Toets Rijn Gouwe Lijn West Inpassing en tracering vanuit het perspectief van de vervoerder Onno Pruis Movin Vervoeradvies
Te beantwoorden vragen 1. Wat vindt de vervoerder van de kwaliteit van het voorgestelde netwerk voor de RGL West? Aspecten die bij het beantwoorden van deze vraag moeten worden meegenomen zijn: Ligging van het tracé (omgeving, inpassing, route op boulevard) Ligging van de haltes Veiligheid Dienstregelingrisico s Flexibiliteit en bijsturing 2. Heeft de vervoerder een voorkeur voor een tracé en zijn er tracé s die duidelijk minder scoren? Aspecten die bij het beantwoorden van deze vraag moeten worden meegenomen zijn: Redenen van de voorkeur voor een bepaald tracé Visie op aansluitende verbindingen: hoe kunnen gebieden/attractiepunten buiten de directe invloedssfeer van de lijn (bijv. Diaconessenziekenhuis) het best worden aangehaakt op de tram?
Aanpak 1. Interview met experts op gebied van railexploitatie (planning, exploitatie, marketing) bij 4 vervoerders die ervaring hebben met railvervoer: GVB, RET, Rheinbahn (Düsseldorf), De Lijn (Kusttram-Oostende) 2. Uitsluitend vervoerders die niet betrokken konden zijn bij de lopende marktverkenning voor de aanbesteding van de Rijn Gouwe Lijn. 3. Interview aan de hand van een presentatie over de RGL West: Doel van het onderzoek Presentatie van de tracé- en inpassingsvarianten uit de tracé-nota MER Bij het vormgeven van de presentatie is gebruik gemaakt van artistimpressions en inpassingsvoorstellen die voor de tracé-mer nota zijn gemaakt. 4. Bespreken tracé s, routering, aantal haltes, inpassing, veiligheid, vervoerwaarde en de relevante exploitatieaspecten, voorkeurstracé
Advies tracé en aantal haltes (1) 1. Er is een eenduidige voorkeur voor alternatief 1 (tracé door Katwijk Rijnsoever) omdat dit de hoogste vervoerwaarde zal hebben. 2. Nieuw Valkenburg moet worden ontsloten met 2 niet te ver (ca. 500-600 m) van elkaar liggende haltes. 3. Ontwerpsnelheid langs Nieuw Valkenburg 80 90 km/u (afgeschermde baan, beveiligde oversteken). 4. Er bestaat een lichte voorkeur voor routevariant B via de N206 tussen Valkenburg en Katwijk in plaats van achter Zanderij langs. 5. De enige juiste keuze voor een route binnen Katwijk vindt men de centraal gelegen route via Zeeweg en Tramstraat.
Advies tracé en aantal haltes (2) 6. Van Katwijk naar Noordwijk is uit oogpunt van vervoerwaarde een voorkeur voor een route via de Zwarteweg, mits deze niet meer dan 2 minuten langer is dan de route via Space Science Park. 7. Halte Space Expo en Rijnsoever samenvoegen om reistijd naar Noordwijk zo kort mogelijk te houden. 8. Binnen Noordwijk is er een eenduidige voorkeur voor route via Nieuwe Offemweg, van de Mortelstraat en de Quarles van Uffordstraat, eindpunt bij voorkeur nabij op het Palaceplein (levert hoogste vervoerwaarde). 9. Probeer op de verbindende trajecten het aantal haltes te beperken en de snelheid hoog te houden
Advies tracé en aantal haltes (3) 6. Een routering en eindpunt met zeezicht in Katwijk en Noordwijk heeft een meerwaarde voor het aantrekken van recreatieve reizigers
Advies dienstregeling en exploitatie (1) 1. De vervoerwaarde van de Rijn Gouwe Lijn lijkt, gezien het grote aantal inwoners dat wordt ontsloten voldoende voor tramexploitatie 2. Een tram heeft meerwaarde ten opzichte van de bus en trekt meer keuzereizigers. 3. De tak naar Noordwijk zal qua vervoerwaarde kritisch zijn: een optimale dekking in Noordwijk is nodig om een zo hoog mogelijk aantal reizigers te trekken. 4. De voorgestelde kwartierdienst op de beide takken vindt men een acceptabel minimum, zeker in de spitsuren is een 10-minutendienst per tak na te streven (betere attractiviteit voor keuzereizigers); de infrastructuur dient dit mogelijk te maken.
Advies dienstregeling en exploitatie (2) 5. Rijden met een hogere frequentie verdient de voorkeur boven het rijden met gekoppelde stellen. 6. De reistijd tussen Leiden en Noordwijk mag niet hoger zijn dan circa 25 30 min uit oogpunt van attractiviteit voor keuzereizigers. 7. De beoogde 30 km/u achten vervoerders optimistisch gelet op de routering in alternatief 1, vergt veel aandacht voor inpassing en aantal haltes. 8. Er moet, gezien de lengte van de lijnen, voldoende (10-15 min) keertijd bij de eindpunten ingepland worden: in het ontwerp van de eindpunten moet rekening worden gehouden met opstelgelegenheid voor tenminste 2 trams.
Advies dienstregeling en exploitatie (3) 9. Het is aan te raden voor de zomerpiek (strandvervoer) tenminste twee extra trams aan de technische reserve toe te voegen, tenzij deze elders kunnen worden gehuurd (Randstadrail?). 10. Een dubbelsporig eindpunt met een middenperron biedt flexibiliteit in exploitatie en gemak aan de reiziger 11. Een dubbelsporig eindpunt met een middenperron biedt flexibiliteit in exploitatie en gemak aan de reiziger
Advies inpassing (1) 1. Op het traject langs de N206 zijn afscherming van de baan en met slagbomen beveiligde oversteken nodig om een hoge reissnelheid mogelijk te maken. 2. Toepassing van middenperrons is slim uit oogpunt van ruimtegebruik, kosten en (sociale) veiligheid. 3. Bij de voorkeurroute via N206 langs Katwijk Binnen (routealternatief B) de halte Zeeweg ten zuidoosten van de Julianalaan aanleggen en in de Zeeweg de baan dan in middenligging aanleggen. 4. Inpassing van de tram via Tramstraat en Koningin Wilhelminastraat, uitgevoerd als straatspoor, wordt goed mogelijk geacht. Een ongehinderde doorstroming ook en vooral op mooie zomerse dagen is van belang.
Advies inpassing (2) 5. Een mogelijke oplossing is om de Koningin Wilhelminastraat dynamisch voor autoverkeer richting strand af te sluiten zodat de doorstroming van de tram gewaarborgd blijft. 6. Straatspoor op de Boulevard in Katwijk wordt sterk afgeraden. De route op de Boulevard kan het best als een lichtverhoogd vrije baan tussen de rijstroken in worden gelegd of aan de zeezijde tussen weg en fiets/voetpad. Enkelsporigheid is daarbij binnen zekere grenzen acceptabel. 7. Inpassing van de halte op de Biltlaan is eenvoudiger bij toepassing van een middenperron (winst in dwarsprofiel circa 2 m.).
Advies inpassing (3) 5. Voor inpassing van de tram op rotondes wordt aangeraden bij kleinere rotondes aan te sluiten bij de huidige praktijk in Nederland, te weten het plaatsen van waarschuwingslichten. 6. Het is wenselijk van de eindpunten qua vormgeving en voorzieningen meer te maken dan alleen een abri. Te denken valt hierbij aan een restauratie, inlichtingenkantoor/vvv, integratie van een wachtruimte voor bestuurders. 7. Bij de eindhaltes dienen de voertuigen tegen wind en zand te worden beschermd. Dit is vooral van belang voor de draaistellen waar zand en zout funest zijn.
Advies inpassing (4) 5. Het inpassingsvoorstel voor het Piet Heijnplein waarbij de tram vanuit het middeneiland op de rotonde naar straatligging rijdt vindt men ongelukkig. Een betere oplossing zou zijn het uitvoegen direct op de rotonde te doen en met waarschuwingslichten te regelen. 6. De overige inpassingsvoorstellen in Katwijk en Noordwijk zien er goed uit en er zijn slechts suggesties gedaan voor enkele kleinere verbeterpunten of aandachtspunten.
Voorbeeldinpassing Piet Heynplein Noordwijk
Opgave om goed aansluitend busnet te maken voor Katwijk en Noordwijk 1. Welke gebieden bedienen? 1. hoe groot is invloedsgebied tram? 2. Voor en natransport per fiets? 3. Diaconessenhuis/scholen/bedrijvenparken 2. Overstaphaltes? 1. Waar? 2. Hoe vormgeven? 3. Afstemmen dienstregeling tram bus: 1. Hoe verankeren in 2 concessies? 2. Aansluitgarantie? 3. Feeder of doorgaande lijn?
Tramstraat - Katwijk
Tramstraat - Katwijk
Palaceplein Noordwijk