Neuropsychologie en de MMPI-2(-RF) I bij alcoholgerelateerde cognitieve stoornissen Serge Walvoort I Klinisch neuropsycholoog - Topklinisch Centrum voor Korsakov en alcoholgerelateerde cognitieve stoornissen - Donders Institute for Brain, Cognition and Behaviour I Radboud Universiteit Nijmegen swalvoort@vvgi.nl Programma -MMPI-2-(RF) als onderdeel van het neuropsychologisch onderzoek -Ziekte besef en ziekte inzicht bij alcoholgerelateerde cognitieve stoornissen -Specific Problem Scales MMPI-2-RF bij alcoholgerelateerde cognitieve stoornissen 1
alcohol en de hersenen Baler & Volkow, 2006 alcohol en de hersenen Frontale cortex Limbisch systeem Cerebellum 2
alcohol en de hersenen Atrofie amygdala (Fein. et al, 2006) (emotie) Atrofie cerebellum (Harper, 2009) (houding, coördinatie motoriek, eenvoudige leertaken, regulering van stemming) Schade prefrontale cortex (Uekermann, 2008) (planning en organisatie van gedrag, sociale cognitie, werkgeheugen) Volumereductie hippocampus (Wrase, 2008) (geheugen) Afhankelijk van leeftijd, geslacht, voeding, drinkgedrag, de kwetsbaarheid van hersengebieden (Oskar-Berman et al 2003) ontstaan geleidelijk of direct zijn moeilijk waar te nemen, vooral de subtiele executieve problemen binnen een gestructureerde setting vallen niet op itt stemmingswisselingen, somatische problemen, relatieproblemen of huisvesting. 80 % van de verslaafden zoekt geen behandeling hetgeen mogelijk verband houdt met ziektebesef/ ziekte inzicht 3
GEHEUGEN Vergeten inhoud gesprek, therapie-afspraken, rationale behandeling Vergeten wat risico-situaties zijn en hoe te handelen Vergeten van huiswerkopdrachten, etc. AANDACHT EN MENTAAL TEMPO Tempo van de groep/ therapeut niet volgen Afgeleid zijn, gesprek niet meer volgen Overprikkeld raken door informatie (irritatie!), etc EXECUTIEVE FUNCTIES Voorbeelden niet kunnen generaliseren of betrekken op zichzelf Niet kunnen inspelen op veranderingen Niet kunnen starten/ stoppen met opdrachten Geen planning kunnen maken Gedrag niet kunnen bijsturen, etc abstinentie bij alcoholafhankelijkheid Functies kunnen verbeteren in de eerste weken na onthouding (Bates et al., 2002; Loeber et al., 2009, Mann et al., 1999) Andere functies kosten meer tijd tot zelfs jaren, afhankelijk van frequentie en duur; terugval (Bates et al., 2002; Ganser et al. 2000; Loeber et al., 2009 Sullivan et al. 2000). Het herstel van executieve functies wordt gezien als de sleutel naar een succesvolle behandeling (Crews et al., 2005; Zinn et al., 2004) Het cognitief functioneren verbetert met het toenemen van de abstinentie tijd.herstel naar een enigszins stabiel niveau duurt minimaal zes weken. (Walvoort, Wester & Egger, 2013) 4
abstinentie bij alcoholafhankelijkheid Tijdens abstinentie: -Somatische en fysieke klachten -Cognitieve klachten -Emotionele klachten (Becker, 2008) Vergelijkbaar met traumatisch hersenletsel patiënten in de acute fase van herstel (Lange et al., 2008) diagnostiek - Doel diagnostiek - inzicht in beperkingen - inzicht in mogelijkheden - MMPI-2 (RF) als onderdeel van de neuropsychologische diagnostiek - inzicht in het emotioneel functioneren - de ervaren klachten, - coping vaardigheden, - realiteitstoetsing, - impuls- controle, - persoonlijkheidstrekken, - interpersoonlijk functioneren, - motivatie - ziekte inzicht 5
MMPI veranderingen tijdens abstinentie f the MMPI typology itself does not remain stable due to influence of treatment, detoxification over 30 days, the passage of time (from the crisis environment), and regression to the mean. 6
bij AUD: - herkennen van gezichtsemoties - emotionele prosodie - theory of mind - empathie Insula racc 7
sociale cognitie Ziektebesef: weet of erkennen dat er problemen zijn Ziekte-inzicht: (meer omvattend) 1.besef hebben van een stoornis 2.het erkennen van symptomen als abnormaal 3.de noodzaak zien van behandeling (David, 1990; 2004) sociale cognitie Ziekte-inzicht metacognitie : het vermogen om bewust te zijn van de eigen cognitieve functies I nadenken over de eigen persoon. Metacognitieve functies omvatten het vermogen tot zelf-monitoring en correctie van het eigen gedrag. 8
sociale cognitie Gevolgen van gebrek aan ziektebesef/ ziekteinzicht: Niet of verminderd gemotiveerd Onbegrip over situatie Onrealistische verwachtingen Verzet tegen behandeling/verblijf Afbreken behandeling sociale cognitie Belangrijk onderscheid: Hersenletsel vs Psychologisch 9
sociale cognitie Psychologische benadering: expliciete ontkenning van overduidelijke gebreken; psychologisch afweermechanisme om de vervelende realiteit niet tot het bewustzijn te laten doordringen. door ontkenning blijft het positieve zelfbeeld intact Neuropsychologische benadering: op grond van de frontale of diffuus corticale schade een algemene stoornis van het ziektebesef/-inzicht; t.a.v. fysiek functioneren vaak beter besef dan op cognitief, emotioneel of sociaal vlak. sociale cognitie Belangrijkste hersengebieden -Ventromediale prefrontale cortex (betrokken bij zelfreflectie) door connecties met de amygdala -Dorsomediale prefrontale cortex (betrokken bij reflectieprocessen (bij zelf en de ander) Van der Meer et al., 2010 10
MMPI-2-RF 50 nieuwe schalen 338 items Nieuwe validiteitsschalen Nieuwe inhoudsschalen en probleemgebieden Rc schalen vormen de kern Geen item overlap Uitgezuiverd voor demoralisatie Betere discriminante validiteit Duidelijke factorstructuur 11
MMPI-2-RF NUC schaal (10 items) Klachten met betrekking tot - aanvallen - trillen van de handen - doof gevoel van de huid - onhandigheid - spierspanning - spraakproblemen - duizeligheid - wegrakingen - problemen met de balans - zwakheid COG schaal (10 items) Klachten met betrekking tot - leesbegrip - geheugen - intelligentie - afleidbaarheid - black outs - concentratieproblemen - realiteitsbesef - vreemde gedachtes - verwarring - vergeetachtigheid MMPI-2-RF NUC schaal (10 items) Klachten met betrekking tot - aanvallen - trillen van de handen - doof gevoel van de huid - onhandigheid - spierspanning - spraakproblemen - duizeligheid - wegrakingen - problemen met de balans - zwakheid COG schaal (10 items) Klachten met betrekking tot - leesbegrip - geheugen - intelligentie - afleidbaarheid - black outs - concentratieproblemen - realiteitsbesef - vreemde gedachtes - verwarring - vergeetachtigheid 12
MMPI-2-RF Onderzoeken zijn nog schaars MMPI-2-RF effectief bij NAH patiënten betrokken bij schadeclaims (Youngjohn et al., 2011) COG schaal: sterke correlatie met subjectief ervaren klachten, maar niet met prestaties op de VLGT (Gervais et al., 2009) NUC en COG schaal reflecteren eerder de aanwezigheid van psychologische en somatische zorgen dan actuele cognitieve en neurologische stoornissen (Bolinger et al., 2014) Concluderend 1. Diagnostiek als voorwaarde voor behandeling 2. Abstinentietermijn van minimaal 6 weken. 3. De MMPI-2(-RF) onderdeel van de neuropsychologische testbatterij. 4. De MMPI-2(-RF) geeft inzicht hoe de patiënt naar zichzelf kijkt en geeft de onderzoeker een beeld van ziektebesef en ziekte-inzicht. 5. Sociale cognitie speelt een prominente rol bij alcoholgerelateerde cognitieve stoornissen. 13
Het troosteloos bestaan van de dronkaards Ensor, 1883 14