Zienswijze Aan het College van Burgemeester en Wethouders Stadskantoor Claudius Prinsenlaan 10 4811 DJ Breda Datum: 26 oktober 2009 Betreft: Bouwplannummer 2008/4796/RB/01 Vrijstelling Bouwverordening 2007 art. 2.5.30 lid 6 Geacht College, N.a.v. uw brief van 13 oktober j.l., willen wij u bij deze onze zienswijze kenbaar maken m.b.t. uw voornemen om op grond van artikel 2.5.30, zesde lid van de Bouwverordening 2007 vrijstelling te verlenen van het bepaalde in artikel 2.5.30, eerste lid van de Bouwverordening, ten behoeve van het realiseren van 61 extra parkeerplaatsen die grotendeels in het openbaar gebied ten westen van de woontorens van het project Sculptura zouden worden gesitueerd. Uw voornemen is vergezeld van bovenstaande gewijzigde inrichtingstekening die u op 7 oktober 2009 van Ontwikkelingscombinatie Wonen Breburg/Nederlandse Bouw Unie heeft ontvangen. Zienswijze op voornemen voor vrijstelling bouwverordening m.b.t. bouwplannummer 2008/4796/RB/01 Pagina 1
Vrijstellingsvoornemen is onzorgvuldig en niet gemotiveerd. In de toelichting van artikel 2.5.30, eerste lid van de Bouwverordening staat zeer duidelijk omschreven waarom volgens het Bredase pakeerbeleid de parkeervoorzieningen van nieuwbouwprojecten moeten worden opgelost op eigen terrein: "Er dient voorkomen te worden dat door bouwactiviteiten de parkeerdruk in de omgeving hoog of zelfs te hoog wordt. Dit zou ten koste gaan van de (verkeers-)leefbaarheid van de woon/werkomgeving. In het verleden werd daar niet of nauwelijks aandacht aan geschonken met als gevolg een hoge parkeerdruk in de openbare omgeving. Dit leidde veelal tot verkeersleefbaarheidsproblemen waarvoor de gemeente Breda verantwoordelijk voor werd gehouden. Ook voor de gemeente werd het daarom ook steeds moeilijker (ruimtelijk) en duurder (financieel) om deze parkeerproblemen weg te nemen. Vanuit rijkswege is men steeds meer doordrongen geraakt dat het autobezit moeilijk teruggedrongen kan worden. Er heeft daarom een bepaalde acceptatie plaatsgevonden dat dit autobezit niet zondermeer teruggedrongen kan worden door het verlagen van de parkeernormen. De gemeente Breda wil echter niet telkens de voortvloeiende parkeerproblemen in het (dure) openbare gebied zelf oplossen maar de veroorzaker daarvoor verantwoordelijk stellen. Dit heeft geleid tot betreffend artikel wat er op neerkomt dat de veroorzaker van de parkeervraag deze ook zelf oplost op eigen terrein. Het maakt daarbij niet uit hoe het parkeren wordt opgelost mits het maar op eigen terrein gebeurt. Dit betekent dat de parkeervoorziening op, in of onder de gebouwde voorziening plaatsvindt, of in ieder geval buiten de gebouwde voorziening maar wel binnen het bijbehorende perceel." In de toelichting van artikel 2.5.30, zesde lid van de Bouwverordening staan de gronden en criteria omschreven op basis waarvan burgemeester en wethouders vrijstelling kunnen verlenen om te voldoen aan de parkeernorm: "Hiertoe mag alleen dan worden overgegaan indien burgemeester en wethouders van mening zijn dat op grond van omstandigheden het nagenoeg onmogelijk is om aan deze parkeernorm te voldoen en waarbij bovendien burgemeester en wethouders van mening zijn dat de ontwikkeling zeer wenselijk is. Het niet kunnen voldoen aan de parkeernorm wordt ingegeven door ruimtelijke of door technische overwegingen. De wenselijkheid van de ontwikkeling kan alleen door burgemeester en wethouders worden bepaald. Dit kan bijvoorbeeld te maken hebben met economische motieven. Daarnaast zijn er echter criteria die per geval moeten worden bekeken, zoals veiligheid, ruimtelijke inpasbaarheid, toegankelijkheid van de parkeerplaatsen, en bereikbaarheid in het algemeen. Een vrijstellingsmogelijkheid om te voldoen aan de vereiste parkeernorm op- aan of onder de bebouwing of binnen de eigendomsgrenzen van het perceel, is mogelijk indien op een andere, creatieve wijze de opgeroepen parkeervraag kan worden opgevangen. Basis hierbij is dat de ontwikkeling geen extra parkeerdruk legt op het openbare gebied." Uw brief van 13 oktober j.l. volstaat met de constatering dat de bestemming "groenvoorzieningen" van het gebied ten westen van de woontorens het gebruik van deze gronden voor parkeervoorzieningen toelaat. Een motivering waarom de volgens de rechtbank vereiste 61 extra parkeerplaatsen voor bezoekers niet op eigen terrein kunnen worden gerealiseerd ontbreekt. Eveneens ontbreekt een onderbouwing van de (on)wenselijkheid van het realiseren van dergelijke parkeervoorzieningen in het openbare gebied m.b.t. ruimtelijke inpasbaarheid en verkeersveiligheid. Kanttekeningen bij de ruimtelijke inpasbaarheid en verkeersveiligheid Ten aanzien van de ruimtelijke inpasbaarheid en verkeersveiligheid willen wij de volgende kanttekeningen plaatsen: 1. Het gebied ten westen de woontorens maakt deel uit van het groengebied dat de basis vormt van het stedenbouwkundig plan Talmazone. Dat dit gebied groen blijft is in het bestemmingsplan opgenomen als randvoorwaarde voor de ontwikkeling van de Talmazone. (Zie: Bestemmingsplan Heuvel/Talmazone, toelichting, pg. 13.) Zienswijze op voornemen voor vrijstelling bouwverordening m.b.t. bouwplannummer 2008/4796/RB/01 Pagina 2
Tevens is - n.a.v. een inspraakreactie van WonenBreburg in het bestemmingsplan t.a.v. de woontorens heel specifiek gesteld: "Het is niet de bedoeling dat een los parkeerveld naast de bebouwing wordt aangelegd. Dit zou ten koste gaan van de gewenste groene karakteristiek van het omliggende park." (Zie: Bestemmingsplan Heuvel/Talmazone, toelichting, pg. 45.) 2. Een deel van het betreffende groengebied is tevens aangewezen als hondenlosloopplaats. Dit hondenlosloopterrein vervangt het eerdere hondenlosloopterrein aan de Heuvelbrink, en moet bijdragen aan het terugdringen van de overlast door hondenpoep. (Zie: Aanwijzingsbesluit Hondenlosloopterrein Locatie Talmastraat, Kenmerk BRD/2006.30568 d.d. 19 januari 2007, en de daarin opgenomen motivatie.) Zienswijze op voornemen voor vrijstelling bouwverordening m.b.t. bouwplannummer 2008/4796/RB/01 Pagina 3
3. N.a.v. een werkbezoek aan Heuvel zijn in de Raadscommissie Bouwen en Wonen op 14 mei 2009 diverse vragen gesteld aan het College m.b.t. het project Sculptura. Deze vragen zijn deels onbeantwoord (verkeersveiligheid) of er is voorgesteld/meegedeeld dat het betreffende onderwerp zou worden besproken in overleg tussen gemeente, ontwikkelaars en bewoners (parkeertekort). Ook zij het niet direct in verband met het project Sculptura zou nagegaan worden of het aantal hondenuitlaatplaatsen in gebieden met klachten voldoende is. (Zie bijlage 1: Besluitenlijst Commissie Bouwen en Wonen d.d. 14 mei 2009, pg. 8/9.) 4. Op 3 juni 2009 is door WonenBreburg en Stichting Wijkbelang Heuvel een avond georganiseerd waarop bewoners van Heuvel mochten meedenken over de inrichting van het beoogde extra parkeerterrein. De op deze avond aanwezige bewoners hebben te kennen gegeven dat ze überhaupt geen extra parkeerterrein in het betreffende gebied wensen en handhaving van het hierboven onder 1. en 2. vermelde groen en hondenlosloopterrein. Tevens is een lijst met 58 eerder verzamelde handtekeningen overhandigd van bewoners die deze wens onderschrijven. (Zie bijlage 2: Verslag inventarisatieavond extra parkeervoorziening Sculptura, en bijlage 3: Handtekeningenlijst.) 5. Op 23 juni 2009 is op de 1 e Wijktafel Heuvel het stedenbouwkundig plan Talmazone in één van de werkgroepen aan de orde geweest. Van gemeentezijde is hier nog eens het bekende verhaal van "het spiegelend bouwen en de groene vingers" uitgelegd, met de mededeling dat aantasting van de groene zone uit den boze is. Op de 2 e Wijktafel Heuvel op 19 oktober 2009 is ook expliciet de volgende door de gemeente geformuleerde ambitie voor de periode 2010 t/m 2015 op tafel gelegd: "Vasthouden van de stedenbouwkundige en architectonische kwaliteiten bij de uitvoering van nieuwbouwprojecten door middel van goede randvoorwaarden bij de projecten." Het bovenstaande in aanmerking genomen en in het kader van de open planprocedure die u zegt te hanteren is uw voornemen voor het toestaan van het beoogde extra parkeerterrein ons een raadsel. Kanttekeningen bij de procedure 1. Openbare besluitvorming Het is ons niet duidelijk waarom wij nu in de gelegenheid worden gesteld om onze op 11 november 2008 ingediende zienswijze m.b.t. het bouwplan van Toren 3 aan te vullen. De aard van het gewijzigde inrichtingsplan en de consequenties voor de omgeving lijken ons dermate afwijkend van het originele, op 4 september 2008 ingediende bouwplan dat mogelijk andere belanghebbenden ook in de gelegenheid moeten worden gesteld om zienswijzen in te dienen. Het lijkt ons derhalve evident dat het onderhavige plan als gewijzigde bouwaanvraag de reguliere procedure - inclusief openbare bekendmaking - zou moeten doorlopen. 2. Gecombineerde vrijstelling bestemmingsplan en vrijstelling bouwverordening De op 11 februari 2009 verleende en op 27 juli 2009 door de rechtbank vernietigde bouwvergunning voor Toren 3 ging vergezeld van een ontheffing van het bestemmingplan t.a.v. de bouwhoogte. In artikel 16 a van het bestemmingsplan is bepaald dat u bevoegd bent een dergelijke vrijstelling te verlenen "mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden". Gelet op het laatste, gelet op uw voornemen om op deze aangrenzende gronden m.b.v. een vrijstelling van de bouwverordening een extra parkeerterrein toe te staan, en gelet op de in onze zienswijze van 11 november 2008 aangevoerde bezwaren op dit punt (3. Opschaling van het aantal woningen en hoogte van de woontorens), lijkt ons een heroverweging van de vrijstelling van het bestemmingsplan noodzakelijk. Zienswijze op voornemen voor vrijstelling bouwverordening m.b.t. bouwplannummer 2008/4796/RB/01 Pagina 4
3. Aanduiding bestemmingsgrenzen Op de gewijzigde inrichtingstekening zijn geen bestemmingsgrenzen aangegeven, zodat niet duidelijk is welke parkeerplaatsen op eigen terrein dan wel in de openbare ruimte zijn gesitueerd. Gezien de aard van de voorgenomen vrijstelling van de bouwverordening lijkt ons een aanduiding van de bestemmingsgrenzen in het inrichtingsplan essentieel. Hoogachtend, J. Veuger & L. Snelders, Heuvelbrink 107, 4812 GR Breda A. Marijnissen & R. Kleywegt, Heuvelbrink 99, 4812 GR Breda A. Herbers, Heuvelbrink 111, 4812 GR Breda A. Mossink, Heuvelbrink 113, 4812 GR Breda Namens deze, Gezamenlijk correspondentieadres: Heuvelbrink 107 4812 GR Breda Bijlagen: bijlage 1: Besluitenlijst Commissie Bouwen en Wonen d.d. 14 mei 2009, pg. 7/8. bijlage 2: Verslag inventarisatieavond extra parkeervoorziening Sculptura d.d. 3 juni 2009. bijlage 3: Handtekeningenlijst d.d. 23 mei 2009. Zienswijze op voornemen voor vrijstelling bouwverordening m.b.t. bouwplannummer 2008/4796/RB/01 Pagina 5