Wethouder van Stedelijke Economie, Zorg en Havens drs. K.P. Klein Gemeente Den Haag De voorzitter van Commissie Samenleving BSW/2014.241 RIS 278561 06-52026220 18 november 2014 Toezeggingen commissie Samenleving 30 oktober 2014 Geachte voorzitter, Bij de bespreking van het beleidsplan Wmo 2015-2016 en de bijbehorende verordening in de vergadering van 30 oktober 2014 van uw commissie, is door mij een aantal toezeggingen gedaan. Op 6 november 2014 heb ik u een brief gestuurd met daarin een overzicht van de toezeggingen waarover nadere informatie verstrekt gaat worden. In deze brief ga ik in op deze toezeggingen. 1. Het College bescherming Persoonsgegevens en privacy bescherming Den Haag. Om ook bij het uitvoeren van de nieuwe taken de privacy van haar inwoners te beschermen, voert de gemeente Den Haag privacy impact assessments uit op de nieuwe processen. Met deze privacy impact assessments worden eventuele risico's in kaart gebracht, waarop de gemeente Den Haag maatregelen treft om deze weg te nemen dan wel te beperken. De uitvoering van deze assessments gaat in samenwerking met experts op gebied van privacybescherming. Voldoen aan de Wet bescherming persoonsgegevens en de relevante materiewetten (Wmo, Jeugdwet en Participatiewet) zijn voor de gemeente Den Haag een vereiste. Met het College bescherming persoonsgegevens wordt afstemming gezocht. 2. De systematiek voor wat betreft de kwaliteitseisen van het PGB (incl. de 10 uurs-problematiek, het trekkingsrecht en de rol van de sociale verzekeringsbank) Conform toezegging ontvangt uw commissie voorafgaand aan de behandeling van het raadsvoorstel/ verordening een brief over de PGB-systematiek. armand brinkman
BSW/2014.241 2 3. Het communicatieplan Wmo en de samenhang met de andere decentralisaties Het communicatieplan 3D wordt in de maand november aan de raad gestuurd. 4. De financiële gevolgen voor de zorgkosten van mensen uit verschillende inkomensgroepen (de toekenningscriteria voor verschillende betrokken regelingen (Ooievaarspas, eigen bijdragen, collectieve zorgverzekering etc) en mogelijke scenario s voor te maken keuzes. De Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (Wtcg) en de Compensatie eigen risico (Cer) worden per 1-1-2015 afgeschaft. Om gemeentes in staat te stellen chronisch zieken en gehandicapten financieel te ondersteunen wordt een deel van het landelijke budget overgeheveld naar de gemeenten. Er blijft ongeveer een derde van het landelijke budget over voor gemeentes. Voor Den Haag gaat het om 6 mln. euro. Gevolgen afschaffing landelijke tegemoetkomingen Een van de redenen van het afschaffen van de landelijke regelingen was de ondoelmatigheid van de verstrekkingen. Er werden bedragen uitbetaald zonder dat duidelijk was of deze ook gebruikt werden voor zorgkosten. Uit een onderzoek van TNO 1 blijkt dat WTCG gerechtigden vaak volledig uiteenlopende meerkosten hebben. Dit varieert van 0,- tot enkele duizenden euro s aan meerkosten zoals in onderstaande tabel staat toegelicht. Tabel 1 Gerapporteerde meerkosten van ontvangers van de WTCG voor zorg en hulpmiddelen (in %) % 0 27 1-100 6 101-250 9 251-500 11 501-1000 15 1001-2000 14 2001-5000 14 5001 en meer 4 De daadwerkelijke effecten van het wegvallen van de landelijke regelingen betekent voor sommige burgers het wegvallen van een leuk extraatje, maar voor anderen betekent dit dat zij hun zorgkosten niet meer kunnen betalen. Gemeentelijke ondersteuning Mensen met een chronische ziekte of handicap kunnen geconfronteerd worden met meerdere directe en indirecte zorgkosten. In de commissiebrief Ondersteuning Chronisch Zieken en Ouderen per 2015 (RIS 277560) heeft wethouder Baldewsingh aangegeven op welke wijze het college de ondersteuning aan deze doelgroepen vorm geeft, waarbij er vooral oog is voor die mensen die door (een stapeling van) zorgkosten financieel in de knel dreigen te komen. De in deze brief omschreven maatregelen staan in de onderstaande tabel samengevat: 1 IMPACT van ICF op verbetering van de afbakening van de Wtcg-doelgroep (TNO 2011)
BSW/2014.241 3 Tabel 3: ondersteuning chronisch zieken Den Haag per 2015 Inkomensgrens Voorzieningen Tot 110% van sociaal minimum 20,- p/m premiekorting collectieve zorgverzekering 125,- p/j tegemoetkoming chronisch zieken Individuele bijzondere bijstand Tussen 110% -130% sociaal minimum 10 p/m premiekorting collectieve zorgverzekering 125 p/j tegemoetkoming chronisch zieken Individuele bijzondere bijstand onder verrekening draagkracht Tussen 130%-150% sociaal minimum 125,- p/j tegemoetkoming chronisch zieken Individuele bijzondere bijstand onder verrekening draagkracht Directe zorgkosten en het eigen risico worden binnen de collectieve zorgverzekering gecompenseerd. Voor indirecte zorgkosten is er de gemeentelijke tegemoetkoming voor chronisch zieken. Mochten beide voorzieningen wegens een stapeling van kosten niet toereikend zijn en kunnen de kosten niet uit het eigen inkomen of vermogen worden betaald, dan biedt de individuele bijzondere bijstand een vangnet. Door de forse kortingen op de regelingen voor chronisch zieken door het rijk kunnen niet alle negatieve effecten gecompenseerd worden. Met het bovenstaand pakket aan maatregelen zorgt het college dat ook de zorg voor Haagse burgers met een lager inkomen betaalbaar blijft en de beschikbare middelen doelmatig worden ingezet om daadwerkelijke meerkosten van chronisch zieken te compenseren. 5. De wijze waarop de gemeente de landelijke korting op het budget begeleiding heeft opgevangen en de keuzes die hieraan ten grondslag liggen. De rijksoverheid draagt per 1-1-2015 de begeleiding over aan gemeenten met een korting. Deze korting is 11% in het jaar 2015 en loopt stapsgewijs op tot 25%. De gemeente Den Haag kiest voor zorgcontinuïteit en goede afspraken met de gecontracteerde aanbieders. De door het Rijk opgelegde korting wordt verdisconteerd in de nieuwe financieringssystematiek van de maatwerkvoorziening ondersteuning. De gemeente wil af van de uurtje-factuurtje systematiek van de AWBZ. Het college heeft daarom gekozen voor een andere manier van financieren. Met de gekozen systematiek geeft de gemeente veel vertrouwen aan de aanbieders. De financieringssystematiek is gebaseerd op het uitgangspunt van een gemiddeld tarief per doelgroep. De aanbieder kan de inzet voor lichte en zware cliënten middelen en hiermee gemiddeld uitkomen. De aanbieders krijgen veel vrijheid om hun cliënten te ondersteunen op die manier die het beste bij de cliënt past met een simpele manier van financieren die gezonde prikkels bij de aanbieders legt. 6. De inrichting van een board van deskundigen die de transitie volgt en monitort en gevraagd en ongevraagd advies geeft. De wijze waarop de transitie wordt gemonitord, uitgaande van een nulmeting, klantbeleving en raadsinformatie. Het college vindt het van groot belang dat er nauwgezet getoetst wordt hoe de uitvoering van het nieuwe beleid uitpakt, zodat waar nodig kan worden bijgestuurd. Er zijn diverse instrumenten die we voor deze monitoring gaan inzetten: 1. Het klantervaringsonderzoek. De commissie heeft in de vergadering van 30 oktober gevraagd om niet alleen te kijken naar klanttevredenheid, maar breder naar de klantbeleving. In het beleidsplan wordt het zogenaamde klantervaringsonderzoek al genoemd. Dit onderzoek is bedoeld om te meten hoe burgers de aan hen geboden maatschappelijke ondersteuning ervaren. Het onderzoek wordt in gezamenlijk opdrachtgeverschap van het ministerie van VWS en VNG ontwikkeld, zodat het ook als benchmark kan dienen, en zal ook vragen in relatie tot de klantbeleving omvatten.
BSW/2014.241 4 Dit onderzoek zal jaarlijks aan de raad worden gestuurd. Ook zal het onderzoek een plek krijgen in het brede onderzoeksprogramma sociaal domein. 2. Kritische Prestatie Indicatoren (KPI's). Er wordt een besturingssysteem ingericht waarmee periodiek inzichtelijke kan worden gemaakt welke prestaties er worden geleverd en of dit binnen het budget gebeurt. Aan de hand van een nulmeting zal gedurende het jaar bekeken worden hoe de prestaties zich ontwikkelen. De Raad zal hier elk kwartaal een rapportage over ontvangen. 3. Externe experts (zie beleidsplan). De commissie heeft gevraagd of het onafhankelijk platform zo snel mogelijk kan worden ingericht. De wethouder heeft toegezegd om per 1 januari 2015 dit platform van start te laten gaan. 7. De ontwikkelingen van het overgangsrecht Het overgangsrecht betreft voor de maatwerkvoorziening ondersteuning alleen het jaar 2015. Het college heeft ervoor gekozen om burgers, van wie de indicatie tot na 1 januari 2016 doorloopt, niet eerder een ander aanbod te doen. In de begroting voor 2015 is hier rekening mee gehouden. Alle burgers van wie de indicatie vóór 1 januari 2016 afloopt zullen wel opnieuw beoordeeld worden. Het college verwacht geen bijzondere ontwikkelingen in het overgangsrecht, maar informeert de raad zodra er zaken spelen. 8. Hoe geborgd wordt dat ook zorgaanbieders die niet segment 1 aanbieden toegang kunnen hebben tot het wijkzorgteam en de buurtzorg (inclusief de afstemming tussen gemeente en zorgverzekeraars CZ heeft, als preferente zorgverzekeraar/zorgkantoor, de wijkverpleegkundige schakelfunctie (segment 1) ingekocht bij een coöperatie van aanbieders. Alle aanbieders die aan de algemene inkoopvereisten voldoen, kunnen participeren in deze coöperatie. Vanuit de coöperatie worden de segment 1 wijkverpleegkundigen geleverd die onderdeel gaan uitmaken van de sociale wijkzorgteams in Den Haag. Over de verbinding met de sociale wijkzorgteams vindt afstemming plaats tussen Den Haag, de aanbieder en de zorgverzekeraar. Specifiek voor deze segment 1 wijkverpleegkundigen is dat zij voor deze deelname betaald worden vanuit de middelen (40 mln.) die daarvoor beschikbaar zijn gesteld door het Rijk aan de zorgverzekeraars. In tegenstelling tot wijkverpleegkundigen segment 2 kunnen de segment 1 wijkverpleegkundigen diensten leveren aan alle wijkbewoners, ongeacht waar ze verzekerd zijn. Net zoals bijvoorbeeld de huisartsen leveren zij zogenaamde niet toewijsbare zorg. Wijkverpleegkundigen segment 2 leveren zorg op basis van indicatie die nodig is voor declaratie bij de betreffende zorgverzekeraar. Alle wijkverpleegkundigen - segment 1 en 2 - hebben, zoals de naam al zegt, een wijkgerichte functie en derhalve een rol binnen de wijkgerichte zorg en het wijknetwerk. Met de zorgverzekeraars (die in Den Haag het grootste aantal verzekerden hebben) worden convenanten afgesloten gericht op een duurzame samenwerking. De samenwerking gaat onder meer over een goede afstemming van zorg en ondersteuning waardoor bijvoorbeeld dubbelingen, zoals bijvoorbeeld de geschetste situatie, worden tegen gegaan. 9. De mogelijkheid om de hoogte van salarissen als uitsluitingsgrond te handhaven bij aanbestedingen. De mogelijkheid om alleen met organisaties samen te werken die zonder winstoogmerk werken (geen winstuitkering aan aandeelhouders bijv.) Het is op grond van Europese regelgeving niet mogelijk om de hoogte van salarissen van bestuurders als uitsluitingsgrond in het bestek bij aanbesteding op te nemen. Eisen mogen niet discriminerend zijn en moeten proportioneel verband houden met de opdracht. Niet valt in te zien waarom inschrijvers die bestuurders hebben die meer dan de Balkenende Norm verdienen, technisch of financieel niet in staat zouden zijn naar tevredenheid de voorgeschreven diensten tegen vooraf vastgestelde tarieven te verrichten.
BSW/2014.241 5 Ditzelfde geldt ook voor de vraag of het mogelijk is om alleen samen te werken met organisaties zonder winstoogmerk. Ook dit is een disproportionele eis bij aanbestedingen. 10. Het bestek aanbesteding maatwerkvoorziening komt ter inzage bij de griffie te liggen. Het bestek ligt ter inzage in de leeskamer van de griffie, map nr. 045. 11. De mogelijkheid om individuele voorzieningen te leasen Een brief over de mogelijkheden van het leasen van individuele voorzieningen wordt in het eerste kwartaal van 2015 naar de commissie gestuurd. Hierbij worden ook de mogelijkheden van het stimuleren van hergebruik bekeken. 12. Het procesvoorstel over de ontwikkeling van zorgcoörperaties De komende 2 jaar gaan we de zorg en ondersteuning verder ontwikkelen. Daarbij werken we toe naar een organisatieopzet per stadsdeel waar principes van eigenaarschap, buurtgerichtheid en samenhang, samen komen in één concept: zorgcoöperaties. De kanteling naar een organisatieopzet per stadsdeel, en meer eigenaarschap voor de inwoners is een grote uitdaging. We gaan uitzoeken wat voor de gemeente Den Haag de beste vorm is om zaken op stadsdeel/wijkniveau te organiseren en eigenaarschap van de burgers te vergroten. De jaren 2015 en 2016 gebruiken we om de decentralisaties goed te regelen en te experimenteren met nieuwe vormen van eigenaarschap in de wijk. Voor de zomer van 2015 wordt aan de raad een voorstel voorgelegd hoe de zorgcoöperaties in Den Haag vormgegeven kunnen worden. De raad wordt uitgenodigd actief mee te denken over deze invulling en input mee te geven aan het college. In het derde kwartaal van 2015 worden deze eerste plannen getoetst in een of meerdere pilots in de stad. De ervaringen uit deze pilots worden weer gedeeld met de raad om verder mee te denken over de invulling van de zorgcoöperaties. Aan het eind van 2015 worden de contracten voor de maatwerkvoorziening ondersteuning geëvalueerd. Deze evaluatie wordt met de raad gedeeld en dient ook als input voor de verdere uitwerking van de plannen voor de zorgcoöperaties. Eventuele kaders voor inkoop of subsidie die hieruit voortvloeien worden in 2016 met de raad besproken. In 2016 dient ook te worden besloten op welke wijze de verschillende maatwerkvoorzieningen worden georganiseerd. Gaan we verder met de huidige inkoop en contractering, of wordt subsidiering de nieuwe wijze van financiering? Welke voorzieningen krijgen een plek in de zorgcoöperaties en welke blijven apart daarvan georganiseerd? Hierbij staat de vraag voorop op welke manier de burger het beste geholpen kan worden. Het college hecht er belang aan dat de zorg en ondersteuning in nauwe samenwerking met de raad en andere partijen in de stad wordt vormgegeven. In de komende twee jaar komen we hierover nog vaak te spreken en zullen we de inzichten van de raad bij de doorontwikkeling van de zorg en ondersteuning in de stad betrekken. Met vriendelijke groet, de wethouder van Stedelijke Economie, Zorg en Havens, Karsten Klein