Besluit van Gedeputeerde staten van Limburg Omgevingsvergunning DSM Pharma Chemicals B.V. te Venlo Zaaknummer: 2014-0026 Kenmerk: 2014/8018 d.d. 13 februari 2014 Verzonden:
INHOUDSOPGAVE 1 Besluit 3 2 Procedure 6 2.1 De aanvraag 6 2.2 Huidige vergunning- en meldingsituatie 6 2.3 Bevoegd gezag 7 2.4 Ontvankelijkheid en opschorting procedure 7 2.5 Procedure (regulier) 7 2.6 Adviezen 7 3 Overwegingen 9 3.1 Milieuneutraal 9 Zaaknummer: 2014-0026 2
1 Besluit Onderwerp Gedeputeerde staten van Limburg hebben op 3 januari 2014 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen van DSM Pharma Chemicals BV. De aanvraag betreft het verladen van een nieuwe grondstof voor de waterzuivering van de inrichting gelegen aan Grubbenvorsterweg 8, 5928 NX Venlo. De aanvraag is geregistreerd onder nummer 2014-0026. Ontwerpbesluit Gedeputeerde staten van Limburg besluiten, gelet op de overwegingen die zijn opgenomen in deze vergunning en gelet op artikel 2.1 en 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo): 1. aan DSM Pharma Chemicals BV de omgevingsvergunning (verder te noemen: vergunning) te verlenen. Deze vergunning wordt verleend voor de inrichting gelegen aan Grubbenvorsterweg 8, 5928 NX Venlo; 2. dat de vergunning verleend wordt voor de volgende activiteiten en werkzaamheden: het milieuneutraal veranderen of veranderen van de werking van een inrichting; 3. dat de vergunning voor onbepaalde tijd wordt verleend; 4. dat de aanvraag onderdeel uit maakt van deze vergunning. Gedeputeerde Staten van Limburg namens dezen, C.J. Hermans, Afdelingshoofd Vergunningen a.i. Regionale Uitvoeringsdienst Zuid-Limburg 1 1 De Regionale Uitvoeringsdienst Zuid-Limburg (RUD-ZL) verzorgt namens de gemeenten in Zuid-Limburg en namens de provincie Limburg de opgedragen (milieu)taken op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving. Zaaknummer: 2014-0026 3
Procedure De besluitvormingsprocedure is uitgevoerd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 3.2 van de Wabo (de reguliere voorbereidingsprocedure). Afschriften Een afschrift van dit besluit is verzonden aan: aanvrager van de vergunning, zijnde DSM Pharma Chemicals B.V., Grubbenvorsterweg 81, Venlo; het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Venlo, Postbus 3434, 5902 RK Venlo; de minister van Infrastructuur en Milieu (directoraat-generaal Milieu), Postbus 20951, 2500 EZ Den Haag; de Inspectie SZW, directie MHC, team MHC-Zuid, Postbus 820, 3500 AV Utrecht; de Inspectie Leefomgeving en Transport, Postbus 16191, 2500 BD Den Haag de Burgemeester van de gemeente Venlo, Postbus 3434, 5902 RK Venlo; het bestuur van de Veiligheidsregio Limburg Noord, Postbus 11, 5900 AA Venlo; Rijkswaterstaat, Dienst Limburg, Postbus 25, 6200 MA Maastricht; de inspectie Leefomgeving en Transport, Postbus 16191, 2500 BD Den Haag. Rechtsbescherming Bezwaar Als dit besluit uw belang rechtstreeks raakt en u het met de inhoud van dit besluit niet eens bent, kunt u bezwaar maken. U moet dan binnen zes weken na de dag waarop dit besluit is verzonden een bezwaarschrift indienen. Op deze procedure is de Algemene wet bestuursrecht van toepassing. Het bezwaarschrift moet worden ondertekend en moet ten minste bevatten: a. de naam en het adres van de indiener; b. de datum; c. een omschrijving van het besluit waartegen het beroep is gericht, en; d. de redenen van het beroep (motivering). Het bezwaarschrift moet worden gericht aan: Gedeputeerde Staten van Limburg Werkveld Services, cluster Juridische Zaken en Inkoop, team Rechtsbescherming Postbus 5700 6202 MA Maastricht Voor meer informatie verwijzen wij u naar www.limburg.nl en klik vervolgens op e-loket. Het indienen van een bezwaarschrift heeft geen schorsende werking. Als u een bezwaarschrift heeft ingediend, dan kunt u tevens een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening indienen bij de Voorzieningenrechter van de Rechtbank Limburg, locatie Maastricht, sector Bestuursrecht, Postbus 1988, 6201 BZ Maastricht. U kunt ook digitaal een verzoek indienen bij genoemde rechtbank via http://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht. Daarvoor moet u wel beschikken over een elektronische handtekening (DigiD). Kijk op de genoemde site voor de precieze voorwaarden. Zaaknummer: 2014-0026 4
Inwerkingtreding Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag volgend op de dag waarop dit besluit is verzonden. Indien de Voorzieningenrechter positief beslist op een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening als bedoeld in artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht, wordt de werking van het onderhavige besluit geschorst. Zaaknummer: 2014-0026 5
2 Procedure 2.1 De aanvraag Op 3 januari 2014 hebben wij een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen van DSM Pharma Chemicals B.V. te Venlo. De aanvraag betreft toepassen van een nieuwe grondstof in de Biologische Afvalwater Zuivering (BIAZ) en de verlading van deze nieuwe grondstof. Ten behoeve van de sturing van de BIAZ wordt momenteel methanol als C-bron gebruikt om nitrificatie te voorkomen. Dit betekent dat op dit moment grote hoeveelheden van het brandbare en toxische methanol worden vertapt en verpompt naar T576 van de BIAZ. Aangevraagd wordt om het methanol te vervangen door Brenntaplus VP1, een product dat kan worden gebruikt als C-bron voor de BIAZ. Deze nieuwe grondstof is een ongevaarlijke stof die wordt aangevoerd per tankauto of IBC. De verlading naar T576 vindt plaats via de bestaande losplaats locatie 7.40. Gelet op bovenstaande omschrijving wordt vergunning gevraagd voor de volgende in de Wabo omschreven activiteiten: het milieuneutraal veranderen of veranderen van de werking van een inrichting (art. 2.1, eerste lid, onder e, van de Wabo juncto art. 3.10, derde lid, van de Wabo). 2.2 Huidige vergunning- en meldingsituatie Op 18 juni 2009, kenmerk 08/48940 hebben wij aan DSM Pharma Chemicals Venlo B.V. een vergunning ingevolge de Wet milieubeheer (Wm) verleend voor een inrichting voor de productie van Active Pharmaceutical Ingredients (API), Advanced Intermediates (AI) en Very Advanced Intermediates (VAI) voor de farmaceutische industrie, gelegen aan de Grubbenvorsterweg 8 te Venlo. Verder zijn de volgende omgevingsvergunningen verleend: Het wijzigen van de beschrijving van het vrijkomen van afvalstoffen uit productie en van het toevoegen van spoelvloeistoffen aan de BIAZ van 21 juli 2011, kenmerk 2011-0026; Modernisering opslagen voor gevaarlijke stoffen in emballage van 8 november 2012, kenmerk 2012-0373; Het milieuneutraal verplaatsen Indac productie van procesinstallatie TP3 naar TP6 van 30 augustus 2012, kenmerk 2012-0527; Het milieuneutraal veranderen opslagen sector 8.12 en 8.18 van 21 september 2012, kenmerk 2012-0695; Modernisering opslagen voor gevaarlijke stoffen in emballage van 8 november 2012, kenmerk 2012-0373; Gedeeltelijke intrekking activiteiten van 14 november 2013, kenmerk 2013-0153; Aanbrengen van extra repressieve voorzieningen van 19 december 2013, kenmerk 2013-0833. Voorts hebben wij voor de inrichting de volgende veranderingsvergunningen verleend: Wijziging STATOL-proces en enkele infrastructurele wijzingen van 4 maart 2010, kenmerk 09/18324; Drogen van het nieuwe product CLP van 12 augustus 2010, kenmerk 10/1960. Zaaknummer: 2014-0026 6
2.3 Bevoegd gezag De inrichting is genoemd in categorie 4.3.b (inrichtingen voor het vervaardigen, bewerken, verwerken, opslaan of overslaan van amine) van onderdeel C van bijlage 1 van het Bor. Verder bevat de inrichting één of meerdere gpbv-installaties en is het Besluit risico s zware ongevallen van toepassing. Daarom zijn wij het bevoegd gezag voor de integrale omgevingsvergunning. 2.4 Ontvankelijkheid en opschorting procedure Na ontvangst van de aanvraag hebben wij deze aan de hand van de Regeling omgevingsrecht (Mor) getoetst op ontvankelijkheid. Wij zijn van oordeel dat de aanvraag voldoende informatie bevat voor een goede beoordeling van de gevolgen van de activiteit op de fysieke leefomgeving. 2.5 Procedure (regulier) Dit besluit is voorbereid met de reguliere voorbereidingsprocedure als beschreven in paragraaf 3.2 van de Wabo. Gelet hierop hebben wij op 7 januari 2014 conform artikel 3.8 van de Wabo kennis gegeven van de aanvraag op de site van de provincie Limburg (www.limburg.nl/bekendmakingen) en in een plaatselijk huis aan huisblad. 2.6 Adviezen Advies In artikel 6.15 van het Bor staat een toezendplicht ten aanzien van Brzo-inrichtingen opgenomen. Om te voldoen aan deze toezendplicht hebben wij de aanvraag aan de volgende instanties/bestuursorganen gezonden: het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Directoraat Generaal Milieu; de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid; de Burgemeester van de gemeente Venlo; de Bestuur van de veiligheidsregio Limburg Noord; Rijkswaterstaat; de Inspectie Leefomgeving en Transport. Naar aanleiding van de aanvraag hebben wij van de Veiligheidsregio Limburg Noord een brief ontvangen waarin zij aangeven dat het niet nodig is advies uit te brengen. Naar aanleiding van de aanvraag hebben wij van de gemeente Venlo het volgende adviezen ontvangen: Uit de aanvraag blijkt dat DSM voornemens is om in plaats van methanol, een toxische en brandbare stof, een andere stof, te weten Brenntaplus VP1 toe te passen in de biologische afvalwater zuivering om nitrificatie in het influent te voorkomen. De reeds aanwezige installatie behoeft hier niet op aangepast te worden en gebruik wordt gemaakt van een bestaande tank. Wel zal methanol nog worden toegepast indien de viscositeit van Brenntaplus VPI in de wintermaanden een probleem blijkt te zijn. Mocht dit het geval zijn dan zien wij graag dat ook deze toepassing van methanol op termijn wordt beëindigd. Zaaknummer: 2014-0026 7
Ten aanzien van dit advies hebben wij als volgt overwogen: In de vigerende vergunning voor DSM Pharma Chemicals B.V. is het gebruik van methanol in de biologische waterzuivering toegestaan. De afwegingen voor het gebruik van methanol voor toepassing in de biologische afvalwaterzuivering heeft in deze procedure plaatsgevonden. Voorliggende verzoek van DSM Pharma Chemicals heeft juist betrekking op het zoveel mogelijk beperken van het gebruik van methanol voor deze toepassing. Zaaknummer: 2014-0026 8
3 Overwegingen 3.1 Milieuneutraal De aanvraag heeft betrekking op het veranderen of veranderen van de werking van een inrichting als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo juncto artikel 3.10, derde lid, van de Wabo. De aanvraag betreft toepassen van een nieuwe grondstof in de Biologische Afvalwater Zuivering (BIAZ) en de verlading van deze nieuwe grondstof. Ten behoeve van de sturing van de BIAZ wordt momenteel methanol als C-bron gebruikt om nitrificatie te voorkomen. Dit betekent dat op dit moment grote hoeveelheden van het brandbare en toxische methanol worden vertapt en verpompt naar T576 van de BIAZ. Aangevraagd wordt om het methanol te vervangen door Brenntaplus VP1, een product dat kan worden gebruikt als C-bron voor de BIAZ. Deze nieuwe grondstof is een ongevaarlijke stof die wordt aangevoerd per tankauto of IBC. De verlading naar T576 vindt plaats via de bestaande losplaats locatie 7.40. De Wabo bepaalt dat een omgevingsvergunning voor een milieuneutrale verandering kan worden verleend als de met deze aanvraag beoogde verandering van de inrichting of verandering van de werkwijze binnen de inrichting: niet zal leiden tot het ontstaan van een andere inrichting dan waarvoor vergunning is verleend; niet zal leiden tot andere of grotere nadelige gevolgen voor het milieu dan volgens de geldende vergunning(en) zijn toegestaan; niet MER-plichtig is. Overwegingen over het niet ontstaan van een andere inrichting Wij zijn van oordeel dat door de aangevraagde verandering geen andere inrichting ontstaat dan waarvoor de onder paragraaf 2.3 van dit besluit genoemde vergunningen zijn verleend. Naar aanleiding van de ingediende aanvraag en de daarbij overlegde gegevens, concluderen wij dat er sprake blijft van een inrichting, zoals aangegeven in categorie 4.3.b van het Bor. Het project leidt niet tot een andere inrichting. De inrichting blijft in werking voor het produceren van Active Pharmaceutical Ingredients (API), Advanced Intermediates (AI) en Very Advanced Intermediates (VAI) voor de farmaceutische industrie. Overwegingen dat er geen andere of grotere nadelige gevolgen voor het milieu zijn In de onderstaande paragraaf is per milieuthema de relatie gelegd met de verandering van de inrichting. Bodem(bescherming) De bestaande tank T576 staat in een tankbak locatie 7.42 welke vloeistofkerend is uitgevoerd. De verlading van de tankauto vindt plaats op de bestaande laad/losplaats 7.40 welke eveneens vloeistofkerend is uitgevoerd. Er is geen effect op de bodem te verwachten. Geluid Er wordt gebruik gemaakt van een in gebruik zijnde bestaande laad/losvoorziening. Er is geen effect op het compartiment geluid te verwachten. Zaaknummer: 2014-0026 9
Emissies naar Lucht en (Externe) Veiligheid Brenntaplus VP1 is een niet brandbare en niet toxische stof met een lage dampspanning. De verlading vindt plaats met behulp van de bestaande pomp P812. T576 is een gesloten tank. Er is geen effect te verwachten op het compartiment lucht. Er is tevens geen sprake van invloed op het plaatsgebonden of groepsrisico. Overige compartimenten De voorgenomen wijzigingen hebben geen invloed op de overige compartimenten afval, afvalwater en energie. Overwegingen MER plicht Een milieuneutrale omgevingsvergunning wordt geweigerd indien het bevoegde gezag heeft beslist dat bij de voorbereiding van de omgevingsvergunning een milieueffectrapport (MER) dient te worden gemaakt. De voorgenomen activiteit komt noch voor in onderdeel C noch in onderdeel D van het Besluit mer. De activiteit is derhalve noch mer-plichtig noch mer-beoordelingsplichtig. Zaaknummer: 2014-0026 10