Onderwerp keuzes meerjarenbeleid jeugdzorg 2013-2016 Doel van deze notitie Informeren over de te maken keuzes in het provinciaal jeugdzorgbeleid in de periode tot de transitie jeugdzorg. Inleiding De Wet op de Jeugdzorg verplicht Provinciale Staten om één keer in de vier jaar een meerjarenbeleidkader voor de provinciale jeugdzorg vast te stellen. Het MBK geeft de kaders aan waarbinnen de uitvoering van de provinciale jeugdzorg moet passen. Deze uitvoering is in detail weergegeven in de jaarlijkse - door Gedeputeerde Staten vast te stellen - uitvoeringsprogramma s jeugdzorg. U heeft op 28 maart de startnotitie voor dit nieuwe beleidkader vastgesteld. In dit memo brengen wij de belangrijkste te maken keuzes onder uw aandacht. Deze informatie is u eerder toegezonden na afloop van de Panoramabespreking van 30 mei over hetzelfde onderwerp, waar wethouder Langeweg van Dronten zijn visie op de transitie jeugdzorg met u deelde. De vraagstelling In de periode 2013-2016 zal het jeugdzorgbeleid in het teken staan van: Maatregelen om de almaar stijgende vraag naar gespecialiseerde jeugdzorg op te vangen. Het voorbereiden op de transitie jeugdzorg, en het minimaliseren van de risico's die met de transitie jeugdzorg samenhangen, zowel voor de provincie als voor de cliënten in zorg. Het speelveld Het speelveld wordt in belangrijke mate bepaald door landelijk beleid en afspraken met betrekking tot de uitvoering van de jeugdzorg en de transitie. - Opinieronde - ** nummer 1346436 Datum 26 juni 2012 Auteur J.P. Kleijburg Afdeling/Bureau ES Openbaarheid Passief openbaar Portefeuillehouder Witteman, M.J.D. Thema Bestuur en Samenleving Routing Presidiumvergadering: Statendag 11 juli 2012 Nota Discussie Wij hebben met de directe partners geconsulteerd over de beleidskeuzes voor de komende periode. Deze partners zijn de jeugdzorgpartners, het Bureau Jeugdzorg, de drie vaste Flevolandse jeugdzorgaanbieders en de Flevolandse gemeenten. Andere belanghebbenden, als cliëntenorganisaties, het onderwijs en organisaties die andere zorg aanbieden (J-GGZ, maatschappelijk werk) zullen worden uitgenodigd om inspraak te geven op het ontwerp beleidkader. open vragen voor discussie Vraag 1. discussie over de visie en missie Bij de ontwikkeling van het beleid wordt uitgegaan van een Flevolandse visie. Deze drukt uit welk maatschappelijk doel met jeugdzorg wordt gediend.
2 Visie Alle kinderen hebben recht op een veilige en goede ontwikkeling, die hen voorbereidt op zinvolle relaties en deelname aan de samenleving. Jeugdzorg is aan de orde als deze ontwikkeling (tijdelijk) ernstig wordt bedreigd en is gericht op het herstel van het 'normale' leven. Missie 2013-2016 In de Flevolandse jeugdzorg garanderen we dat elk kind en elk gezin dat een aanspraak op provinciale jeugdzorg heeft, die jeugdzorg tijdig, zo effectief en zo kort mogelijk ontvangt. We leveren de bijdrage die van onze kant nodig is voor een naadloze overgang van de jeugdzorg naar de gemeenten. Deze missie drukt de twee hoofdlijnen van het beleid uit: - Wij voeren tot de transitie onze wettelijke taak goed uit. De kern is het goed organiseren van zorg. - Wij doen alles wat in onze macht ligt om de overgang naar gemeenten goed te laten verlopen. Vraag 2. Hoe te anticiperen op een groei van de vraag naar jeugdzorg? Aantallen unieke cliënten in de Flevolandse jeugdzorg zorg (2012 is een inschatting) 3000 2500 2000 1500 1000 500 0 2052 2181 2343 2507 2009 2010 2011 2012 2009 2010 2011 2012 Er is geen eenduidige verklaring voor de groei van de vraag naar jeugdzorg. Het is realistisch om ook voor de komende jaren rekening te houden met een groei van de vraag. Wij willen de jeugdzorg overdragen zonder wachtlijsten. Alleen als Bureau Jeugdzorg dat verantwoord acht mag een kind langer dan negen weken nadat de aanspraak is vastgesteld wachten op zorg. Aan jeugdigen bij wie de veiligheid in het geding is en aan jeugdigen in crisissituaties moet direct zorg worden geboden.
3 Om de stijgende vraag op te vangen kunnen in het nieuwe beleidskader deze instrumenten worden uitgewerkt: Efficiency maatregelen Selectiever zijn in de toegang jeugdzorg kan bv aan de orde komen als in het voorveld geen succes is geboekt. Of een kind met een enkelvoudige ambulante zorgbehoefte wordt terugverwijzen naar het voorveld. Of voor bepaalde problemen is jeugdzorg niet meer beschikbaar. Uiteraard is jeugdzorg altijd beschikbaar als de veiligheid in het geding is. Het goed genoeg principe is dat de jeugdzorg vaker gaat overwegen dat vervolghulp weliswaar wenselijk is, maar niet altijd noodzakelijk, en dat er daarom van af kan worden gezien. Met gemeenten afspraken maken over nazorg. Door gebrek aan geschikte lichte zorg en/of opvang buiten de jeugdzorg blijven veel plekken lang bezet. Vraag 3 Autonome bijdrage geleidelijk afbouwen tot en met 2016? De jeugdzorg wordt gefinancierd met een rijksdoeluitkering en een autonome provinciale bijdrage. Na de transitie van de jeugdzorg, nog altijd gepland voor 1 januari 2015, zal Flevoland niet langer een doeluitkering van het Rijk ontvangen. De vraag is of hiermee ook een abrupt einde moet komen aan de huidige autonome bijdrage aan de jeugdzorg. Er zijn goede argumenten om een beperkt jeugdzorg budget ook voor de jaren 2015 en 2016 beschikbaar te hebben. Hiermee wordt het mogelijk: Rekening te houden met een mogelijke vertraging transitie. Eventuele risico s mbt financiering van cliënten die al in zorg zijn af te dekken Gemeenten te faciliteren bij de overdracht Vraag 4 Mogelijk maken om jeugdzorgmiddelen voor preventie in te zetten? In de komende periode moet de jeugdzorg zich voorbereiden op een nieuwe situatie, waarin een andere inzet wordt gevraagd door een nieuwe opdrachtgever, mogelijk met minder middelen. Hierop kan worden geanticipeerd door een gedeelte van de jeugdzorgmiddelen door de zorgaanbieders te laten inzetten voor preventie (of zorginhoudelijke vernieuwing). Dit is mogelijk indien een beroep wordt gedaan op het experimenteerartikel van de Wet op de Jeugdzorg. Uitgangspunt is dat dit alleen mogelijk is nadat er aan de vraag naar jeugdzorg is voldaan. Vraag 5 Actief blijven inzetten op verbetering, daarbij wel steeds wordt nagegaan of wat er wordt uitgevoerd relevant is in het nieuwe stelsel jeugd ( transitie-proof ) De provincie heeft in de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in de kwaliteit van de jeugdzorg, in een sturing van de jeugdzorg op meetbare resultaten en transparante kostprijzen, en op betere beleidsinformatie. De provincie wil een kwalitatief goede jeugdzorg overdragen en daarom in de komende periode doorgaan met deze trajecten. Daarbij moet wel worden gelet op de trajecten transitieproof zijn. Gemeenten moeten in toenemende mate worden betrokken.
4 Vraag 6 Het toetsingskader transitie herzien? U heeft op 17 februari 2011 goedkeuring gegeven aan een toetsingkader voor de transitie jeugdzorg (HB 1114016). Dit kader is deels door de actualiteit ingehaald. Het nieuwe MBK biedt de mogelijkheid om het kader voor de transitie bij te stellen, als volgt:. Bestaand kader transitie (2010) Onderdeel Aanpassing nodig? 1. Het belang van het kind staat voorop Nee, blijft geschikt als uitgangspunt voor handelen 2. De kwaliteit van de zorg voor de cliënt blijft op hetzelfde niveau en/of wordt verbeterd. 3. Gemeenten hebben hun basis op orde waardoor de druk op de jeugdzorg afneemt 4. Intersectorale zorg in trajecten is gegarandeerd 5. Bureaucratische lasten voor instellingen worden niet hoger, eerder lager 6. Er is een gemeenschappelijke structuur voor sturing en financiering 7. De provincie blijft verantwoordelijkheid dragen voor de jeugdzorg totdat kan worden overgedragen 8. Helder proces voor de gehele route, met respect voor ieders bevoegdheden en verantwoordelijkheden 9. Het Rijk neemt alle kosten van de transitie op zich 10. Provinciale middelen worden niet afgeroomd. Ja, Toevoegen dat we meer vanuit het goed genoeg principe gaan opereren en dat door het Rijk voor de toekomst bepaalde kwaliteitskaders leidend zijn Ja, kan vervallen. Dit is buiten de provinciale verantwoordelijkheid. De provincie gat ruimte geven voor experimenten. Ja, kan vervallen. Wordt gemeentelijke verantwoordelijkheid. In experimenten ontkokerde zorg aanbieden Ja, kan vervallen omdat nog niet duidelijk is welke partijen zorg gaan uitvoeren Ja, het is een gemeentelijke verantwoordelijkheid om tot gemeenschappelijke afspraken te komen. Nee Nee Nee Ja, kan vervallen. De afspraak is al gemaakt dat provinciale middelen ( 90 miljoen) bij de transitie worden afgeroomd en aan het gemeentefonds worden toegevoegd Dit zou leiden tot een nieuw beleidskader transitie, dat er zo kan uitzien: Algemeen uitgangspunt De zich ontwikkelende landelijke wet- en regelgeving is leidend. We zorgen ervoor dat wat we doen past in de contouren van de nieuwe Wet en landelijke transitie-afspraken bestuurlijk Gemeenten en provincie nemen verantwoordelijkheid voor de ontwikkeling van transitieplannen.
5 Flevolandse gemeenten ontwikkelen samen een structuur voor sturing en financiering voor bovenlokale taken en aanbod De provincie blijft verantwoordelijkheid dragen voor de jeugdzorg totdat kan worden overgedragen Helder proces voor de gehele route, met respect voor ieders bevoegdheden en verantwoordelijkheden. De provincie draagt actief kennis over aan gemeenten. Zorg voor de jeugd Het belang van het kind staat voorop. Er voor zorgen dat jeugdzorg beschikbaar blijft voor de meest zware doelgroep Er wordt meer vanuit het goed genoeg principe gehandeld, en (toekomstige) landelijke kwaliteitseisen zijn leidend. Continuïteit voor cliënten in zorg gegarandeerd. Kinderen al in (langdurige) zorg mogen niet de dupe worden van de transitie In experimenten starten met ontkokerde zorg, zorginhoudelijke vernieuwing en innovatie Gemeenten en BJZ maken zelf afspraken over de inzet van BJZ Behoud van de minimaal noodzakelijke residentiële capaciteit Het vervolg De uitkomst van deze discussie wordt gebruikt bij de verdere ontwikkeling van een nieuw meerjarenbeleidkader jeugdzorg voor de periode 2013-2016. Dit beleidkader zal in op 19 september in een opinieronde door PS worden beoordeeld. Verder informatie J.P. Kleijburg, beleidadviseur jeugdzorg (janpieter.kleijburg@flevoland.nl)
A Bijlage bij Nota Discussie 1325870 Bijlage