België uitgevoerde werkzaamheden respectievelijk Franse of Portugese werknemers laten overkomen om in België te werken, terwijl de sociale wetten van het land van herkomst daarbij van toepassing blijven? 2. Zo ja, dreigt het overgrote deel van de in België uitgevoerde grote openbare werken morgen dan niet aan buitenlandse bedrijven te worden toevertrouwd, die uitsluitend met buitenlands personeel uit de EU of uit derde landen werken, binnen een sociale-zekerheidsstelsel dat de werknemer minder sociale voorzieningen biedt en de werkgever minder kost? 3. Klopt het dat het bedrijf Bouyghes Portugal als onderaannemer van Bouyghes France bepaalde werkzaamheden verricht in het kader van de thans in uitvoering zijnde bouwwerken voor de Europese instellingen in Brussel en daarbij personeel inzet dat aan de Portugese sociále zekerheid is onderworpen? 4. Als dat inderdaad zo is, kunnen er maatregelen worden genomen om te verhinderen dat bij de uit- 1616

12686 Chambredes Représentantsde Belgique -(121)- BelgischeKamervan Volksvertegenwoordigers Vragenen Antwoorden (GZ 1993-1994) exécutés en Belgique, l'application des lois sociales belges ne soit éludée? Réponse : J'ai l'honneur d'informer l'honorable membre qu'il est effectivement possible pour une entreprise étrangère, dans le cadre de travaux exécutés en Belgique, d'y détacher ses travailleurs qui restent soumis à la législation de leur pays d'origine. La Convention européenne sur la loi applicable aux obligations contractuelles du 19 juin 1980, approuvée par la loi du 14 juillet 1987, affirme avec clarté le principe de l'autonomie du choix, par les parties, de la loi applicable au contrat. Toutefois ce choix ne peut avoir pour effet de priver le travailleur de la protection assurée par les lois de police et de sûreté du pays d'exécution des prestations de travail. En conséquence des dispositions impératives de la loi belge (durée du travail, repos du dimanche, travail de nuit, les conventions collectives rendues obligatoires (barêrnes salariaux), jours fériés, et cetera) s'appliqueront à ces travailleurs pendant la durée de leur détachement en Belgique, malgré le fait que leurs contrats soient soumis à une loi étrangère. Conformément au règlement communautaire 1408/71 relatif à la sécurité sociale des travailleurs salariés se déplaçant à l'intérieur de la CEE, ces travailleurs doivent en outre être en possession d'un certificat de détachement constituant la preuve qu'ils restent assujettis à la sécurité sociale de leur pays d'origine pendant la période du détachement. Ces employeurs étrangers sont par ailleurs tenus de respecter la réglementation belge relative à l'occupation de travailleurs. C'est ainsi que conformément à l'arrêté royal n 34 du 20 juillet 1967, ils ne peuvent occuper un travailleur de nationalité étrangère (hors CEE) sans avoir, au préalable, obtenu l'autorisation d'occupation. L'arrêté royal du 8 août 1980 relatif à la tenue des documents sociaux, impose à ces firmes étrangères la désignation d'un mandataire en Belgique pour la tenue des documents sociaux (registre du personnel et compte individuel). Enfin j'attire votre attention sur la proposition de directive européenne «détachement de travailleurs dans le cadre d'une prestation de services», Cette directive, toujours en discussion, vise à appliquer à tout travail exercé par un travailleur détaché sur le territoire de cet Etat membre les dispositions législatives, réglementaires ou administratives et les conventions collectives de travail applicables sur le territoire de cet Etat membre qui concernent la durée du travail, le travail du dimanche, le travail de nuit, la durée des congés payés, les taux de salaire minimum, la mise à la disposition des travailleurs, la santé, la sécurité et l'hygiène au travail, la protection particulière de certaines catégories de travailleurs (les femmes enceinvoering van werkzaamheden in België de Belgische sociale wetgeving wordt ontweken? Antwoord: Ik heb de eer het geacht lid mee te delen dat het inderdaad mogelijk is dat een buitenlandse onderneming, in het kader van werken uitgevoerd in België, werknemers detacheert, terwijl die onderworpen blijven aan de wetgeving van hun land van herkomst. Het Europees Verdrag van 19 juni 1980 inzake het recht dar van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst, goedgekeurd door de wet van 14 juli 1"'ilI"J, bevestigt duidelijk het principe van de keuze van de partijen om zelf te bepalen welk recht van toepassing is op hun overeenkomst. Die keuze mag evenwel niet tot gevolg hebben dat de werknemer de bescherming verliest die hem wordt gewaarborgd door de wetten van politie en veiligheid van het land waar de arbeid wordt gepresteerd. Bijgevolg zullen de dwingende bepalingen van de Belgische wetgeving (arbeidsduur, zondagrust, nachtarbeid, algemeen verbindend verklaarde collectieve arbeidsovereenkomsten (loonbarema's), feestdagen, enzovoort) op die werknemers van toepassing zijn in België, ondanks het feit dat hun overeenkomsten worden beheerst door een vreemde wet. Overeenkomstig de verordening 1408/71 betreffende de toepassing van de sociale zekerheidsregelingen op werknemers en zelfstandigen, die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen, moeten die werknemers bovendien in het bezit zijn van een detacheringsformulier dat het bewijs levert dat zij gedurende de periode van detachering onderworpen blijven aan de sociale zekerheid van hun land van herkomst. Die buitenlandse werkgevers zijn trouwens verplicht de Belgische reglementering betreffende de tewerkstelling van werknemers na te leven. Zo mogen zij, overeenkomstig het koninklijk besluit nr, 34 van 20 juli 1967, een werknemer van vreemde nationaliteit (buiten de EEG) niet tewerkstellen, zonder voorafgaandelijk een arbeidsvergunning bekomen te hebben. Het koninklijk besluit van 8 augustus 1980 betreffende het bijhouden van sociale documenten, legt aan die buitenlandse bedrijven op een lasthebber in België aan te stellen voor her bijhouden van de sociale documenten (personeelsregister en individuele rekening). Ten slotte vestig ik uw aandacht op het voorstel van Europese richtlijn «Detachering van werknemers met het oog op het verlenen van diensten»; Die richtlijn, die nog altijd in bespreking is, strekt ertoe om op elke prestatie die door een gedetacheerde werknemer wordt verricht op het grondgebied van een lidstaat de wettelijke, reglementaire of administratieve bepalingen of de collectieve arbeidsovereenkomsten toe te passen die gelden op het grondgebied van die lidstaat en die betrekking hebben op 'de arbeidsduur, zondagarbeid, nachtarbeid, duur van de jaarlijkse vakantie, minimumlonen, de terbeschikkingstelling van werknemers, de gezondheid, de veiligheid en de hygiëne op het werk, de bijzondere bescherming van bepaalde categorieën

Chambre des Représentantsde Belgique _ (121)_ BelgischeKamervan Volksvertegenwoordigers 12687 Vragenen Antwoorden(GZ 1993-1994) tes ou venant d'accoucher, les enfants, les jeunes, et cetera) et l'égalité de traitement. werknemers (de zwangere of zogende werkneemsters, kinderen, jongeren, enzovoort) en de gelijke behandeling. DO 939411859 Question n? 336 de M. Olaerts du 27 mai 1994 (N.) : Emploi. - TCT. - PS. Selon la presse, un document interne du Parti socialiste, daté du 30 janvier 1990 et signé par J.-M. Happart, prévoirait que trois TCT attribués au PS travailleraient en fait pour le compte de l'asbl «Wallonie Région d'europe» de José Happart. 1. Les services compétents ont-ils constaté cet état de choses? 2. Dans l'affirmative, quelles mesures ont été prises pour y mettre fin? 3. Dans la négative, envisagez-vous une inspection pour vérifier si cette situation persiste encore aujourd'hui dans le cadre d'autres programmes d'emploi? Réponse: En réponse à sa question, j'ai l'honneur de communiquer à l'honorable membre qu'en vertu de l'article 6, 1 er, IX, de la loi spéciale du 8 août 1980 de réformes institutionnelles, modifiée par la loi du 8 août 1988, le troisième circuit de travail est, depuis le 1 er janvier 1989, de la compétence des régions. Par conséquent, les dossiers concernés sont détenus par les régions. DO 939411859 Vraag nr, 336 van de heer Olaerts van 27 mei 1994 (N.) : Tewerkstelling. - DAC. - PS. Luidens persberichten, zou een intern PS-document van 30 januari 1990, ondertekend door J.-M. Happart, bepalen dat drie DAC'ers, die waren toegewezen aan de Parti socialiste, in feite tewerkgesteld werden bij de vzw «Wallonie Région d'europe» van José Happart. 1. Hebben de bevoegde diensten dat vastgesteld? 2. Zo ja, welke maatregelen werden genomen om aan die situatie een einde te maken? 3. Zo niet, overweegt u een inspectie om vast te stellen of die toestand tot vandaag, in het kader van andere tewerkstellingsprogramma's, voortduurt? Antwoord: In antwoord op zijn vraag heb ik de eer het geacht lid mee te delen dat met toepassing van artikel 6, 1, IX, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, gewijzigd bij de wet van 8 augustus 1988, het derde arbeidscircuit, sinds 1 januari 1989 tot de bevoegdheid van de gewesten behoort. De desbetreffende dossiers bevinden zich bijgevolg bij de gewesten. DO 939412028 Question n? 342 de M. Van Eetvelt du 21 juin 1994 (N.) : Transport routier. - Tachymètre. - Contrôles dans les entreprises. En vertu de la directive CEE n 88/599 du 23 novembre 1988, chaque Etat membre est tenu de contrôler annuellement au minimum 1% de toutes les prestations quotidiennes en matière de transport routier. En Belgique, le nombre de tachymètres à contrôler annuellement est estimé à 370.000. Doivent être contrôlés au minimum: - 15% (= 55.000 contrôles) sur la route; - 25% (= 92.500 contrôles) dans les entreprises. Les 60% restants (= 220.000 prestations) peuvent être contrôlés, au choix, le long des routes ou dans les entreprises. En réalité, en 1991, il n'y a eu que 54.458 contrôles de tachymètres dans les entreprises, et pour 1992 ce chiffre est encore moins élevé: 52.846. DO 939412028 Vraag nr. 342 van de heer Van Eetvelt van 21 juni 1994 (N.): Wegvervoer. - Tachograafschijf. - Controles in de ondernemingen. Volgens richtlijn EEG nr. 88/599 van 23 november 1988 moet elke lidstaat jaarlijks minimum 1% van alle dagprestaties in het wegvervoer controleren. Het jaarlijks aantal te controleren tachograafschijven wordt in België geraamd op 370.000. Hiervan moeten minimum worden gecontroleerd: - 15% (= 55.000 controles) op de weg; - 25% (= 92.500 controles) in de ondernemingen. De overige 60% (= 220.000 prestaties) mogen naar keuze langs de weg of in de ondernemingen worden gecontroleerd. In werkelijkheid werden er in 1991 in de ondernemingen slechts 54.458 tachograafschijven gecontroleerd, en in 1992 zelfs nog minder, namelijk 52.846.

12688 ChambredesReprésentantsdeBelgique _ (121)_ BelgischeKamervanVolksvertegenwoordigers VragenenAntwoorden(GZ 1993-1994) Pourquoi le nombre requis de contrôles dans les entreprises n'est-il pas atteint? Réponse: J'ai l'honneur de communiquer à l'honorable membre les informations suivantes. Les inspecteurs sociaux du ministère de l'emploi et du Travail disposent, de même que les agents d'autres départements, de la compétence en matière de contrôle de l'application des règlements CEE 3820/85 et 3821/85 portant sur la durée des temps de conduite et de repos et sur l'utilisation du tachygraphe. Il convient d'observer que les contrôles des disques de tachygraphe effectués par mes services d'inspection s'inscrivent essentiellement dans leur mission de surveillance du respect du droit de travail, plus que dans le domaine de la réglementation technique de la circulation. En ce sens les enquêtes ont pour but premier le respect de la durée du travail et des conditions de rémunération fixées par les CCT du secteur du transport. Ces enquêtes requièrent le calcul précis du temps de travail sur la base des indications des disques de tachygraphe et autres documents tels feuilles de route et états journaliers de prestations, et ensuite la vérification de la conformité ou non des fiches de paie et des comptes individuels aux périodes de prestations effectives. Ces opérations exigent d'y consacrer un temps important surtout quand le nombre de chauffeurs visés est élevé et les périodes de paie concernées sont étendues. Elles pourront néanmoins être facilitées à l'avenir par le recours à un programme informatique dont la mise au point par mes services est déjà très largement réalisée. Les objectifs prioritaires assignés aux services de l'inspection des lois sociales demeurent le contrôle du travail au noir sous toutes ses formes et de l'occupation frauduleuse d'étrangers illégaux, de sorte qu'il ne peut être envisagé d'affecter tous les moyens disponibles du service au seul contrôle des disques de tachygraphe. Je tiens enfin à signaler à l'honorable membre que la coordination entre les différents services chargés du contrôle du secteur susvisé et l'établissement consécutif de statistiques relève de la compétence de mon collègue, vice-premier ministre et ministre des Communications et des Entreprises publiques. Waarom wordt het aantal controles in de ondernemingen niet gehaald? Antwoord: Ik heb de eer het geacht lid het volgende mee te delen. De sociaal inspecteurs van het ministerie van Tewerkstelling en Arbeid zijn evenals een aantal andere diensten bevoegd voor de controle op de naleving van de EEG-verordeningen urs. 3820/85 en 3821/85, respectievelijk betreffende de sociale bepalingen inzake rij- en rusttijden en het gebruik van de tachygraaf. De controle van de tachygraafschijven in de ondernemingen heeft voor de Inspectiedienst een finaliteit die meer op het louter arbeidsrechtelijk vlak ligt dan op het verkeerstechnische. In die zin zijn de onderzoeken meer gericht op de naleving van de arbeidsduur en van de loonsvoorwaarden vastgelegd in de sectoriële CAO van het vervoer. Hiervoor is een nauwkeurige reconstructie van de werktijden nodig aan de hand van de tachygraafschijven en andere documenten waarmee ze worden vergeleken zoals rittenbladen, dagelijkse prestatiebladen en dergelijke, waarbij de loonafrekeningen en de individuele rekeningen ook moeten worden getoetst aan de beschikbare gegevens over de werkelijk geleverde prestaties. Dat alles is een tijdrovende bezigheid, vooral als de loonklacht en/of het onderzoek op verschillende chauffeurs tegelijk en over verschillende betalingsperioden loopt, De toekomst zal hierin wellicht beterschap brengen vermits mijn diensten ver gevorderd zijn met het uirwerken van een computerprogramma om die controles en berekeningen te vergemakkelijken. Doordat de absolute topprioriteit voor de controles van de Inspectie van de sociale wetten in het domein van de controle op het zwartwerk in al zijn varianten en de frauduleuze tewerkstelling van illegale vreemdelingen ligt, kan de Inspectiedienst niet alle energie steken in de controle van de tachygraafschijven. Verder wil ik het lid erop wijzen dat de diensten van mijn collega, de minister van Verkeerswezen belast zijn met het overleg tussen de verschillende diensten die bevoegd zijn voor de controle in die sector en met de coördinatie van de statistische gegevens. Dû 939412124 Question n" 350 de M. De Mol du 6 juillet 1994 (N.) : Protection du travail. - Substances dangereuses. - Développement durable. Le chapitre 19 de l'agenda 21 traite de la gestion de substances dangereuses. Les risques liés à l'utilisation DO 939412124 Vraag nr, 350 van de heer De Mol van 6 juli 1994 (N.) : Arbeidsbescherming. - Gevaarlijke stoffen. - Duurzame ontwikkeling. Hoofdstuk negentien van Agenda 21 handelt over het beheer van gevaarlijke stoffen. De risico's van het

ChambredesReprésentantsdeBelgique _ (121)_ BelgischeKamervanVolksvertegenwoordigers 12689 VragenenAntwoorden(GZ1993-1994) de substances dangereuses pour l'environnement doiventêtre limités au maximum, grâce à l'application du principe de prévoyance et à une analyse approfondie du cycle de vie de la substance. Ce chapitre de l'agenda 21 comporte toute une série d'actions axées essentiellement sur les aspects de la gestion et de la coopération internationale. L'Agenda 21 reconnaît que, dans l'optique de leur propre sécurité, la communauté et les travailleurs ont en principe le droit de connaître les risques inhérents aux substances dangereuses. Ce principe ne peut être subordonné ni au secret commercial ni au droit de l'industrie de protéger des informations industrielles et commercialesconfidentielles. 1. a) De quelle manière le droit de la communauté et des travailleurs de connaître, dans l'optique de leur propre sécurité, les risques liés aux produits dangereux est-il garanti? h) L'industrie est-elle tenue d'informer les travailleurs des risques que présentent les substances dangereuses et l'exposition auxdits produits? 2. Ce droit est-il suffisamment garanti? Comment comptez-vous optimaliser ce droit et la protection de cedernier? Réponse: J'ai l'honneur de communiquer ci-après à l'honorable membre les réponses à ses questions. 1. a) L'article 12 de l'arrêté royal du Il janvier 1993 réglementant la classification, l'emballage et l'étiquetage des préparations dangereuses en vue de leur mise sur le marché ou de leur emploi stipule que le responsable de la mise sur le marché d'une substance ou d'une préparation dangereuse, qu'il soit le fabricant, l'importateur ou le distributeur doit fournir au destinataire (ici l'employeur) une fichede données de sécurité comportant des informations permettant aux utilisateurs de prendre les mesures nécessaires en matière de protection de santé et de sécurité. Le Règlement général pour la protection du travail, en ses articles 28quater, 163 et 723his 21 impose à l'employeur d'informer les travailleurs sur tous les risques inhérents à leur poste de travail ou à leur fonction, par le biais d'une note ou d'une causerie renouvelées tous les ans ainsi que par la fiche de sécurité et de santé d'une substance ou préparation dangereuse qui est tenue à la disposition des travailleurs, du Comité de sécurité, d'hygiène et d'embellissement des lieux de travail ou, à son défaut, de la délégation syndicale. En outre, en application des dispositions des articles 124, 2 et 147quater, 1 et 2 du règlement précité, l'employeur est tenu: gebruik van milieugevaarlijke stoffen moeten zoveel rnogelijk worden beperkt door toepassing van het voorzorgsprincipe en door een brede analyse van de levenscyclus van de stof. Dat hoofdstuk van Agenda 21 bevat een hele reeks acties die vooral gericht zijn op het beheer en op internationale samenwerking. Agenda 21 erkent dat de gemeenschap en de werknemers, in het licht van hun eigen veiligheid, in principe het recht hebben om de risico's van gevaarlijke stoffen te kennen. Dat principe mag niet worden ondergeschikt aan het commercieel geheim en het recht van de industrie om vertrouwelijke industriële en handelsinformatie te beschermen. 1. a) Op welke manier wordt in ons land aan de gemeenschap en werknemers het recht gegarandeerd om, in het licht van hun eigen veiligheid, de risico's van gevaarlijke stoffen te kennen? h) Is de industrie verplicht de risico's van en blootstelling aan gevaarlijke stoffen aan zijn werknemers te melden? 2. Wordt dat recht voldoende gegarandeerd? Hoe denkt u dit recht en de bescherming ervan te optimaliseren? Antwoord : Ik heb de eer het geacht lid hierna de antwoorden op zijn vragen te verstrekken. 1. a) Artikel12 van het koninklijk besluit van Il januari 1993 tot regeling van de indeling, de verpakking en het kenmerken van gevaarlijke preparaten met het oog op het op de markt brengen of het gebruik ervan bepaalt dat de persoon die verantwoordelijk is voor het op de markt brengen van een gevaarlijke stof of van een gevaarlijk preparaat, dat wil zeggen de fabrikant, de importeur of de tussenhandelaar, aan de afnemer (hier de werkgever) een veiligheidsinformatieblad moet verstrekken dat informatie bevat waarmee de gebruikers de nodige maatregelen kunnen nemen inzake bescherming van de gezondheid en de veiligheid. Het Algemeen reglement voor de arbeidsbescherming legt, bij de artikelen 28quater, 163 en 723his 21, de werkgever op de werknemers te informeren over alle risico's die inherent zijn aan de arbeidspost of aan hun functie, door middel van een nota of een onderhoud die/dat jaarlijks moeten worden hernieuwd, alsook door middel van de veiligheidsen gezondheidskaart van een gevaarlijke stof of een gevaarlijk preparaat, die ter beschikking wordt gehouden van de werknemers, het Comité voor veiligheid, gezondheid en verfraaiing van de werkplaatsen of, bij ontstentenis ervan, de vakbondsafvaardiging. Ingevolge de bepalingen van de artikelen 124, 2, en 147quater, 1 en 2, van voormeld reglement is de werkgever er bovendien toe gehouden:

12690 Chambre des Représentantsde Belgique _ (121) _ BelgischeKamervan Volksvertegenwoordigers Vragenen Antwoorden(GZ 1993-1994) de dresser un inventaire des produits utilisés dans l'entreprise qu'il présume comporter des effets nocifs pour la santé. Cet inventaire donne lieu à l'établissement de la liste des postes à risques qui, complétée de l'avis du médecin du travail, est soumise à l'avis du Comité de sécurité, d'hygiène et d'embellissement des lieux de travail ou, à son défaut, de la délégation syndicale; d'établir la liste nominative des travailleurs exposés aux substances dangereuses, qui est tenue à la disposition des comité ou délégation précités. b) L'article 103sexies 9 a) du même règlement impose à l'employeur de fournir aux travailleurs ou aux membres du Comité de sécurité, d'hygiène et d'embellissement des lieux de travail ou, à son défaut, de la délégation syndicale, les informations nécessaires, notamment, sur les risques potentiels liés à l'exposition aux agents chimiques. 2. Une des missions essentielles de l'inspection médicale du travail est la surveillance du respect par les employeurs de leurs obligations réglementaires en matière de protection de la santé des travailleurs exposés aux substances dangereuses. Les directives européennes en matière de santé et de sécurité des travailleurs exposés ou susceptibles d'être exposés aux substances dangereuses, qui sont intégrées dans la réglementation nationale, comportent systématiquement des dispositions concernant l'information des travailleurs. Mon département, par le biais du commissariat général à la promotion du travail, mène des campagnes d'information et édite des brochures sur les droits des travailleurs à l'information. een inventaris op te maken van de produkten in zijn onderneming waarvan hij vermoedt dat ze een schadelijke werking hebben op de gezondheid. Op grond van die inventaris wordt de lijst van risicoposten opgesteld die, vervelledigd door het advies van de arbeidsgeneesheer, wordt voorgelegd aan het Comité voor veiligheid, gezondheid en verfraaiing van de werkplaatsen of, bij ontstentenis ervan, aan de vakbondsafvaardiging; de naamlijst op te stellen van de werknemers die worden blootgesteld aan gevaarlijke stoffen en die lijst ter beschikking te houden van voornoemd comité of voornoemde afvaardigmg. b) Artikel103sexies 9 a) van hetzelfde reglement legt de werkgever op aan de werknemers of aan de leden van het Comité voor veiligheid, gezondheid en verfraaiing van de werkplaatsen of, bij ontstentenis ervan, de vakbondsafvaardiging, de nodige informatie te verstrekken over met name de potentiële gevaren die verbonden zijn aan blootstelling aan chemische agentia. 2. Een van de essentiële opdrachten van de Medische arbeidsinspectie bestaat erin toe te zien op de naleving van de reglementaire verplichtingen van de werkgevers inzake bescherming van de gezondheid van de werknemers die worden blootgesreld aan gevaarlijke stoffen. De Europese richtlijnen die handelen over de gezondheid en de veiligheid van de werknemers die worden of kunnen worden blootgesreld aan gevaarlijke stoffen en die in de nationale reglementering worden opgenomen, bevatten systematisch bepalingen over de voorlichting van de werknemers. Via het commissariaat-generaal voor de bevordering van de arbeid voert mijn departement inforrnatiecampagnes en geeft het brochures uit over de rechten van de werknemers op informatie. DO 939412142 Question n? 351 de M. Kubla du 12 juillet 1994 (Fr.) : Chômage. - ONEmo - Régions. - Collaboration. Dans l'avant-propos du rapport annuel 1993 de l'onem, l'administrateur général de cet office écrit: «Déjà en septembre 1992, un accord de coopération a été conclu entre les ministres compétents des gouvernements fédéral et régionaux sur la transmission d'informations concernant les offres d'emploi. On ne peut que regretter que la traduction en modalités d'implémentation se soit fait attendre pendant si longtemps. DO 939412142 Vraag nr, 351 van de heer Kubla van 12 juli 1994 (Fr.) : Werkloosheid. - RVA. - Gewesten. - Samentoetking. In het voorwoord van het jaarverslag 1993 van de RVA schrijft de administrateur-generaal van die dienst.«reeds in september 1992 werd tussen de bevoegde ministers van de federale en de regiona\e regeringen een samenwerkingsakkoord afgesloten inzake de overdacht van informatie met betrekking tot werkaanbiedingen. Het is te betreuren dat de omzetting in operationele uitvoeringsmodaliteiten zo lang op zich

Chambredes Représentantsde Belgique _ (121)_ BelgischeKamervan Volksvertegenwoordigers 12691 Vragenen Antwoorden(GZ 1993-1994) L'ONEm n'a toujours pas idée des convocations à une offre d'emploi ou à une formation professionnelle qui sont envoyées aux demandeurs d'emploi et de la réaction à celles-ci de la part des chômeurs indemnisés ou des demandeurs d'emploi obligatoirement inscrits. Si la faculté n'était pas donnée à l'onem de s'appuyer sur la collaboration des organismes régionaux pour pouvoir effectuer le contrôle normal de la disponibilité des chômeurs, la survie du système de l'assurance contre le chômage s'en trouverait réellement menacée au niveau fédéral.» Quelle est votre position à l'égard des regrets et des inquiétudes de l'administrateur général de l'onem? Réponse: En réponse à la question posée, j'ai l'honneur de communiquer à l'honorable membre que je partage les préoccupations de l'administrateur général de l'onem en ce qui concerne l'exécution correcte de l'accord de coopération du 22 septembre 1992. Il est exact qu'au début du plan d'accompagnement, la transmission des données n'a pas fonctionné comme prévu dans l'article 9, 3, de l'accord de coopération précité. La question a été examinée par le gouvernement dans le cadre du plan global et par le Comité de concertation et a été traitée à différentes reprises au sein du comité d'évaluation qui regroupe les différents acteurs du plan d'accompagnement. Début avril 1994, un consensus a pu être dégagé prévoyant une coopération accrue entre l'onem et les organismes régionaux. La transmission des données s'effectue depuis lors comme il convient. heeft laten wachten. De RVA heeft nog altijd geen inzicht in de oproepen tot werkaanbod of beroepsopleiding die aan de werkzoekenden verstuurd zijn en in de reactie daarop vanwege de vergoede werklozen of de verplicht ingeschreven werkzoekenden. Indien de RVA niet zou kunnen steunen op de samenwerking met de gewestinstellingen om de gewone controle op de beschikbaarheid van de werklozen te kunnen uitoefenen, zou dat een reële bedreiging vormen voor het voortbestaan van het stelsel van werkloosheidsverzekering op federaal niveau.» Wat is uw standpunt met betrekking tot het ongenoegen en de ongerustheid van de administrateurgeneraal van de RVA? Antwoord : In antwoord op de gestelde vraag, heb ik de eer het geacht lid mee te delen dat ik de bezorgdheid van de administrateur-generaal van de RVA deel wat betreft de correcte uitvoering van het samenwerkingsakkoord van 22 september 1992. Het is zo dat bij de start van het begeleidingsplan de transmissie van de gegevens niet verliep zoals voorzien in het artikel 9, 3, van het voornoemd samenwerkingsakkoord. Dat probleem werd onderzocht door de regering in het kader van het globaal plan en door het Overlegcomité en werd verscheidene malen ter sprake gebracht op het evaluatiecomité, dat bestaat uit vertegenwoordigers van de betrokken instanties van het begeleidingsplan. Begin april 1994 is hieromtrent een akkoord tot stand gekomen tussen de RVA en de regionale instellingen, waardoor de transmissie van de gegevens nu wel naar behoren verloopt. Ministre des Affaires sociales Minister van Sociale Zaken DO 939411799 Question n? 328 de M. Detienne du 20 mai 1994 (Fr.) : Maisons de repos. - Maisons de repos et de soins. Des échos de presse de ces derniers jours ont mis en évidencele malaise exprimé par des fédérations publiques et privées du secteur des maisons de repos. Selon les porte-parole, il y aurait un malentendu sur l'évaluation du nombre de personnes âgées placées en maisons de repos et de soins (MRS). Les chiffres officiels portent sur 62.000 personnes et les responsables du secteuravancent le chiffre de 66.700. De plus, la ferme- DO 939411799 Vraag nr, 328 van de heer Detienne van 20 mei 1994 (Fr.) : Rusthuizen. - Rust- en verzorgingstehuizen. De particuliere en overheidsfederaties in de sector van de rusthuizen wezen de afgelopen dagen in de pers op de malaise die in de sector heerst. Volgens de woordvoerders zou er een misverstand bestaan over het aantal bejaarden dat in rust- en verzorgingstehuizen (RVT's) verblijft. De officiële cijfers gewagen van 62.000 personen, terwijl de betrokkenen uit de sector het over 66.700 personen hebben. De ziekenhuis-

12692 ChambredesReprésentantsdeBelgique _ (121)_ BelgischeKamervanVolksvertegenwoordigers VragenenAntwoorden(GZ 1993-1994) ture des lits d'hôpitaux réservés aux personnes âgées a entraîné leur reconversion en lits MRS, mais il semblerait que le nombre de ces derniers ne suffise pas à répondre à la demande d'un public âgé nécessitant des soins plus importants. 1. a) Quel est précisément le nombre de personnes âgées placées respectivement en maison de repos et en maison de repos et de soins, selon les évaluations les plus récentes? h) Quelle a été l'évolution de ce total au cours des 10 dernières années? c) Quelle est leur répartition entre institutions privées et publiques? 2. Quelle a été l'évolution du budget consacré aux soins en maisons de repos et en maisons de repos et de soins sur la même période? 3. Est-il exact que le nombre de lits MRS ouverts dans notre pays ne suffit pas à répondre à la demande? 4. A combien de lits évalue-t-on les besoins non couverts? S. Quels sont les moyens pris pour remédier à cette situation? Réponse: J'ai l'honneur de communiquer a l'honorable membre que les points 1, 3, 4 et 5 ont déjà fait l'objet d'une réponse séparée (voir bulletin des Questions et Réponses, Chambre, 1993-1994, n 114, page 12031). En ce qui concerne la deuxième question relative au budget qui est pris en charge par l'assurance soins de santé obligatoire en faveur des bénéficiaires séjournant dans des maisons de repos et de soins et des maisons de repos pour personnes âgées, l'honorable membre peut prendre connaissance des chiffres suivants. bedden voor bejaarden werden in RVT-bedden orngezet, maar hun aantal zou niet volstaan om te voldoen aan de vraag van een bejaarde bevolkingsgroep die een intensievere verzorging behoeft. 1. a) Wat is het precies aantal bejaarden dat volgens de jongste schattingen respectievelijk in rusthuizen en rust- en verzorgingstehuizen verblijft? h) Hoe is dat totaal aantal de jongste tien jaar geëvolueerd? c) Graag de verdeling tussen particuliere en overheidsinstellingen. 2. Hoe is de begroting voor verzorging in rusthuizen en rust- en verzorgingstehuizen in diezelfde periode geëvolueerd? 3. Is het juist dat het aantal in ons land beschikbare RVT-bedden niet volstaat om aan de behoeften te voldoen? 4. Hoeveel extra bedden zijn nodig om aan alle behoeften te voldoen? S. Welke maatregelen worden genomen om die toestand te verhelpen? Antwoord: Hierbij heb ik de eer het geacht lid mee te delen dat de punten 1, 3, 4 en 5 al het voorwerp uitmaakten van een vroeger antwoord (zie bulletin van Vragen en Antwoorden, Kamer, 1993-1994, nr. 114, blz. 12031). Wat de tweede vraag betreft aangaande het budget dat door de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging wordt ten laste genomen voor de rechthebbenden in rust- en verzorgingstehuizen en in rustoorden voor bejaarden kan het geacht lid kennis nemen van de volgende cijfers. Dépenses (en millions de francs belges) Uitgaven (in miljoenen Belgische frank) 1980 1981 1982 1983 1984 1985 1986 1987 1988 1989 1990 1991 1992 1993 Objectif 1994 Doelstelling 1994 - Maisons de repos et de soins.! Rust-en verzorgingstehuizen 33,0 181,1 470,6 1.194,9 1.679,8 3.489,3 4.622,9 5.858 6.931,1 7.702,5 8.804,6 9.423 - Système forfaitaire maisons de repos pour personnes âgées.! Forfaitair systeem rustoorden voor bejaarden 364,8 462,5 1.612,7 6.676,7 8.131,4 9.091,0 9.826,2 - Soins infirmiers dans les maisons de repos pour personnes âgées selon la nomenclature.! Verpleegkundige verzorging in de rustoorden voor bejaarden volgens de nomenclatuur 861,3 980,6 1.228,6 1.579,1 1.893,6 2.280,2 2.640,8 2.972,7 2.889,9 2.989,7 2.061,3 71,2 23,1

Chambredes Représentantsde Belgique Ministre pour l'intégration sociale, la Santé publique et l'environnement _ (121)_ BelgischeKamervan Volksvertegenwoordigers 12693 Vragenen Antwoorden(GZ 1993-1994) Minister voor Maatschappelijke Integratie, Volksgezondheid en Leefmilieu DO 929322668 DO 929322668 Question n? 337 de M. Barbé du 8 octobre 1993 (N.): CFe. - Matières synthétiques. Le 3 mars 1989, l'etat belge et Fechiplast ont conclu une convention sur l'utilisation des chlorofluoro-carbones (CFC) dans l'industrie des matières synthétiques. Cette convention prévoyait les éléments suivants: à partir du 1 er janvier 1992, une réduction de 25% de l'utilisation des CFC par rapport à 1988; à partir du 1 er janvier 1995, une réduction de 50% par rapport à 1988; à partir du 1 er janvier 1998, une réduction de 85%; l'information de l'etat belge par Fechiplast au sujet de l'évolution de la consommation de CFC dans l'industrie des matières synthétiques; une évaluation biennale. Leschiffres de la cellule de l'environnement que l'objectif aurait été atteint pour 1992. révèlent 1. Quels contrôles avez-vous fait effectuer quant à l'exactitude des chiffres communiqués par Fechiplast? 2. a) A-t-on effectué une évaluation en 1991 en 1993, comme le prévoit la convention? b) Quels en sont les principaux résultats? Réponse: L'honorable membre voudra bien trouver ci-après les réponses à ses questions. 1. Fechiplast transmet chaque année à l'administration les données quant à l'évolution de l'utilisation des CFCet de l'utilisation des HCFC dans l'industrie des matières synthétiques. Les documents justificatifs de cesdonnées sont disponibles auprès des autorités. Ces donnéessont notamment comparées à celles relatives à l'utilisation globale des CFC en Belgique. Il ressort de ceschiffres que la réduction de l'utilisation des CFC a atteint 59% en 1992 et 75% en 1993. 2. a) et b) La convention prévoit que les parties effectueront tous les deux ans une évaluation au sujet de l'utilisation des CFC et des moyens disponibles permettant d'en réduire l'utilisation. Cette évaluation a donné lieu à une révision de la convention en date du 22 mars 1991 de sorte que les objectifs ont été adaptés. Dans l'industrie des matières synthétiques, la réduction de l'utilisation des CFC sera réalisée en plusieurs étapes, prévoyant, à partir du Vraag nr, 337 van de heer Barbé van 8 oktober 1993 (N.) : CFK. - Kunststoffen. Op 3 maart 1989 sloten de Belgische staat en Fechiplast een overeenkomst over het gebruik van chloorfluorkoolwaterstoffen (CFK's) in de kunststoffenindustrie. In die overeenkomst werden onder meer de volgende zaken bepaald: een vermindering van het CFK-gebruik met 25% op basis van 1988, vanaf 1 januari 1992; een vermindering met 50% op basis van 1988, vanaf 1 januari 1995; een vermindering met 85%, vanaf 1 januari 1998; het informeren van de Belgische staat door Fechiplast over de evolutie van het CFK-verbruik in de kunststoffenind ustrie; een tweejaarlijkse evaluatie. Uit cijfers van de cel Leefmilieu blijkt dat de doelstelling voor 1992 zou gehaald zijn. 1. Welke controles heeft u doen uitvoeren met betrekking tot de correctheid van de door Fechiplast meegedeelde cijfers? 2. a) Vond in 1991 en 1993, zoals de overeenkomst bepaalt, een evaluatie plaats? h) Wat zijn hiervan de belangrijkste resultaten? Antwoord : Het geacht lid gelieve hierna het antwoord te vinden op zijn vragen. 1. Jaarlijks worden door Fechiplast de gegevens over de evolutie van het CFK-gebruik en het HCFKgebruik in de kunststoffenindustrie meegedeeld aan de administratie. De stukken ter staving hiervan liggen ter beschikking van de autoriteit. Die gegevens worden onder meer getoetst aan de gegevens voor het totaal CFK-gebruik in België. Hieruit blijkt dar in 1992 een reductie van het CFK-gebruik met 59% en voor 1993 met 75% werd bereikt. 2. a) en b) De overeenkomst bepaalt dar de partijen tweejaarlijks een evaluatie zullen maken van de evolutie van het CFK-gebruik en van de beschikbare middelen voor de reductie van het gebruik. Op basis van die evaluatie werd de overeenkomst herzien op 22 maart 1991 waarbij de doelstellingen werden aangepast. In de kunststoffenindustrie zal de afbouw van het CFK-gebruik in verschillende stadia worden gerealiseerd waarbij 1617

12694 ChambredesReprésentantsdeBelgique -(121)- BelgischeKamervanVolksvertegenwoordigers VragenenAntwoorden(GZ 1993-1994) 1 er janvier 1992 une réduction de 50% par rapport à 1988 et une réduction de 100% dans le courant de 1995. Vu l'évaluation des chiffres d'utilisation en 1993 et considérant que l'objectif du Protocole de Montréal, modifié à Copenhague en 1992 est réalisé, une nouvelle adaptation de la convention est jugée inutile. Il est clair que les nouvelles conditions particulières constituent une amélioration considérable de la protection de la population et de l'environnement et que la situation actuelle n'est certainement pas en contradiction avec l'autorisation de base du 7 décembre 1976. Ainsi donc, il est réglementairement impossible de faire respecter les conditions particulières reprises dans l'arrêté contesté de la députation permanente, notamment en ce qui concerne la surveillance. Mon adrniniseen vermindering met 50% op bais van 1988 vanaf 1 januari 1992 en een vermindering met 100% in de loop van 1995 wordt vooropgesteld. Na evaluatie van de verbruikscijfers in 1993 en rekening houdend met het feit dat de doelstelling van het Protocol van Montreal, zoals gewijzigd te Kopenhagen in 1992, gerealiseerd is, wordt een verdere aanpassing van de overeenkomst overbodig geacht. DO 939412103 Question n" 524 de M. Geysels du 1 er juillet 1994 (N.) : Déchets radioactifs. - Olen. - Usine de radium. Le 10 juillet 1991, la députation permanente de la province d'anvers a approuvé, par la voie d'une modification du permis d'exploitation du 7 décembre 1976, le stockage dans des bunkers de déchets radioactifs provenant de l'ancienne usine de radium à Olen. Plusieurs habitants ont introduit un recours contre la délivrance de ce permis. Le recours a été confirmé par le ministre, le 17 septembre 1991. 1. Où en est l'enquête annoncée par le ministre en 1991? 2. Pourquoi le traitement de ce recours se fait-il toujours attendre? 3. Quand comptez-vous prendre une décision? 4. Ce recours ne suspend-il pas la décision incriminée? Réponse: J'ai l'honneur de communiquer à l'honorable membre que la Commission spéciale en matière de radiations ionisantes a clôturé son examen des recours contre l'arrêté de la députation permanente du Conseil provincial d'anvers. L'avis de la commission, traduit sous forme d'un projet d'arrêté royal, pourra bientôt être présenté aux ministres compétents. L'article 13 du Règlement général sur la protection de la population et des travailleurs contre le danger des radiations ionisantes prévoit en effet, dans le cas d'un recours, la suspension de l'arrêté concernant les conditions d'exploitation modifiées. On retombe alors sur la situation d'avant le la juillet 1991. DO 939412103 Vraag nr. 524 van de heer Geysels van 1 juli 1994 (N.) : Radioactieve afual. - Olen. - Radiumfabriek. Op 10 juli 1991 heeft de bestendige deputatie van de provincie Antwerpen via een wijziging van de exploitatievergunning van 7 december 1976, de opslag goedgekeurd in bunkers van radioactief afval, afkomstig van de oude radiumfabriek te Olen. Verschillende inwoners tekenden beroep aan tegen die vergunning. Dat beroep werd op 17 september 1991 bevestigd door de minister. 1. Wat is de stand van het door de minister in 1991 aangekondigde onderzoek? 2. Waarom is dar beroep nog niet behandeld? 3. Wanneer zal u een beslissing nemen? 4. Schorst dat beroep de omstreden beslissing niet? Antwoord: Ik heb de eer het geacht lid mee te delen dat de Speciale commissie inzake ioniserende stralingen haar onderzoek met betrekking tot de ingediende beroepen tegen de beslissing van de bestendige deputatie van de Provinciale raad van Antwerpen heeft beëindigd. Het advies van de commissie omgezet in een ontwerp van koninklijk besluit zal binnenkort aan de bevoegde ministers kunnen worden voorgelegd. Het is inderdaad zo dat volgens artikel 13 van het Algemeen reglement op de bescherming van de bevolking en van de werknemers tegen het gevaar van de ioniserende stralingen, het beroep tegen de beslissing over de gewijzigde uitbatingsvoorwaarden tot gevolg heeft dat de beslissing wordt geschorst. Hierdoor valt men terug op de toestand van voor la juli 1991. Het is duidelijk dat de nieuwe bijzondere voorwaarden een aanzienlijke verbetering inhouden van de bescherming van de bevolking en het leefmilieu en dusis de huidige toestand zeker niet strijdig met de basisvergunning van 7 december 1976.. De bijzondere voorwaarden, onder meer wat betreft het toezicht, die in het betwiste besluit van de bestendige deputatie waren opgenomen, zijn nu niet langer afdwingbaar. Mijn administratie heeft echter in her

Chambre des Représentantsde Belgique _ (121) - BelgischeKamervan Volksvertegenwoordigers 12695 Vragenen Antwoorden(GZ 1993-1994) tration a toutefois insisté auprès de l'exploitant responsable pour qu'il continue de façon volontaire ce programme de surveillance et ce, dans l'intérêt de la santé publique et de l'environnement. C'est ce qui a été fait jusqu'à présent. belang van de volksgezondheid en het leefmilieu er bij de verantwoordelijke uitbater op aangedrongen om dat toezichtsprogramma op vrijwillige basis verder uit te voeren. Hetgeen tot op heden ook gebeurt. DO 939412104 Question n" 525 de M. Geysels du 1 er juillet 1994 (N.) : Déchets radioactifs. - Olen. - Usine de radium. Le précédent ministre de l'environnement a annoncé au printemps 1993 la création d'une commission d'accompagnement chargée de suivre la problématique des déchets radioactifs provenant des anciennes activités de la vieille usine de radium à Olen. 1. Combien de fois cette commission d'accompagnement s'est-elle déjà réunie? 2. Quelles mesures a-t-elle déjà proposées? 3. Lesquelles de ces mesures ont été effectivement mises en pratique? 4. Les riverains des zones contaminées (comme par exemple la rivière «Bankloop») ont-ils été informés des risques liés à l'absorption de légumes cultivés dans leur jardin potager? 5. La «Bankloop» a-t-elle été curée au cours de l'année écoulée? Dans l'affirmative, qu'a-t-on fait de la vase? 6. Où en est l'assainissement annoncé de la décharge Dl, qui se situe en dehors des terrains de l'ancienne usine de radium? Réponse: J'ai l'honneur de communiquer à l'honorable membre les éléments suivants concernant la problématique de la présence 'de matériaux contaminés dans les environs de l'ancienne usine d'extraction de radium à Olen. Je voudrais tout d'abord préciser que le comité d'accompagnement, chargé de la coordination des travaux qui précèdent nécessairement toute exécution pratique d'un projet d'assainissement, s'est réuni jusqu'à présent trois fois. Les activités de ce comité sont résumées ci-dessous. Le concept de solution provisoire pour les habitations présentant des concentrations augmentées en radon a été élaboré avec l'aide du CSTC (Centre scientifique et technique de la construction). Pour réduire les délais, un entrepreneur a été chargé de l'exécution des travaux. La décharge de l'union Minière a fait l'objet d'un programme de mesures qui doit fournir une meilleure image en 3 dimensions de l'inventaire de la décharge. Ceci doit permettre, entre autres, d'évaluer les possibilités de réduction de la surface de la décharge, lors des travaux d'assainissement. Le programme com- DO 939412104 Vraag nr, 525 van de heer Geysels van 1 juli 1994 (N.): Radioactieve afval. - Olen. - Radiumfabriek. De vorige minister van Leefmilieu kondigde in het voorjaar 1993 aan een begeleidingscommissie te installeren om de problematiek rond de radioactieve afval afkomstig van de vroegere activiteiten van de oude radiumfabriek te Olen op te volgen. 1. Hoeveel keren is die begeleidingscommissie samengekomen? 2. Welke maatregelen stelde die commissie al voor? 3. Welke maatregelen werden al uitgevoerd? 4. Werden de omwonenden in besmette gebieden (bijvoorbeeld langs de rivier de Bankloop) al op de hoogte gebracht van de mogelijke gevaren van de consumptie van zelfgekweekte groenten? 5. Werd de rivier de Bankloop het jongste jaar gereinigd en zo ja, wat is met het slib gebeurd? 6. Wat is de stand van zaken met betrekking tot de aangekondigde sanering van de stortplaats Dl, die zich buiten de terreinen van de oude radiumfabriek bevindt? Antwoord: Ik heb de eer het geacht lid het volgende mee te delen met betrekking tot de problematiek van de aanwezigheid van besmette materialen in de omgeving van de vroegere radiumfabriek te Olen, Ik zou eerst willen preciseren dat het begeleidingscomité, belast met de werkzaamheden te coördineren die noodzakelijkerwijze voorafgaan aan elke praktische uitvoering van een saneringsproject, tot op heden driemaal bijeengekomen is. De activiteiten van dat begeleidingscomité worden hieronder samengevat. Het concept voor een voorlopige oplossing voor woningen met verhoogde radonconcentraties werd in samenwerking met het WTCB (Wetenschappelijk en technisch centrum voor het bouwbedrijf) uitgewerkt, Om vertragingen te beperken werd een aannemer met de uitvoering van de werken belast. Voor de stortplaats van «Union Minière» werd een meetprogramma uitgewerkt dat een beter 3-dimensionaal zicht moet verschaffen op de stortplaatsinventaris. Dat moet onder andere toelaten de mogelijkheden tot oppervlaktereductie van de stortplaats bij de sanering beter te kunnen beoordelen. Het programma

12696 Chambre des Représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1993-1994) _ (121) _ BelgischeKamer van Volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1993-1994) prenait un grand nombre de forages en profondeur, l'analyse des carottes et un scanning des puits de forage. L'exécution de ce programme a été confié au CEN de Mol. Les résultats sont en train d'être analysés dans un groupe technique du comité d'accompagnement. Par ailleurs mon administration a également confié au CEN un programme de carottages le long et dans le bankloop» et ce, en vue d'obtenir des données sur la répartition en profondeur de la radioactivité en ces endroits. On pourra ainsi évaluer l'ampleur de certaines options d'assainissement. Les mêmes échantillons servent à l'analyse des caractéristiques chimiques par le VITO pour le compte de l'ov AM afin de pouvoir juger leur compatibilité chimique avec les déchets présents dans la décharge de l'um. Il en est de même en ce qui concerne quelques échantillons de matériaux contaminés en provenance de certaines rues. Les résultats de toutes ces analyses sont attendus pour la fin du mois de novembre. Dans la phase suivante, les options d'assainissement devront être définies de manière précise et les concepts techniques devront être développés. De plus, les aspects relatifs aux autorisations devront être identifiés de manière cohérente et les dossiers y afférents devront être préparés. J'ajouterai qu'au cours de la campagne d'échantillonnage le long du «Bankloop» durant cet été, aucune évolution importante de l'utilisation des sols dans les jardins privés n'a été constatée. Les conclusions de l'étude concernant la consommation des légumes restent donc valables. Pour autant que je sache, les travaux d'entretien se limitent essentiellement à l'élimination de la végétation. Des boues sont éventuellement déposées sur la rive mais l'étude a démontré que les nouvelles boues étaient beaucoup moins contaminées que celles enlevées antérieurement. Je tiens une fois de plus à mettre l'accent sur le fait que l'assainissement de la décharge Dl n'est pas une urgence. Ma préoccupation première est la résolution des autres problèmes de contamination, même au prix d'un certain retard dans l'assainissement de la décharge elle-même. Mais l'assainissement des rues et du «Bankloop» risque de devenir extrêmement difficile, voire impossible, s'il ne peut être réalisé dans le cadre de l'assainissement de la décharge Dl. bestond uit een groot aantal diepteboringen, de analyse van de boorkernen en een scanning van de boorgaten. Dat programma werd door het SCK te Mol uitgewerkt. De resultaten worden momenteel in een technische werkgroep van het begeleidingscomité geanalyseerd. Mijn administratie anderzijds vertrouwde een opdracht toe aan het SCK om langs en in de Bankloop boorkernen te nemen om een idee te krijgen omtrent de diepteverdeling van de radioactiviteit in die plaatsen. Ze zal dus een evaluatie van de omvang van bepaalde saneringsopties kunnen maken. Dezelfde stalen worden in opdracht van OVAM door het VITO geanalyseerd voor wat betreft hun chemische karakteristieken teneinde te kunnen oordelen over de chemische cornpatibiliteit met het afval dat zich op het UM-stort bevindt. Dezelfde analyses worden gedaan op enkele stalen van de besmette materialen afkomstig van bepaalde straten, Rapportering van die analyses wordt verwacht tegen eind november. In de volgende fasen zullen de saneringsopties nauwkeurig moeten worden omschreven en de technische concepten uitgewerkt. Anderzijds zullen vergunningsaspecten op een coherente wijze dienen te worden geïdentificeerd en de nodige dossiers samengesteld. Ik wens eraan toe te voegen dar bij de staalnerningscampagne langs de Bankloop tijdens deze zomer geen veranderde toestand qua grondgebruik in de privétuinen werd vastgesteld. De besluiten van de studie op vlak van consumptie van groenten blijven geldig. Voor zover mij bekend beperken de onderhoudswerkzaamheden zich voornamelijk tot verwijdering van de begroeiing. Eventueel slib wordt op de oever achtergelaten maar uit de studie is gebleken dat het nieuwe slib beduidend minder besmet is dan datgene dat vroeger werd gestort. Ik wens nogmaals te benadrukken dat de sanering van de stortplaats Dl geen urgente noodzaak is, Mijn bekommernis gaat er in de eerste plaats naar uit dat de andere besmettingsproblemen kunnen worden opgelost, zelfs indien dat enige vertraging in de sanering van het stort zelf met zich zou brengen. Maar de sanering van straten en Bankloop dreigt uitzonderlijk moeilijk zoniet onmogelijk te worden, indien dat niet in het kader van de sanering van het D J-stort zou kunnen plaatsgrijpen. DO 939412151 Question n? 529 de M. Poncelet du 13 juillet 1994 (Fr.) : Euratom. - Rejet radioactif. - Chooz. En réponse à ma question n? 449 du 10 février 1994 relative à la procédure d'autorisation des centrales DO 939412151 Vraag nr, 529 van de heer Poncelet van 13 juli 1994 (Fr.) : Euratom. - Radioactieve lozingen. - Chooz. In antwoord op mijn vraag nr. 449 van 10 februari 1994 met betrekking tot de goedkeuringsprocedure

Chambre des Représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1993-1994) _ (121) _ Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers 12697 Vragen en Antwoorden (GZ 1993-1994) nucléaires de Chooz, vous annonciez que le dossier «article 37» devrait être introduit par les autorités françaises auprès des services concernés de la Commission européenne avant le démarrage des nouvelles unités ou à tout le moins avant la fixation des limites de rejet. Par ailleurs, vous faisiez état de l'intention de vos services de reprendre contact directement avec les autorités françaises (voir bulletin des Questions et Réponses, Chambre, 1993-1994, n 106, page 11086). A. L'article 4 de la recommandation de la Commission du 3 février 1982 concernant l'application de l'article 37 du traité Euratom (Journal officiel du 29 mars 1982) prévoit que «des données préliminaires bien définies soient communiquées à la Commission avant que les autorités compétentes ne délivrent l'autorisation de construire», Il est donc clair que la France n'a pas satisfait à cette exigence, alors qu'il s'agit d'une centrale érigée à moins de cinq kilomètres de la frontière belge. 1. Pourquoi le gouvernement belge n'a-t-il pas dénoncé l'attitude de la France, qui a entrepris la construction de cette centrale en infraction à la recommandation du 3 février 1982? B. Par dérogation à la limite de rejet, habituelle en France, de 15 Ci/an (par tranche, à l'exclusion du tritium), cette valeur a été réduite à 3 Ci/an pour la centrale de Cattenom par une convention passée le 12 mars 1986 entre les gouvernements français et luxembourgeois. 2. a) Le gouvernement belge envisage-t-il de conclure une telle convention avec la France? b) Quelles valeurs de rejet le gouvernement belge estil décidé à imposer? c) Va-t-il accepter des valeurs différentes de celles qu'il impose aux exploitants des centrales belges? Réponse: En réponse à la question n 529 de l'honorable membre, j'ai l'honneur de lui communiquer les renseignements ci-après. 1. La recommandation de la Commission des Communautés européennes, datée du 7 décembre 1990 et qui remplace la recommandation 82/181/Euratom, concernant l'application de l'article 37 du traité Euratom recommande en son article 4 que, pour des projets se rapportant à l'exploitation de réacteurs nucléaires et au retraitement de combustible nucléaire irradié, les données générales préliminaires soient communiquées à la Commission avant que les autorités compétentes ne délivrent l'autorisation de construire. Ces données générales préliminaires comprennent: 1. une description du site et de ses environs, avec plus particulièrement la situation des installations nucléaires les plus proches, la séismologie, la cli- voor de bouw van de kerncentrale van Chooz stelt u dat het dossier «artikel 37» door de Franse overheid bij de betrokken diensten van de Europese Commissie moet worden ingediend vooraleer de nieuwe eenheden worden opgestart, en in elk geval vooraleer de lozingsnormen worden vastgesteld. U voegt daaraan toe dat uw diensten van plan zijn rechtstreeks contact op te nemen met de Franse overheid (zie bulletin van Vragen en Antwoorden, Kamer, 1993-1994, nr. 106, blz. 11086). A. Artikel 4 van de aanbeveling van de Commissie van 3 februari 1982 met betrekking tot de toepassing van artikel 37 van het Euratom-verdrag (Officieel publikatieblad van 29 maart 1982) bepaalt dat er duidelijke preliminaire gegevens moeten worden overgezonden aan de Commissie vooraleer de bevoegde overheid de bouwvergunning aflevert. Frankrijk heeft zich dus duidelijk niet aan die vereiste gehouden, al ligt de betrokken centrale op minder dan vijf kilometer van de Belgische grens. 1. Waarom heeft de Belgische regering de houding van de Franse overheid, die met de bouw van de centrale begonnen is en daarmee de bepalingen van de aanbeveling van 3 februari 1982 overtreedt, niet aan de kaak gesteld? B. Terwijl de lozingsnorm in Frankrijk gewoonlijk 15 Ci/jaar (per schijf, behalve voor tritium) bedraagt, werd die norm verlaagd tot 3 Ci/jaar voor de centrale van Cattenom in het kader van een overeenkomst die de Franse en de Luxemburgse regering op 12 maart 1986 hebben gesloten. 2. a) Is de Belgische regering voornemens een soortgelijke overeenkomst te sluiten met Frankrijk? b) Welke lozingsnormen wil de Belgische regering opleggen? c) Zal ze andere normen aanvaarden dan die welke gelden voor de exploitanten van de Belgische centrales? Antwoord: In antwoord op vraag nr. 529 gesteld door het geacht lid, heb ik de eer hem volgende inlichtingen mee te delen. 1. De aanbeveling van de Commissie der Europese Gemeenschappen daterend van 7 december 1990, welke de aanbeveling 82/181/Euratom vervangt, maakt - met betrekking tot de toepassing van artikel37 van het Euratorn-verdrag - in zijn artikel4 de aanbeveling dat, voor de projecten die betrekking hebben op de uitbating van kernreactorenen op de herwerking van bestraalde kernbrandstof, de voorafgaande algemene gegevens aan de Commissie zouden meegedeeld zijn voordat de bevoegde overheden een bouwtoelating verlenen. Die voorafgaande algemene gegevens omvatten: 1. een beschrijving van de site en haar omgeving, met meerin het bijzonder de ligging van de dichtstbijzijnde kerninstallaties, de seismologie, de klima-

Chambre des Représentants de Belgique 12698 -(121)- Questions et Réponses (SO 1993-1994) Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1993-1994) matologie et l'étude du milieu récepteur des effluents radioactifs ainsi que les données démographiques régionales; 2. une description de l'installation et des principaux dispositifs de sécurité ainsi que le calendrier de construction; 3. les rejets d'effluents radioactifs prévus et leurs conséquences radiologiques; 4. les rejets d'effluents radioactifs accidentels et leurs conséquences radiologiques, compte tenu des accidents de référence pris en compte. Le non-respect par la France de cette recommandation pose un problème formel, propre au comité d'experts de l'article 37 et à la Commission des Communautés européennes. De plus, il faut remarquer que cette recommandation ne présente pas un caractère contraignant. Il faut toutefois ajouter que dans le cadre des groupes de travail franco-belge instaurés dès octobre 1982 par un échange de lettres entre les deux gouvernements, la délégation belge avait reçu communication de ces données datées en 1980 et donc antérieures à la publication de la recommandation susmentionnée et en avait largement discuté avec la délégation française. Des représen~ant~ du secrari.a~1?'eta~ à l'env,ironnement ont a l'epoque participe activement a ces discussions. 2. a) Il est exact que pour la centrale française de Cattenom, la limite annuelle d'effluents radioactifs liquides, tritium exclu, a été réduite de 15 à 3 Curies par an et par tranche (111 Gbq/anltranche) par la convention passée le 12 mars 1986 entre les gouvernements français et luxembourgeois, et plus clairement encore par la décision de la Commission de la Moselle du 27 mars 1986. Si nécessaire, il n'est pas exclu que le gouvernement belge propose au gouvernement français une solution semblable. b) Il est évident que le gouvernement belge n'a pas l'intention d'accepter que soit fixée, pour les centrales de Chooz, une limite moins contraignante que celle imposée aux centrales belges ou à Cattenom car il est difficile d'admettre que les possibilités technologiques actuelles ne permetttent plus de respecter cette limitation. Il est cependant prématuré de préjuger dès à présent du résultat des négociations des groupes de travail franco-belge qui vont reprendre très prochainement. c) Je renvoie l'honorable membre au point b). Je peux en outre ajouter que les limites de rejets d'une centrale nucléaire étant spécifiquement liées aux conditions locales et aux voies d'exposition potentielles, il n'est pas exclu que ces limites diffèrent de tologie en de studie van het milieu dar de radioactieve afvoer opvangt evenals de streekgebonden demografische gegevens; 2. een beschrijving van de installatie en van de voornaamste veiligheidsvoorzieningen evenals de bouwkalender; 3. de voorziene uitstoot van radioactieve afvalstoffen en zijn radiologische gevolgen; 4. de accidentele uitstoot aan radioactieve afvalstoffen en zijn radiologische gevolgen, rekening houdend met de in beschouwing genomen referentie-ongevallen. Het niet-respecteren door Frankrijk van die aanbeveling stelt een formeel probleem behorend aan het expertencomité van het artikel37 en aan de Commissie van de Europese Gemeenschappen. Daarenboven dient te worden opgemerkt dar die aanbeveling geen dwingend karakter heeft, Hier dient evenwel aan toegevoegd dat, in het kader van de Frans-Belgische werkgroepen, ingericht vanaf oktober 1982 door een briefwisseling tussen de twee regeringen, de Belgische afvaardiging al mededeling had gekregen van die gegevens daterend uit 1980 en dus voorafgaand aan de publikatie van voornoemde aanbeveling en hierover al breedvoerig met de Franse afvaardiging had gediscussieerd. Vertegenwoordigers van de staatssecretaris voor Leefmilieu hebben destijds actief deelgenomen aan die discussies. 2. a) Het is juist dat voor de Franse centrale van Cattenom, de jaarlijkse limiet van vloeibare radioactieve afvalstoffen, tritium uitgezonderd, werd teruggebracht vanls naar 3 Curie per jaar en per eenheid (111 Gbq/jaar/eenheid) door de conventie die op 12 maart 1986 tussen de Franse en Luxemburgse regeringen werd gesloten, en duidelijker nog door de beslissing van de Commissie van de Moezel van 27 maart 1986. Zo nodig is het niet uitgesloten dat de Belgische regering een gelijkaardige oplossing zal voorstellen aan de Franse regering. b) Vanzelfsprekend heeft de Belgische regering niet de bedoeling om voor de centrales van Chooz een minder strenge limiet te aanvaarden dan die die werd opgelegd aan de Belgische centrales of aan die van Cattenom. Het is inderdaad moeilijk aan te nemen dat de huidige technologische mogelijkheden niet zouden toelaten die limiet te respecteren. Het is nochtans te vroeg nu al een oordeel te vellen over de resultaten van de onderhandelingen van de Frans-Belgische werkgroepen die weldra terug worden opgestart. c) Ik verwijs het geacht lid naar punt b). Ik kan er daarenboven aan toevoegen dat de uitstoot-lirnieten van een kerncentrale specifiek gebonden zijn aan de plaatselijke omstandigheden en aan de mogelijke blootstellingswegen, waardoor het niet

Chambredes Représentantsde Belgique _ (121)_ BelgischeKamervan Volksvertegenwoordigers 12699 Vragenen Antwoorden(GZ 1993-1994) celles qui ont été imposées aux centrales belges. Il faut encore remarquer qu'il s'agit en fait d'une combinaison de plusieurs limites simultanées, et qu'il est difficile de juger de la valeur radiologique de cette limitation sur la base du seul chiffre de la valeur de la limite annuelle. uitgesloten is dat die limieten verschillen van die die aan de Belgische centrales werden opgelegd. Er dient nog te worden opgemerkt dat het eigenlijk gaat om de combinatie van verscheidene gelijktijdige limieten, en dat het moeilijk is de radiologische waarde van die beperking te beoordelen met als enige basis de getalwaarde voor de jaarlimiet. DO 939411977 Question n? 537 de M. De Mol du 2 août 1994 (N.) : Climat. - Convention. - Ratification. Le chapitre neuf de l'agenda 21 est consacré à la protection de l'atmosphère. Il aborde les principaux problèmes en matière de pollution atmosphérique, à savoir l'effet de serre, l'appauvrissement de la couche d'ozone et la pollution atmosphérique dans les grandes agglomérations. L'Agenda 21 propose des programmes d'action spécifiques: recherche scientifique, développement de sources d'énergie durables et limitation de la pollution atmosphérique engendrée par l'industrie grâce à une meilleure efficacité énergique, à la prévention et éventuellement à l'utilisation de techniques d'épuration. On plaide également, dans ce chapitre, pour une application stricte des accords conclus dans le cadre de la convention de Vienne (1985) et du protocole de Montréal. En ce qui concerne les changements climatologiques, les autorités fédérales devraient en premier lieu ratifier la convention sur le climat. Notre pays doit également respecter les engagements contractés par les pays industriels (en matière notamment d'aide financière et technologique aux pays en voie de développement). 1. a) Qu'en est-il de la ratification de la convention sur le climat? h) Quand cette convention sera-t-elle soumise pour approbation au Parlement? c) De quoi cela dépend-il? 2. a) Existe-t-il un calendrier pour la transposition de la convention en droit belge, de manière à pouvoir réaliser concrètement ses objectifs? b) Dans l'affirmative, quel est ce calendrier? c) Dans la négative, pourquoi? 3. a) Notre pays a-t-il déjà pris des initiatives en vue du respect des engagements contenus dans la convention? b) Quelles mesures concrètes ont déjà été prises? DO 939411977 Vraag nr, 412 van de heer De Mol van 16 juni 1994 (N.) : Klimaat. - Verdrag. - Ratificatie. Hoofdstuk negen van Agenda 21 heeft de bescherming van de atrnosfeer als onderwerp. Dat hoofdstuk behandelt met name de belangrijkste milieuproblemen die betrekking hebben op lucht, met name het broeikaseffect, de aantasting van de ozonlaag en de luchtverontreiniging in grote agglomeraties. Agenda 21 stelt specifieke actieprogramma's voor: wetenschappelijk onderzoek, ontwikkeling van duurzame energiebronnen en beperking van luchtverontreiniging door de industrie door energie-efficiëntie, preventie en desnoods zuiveringstechnieken. Bovendien wordt in dat hoofdstuk gepleit voor een strikte uitvoering van de afspraken in de conventie van Wenen (1985) en het protocol van Montréal. Met betrekking tot de klirnaatverandering is de eerste stap die de nationale overheid moet doen de ratificatie van de conventieklimaat. Bovendien moet ons land de verbintenissen nakomen die de industrielanden aangingen (zoals bijvoorbeeld inzake financiële en technologische hulp aan onrwikkelingslanden). 1. a) Hoever staat het met de ratificatie van de conventie betreffende het klimaat? h) Wanneer zal de conventie ter goedkeuring aan het Parlement worden voorgelegd? c) Waarvan is die voorlegging nog afhankelijk? 2. a) Bestaat er een tijdschema voor de omzetting van het verdrag in Belgisch recht, met andere woorden om de concrete doelstellingen te verwezenlijken? h) Zo ja, hoe ziet dat tijdschema eruit? c) Zo niet, waarom? 3. a) Maakt ons land al een begin met de nakoming van de verbintenissen van het verdrag? h) Welke concrete maatregelen werden al genomen?

12700 Chambre des Représentantsde Belgique _ (121)_ BelgischeKamervan Volksvertegenwoordigers Vragenen Antwoorden (GZ 1993-1994) Réponse: En réponse aux questions de l'honorable membre concernant la Convention climat, je lui apporterai les précisions suivantes. 1. Le projet de loi portant approbation de ladite convention a été soumis à la signature du chef d'etat et devrait donc être introduit sous peu après des Chambres législatives. 2. La réalisation des objectifs concrets de la convention fait l'objet d'une concertation permanente entre les différents départements concernés. C'est le cas notamment en ce qui concerne l'élaboration du plan de réduction des émissions de CO 2 et du rapport belge sur les mesures à prendre dans ce contexte. C'est d'ailleurs mon département qui coordonne le dossier. 3. Pour plus de détails sur les initiatives concrètes qui s'inscrivent dans ce cadre, je renvoie l'honorable membre au dossier complet qui a été préparé par mon département lorsque le point a été inscrit en conseil des ministres (1<' juillet 1994). Pour rappel, le 28 janvier dernier, j'avais fait le point en conseil des ministres sur l'état d'avancement des travaux d'élaboration du programme national de réduction des émissions et j'avais été invité à réunir une Conférence interministérielle élargie. Le conseil des ministres du 1 er juillet 1994 a donc approuvé les conclusions et décisions de la Conférence interministérielle élargie (document de synthèse intitulé «Plan de réduction des émissions de CO 2 ))), Ce plan stipule entre autres: que l'engagement de la Belgique doit s'intégrer dans le cadre plus large du programme mis en place au niveau européen; que le programme doit être complété par des mesures complémentaires touchant l'ensemble des secteurs et relatives à l'utilisation rationnelle de l'énergie et de substitution de vecteurs énergétiques; que les différentes mesures proposées peuvent laisser entrevoir des possibilités de financement spécifiques, en particulier la taxe CO/Energie; que la réflexion doit s'étendre aux autres gaz tels que les CFC, le méthane et le N 2 0. Antwoord: In antwoord op zijn vragen betreffende de Klimaatsconventie, heb ik de eer het geacht lid het volgende te preciseren. 1. Het wetsontwerp, houdende goedkeuring van dat verdrag, werd voor ondertekening aan het Staatshoofd overgemaakt. Bijgevolg zal het eerlangs bij de wetgevende Kamers kunnen worden ingediend. 2. De verwezenlijking van de concrete doelstellingen van de conventie maakt het onderwerp uit van een geregeld overleg tussen de verschillende betrokken departementen. Dat betreft in het bijzonder de uitwerking van het plan ter vermindering van de CO - 2 uitstoot en het nationaal verslag over de in dat kader te nemen maatregelen. Het is ten andere mijn departement dat dat dossier coordinneert, 3. Voor meer details over concrete initiatieven die in dat kader passen, verwijs ik het geacht lid naar het volledige dossier dat door mijn departement is gemaakt op het moment dat het punt is ingeschreven geworden op de ministerraad (1 juli 1994). Ter herinnering meld ik u dat ik op 28 januari van dit jaar, de ministerraad heb gerapporteerd over de vooruitgang van de werkzaamheden bij het opmaken van het nationale plan ter vermindering van uitstoot; ik werd verzocht om een verruimde Interministeriële conferentie samen te roepen. De ministerraad van 1 juli 1994 heeft dus de conclusies en beslisssingen goedgekeurd van de verruimde Interministeriële conferentie (samenvattend document getiteld «Plan voor de reductie van CO 2 -uitstoot»). Dat plan bepaalt onder andere dat: de verbintenissen van België zich in het ruimere kader van het Europese programma moet situeren; er aanvullende maatregelen zouden moeten worden getroffen die betrekking hebben op alle sectoren, alsmede op het rationeel gebruik van energie en vervangende energiedragers; de verschillende voorgestelde maatregelen specifieke financieringsmogelijkheden laten vermoeden, in het bijzonder via de energie/cfr.cheffing; de aandacht moet worden toegespitst op de andere gassen, met name de CFK's, methaan en N 2 0. DO 939422228 Question n? 538 de M. Jan Peeters du 2 août 1994 (N.): Handicapés. - Allocations. - Arriérés. - Etalement. 1. A-t-on, en établissant le budget 1995 lors du récent conclave budgétaire, pris comme point de départ en matière de crédits pour les allocations aux DO 939422228 Vraag nr, 538 van de heer Jan Peeters van 2 augustus 1994 (N.): Gehandicapten. - Tegemoetkomingen. - Achterstallen. - Spreiding. 1. Werd er bij de opmaak van de begroting 1995 tijdens het recente begrotingsconclaaf inzake de kredieten voor de tegemoetkomingen voor mindervaliden

Chambre des Représentantsde Belgique Questionset Réponses(Sa 1993-1994) _ (121)- BelgischeKamervan Volksvertegenwoordigers 12701 Vragenen Antwoorden(GZ 1993-1994) handicapés une situation où l'étalement des arriérés cesserait en 1995? 2. Cela signifie-t-i1 que cette mesure d'étalement cesserait de s'appliquer à partir de 1995? 3. Quelle incidence budgétaire aurait-elle? Réponse: J'ai l'honneur de communiquer à l'honorable membre que lors de l'élaboration des propositions budgétaires 1995, on est parti de l'hypothèse selon laquelle l'étalement des arriérés cesserait au 31 décembre 1994. Ceci signifie que les montants des arriérés d'allocations aux handicapés seraient à nouveau payés en une fois à partir de 1995. L'impact budgétaire de cette mesure est estimé à 1.026,0 millions de francs belges à charge du budget 1995. uitgegaan van een situatie waarbij de spreiding van de achterstallen zou ophouden in 1995? 2. Betekent dat dat die spreidingsmaatregel ophoudt vanaf 1995? 3. Wat is daarvan de budgettaire weerslag? Antwoord: Ik heb de eer het geacht lid mee te delen dat er bij de opmaak van de begrotingsvoorstellen 1995 werd uitgegaan van een situatie waarbij de spreiding van de achterstallen zou ophouden op 31 december 1994. Dat betekent dat de achterstallige bedragen inzake tegemoetkomingen aan gehandicapten vanaf 1995 opnieuw in een keer zouden worden uitbetaald. De budgettaire weerslag van die maatregel wordt geraamd op 1.026,0 miljoen Belgische frank ten laste van de begroting 1995. 1618

Chambre des Représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1993-1994) - (121) - Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers 12703' Vragen en Antwoorden (GZ 1993-1994) SOMMAIRE PAR OBJET - INHOUDSOPGAVE CA DO Date Datum Question n Vraag nr. Auteur Objet Voorwerp Page Blz. * Question sans réponse * Vraag zonder antwoord Premier 'Ministre Eerste Minister 6 939422295 26-8-1994 171 Barbé Travaux de réfection des églises. Herstellingswerken aan kerken, 12639 Vice-Premier Ministre et Ministre des Communications et des Entreprises publiques Vice-Eerste Minister en Minister van Verkeerswezen en Overheidsbedrijven 1 939411059 11-2-1994 908 Reynders Régie des voies aériennes. - Filiales. - Participations. 12639 Regie der luchtwegen. - Dochtermaatschappijen. - Participaties. 1 939411406 25-3-1994 972 Van Nieuwenhuysen SNCB. - TGV. - Coût. 12641 NMBS. - HST. - Kostprijs. 939411888 1-6-1994 1046 Olaerts SNCB. - Plan d'investissement. 12642 NMBS. - Investeringsplan. 939411889 1-6-1994 1047 Olaerts SNCB. - Déficit. 12643 NMBS. - Tekort. 939411907 3-6-1994 1051 Van Dienderen SNCB. - TGV. - Transport de bicyclettes. - UE. - 12644 Proposition de directive. NMBS. - HST. - Transport van fietsen. - EU.- Voorstel van richtlijn. 1 939411908 3-6-1994 1052 Van Dienderen SNCB. - TGV. - Ostende-Roosendaal. 12645 NMBS. - HST. - Oostende-Roosendaal. 1 939411923 7-6-1994 1058 Ghesquière SNCB. - Trains. - Réseaux de communication. 12645 NMBS. - Treinen. - Communicatienetwerken. 939411941 10-6-1994 1060. Olivier SNCB. - Irrégularités dans le trafic intérieur. - Taxe 12646 de confection. NMBS. - Onregelmatigheden in het binnenlands verkeer. - Maakloon. 939411957 10-6-1994 1064 Knoops Poste. - Dispense d'affranchissement. - Franchise 12647 postale. Post. - Vrijstelling van frankering. - Portvrijdorn. 1 939411958 10-6-1994 1065 Van Dienderen SNCB. - Transport de marchandises. - Port d'an- 12648 vers. NMBS. - Goederenvervoer. - Antwerpse haven. 939411959 10-6-1994 1066 Van Dienderen SNCB. - Guide électronique. 12649 NMBS. - Elektronisch spoorboekje. 939411981 16-6-1994 1074 Olivier SNCB. - Courtrai-Bruxelles. - Heures de pointe. 12651 NMBS. - Kortrijk-Brussel. - Spitsuren. 939411993 17-6-1994 1075 Van Dienderen SNCB. - Essen-Anvers. - Retard. 12652 NMBS. - Essen-Antwerpen. - Vertraging. 939411994 17-6-1994 1076 Van Eetvelt SNCB. - Voitures. - SNCF. - Achat. 12654 NMBS. - Spoorrijtuigen, - SNCF. - Koop. 939411999 17-6-1994 1077 Van Nieuwenhuysen SNCB. - Vandalisme. 12655 NMBS. - Vandalisme. 939412009 20-6-1994 1081 Mw. Dillen Circulation routière. - Cyclomoteurs. - Modifi- 12655 cations. Wegverkeer. - Bromfietsen. - Verbouwingen. 1 939412036 23-6-1994 1082 Van Nieuwenhuysen SNCB. - Malines. - Gare. 12656 NMBS. - Mechelen. - Station. 939412043 24-6-1994 1084 Tant SNCB. - Audenarde. - Gare. 12657 NMBS. - Oudenaarde. - Station. 1 939412070 28-6-1994 1087 Caubergs Poste. - Beringen. 12657 Post. - Beringen. 1 939412145 13-7-1994 1098 Van Nieuwenhuysen SNCB. - Guichetiers. - Formation. 12659 NMBS. - Loketbedienden. - Opleiding.

12704 Chambre des Représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1993-1994) -(121)- BelgischeKamer van Volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1993-1994) CA DO Date Question n" Daturn Vraag nr. Auteur Objet Voorwerp Page Blz,. Question sans réponse. Vraag zonder antwoord 1 939412153 14-7-1994 1100 Dewinter 6 939412093 2-8-1994 1110 Van Eetvelt Belgacom. - Impayés. - Etrangers. 12659 Belgacom. - Onbetaalde rekeningen. - Vreemdelingen. Fonds belgo-congolais. - Indépendants. 12661 Belgisch-Congolees fonds. - Zelfstandigen. Vice-Premier Ministre et Ministre des Affaires étrangères Vice-Eerste Minister en Minister van Buitenlandse Zaken 1 939411530 15-4-1994 391 Barbé Sécurité en mer. - Traités. - Ratification. Veiligheid op zee. - Verdragen. - Bekrachtiging. 12661 Vice-Premier Ministre et Ministre de la Justice et des Affaires économiques Vice-Eerste Minister en Minister van Justitie en Economische Zaken Justice - Justitie 1 939411714 6-5-1994 638 Mw. Vogels Huissiers de justice. - Nombre. - Gand. 12663 Gerechtsdeurwaarders. - Aantal. - Gent. 1 939411769 18-5-1994 644 Tant Huissiers de justice. - Nombre. - Gand. 12664 Gerechtsdeurwaarders. - Aantal. - Gent. 1 939411570 19-5-1994 646 Dupré Entreprises. - Comptabilité et compte annuel. 12666 Entreprise d'une personne. Ondernemingen. - Boekhouding en jaarrekening. - Eenmanszaak. 1 939411823 25-5-1994 652 de Clippele Moniteur belge. - Date. 12666 Belgisch Staatsblad. - Daturn, 1 939411929 8-6-1994 667 Taylor Département. - Jugements et arrêts. - Saisie. - 12667 Immunité d'exécution. Departement. - Vonnissen en arresten. - Beslag. - Uitvoeringsimmuniteit. Affaires économiques - Economische Zaken 1 939411854 27-5-1994 306 De Mol Agenda 21. - Développement durable. - Consomma- 12668 tion. - Prix. Agenda 21. - Duurzame ontwikkeling. - Consumptie. - Prijzen. 1 939412140 12-7-1994 327 De Mol Département. - Cabinet. - Femmes. 12670 Departement. - Kabinet. - Vrouwen. 1 939422210 2-8-1994 329 Van Nieuwenhuysen Conseil central de l'économie. - Cadres linguistiques. 12672 Centrale raad voor het bedrijfsleven. - Taalkaders. Vice-Premier Ministre et Ministre du Budget Vice-Eerste Minister en Minister van Begroting 1 929301263 9-3-1993 22 Marsoul Département. - Circulaires. - Publicité de l'adminis- 12673 tration. Departement. - Rondzendbrieven. - Openbaarheid van bestuur. 1 939412140 12-7-1994. 56 De Mol Département. - Cabinet. - Femmes. 12674 Departement. - Kabinet, - Vrouwen.

Chambre des Représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1993-1994) -(121)- Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers 12705 Vragen en Antwoorden (GZ 1993-1994) CA DO Date Datum Question n Vraag nr. Auteur Objet Voorwerp Page Blz. Question sans réponse Vraag zonder antwoord Ministre des Finances Minister van Financiën 939411327 15-3-1994 967 Van Mechelen Impôts sur les revenus. - Capital de retraite. 12676 Pays-Bas. - Double imposition. Inkomstenbelastingen. - Pensioenkapitaal. - Nederland. - Dubbele belasting. 939412112 4-7-1994 1162 Knoops Vente à temps partagé (tirne sharing). 12677 Time sharing. 939412149 13 7-1994 1166 de Clippele Droits de succession. - Information de l'administra- 12679 tion par les banques. Successierechten. - Inlichten van de administratie door de banken. 939412165 14-7-1994 1170 Dewinter Contributions directes. - TVA. - Transferts de 12680 sportifs. Directe belastingen. - BTW. - Transfers van sportbeoefenaars. Ministre de l'intérieur et de la Fonction publique Minister van Binnenlandse Zaken en Ambtenarenzaken 939412119 6-7-1994 848 Van Nieuwenhuysen Flobecq. - Emploi des langues. - Plaques indicatrices 12681 des noms de rue. Vloesberg. - Taalgebruik. - Straatnaamborden. Ministre de l'emploi et du Travail, chargé de la politique d'égalité des chances entre hommes et femmes Minister van Tewerkstelling en Arbeid, belast met het beleid van gelijke kansen voor mannen en vrouwen 939411591 22-4-1994 321 Simonet Inspection technique du travail. - Restructuration. 12682 Technische arbeidsinspectie. - Herstructurering. 1 939411720 6-5-1994 328 Barbé Travail d'étudiant. - Inspection. 12683 Studentenarbeid. - Inspectie. 1 939411793 20-5-1994 331 Vandeurzen Chômage. - Limbourg. 12684 Werkloosheid. - Limburg. 1 939411841 25-5-1994 334 Eerdekens Travaux publics. - Lois sociales. - Application. 12685 Openbare werken. - Sociale wetgeving. - Toepassing. 939411859 27-5-1994 336 OIaerts Emploi. - TCT. - PS. 12687 Tewerkstelling. - DAC. - PS. 939412028 21-6-1994 342 Van Eetvelt Transport routier. - Tachymètre. - Contrôles dans 12687 les entreprises. Wegvervoer. - Tachograafschijf. - Controles in de ondernemingen. 939412124 6-7-1994 350 demo) Protection du travail. - Substances dangereuses. - Dé- 12688 veloppement durable. Arbeidsbescherming. - Gevaarlijke stoffen. - Duurzame ontwikkeling. 939412142 12-7-1994 351 Kubla Chômage. - ONEmo - Régions. - Collaboration. 12690 Werkloosheid. - RVA. - Gewesten. - Samenwerking. Ministre des Affaires sociales Minister van Sociale Zaken 1 939411799 20-5-1994 328 Detienne Maisons de repos. - Maisons de repos et de soins. 12691 Rusthuizen, - Rust- en verzorgingstehuizen.

12706 Chambre des Représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1993-1994) _ (121) _ Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1993-1994) CA DO Date Datum Question n Vraag nr. Auteur Objet Voorwerp Question sans réponse Vraag zonder antwoord Ministre pour l'intégration sociale, la Santé publique et l'environnement Minister voor Maatschappelijke Integratie, Volksgezondheid en Leefmilieu 1 929322668 8-10-1993 337 Barbé CFC. - Matières synthétiques. 12693 CFK. - Kunststoffen. 1 939412103 1-7-1994 524 Geysels Déchets radioactifs. - Olen. - Usine de radium. 12694 Radioactieve afval. - Olen. - Radiumfabriek. 1,939412104 1-7-1994 525 Geysels Déchets radioactifs. - Olen. - Usine de radium. 12695 Radioactieve afval. - Olen. - Radiumfabriek. 1 939412151 13-7-1994 529 Poncelet Euratom. - Rejet radioactif. - Chooz. 12696 Euratom. - Radioactieve lozingen. - Chooz. 1 939411977 2-8-1994 537 De Mol Climat. - Convention. - Ratification. 12699 Klimaat. - Verdrag. - Ratificatie. 1 939422228 2-8-1994 538 Jan Peeters Handicapés. - Allocations. - Arriérés. - Etalement. 12700 Gehandicapten. - Tegemoetkomingen. - Achterstallen. - Spreiding. Page Blz.

AVIS OFFICIELS OFFICIELE BERICHTEN CHAMBRES LEGISLATIVES Abonnements aux publications parlementaires POUR LES ABONNÉS A L'ÉTRANGER 1. Abonnement pour la session 1994-1995. Pour la session 1994-1995, les abonnements au Beknopt Verslag / Compte Rendu Analytique, aux Annales ou au Bulletin des Questions et Réponses de la Chambre des Représentants et du Sénat pour les abonnés à l'étranger seront EXCLUSIVEMENT souscrits par' virement/versement du montant de l'abonnement au compte n? 000-1648428-10 de «Publications Chambre des Représentants», Place de la Nation 2, 1008 Bruxelles. Il est possible de s'abonner pour la session 1994-1995 (octobreoctobre) à partir de la publication du présent avis. En cas de souscription en cours de session, l'abonnement prendra cours dès réception du versement/virement et se terminera à la clôture de la session parlementaire concernée. Les numéros antérieurs à la date de paiement ne seront donc pas fournis. Les abonnements sont résiliables en cours de session mais la Chambre des Représentants ne procédera à aucun remboursement. Quelle que soit la date d'abonnement, les prix d'abonnement pour la session 1994-1995 sont: - Annales Chambre et Sénat : 5.900 F - Questions et Réponses Chambre et Sénat : 6.000 F - Compte Rendu Analytique Chambre et Sénat : 3.000 F - Beknopt Verslag Chambre et Sénat : 3.000 F L'abonné qui paie en devises étrangères doit tenir compte des frais de change et veiller à ce que la somme payée corresponde au prix en francs belges, après déduction de ces frais. 2. Numéros séparés. Il est possible de se procurer des exemplaires de chacune des publications, dans le mois de leur publication, en virant ou versant le prix correspondant à la commande au compte courant ci-dessus. Le prix par numéro de chaque publication est le suivant: - Annales (Chambre OU Sénat) 100 F - Bulletin des Questions et Réponses (Chambre OU Sénat) 130 F - Compte Rendu Analytique (Chambre OU Sénat) 80 F - Beknopt Verslag (Chambre OU Sénat) 80 F Il convient d'indiquer clairement sur le bulletin de virement ou de versement: - le nom et l'adresse complète du souscripteur; - les références exactes de la publication souhaitée (titre, date, n", session 1994-1995); - l'adresse d'expédition au cas où elle diffère de celle du souscripteur. Les abonnements aux Documents parlementaires de la Chambre des Représentants ou du Sénat (projets de loi, propositions de loi, rapports, amendements) sont exclusivement souscrits auprès de leurs imprimeurs officiels: - pour la Chambre: Imprimerie Schaubroeck, Steenweg Deinze 154,9810 Nazareth, tél. (09) 389 02 11; - pour le Sénat: Imprimerie E. Guyot, rue Ransfort 25, 1080 Bruxelles, tél. (02) 410 2560. Les imprimeurs assurent également la vente au numéro. L'attention des abonnés est attirée sur le fait que la Chambre des Représentants ne rédige pas de factures. WETGEVENDE KAMERS Abonnementen op de Parlementaire Publikaties VOOR DE ABONNEES IN HET BUITENLAND 1. Abonnement voor het zittingsjaar 1994-1995. Voor de abonnementen op het Beknopt Verslag / Compte Rendu Analytique, de Handelingen en het Bulletin van Vragen en Antwoorden van de Kamer van Volksvertegenwoordigers en de Senaat kan voor het zittingsjaar 1994-1995 door abonnees in het buitenland UITSLUITEND worden ingetekend door storting/overschrijving van het abonnementsgeld op rekeningnummer 000-1648428-10 van «Publikaties Kamer van Volksvertegenwoordigers», Natieplein 2, 1008 Brussel. Voor het zittingsjaar 1994-1995 (okrober-oktober) kan dit vanaf de dag van het verschijnen van dit bericht. Wanneer men intekent tijdens een zittingsjaar, loopt het abonnement op de publikatie waarvoor men intekent, vanaf de datum van storting/overschrijving tot de sluiting van het betrokken zittingsjaar zodat de nummers die aan de datum van betaling voorafgaan, niet zullen worden opgestuurd. De abonnementen kunnen bovendien worden opgezegd in de loop van het zittingsjaar, maar de Kamer van Volksvertegenwoordigers zal niet overgaan tot enige terugbetaling. De abonnementsprijzen voor de zitting 1994-1995 zijn ongeacht de daturn van inschrijving de volgende: - Handelingen Kamer en Senaat : 5.900 F - Vragen en Antwoorden Kamer en Senaat : 6.000 F - Beknopt Verslag Kamer en Senaat : 3.000 F - Compte Rendu Analytique Kamer en Senaat : 3.000 F De abonnee die in vreemde valuta betaalt, dient rekening te houden met de kosten van omzetting en ervoor te zorgen dar na omzetting de betaalde som overeenstemt met de prijs in Belgische valuta. 2. Losse nummers. Binnen de termijn van 1 maand na de datum van het verschijnen kunnen losse nummers van hogergenoemde publikaties eveneens en uitsluitend worden verkregen door storting/overschrijving op hogergenoemde rekening. Voor een los nummer bedraagt de prijs: - Handelingen (Kamer OF Senaat). 100 F - Bulletin van Vragen en Antwoorden (Karner OF Senaat). 130 F - Beknopt Verslag (Kamer OF Senaat). 80 F - Compte Rendu Analytique (Kamer OF Senaat). 80 F Stortingen of overschrijvingen moeten duidelijk: - naam en volledig adres van de inschrijver vermelden; - in de rubriek «Mededeling» nauwkeurig de benaming van de publikatie(s) of het gewenste nurnmer weergeven met vermelding van het zittingsjaar 1994-1995 en eventueel het verzendingsadres voor zover dit verschilt van het adres van de inschrijver.» Voor abonnementen op de Parlementaire stukken van de Kamer van Volksvertegenwoordigers of van de Senaat (wetsontwerpen en -voorstellen, verslagen, amendementen) dient uitsluitend te worden ingeschreven bij hun officiële drukkers: - voor de Kamer: Drukkerij Schaubroeck, Steenweg Deinze 154, 9810 Nazareth, tel. (09) 389 02 11; - voor de Senaat: Drukkerij E. Guyot, Ransfortstraat 25, 1080 Brussel, tel. (02) 410 2560. Deze drukkerijen verzekeren eveneens de verkoop van losse nummers. De aandacht van de abonnees wordt gevestigd op het feit dat de Kamer van Volksvertegenwoordigers geen facturen opmaakt. BESTUURSDRUKKERIJ - IMPRIMERIE ADMINISTRATIVE SCHAUBROECK STEENWEG DEINZE 154-9810 NAZARETH TEL. (09) 389 02 11