gemeente Eindhoven Dienst Stedelijke ontwikkeling en Beheer Raadsnummer 07. R2089. OOI Inboeknummer o7bstoo683 Beslisdatum B%W aq april 2007 Dossiernummer 7I7.352 OplegvelRaadsvoorstel inzake uerzoek om toekenning planschadevergoeding ex artikel 49 uan de Wet op de Ruimtelijke Ordening (oud) uan J. Staaijen, Resedalaan 46 te Waalre 1 Samenvatting De heer mr. C.G.J.M. Termaat (Boskamp ()t Willems advocaten te Eindhoven) heeft namens de heer J.J.H. Staaijen, een aanvraag ingediend tot toekenning van planschadevergoeding als bedoeld in artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO). De redenen tot indiening van de aanvraag zijn, naar de mening van verzoeker, te wijten aan de opgetreden planologische verslechteringen ten gevolge van: a het besluit waarbij de ombouw van autoweg E3 in autosnelweg A2/A67 is gerealiseerd; b het bij uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 17 maart 2004 onherroepelijk geworden Tracebesluit dat voorziet in verbreding van de autosnelweg A2/A67 van twee naar vier rijbanen tussen de knooppunten Batadorp en Leenderheide. Ten aanzien van het gestelde onder a moet worden geconcludeerd dat daar geen planologisch besluit als bedoeld in artikel 49 WRO aan ten grondslag heeft gelegen, terwijl de aanvraag betreffende onderdeel b, gelet op artikel 20d van de Tracewet, moet worden doorgezonden aan de minister van Verkeer en Waterstaat, met het verzoek de behandeling ervan over te nemen. 2 Bijlage(n) Als bijlage(n) bij dit voorstel behoren: aanvraag om toekenning planschadevergoeding; advies schadebeoordelingscommissie van 15 maart 2007. De bijlagen liggen ter inzage in de leeskamer.
gemeente Eindhoven Dienst Stedelijke ontwikkeling en Beheer Raadsnummer 07. R2089. OOI Inboeknummer o7bstoo683 Beslisdatum B%W a4 april 2007 Dossiernummer 7I7.352 Raadsvoorstelinzake verzoek om toekenning planschadevergoeding ex artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (oud) van J. Staaijen, Resedalaan 46 te Waalre 1 Inleiding De heer mr. C.G.J.M. Termaat (Boskamp (lt Willems advocaten te Eindhoven) heeft namens de heer J.J.H. Staaijen, op 30 augustus 2005 een aanvraag ingediend tot toekenning van planschadevergoeding als bedoeld in artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO). De redenen tot indiening van de aanvraag zijn, naar de mening van verzoeker, te wijten aan de opgetreden planologische verslechteringen ten gevolge van: a het besluit waarbij de ombouw van autoweg E3 in autosnelweg A2/A67 is gerealiseerd; b het bij uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 17 maart 2004 onherroepelijk geworden Tracebesluit dat voorziet in verbreding van de autosnelweg A2/A67 van twee naar vier rijbanen tussen de knooppunten Batadorp en Leenderheide. 2 Wat willen we bereiken Ingeval een belanghebbende ten gevolge van de bepalingen van een bestemmingsplan of een vrijstellingsbesluit schade lijdt of zal lijden, welke redelijkerwijs niet of niet geheel te zijnen laste behoort te blijven en waarvan de vergoeding niet of niet voldoende door aankoop, onteigening of anderszins is verzekerd, dient hem/haar een naar billijkheid te bepalen schadevergoeding te worden toegekend. 3 Wat gaan we daarvoor doen Beoordeeld moet worden of er sprake is van een wijziging in het planologisch regime en of belanghebbende daardoor in een nadeliger positie is komen te verkeren waardoor schade is of wordt geleden. Ingeval sprake is van een planologisch verslechterde situatie dan dient nog te worden bezien of er omstandigheden zijn die aanleiding geven voor het oordeel dat de daaruit voortvloeiende schade niet voor vergoeding in aanmerking komt. Het verzoek is ter advisering voorgelegd aan de schadebeoordelingscommissie (Stichting Adviesbureau Onroerende Zaken te Rotterdam). In het bijzonder ging het
Raadsnummer 07.R2089.OOI om de vraag hoe deze aanvraag zich verhoudt tot een door betrokkene gelijktijdig bij de minister ingediende aanvraag om toekenning van nadeelcompensatie ingevolge de Regeling Nadeelcompensatie Verkeer en Waterstaat en op welke wijze dan wel in welke volgorde deze afdoening behoeven. Deze commissie is in overleg getreden met het Ministerie van Verkeer en Waterstaat. Dit overleg heeft uiteindelijk geen duidelijkheid geschapen ten aanzien van de hiervoor geformuleerde vraag. De commissie heeft in haar schrijven van 15 maart 2007 geconcludeerd dat de minister bevoegd is een besluit te nemen ten aanzien van onderhavige aanvraag. Voor wat betreft het gestelde onder a merken wij op dat, ten tijde dat betrokkene eigenaar is geworden van het pand Resedalaan 46 te Waalre, op het trace van de E3 het bestemmingsplan Uitbreidingsplan in Hoofdzaken, herziening 1963, gemeente Waalre van toepassing was. Ingevolge dit (op 25 september 1963 en op 27 juli 1966 goedgekeurde) bestemmingsplan zijn de betreffende gronden voorzien van de bestemming Hoofdwegen van nationaal belang of streekbelang. Ten aanzien van deze bestemming zijn wegprofielaanduidingen opgenomen. De bij dit bestemmingsplan behorende voorschriften bepalen dat deze gronden zijn bestemd voor openbare weg met bijbehorende sloten, beplantingen en parkeerstroken. Op deze gronden is geen bebouwing toegestaan. De planvoorschriften refereren niet aan de wegprofielaanduidingen. Bij besluit van 30 maart 1994 heeft uw raad de aanduiding wegprofiel 1 behorend bij genoemd uitbreidingsplan gewijzigd. Blijkens de toelichting voorziet deze wijziging in een extra uitvoegstrook op de A67 ter hoogte van knooppunt De Hogt. Het provinciaal college heeft aan deze wijziging op 30 juni 1994 zijn goedkeuring gehecht. Ook deze wijziging bevat geen voorschriften die op enigerlei wijze refereren aan de profielaanduidingen. Tot het moment van het onder b genoemde Tracebesluit is ten aanzien van dit wegtrace, ter hoogte van de wijk Voldijn te Waalre waarin de woning van betrokkene is gelegen, geen besluit genomen tot wijziging van het planologisch regime. Dit betekent dat de grondslag als bedoeld in artikel 49 WRO ontbreekt om tot toekenning van planschadevergoeding over te gaan. Voor zover de aanvraag is gericht op schade als gevolg van het op 17 maart 2004 onherroepelijk geworden Tracebesluit A2/A67 Randweg Eindhoven dient dit naar onze mening ter afhandeling te worden voorgelegd aan de minister van Verkeer en Waterstaat. Per 30 november 2005 is namelijk de Tracewet in werking getreden. Van belang is het daarin opgenomen artikel 20d dat luidt als volgt: 1. Indien een belanghebbende ten gevolge van een tracebesluit schade lijdt of zal lijden, die redelijkerwijs niet of niet geheel te zijnen laste behoort te blijven en ten aanzien waarvan vergoeding niet of niet voldoende anderszins is verzekerd, kent Onze Minister hem op zijn verzoek een naar billijkheid te bepalen schadevergoeding toe.
Raadsnummer 07.R2089.OOI 2. Artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening blijft buiten toepassing voor zover de belanghebbende met betrekking tot schade een beroep doet of kan doen op schadevergoeding als bedoeld in het eerste lid. Deze wet bevat geen overgangsregeling. Dit heeft tot gevolg dat deze wet (met exclusieve werking) ook van toepassing is op situaties waarin de aanvraag om schadevergoeding is ingekomen voor het inwerking treden van gemeld artikel 20d. Van een dergelijke situatie is in casu sprake. 4 Wat kost het Aan het voorstel zijn, behoudens de aan de commissie te vergoeden advieskosten, geen kosten verbonden. Een ontwerpraadsbesluit bieden wij u hierbij ter vaststelling aan. Burgemeester en wethouders van Eindhoven, A. Brunninkhuis, secretaris.
Raadsnummer 07.R2089.00I Raadsbesluit De raad van de gemeente Eindhoven; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 24 april 2007; gelet op het bepaalde in de artikelen 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (oud), de Procedureverordening planschadevergoeding 1995 en de Tracewet; gelezen het advies van de schadebeoordelingscommissie van 15 maart 2007; besluit: de aanvraag voor zover deze betrekking heeft op toekenning van schadevergoeding ten gevolge van: 1 een besluit tot ombouw van autoweg E3 in autosnelweg A2/A67, af te wijzen; 2 het Tracebesluit A2/A67 Randweg Eindhoven door te zenden aan de minister van Verkeer en Waterstaat met het verzoek de behandeling ervan over te nemen. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 12 juni 2007. A. Sakkers, voorzitter. J. Verheugt, griffier. BF07006134