Spitsvervoer naar 12 steden en Schiphol

Vergelijkbare documenten
Tweede Kamer der Staten-Generaal

1. Dienstregeling 2009: aanvullingen op het Ontwerp 2007

Figuur 1: onderverdeling spitsmijdingen per gebied. Figuur 2 bekendheid Ga 3.0 acties.

Je bent jong en je wilt wat... minder auto?

Alle zitplaatsen zonder staanplaatsen plus 100% klapzittingen

De latente vraag in het wegverkeer

Aantal HSL-reizigers groeit fors: een succes en een uitdaging

Bereikbaarheidsindicator: hemelsbrede reissnelheid,

MOBILITEIT IN DEN HAAG,

Bijlagen hoofdstuk 8 Mobiliteit Lucas Harms

Eerste resultaten van de Monitor-enquête over de mobiliteit van de Belgen

Fietsgebruik,

LANDELIJKE FACTSHEET. 1. Context voor reisgedrag. Beter Benutten. Gedragsmeting 2015

De hyperspits biedt kansen voor een betere spreiding binnen de spits. Thijs van Daalen. Nederlandse Spoorwegen 1. Niels Janssen

LANDELIJKE FACTSHEET. 1. Hoofdpunten en kansen voor beleid. Beter Benutten. Gedragsmeting 2016

Vertragingskosten Spoorvervoer

Mobiliteit in Nederland onder de loep

J CONSlf. Gedragswetenschappelijke kennis in het verkeer- en vervoerbeleid. Rapport mobiliteitsontwikkelingen

CT2710 Transport & Planning Verplaatsingspatronen

Klantonderzoeken bij NS

Managementsamenvatting

OV-knooppunt met P+R bij De Punt. Analyse van nut en noodzaak

Monitor Stedelijke Bereikbaarheid 2006

Bijlage 8. Enquête. Analyse- en Oplossingsrichtingenfase MIRT-onderzoek Bereikbaarheid Rotterdam Den Haag

Traject/station Wat Verbetering

Hoofdstuk 21. Mobiliteit

NRM LIMBURG 2.1 REFERENTIEMATRICES Deel 3: Waar komt de groei vandaan?

Ruimte delen. De impact van mobiliteit op de binnenstad. Sebastiaan de Wilde Directeur Ontwikkeling/Vastgoed & Ontwikkeling 7 oktober 2015

Ontwikkeling prestatie-indicatoren Concessie voor het hoofdrailnet

Wat zie jij er uitgeslapen uit... Monitoringsrapport 2.0

Check Je Kamer Rapportage 2014

Fietsgebruik,

3. De bereikbaarheidsindicator

- in punt 5 worden enkele kanttekeningen geplaatst;

Lange termijn spooragenda

NS Dienstregeling : achtergronden

Voorgenomen besluit IenM voor wijzigingen ten aanzien van prestatie-indicatoren in de vervoerconcessie

Versnelling Benelux 2017

Aan de vertegenwoordigers van de Consumentenorganisaties in het Locov. Geachte vertegenwoordigers van de consumentenorganisaties,

Aanbod openbaar vervoer,

Effecten Dienstregelingswijzigingen. Bert Vaessens, NS Commercie, Suzanne Kieft, NS Commercie,

Onderzoek lijnvoering Oss Eindrapport

ITS en de mobiliteitsscan

Bereikbaarheid oplossingsrichtingen

Luchthaven Noordzee en Groot Schiphol

Aanbod openbaar vervoer,

CT2710 Transport & Planning Spoortunnel Delft

Maarten C.W. Janssen. Meer concurrentie op of om het spoor? 19 oktober 2018

Aanbod openbaar vervoer,

WET KILOMETERPRIJS (1) , moet en kan het anders? Michel van Hulten, Lelystad

Aanbod openbaar vervoer,

Fietsmobiliteit in Nederland, Denemarken en Vlaanderen

DE MAASLIJN. DOOD SPOOR OF DUBBEL SPOOR? DE MAASLIJN DOOD SPOOR OF DUBBEL SPOOR?

2o lo,8f. 8ll0v. 2Íil1. ^^ rnfalb1g!fifl1. Aan de vertegenwoordigers van consumentenorganisaties in hetíocov

Reizen zonder spoorboekje. Programma Hoogfrequent Spoorvervoer

Nederland. Het mobiliteitsgedrag van Nederlanders in kaart met het TNS NIPO Mobiliteitspanel onderweg

BRU. Parkeerbehoefte station Driebergen-Zeist

Verdeling van pers onen volgens het al dan niet maken van een verplaatsing. Totaal aantal verplaatsingen (gemiddeld per dag) (populatieniveau)

Mobiliteit in cijfers 2004

Rijkswaterstaat Adviesdienst Verkeer en Vervoer Bureau Dokumentatie Postbus BA Rotterdam C

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Commissie voor Mobiliteit en Financiën

Atlas voor gemeenten 2013: de positie van Utrecht. notitie van Onderzoek.

Passantenonderzoek. Station Laan van NOI te Den Haag/Voorburg Najaar 2015

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Goed op weg met de Mobiliteitsscan? Discussieer mee aan de hand van P+R als voorbeeldmaatregel.

1

ONDERZOEK VERPLAATSINGSGEDRAG STADSGEWEST HASSELT-GENk (april april 2000) DEEL 3 A: ANALYSE PERSONENVRAGENLIJST

De hyperspits biedt kansen voor een betere spreiding binnen de spits

Spoorboekloos reizen in de Randstad - PHS. Vlot bewegen.veilig leven. Verkeer en Waterstaat.

Samenvatting... Figuur S.1 De groei van de personenmobiliteit verklaard. Groei aantal reizigerskilometers. 60% bevolkingsgroei 40% overig.

Versnelling Benelux 2017

Ontwikkel. NS-Business Card abonnementen - Dal abonnement

Agendapunt 4. Vergadering : Bestuurlijk Overleg Verkeer & Vervoer Datum : 12 april 2018 Onderwerp : Spoorcorridor Utrecht Harderwijk Bijlagen : 2

Provincie Noord Brabant T.a.v. de heer P. Veelenturf Postbus MC 's-hertogenbosch. Geachte heer Veelenturf,

Verduurzaming sociaal-recreatieve mobiliteit. Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid KiM

Mobiliteit in stedelijk Nederland

Effecten. Zuidvleugel

Tabel 7. Gewichten die aan de dagen en maanden zijn toegekend om de steekproef representatiever te maken

Ben Immers. Mobiliteitsontwikkeling Amsterdam

Aanbod, gebruik en reistijdverlies hoofdwegennet,

Het digitale stadspanel over bereikbaarheid

'foto bereikbaarheid 2016' hoe, wat en waarom

Factsheet eerste effecten Beter Benutten

Mobiliteit en Stad. Twee kanten van dezelfde medaille. Utrecht, 21 maart Arie Bleijenberg Koios strategy

Gemeente Den Haag Dienst Stedelijke Ontwikkeling Directie Beleid/Onderzoek. Mobiliteit van de Hagenaar 2006

Gastvrije Stad. Meest. van Nederland

10 SAMENVATTING Schets van de steekproef Kencijfers huishoudens Kencijfers personen

Opgesteld in samenwerking met de Adviesdienst Verkeer en Vervoer van Rijkswaterstaat

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

5 Bij de analyse maken we geen gebruik meer van de 2 e invuldag

MAGNEETTREIN ALS OPLOSSING VOOR GEBREKKIGE BRABANTSE MOBILITEIT

Een Vlaming maakt in 2000 gemiddeld 2,8 (2,76) verplaatsingen per dag en legt hierbij gemiddeld 33 (32,7) km af.

Onderzoek Verplaatsingsgedrag Vlaanderen ( ) Analyserapport

Woningvoorraad naar type in stad en ommeland,

Analyse vraaghuurprijzen kantoorruimte

Onderzoeksflits Atlas voor gemeenten 2018

Onderzoek Verplaatsingsgedrag Vlaanderen ( ) Analyserapport

Toelichting gegevens waarstaatjegemeente.nl bij de thema s:

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Transcriptie:

Spitsvervoer naar 1 steden en NSR Productmanagement / A W Adviesdienst Verkeer en Vervoer B Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat Adviesdienst Verkeer en Vervoer

De Adviesdienst Verkeer en Vervoer AVV is één van de specialistische diensten van het Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat van het ministerie van Verkeer en Waterstaat. De dienst werkt voor het ministerie en in opdracht daarvan ook voor andere overheden. AVV zorgt voor deskundige en tijdige inbreng van kennis bij de ontwikkeling en uitvoering van het rijksbeleid voor het verplaatsen van personen en goederen. Bestellen Uitlenen van rapporten Adviesdienst Verkeer en Vervoer Adviesdienst Verkeer en Vervoer Service Desk Bibliotheek telefoon 0-60 00 telefoon 010-6 0 Internet www.rws-avv.nl

Colofon Uitgave Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat Adviesdienst Verkeer en Vervoer Postbus 101 000 BA Rotterdam en Auteurs NS Reizigers Productmanagement Marketingonderzoek & Advies Postbus 0 00 HA Utrecht Eric Lensink (AW) Theo van der Star (MOA) Rotterdam / Utrecht juni 000

A W Adviesdienst Verkeer en Vervoer Inhoudsopgave Inleiding 1 Vraagstelling De totale mobiliteit: een analyse met het OVG.1 Absoluut aantal verplaatsingen. Verdeling over de regio's per vervoerwijze 6. Verdeling over vervoerwijzen per regio 6. Afstandsverdelingen per vervoerwijze 7 Het vervoer per trein: een analyse op basis van NSR-gegevens.1 Regionale verdeling. Afstandsverdeling 10. Reizigerskilometers en gemiddelde afstand 10. Naar treintype 11 Vergelijking treingegevens OVG en NSR 1 Bijlagen 1

AW Adviesdienst Verkeer en Vervoer Inleiding De mobiliteitsmarkt kent de afgelopen jaren een vrij forse groei. Deze groei uit zich voor alle vervoerwijzen in een vol- en vastlopen van de infrastructuur: op de weg nemen de files toe, bij de trein raken (spits)treinen overvol. Zowel de rijksoverheid als NSR zijn op zoek naar wegen om deze problematiek aan te vatten. Binnen het verband van Railforum worden nieuwe vormen van dienstregelingen onderzocht, die bij gelijkblijvende capaciteit van infrastructuur en hoeveelheid materieel, toch tot een hoger aanbod van zitplaatsen, met name in de spits, moeten leiden. Verder wordt de mogelijkheid van forse uitbreiding van het stadsgewestelijk vervoer (middels light rail) bestudeerd. Bij de gesprekken rond het Prestatiecontract wordt ook gezocht naar middelen om NSR te prikkelen en te verplichten tot een hogere bijdrage in de afwikkeling van het spitsvervoer. Zowel de rijksoverheid als NSR hebben baat bij een gezamenlijk gedragen inzicht in de mobiliteitsmarkt. Ter ondersteuning van de onderhandelingen over het Prestatiecontract hebben de Adviesdienst Verkeer en Vervoer (AW) van het ministerie van Verkeer en Waterstaat en Marketingonderzoek en Advies (MOA) van NSR, een gezamenlijk rapport opgesteld, dat nu voor u ligt. Dit rapport is de samenvatting van de resultaten van een analyse van de mobiliteitsmarkt, in het bijzonder in de ochtendspits. AW heeft zich daarbij gericht op de analyse van de totale mobiliteit. MOA heeft een bijdrage geleverd waarin het vervoer per trein centraal staat.

AW Adviesdienst Verkeer en Vervoer Vraagstelling ln de Derde Eeuw Spoor worden twee zogenaamde prestatie-indicatoren gepresenteerd. Derijksoverheidheeft het voornemen om - voor de periode tot 010 met een tussentijdse mogelijkheid tot aanscherping - harde prestatieafspraken te maken over de volgende twee indicatoren: Reizigersgroei in de ochtendspits naar twaalf grote steden in de 'brede Randstad' (Nijmegen, Arnhem, Utrecht, Amersfoort, Amsterdam, Leiden, Den Haag, Rotterdam, Dordrecht, Breda, Tilburg, Eindhoven) + ; Feitelijke punctualiteit van de treindiensten. Met andere woorden het ministerie van Verkeer en Waterstaat wenst een groeidoelstelling af te spreken over de ontwikkeling van het vervoer naar 1 steden en in de ochtendspits. Gegeven het bovenstaande zijn de volgende vraagstellingen geformuleerd. Wat is de omvang van het vervoer per auto en per trein uitgesplitst naar: dagdeel (ochtendspits, avondspits en dal) per afstandsklasse; motief per afstandsklasse; specifieke regio's per afstandsklasse; en voor de trein naar treintype. In de paragrafen, en staat de ochtendspits centraal. Er is aandacht voor de modal split in de ochtendspits in elk van de 1 steden en, waarbij ook aandacht is voor de vervoerwijzekeuze naar afstandsklasse.

AW Adviesdienst Verkeer en Vervoer De totale mobiliteit: een analyse met het OVG AW heeft een analyse gedaan op basis van het Onderzoek VerplaatsingsGedrag (OVG). Het OVG is een enquête van het CBS onder huishoudens, waarin de verplaatsingen van de huishoudens centraal staan. Uit de resultaten van het OVG 1997 en 199 zijn de verplaatsingen geselecteerd naar de 1 steden en in de ochtendspits (aankomst tussen 7.00 en 9.00 uur). De binnenstedelijke verplaatsingen (bijvoorbeeld tussen Voorburg en Den Haag) zijn buiten beschouwing gelaten. De in de volgende paragrafen gepresenteerde resultaten hebben betrekking op een gemiddelde werkdag..1 Absoluut aantal verplaatsingen Figuur 11 geeft het aantal verplaatsingen naar de 1 steden en per vervoerwijze. Er worden in totaal bijna 1 miljoen reizen in de ochtendspits naar de 1 steden en gemaakt. Dit totaal aantal varieert van.000 reizen naar Amsterdam tot 0.000 reizen naar Dordrecht. Het totaal aantal automobilisten (bestuurder en passagier) komt voor Amsterdam op bijna 9.000. Richting Rotterdam en Den Haag reizen circa 9.000 respectievelijk.000 automobilisten. Het aantal treinreizen naar de 1 steden en in de ochtendspits bedraagt 16.000. Naar Amsterdam (0.000), Den Haag (6.000) en Rotterdam (0.000) vertrekken de meeste spitsreizigers. Dordrecht en Breda scoren een beperkt aantal reizigers. Fig.1: aantal verplaatsingen per vervoerwijze en regio.000 0.000 60.000 0.000 0.000 - / 0- HBI DB BH y 1 MHWMBMBMH H H EonnHSBaKliKi IMMHII ESSRiBEUii&fiLj tmma» nniifyiiiwpimmbitliw HjfjggijjiBM s</xy BHBMHHBMMMI BBIH Hl j m (f*bj t^ffljtcm IWt Auto Trein QRest 1 j p iifi WHBI 1 Bijlage 1 geeft een overzicht van alle tabellen die ten grondslag hebben gelegen aan de figuren.

A W Adviesdienst Verkeer en Vervoer. Verdeling over de regio's per vervoerwijze In figuur wordt per vervoerwijze en voor alle vervoerwijzen samen, het aandeel van de regio in het totaal van de verplaatsingen gegeven. Voor het totaal van de vervoerwijzen geldt, dat van alle verplaatsingen % naar Amsterdam wordt gemaakt. Rotterdam en Den Haag nemen allebei een aandeel van 19% voor hun rekening. Bij de auto heeft het vervoer naar Amsterdam en Rotterdam beide een aandeel van circa 19% van de automobiliteit. Bij de trein zijn Amsterdam en Den Haag koploper met een aandeel van respectievelijk 7 en 1% van de treinmobiliteit. Voor de meeste regio's variëren de aandelen weinig per vervoerwijze. Naar Utrecht en in mindere mate naar Amsterdam en Amersfoort heeft de trein een groter aandeel dan de overige vervoerwijzen. Fig.: Verdeling over regio's per vervoerwijze *v////// (Auto Trein rjrest rjalle vww J~ jf J' J~ // s «WV -* *. Verdeling over vervoerwijzen per regio Figuur geeft de aandelen over de vervoerwijzen (modal split) per regio. Het aandeel van de automobilisten in de verplaatsingen in de ochtendspits ligt gemiddeld op 9%, de trein heeft een aandeel van 1% en de overige vervoerwijzen hebben een aandeel van 6%. Indien de mobililiteitsmarkt wordt beperkt tot die van de auto en de trein alleen, dan heeft de trein een aandeel van % en de auto een aandeel van 77%. Topscorers voor het aandeel van de auto zijn (6%), Breda (6%) en Dordrecht (66%). Het aandeel van de automobilisten in de ochtendspits richting Leiden (%), Amsterdam (%) en Den Haag (%) zijn het laagst. Het aandeel van de trein is het hoogst in Utrecht (%), Amersfoort en Amsterdam (beiden 1%). Laag scoren Breda (9%), Rotterdam, Dordrecht en Eindhoven (11%).

AW Adviesdienst Verkeer en Vervoer Fig. : Verdeling over vervoerwijzen per regio t// ssss /////// s* f * f v <f' <f <f' V '#V" *" JHAuto Trein rjrest I \. Afstandsverdelingen per vervoerwijze Figuur geeft de verdeling over de afstanden voor de vervoerwijzen autobestuurder en trein. Het vervoer per auto kenmerkt zich door relatief hoge aandelen bij het korte afstandsvervoer: circa 0% heeft een afstand kleiner dan 9 km, circa 0% een afstand tussen 10 en 0 km; 1% van de verplaatsingen heeft een afstand boven de 0 km. Bij de trein is juist het lange afstandsvervoer van meer belang: boven de 0 km heeft de trein een aandeel van %, terwijl onder de 10 km het aandeel slechts % bedraagt. Verder zijn bij de trein de middellange afstanden ook relatief sterk vertegenwoordigd: 0% van de verplaatsingen heeft afstand tussen 0 en 0 km. Fig. : Afstandsverdeling autobestuurder en trein o ü> o «ie < 10-19 0-9 0-9 afstand 0-9 >O l autobestuurder trein

AW Adviesdienst Verkeer en Vervoer Het vervoer per trein: een analyse op basis van NSRgegevens MOA maakt schattingen van het vervoer per trein tussen elk paar stations. Deze zogenaamde relatiematrix is gebaseerd op verkoopgegevens van NSR, enquêtes en tellingen. De relatiematrix wordt opgesteld voor een gemiddelde werkdag per kaartsoortgroep, per motief van de reis en per dagdeel. Voor deze analyse zijn de gegevens over het vervoer in de ochtendspits geselecteerd..1 Regionale verdeling In totaal worden in Nederiand circa 0.000 verplaatsingen in de ochtendspits per trein afgelegd. Hiervan worden 1.000 verplaatsingen (6% van het totaal) naar de 1 steden en gemaakt. In figuur wordt het aantal verplaatsingen per regio gegeven. De regio's komen overeen met die van de OVG-analyse. Amsterdam is koploper met circa.000 verplaatsingen in de ochtendspits. Op enige afstand volgen Utrecht met 19.000 en Rotterdam en Den Haag, met beide 1.000 verplaatsingen. Amersfoort, Dordrecht, Nijmegen en Tilburg hebben de geringste omvang met tot.000 spitsreizigers. Vooral op reizen boven de 0 kilometer is het aandeel dat naar de 1 steden plus gaat hoog (meer dan 60% van het landelijk totaal), terwijl dit op korte afstanden (onder de 0 kilometer) tot onder de 0% zakt. Het aandeel van de reizen naar de vier grote steden is bijna 70% van het totaal aantal reizen naar de 1 steden plus. Op de korte afstanden is dit aandeel nog hoger, waarschijnlijk veroorzaakt door de relatief grote dichtheid van stations binnen en rond deze steden. De regio's komen overeen met die van de OVG-analyse. Per regio is een aantal stations samengevoegd. Zo wordt voor de regio Amsterdam het vervoer naar alle stations in de stad Amsterdam gepresenteerd. De verplaatsingen binnen de steden zijn in de NSR cijfers meegenomen. zie bijlage voor de combinatie regio en afstand.

AW Adviesdienst Verkeer en Vervoer Fig.: aantal verplaatsingen per trein absoluut //s*y//s///ss ss 0 e 0 JH «1 mui ihebh 0 -fbmqb SS fig.6: regionale procentuele verdeling ffifhehhiaiihihiiliilii'imlilmibrmsm MMMHHS I^BHiW IMflBlpMÉMilmi Uit de combinatie ven herkomst en bestemming volgt, dat van de 1.000 reizen naar de 1 steden en 60% een herkomst anders dan de 1 steden of heeft; % als herkomst en bestemming één van de 1 steden of heeft; en % intem vervoer binnen de stations van een regio betreft. Deze % intem vervoer bestaat vrijwel volledig uit vervoer binnen de regio's Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht.

AW Adviesdienst Verkeer en Vervoer. Afstandsverdeling Figuur 7 geeft voor alle gebieden en ter vergelijking voor de rest van Nederiand en Nederiand de verdeling van de reizen in de ochtendspits over afstandsklassen. In vergelijking met totaal Nederiand zijn het aantal korte afstandsreizen in en naar de twaalf steden en relatief ondervertegenwoordigd en de lange afstandsreizen zijn relatief oververtegenwoordigd. Bijna 0% van alle reizen naar de 1 steden plus gaat over afstanden van meer dan 0 kilometer, terwijl dit aandeel in de rest van Nederiand onder de 0% ligt. Vooral naar Utrecht en Breda hebben de lange reizen een hoog aandeel (meer dan 60%), terwijl dit laag is bij reizen naar Rotterdam, Den Haag en Arnhem. fig. 7: afstandsverdeling per regio 0-9 10-19 Q0-9 0-9 B0-9 >0. Reizigerskilometers en gemiddelde afstand In totaal wordt in Nederiand - op elke gemiddelde werkdag -, miljoen rkm's in de ochtendspits afgelegd. Hiervan nemen de 1 steden plus, miljoen rkm's, bijna 60%, voor hun rekening. Tweederde van de reizigerskilometers naar de 1 steden plus wordt gemaakt naar de vier grote steden. 10

AW Adviesdienst Verkeer en Vervoer fig. : verdeling rkm's per regio WWSSS'S/fJ SS.<y 10-9110-19 QO-9 EJQ9109 i>0 Ruim driekwart van de reizigerskilometers per trein in de ochtendspits naar de 1 steden plus wordt over een afstand van meer dan 0 kilometer gemaakt. Voor reizen naar Utrecht, Breda, Eindhoven en Tilburg ligt dit aandeel zelfs boven de 0%, terwijl het voor reizen naar Arnhem en Dordrecht onder de 70% ligt. Het korte afstandsvervoer (onder de 0 kilometer) maakt ongeveer 10% van de reizigerskilometers in de ochtendspits naar de 1 steden plus uit; dit percentage ligt in de rest van Nederiand op 1%. Combineren we de gegevens van de rkm's met die van de reizen, dan volgt een gemiddelde reisafstand van treinreizen in de ochtendspits naar de 1 steden plus van 9 kilometer. Voor reizen naar de rest van Nederiand is deze afstand lager 6 kilometer. Vooral naar en de steden in Brabant ligt de gemiddelde reisafstand hoog, terwijl deze naar Arnhem, Dordrecht, Rotterdam en Leiden het laagst ligt. Dit valt te verklaren uit de landelijke aantrekkingskracht (), relatief grote afstand tot de Randstad (steden in Brabant) of de nabijheid van veel grote steden (Dordrecht, Rotterdam en Leiden).. Naar treintype De 1.000 reizen en,9 miljoen rkm's naar de 1 steden en kunnen worden verdeeld naar het type trein (IC, IR en AR) waarmee de reis wordt afgelegd. Bij reizen is deze toedeling in geval van gebruik van meerdere treintypes binnen één reis niet eenduidig te maken. 11

AW Adviesdienst Verkeer en Vervoer fig. 9: verdeling over treintype c aandetel 1 60 RE 0 Jf 0 m 0-1 0-9 10 m o Ji IC IR AR meerdere rkm's rzn In de ochtendspits wordt ongeveer de helft van de reizigerskilometers in Intercity treinen afgelegd, en nemen snel- en stoptreinen beiden ongeveer een kwart voor hun rekening. % van de reizen maakt gebruik van één treintype. Gemeten in reizen is het aandeel van de stoptrein in de ochtendspits ongeveer 0%, terwijl Intercity en sneltrein beide ongeveer 0% voor hun rekening nemen. 1

AW Adviesdienst Verkeer en Vervoer Vergelijking treingegevens OVG en NSR De twee bronnen OVG en die van NSR kunnen voor wat betreft de gegevens van de trein worden vergeleken. Beide bronnen hebben hun eigen voor- en nadelen. Zo heeft het OVG als voordeel de mogelijkheid een vergelijking met andere vervoerwijzen te trekken. Het nadeel van het OVG is dat de steekproef wellicht te gering is om uitspraken te doen over het absolute niveau van het vervoer per trein. De NSR gegevens, voor circa 0% gebaseerd op waargenomen gedrag, geven op dit punt meer betrouwbare informatie. Overigens, de NSR bronnen zijn voor de overige 60% ook gebaseerd op enquêtes en hebben daardoor, net als het OVG, te kampen met betrouwbaarheidsmarges. We geven hieronder een vergelijking van de bronnen. Tabel 1. Verhouding vervoer per trein OVG/NSR per regio en afstandsklasse. Breda Dordrecht Tilburg Nijmegen Amersfoort Eindhoven Arnhem Leiden Rotterdam Den Haag Utrecht Amsterdam Totaal 1 steden + 0,00 0,0 0,1 0,00 0,6 0,9 1,0 0,00 0,00 0,,7 0,00 0,0 0, 0,6 0,9 0,0 0,6 1,06 0,7 1,07 0, 0, 1,00 0, 1,0 0,7 0,69 0, 1,1 1,79 0,66 1,7 0, 0, 1,0, 1,7 1,67 0,, 1,1, 1,, 1,1,9 1, 1,0 0,9 1,06,70 0,9 0, 0,91 1,1 0,9 1,7 1,9 1,7,0 1,6 7,09 0,9,09,1 0,6,9 1,7 1,61 1,60 1,67 1, 0,96,0 1,0 1,60 1,0 0,6 1,0 0, 1,9 1,7 1,6 1,10 1,16 1,1 0,97 1,6 0,77 1, 0,67 1,1 1,1 0,7 0,97 1,1 1,17 Het OVG geeft in totaal 17% meer treinreizen dan de NSR-data. Het OVG geeft voor de regio's Eindhoven en Leiden een substantieel lagere schatting van de omvang van het treinvervoer. Amersfoort, Rotterdam en Arnhem worden door het OVG aanmerkelijk hoger ingeschat. Op totaal niveau heeft het OVG relatief meer lange afstands- en (daardoor ook) minder korte afstandsvervoer. Totaal oordeel: De gegevens over het vervoer per trein naar de twaalf steden en zijn voldoende vergelijkbaar tussen het OVG en de NSR-data op geaggregeerd niveau. Het ligt hierdoor voor de hand van beide bronnen de sterke kant te gebruiken: het OVG voor vervoerwijzekeuze en modal split gegevens en de NSRdata voor het absolute niveau van het vervoer per trein. Namelijk de kaartverkoop van de kaartjes waarvan herkomst en bestemming bekend is (voornamelijk enkele reizen en retours) 1

AW Adviesdienst Verkeer en Vervoer Bijlagen Spitsvervoer naar 1 steden en Tabellen 1

HVJIX i IUVJUOIII iemand iieni / AW Adviesdienst Verkeer en Vervoer Tabel 1. Aantal reizen gemiddelde werkdag In de ochtendspits naar 1 steden en per modaliteit Regio Amersfoort Amsterdam Arnhem Breda Den Haag Dordrecht Eindhoven Leiden Nijmegen Rotterdam Tilburg Utrecht Totaal 1 + Auto (best) 10.00 77.00 1.00 1.000 6.00 11. 9.0 10.10 1.10 7.10 1.0 1.00 0.10 97.00 Autopass..700 17.0.0.00 0.0.10 6.00 1.600.0 17.600.70..700 9.0 Trein.900 9.70 6.000.00.00.00 6.0.0.60 0.000.700.00.00 16.10 Overig OV.0 7.00.70.0.00 1.00.00 1.90 1.90 6.60.0.00 7.90 16.0 Overig 6.600 1.00.70.0.0.10 1.0 9.90 6.0 7.0.00.0 1.600.900 Totaal 6.0.600 6.0.600 190.00 0.10 9.00 7.90 0.90 16.00.90 6.00 9.0 9. Bron: OVG 1997 en 199 1

AW Adviesdienst Verkeer en Vervoer Tabel 1a. Verdeling over vervoerwijzen van reizen gemiddelde werkdag in de ochtendspits naar 1 steden en Regio Amersfoort Amsterdam Arnhem Breda Den Haag Dordrecht Eindhoven Leiden Nijmegen Rotterdam Tilburg Utrecht Totaal 1 + Auto (best) 9 1 7 9 6 9 0 6 1 0 Autopass. Trein 10 9 L 10 11 11 11 6 1 9 11 6 9 1 1 16 9 1 11 11 16 1 11 1 1 1 Overig OV 17 10 1 7 7 7 6 0 9 1 Overig Totaal 16 1 1 16 6 1 0 10 17 Bron: OVG 1997 en 199 16

A W Adviesdienst Verkeer en Vervoer Tabel 1b. Verdeling over regio's van reizen gemiddelde werkdag In de ochtendspits naar 1 steden en Regio Amersfoort Amsterdam Arnhem Breda Den Haag Dordrecht Eindhoven Leiden Nijmegen Rotterdam Tilburg Utrecht Totaal 1 + Auto (best) Autopass. L_ 19 16 7 19 10 0 7 0 6 Trein Overig OV 7 1 1 16 0 1 1 9 6 Overig Totaal 1 6 19 1 6 6 17 19 10 10 Bron: OVG 1997 en 199 17

A W Adviesdienst Verkeer en Vervoer Tabel. Aantal reizen per auto (bestuurder) gemiddelde werkdag in de ochtendspits naar 1 steden en per afstandsklasse Regio 0-9 km 10-19 km 0-9 km 0-9 km 0-9 km > 0 km Totaal Amersfoort Amsterdam Arnhem Breda Den Haag Dordrecht Eindhoven Leiden Nijmegen Rotterdam Tilburg Utrecht Totaal 1 + 1.00 1.70.0 0 6.00 1.00.0.00 1.900 17.00 1.0 1.00 6...00 1.900.00 6.000 17.900.700 9.0.90 6.60.00.0.0 11. 1.900.00 1.00.00.0 7.600.00.700.00.0 1.70.60.70.0 69.900 1. 9.00 1.0 0.00 1.0.0 0 1.0 7.000.00 1.0.0 1.00 90 6.00 1.0 700.0 1..90 1.000 60.0 1.00 1..900 7.000.00 10.0.00.00.10 1.00.00 70 1.0 9.10.700 1.0..900 10.00 77.00 1.00 1.000 6.00 11. 9.0 10.10 1.10 7.10 1.0 1.00 0.10 97.00 Bron: OVG 1997 en 199 1

wsit r-rouucimanagemem / A W Adviesdienst Verkeer en Vervoer Tabel a. Verdeling over afstandsklassen van reizen per auto (bestuurder) gemiddelde werkdag in de ochtendspits naar 1 steden en Regio Amersfoort Amsterdam Arnhem Breda Den Haag Dordrecht Eindhoven Leiden Nijmegen Rotterdam Tilburg Utrecht Totaal 1 + 0-9 km 10-19 km 0-9 km 0-9 km 0-9 km > 0 km Totaal 1 1 11 9 1 19 1 1 1 1 1 19 10 7 19 6 16 1 1 7 1 1 1 10 1 1 16 1 10 1 9 10 7 1 19 1 1 9 1 10 1 6 1 11 7 0 1 11 1 1 1 10 0 1 1 1 10 7 1 Bron: OVG 1997 en 199 19

A W Adviesdienst Verkeer en Vervoer Tabel b. Verdeling over regio's van reizen per auto (bestuurder) gemiddelde werkdag in de ochtendspits naar 1 steden en Regio 0-9 km 10-19 km 0-9km 0-9 km 0-9 km >0km Totaal Amersfoort Amsterdam Arnhem Breda Den Haag Dordrecht Eindhoven Leiden Nijmegen Rotterdam Tilburg Utrecht Totaal 1 + 1 1 1 7 1 1 0 9 0 6 11 7 0 7 10 1 17 6 1 11 1 1 0 7 10 1 17 1 19 16 7 19 10 Bron: OVG 1997 en 199 0

A W Adviesdienst Verkeer en Vervoer Tabel. Aantal reizen per trein gemiddelde werkdag in de ochtendspits naar 1 steden en per afstandsklasse Regio 0-9 km 10-19 km 0-9 km 0-9 km 0-9 km > 0 km Totaal Amersfoort Amsterdam Arnhem Breda Den Haag Dordrecht Eindhoven Leiden Nijmegen Rotterdam Tilburg Utrecht Totaal 1 + - 0-0 10 - - 00 0-0.600 00.90 1.00 00.90 1. 00 00.0 70 00 1.00 1.00 90 1.0 00 00 00 0.700 1.00 1.600.0 1. 0.10 9.0 0 9.00 1.0 0.00 1.0.0 0 0.00 00 00.70.00 60 6.00 1.0 700.0 1..90 1.000 0 1.60 0 60.700 0.00 1.90 10.0.00.00.10 1.00.00 1. 700.00 1.0 1. 9.0.00.900 9.70 6.000.00.00.00 6.0.0.60 0.000.700.00.00 16.10 Bron: OVG 1997 en 199 1

A W Adviesdienst Verkeer en Vervoer Tabel a. Afstandsverdeling reizen per trein gemiddelde werkdag In de ochtendspits naar 1 steden en Regio Amersfoort Amsterdam Arnhem Breda Den Haag Dordrecht Eindhoven Leiden Nijmegen Rotterdam Tilburg Utrecht Totaal 1 + 0-9 km 10 0 1 0 0 0 7 0 0-19 km 10 10 0 1 17 11 11 16 10 1 0-9 km 0 19 0 17 17 0 6 1 1 0-9 km 0 17 17 19 1 19 10 10 1 11 17 16 16-9 km >0km 1 1 10 1 1 1 1 10 16 1 0 0 19 7 Totaal Bron: OVG 1997 en 199

INR rruüucimanagemeni / AW Adviesdienst Verkeer en Vervoer Tabel b. Regionale verdeling reizen per trein gemiddelde werkdag In de ochtendspits naar 1 steden en Regio Amersfoort Amsterdam Arnhem Breda Den Haag Dordrecht Eindhoven Leiden Nijmegen Rotterdam Tilburg Utrecht Totaal 1 + 0-9 km 10-19 km 0-9 km 0-9 km 0-9 km > 0 km Totaal 0 9 19 7 0 7 6 0 1 1 1 1 16 10 1 1 0 1 6 1 6 0 0 1 1 0 1 1 1 10 1 1 0 1 1 16 1 0 16 Bron: OVG 1997 en 199

AW Adviesdienst Verkeer en Vervoer Tabel. Verdeling aantal reizen gemiddelde werkdag In de ochtendspits per auto (best.) naar 1 steden en naar dagdeel en motief Regio Amersfoort Amsterdam Arnhem Breda Den Haag Dordrecht Eindhoven Leiden Nijmegen Rotterdam Tilburg Utrecht Totaal 1 + Osp 1,1 19,,1 19,9 16,,0,0 1,6 1, 1, 1, 0,6, 19,9 Dal 6,1 60, 6,6,6 61,7 0, 6,7 7,6 7,9 60,0 9,1. 7,1,9 Asp, 0, 1,, 1,, 1,, 0,7 1,6 19,7 6.6 1.7 1, Werken,.,6,, 7.6. 0,7 0, 1,7 6,1,9, 1, Opleiding.0 1.0.1, 1.9 1..1 1.. 1. 0.9.. 1. Winkelen 7.6 11.0 1,6 10, 1.,0 11. 10,0 10.7 11,6. 9,6 9, 11,0 Zakelijk 1.7 10, 11, 11,6, 10,6 9.0 9, 9. 10, 10, 10,0 11.1 10.1 Overig.,0 1, 1,9.0,,, 7,,6,,1,, Bron: OVG 1997 en 199

A W Adviesdienst Verkeer en Vervoer Tabel. Verdeling aantal reizen per trein gemiddelde werkdag in de ochtendspits naar 1 steden en naar dagdeel en motief Regio Amersfoort Amsterdam Arnhem Breda Den Haag Dordrecht Eindhoven Leiden Nijmegen Rotterdam Tilburg Utrecht Totaal 1 + Osp 1. 7.9 7, 17.6, 1.1 9,0 1, 19,0,.1 1, 7,1,9 Dal,,1 0, 1,,9 7,,0,1 9,6 9,,6 9,6,6, Asp, 1,0, 1, 17, 1.1 1.0 1, 1,,7 1,. 17, 0,6 Werken,0,9 7, 7, 9,,,0 9. 6.7..1 6, 1,, Opleiding 17, 16, 1,6,0 1,9 0. 1.1 17. 9, 0, 1,6 7,1 1,6 19,6 Winkelen. 6.0,,, 6, 7, 6,9,7. 1.9 7,7 9,7 6, Zakelijk 7..1..0.7.7..1.... 6., Overig 1.6.7 1., 9,,,7,0,6,7 7,7,,7, Bron: OVG 1997 en 199

A W Adviesdienst Verkeer en Vervoer Tabel 6. Aantal reizen per trein gemiddelde werkdag in de ochtendspits naar 1 steden en per afstandsklasse en totaal. Naar regio Amersfoort Amsterdam Arnhem Breda Den Haag Dordrecht Eindhoven Leiden Nijmegen Rotterdam Tilburg Utrecht Totaal 1 steden + rest NL Totaal NL 0-9 01 70 16 10 1 199 17 1791 16 96 101 1677 09 10-19 766 6719 7 7 96 6 106 106 99 6 9 16 079 77 99 0-9 1160 709 0 60 116 101 19 6 6 97 119 0 19 1 0-9 66 19 119 1 767 0 106 0 61 109 16 96 617 0-9 70 111 77 0 10 7 17 106 6 77 69 166 691 1 7066 191 >0 116 07 101 7 77 7 167 107 1 7 117 7 11 19 0616 Totaal 6 1 6 191 0 61 19 1 66 09 19 17 960 09 Bron: NSR 6

NbK Proauctmanagement / A W Adviesdienst Verkeer en Vervoer Tabel 6a. Afstandsverdeling reizen per trein gemiddelde werkdag in de ochtendspits naar 1 steden en, per regio en totaal. Naar regio Amersfoort Amsterdam Arnhem Breda Den Haag Dordrecht Eindhoven Leiden Nijmegen Rotterdam Tilburg Utrecht Totaal 1 steden + rest NL Totaal NL 0-9 % 9% 9% 1% 9% % % % 1% 1% % % 1% % 1% 10% 10-19 17% 0% % 1% % 1% 0% % 9% 9% 1% 9% 16% % 0% 7% 0-9 6% 1% 1% 6% 16% 1% 0% 19% 1% % 10% 0% 9% 1% 19% 19% 0-9 % 1% 6% 19% 7% 16% % 1% 10% 7% % 0% 1% 1% 10% 1% 0-9 16% 1% 7% 9% 6% 9% % 17% % % 11% % 1% 10% 7% 9% >0 7% % 19% 1% 7% 1% % 17% % % % % % % 0% % Totaal Bron: NSR 7

A W Adviesdienst Verkeer en Vervoer Tabel 6b. Regionale verdeling van de reizen per trein gemiddelde werkdag in de ochtendspits over de 1 steden en, Naar regio Amersfoort ' Amsterdam Arnhem Breda Den Haag Dordrecht Eindhoven Leiden Nijmegen Rotterdam Tilburg Utrecht Totaal 1 steden + 0-9 9 0 1 1 1 17 1 10-19 1 1 1 7 1 9 1 10 0-9 1 11 1 0-9 7 7 6 0-9 6 1 9 6 6 1 >0 6 1 1 6 17 Totaal 1 1 16 Bron: NSR

HJI\ nvuuiuuai 111011011 / A W Adviesdienst Verkeer en Vervoer Tabel 7. Aantal rkm's reizen per trein gemiddelde werkdag in de ochtendspits naar 1 steden en, per afstandsklasse en totaal. Naar regio Amersfoort Amsterdam Arnhem Breda Den Haag Dordrecht Eindhoven Leiden Nijmegen Rotterdam Tilburg Utrecht Tot. 1 steden + rest NL Totaal NL 0-9 179 169 60 1 776 619 11 160 77 6 111 1996 617 66 160 10-19 116 101 906 7 71 60 100 179 1611 70 1 16 9 16 11 70677 0-9 697 1161 10 199 6099 69 1 1666 116 71 1679 077 7 0 0-9 190 16 10706 1 166 7 7660 116 6111 196 61 179 169 017 91167 0-9 1 199 1676 91 19 1066 96 9061 11711 67 061 71 1077 17 17 6660 >0 967 67976 716 0 69771 09 1011 769 7791 00 167 7069 16 61 169 Totaal 1100 199 1767 0 97 97677 691 776 7 0 717 16917 7776 170 697 717 Bron: NSR 9

A W Adviesdienst Verkeer en Vervoer Tabel 7a. Afstandsverdeling rkm's per trein gemiddelde werkdag in de ochtendspits naar 1 steden en, per regio en totaal. Naar regio Amersfoort Amsterdam Arnhem Breda Den Haag Dordrecht Eindhoven Leiden Nijmegen Rotterdam Tilburg Utrecht Tot. 1 steden + rest NL Totaal NL 0-9 1% 1% % 0% 1% 1% 0% 0% % 1% 0% 1% % 1% % % 10-19 6% % % % 1% % % 1% 1% 11% 16% % 6% 9% 1% 11% 0-9 1% 1% 1% 1% 10% % 11% 1% 9% 1% 6% 16% % 1% 1% 1% 0-9 7% 1% 6% 1% 6% 1% 19% 1% 9% 7% 7% 1% 1% 1% 10% 11% 0-9 17% 1% 9% 9% 7% 11% % 1% 9% 6% 11% 6% 1% 11% 9% 10% >0 % 0% 9% 9% 6% % 6% % % 60% 61% 6% % % % % Totaal Bron: NSR 0

A W Adviesdienst Verkeer en Vervoer Tabel. Gemiddelde afstand per afstandsklasse en regio Naar regio Amersfoort Amsterdam Arnhem Breda Den Haag Dordrecht Eindhoven Leiden Nijmegen Rotterdam Tilburg Utrecht Totaal 1 steden + rest NL Totaal NL 0-9 6 6 6 6 6 7 6 7 6 10-19 1 1 17 11 1 1 1 1 17 1 16 1 16 1 1 1 0-9 6 6 1 6 0-9 6 6 6 6 6 0-9 >0 0 6 0 6 0 1 9 9 77 97 9 Totaal 1 9 7 0 1 1 9 6 Bron: NSR 1

A W Adviesdienst Verkeer en Vervoer Tabel 9. Aantal rkm's (mlo) per treintype en dagdeel of motief Ochtendspits Dal Avondspits Totaal, 7.1, 11,7 1..7 0,9.9 1..1 0,6,9.9 11.9.7 0. Woon-werk Opleiding Winkelen Zakelijk Overig Totaal. 1. 0,,. 11.7 1,6 0. 0, 0,6 1.7,9 1. 0. 0, 0, 1.1.,.0 0.6,1, 0, Bron: NSR

NK vroaucimanagement / A W Adviesdienst Verkeer en Vervoer Tabel 10. Verdeling rkm's over treintype, dagdeel en treintype en motief Ochtendspits Dal Avondspits Totaal IC 9% 60% 9% 7% IR 7% % % % AR % 1% 16% 19% Totaal l( 11 1% 61% ij 19% ij IR 7% % 1% AR 1% % 1% Totaal % % 1% Woon-werk Opleiding Winkelen Zakelijk Overig Totaal IC % 7% % 71% 66% 7% IR 9% 7% % 19% 1% % AR % 7% % 10% 1% 19% ra Totaal 11 il H ij 11 ioo%n IC 1% 1% % 19% 6% IR % 16% % 1% % AR 7% 1% % % 9% Totaal 7% 1% % 1% 0% Bron: NSR

11 ' ^isiglilïléa^jfc ^ïüissp-'r^u:. i;^ï&pi-t&?*'*; : $t ;;^ ^ J->-sMv ^ ISiSli ^liiliiisipiiliii^ - : srflfevgkiitsfwjjïj^^r; S^# S)aï.-/ ii"ïss;vr > -»«#»«*'