Maatschappelijke kosten-batenanalyse van het natuurherstelproject Hemmepolder



Vergelijkbare documenten
PLANNING FOR ES WITH NATURE VALUE EXPLORER

COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS

SAMPLE 11 = + 11 = + + Exploring Combinations of Ten + + = = + + = + = = + = = 11. Step Up. Step Ahead

KPMG PROVADA University 5 juni 2018

CSRQ Center Rapport over onderwijsondersteunende organisaties: Samenvatting voor onderwijsgevenden

Safe production of Marine plants and use of Ocean Space. 2de Nederlands-Belgische Zeewierconferentie: DE MULTIFUNCTIONELE NOORDZEE

Annual event/meeting with key decision makers and GI-practitioners of Flanders (at different administrative levels)

Introductie in flowcharts

MyDHL+ Van Non-Corporate naar Corporate

Boeren rond Brussel Kansen en bedreigingen voor voedselproductie in de Vlaamse Rand. Voorstelling resultaten landbouwstudie 12 mei 2015

The Dutch mortgage market at a cross road? The problematic relationship between supply of and demand for residential mortgages

Europa: Uitdagingen? Prof. Hylke Vandenbussche Departement Economie- International Trade 26 April 2018 Leuven

General info on using shopping carts with Ingenico epayments

IMPACT VAN EEN RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN IN EEKLO OP LAND- EN TUINBOUW

Keuzetwijfels in de Emerging Adulthood rondom Studie- en Partnerkeuze. in Relatie tot Depressie

(1) De hoofdfunctie van ons gezelschap is het aanbieden van onderwijs. (2) Ons gezelschap is er om kunsteducatie te verbeteren

Wat is de economische waarde van natuur in Oost-Brabant en wat betekent dat voor toekomstgerichte natuurbehoudsactie?

Global TV Canada s Pulse 2011

Summary 124

C - de totale constante kosten. N - de normale bezetting in stuks

Ontpopping. ORGACOM Thuis in het Museum

Script. Good health starts with good food. That s true for people as much as it is for animals.

Het beheren van mijn Tungsten Network Portal account NL 1 Manage my Tungsten Network Portal account EN 14

2/27/2011. Overzicht. Natuur is een publiek goed

Understanding and being understood begins with speaking Dutch

Impact en disseminatie. Saskia Verhagen Franka vd Wijdeven

My Inspiration I got my inspiration from a lamp that I already had made 2 years ago. The lamp is the you can see on the right.

Deze landbouwimpactstudie beschrijft het studiegebied uit Figuur 1. pagina 1 van 8

Four-card problem. Input

MyDHL+ Tarief berekenen

Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten.

Uitwegen voor de moeilijke situatie van NL (industriële) WKK

Onderzoek naar Chinese bedrijven sinds 2007

Communication about Animal Welfare in Danish Agricultural Education

CHROMA STANDAARDREEKS

Het Effect van Gender op de Relatie tussen Persoonlijkheidskenmerken en Seksdrive

De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim

Een model voor personeelsbesturing van Donk, Dirk

Activant Prophet 21. Prophet 21 Version 12.0 Upgrade Information

Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten?

De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk. The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work.

AdVISHE: Assessment of the Validation Status of Health- Economic Decision Models

De Relatie tussen Voorschoolse Vorming en de Ontwikkeling van. Kinderen

Ecosysteemdiensten t in kaart brengen en waarderen

What issues should the Province of Limburg address when developing its climate-proof policy?

Innovaties in de chronische ziekenzorg 3e voorbeeld van zorginnovatie. Dr. J.J.W. (Hanneke) Molema, Prof. Dr. H.J.M.

University of Groningen

Interaction Design for the Semantic Web

z x 1 x 2 x 3 x 4 s 1 s 2 s 3 rij rij rij rij

Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën

NUCHTER, EEN HELDERE KIJK EN NO-NONSENSE

Innovatief monitoren van sportvelden. 31 mei 2018

Preschool Kindergarten

Competencies atlas. Self service instrument to support jobsearch. Naam auteur

Davide's Crown Caps Forum

Intercultural Mediation through the Internet Hans Verrept Intercultural mediation and policy support unit

Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch. en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa. Physical factors as predictors of psychological and

Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur

Settings for the C100BRS4 MAC Address Spoofing with cable Internet.

Opgave 2 Geef een korte uitleg van elk van de volgende concepten: De Yield-to-Maturity of a coupon bond.

Risk & Requirements Based Testing

Deze landbouwimpactstudie beschrijft het studiegebied uit Figuur 1. pagina 1 van 8

Designing climate proof urban districts

Chapter 4 Understanding Families. In this chapter, you will learn

Travel Survey Questionnaires

Luister alsjeblieft naar een opname als je de vragen beantwoordt of speel de stukken zelf!

Engels op Niveau A2 Workshops Woordkennis 1

Add the standing fingers to get the tens and multiply the closed fingers to get the units.

Ir. Herman Dijk Ministry of Transport, Public Works and Water Management

Maatschappelijke Kosten Baten Analyse Waarheen met het Veen

Het executief en het sociaal cognitief functioneren bij licht verstandelijk. gehandicapte jeugdigen. Samenhang met emotionele- en gedragsproblemen

Outline A PERMANENT PASTURE LAYER BASED ON OPEN DATA 11/24/2014. The creation and monitoring of a permanent pasture layer

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten?

Agriculture and biodiversity

Academisch schrijven Inleiding

Innovative SUMP-Process in Northeast-Brabant

Risico s van Technologisch Succes in digitale transformatie S T R A T E G I C A D V I S O R

BE Nanoregistry Annual Public Report

OVERGANGSREGELS / TRANSITION RULES 2007/2008

User Centred Development. UCD Werkcollege blok 1 week 4

Sustainable Urban Mobility Plan Rotterdam, april 2016

S e v e n P h o t o s f o r O A S E. K r i j n d e K o n i n g

Effecten van een op MBSR gebaseerde training van. hospicemedewerkers op burnout, compassionele vermoeidheid en

Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive

Identity & Access Management & Cloud Computing

Functioneren van een Kind met Autisme. M.I. Willems. Open Universiteit

Kosteneffectief werken met natuur: Ecologische versus technologische oplossingen. Rolinde Demeyer 5 december 2013

Aim of this presentation. Give inside information about our commercial comparison website and our role in the Dutch and Spanish energy market

Esther Lee-Varisco Matt Zhang

Knelpunten in Zelfstandig Leren: Zelfregulerend leren, Stress en Uitstelgedrag bij HRM- Studenten van Avans Hogeschool s-hertogenbosch

Group work to study a new subject.

Process Mining and audit support within financial services. KPMG IT Advisory 18 June 2014

MyDHL+ ProView activeren in MyDHL+

ANGSTSTOORNISSEN EN HYPOCHONDRIE: DIAGNOSTIEK EN BEHANDELING (DUTCH EDITION) FROM BOHN STAFLEU VAN LOGHUM

Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van. zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten

Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit

Socio-economic situation of long-term flexworkers

Emotioneel Belastend Werk, Vitaliteit en de Mogelijkheid tot Leren: The Manager as a Resource.

Transcriptie:

Studie kwam tot stand met de steun van de Europese Unie in het kader van het Interreg III b project FRAME Beperkte verspreiding (Contract 051472) Maatschappelijke kosten-batenanalyse van het natuurherstelproject Hemmepolder Eindrapport Inge Liekens, Sarah Bogaert, Leo De Nocker, Joachim Maes, Dirk Libbrecht, Lieven De Smet, Paul Nunes Studie uitgevoerd in opdracht van cel kustzonebeheer Begeleiding: Jean-Louis Herrier, Hannah Van Nieuwenhuyse 2006/IMS/R/0415 Reg.No.013QS DNV Certification B.V., BELGIË VITO i.s.m. Ecolas September 2006

VERSPREIDINGSLIJST Opdrachtgever: 10ex + 1 niet-ingebonden VITO: 3 ex. Ecolas: 3ex.

INHOUDSTABEL 00 SUMMARY 8 0 SAMENVATTING 13 0.1 Investeringskosten 13 0.2 Effecten op landbouw 14 0.3 Goederen en diensten van nieuwe natuur 14 0.4 Andere effecten 16 0.5 Kosten baten analyse 16 0.6 Conclusie 17 0.6.1 Conclusie op basis van de centrale schattingen. 18 0.6.2 Hoe robuust is deze conclusie? 19 1 INLEIDING 21 1.1 Probleemstelling en achtergrond 21 1.2 Doelstelling studie 22 2 MAATSCHAPPELIJKE KOSTEN BATEN ANALYSE 23 2.1 Definitie 23 2.2 Stappen 23 3 STAP 2: IDENTIFICATIE VAN DE PROJECTEFFECTEN 25 3.1 Het nulscenario 25 3.1.1 Landbouw 25 3.1.2 Recreatie 26 3.1.3 Bijkomende effecten 27 3.1.4 Economische ontwikkeling. 27 3.2 De scenario s 28 3.3 De effecten 28 3.4 Kwantificering en waardering van de effecten in een kosten-baten analyse van een natuurontwikkelingsgebied 30 3.4.1 Ecosysteemfuncties 30 3.4.2 Economische waardering van ecosystemen 31 3.4.3 Waardering op basis van de functiebenadering 32 3.4.4 Betalingsbereidheid als maat voor economische waarde 33 3.5 Overzicht van meegenomen effecten en methodes 34

4 STAP 3: RAMING VAN DE KOSTEN EN BATEN 38 4.1 Kosten 4.1.1 Investeringskosten 38 38 4.1.2 Verwerving van gronden en gebouwen, uitkoop grondgebruikers. 4.1.3 Onderhoudskosten 39 39 4.2 Effecten op landbouw 41 4.2.1 Voorstelling van de scenario s vanuit landbouwtechnisch oogpunt (IMDC et al., 2005) 41 4.2.2 Impact op landbouw op basis van de modellering van het grondwaterniveau 42 4.2.3 Visie van de betrokken landbouwers 42 4.2.4 Selectie van te beschouwen effecten 45 4.2.5 Kwantificering van de impact op de landbouwfunctie (methode 1) 4.2.6 Kwantificering van de impact op de landbouwfunctie (methode 2) 45 48 4.3 Effecten op beleving natuur en landschap door recreanten en passanten 50 4.3.1 Afbakening en situering van het waarderingsprobleem 50 4.3.2 Aandachtspunten bij een contingent ranking studie 53 4.3.3 Opbouw van de enquête 54 4.3.4 Uitvoering van de enquête 4.3.5 Analyse van de resultaten 60 61 4.3.6 Berekening van de totale baten van toerisme en recreatie 69 4.3.7 Interpretatie en onzekerheden op de resultaten 72 4.3.8 Methodiek gehanteerd voor de sensitiviteitsanalyse 73 4.4 Andere natuurbaten: kinderkamerfunctie garnalen en effect op waterkwaliteit 4.4.1 Vermeden kosten beheer rivier 74 74 4.4.2 Kinderkamerfunctie garnalen 77 4.4.3 Andere productiebaten 85 4.4.4 Niet-gebruikswaarde 85 4.5 Andere effecten 4.5.1 Veiligheid 86 86 4.5.2 Verzilting grondwater 86 4.5.3 Uitzicht op dijk 88 4.5.4 Historische waarde van het landschap 88 STAP 4: INTEGRATIE VAN KOSTEN EN BATEN 91 4.6 Omgaan met toekomstige kosten en baten 4.6.1 Evaluatiemaatstaven 91 91 4.6.2 Discontovoet 91 4.6.3 Levensduur van de projecten 92 4.6.4 Economische groei 92 4.7 Verloop van kosten in de tijd 94 4.7.1 Tijdshorizon 94 4.7.2 Groei 94 4.8 Verloop van baten in de tijd 94 4.8.1 Tijdshorizon 94

5 STAP 5: VERGELIJKING KOSTEN EN BATEN VAN DE SCENARIO S 96 5.1 Modelresultaten 96 5.2 Conclusie op basis van de centrale schattingen. 98 5.3 Hoe robuust is deze conclusie? 99 6 AFSTEMMING MET FRAME PROJECT 103

8 Summary The first phase of the restoration of De IJzermonding (Belgium) was realised with the support of the European Community by the complete removal of the former Naval base. All buildings and roads were demolished, quays and landing stages were dismantled and all the dredging sludgedumps were dug out to the original ground levels of mudflat, salt marsh and dune. All these works resulted in the expansion of these areas to many times their former size and the return of the jagged natural pattern of the transitions between each these environments. The second phase was to investigate the salt marsh restoration and its increase in size and the feasibility of incorporating the adjacent Hemmepolder. In a feasibility study of the Hemmepolder three scenarios for nature development in the Hemmepolder were developed and their gain of nature value, technical feasibility and financial impact were valued. Scenario 1: conversion of fields into meadows with relief, restoration of the creek. Scenario 2: like scenario 1 but periodical inlet of salt water into the creek. Scenario 3: building of a new dyke around the Hemmepolder: restoration of the salt marsh Each scenario can be developed through different measures, what lead to different versions of the scenarios. In this study a cost-benefit analysis was performed to compare the three scenarios. The cost benefit analysis paid specific attention to the effects on agriculture, recreation and nature development. The different impacts were listed, were possible quantified and monetarised. Costs Investments costs for construction and specific infrastructure. In addition maintenance costs are calculated. The acquisition of the agriculture land is not included in the investment costs but is taken into account through the loss of profits for the formers. Effects on agriculture 25 ha of the area are used for intensive agriculture. In all three scenarios a more extensive use of the land for agriculture is possible (grazing), but the farmers are not very interested in rescaling. That s why we opted to work with the total loss of agricultural use of the land. Two different methods were used to check the solidness of the results. Both methods give a comparable result: a net present value of 540 000 loss. Goods and services of nature development The new ecosystems develop some important functions. These functions were translated into goods and services for men e.g. clean water, fish, reed, nice view To calculate the monetary value of these goods and services, a number of different valuation methods were used. They all measure the willingness to pay of the consumers.

9 Recreation and perception Consultant Ecolas interviewed recreational users (hikers, bikers) of the IJzermonding and the Hemmepolder following the Contingent Ranking Method. The results show the importance people give to nature development for recreational use. Scenario 1 Scenario 2 Scenario 3 All observations Mean 40,54 33,12 84,67 Median 35,55 18,97 74,92 Only non-protesters Mean 40,12 31,97 84,96 Median 35,24 18,46 75,11 Only non-protesters from regio Mean 61,98 35,54 113,40 Nieuwpoort Median 54,80 16,26 93,58 Only non-protesters outside the regio Mean 38,45 31,59 82,71 Nieuwpoort Median 34,04 18,71 73,71 Total present value for recreational perception lays between 1.05 and 10.58 mio for scenario 1, between 0,52 mio and 5.54 mio for scenario 2 and between 2.23 mio and 22.54 mio for scenario 3. The uncertainty and the impact on the total results are very large. Change in other goods and services Because the water of the IJzer will be entering the study area in scenario 2 and 3, nutrients will be removed. The salt water coming in to the area will also create new biotopes for fish and shrimps to procreate, shelter, and nourish. Based on available information on behaviour of shrimps, an estimate was made on the extra kg shrimp the area would produce. The total net value of all the known goods and services lies between 0.14 mio (scenario1) and 0.46 mio (scenario3). Other effects As a flood protection measure the function of the Hemmepolder is very small. The Hemmepolder has an important historical value, that could not be monetised. A description is given, so decision makers may take this into account. The same is done for the effect of salinisation, that couldn t be quantified due to a lack of information. Cost benefit analysis We calculated the net present value of the scenarios based on three different discount rates and three different scenarios of economical growth. In addition the pay back period was calculated to rank the different scenarios.

10 Tabel 1: Net present value of the different variants with mean discount rate and mean economic growth (mio ). scenario variant 3a variant 3b variant 1a variant 1b variant 1c variant 1d variant 1f variant 2a variant 2b variant 1e Discount rate 4% 4% 4% 4% 4% 4% 4% 4% 4% 4% Economic growth mean mean mean mean mean mean mean mean mean mean Costs untill 2050 Investments -0,97-2,00-0.77-0,91-0,99-1,13-2,02-0,77-1,30-11,35 maintenace -0,14-0,53-0.10-0,07-0,10-0,23-0,07-0,11-0,11-3,97 Total costs -1,12-2,53-0.87-0,98-1,09-1,36-2,09-0,88-1,41-15,32 Effects untill 2050 Agriculture -0,54-0,54-0,54-0,54-0,54-0,54-0,54-0,54-0,54-0,54 Avoided costs water threatment and nursery function 0,42 0,46 0,14 0,14 0,14 0,14 0,14 0,38 0,38 0,14 Perception value recreation 22,54 22,54 10,58 10,58 10,58 10,58 10,58 5,54 5,54 10,58 Total benefits 22,42 22,46 10,17 10,17 10,17 10,17 10,17 5,37 5,37 10,17 Net present value 21,30 19,94 9,31 9,20 9,08 8,81 8,08 4,49 3,97-5,14 RANKING 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Pay back period 5 5 5 5 5 5 6 6 7 /

11 Conclusion Based on the best estimation of the cost and benefits, we could conclude that all three scenarios are worthwhile doing. Scenario 3 has the highest net present value and the shortest pay back period. Reasons for this conclusion are the relatively low costs, the high number of people passing the area and their high perception value for recreation and a potentially high contribution to improving water quality of the river. The best alternatives have a pay back period of 5 to 10 years. To check how solid the results were, we performed a sensitivity analysis were the uncertainty ranges were implemented on all the parameters. The only parameter that had an important influence on the results was the recreation value. The values of the contingent ranking were turned into values per visit based on rough information on visitors. The results show relative low values per visit, bust they are in line with results in literature (Ruijgrok 1999, Witteveen&Bos 2004, Scarpa R. et al. 2000). A model run with these numbers changes the recreation benefits with a factor 5. This changes the total results. There is a small shift between the different variants, but scenario 3a stays the best option. It has a pay back time of less then 50 years. Some other scenarios have a positive pay back time but longer than 50 years. The model ran also a worst-case scenario with 20% higher investment costs, maximum value for agricultural losses (market price for the land) and minimum value for goods and services. Scenario 3a is the only scenario having a positive net present value within 50 years.

12 Lessons learned The guidelines of the FRaME-project were followed from te start of the study. These guidelines will definitely improve the quality and comparibility of valuation studies because of the demand of tranparancy of the information and methods used. The study shows that a good balance need to be find between mapping all the costs and benefits and focussing on some prior impacts. This is the only way how limited means could be used efficiënt. The study also shows that taking into account uncertainty through sensitivity analysis is very import to check the solidness of your results and in your communication with stakeholders. The study compared different scenarios and ranked them on the basis of their net present value. The formulation of Guidance 4 may lead to confusion of the stakeholders. They interpreted it as if all the decisions were already made and that the study was only needed to prove the decision maker is right. Guidance 8 concerning the formalisation of valuation of non monetarised impacts is not that obvious in practice. If there already exist formal procedures and evaluationcriteria for this impacts, they may be used to put them in a wider context. For example the impact on the historical value of the study area no clear references were available, what mede it very difficult to take them into account into the assessment. It was only possible to describe the impact on a clear and qualitative way.

13 0 SAMENVATTING In het natuurherstelplan voor het Vlaams natuurreservaat De IJzermonding is voorzien dat de aangrenzende Hemmepolder door maatregelen van natuurontwikkeling zal geïntegreerd worden bij het reservaat. De hiervoor afgebakende gronden bedragen 27,8 ha. In een eerste studie werden een aantal mogelijke inrichtingsalternatieven onderzocht. De drie mogelijke inrichtingsscenario s zijn de volgende: Scenario 1: Hemmepolder enkel onderwerpen aan vernatting zodat het mits natuurtechnische milieubouw evolueert tot een binnendijks, zoet waterrijk polderlandschap. Scenario 2 : Hemmepolder onderwerpen aan gecontroleerde zoutwaterinfiltratie zodat het mits natuurtechnische milieubouw evolueert tot een binnendijks, reliëfrijk polderlandschap met zilte graslanden. Scenario 3 : Volledige ontpoldering, zodat het evolueert tot een zoutwaterschor. Van deze scenario s zijn verschillende inrichtingsvarianten uitgewerkt. Deze varianten verschillen van elkaar inzake praktische uitvoering om bovenstaande ecosystemen te bekomen. In bijlage worden de verschillende varianten besproken. Voor meer details wordt verwezen naar de studie (IMDC et al 2005). Deze studie bestudeert de impact van de drie alternatieven op de maatschappij met bijzondere aandacht voor landbouw en visserij, recreatie en natuur. Dit gebeurt aan de hand van een maatschappelijke kosten batenanalyse (MKBA). Deze MKBA is eveneens opgenomen in het door de Europese Unie meegefinancierde programma van het Interreg IIIb-project FRAME. Een kosten baten analyse bestaat uit vijf verschillende stappen: 1. Projectdefinitie en bepaling van de relevante populatie; 2. Identificatie van de projecteffecten; 3. Raming van de kosten en de baten gegenereerd door het project; 4. Aggregatie en verdiscontering van de kosten en baten; 5. Vergelijking van de verdisconteerde kosten en baten. Van de verschillende alternatieven werden de verschillende effecten bekeken. De belangrijkste zijn de effecten op landbouw, effecten op recreatieve beleving en de goederen en diensten die geleverd worden door de nieuwe natuur. De belangrijkste effecten worden opgesomd in tabel Tabel 4. Deze effecten worden gekwantificeerd en waar mogelijk gemonetariseerd. 0.1 Investeringskosten De investeringskosten bestaan uit de kosten voor de inrichting van het gebied, de aankoop van de boerderij en de eventuele maatregelen om het veiligheidsniveau tegen overstromingen te behouden. De aankoop van de gronden zit niet in een kosten baten analyse vervat. De waarde van de gronden wordt meegenomen op basis van het verlies van opbrengsten voor de landbouw (zie hieronder).

14 0.2 Effecten op landbouw Zoals blijkt uit de landbouwstudie van VLM zou in scenario 1 op beperkte schaal akkerbouw mogelijk zijn. In de drie scenario s is extensieve begrazing mogelijk door een beperkt aantal runderen, schapen en paarden. In scenario 1 en 2 is zelfs extensieve begrazing mogelijk door hoogproductief melk- en mestvee. Scenario 3 is dit niet. Bij bevraging van de betrokken landbouwers toont geen van de landbouwers interesse voor mogelijke alternatieven zoals extensieve begrazing, landschapszorg Ofwel bedrijft men onveranderd de landbouw ter plaatse ofwel doet men elders hetzelfde. Om deze reden is er voor geopteerd om in de maatschappelijke kosten batenanalyse het verlies van het landbouwareaal in alle scenario s mee te nemen. Om deze maatschappelijke kost te berekenen werd beroep gedaan op twee verschillende methoden: het berekenen van het gebruiksverlies (VLM) en het berekenen van het verlies van toegevoegde waarde door het onttrekken van areaal aan de landbouw. Er werd geopteerd om beide methoden toe te passen om de robuustheid van de cijfers te controleren. Beide methoden bekomen een vergelijkbaar resultaat: de netto actuele waarde (waarde 2006) die verloren gaat door het verlies van de 25 ha landbouw bedraagt ongeveer 540 000. 0.3 Goederen en diensten van nieuwe natuur Afhankelijk van de inrichtingsvariant, zal het ontwikkelde ecosysteem een aantal functies vervullen. Deze functies liggen vaak aan de oorzaak van goederen en diensten die het ecosysteem levert aan de mens bijvoorbeeld vis, riet, mooi uitzicht, proper water Om nu de waarde van deze goederen en diensten in te schatten, wordt beroep gedaan op verschillende economische waarderingsmethoden. Bij goederen waarvoor een markt bestaat, doen we beroep op de marktprijzen. Andere goederen en diensten hebben geen specifieke markt, maar mensen hebben er wel een prijs voor over moest er een markt voor bestaan. Deze waarde kunnen we achterhalen door de mensen te vragen wat hun betalingsbereidheid voor die bepaalde dienst of dat bepaalde goed is. Effecten op recreatie en beleving Ecolas voerde een enquête uit bij gebruikers van de Hemmepolder met andere woorden mensen die ook nu al in de polder wandelen of fietsen. Uit de resultaten blijkt duidelijk het belang dat mensen stellen in natuurontwikkeling.

15 Scenario 1 Scenario 2 Scenario 3 Alle observaties Gemiddelde 40,54 33,12 84,67 Mediaan 35,55 18,97 74,92 Enkel niet-protesters Gemiddelde 40,12 31,97 84,96 Mediaan 35,24 18,46 75,11 Enkel niet-protesters uit regio Gemiddelde 61,98 35,54 113,40 Nieuwpoort 1 Mediaan 54,80 16,26 93,58 Enkel niet-protesters afkomstig van Gemiddelde 38,45 31,59 82,71 buiten de regio Nieuwpoort Mediaan 34,04 18,71 73,71 Bovenstaande cijfers kunnen rechtstreeks gebruikt worden in de kosten-batenanalyse. In deze studie werd ook een sensitiviteitsanalyse toegepast op de recreatiebaten. De bovenstaand bedragen werden op basis van ruwe gegevens over bezoekfrequentie (vraag in de enquête) omgerekend naar een prijs per bezoek per gezin. Men bekomt dan een relatief kleine bijdrage per bezoekend gezin/passant gezin (0.8 voor scenario 1, 0.4 voor scenario2 en 1,8 voor scenario 3). Deze liggen echter wel in de lijn van de literatuur. Als deze cijfers in het model worden ingebracht, worden de recreatiebaten ongeveer 10 maal kleiner. Het aantal bezoekers werd conservatief ingeschat op basis van huidige tellingen in de omgeving en cijfers van het veer. De totale netto baten voor recreatieve beleving liggen dan tussen de 1,05 mio en 10,58 mio voor scenario1, 0.52 mio en 5,54 mio voor scenario 2 en tussen de 2,23 mio en de 22,54 mio voor scenario 3. 1 Dit zijn inwoners van Nieuwpoort, Westende en Lombardsijde.

16 Wijziging goederen en diensten Een waterrijk gebied zal nutriënten verwijderen uit het water dat in het gebied stroomt. Dit heeft afhankelijk van het inrichtingsalternatief een klein tot groot effect op de waterkwaliteit van de IJzer. Deze nutriëntenverwijdering wordt gemonetariseerd aan de hand van de kostprijs van een waterzuiveringsinstallatie Bij ontpoldering zal een nieuw biotoop ontstaan voor garnalen en vissen om zich voort te planten, te schuilen en te foerageren. Op basis van bestaande studies rond het paaigedrag van garnalen werd een inschatting gemaakt hoeveel kg extra garnalen uit het gebied beschikbaar komen voor de garnaalvangst. Deze extra kg worden gemonetariseerd op basis van de gemiddelde visprijzen die de visser ontvangt. Deze baten zijn relatief klein, zeker indien men deze vergelijkt met informatie over primaire productie in intertidale slikken en schorren gebieden. De totale natuurbaten en visserijbaten die de verschillende scenario s opleveren liggen tussen de 0,14 mio (scenario 1) en 0,46mio (scenario 3) 0.4 Andere effecten Andere effecten zoals de historische waarde van het landschap en effecten op veiligheid tegen overstromen worden waar mogelijk meegenomen. Kunnen ze niet gekwantificeerd worden, worden ze enkel kwalitatief besproken in de tekst. 0.5 Kosten baten analyse De jaarlijkse kosten en baten worden allemaal op dezelfde noemer gebracht door middel van verdiscontering. Omdat er nog geen eenduidigheid bestaat over de grootte van de discontovoet, word een berekening gemaakt met drie voeten: 3%, 4% en 7%. Volgende de economische literatuur vinden mensen milieugoederen belangrijker naarmate we rijker worden en groeien (sommige) milieubaten minstens mee met de economische groei. De belevingswaarde/recreatiewaarde volgt dan ook de economische groei. Ook de landbouwopbrengsten worden bepaald door de economische groei. Deze zullen echter trager reageren.

17 0.6 Conclusie Tabel 2: Netto actuele waarde van de verschillende varianten bij gemiddelde discontovoet en gemiddeld groeiscenario(mio ). scenario variante 3a variante 3b variante 1a variante 1b variante 1c variante 1d variante 1f variante 2a variante 2b variante 1e Discontovoet 4% 4% 4% 4% 4% 4% 4% 4% 4% 4% Economische groei Gemiddeld Gemiddeld Gemiddeld Gemiddeld Gemiddeld Gemiddeld Gemiddeld Gemiddeld Gemiddeld Gemiddeld Kosten tot 2050 Investeringen -0,97-2,00-0.77-0,91-0,99-1,13-2,02-0,77-1,30-11,35 Onderhoud en beheer -0,14-0,53-0.10-0,07-0,10-0,23-0,07-0,11-0,11-3,97 Totaal kosten -1,12-2,53-0.87-0,98-1,09-1,36-2,09-0,88-1,41-15,32 Effecten tot 2050 Landbouw -0,54-0,54-0,54-0,54-0,54-0,54-0,54-0,54-0,54-0,54 Vermeden kosten waterkwaliteit en kraamkamerfunctie 0,42 0,46 0,14 0,14 0,14 0,14 0,14 0,38 0,38 0,14 Recreatiebeleving 22,54 22,54 10,58 10,58 10,58 10,58 10,58 5,54 5,54 10,58 Andere 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Totaal baten 22,42 22,46 10,17 10,17 10,17 10,17 10,17 5,37 5,37 10,17 Netto baten tot 2050 21,30 19,94 9,31 9,20 9,08 8,81 8,08 4,49 3,97-5,14 RANKING 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Terugverdientijd 5 5 5 5 5 5 6 6 7 /

18 0.6.1 Conclusie op basis van de centrale schattingen. Op basis van de beste of centrale schatting kunnen we besluiten dat voor alle drie scenario s de (onvolledig gekende) maatschappelijke baten groter zijn dan de maatschappelijke kosten. Van alle scenario s leidt scenario 3 tot de hoogste netto welvaartstoename, met vergelijkbare investeringskosten en effecten op landbouw. Deze resultaten zijn te verklaren door een samengaan van verschillende redenen: De totale kosten zijn relatief beperkt want het is een klein gebied en ook de kosten per ha zijn relatief beperkt voor de creatie van natte natuur. Dit geldt zowel voor de investeringskosten als voor de effecten op landbouw. De enige uitzondering is variant 1E en deze heeft dan ook geen netto welvaartsbaat. De belevingsbaten voor recreanten en passanten zijn hoog omwille van zowel een relatief hoog aantal bezoekers en passanten (voor een klein gebied) en hun hoge waardering voor extra natuur, vooral voor scenario 3. Een potentieel belangrijke bijdrage van het gebied aan de waterkwaliteit in de IJzer en een kleine bijdrage voor de garnaalvisserij via de kinderkamerfunctie voor garnaal in scenario 2 en scenario 3. Om van deze potentiële baten te genieten moeten eerst de investeringen gedaan worden. Deze kosten kunnen zich zeker terugverdienen binnen de termijn van één generatie. Voor de meeste projectvarianten zijn de terugverdientijden in de orde van grootte van 5 tot 10 jaar. De hoogte van de inrichtingskosten verschilt van variant tot variant, afhankelijk van de kosten van afgravingen en infrastructuurwerken noodzakelijk voor het inrichten van het gebied. De maatschappelijke landbouwkosten blijven voor elke variant hetzelfde, met uitzondering van de kosten voor de tuinbouwer buiten het gebied die enkel optreden in scenario 3. De belangrijkste onderzochte batencategorieën bestaan uit productiebaten (garnaal), vermeden kosten voor beheer van de rivier (nutriëntenverwijdering) en de recreatiebaten. De drie inrichtingstypen hebben soortgelijke gebruiksbaten. Ze zijn enkel verschillend in orde van grootte. Voor scenario 1 zijn een aantal kengetallen niet beschikbaar in de literatuur. Uit de resultaten blijkt dat scenario 3 de meeste baten oplevert, gevolgd door scenario 1 en dan scenario 2. Enkel voor scenario 1E blijken de maatschappelijke kosten hoger te zijn dan de baten. Dit is te wijten aan de veel hogere investeringskosten voor de uitvoering. Scenario 3 heeft de grootste natuurbaten en ook de grootste baten voor beleving. Scenario 1 wordt verkozen boven scenario 2 ondanks grotere natuurbaten voor scenario 2. Dit komt omdat de recreatiebaten het zwaarste doorwegen op het totaal. Een groot deel van de recreanten die het gebied op zeer regelmatige basis bezoeken verkiezen scenario 1 omdat dit scenario het minste veranderingen teweegbrengt ten opzichte van het huidige landschap. Bovendien wordt in het algemeen scenario 2 niet zo hoog gewaardeerd omdat de mensen scenario 2 zien als een soort van tussenoplossing/compromis tussen scenario 1 en scenario 3. De waarden van sommige varianten zullen dichter bij elkaar komen te liggen indien de historische waarde van een landschap kwantitatief kan meegenomen worden. Vermoedelijk zal dit echter niets veranderen aan de ranking, omdat de belevingswaarde groot is en de historische waarde compenseert.

19 0.6.2 Hoe robuust is deze conclusie? Om na te gaan hoe robuust de resultaten zijn werd een sensitiviteitsanalyse uitgevoerd waarbij variaties op uitgangspunten en gerelateerde parameters werden doorgerekend. Het model werd gedraaid met minimum en maximum waarden. Bij verandering van de meeste parameters in het model blijft het eindresultaat robuust, in de zin dat de beste varianten zichzelf blijven terugverdienen binnen één generatie en dat scenario 3 de beste kosten-baten verhouding heeft. Enkel bij wijziging van de recreatiebaten kan een verandering van ranking optreden. De bekomen waarde van de recreatiebaten via de enquêtering is erg hoog. Analyseert men de resultaten, dan is duidelijk dat in de waardering niet alleen de gebruikswaarde van het gebied zit vervat, maar ook een deel niet-gebruikswaarde die gebruikers van het gebied aan het gebied toekennen. Dit is haast onvermijdelijk. Omdat de recreatiebaten de meest beïnvloedende parameter is, hebben we een sensibiliteitsanalyse gedaan op deze parameter. Als minimum WTP zijn we in de literatuur op zoek gegaan naar studies die een toegangsprijs per bezoek berekenen aan de hand van vergelijkbare enquêtes zoals uitgevoerd in deze studie (Ruijgrok 1999, Witteveen&Bos 2004, Scarpa, R., et al. 2000). Als men de waarden bekomen in de uitgevoerde CR studie op een zeer ruwe wijze omrekent naar prijzen per bezoek, dan liggen de resultaten in de zelfde lijn als de literatuur. Men bekomt dan een relatief kleine bijdrage per bezoekend gezin (0.8 voor scenario 1, 0.4 voor scenario 2 en 1,8 voor scenario 3). Als men deze cijfers in het model inbrengt, wijzigen de recreatiebaten met een factor 5. Dit geeft een wijziging in de ranking. Nog steeds blijft scenario 3a de meest gewenste inrichting, scenario 2a schuift meer op naar voor in de ranking, scenario 3b schuift naar achter. Dit heeft te maken met het feit dat de bijkomende effecten zwaarder gaan doorwegen indien de recreatiebaten lager zijn. Doordat de ecosysteembaten voor scenario 2 hoger liggen dan voor scenario 1, wijzigt dus voor een deel de ranking. Als men dan de parameters met betrekking de ecosysteembaten wijzigt, blijft het resultaat robuust. Wel moet gezegd worden dat voor natuurontwikkeling in scenario 1 meer onbekenden zijn in de waardering van de functies. Deze zullen echter steeds lager zijn dan bij scenario 2 en dus niets wijzigen aan de ranking. De verschillende scenario s, behalve scenario3a, worden echter niet meer rendabel binnen een periode van 50 jaar. Scenario s 1a, 1b en 3b verdienen zich nog wel terug op een langere termijn.

20 Naast de wijziging van de recreatiebaten werd ook een worstcase-scenario doorgerekend. Hierbij worden voor de investeringskosten 20% onvoorziene kosten meegerekend, voor de landbouw worden de gemiddelde marktprijzen voor landbouwgrond in de polders meegerekend en volgen de prijzen het ritme van de economische groei, voor de natuurbaten worden de minimale waarden meegerekend en voor de recreatiebaten wordt de prijs per bezoek aangehouden. De bovenstaande ranking wordt behouden, enkel de terugverdientijd wordt verlengd. Scenario 3a verdient zich terug binnen de 37 jaar.

21 1 INLEIDING 1.1 Probleemstelling en achtergrond In het natuurherstelplan voor het Vlaams natuurreservaat De IJzermonding is voorzien dat de aangrenzende Hemmepolder door maatregelen van natuurontwikkeling zal geïntegreerd worden bij het reservaat. De gronden die hiervoor in aanmerking komen zijn afgebakend. Het betreft 27.8 ha. De huidige bestemming van het gebied is landbouw, en voor het grootste deel agrarisch gebied met ecologische belang.(bron, landbouwstudie 2 ). Alle scenario s en varianten hebben betrekking op hetzelfde gebied. De integratie van de Hemmepolder kan op verschillende manieren worden ingevuld. In de voorstudie mathematisch model en natuurontwikkelingsplannen voor de Hemmepolder te Nieuwpoort, met aandacht voor zeewering en waterbeheer 3, verder afgekort als voorstudie natuurontwikkelingsplan, worden drie basisscenario s voor natuurontwikkeling uitgewerkt, met name: Scenario 1 4 : Hemmepolder enkel onderwerpen aan vernatting zodat het mits natuurtechnische milieubouw evolueert tot een binnendijks, zoet waterrijk polderlandschap. Scenario 2 : Hemmepolder onderwerpen aan gecontroleerde zoutwaterinfiltratie zodat het mits natuurtechnische milieubouw evolueert tot een binnendijks, reliëfrijk polderlandschap met zilte graslanden. Scenario 3 : Volledige ontpoldering, zodat het evolueert tot een zoutwaterschor. Van deze scenario s zijn verschillende inrichtingsvarianten uitgewerkt (in bijlage wordt een korte beschrijving van deze varianten gegeven) Voor deze varianten zijn de te nemen maatregelen beschreven en de investeringskosten begroot. De kosten voor werking en beheer zijn niet ingeschat.. Van deze scenario s en varianten zijn ook de volgende effecten besproken:. - waterhuishouding met betrekking tot afwateren en overstromingsrisico s - potenties voor natuurontwikkeling en verwachte natuurdoeltypes - mogelijkheden tot vispassage 2 Bron : Landbouwstudie Natuurontwikkelingsproject Hemmepolder uitgevoerd door de Vlaamse Landmaatschappij, Provinciale Afdeling Brugge; verder afgekort als landbouwstudie 3 VITO-Ecolas baseren zich voor terminologie en informatie op de versie van deze studie die op 24/5 werd geconsulteerd. (document I/RA/11256/04/EDE, versie 5.0-25/01/2005). 4 We volgen hier de nummering van de voorstudie natuurontwikkeling, omdat deze nummering dan consistent is met de onderscheiden varianten in die studie. Deze nummering is verschillend van de nummering in de landbouwstudie. Het bestek hanteert dezelfde volgorde als de landbouwstudie, maar gebruikt geen nummering.

22 De landbouwstudie beschrijft en evalueert het huidige landbouwgebruik en de mogelijkheden voor combinatie van landbouw met natuur. Alhoewel het gebied niet optimaal is voor landbouw draagt het bij tot het bedrijfsinkomen van 6 landbouwers. In bovenvermelde scenario s 1 en 2 (zoete, waterrijke polder en binnendijks reliëfrijk landschap met zilte graslanden) is een combinatie met extensieve landbouw mogelijk. Voor elk scenario worden voorstellen gedaan voor begeleidende maatregelen in functie van de afhankelijkheid van de getroffen bedrijven. Er wordt verder voorgesteld om deze conclusies te toetsen bij de betrokken landbouwers/gebruikers. Er is geen informatie over de kosten van deze potentiële maatregelen. Er zijn geen specifieke scenario s en maatregelen uitgewerkt met betrekking tot toerisme of recreatie. 1.2 Doelstelling studie De doelstelling van de studie is de impact van deze scenario s en varianten te beoordelen, met aandacht voor effecten op landbouw, het (natuurgerichte) toerisme en recreatie, visserij en andere aspecten op de economie. Tevens wordt gevraagd eventuele, compenserende maatregelen voor te stellen. Deze informatie, in combinatie met de gegevens uit de voorstudie natuurontwikkeling en landbouwstudie, moet de opdrachtgever toelaten op een verantwoorde wijze te beslissen over hoe en welk natuurontwikkelingsscenario het best kan uitgevoerd worden. Daarnaast dient de bruikbaarheid te worden beoordeeld op basis van de aanbevelingen uit de Frame studie review and depth evaluation of social, economic and environmental costs and benefits evaluations for flood risk management strategies in Estuaries Volgens de eerste aanbeveling van bovenvermelde Frame-studie moeten de gekozen methodieken worden afgestemd op de context, de vraagstelling en de beschikbare tijd en budget. Deze aanbeveling is zeer terecht, en daarom zal onze aanpak ook gebaseerd zijn op een combinatie van meerdere methodes om de verschillende vragen m.b.t. de verschillende sectoren en aspecten te beantwoorden. De term kosten-batenanalyse zal dus ruim geïnterpreteerd worden, en naast een maatschappelijke kosten-batenanalyse ook een kosteneffectiviteitanalyse en financiële analyse omvatten. Deze methodes zijn in feite variaties op de kosten-batenanalyse, maar zij wordt telkens iets aangepast aan een specifieke vraagstelling, om zodoende de wetenschappelijke correctheid met de relevantie voor beleid en discussie met maatschappelijk actoren te verzoenen. Deze invulling is consistent met de Frame guidelines.

23 2 MAATSCHAPPELIJKE KOSTEN BATEN ANALYSE 2.1 Definitie In een maatschappelijke kosten-batenanalyse worden niet enkel scenario s onderling vergeleken maar worden er ook uitspraken gedaan over de wenselijkheid ervan vanuit het oogpunt van de totale maatschappelijke welvaart: een project is vanuit die optiek wenselijk als de totale maatschappelijke baten groter zijn dan de maatschappelijke kosten. Als informatie ontbreekt over bijvoorbeeld één categorie van baten, maar het project is nu reeds positief, dan zal deze onbrekende informatie de uitspraak over de netto baten en de wenselijkheid niet veranderen. Als er informatie ontbreekt over essentiële elementen van zowel kosten als baten, dan is het moeilijk om uitspraken te doen. In een MKBA worden de kosten en baten opgeteld tot netto baten. Hierbij gaat de informatie over de verdelingsaspecten verloren. Daarom kan men de informatie in termen van de netto baat niet hanteren los van de achterliggende cijfers. Als een project netto baten voor de maatschappij oplevert, betekent het wel dat het vanuit algemeen welvaartsoogpunt wenselijk is en dat er ruimte is om eventuele verliezers te compenseren. De MKBA zelf doet evenwel geen uitspraak over hoe de netto baten worden verdeeld. Alle kosten en baten worden bekeken vanuit het oogpunt van de maatschappij in zijn geheel. Het gebied kan wel ingeperkt worden, in dit voorbeeld is de relevante regio Vlaanderen, al zullen de recreatie baten ook reiken tot over de taalgrens en grens met Frankrijk. Omdat de MKBA kijkt naar de totale welvaart voor de maatschappij worden transfers van middelen niet meegerekend omdat hierdoor geen netto welvaart wordt gecreëerd of verloren gaat, het gaat hier enkel om de verdeling van de welvaart. Zo wordt er bijv. geen BTW gerekend omdat deze belasting de maatschappij als geheel niet armer of rijker maakt. Daarom worden de effecten op landbouw bijv. ook niet louter gebaseerd op onteigeningskosten, want dit is een transfer vanuit de algemene middelen naar in dit geval landbouwers en grondeigenaars. We kijken in plaats daarvan naar het verlies van welvaart als gevolg van het opgeven of beperken van de landbouwfuncties. Naast de maatschappelijke kosten-baten analyse kan men ook een kosten-baten analyse maken van de projecten voor een bepaalde groep, bijv. de Vlaamse overheid, etc. In dat geval spreekt men van een financiële analyse en zijn die transfers wel relevant. 2.2 Stappen In het algemeen kunnen in de uitvoering van een kosten-batenanalyse 5 stappen onderscheiden worden (Moons, 2003): 1. Projectdefinitie en bepaling van de relevante populatie; 2. Identificatie van de projecteffecten; 3. Raming van de kosten en de baten gegenereerd door het project; 4. Aggregatie en verdiscontering van de kosten en baten; 5. Vergelijking van de verdisconteerde kosten en baten. In stap 1 wordt het project of de maatregel gedetailleerd beschreven met onder andere aandacht voor plaats van uitvoering of toepassingsgebied, omvang van het project, wie het

24 project betaalt, de kosten e.d. Verder dient ook de relevante populatie, waarvoor de effecten gaan onderzocht worden, gedefinieerd te worden. Deze stap werd in de vorige studie uitgevoerd. Stap 2 vereist een doorgedreven analyse van de beoogde effecten van de natuurinrichting. Verder dient ook analyse uitgevoerd te worden om in te schatten op welke andere activiteiten de maatregel nog impacts zou kunnen uitoefenen en welke externe effecten kunnen optreden Belangrijk aandachtspunt hierbij is het onderscheid tussen effecten die een netto welvaartswinst genereren en effecten die slechts verschuivingen van activiteiten binnen de relevante populatie teweeg brengen. Hier dient ook reeds een eerste selectie plaats te vinden teneinde vast te leggen welke effecten meegenomen worden en welke niet. Criteria hiervoor zijn de verwachte grootte van de impact en de verhouding tussen de verwachte grootte en de onderzoeksinspanningen noodzakelijk om het effect voldoende accuraat en geloofwaardig in te schatten. In Stap 3 dient, rekening houdende met de beschikbare data en het theoretisch kader, een keuze gemaakt te worden met betrekking tot de te gebruiken waarderingsmethodes voor de verschillende effecten. Voldoende aandacht dient hierbij te gaan naar het identificeren van bestaande verstoringen (bijvoorbeeld de aanwezigheid van subsidies) op de markten in kwestie en naar het vermijden van dubbeltellingen. In Stap 4 worden kosten en baten verdisconteerd (geactualiseerd) en opgeteld. Hiervoor dient voldoende zicht te zijn in de timing waarmee de verschillende kosten en baten zich zullen manifesteren. Verder dient voldoende aandacht gegeven te worden aan de keuze van de discontovoet teneinde vergelijkbaarheid met andere MKBA s mogelijk te maken. Eventueel kan de MKBA - ter controle - met verschillende discontovoeten uitgevoerd worden teneinde de robuustheid van de resultaten na te gaan. In Stap 5 worden de geactualiseerde kosten en baten van de verschillende projecten met elkaar vergeleken teneinde een beleidsbeslissing voor te bereiden. Hierbij dient rekening gehouden te worden met bestaande budgetrestricties en met mogelijke relaties tussen verschillende projecten met gelijkaardige doelstellingen.

25 3 STAP 2: IDENTIFICATIE VAN DE PROJECTEFFECTEN 3.1 Het nulscenario Om de effecten van een project na te gaan moet men de kosten en baten van een maatregel of project afwegen tegen een nulalternatief. Dit zijn de meest waarschijnlijke ontwikkelingen van het gebied (of de natuur) indien de maatregel of het project niet wordt uitgevoerd. 3.1.1 Landbouw Voor de gronden in gebruik voor landbouw wordt in de analyse verondersteld dat het huidig gebruik zich in het nulalternatief voortzet. Aldus is in het nulalternatief niet voorzien dat minder rendabele landbouwbedrijven zich heroriënteren op andere functies, zoals landschapsbeheer of toerisme. Hoe deze beperking de resultaten beïnvloedt, is a-priori niet in te schatten. De huidige bestemming van de Hemmepolder is landbouwgebied. Binnen het projectgebied worden akkerbouwgewassen (49%) en voedergewassen (21%) geteeld; grasland beslaat de resterende 30%. Een deel van het grasland in het westen van de Hemmepolder is aangeduid als habitatrichtlijngebied. Daarnaast behoort ook één hectare van de polder, langs de Halvemaandijk, tot het Vlaams Ecologisch Netwerk. Binnen deze gebieden is onder meer het scheuren van permanent grasland verboden. Dit komt erop neer dat begrazing van deze percelen mogelijk is, maar dat deze niet mogen omgezet worden in akkerland. Het gebied wordt doorkruist door verschillende wegen en in het Zuiden van de polder loopt het Geleed, een gekanaliseerde beek die zorgt voor de ontwatering van de polder. Eén landbouwer heeft zijn bedrijfszetel binnen het projectgebied. De boerderij bevindt zich in het midden van de polder langs de Alexisstraat. In het gewestplan, dat de ruimtelijke bestemming van de polder juridisch vastlegt, wordt 88% aangeduid als agrarisch gebied met ecologisch belang en 12% als agrarisch gebied. In het gehele gebied gelden algemene bemestingsnomen. Niettegenstaande de huidige bestemming van het projectgebied, is de bodem in de Hemmepolder matig geschikt voor zowel akkerbouw als grasland (VLM, 2004). Het gebied wordt momenteel bewerkt door 6 landbouwers (zie onderstaande tabel). Ten noorden van de Hemmepolder, langs de Lage Duinenstraat, bevindt zich ook een tuinbouwer met ongeveer 0,5 hectare glasoppervlakte en 5 ha open lucht voor de teelt van fijne groenten. De huidige natuurwaarde van het gebied is eerder gering en hier wordt in de studie verder geen rekening mee gehouden. De landschappelijke en recreatieve waarde van het huidige gebied is verrekend bij de beoordeling van de netto effecten op de belevingswaarde van de projecten.

26 Tabel 3: Socio-economische gegevens van de actieve landbouwbedrijven in de Hemmepolder Oppervlakte in de Hemmepolder (ha) Aandeel oppervlakte in de Hemmepolder (%) Grootteklasse van het bedrijf (ha) Leeftijd bedrijfsvoerder 1 14.9 60 20-30 41-50 2 4.6 18 > 30 < 40 3 3.4 14 > 30 < 40 4 1.6 7 10 20 41-50 5 0.3 1 < 5 > 60 6 0.3 1 < 5 < 40 Bron: VLM, 2004; VLM, 2006; aangevuld en bijgewerkt met eigen informatie De afhankelijkheidsstudie vormt een onderdeel van de landbouwstudie van de VLM (VLM, 2004). In deze analyse wordt op basis van verschillende criteria nagegaan hoe sterk het bedrijf afhankelijk is van de beschouwde gronden. Een landbouwbedrijf is sterk afhankelijk van diens gebruik van het projectgebied indien: de bedrijfszetel binnen het projectgebied gelegen is; de bedrijfsomvang laag is; de betrokken absolute oppervlakte groot is; de betrokken relatieve oppervlakte groot is; de bedrijfsleider jong is; de gronden noodzakelijk zijn voor de ruwvoederproductie; de gronden noodzakelijk zijn voor mestafzet. Uit de studie blijkt dat van de 25,1 hectare die bij de mestbank geregistreerd is, 14,9 hectare (= landbouwer 1) als sterk afhankelijk wordt gescoord, 5 hectare (= landbouwers 3 en 4) als matig afhankelijk en 5,2 hectare (landbouwers 2, 5 en 6) als laag afhankelijk. Deze beoordeling zal ondertussen nog zwaarder uitvallen, daar landbouwer 2 jonger is dan 40 jaar. Hij heeft de gronden recentelijk overgekocht van zijn vader, terwijl de landbouwstudie destijds uitging van een leeftijd ouder dan 60. Het spreekt echter voor zich dat de uitkomst van deze afhankelijkheidsstudie beschouwd dient te worden als richtinggevend en dat ook rekening gehouden moet worden met de individuele wensen en specifieke situaties van de betrokkenen. In het nulscenario gaan we ervan uit dat de teelten en bestemmingen niet wezenlijk veranderen. De toegevoegde waarde in de landbouw groeit mee met de economische groei, maar aan een lager tempo dan het gemiddelde. 3.1.2 Recreatie Voor de recreatie is vertrokken van het bezoekersonthaalplan van het natuurgebied de IJzermonding. Het natuurgebied IJzermonding waar de Hemmepolder zou deel vanuit

27 maken wordt ontsloten door 4 toegangswegen het veer tussen Nieuwpoort-Bad en het natuurgebied, de ingang langs de Halvemaandijk, de ingang aan de Alexisstraat en de toegang via het strand. Van deze 4 toegangswegen is het veer veruit de belangrijkste. Er komt dan ook een nieuw fietsveer. Aan het huidige gebied zijn informatieborden geplaatst en binnenkort worden natuurobservatiehutten gebouwd en een amfitheater (onthaalcentrum) met een educatieve poel gerealiseerd. De fietsroutes, die momenteel worden omgeleid, zullen door het gebied gaan. We veronderstellen dat de verwezenlijking plaatsvindt zoals gepland. Dit wil zeggen dat eind 2007 alle plannen zijn verwezenlijkt. 3.1.3 Bijkomende effecten Uit Analyse van het stroomgebiedsdistrict van de Schelde (CIW, 2005) waarin omwille van praktische redenen ook het IJzerbekken zit vervat, werd bij een risicoanalyse gemodelleerd dat ook in 2015 de waterlopen in het IJzerbekken de waterkwaliteitsdoelstellingen niet zullen halen als er geen extra maatregelen worden genomen, naast de reeds voorziene maatregelen. De inrichting van de Hemmepolder als natuurgebied zal bij ontpoldering en in mindere mate bij het inlaten van zout zeewater (scenario2) bijdragen tot het verminderen van de concentraties nitraten en fosfaten. In bepaalde scenario s kan de Hemmepolder bijdragen tot de toegevoegde waarde in de visserij via de kinderkamerfunctie voor garnalen en vis. We gaan ervan uit dat de gemiddelde situatie van de laatste jaren wordt doorgetrokken in het nulalternatief. We gaan er bijkomend vanuit dat de toegevoegde waarde in deze sector de economische groei volgt. Voor de overige effecten vertrekken we van de meest recente informatie voorhanden. 3.1.4 Economische ontwikkeling. De effecten worden geanalyseerd tegen een achtergrond van een groeiende en veranderende economie, en kosten en baten evolueren mee met deze ontwikkeling. Hierbij worden de volgende aannames gemaakt: Omdat de economische groei onzeker is, hanteren we drie mogelijke groeiscenario s. (zie paragraaf 4.6.4). De basisresultaten gaan uit van een scenario van gemiddelde groei, in de sensitiviteitsanalyses worden hierop variaties meegenomen. De basisschatting gaat ervan uit dat de groei in de landbouwsector lager is dan in de rest van de economie. Op deze aanname wordt eveneens een sensitiviteitsanalyse uitgevoerd. Er zijn studies die erop wijzen dat we meer belang hechten aan milieu en natuur naarmate we rijker worden. Dit element is gedeeltelijk verrekend bij de recreatiebaten.

28 3.2 De scenario s De veranderingen in de Hemmepolder komen neer op het wijzigen van de bestemming van de gronden: van landbouw naar verschillende vormen van natte natuur: Scenario 1: vernatting zoet Open landschap gedomineerd door graslanden, her en der afgelijnd met rietkragen langs grachten, eventueel lokaal met ruigere vegetaties en rietveldontwikkeling, vermijden van verstruweling en bosvorming. Kleine oppervlaktes rietmoeras. Scenario 2: natte zilte graslanden Open landschap omgeven door een lage dijk en gedomineerd door zilte graslanden, her en der afgelijnd met rietkragen langs grachten, eventueel lokaal met ruigere vegetaties en rietveldontwikkeling Scenario 3: ontpoldering Open kommen-oeverwal-krekenlandschap (slikken en schorren) met een mozaïek van zilte pioniersgemeenschappen en zilte graslanden, op de hoogste delen ontstaan rietkragen langs kreken en grachten, eventueel lokaal met rietveldontwikkeling. Gebied omgeven door een relatief hoge zeewerende dijk 3.3 De effecten Deze bestemmingswijziging heeft volgende bedoelde effecten: Het creëren van waardevolle natuur waardoor aan een maatschappelijke vraag naar meer natuur wordt voldaan. Het natuurgebied kan een aantal functies vervullen zoals nutriëntenverwijdering, kraamkamerfunctie voor garnalen en andere vissoorten, sedimentatievang, Het natuurgebied kan een aantrekkingspunt zijn voor kusttoeristen en natuurrecreanten. De bezoekers of passanten die het gebied reeds heeft, kennen een hogere (of lagere) belevingswaarde toe aan de omgeving. Het gebied kan in scenario 3 dienst doen als komberging voor water van op de IJzer en zo bijdragen tot de veiligheid tegen overstromen langs de IJzer. Vermoedelijk is het effect zeer beperkt. Deze bestemmingswijziging heeft volgende niet-bedoelde effecten: Verdwijnen of beperken van de landbouwfunctie in het gebied. Slechts een zeer extensieve vorm van landbouw is mogelijk in het gebied.(maaibeheer, begrazing). De in het gebied gelegen hoeve zal moeten verplaatst worden. Afhankelijk van het scenario kan het project op lange termijn ook een invloed hebben op de zoetwaterbel die buiten het gebied ligt. Het grondwater is vermoedelijk reeds licht zilt, maar dit kan op lange termijn (na 100-den jaren) versterkt worden bij scenario 3. Dit heeft op langere termijn dus een negatieve invloed op de tuinbouw buiten het gebied en de grondwaterstromen in de omgeving. De zandgronden ten noordwesten van het gebied

29 laten het zeewater makkelijker infiltreren, met een pluim die afbuigt naar het westen.. Hier gaat de verzilting sneller. In geval van scenario 2 en scenario 3 verdwijnen historische relicten in de bodem. In scenario 1 zijn er mogelijkheden om een deel ervan te herstellen en blijven ze wel behouden voor het nageslacht. Scenario 2 en scenario 3 kunnen een invloed hebben op de afvoer van het regenwater via het Geleed en een gracht die het westelijk deel van. Dit kan opgelost worden mits een aantal maatregelen. Deze worden meegenomen in de investeringskosten. Scenario 1 variante 1b of 1f (waar delen worden afgegraven) verhogen de veiligheid tegen overstromingen buiten het gebied.

30 3.4 Kwantificering en waardering van de effecten in een kosten-baten analyse van een natuurontwikkelingsgebied 3.4.1 Ecosysteemfuncties Naast de kosten moeten de maatschappelijke baten ingeschat worden van de nieuwe welvaartsfuncties die de natte natuur kan vervullen, of hoe zij bijdraagt aan een betere invulling van bestaande functies. In de literatuur wordt de totale economische waarde van natuur opgebouwd uit verschillende componenten (Pearce&Moran, 1994; Hanley&Spash,1997): Gebruikswaarde o Directe gebruikswaarde: waarde die rechtstreeks door de producten en diensten die het natuurproject vervult voor de mens kan verkregen worden. In deze studie worden 2 grote groepen meegenomen. Productiewaarde: producten en diensten uit de natuur die rechtstreeks vermarkt worden zoals voedsel, grondstoffen en energiebronnen. In deze nota worden de functies die deze waarde genereren productiefuncties genoemd. Deze kunnen meestal rechtstreeks gewaardeerd worden omdat er een markt voor bestaat. Ook wijzigingen in de recreatiesector vallen hieronder. Informatiewaarde: natuurgebieden verschaffen informatie aan de mens (wetenschappelijk, esthetisch, recreatieve beleving ). Ze bieden ruimte om te wandelen/fietsen, spelen en te beleven (schoonheid, rust, ). Deze functie kan gewaardeerd worden door de betalingsbereidheid van de gebruikers te meten. o Indirecte gebruikswaarde: hier kan men denken aan diensten die de natuur voorziet zoals schoon water, schone lucht, De meeste van deze waarden vloeien voort uit de capaciteiten die een ecosysteem heeft om essentiële ecologische processen en life support systemen te reguleren via biochemische cycli. De functies die deze waarden genereren worden regulatiefuncties genoemd. Deze zullen gewaardeerd worden via een indirecte marktwaarde. Niet gebruikswaarde: Dit is de waarde die de mens hecht aan het feit dat er groene leefruimte beschikbaar is voor planten en dieren, ongeacht gebruik van het gebied (bestaanswaarde), en dat deze ook voor de toekomstige generaties gevrijwaard wordt (verervingswaarde). De enige manier om deze waardering voor groene ruimte mee te nemen is om de mensen te bevragen naar hun betalingsbereidheid om het gebied te verkrijgen of te behouden. In de volgende paragrafen wordt eerst de theoretische onderbouwing gegeven van de waardering van het ecosysteem. In paragraaf 4.4 wordt aangegeven hoe de kengetallen voor de waardering van de natuur tot stand zijn gekomen.