Amendementen nota Grondgebonden veehouderij en duurzame locaties intensieve veehouderij

Vergelijkbare documenten
Stand van zaken duurzaam veehouderijbeleid. 5 november 2013

Beleidsregel omgekeerde werking: woon- en leefklimaat

Weigeren ontwerpverklaring van geen bedenkingen ten behoeve van aanvraag omgevingsvergunning Meirweg 1a in Lage Mierde

Wijziging Verordening ruimte 2014, actualisatie 2017

Eva Welten - van Gerwen Advies

1. Inleiding Duurzame locaties veehouderij Slot Bijlage...18

Bestemmingsplan. Gemert-Bakel Buitengebied, herziening juli 2014

Esdonk 8, Gemert. Onderbouwing grondgebonden karakter. Rundveehouderij Meulepas V.O.F. Bedrijfsopzet Esdonk 8, Gemert

Bouwplan voor het realiseren van een werktuigenberging

Duurzame locatie toets Klotterpeellaan 3, De Rips

Onderwerp: Verklaring van geen bedenkingen uitbreiding agrarisch bedrijf Nansumerweg 58a Holwierde met wintertuinen.

Ruimtelijke onderbouwing Verplaatsing pluimveebedrijf van De Haag 105 in Gemert naar De Kampen 12 in Gemert

Zienswijze ontwerp-bestemmingsplan Molenweg 5-5a Hoogeloon

Bijlage: beoordeling duurzame locatie

10 april Nota van zienswijzen. ontwerp bestemmingsplan Orvelterveld 2A en 3 te Orvelte

Onderwerp: Beleidsregel geur en ruimtelijke plannen 2017 gemeente Sint-Michielsgestel

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (PvdD) d.d. 19 oktober Nummer 2730

Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24

Raadsvoorstel. Status: Besluitvormend. Agendapunt: 13. Datum: 12 augustus Decosnummer: 226. E. T.

FAQ s geitenhouderij en gezondheid September 2017

Kwaliteitskader buitengebied gemeente Landerd

NOTA ZIENSWIJZE BESTEMMINGSPLAN Molenweg 5-5a Hoogeloon.

VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD

CONCEPT regels Verordening ruimte 2014 naar aanleiding van de dialoog Brabants mestbeleid

'Beleidsregel omgekeerde werking: woon- en leefklimaat, tweede herziening'

Veehouderij en geur. geurgebiedsvisie en geurverordening Ontwerp. Commissievergadering 14 januari 2016 gemeentehuis Asten

Bijlage 2 Uitwerking uitbreidingsmogelijkheden Rooye Hoefsedijk 38 in Gemert

O Pagina 1 van 5

Hoofdlijnen behandeling zienswijzen buitengebied en lopende planologische aanvragen die zijn ingediend voor 19 april 2016 Registratienummer:

Veehouderij en volksgezondheid

Onderwerp Uitwerking vastgestelde amendementen Bestemmingsplan Buitengebied 2010

BESTEMMINGSPLAN BUITENGEBIED PLANTLOON BEANTWOORDING ZIENSWIJZEN

toetsingsinstrument veehouderij en gezondheid 2013 Theo vd Ven Gemeente Oirschot Renske Nijdam GGD Bureau Gezondheid, Milieu & Veiligheid

Onderwerp Ontwerp beheersverordeningen Nijmegen Vossenpels Midden-Noord en Nijmegen Bedrijventerrein Oosterhout en Rietgraaf e.o.

Milieu inventarisatie afdeling Milieu ten behoeve van plan- en projectadvisering. Datum: 4 november 2009

In reactie op uw verzoek van 10 november 2011 namens uw cliënt de heer De Beer, waarin u

^ERIOWW 15«M IllOtt. Het college van burgemeester en wethouders van Bernheze postbus ZG HEESCH

Besluit. Nr. 26. Provinciale staten van Noord-Holland; gelezen de voordracht van gedeputeerde staten van 18 januari 2011

Aan de commissie Grondgebiedzaken

Relevante artikelen Verordening ruimte Noord-Brabant

weigeren verklaring van geen bedenkingen ten behoeve van aanvraag omgevingsvergunning Meirweg 1a in Lage Mierde

Bestemmingsplan Buitengebied Zundert, vormverandering agrarisch bouwblok Hazeldonksestraat 2B, Rijsbergen. Toelichting/ ruimtelijke onderbouwing

* * * *

Ontwikkelingen Ruimtelijke Ordening en paardenhouderij. Yvonne Verhagen Adviseur RO en Milieu Specialist Paarden

'Beleidsregel omgekeerde werking: woon- en leefklimaat, eerste herziening'

Onderwerp: Verordening geurhinder en veehouderij 2017 gemeente Sint-Michielsgestel

Spelregels voor het voeren van een zorgvuldige dialoog

Wijziging bouwvlak aan de Groenstraat 16 te Herpt ten behoeve van de bouw van een ligboxenstal

Inventarisatie WOB verzoek. Documenten

Anna van Raesfeltstraat 37, Postbus 1, 2636 ZG Schipluiden T (015) , F (015) E I

Statenmededeling. Aan Provinciale Staten van Noord-Brabant, Kennisnemen van Actuele ontwikkelingen rondom mestbeleid in Noord-Brabant

Toetsingsinstrument veehouderij en gezondheid Theo vd Ven Gemeente Oirschot Renske Nijdam GGD Bureau Gezondheid, Milieu & Veiligheid

Format Ruimtelijke Onderbouwing (versie 1, aug 2014) INHOUDSOPGAVE

gelet op het bepaalde in artikel lid 1, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht juncto artikel 6.5, lid 3 van het Besluit omgevingsrecht;

Raadsvoorstel. Bouwplan Stationsstraat 6b te Oostzaan. Leefomgeving. Beleid en regie E. Bressers C. Stevens

Stalderingsplicht Wanneer is stalderen verplicht? Speelt de veebezetting een rol bij de beoordeling op staldering?

VERZONDEN 12 OEC. 2013

Raadsvergadering d.d. : 30 maart 2017 Agendanr.: : Bouwen, wonen en milieu

Inleiding/aanleiding Op 19 maart 2010 is het burgerinitiatief Megastallen Nee behandeld door Provinciale Staten.

Vergelijking wijzigingsbevoegdheden en gedelegeerde bevoegdheden

Buitengebied 2009, partiële herziening De Wildert 4

Provinciale Statenfractie Noord-Brabant

Inhoud voorstel aan Raad

Pagina 1 van 50 Registratienummer: Z / D

Seminar Veehouderij en volksgezondheid

Toelichting Beleidsnotie voor bedrijvigheid aan huis Pekela 2013

Raadsvoorstel Reg. nr : Ag nr. : 10 Datum :

Wijziging bestemmingsplan t.b.v. verandering bouwvlak Oosterseweg 1, Elshout

Ontwerpbesluit omgevingsvergunning voor de activiteiten planologische afwijking van het bestemmingsplan en bouwen

GEMEENTE OLDEBROEK. Samenvatting

Aan de Gemeenteraad. Raad. Onderwerp : Vervangende nieuwbouw van een vrijstaande woning op het perceel Boelenswei 76 te Boelenslaan.

Omgevingsvergunning Ruimtelijke onderbouwing Duifhuizerweg perceel Uden, P, 983 te Uden. concept

Brabantse Zorgvuldigheidsscore Veehouderij (BZV)

Verordening als gevolg van artikel 6 van de Wet geurhinder en veehouderij voor de gemeente Dongeradeel

Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe

Gemeente Bergen Datum besluit Datum verzending: Nummer

AGENDAPUNT voor burgemeester en wethouders

Aanvullende informatie Nota van Uitgangspunten bestemmingsplan Buitengebied

MEMORIE VAN TOELICHTING AAN DE RAAD VAN DE GEMEENTE CRANENDONCK

Raadsvoorstel. Agendapunt nr.:

Toelichting bij de beleidsnotitie voor bijbehorende bouwwerken Gemeente Pekela

H. van Heugten raad juli 2010

Doel van dit voorstel: De ingediende aanvraag om omgevingsvergunning planologisch mogelijk maken.

Bekendmaking van het besluit van de gemeenteraad d.d. 16 december 2013, nr. 11B, tot vaststelling de Beleidsnota Plattelandswoning.

Onderwerp: Reg.nummer: 1. Inleiding 2. Voorstel aan de raad

Beoogd resultaat Betere dienstverlening aan de klant door een duidelijke, efficiënte procedure en het voorkomen van regeldruk of vertragingen.

Beleidsnota projectbesluit / partiële herziening bestemmingsplan. Gemeente Wijk bij Duurstede

Beleidsnota Plattelandswoning

GEMEENTE HOOGEVEEN. Raadsvoorstel

C.C.A. Evers 3678

Vragen en handhavingsverzoek omwonenden over Kapelstraat 46a in Elshout

: IGO adviescommissie Landbouw en Milieu

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Omgevingsvergunning Hollewandsweg 28

Buitengebied 2002 Wehl 22e wijziging (Broekstraat 1)

Ontwerp Omgevingsvergunning

Aanwijzing art. 3.8, lid 6, Wro, bestemmingsplan Bedrijventerrein Nijverhei 2009

Opdrachtgever: Gemeente Hilvarenbeek projectnummer:

RAADSVOORSTEL. Ronde Tafel N.v.t. Debat. Raadsvergadering 7 juli Toelichting

Onderwerp: vaststellen bestemmingsplan "Spijk Kolholsterweg 14"

RAADSVOORSTEL. Nummer Onderwerp: Vaststellen bestemmingsplan 'Parapluherziening Buitengebied Bunnik'

Transcriptie:

Amendementen nota Grondgebonden veehouderij en duurzame locaties intensieve veehouderij Algemeen Ontwikkeling provinciaal beleid Provinciale Staten hebben op 22 maart jongstleden ingestemd met het voorstel om een provinciale maatlat (Brabantse Zorgvuldigheidsscore Veehouderij) in te voeren die inhoudt dat uitbreiding van bebouwing of bouwvlak alleen mogelijk is als een veehouder voldoende punten op deze maatlat scoort. Er kan worden gescoord op de thema s volksgezondheid, dierenwelzijn, dierengezondheid, natuur en milieu. Verwacht wordt dat begin 2014 een wijziging van de Verordening ruimte in werking zal treden, waarmee de provinciale maatlat wordt ingevoerd. Alsdan zal de onderhavige gemeentelijke beleidsnota grotendeels, zo niet geheel, worden overruled door de provinciale verordening. Vanwege het zwaarwegende maatschappelijke belang van een duurzame veehouderij en vanuit het voorzorgsbeginsel op basis van de Wet publieke gezondheid is besloten niet te wachten totdat het provinciale beleid in werking is getreden, maar zal daarop vooruitlopend met het onderhavige gemeentelijke beleid worden gewerkt. Vooruitlopend op de invoering van de provinciale maatlat zal naar verwachting in juni van dit jaar reeds een wijziging van de Verordening ruimte in werking treden die onder andere inhoudt dat ook de bouwvlakken van grondgebonden bedrijven maximaal 1,5 ha groot mogen zijn (ontwerp bijgevoegd). Voorgesteld wordt alle lopende aanvragen aan deze aanstaande wijziging te toetsen, waarbij niet van belang is wanneer de aanvraag in ontwerp ter visie is gelegd of wanneer het plan zal worden vastgesteld. Dit gaat verder dan de provinciale overgangsregeling, waarin is bepaald dat wanneer een ontwerp voor 22 maart van dit jaar in ontwerp ter visie is gelegd en voor 1 juli van dit jaar is vastgesteld, de betreffende beperking niet van toepassing is. De amendementen, zoals die naar aanleiding van de conceptnota zijn tijdens de raadsvergadering d.d. 14 maart jongstleden zijn ingediend (waarop de portefeuillehouder het voorstel heeft teruggetrokken), alsmede het standpunt dat daarbij is geformuleerd, moeten telkens in het licht van bovengenoemde ontwikkelingen worden beschouwd. Voor meer informatie over die ontwikkelingen, kan het bijgevoegde statenvoorstel en de ontwerpwijziging ten aanzien van de maximale bouwvlakgrootte voor grondgebonden bedrijven worden geraadpleegd. 1

Planologisch karakter beleidsnota In de onderhavige beleidsnota worden uitsluitend enkele open normen uit de Verordening ruimte, waaraan bij afwijkingen van het bestemmingsplan moet worden getoetst (om zodoende een goede ruimtelijke ordening te waarborgen), op gemeentelijk niveau uitgewerkt. Ingrijpen in bestaande (vergunde) planologische situaties, zodat ook daar alsnog aan de MDV moet worden voldaan, is dan ook niet mogelijk op basis van de onderhavige nota. Voor de toekomst zullen de mogelijkheden voor het aanscherpen milieuvergunningen (omgevingsvergunning activiteit milieu ), om zo de uitstoot van schadelijke stoffen verder terug te dringen, verder worden onderzocht. Eventueel zal over (het benutten van) die mogelijkheden een afzonderlijke beleidsnota worden opgesteld. Op dit moment dient te worden opgemerkt dat in veel gevallen ingevolge het Besluit landbouw milieubeheer (inmiddels opgenomen in het Activiteitenbesluit) echter geen omgevingsvergunning milieu meer nodig is, maar dat een melding met, afhankelijk van soort en aantal dieren, een Omgevingsvergunning Beperkte Milieutoets fijn stof of m.e.r. volstaat. In die gevallen zullen de mogelijkheden om in te grijpen dan ook zeer beperkt zijn. Een en ander neemt niet weg dat hier de komende periode actief onderzoek naar zal worden gedaan. 2

Progressief Landerd Amendement 1 PL [...] met dien verstande dat: binnen een afstand van 250 meter vanaf gevoelige objecten geen ontwikkeling van intensieve veehouderijen plaatsvindt. Onder gevoelige objecten worden verstaan de in de nota opgenomen bebouwingsclusters. Onder ontwikkeling wordt verstaan een vergroting of vormverandering van het bouwvlak. De bedoeling is om in deze gebieden in principe geen medewerking te verlenen aan ontwikkelingen van veehouderijen, tenzij aan een tweetal harde voorwaarden wordt voldaan: na de ontwikkeling wordt tenminste aan het ambitieniveau van de ruimtelijk relevante aspecten in de Maatlat Duurzame Veehouderij (MDV) voldaan en uit een individuele gezondheidseffectscreening blijkt dat er geen overwegende bezwaren bestaan. Op die manier kan worden voorkomen dat deze bedrijven de huidige planologische mogelijkheden ten volle gaan of blijven benutten, zonder dat daar een duurzaamheidsslag mee gepaard gaat. 3

Amendement 1 PL (vervolg) bij ontwikkelingen tot 1.000 meter tussen een bedrijf en gevoelige objecten een aanvullende gezondheidskundige risicobeoordeling moet worden uitgevoerd. Akkoord. De beleidsnota wordt hierop aangepast. Omdat door deze wijziging in nagenoeg het hele buitengebied de randvoorwaarde van een individuele gezondheidseffectscreening (GES) zal gelden, zal de zonering waarbinnen zo n GES moet worden uitgevoerd, verdwijnen. Het instrument gezondheidseffectscreening, dat op dit moment door de GGD in samenwerking met de gemeenten Oirschot, Reusel De Mierden en Gemert Bakel wordt ontwikkeld, zal naar verwachting eind april van dit jaar beschikbaar zijn. Er wordt overleg gepleegd met de GGD over de manier waarop de GGD zal adviseren (normering en oordeelsvorming), alsmede over de gemeentelijk toetsing van dergelijke aanvullende adviezen. De uitkomsten van dit overleg zullen in de aangepaste nota worden weergegeven. Overigens hebben de aanstaande veranderingen in provinciaal beleid (zie onder het kopje Ontwikkeling provinciaal beleid op p. 1 en de bijlagen) ertoe geleid dat de onderhavige randvoorwaarde niet alleen bij ontwikkelingen van intensieve veehouderij zal gelden, maar ook bij ontwikkelingen van grondgebonden veehouderij voorwaardelijk zal worden gesteld. De nota wordt ook op dit punt aangepast. 4

Amendement 1 PL (Vervolg) elke ontwikkeling van intensieve veehouderij moet voldoen aan de Maatlat Duurzame Veehouderij. Akkoord. De nota wordt hierop aangepast. Niet uit het oog mag worden verloren dat niet elk onderdeel van de MDV ruimtelijke relevantie heeft. Met dit gegeven moet rekening worden gehouden bij de borging van de randvoorwaarde in ruimtelijke besluiten. Indien daarin de voorwaardelijke verplichting wordt opgenomen dat aan de gehele MDV moet worden voldaan, is het mogelijk dat een dergelijk besluit op dit onderdeel bij de rechter sneuvelt. De praktijk moet uitwijzen hoe hier het beste mee om kan worden gegaan. Omdat door deze wijziging in het hele buitengebied de randvoorwaarde van de MDV zal gelden, zal ook deze zonering verdwijnen. Daardoor vervalt de hele gebiedsindeling (kaart) die als bijlage bij de nota is opgenomen. 5

Amendement 2 PL [...] met dien verstande dat: bij uitbreiding eisen worden gesteld aan daadwerkelijke beweiding van de veestapel. Met als minimumnorm 120 dagen per jaar minimaal 6 uur per dag. De wens om meer dieren in de wei te zien, wordt onderschreven. Om die reden wordt weidegang gestimuleerd door de randvoorwaarde van een minimale huiskavel bij grondgebonden veehouderijen op te nemen. De gemeente beschikt echter niet over instrumenten om sec weidegang af te dwingen. De licenties/certificaten worden namelijk door de Stichting Weidegang afgegeven aan de zuivelbedrijven en niet aan de afzonderlijke veehouderijen. Het zogenaamde controleplan van een zuivelbedrijf bevat o.a. een register van melkveehouders die weidemelk leveren, doch het vraagt te veel administratieve rompslomp om daar als gemeente toezicht op te houden. Weidegang is dan ook niet redelijkerwijs controleerbaar/handhaafbaar. Bovendien is dit fraudegevoelig en is zeer de vraag of deze randvoorwaarde ruimtelijke relevantie heeft, waardoor borging in ruimtelijke besluiten risicovol is. 6

Amendement 2 PL (vervolg) de vereiste minimale huiskavel wordt aangepast naar 0,250 ha per koe. Akkoord, als randvoorwaarde voor grondgebondenheid bij meer dan 200 koeien. Bedrijven met 200 of minder koeien worden geacht grondgebonden te zijn. 7

Amendement 2 PL (vervolg) daar waar bedrijven groter willen worden dan 1,5 ha en meer dan 200 stuks rundvee een locatietoets wordt uitgevoerd om te beoordelen of doorgroei wenselijk is. Naar verwachting zal medio 2013 een wijziging van de Verordening ruimte in werking treden die onder andere inhoudt dat ook de bouwvlakken van grondgebonden bedrijven maximaal 1,5 ha groot mogen zijn (zie onder het kopje Ontwikkeling provinciaal beleid op p. 1 en bijlage), waardoor het eerste criterium (> 1,5 ha) geen relevantie meer heeft. Voor het overige kan worden ingestemd met het amendement. Er zal altijd een integrale afweging plaatsvinden. Een locatietoets vormt daar onderdeel van. Indien er sprake is van meer dan 200 koeien, moet na de ontwikkeling bovendien aan de ambitieniveaus van de ruimtelijk relevante aspecten in de MDV worden voldaan. De nota wordt hierop aangepast. 8

Amendement 2 PL (vervolg) daar waar bedrijven groter willen worden dan 1,5 ha en meer 200 stuks rundvee een toets op bedrijfseconomische noodzaak wordt uitgevoerd. Zie het standpunt ten aanzien van het amendement onder de vorige bullet. Een toets op bedrijfseconomische noodzaak/haalbaarheid maakt onderdeel uit van de integrale afweging. De randvoorwaarde van een dergelijke toets volgt overigens rechtstreeks uit artikel 2.1 (zorgplicht bij elke ontwikkeling), artikel 6.4 (voor grondgebonden veehouderij in de groenblauwe mantel) en 8.3 (voor grondgebonden veehouderij in agrarisch gebied) van de Verordening ruimte en hoeft strikt genomen dan ook niet op gemeentelijk niveau te worden geregeld. De commissie Advies Agrarische Bouwaanvragen (AAB) kan concrete initiatieven zo nodig op dit aspect beoordelen. Een en ander zal in de nota worden verduidelijkt. 9

Amendement 2 PL (vervolg) daar waar deze toetsen positief zijn, een koppeling wordt gelegd tussen de vergroting van het bouwblok en de Maatlat Duurzame Veehouderij. Provinciale Staten hebben op 22 maart jongstleden ingestemd met het voorstel om een provinciale maatlat (Brabantse Zorgvuldigheidsscore Veehouderij) in te voeren die inhoudt dat uitbreiding van bebouwing of bouwvlak alleen mogelijk is als een veehouder voldoende punten op deze maatlat scoort. Er kan worden gescoord op de thema s volksgezondheid, dierenwelzijn, dierengezondheid, natuur en milieu. Verwacht wordt dat begin 2014 een wijziging van de Verordening ruimte in werking zal treden, waarmee de provinciale maatlat wordt ingevoerd. Alsdan zal de onderhavige gemeentelijke beleidsnota grotendeels, zo niet geheel, worden overruled door de provinciale verordering. Vanwege het zwaarwegende maatschappelijke belang van een duurzame veehouderij en vanuit het voorzorgsbeginsel op basis van de Wet publieke gezondheid is besloten niet te wachten totdat het provinciale beleid in werking is getreden, maar zal daarop vooruitlopend met het onderhavige gemeentelijke beleid worden gewerkt. Vooruitlopend op de invoering van de provinciale maatlat, zal ook na een ontwikkeling naar meer dan 200 melkkoeien aan de ambitieniveaus van de ruimtelijk relevante aspecten in de MDV moeten worden voldoen. 10

Amendement 2 PL (vervolg) een bouwblok van 2,5 ha het maximum is. Naar verwachting zal in juni van dit jaar een wijziging van de Verordening ruimte in werking treden die o.a. inhoudt dat ook de bouwvlakken van grondgebonden bedrijven maximaal 1,5 ha groot mogen zijn (zie onder het kopje Ontwikkeling provinciaal beleid op p. 1 en bijlage). Het is dan ook niet meer noodzakelijk op gemeentelijk niveau een maximale bouwvlakgrootte te hanteren. Voorgesteld wordt alle lopende aanvragen aan deze aanstaande wijziging te toetsen, waarbij niet van belang is wanneer de aanvraag in ontwerp ter visie is gelegd of wanneer het plan zal worden vastgesteld. Dit gaat verder dan de provinciale overgangsregeling, waarin is bepaald dat wanneer een ontwerp voor 22 maart van dit jaar in ontwerp ter visie is gelegd en voor 1 juli is vastgesteld, de betreffende beperking niet van toepassing is. Een en ander zal in de nota worden opgenomen. 11

Reekse Politieke Partij Amendement 1 RPP [...] met dien verstande dat: tevens wordt besloten om het GGD advies volledig over te nemen in de beleidsnota. Zie het standpunt onder de eerste twee bullets ten aanzien van het eerste amendement van Progressief Landerd. 12

Amendement 2 RPP tevens wordt besloten tot het instellen van een plafond om zo te voorkomen dat het totale aantal landbouwhuisdieren (nge) dat in Landerd wordt gehouden in de toekomst verder zal stijgen. Het aantal dieren is niet ruimtelijk relevant, waardoor dit onmogelijk in planologische besluiten kan worden geborgd. Indirect gebeurt dit uiteraard wel doordat een maximale bouwvlakgrootte wordt gehanteerd. In combinatie met toepassing van de MDV bij planologische wijzigingen en van de Beste Beschikbare Technieken in het het milieuspoor wordt het aantal landbouwdieren sterk gereguleerd. Ten overvloede wordt opgemerkt dat Arcadis in diens onderzoeksrapport Sturingsmogelijkheden omvang veestapel heeft beschreven dat een provinciaal stelsel van dierrechten tot de mogelijkheden behoort, doch dat ook de provincie hier vooralsnog echter niet voor lijkt te kiezen (zie onder het kopje Ontwikkeling provinciaal beleid op p. 1 en de bijlagen). 13

Amendement 3 RPP tevens wordt besloten dat uitsluitend meegewerkt zal worden aan toekomstige uitbreiding van bedrijven in het zoekgebied voor waterretentie indien de hogere overheden hiervoor een verklaring van geen bezwaar afgeven. Uit de Wet ruimtelijke ordening en de Verordening ruimte volgt dat B&W, voordat zij beslissen op een vergunningaanvraag, het betrokken waterschapsbestuur raadplegen. De beoordeling door het waterschap is gericht op het effect van de ingreep op het waterbergend vermogen van het gebied. Bij de voorbereiding van een bestemmingsplan, of bij de wijziging of uitwerking daarvan, is het waterschap in het kader van de watertoets betrokken zodat is geborgd dat het waterbergend vermogen van het gebied niet wordt aangetast. Wanneer een ondernemer binnen het betreffende gebied wil ontwikkelen, valt het onder diens ondernemersrisico wanneer er schade ontstaat. Hier is geen provinciaal of rijksbelang mee gemoeid. Een verklaring van geen bedenkingen van een hogere overheid is dan ook niet wettelijk geregeld. Zie wellicht ten overvloede de beoordelingstabel duurzame locaties (bijlage bij nota) over het Reserveringsgebied voor waterberging : Duurzame locaties zijn mogelijk, mits de capaciteit van het reserveringsgebied voor waterberging of afvoer of een efficiënte en duurzame inrichting hierdoor niet of nauwelijks wordt beperkt. De zoekgebieden regionale waterberging houden geen beperking in voor de in het buitengebied gebruikelijke bebouwing. Zie ook de beoordelingstabel duurzame locaties over het Lange termijnreservering rivierbed : Duurzame locaties zijn mogelijk, mits de lange termijnreservering geen beperking inhoudt voor de in het buitengebied aanwezige bebouwing. Bestaande rechten worden gerespecteerd. Aan uitbreiding van bestaande intensieve veehouderijen zal over het algemeen medewerking kunnen worden verleend. Omschakeling naar een intensieve veehouderij is echter niet wenselijk vanuit de gedachte om in deze gebieden (grootschalige) kapitaalintensieve ontwikkelingen tegen te gaan. De overstromingsfrequentie van de uiteindelijk aan te wijzen gebieden is naar verwachting relatief gering, maar de impact hiervan kan behoorlijk groot zijn. Bij definitieve aanwijzing/begrenzing van deze gebieden zal hierover meer duidelijkheid bestaan. Dan zullen ook de ruimtelijke ontwikkelingsmogelijkheden nader worden vastgelegd. Wanneer een gebied feitelijk geschikt gemaakt wordt voor inzet ten behoeve van rivierverruiming zullen passende maatregelen voor de hierbinnen gelegen bedrijven genomen moeten worden. (Bron: Beoordelingskader duurzame locaties, provincie Noord Brabant) 14

Amendement 4 RPP de Maatlat Duurzame Veehouderij toepasbaar te verklaren als toetsingskader voor ruimtelijke ontwikkeling zowel bij nieuwe als bestaande situaties. Bij ontwikkelingen worden de ambitieniveaus van de ruimtelijk relevante aspecten van de Maatlat Duurzame Veehouderij (MDV) voorwaardelijk gesteld. Zie onder het kopje Planologisch karakter beleidsnota op p. 2 voor wat betreft het ingrijpen in bestaande (vergunde) situaties. 15