< OEFENMATERIAAL NIEUWE STIJL > << BEVAT 15 MC VRAGEN EN 1 MINICASE >> EXAMENOPGAVEN MODULE A1, ONDERDEEL 1 EN 2 Tijd: 10.00 11.30 uur (90 minuten) U kunt rekenen op ongeveer één uur per onderdeel (module A1 bestaat uit twee onderdelen). Het examen bevat 35 meerkeuzevragen en 2 minicases met elk vijf meerkeuze vragen. Het is de bedoeling dat u uit de vier (en soms drie) antwoordmogelijkheden het meest juiste antwoord kiest. U mag maar één antwoordmogelijkheid noteren. Aantal vragen: 15 mc + 1 minicase (oefenmateriaal)* Aantal pagina s: 7 * NIMA A1 examen bestaat uit 35 meerkeuze vragen en 2 minicases met elk 5 meerkeuze vragen Controleer zorgvuldig of alle pagina s in de goede volgorde aanwezig zijn. Raadpleeg in geval van een afwijking een surveillant. Succes! Publicatie van deze opgaven mag alleen na schriftelijke toestemming van NIMA. 1
Vraag 1 (1 punt) Bij welk selectiemechanisme hoort de uitspraak: je ziet wat je wilt zien? a. Selectief onthouden. b. Selectief interpreteren. c. Selectief blootstellen. d. Selectieve perceptie. Exameneis: 1.17 Literatuur: Michels, pagina 36 Vraag 2 (1 punt) Voor onderzoek wordt vaak gebruik gemaakt van een interview. Wat is een nadeel van een mondeling interview? a. Weinig mogelijkheden om door te vragen. b. Je kan alleen verbale communicatie meenemen. c. Verwerking van gegevens is vaak lastig. d. Je kan maar een soort afbeeldingen tonen. Antwoord: c Exameneis: 5.28 Literatuur: Michels, pagina 53 Vraag 3 (1 punt) Van welke methode van onderzoek maakt men gebruik als men een aantal deskundigen hun mening laat geven en de deelnemers daarna herhaaldelijk met elkaars mening confronteert om consensus te bereiken? a. Delphi-methode. b. Laddering. c. Kelly Grid. d. Fotosortering. Exameneis: 5.28 Literatuur: Hogendoorn, pagina 137 Vraag 4 (1 punt) Wat wordt in de grafische wereld bedoeld met korps? a. Hoofdletters. b. Kleine letters. c. Een gelijke linker- en rechterkant. d. Grootte van de letter. Exameneis: 8.7 Literatuur: Michels, pagina 396/397 2
Vraag 5 (1 punt) Wat is bij een persbericht de lead? a. Het belangrijkste nieuwsfeit en wie er verantwoordelijk voor is. b. De informatie voor de redacties, niet voor publicatie. c. Het antwoord op de vier W s. d. Geeft de oprolbaarheid van een persbericht weer. Antwoord: c Exameneis: 9.21 Literatuur: Michels, pagina 364 Vraag 6 (1 punt) Wat wordt bedoeld met het geheel van gewoonten, regels, ervaringen, normen en waarden waarop de ontvanger zijn denken en handelen baseert? a. Referentiekader. b. Ruis. c. Terugkoppeling. d. Feedback. Exameneis: 1.6 Literatuur: Michels, pagina 25 Vraag 7 (1 punt) Bij een crisis kunnen verschillende strategieën worden ingezet. Welke strategie kan ingezet worden als de crisis buiten de organisatie ligt, maar de media en het publiek daar anders over denkt? a. Distantie bewaren. b. Kansen keren. c. Acceptatie door excuus en verbeteringen. d. Underdog spelen. Exameneis: 2.34 Literatuur: Michels, pagina 200 Vraag 8 (1 punt) Wat is een belangrijk instrument bij public affairs? a. Lobby. b. Public relations. c. Voorlichting. d. Issue management. Exameneis: 2.41 Literatuur: Michels, pagina 197 3
Vraag 9 (1 punt) Van welk type onderzoek is sprake als men doelgroepen segmenteert op andere variabelen dan alleen demografische of sociaaleconomische? a. Lifestyleonderzoek. b. Trackingsonderzoek. c. Creatie onderzoek. d. Corporate-onderzoek. Exameneis: 5.34 Literatuur: Hogendoorn, pagina 183 Vraag 10 (1 punt) In de drukwereld wordt gebruikt gemaakt van een aantal kleuren. Welke kleur wordt bedoeld met magenta? a. Rood. b. Blauw.. c. Groen. d. Paars. Exameneis: 8.18 Literatuur: Michels, pagina 396 Vraag 11 (1 punt) Op een persbericht dat u verstuurd, zet u dat het niet gepubliceerd mag worden voor 12 juli om 13.00 uur. Toch hoort u in de ochtend uw nieuws al op de radio. Wat is hier geschonden? a. Het primeurrecht. b. De off the record afspraak. c. De sub rosa afspraak. d. Het embargo. Exameneis: 9.9 Literatuur: Michels, pagina 363 Vraag 12 (1 punt) Wat is de relatie tussen interne-, corporate en marketingcommunicatie? a. Corporate communicatie is de paraplu van de communicatie van de organisatie. b. Marketingcommunicatie is de paraplu van de communicatie van de organisatie.. c. Interne communicatie bepaalt de andere communicatie disciplines. d. Er is geen verband tussen deze drie Exameneis: 3.6 Literatuur: Michels, pagina 30 4
Vraag 13 (1 punt) Als we het hebben over: een tijdelijke of vaste groep mensen in een organisatie die is betrokken bij de beslissing om een nieuw product aan te schaffen, wat bedoelen we dan? a. De DETEP methode. b. De waardeposities van Treacy en Wiersema. c. De Ansoff-matrix. d. De DMU. Exameneis: 4.11 Literatuur: Michels, pagina 260 Vraag 14 (1 punt) Zet de stappen van een adviestraject in de juiste volgorde? a. Oriëntatie, intake, probleemanalyse, plan van aanpak, advies, afronding. b. Oriëntatie, probleemanalyse, intake, advies, plan van aanpak, afronding. c. Probleemanalyse, oriëntatie, advies, intake, plan van aanpak, afronding. d. Probleemanalyse, plan van aanpak, oriëntatie, intake, advies, afronding. Exameneis: 5.37 Literatuur: Michels, pagina 374 Vraag 15 (1 punt) Wat betekent in de grafische wereld vrije regelval? a. Een verspringende rechterkantlijn. b. Een verspringende linkerkantlijn. c. Gebruik van hoofd- en kleine letters. d. De ruimte tussen twee regels van een tekst. Exameneis: 8.18 Literatuur: Michels, pagina 396 5
Case 1 Verzekeringsmaatschappij slaat vleugels uit Verzekeringsmaatschappij Prevent is gevestigd in Tilburg. Het bedrijf houdt zich vooral bezig met het verzekeren van risico s in de land- en tuinbouw. Van die markt hebben ze ongeveer 60% in handen. Hoewel gevestigd Tilburg is Prevent actief in het heel het land. Ze hebben in het land weliswaar geen eigen kantoren, maar hebben vaak een balie bij een makelaar in agrarisch onroerend goed of bij de regiobank in een bepaald gebied. In totaal heeft Prevent 22 zogeheten steunpunten. Op ieder steunpunt werk minimaal twee en maximaal 5 medewerkers. in totaal werken er 70 mensen in deze buitendienst. Op het hoofdkantoor in Tilburg werken ca. 300 mensen, verdeeld in vijf afdelingen, acceptatie, financiën, afhandeling, personeelszaken en ondersteuning algemeen. Communicatie en marketing is ondergebracht bij ondersteuning algemeen. In totaal werken er twee communicatieadviseurs en drie marketeers binnen deze afdeling. De laatste jaren heeft Prevent een behoorlijke omslag gemaakt. Hoewel klanten nog persoonlijk een verzekering kunnen komen afsluiten of vragen kunnen komen stellen bij de steunpunten, gaat inmiddels 75% van deze transacties per internet. Afsluiten van verzekeringen, claimen van schades en het stellen van vragen kan allemaal digitaal. Op het stellen van vragen na, kan dat 24 uur per dagen, zeven dagen in de week. Maar ook het callcenter heeft lange openingstijden, van 06.00 tot 22.00 uur kunnen klanten zes dagen in de week terecht met hun vragen. Prevent heeft afgelopen jaar twee andere kleinere verzekeringmaatschappijen overgenomen. Beide maatschappijen zijn meer werkzaam in het gewone verzekeringssegment, zoals autoverzekeringen, woonverzekeringen, reisverzekeringen en aansprakelijkheidsverzekeringen. Besloten is deze maatschappijen onder hun eigen naam te laten werken, maar wel is duidelijk dat ze onder Prevent vallen. U werkt als communicatieadviseur bij Prevent. Vraag 1 (1 punt) Van welke identiteit is sprake nu Prevent twee maatschappijen heeft overgenomen die hun eigen naam behouden, maar wel herkenbaar zijn als behorende tot het Preventconcern? e. Branded identiteit. f. Endorsed identiteit. g. Monolithische identiteit. h. Gemengde identiteit. Antwoord: b Exameneis: 2.13 Literatuur: Michels, pagina 160 Vraag 2 (1 punt) Het is voor Prevent en zijn twee dochters erg belangrijk om vertrouwen van de stakeholders te krijgen. Hoe wordt de activiteit genoemd omdat vertrouwen te winnen? a. Issuemanagement. b. Community relations. c. Reputatiemanagement. d. Public relations. Antwoord: c Exameneis: 2.47 Literatuur: Michels, pagina 164 6
Vraag 3 (1 punt) Bij de twee overgenomen verzekeringsmaatschappijen, wordt een duidelijk andere leiderschapsstijl gehanteerd. De directeur van Prevent noemt het: sturen op het realiseren van gestelde doelen. Welke managementstijl bedoelt hij? a. Autoritaire stijl. b. Consultatieve stijl. c. Situationeel leiderschap. d. Management bij objectives. Exameneis: 3.19 Literatuur: Michels, pagina 100 Vraag 4 (1 punt) De directie heeft besloten dat er een onderzoek moet worden gedaan onder de nieuwe klanten. Een van de directeuren roept: mij lijkt de methode van Osgoodschaal, een prima aanpak. Wat bedoelt hij? a. De Osgoodschaal maakt gebruik van contrasterende woordparen. b. De Osgoodschaal maakt gebruikt van cijfers. c. De Osgoodschaal werkt met volstrekt mee eens, mee eens, niet meer oneens, niet mee eens, mee oneens en volstrekt mee oneens. d. De Osgoodschaal maakt gebruik van de spinnenwebmethode. Exameneis: 5.33 Literatuur: Hogendoorn, pagina 142 Vraag 5 (1 punt) Door de veranderde manier van verzekeringen afsluiten, richt Prevent en zijn dochters zich steeds meer direct op de consument. Van welke strategie is hierbij sprake? a. Pushstrategie. b. Pullstrategie. c. Tweezijdige positioneringsstrategie. d. Customer intimacystrategie. Antwoord: b Exameneis: 4.22 Literatuur: Michels, pagina 239 EINDE MODULE A1 7