categorie/agendanr. stuknr. B. en W RA A 7 06/788

Transcriptie

1 o~~çëîççêëíéä= jaar stuknr. Raad categorie/agendanr. stuknr. B. en W RA A 7 06/788 låçéêïéêéw= Planschadeverzoek van mevrouw A. Pennings, Laan van het Kwekebos 322 te Emmen Portefeuillehouder: A.J. Sleeking Dienst: Beleid Afdeling: FRO Steller: M. Groenewegen (tel.nr ) = ^~å=çé=öéãééåíéê~~ç= sççêöéëíéäç=äéëäìáí= Het verzoek van mevrouw A. Pennings, conform het advies van de SAOZ, afwijzen. p~ãéåî~ííáåö= Op 4 juli 2005 heeft mevrouw A. Pennings, wonende aan de Laan van het Kwekebos 322, te Emmen, verzocht om vergoeding van planschade. Dit in verband met planologische maatregelen die de aanleg, en aansluiting op de Rondweg, van de N391 naar Ter Apel mogelijk maakte. Dit zou volgens verzoekster hebben geleid tot extra geluidhinder op de Rondweg en daarmee tot vermindering van de waarde van haar woning. Het verzoek is behandeld overeenkomstig de procedure van de WRO en de gemeentelijke planschadeverordening 2004 en in dat kader voorgelegd aan de Stichting Adviesbureau Onroerende Zaken te Rotterdam (SAOZ) in Rotterdam. SAOZ komt tot de conclusie dat het planschadeverzoek moet worden afgewezen. Wij kunnen ons geheel in het, op zorgvuldige wijze tot stand gekomen, advies van SAOZ vinden Mevrouw Pennings heeft schriftelijk gereageerd op het advies. Zij dient in de gelegenheid te worden gesteld om door een commissie uit uw raad te worden gehoord. Bijlagen: geen. Stukken ter inzage: het collegevoorstel en de daarop betrekking hebbende stukken.

2 -2- jaar stuknr. Raad categorie/agendanr. stuknr. B. en W RA A 7 06/788 NK ^~åäéáçáåö=îççê=üéí=îççêëíéä= Op 29 juni 2005 (ingekomen 4 juli 2005) heeft mevrouw A. Pennings (verzoekster), met betrekking tot haar woning, Laan van het Kwekebos 322 te Emmen, een verzoek ingediend om planschadevergoeding ex artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. Zij stelt dat de woning in waarde is gedaald als gevolg van met name de planologische maatregel die de aanleg van N391 (voorzover in de gemeente Emmen), aansluitend op de Rondweg van Emmen, mogelijk maakte. Openstelling van de N391 zou hebben geleid tot toename van verkeer op de Rondweg en daarmee tot toename van de geluidhinder bij de woning. Het planschadeverzoek is, overeenkomstig de wettelijke procedure (art 49 WRO en gemeentelijke planschadeverordening 2004) behandeld. In dat kader is aan het onafhankelijk adviesbureau SAOZ (Stichting Advisering Onroerende Zaken) te Rotterdam advies gevraagd. SAOZ heeft de mate van planologische verandering beoordeeld, de situatie ter plaatse bekeken, en er heeft een hoorzitting met verzoekster plaatsgehad (bijlage opgenomen in rapport SAOZ). In juni 2006 adviseert SAOZ dit planschadeverzoek af te wijzen. OK ^êöìãéåí~íáéläéççöç=éññéåí= In het advies is, om te beoordelen of door de planologische verandering de waarde van de woning is verminderd, een vergelijking gemaakt tussen het oude planologisch regime, en het nieuwe planologisch regime dat de waardevermindering zou hebben veroorzaakt. Het gaat dan om enerzijds het Uitbreidingsplan in onderdelen Emmen-centrum Verdenius 1943 in samenhang met het bestemmingsplan Emmen Emmerhout Bestemmingsplan Vak G, vastgesteld op 25 januari 1971 en goedgekeurd op 22 juni 1971, en anderzijds het planologisch regime dat de aanleg van de N391 mogelijk maakte, nl het bestemmingsplan Buitengebied vastgesteld op 16 juli 1987, goedgekeurd op 1 maart 1988 en onherroepelijk geworden op 10 mei SAOZ concludeert (advies blz. 8) dat, in verband met het gebruik van de N391, weliswaar sprake kan zijn van enige toename van de geluidsbelasting op de Rondweg, maar dat deze toename beperkt en nauwelijks waarneembaar is. De aanleg van de N391 heeft dus een geringe invloed op de geluidbelasting bij de woning van verzoekster gehad. Met betrekking tot de Rondweg geeft SAOZ verder aan (advies blz. 9) dat van meet af aan duidelijk was dat de Rondweg een verkeersader van substantiële betekenis is. De huidige verkeersbelasting op de Rondweg past nog ruim binnen de ontwerpcapaciteit van de weg. De Rondweg is opgenomen in het bestemmingsplan Emmen Emmerhout Bestemmingsplan Vlak G, vastgesteld op 25 januari Verzoeksters woning is in dit bestemmingsplan gelegen. Vanaf het moment dat de aanleg van de Rondweg planologisch mogelijk is gemaakt moest er rekening mee moet worden gehouden dat, als gevolg van allerlei oorzaken, de verkeersbelasting kon toenemen. De planologische maatregel waarmee de aanleg van de N391 mogelijk werd is heeft voor de verkeerstoename op de Rondweg dus, wat betreft de planologie, geen gevolgen gehad. Verzoekster heeft de woning op 31 oktober 1972, dus nadat de aanleg van de Rondweg planologisch is vastgesteld, in eigendom verworven. Verzoekster komt dus, volgens SAOZ, met betrekking tot de planologische mutaties die hebben plaatsgehad, niet voor vergoeding van planschade in aanmerking. Tenslotte is ook het structuurplan 1980, vastgesteld op 24 aug van belang. In dit structuurplan waren Rondweg en de N391 al opgenomen. SAOZ merkt dan ook op (blz. 9,

3 overweging ten overvloede ) dat op het moment van verwerving van de woning door verzoekster, mogelijke nadelige gevolgen van de aanleg van de N391 voorzienbaar waren. Wij onderschrijven dit advies, waarnaar wij verder ook verwijzen. Verzoekster is in de gelegenheid gesteld om op dit advies te reageren en heeft op 12 juli (ingekomen op 18 juli 2006) een schriftelijke reactie ingediend. Hieronder wordt puntsgewijs op deze reactie ingegaan. De door verzoekster aangevoerde argumenten zijn beknopt samengevat en gecursiveerd. -3- Bij het overzicht van de planologie hadden het tracébesluit van 1985 en de verschillen van dat tracébesluit met de uiteindelijke gerealiseerde weg aangegeven moeten worden. Daarbij hadden de besluitvorming en de geldende wetgeving betrokken moeten worden. Voor de beoordeling van de voorzienbaarheid zijn de planologische besluiten, en ook de ontwerpen en voorstellen, die golden of bekend waren op het moment van verwerving van de woning door verzoekster, van belang. Dat zijn het bestemmingsplan Emmen Emmerhout Bestemmingsplan Vlak G (vastgesteld 25 jan. 1971) en het Structuurplan 1980 (vastgesteld 24 aug. 1970). Daarin zijn de Rondweg en de N391 al opgenomen. Nadien zijn in de plannen met betrekking tot de Rondweg en N391 geen wijzigingen aangebracht met consequenties voor de woning van verzoekster. De bij vaststelling gevolgde procedure speelt, als besluiten onherroepelijk zijn geworden (formele rechtskracht hebben), geen rol meer in de planschadebeoordeling. Niet is aangeven waar, wanneer en waarom de aansluiting van weg naar Ter Apel, zoals opgenomen in het Structuurplan 1980, is gewijzigd. De Rondweg en de aansluiting van de N391 op de Rondweg waren opgenomen in de plannen die golden op het tijdstip van verwerving van de woning door verzoekster. Latere wijzigingen in die plannen, in de exacte ligging en aansluiting van de N391, hebben in dit geval geen invloed op de beoordeling van het verzoek om vergoeding van planschade. Bepalend is dat de verbindende weg tussen de Rondweg en Ter Apel was opgenomen in de plannen en er ook is gekomen. Daarom is hier niet nader op ingegaan. Waarom zijn het ontwerptracé uit het Streekplan Oost- en Zuidoost Drenthe van oktober 1973 en het Herinrichtingsprogramma voor de Veenkoloniën van 1979 en 1980 niet opgenomen in de bijlagen van het advies. Deze plannen zijn niet relevant voor de beoordeling van het verzoek. Zij golden niet op het moment van verwerving van de woning door verzoekster en zijn ook niet rechtstreeks bindend zoals het bestemmingsplan. Dat tussen het tracé en de onroerende zaak van belanghebbende geen relevante relatie zou zijn, omdat de weg daarvoor op te grote afstand van de onroerende zaak zou zijn gelegen, zoals het advies onder Beoordeling van het verzoek stelt, zou niet stroken met art 87d punt 3 van de Wet op de Geluidhinder. Daargelaten de vraag, of aangehaald wetsartikel in het kader van de Wet geluidhinder in deze situatie toepasselijk is, moet worden gesteld dat voor beoordeling van planschade, in het licht van art 49 Wet Ruimtelijke Ordening, een eigen toetsingskader geldt. Verplichtingen tot onderzoek (zoals in aangehaald wetsartikel) in het kader van de Wet Geluidhinder spelen daarbij niet mee. Dergelijke verplichtingen komen niet automatisch voort uit planologische besluiten of leiden niet automatisch tot planologische besluiten. Er is dus niet zonder meer een relatie met genoemd artikel uit de Wet Geluidhinder, en eventuele onderzoeksplichten in het kader van de Wet Geluidhinder spelen geen rol. Benadrukt wordt nogmaals dat bij de beoordeling van planschade een afzonderlijk toetsingskader geldt, waarbij voorzienbaarheid, en daarmee het geldend planologisch regime,

4 een van de criteria is. Indien een ontwikkeling, op basis van planologische besluiten, voorzienbaar is geweest blijft eventuele planschade voor rekening van de verzoeker. Doorslaggevend is dat de toename van verkeer op de Rondweg mogelijk, en voorzienbaar, was op basis van de planologische besluiten in 1971 ten behoeve van de aanleg van de Rondweg. Dat deze toename later is gerealiseerd door, onder meer, de aansluiting van de N391wil niet zeggen dat de aanleg van N391 de verkeerstoename op de Rondweg planologisch mogelijk maakte. -4- De uiteindelijke maximale gevelbelasting zou, volgens het advies, enigszins lager uitvallen dan in de berekening van verzoekster. Dit zou echter niets uitmaken, omdat deze vermindering zowel voor de oorspronkelijke gevelbelasting als voor uiteindelijke waarde zou gelden. In het advies is aangeven dat de uiteindelijke gevelbelasting wat lager zal zijn dan zoals berekend door verzoekster, maar niet dat het verschil met de oorspronkelijke gevelbelasting lager zou zijn dan volgens de berekening van verzoekster. Nu het om geringe, nauwelijks waarneembare, verschillen gaat is dit niet nader berekend. Erkend kan echter worden dat op dit punt geen nadere berekening is opgesteld en het advies op dit punt vragen kan oproepen. Dit onderdeel is echter niet doorslaggevend voor de beoordeling van verzoek om vergoeding van planschade, en de verschillen in de geluidbelasting zijn niet significant. Onderzocht had moeten worden of de aanleg van de N391 onder de Tracéwet, onder de merplicht en onder art 87b en volgende van de Wet Geluidhinder valt, en of dit consequenties met betrekking tot het nemen van maatregelen had gehad. De betreffende planologische besluiten (m.n. het bestemmingsplan Emmen Emmerhout Bestemmingsplan Vlak G ) zijn onherroepelijk en hebben formele rechtskracht; merplichtigheid en procedures in het kader van de Wet geluidhinder en de Tracéwet kunnen hier geen verandering in brengen. Vergoeding van planschade staat bovendien los van deze wetten. Doorslaggevend voor de beoordeling van het verzoek is de planologische vergelijking en de eventuele voorzienbaarheid in Op een en ander is al eerder ingegaan. Een onderzoek naar de werking van genoemde wettelijke stelsels, zoals door verzoekster verlangd, is derhalve niet relevant. De reactie van verzoekster leidt dus niet tot afwijken van het advies van SAOZ. = = PK oéä~íáé=ãéí=äéëí~~åç=äéäéáçlééêçéê=öéåçãéå=äéëäìáíéå= Overeenkomstige planschadebesluiten met betrekking tot woningen aan de Laan van het Kwekebos zijn onder ander in juni 2006 genomen. Nu het verzoek is ingediend vóór september 2005, is voor de procedure de Planschadeverordening 2004 toepasselijk. QK ^ÑëíÉããáåÖ=ãÉí=ÉñíÉêåÉ=é~êíáàÉåLÅçããìåáÅ~íáÉ= Stichting Adviesbureau Onroerende Zaken. RK n.v.t. cáå~ååáøäé=åçåëéèìéåíáéëlîççêöéëíéäçé=çéââáåö= SK ÅçããìåáÅ~íáÉLïáàòÉ=î~å=ìáíîçÉêáåÖ= Mevrouw Pennings dient in de gelegenheid te worden gesteld om te worden gehoord door een van uw commissies.

5 -5- Een conceptbesluit is bijgevoegd. Emmen, 10 oktober Burgemeester en wethouders van Emmen, de secretaris, de burgemeester, A.J. Mewe C. Bijl

6 -6- Jaar stuknr. Raad categorie/agendanr. stuknr. B. en W RA A 7 06/788 o~~çëäéëäìáí= De raad van de gemeente Emmen; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 oktober 06, nummer: 06/788; gelet op artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening en het bepaalde in afdeling 7.2 van de Algemene wet bestuursrecht ; b e s l u i t : Het verzoek om vergoeding van planschade van mevrouw A. Pennings, wonende Laan van het Kwekebos 322 te Emmen, ingekomen op 4 juli 2005, af te wijzen. Vastgesteld in de openbare vergadering van 30 november de (wnd.) griffier, de voorzitter, G. Marissen C. Bijl