Methodiek doorstart. Inleiding



Vergelijkbare documenten
- coördinator doorstart Eindhoven - consulent Humanitas district Zuid

Kortdurende hulpverleningstrajecten Maasland

Jaarrapportage Home-Start en Home-Start+ Schagen en Hollands Kroon 2018

Workshop: Coach je kind zet allochtone ouders in hun kracht.

Cursus Positief opvoeden volgens Triple P - Amsterdam

Hulp voor gezinnen met meerdere, complexe problemen. Intensieve Ambulante Gezinsbehandeling

Welkom bij Home-Start 25 jaar Thuis in gezinnen

ABC - Ambulant Behandelcentrum

Integrale Zorg. Kom verder! INFORMATIE VOOR VERWIJZERS. Integrale Zorg voor kinderen en jongeren met een licht verstandelijke beperking

Hulp voor jonge ouders. Informatie voor professionals

Inhoud. Woord vooraf 11. Inleiding 13. Leeswijzer 15

Met vriendelijke groet, Aan Stichting De Vijfde Macht t.a.v. de heer L. Koenen. Per

Trainingsaanbod. Studiecentrum Bureau Jeugdzorg Utrecht Voor beroepskrachten die met ouders en kinderen werken

Stimuleren van eigen kracht en sociale netwerken. Ervaringen uit het veld

Meander Nijmegen. Samen groot worden. Zorg voor jeugdigen. Begeleiding en (tijdelijk) wonen voor kinderen, jongeren en gezinnen BEGELEID (KAMER) WONEN

Jaarverslag 2017 Humanitas Thuisadministratie Gemeente Ede

Specifiek Concept S2ch2ng MeeleefGezin

Vrijwilligersondersteuning in het verzorgings- en verpleeghuis in de laatste levensfase 1

Manifest. voor de intensieve vrijwilligerszorg

PIEP zei de muis. Martha de Jonge (Trimbos-instituut) Yteke Braaksma (Stichting Welzijn Amersfoort) Petra Havinga (Trimbos-instituut) KOPP-KVO Quizzz

Positief Opvoeden, Triple P in de transitie stelsel jeugd

TRAINING NIVEAU 4: GROEP TRIPLE P Tieners

TRAINING TRIPLE P FAMILY TRANSITIONS

Integrale Zorg. Kom verder! INFORMATIE VOOR VERWIJZERS. Integrale Zorg voor kinderen en jongeren met een licht verstandelijke beperking

De identiteit van Domo vzw: een goede buur

METHODIEK BOR HUMANITAS

Begeleid zelfstandig wonen. Voor jongeren met een (lichte) verstandelijke beperking

Aanmeldformulier vrij toegankelijke jeugdzorg

Checklist voor kwaliteit van de uitvoering van de groep Daar waar groep vermeld staat kan ook cursus of training gelezen worden.

Sociaal wijkteam?!?! Marijke Versteeg Teamleider sociaal wijkteam Kruiskamp- Koppel. 15 april 2014

Voor u ligt het jaarverslag van Home-Start Den Haag over het jaar 2014.

Aanpak: Reset Thuisbegeleiding. Beschrijving

Gespecialiseerde begeleiding

Rotterdam Rijnmond. Zorg voor jongeren en hun gezin. Begeleiding en (tijdelijk) wonen voor jongeren BEGELEID WONEN INDIVIDUELE BEGELEIDING

HUMANITAS NULMETING COMPLEXITEIT VAN DE HULPVRAAG

Home-Start Nederland. Groei & kwaliteit

Appeltje van Oranje 17 januari MeeleefGezin: Samen meer! Voor 0 t/m 4 jarigen

Opleidingsprogramma De Wmo-professional

Gezinsbehandeling. Kom verder! SAMENWERKEN AAN DE TOEKOMST. Introductiefolder voor gezinnen en verwijzers

Landelijke training aanpak kindermishandeling (LTAK)

Training Niveau 4: Groep Tieners

TRAINING NIVEAU 4: GROEP TRIPLE P Tieners

JAARVERSLAG 2015 doorstart Haarlem (nu Home-Start+ Haarlem)

Grootouderbetrokkenheid Connecting Generations stimuleert de persoonlijke ontwikkeling van kinderen door de kracht van levenservaring en aandacht.

Model Beroepsprofiel Cliëntondersteuner voor mensen met een beperking

24 uurshulp. Met Cardea kun je verder!

Inhoud 1. Intensieve Ondersteuning Gezin (IOG) Inhoud en doelgroep Beoogd eindresultaat Werkwijze Aanpak

TRAINING NIVEAU 4: GROEP TRIPLE P 0 12 jaar

lvak.nl voor deskundigheid in de aanpak van kindermishandeling en huiselijk geweld

Trainingshuis Moeder & Kind Voor jonge moeders met een (lichte) verstandelijke beperking en hun kind(eren)

WELKOM VRIJWILLIGER 1

oudertraining contact & communicatie

TRAINING NIVEAU 4: STANDAARD STEPPING STONES 0 12 jaar

Mantelzorgbeleid AYA Thuiszorg B.V.

laagintensieve ondersteuningsmodule laagintensieve directieve module breedsporige module Informatiebrochure Ouders Informatiebrochure Ouders

Specialistische Gedragscoach

TRAINING NIVEAU 4: GROEP (0 12)

Prestatieplan 2015 Welzijn Lisse

Training Niveau 4: Groep 0-12 jaar

BEGELEIDE OMGANGSREGELING VAN STICHTING DE WERING

SCHAKEL PROGRAMMA. De beste schakel voor een betere toekomst!

Jaarverslag 2018 Humanitas Thuisadministratie Gemeente Ede

Jaarverslag 2015 TA RENKUM

Informatie over de 4-daagse basistraining

TRAINING NIVEAU 4: GROEP TRIPLE P 0 12 jaar

Taak- Functieomschrijving Aandachtsfunctionaris Huiselijk Geweld en Kindermishandeling

Trainingen, workshops en coaching

Training Niveau 4: Standaard 0-12 jaar

Inhoud 2. Hulp aan de ouders ten behoeve van de kinderen Vroegdiagnostiek Hulp aan het gezin ons specifiek hulpaanbod

OPLOSSINGSGERICHT WERKEN MET JONGEREN MISSION POSSIBLE

TRAINING NIVEAU 4: STANDAARD TRIPLE P Tieners

TRAINING NIVEAU 4: STANDAARD TRIPLE P Tieners

Blauwdruk Leerlijn Seksualiteit

Stichting Wilskracht Werkt

Intensieve Gezinsbegeleiding

Integrale Zorg Horizon en Yulius - Rotterdam

Zorg & Ondersteuning, CMC Eijkhagen

Begeleidingsverloop kortdurende thuisbegeleiding

Kortdurende, intensieve hulp voor gezinnen. Ambulante Spoedhulp

In deze brochure beschrijven we wat video-hometraining inhoudt en welke gezinnen hiervoor in aanmerking komen.

Doe de competentiecheck! Voor coördinatoren en begeleiders van vrijwilligers

Meer over ambulante zorg

Home-Start+ Haarlem JAARVERSLAG 2016

CURSUSSEN & TRAININGEN VOOR KINDEREN EN OUDERS

Managementworkshops. Communicatie: alle gedrag is communicatie. Gespreksvaardigheden: succesvol praten en luisteren

Managementworkshops. Communicatie: alle gedrag is communicatie. Gespreksvaardigheden: succesvol praten en luisteren

Aandachtspunten voor het gesprek in de Wmo Voor Wmo-raden

Inzet gezinscoach. Parkwijk

Projectbeschrijving Altijd Vader Humanitas. Aanleiding. Gezinsbenadering Pi Leeuwarden:

Beleidsnotitie. Hulpdienst Nijmegen

TRAINING NIVEAU 4: STANDAARD TRIPLE P 0 12 jaar

TRAINING NIVEAU 4: STANDAARD TRIPLE P 0 12 jaar

Aanpak: Casusregie en inzet gezinscoaching. Beschrijving

De baas over antisociaal en agressief gedrag. SNAP (Stop Nu Ander Plan)

even VoorSTELLEN Met Cardea kun je verder!

INHOUDSOPGAVE MAATSCHAPPELIJKE HULPVERLENING VOOR GEZINNEN, JONGEREN EN VOLWASSENEN

Informatie voor gezinnen over Jeugdbescherming

Informatiebrochure. Kindertelefoon Almelo. Kindertelefoon Almelo

Kennis rond dementie, familierelaties en verlieservaringen is onontbeerlijk.

Transcriptie:

Methodiek doorstart Inleiding Het programma doorstart is ontwikkeld door Humanitas. Humanitas is licentiehouder. De meeste doorstartprojecten worden lokaal uitgevoerd door Humanitas. Onder bepaalde voorwaarden kan het programma ook door derden worden uitgevoerd. Organisaties dienen hiervoor contact op te nemen met het expertisecentrum doorstart. Tel 020-5231100 Zie ook www.humanitasdoorstart.nl Visie en uitgangspunten doorstart Humanitas gaat er van uit dat ouders zelf verantwoordelijk zijn voor de opvoeding van hun kinderen. Uit onderzoek (Hermanns, 2001) blijkt dat een veilige en stabiele thuissituatie belangrijk is voor kinderen om op te groeien tot evenwichtige volwassenen. Niet alle ouders zijn in staat om in elke fase van hun leven hun kinderen die situatie te bieden. Humanitas gaat er van uit dat wanneer er sprake is van een tijdelijke probleemsituatie zoals bijvoorbeeld ziekte, echtscheiding, problemen op school of het werk, en ouders weinig steun vanuit hun omgeving ervaren, zij met tijdelijke ondersteuning van ervaringsdeskundigen(vrijwilligers), hun opvoedingsverantwoordelijkheid zelf weer kunnen oppakken en samen met hun kinderen tot goede oplossingen komen. Doel van de methodiek doorstart Hoofddoel: Het hoofddoel van doorstart is om ouders met kinderen sterker te maken in het opvoeden van hun kinderen in de basisschoolleeftijd (7 14 jaar), ze te helpen bij het creëren van een prettige thuissituatie voor zowel henzelf als hun kinderen, door tijdelijk gebruik te maken van vrijwillige inzet van mensen. Subdoelen - De opvoedingsvaardigheden en het zelfvertrouwen van ouders vergroten (ouders hebben meer zelfvertrouwen in hun eigen opvoedingsvaardigheden) - Een actieve bijdrage leveren aan het vergroten van het sociaal netwerk van de gezinnen zowel de ouders als de kinderen (ouders kunnen contacten leggen en onderhouden met bijvoorbeeld familie, andere ouders, buurtgenoten, sluiten zich aan bij een vereniging, kinderen hebben meer contacten met leeftijdsgenoten, doen mee aan buitenschoolse activiteiten); - Een actieve bijdrage leveren aan het verbeteren van de relatie en de communicatie en tussen ouders en kinderen; - Door ouders te versterken kunnen ernstige (opvoeding)problemen in de toekomst worden voorkomen Doelgroep van de methodiek doorstart

De interventie doorstart is gericht op gezinnen met kinderen in de leeftijd van 7 tot 14 jaar die tijdelijk ondersteuning nodig hebben en deze niet in hun eigen directe omgeving ervaren. Het gaat om gezinnen waar tijdelijk een onbalans is tussen (pedagogische) draagkracht en draaglast. De interventie wordt uitgevoerd door vrijwilligers en richt zich zowel op ouder(s) als kind(eren) Welke gezinnen komen NIET in aanmerking? 1.Ouders die ernstige psychische of verslavingsproblemen hebben, die van invloed zijn op hun pedagogisch handelen en dagelijks functioneren 2.Gezinnen met kinderen met ernstige psychische en/of gedragsproblemen 3.Gezinnen waar sprake is van huiselijk geweld en waar de veiligheid van de vrijwilliger niet gegarandeerd kan worden. 4.Gezinnen met ouders die hun kind hebben mishandeld en daardoor nog steeds naar inschatting van de doorverwijzer of intaker - een gevaar voor het kind kunnen zijn Aanpak Opzet De interventie is tijdelijk en kan variëren van 3 tot 18 maanden (maximaal). De interventie vindt in de gezinssituatie plaats. De vrijwilliger is daardoor wekelijks een aantal uren aanwezig in het gezin (tussen de 2 en 4 uur). De interventie volgt vijf fases: de intake, de oriëntatiefase, de ondersteuningsfase, de afsluitende fase en de evaluatie. In twee fases is de coördinator verantwoordelijk (intake en evaluatie), in de drie andere fases (oriëntatie-, ondersteuning- en afsluitende fase) de vrijwilliger, met de coördinator in de rol van kwaliteit- en procesbewaker. De interventie wordt uitgevoerd door daarvoor gecertificeerde vrijwilligers. Vrijwilligers volgen een training van zes dagdelen en krijgen daarvoor een certificaat. Na afloop van de training wordt in een eindgesprek met de coördinator de inzetbaarheid van de vrijwilliger bepaald. Een vrijwilliger kan alleen ingezet worden met toestemming van de coördinator. Daarnaast moeten de vrijwilligers beschikken over een verklaring omtrent het gedrag.(vog) De coördinator bepaalt welke gezinnen in aanmerking komen voor de interventie. Zij heeft daarvoor een gesprek (telefonisch) met het gezin en de eventuele verwijzende instantie. In dit gesprek wordt getoetst of de vraag van het gezin past binnen criteria van doorstart Na het telefonisch gesprek maakt de coördinator een afspraak voor een kennismakingsbezoek bij het gezin thuis. In dit gesprek wordt meer informatie gegeven en wordt de hulpvraag definitief.of niet als blijkt dat de hulpvraag niet past bij doorstart. De coördinator gaat vervolgens op zoek naar een geschikte vrijwilliger. Als de vrijwilliger instemt, gaan coördinator, vrijwilliger naar het gezin voor een kennismaking.

Als de interventie past binnen de hierboven gestelde doelen, wordt per gezin vastgesteld waar men samen met de vrijwilliger aan wil werken. De coördinator, vrijwilliger en het gezin stellen (in de oriëntatiefase) gezamenlijk vast welke subdoelen prioriteit krijgen. De vraag van de ouder en kind(eren) is daarbij leidend. De vrijwilliger ondersteunt de ouder(s) en kind(eren) in het realiseren van de door hun gewenste veranderingen. De interventie gaat uit van een open aanpak en laat ruimte aan eigen invulling door de vrijwilliger. Het interventie proces en de gehanteerde werkwijze wordt gemonitord door de coördinator. Deze heeft daartoe gesprekken met de vrijwilliger (een keer in de twee maanden, telefonisch) en met de ouder(s) (telefonisch na drie, zes en negen maanden). Daarnaast nemen de vrijwilligers deel aan intervisie (een keer in de zes tot acht weken) en reflecteren op deze manier ook op hun werkwijze. De ondersteuning wordt gefaseerd afgebouwd. In overleg met gezin, coördinator en vrijwilliger wordt afgesproken hoe de afbouwfase er uit ziet NL de frequentie van bezoeken aan het gezin, wat wordt er nog wordt gedaan door de vrijwilliger en hoe het gezin zelf verder gaat. Of de interventie effect heeft gehad wordt door de coördinator getoetst in een eindgesprek met het gezin. Daarin wordt teruggekeken naar de (sub)doelen die in de oriëntatiefase zijn vastgesteld. Eventuele tussentijdse aanpassingen worden daarbij meegenomen. Leidend voor de vraag of de interventie heeft gewerkt is de opgedane ervaringen van het gezin. Zijn de ouders in staat hun kinderen weer zelf adequaat op te voeden, zijn ze versterkt, hebben ze een sociaal netwerk opgebouwd, zijn de kinderen versterkt, worden ze minder gepest, hebben ze betere contacten op school en daarbuiten enz. Tussentijds kan de vraagstelling verschuiven. Mits de gevraagde ondersteuning binnen de doelstellingen past, kan hierop worden ingegaan. In een tussentijdsevaluatie gesprek met ouder, vrijwilliger en coördinator wordt dit besproken.

Fase wat Hulpmiddel wie Intake Vraagverkenning Vragenlijst coördinator middels telefonisch interview met het gezin of de verwijzer huisbezoek vragenlijst Match maken met vrijwilliger Oriëntatie fase Kennismakingshuisbezo ek en vrijwilliger Drie bezoeken Checklist met vrijwilliger onderwerpen voor gesprek met ouder, spelvorm voor gesprek met kind(eren) Terugkoppeling met Afsprakenlijst met gezin en vrijwilliger over daadwerkelijke interventie daarin gegevens vrijwilliger en vraag van gezin Terugkoppeling naar verwijzer (indien van Interventie fase Afbouwfase Evaluatiefas e toepassing) Uitvoeren van het ondersteuningsplan : - met moeder wandelen (en ondertussen praten) - met het gezin spelletjes spelen (voorbeeldgedrag) - met moeder op zoek naar zinvolle dagbestedingkind helpen met het onder woorden brengen van wat hen bezig houdt - kind helpen met zoeken naar vrijetijdsbesteding Tussentijdse terugkoppeling Tussentijds evaluatie gesprek (na 6 tot 8 maanden) Informeren van de verwijzer (in overleg met gezin) (na 6 maanden) 1 keer per week (2 tot 4 uur aanwezig in gezin) 1 per twee maand (telefonisch) Formulier met onderwerpen Vrijwilliger /vrijwilliger Opstellen van afbouwplan Formulier met onderwerpen Uitvoering geven aan Een keer in de twee afbouwplan (1 tot 3 tot drie weken op maanden) bezoek Gesprek met gezin formulier Vrijwilliger en coördinator Gesprek met vrijwilliger formulier coördinator Vrijwilliger/gezin/co ördinator vrijwilliger

Inhoud van de interventie De vrijwilliger Nadat een vrijwilliger is aangenomen moet hij of zij een verklaring omtrent het gedrag aanvragen (VOG). Hij/zij volgt een verplichte training van 6 dagdelen De training voor vrijwilligers Er is een training voor vrijwilligers ontwikkeld. Deze bestaat uit twee mappen;een map voor de trainer en een map voor de vrijwilligers Bij doorstart traint de coördinator de vrijwilligers. In de training wordt gewerkt aan 1.Het vergroten van kennis (over ontwikkelingsfasen van kinderen en de daarbij behorende opvoedingsvaardigheden, communicatieprocessen, de invloed van een culturele verschillen, de verschillende vormen van activering, de doelen en uitgangspunten van het programma doorstart zelf), 2.Het aanreiken en oefenen van vaardigheden (gespreksvaardigheden, bespreekbaar maken van diverse onderwerpen, hoe vertaal je doelen in acties zonder het over te nemen) 3.Het bewust worden van attitude (houding) en de werking die daarvan uit kan gaan (vertrouwelijkheid, grenzen en dilemma s). Wat doet de vrijwilliger gedurende het gehele ondersteuningsperiode: - Voorbeeldgedrag vertonen - Positief communiceren laten zien - Open vragen stellen - Luisteren - Stimuleren - Open staan voor problemen van het gezin maar niet meegaan in het bevestigen ervan - Met het gezin de huidige het huidige sociale netwerk in kaart brengen - Met het gezin onderzoeken hoe het sociale netwerk vergroot kan worden, zowel van de ouder(s) als van het kind De vrijwilliger is tijdelijk aanwezig in het gezin gedurende een periode van drie tot 18 maanden (maximaal). In die periode streeft de vrijwilliger er naar dat het gezin (ouder én kinderen) zelf een actieve rol vervult in het helder krijgen van de hulpvraag en het zoeken naar geschikte oplossingen daarvoor. Het attenderen op en gebruik maken van bestaande sociale structuren (familie, vrienden, buren) in de omgeving van het gezin kan daarvan onderdeel uitmaken. Het gezin heeft zichzelf, of via een doorverwijzende instantie, bij doorstart aangemeld met een hulpvraag. Deze hulpvraag is start van het ondersteuningstraject. Deze ondersteuningsperiode in het gezin is te onderscheiden in verschillende fases: De oriëntatiefase - De startfase: In deze fase bouwt de vrijwilliger een vertrouwensband op met ouder en met de kinderen. Ze verkent en analyseert de situatie.

- De onderzoeksfase: vanuit de opgebouwde vertrouwensrelatie gaat de vrijwilliger actief in gesprek met ouder en kind om de hulpvraag en de eventuele vraag achter de vraag van ouder en/of kind helder in beeld te krijgen. De interventiefase - De perspectieffase: in deze fase gaat de vrijwilliger met ouder en/of kind de (sub)doelen vaststellen waaraan ouder en/of kind wil werken tijdens de periode dat de vrijwilliger het gezin ondersteunt. - De activeringsfase: in deze fase ondersteunt de vrijwilliger ouder en/of kind in het realiseren van de door hen gewenste veranderingen. De vrijwilliger stimuleert en motiveert daarbij en waakt er voor dat de regie en verantwoordelijkheid blijft waar die - volgens de uitgangspunten van de methodiek - hoort, te weten bij ouder en kind. - Ouders/kind en vrijwilliger reflecteren tussentijds de te bereiken doelen en stellen deze eventueel bij. Ter ondersteuning daarvan maakt de vrijwilliger voor zichzelf na elk bezoek een kort (reflectie)verslag in een speciaal daarvoor aangeschaft schrift. De afbouwfase - Het afbouwen van de relatie zodat ouder en kinderen zelf verder kunnen. De vrijwilliger bespreekt wat er in de afbouwperiode nog gaat gebeuren, bepaalt samen met het gezin de einddatum en bouwt het aantal bezoeken af (van wekelijks naar tweewekelijks). De De coördinator is een beroepskracht Hij/zij is verantwoordelijk voor de werving en selectie van vrijwilligers De coördinator toetst of de vrijwilliger over de juiste vaardigheden, motivatie en inzet beschikt. Sommige vaardigheden kunnen tijdens de training worden aangeleerd of versterkt. Het is belangrijk te benadrukken dat de vrijwilliger er voor de ouder en het kind is en dat dit soms tot dilemma s kan leiden. De coördinator moet vooral zijn/haar gevoel volgen. Als de coördinator twijfelt over de vrijwilliger moet zij de vrijwilliger niet aannemen. Daarnaast is de coördinator verantwoordelijk voor het werven en selecteren van gezinnen. Zij werkt daarvoor samen met collega organisaties in het veld waaronder het CJG, bureau Jeugdzorg, (school)maatschappelijk werk, het welzijnswerk en MEE. De coördinator doet de intake van het gezin en bepaalt of het gezin past binnen de criteria van doorstart. De coördinator koppelt gezin en vrijwilliger op basis van de hulpvraag van het gezin en de mogelijkheden en competenties van de vrijwilliger. De coördinator monitort het interventieproces. Wat doet de coördinator gedurende het proces: - Werven en selecteren van de vrijwilligers - Trainen van de vrijwilligers - Begeleiden en coachen van de vrijwilligers - Werven en selecteren van de gezinnen

- Intake van de gezinnen - Matchen van vraag en aanbod (hulpvraag gezin, aanbod vrijwilliger) - Monitoren van het ondersteuningsproces in het gezin - Evaluatie van de geboden ondersteuning in het gezin - Het verzorgen van intervisie voor de vrijwilligers (vier tot zes keer per jaar) - Het actief werken aan deskundigheidsbevordering van de vrijwilligers (themabijeenkomsten, twee tot vier keer per jaar) - Het instellen en bewaken van vrijwilligersbeleid - Het actief participeren in het lokaal netwerk van opvoedingsondersteuningsorganisaties De totale uitvoering en verantwoording van het project (plan van aanpak maken, uitvoeren en bewaken, rapportages opstellen voor financiers) De coördinator legt verantwoording af aan de MA-consulent (leidinggevende).beschikbare producten en diensten voor coördinatoren - Een trainingsmap voor de coördinatoren voor het verzorgen van de training - Een map voor vrijwilligers met achtergronddocumentatie - Een inwerkprogramma voor de coördinatoren (training, deels e-learning) - PR materiaal waaronder een website met lokale pagina s, 3 soorten folders en een omslagmapje en affiches - Ondersteuning door MA-consulent - Ondersteuning door landelijk expertisecentrum - Ondersteuning door collega doorstart coördinatoren uit andere plaatsen (intervisie) - Kwaliteitstoetsing en bewaking door Humanitas doorstart expertisecentrum - Een digitaal registratie systeemvoor het monitoren en matchen van gezinnen met vrijwilligers en het opstellen van management rapportages. Onderbouwing vanuit de praktijk Doorstart is als pilot ontwikkeld en uitgevoerd in Eindhoven (van 2007 tot 2009) en Wageningen/Renkum 2009 en 2010). Beide pilots zijn beschreven, geëvalueerd en beschikbaar. Daarna is in 2010 en 2011 zes andere gemeenten het project ontwikkeld met de documenten zoals die voor Eindhoven en Wageningen zijn ontwikkeld, te weten de training voor de vrijwilligers en het handboek voor de coördinatoren. Op basis van de opgedane ervaringen in deze andere gemeenten is de basistraining voor vrijwilligers geactualiseerd (voorjaar 2012). Doorstart wordt momenteel in 10 gemeenten uitgevoerd (voorjaar 2012). De coördinatoren komen vier keer per jaar bij elkaar voor intervisie. Voor nieuwe coördinatoren is een (deels digitale) training ontwikkeld. De kwaliteit van het programma wordt gemonitord en bewaakt door een landelijke expertisecentrum Humanitas doorstart. Onderbouwing vanuit de theorie De basis voor deze interventie vormt de studie van Jo Hermanns (Hermanns, 2001) en het balansmodel van Bakker (Bakker, 1998. In beide studies wordt aangegeven wat het belang is van stabiele gezinnen voor het opgroeien van kinderen tot

evenwichtige volwassenen. In beide studies wordt ook aangegeven wat risico en beschermende factoren zijn en het belang van een goede balans tussen de risico- en beschermende factoren. Tevens wordt duidelijk op welke wijze beschermende factoren de draagkracht van gezinnen kunnen vergroten. De ingezette interventie maakt hiervan gebruik door het zelfvertrouwen, de opvoedvaardigheden en het sociale netwerk van ouders te versterken. Uit onderzoek van Bakker (Bakker, 1998) blijkt dat tevens sociale steun van familie, gezinsleden, vrienden en kennissen behoren tot beschermende factoren die een rol spelen in het vergroten van de draagkracht van een gezin. De tijdelijke - ondersteuning van de vrijwilligers in de gezinnen is gericht op het vergroten van de beschermende factoren op micro- en mesosysteem van het gezin (Bakker, 1998). Daarnaast is bij het ontwikkelen van doorstart gebruik gemaakt van theoretische noties rondom Intensieve Pedagogische Thuishulp (IPT). Overeenkomende werkzame elementen van de verschillende IPT programma s zijn hulp bij het gezin thuis, een hoge contactfrequentie en een aanpak gebaseerd op empowerment (Van der Steege, 2007). De doorstart vrijwilliger komt een keer in de week (een paar uur) bij het gezin thuis en sluit aan bij de ondersteuningsvragen van de verschillende gezinsleden. Het doorstartprogramma richt zich op ouders met kinderen in de basisschoolleeftijd. In de basisschoolleeftijd begint de buitenwereld (school, klas- en leeftijdgenoten, de buurt) een belangrijke invloedrijke factor te spelen voor de kinderen. Jongeren willen gewaardeerd worden door leeftijdgenootjes. Het ontbreken van waardering kan leiden tot depressiviteit op latere leeftijd (Sentse 2010) 10 % van de kinderen groeit op in een gezinssituatie met zogenaamde risicofactoren die tot problemen kunnen leiden. Deze risicofactoren nemen toe tijdens de kinderjaren. Hoe meer risicofactoren waaraan een kind wordt blootgesteld, des te groter de kans dat het kind later crimineel gedrag vertoont. (Loeber 2008) Tegenover die risicofactoren staan beschermende factoren zoals een sterke persoonlijkheid, een goede ouder-kindrelatie, sociale steun bij een peergroep, of bij familie, de buurt, kortom een uitgebreid sociaal netwerk rond het gezin. We spreken in dit verband ook wel van het balansmodel (Bakker cs, 1998) Als er een balans is tussen risicofactoren en beschermende factoren gaat de opvoeding "vanzelf". Is de balans verstoord dan wordt de zelfregulatie en adaptatie verstoord. Uit onderzoek is gebleken dat het hebben van een sociaal netwerk een belangrijk tegenwicht kan bieden tegen de invloed van stress, risicofactoren en andere levensproblemen. (Hermanns, 2001. Waarom werkt doorstart met vrijwilligers? Dit is een bewuste keuze, gebaseerd op theoretische noties zoals onder meer wordt ingegeven door het RMO Advies Investeren rondom kinderen. Uit onderzoek blijkt dat meer sociale inbedding kansen biedt voor een beter opgroeiklimaat voor kinderen. Vrijwilligers maken deel uit van de (tijdelijke) sociale inbedding van het gezin en dienen daarmee zelf ook als voorbeeld daarvan. De focus wordt verlegd naar de kracht van de sociale omgeving. Daarnaast is de keuze van Humanitas gebaseerd op de waarde gelijkwaardigheid. Een vrijwilliger is nooit een hulpverlener, werkt niet hierarchisch, staat naast een gezin en niet erboven en werkt samen met een gezin.