ESF project Bevorderen van duurzaam en transparant ondernemen in Vlaanderen Resultaten van Fase 2 van de studie- en begeleidingsopdracht MVO-Event (Brussel, 26-27 januari 2012)
Het peloton komt pas in beweging als er gedemarreerd wordt
Inhoud De opdracht. De resultaten. Het besluit. Het verdere verloop.
Inhoud De opdracht. De resultaten. Het besluit. Het verdere verloop.
Het driejarig ESF-project: de fasen Fase 1 desktop studie (2010) In verschillende landen/regio (Verenigd Koninkrijk, Nederland, Catalonië Denemarken, Oostenrijk ) werd een veelheid aan interessante initiatieven geïdentificeerd. Fase 2 studie in de diepte (2011) Deze geïdentificeerde interessante voorbeelden waren de basis voor verder onderzoek, incl. interactie en deelname van stakeholders, door middel van desktop research van initiatieven in Frankrijk en Duitsland een studiebezoek aan Denemarken en Oostenrijk peer reviews met Catalonië, Nederland en het Verenigd Koninkrijk interlinkages met ander MVO-onderzoek en conferenties en dit MVO-event. [ Fase 3 piloot projecten (2012) ]
De opdrachtnemer voor Fase 2 De inhoudelijke opdrachtnemer UNU-CRIS (United Nations University - Comparative Regional Integration Studies) is één van de 18 UNU-onderzoekscentra in de wereld. Sedert 2001 is het in Brugge gevestigd. Meer info op www.cris.unu.edu. RCE-SNS (Regional Centre of Expertise Southern North Sea) is één van de +/- 85 soortgelijke UNU-centra in de wereld die zich richten op educatie voor duurzame ontwikkeling. Meer info op www.rce-sns.org. De logistieke opdrachtnemer d-side groep werkte mee als partner voor de organisatie van de studiebezoeken, de peer reviews en het exchange event. Meer info op www.d-sidegroup.com.
Sturing van de opdracht Opdrachtgever: Vlaamse overheid - Departement Werk en Sociale Economie Focusgroep: Opdrachtgever, VOKA, UNIZO, VERSO, opdrachtnemer Klankbordgroep, dit is de focusgroep uitgebreid met werknemersorganisaties (ACV, ABVV, ACLVB) SERV en MINA-raad overheidsentiteiten (ESF, AO, VAIS, DAR) én (andere) leden van de WG Sociale Economie
Fasering van de opdracht Periode 1 Voorbereiding, incl. desk research (juli augustus 2011) Periode 2 Studiebezoeken (september 2011) Periode 3 Peer reviews (oktober-november 2011) Periode 4 Eindrapport en Exchange Event (december 2011 januari 2012) Periode 5 ESF-rapport (februari 2012)
Uitgangspunten tijdens Periode 2 & 3 Van de kant van de collega s in andere landen/regio (DK, AT, CAT, NL, VK): What s in it for me? stand van zaken in Vlaanderen; goede praktijkvoorbeelden uit een ander Europees land; contacten voor toekomstige (Europese) projecten; Van de kant van Vlaanderen: kennisverwerving over welke rol speelt de overheid? welke rol spelen de bedrijfsorganisaties? welke rol is weggelegd voor andere stakeholders? wat zijn andere succesfactoren?
Inhoud De opdracht. De resultaten. Het besluit. Het verdere verloop.
6 th Austrian CSR-Day Corporate Social Responsibility in Europe
Rol van de overheid
Rol van bedrijfsorganisaties
De rol van andere stakeholders Uit de interactie met de collega s in de 4 landen en een regio kan het volgende worden besloten: er is een spanningsveld tussen de klassieke sociale dialoog (werkgevers werknemers) én stakeholderoverleg rond het thema maatschappelijk verantwoord ondernemen ; hoewel vakbonden deel uitmaken van de klassieke sociale dialoog (en in sommige landen wordt dat overleg betrokken bij het beleid van de overheid inzake maatschappelijk verantwoord ondernemen ), nemen ze niet het voortouw wanneer het gaat over mvo; werkgeversorganisaties wel; de ngo s spelen soms wel, soms niet een rol, maar steevast op het tweede plan; andere stakeholders met een actieve rol konden moeilijk worden geïdentificeerd; wel is het zo dat bij het bestaan van een Raad voor Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen andere stakeholders naar voor treden.
Andere kritische of succesfactoren Samenvattend kan aangegeven worden dat volgende factoren in min of meerdere mate een rol spelen: de internationale context, invloed van de Mededeling van de Europese Commissie het bestaan van UN Global Compact en GRI de (buitenlandse) multinationals en grote ondernemingen die eisen stellen aan de KMO s; het belang van het kennen van de internationale toeleveringsketen; de educatie hoewel in sommige gevallen nauw wordt samengewerkt met business schools (Denemarken, Catalonië) wordt de rol van educatie moeilijk ingeschat; in het bijzonder het opleiden van studenten met voldoende kennis over maatschappelijk verantwoord ondernemen is niet echt een actiepunt.
Inhoud De opdracht. De resultaten. Het besluit. Het verdere verloop.
Besluit (1) de overheden (Denemarken, Catalonië) die een echte MVO-coördinatie door de overheid hebben opgezet, noemen dit als een plus-punt, de andere als een minpunt; ook het hebben van een minimale kritische massa van ambtenaren die werkt rond MVO wordt gezien als een sine qua non; een langdurende steun van de politieke overheid is belangrijk; een actieplan wordt gezien als een houvast voor de werking rond MVO; MVO koppelen aan overheidsopdrachten wekt interesse, maar is niet evident; verschillende interessante voorbeelden werden uiteengezet; in bijna alle landen is er een (sterke) aandacht voor ketenverantwoordelijkheid, niet alleen in relatie tot ontwikkelingslanden, maar ook het onderkennen ervan in eigen streek;.../
/ Besluit (2) twee landen sterk op het vlak van MVO (Denemarken en Catalonië) hebben een Raad voor Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen; het beeld rond de aandacht voor de internationale normen is zeer divers; met uitzondering van Denemarken en voor specifieke gevallen in Catalonië lijkt de betrokkenheid van bedrijfsorganisaties eerder beperkt; in Oostenrijk en het Verenigd Koninkrijk wordt dat dan weer opgevangen door twee sterke business gedreven organisaties zoals respact en BITC; in heel wat landen wordt al dan niet in een samenwerking tussen overheid en bedrijfsleven aan branding gedaan van voorlopers; awards zijn daar het meest zichtbare instrument toe, maar evenzeer een gevalideerde databank; /
/ Besluit (3) Het is duidelijk dat enkele landen op korte termijn een actieve rol op Europees niveau zullen spelen. Vlaanderen doet er dus goed aan om zich op korte termijn organiseren om met kennis van zaken eveneens een actieve rol te spelen bij de besluitvorming op Europees vlak in 2012 (cf. de nieuwe mededeling van de Europese Commissie).
Inhoud De opdracht. De resultaten. Het besluit. Het verdere verloop.
Verdere verloop van het ESF-project. Tijdens MVO-tweedaagse op 26-27 januari 2012 Input voor eindrapport (cf. voorstellen voor Fase 3 Pilootprojecten) Eindrapport plus evaluatierapport wordt opgemaakt in februari 2012. [ Fase 3 piloot projecten (2012) ]
Voor meer informatie: Bernard MAZIJN, projectleider Sander DEVRIENDT, junior researcher p/a UNU-CRIS / RCE-SNS Potterierei 72, B-8000 Brugge GSM +32 479 799 645 E-mail contact@rce-sns.org Website www.rce-sns.org