Gemeente Hof van Twente. Koopstromenonderzoek 2005 Deelrapport kernen Hof van Twente

Vergelijkbare documenten
Gemeente Hengelo. Koopstromenonderzoek 2005 Deelrapport Hengelo

Gemeente Hof van Twente kern Markelo

Gemeente Haaksbergen kern Haaksbergen

Gemeente Hof van Twente kern Diepenheim

Gemeente Hof van Twente kern Hengevelde

Gemeente Hof van Twente kern Delden

Gemeente Hof van Twente kern Goor

Gemeente Ermelo I&O Research, 2010

Gemeente Barneveld kern Barneveld

Gemeente Apeldoorn kern Apeldoorn

Gemeente Hengelo kern Hengelo

Gemeente Hoogeveen. Koopstromenonderzoek gemeente Hoogeveen

KIJKEN, KIJKEN NAAR KOPEN RAPPORT GOOR. Koopstromenonderzoek Oost-Nederland 2015 Oktober

Herkomsttabellen Almere & Nijkerk Randstad Koopstromenonderzoek 2011

KIJKEN, KIJKEN NAAR KOPEN RAPPORT MARKELO. Koopstromenonderzoek Oost-Nederland 2015 Oktober

KIJKEN, KIJKEN NAAR KOPEN RAPPORT STEENWIJK. Koopstromenonderzoek Oost-Nederland 2015 Augustus

KIJKEN, KIJKEN NAAR KOPEN RAPPORT DELDEN. Koopstromenonderzoek Oost-Nederland 2015 Oktober

KIJKEN, KIJKEN NAAR KOPEN RAPPORT HENGELO. Koopstromenonderzoek Oost-Nederland 2015 Oktober

Rapport WINKELATLAS DEVENTER. Resultaten koopstromenonderzoek 2015 December

KIJKEN, KIJKEN NAAR KOPEN RAPPORT HATTEM. Koopstromenonderzoek Oost-Nederland 2015 Oktober

KIJKEN, KIJKEN NAAR KOPEN RAPPORT KERN OLDEBROEK. Koopstromenonderzoek Oost-Nederland 2015 Oktober

KIJKEN, KIJKEN NAAR KOPEN RAPPORT GEMEENTE WESTERVELD. Koopstromenonderzoek Oost-Nederland 2015 Oktober

KIJKEN, KIJKEN NAAR KOPEN RAPPORT WEZEP. Koopstromenonderzoek Oost-Nederland 2015 Oktober

KIJKEN, KIJKEN NAAR KOPEN RAPPORT KERN DEDEMSVAART. Koopstromenonderzoek Oost-Nederland 2015 Oktober

Samenvatting Eindhoven Regionaal koopstromenonderzoek SRE. Samenwerkingsverband Regio Eindhoven

KIJKEN, KIJKEN NAAR KOPEN RAPPORT ERMELO. Koopstromenonderzoek Oost-Nederland 2015 Oktober

Randstad Koopstromenonderzoek. BELEIDSONDERZOEK I I

KIJKEN, KIJKEN NAAR KOPEN RAPPORT ENSCHEDE. Koopstromenonderzoek Oost-Nederland 2015 December

KIJKEN, KIJKEN NAAR KOPEN RAPPORT KERN HARDENBERG. Koopstromenonderzoek Oost-Nederland 2015 Oktober

KoopstromenMonitor Gemeente Hilversum

KOOPSTROMENSCAN CENTRUM DRACHTEN

Fun of functie: koopstromen. Kennis en Economisch Onderzoek

Bewoners regio kopen minder in eigen gemeente

KIJKEN, KIJKEN NAAR KOPEN RAPPORT ENSCHEDE. Koopstromenonderzoek Oost-Nederland 2015 Oktober

Gemeente Groningen. Detailhandelsmonitor 2009 gemeente Groningen

Staat van de detailhandel, Stadsdeel Noord

Onderwerp: Regionaal en lokaal Koopstromenonderzoek 2016 in het kader van het proces Regionaal Programma Werklocaties (RPW)

Begeleidingscommissie

KIJKEN, KIJKEN NAAR KOPEN HOOFDRAPPORT. Koopstromenonderzoek Oost-Nederland 2015 September

LEESWIJZER FACTSHEETS

College van Burgemeester en Wethouders

Koopstromen Katwijk. Herkomst bestedingen vrijetijdssector en detailhandel. Samengesteld in opdracht van

Rapport KOPEN IN DRENTHE. Onderzoeksresultaten Koopstromenonderzoek Drenthe December

Koopstromenmonitor Oisterwijk. t.b.v. Concept-detailhandelsvisie

LEESWIJZER FACTSHEETS

Euregionaal. koopstromenonderzoek Stadsregio Arnhem Nijmegen. Conceptrapport. VNA055/Gfr.conceptrapport 1 e versie. Datum 28 augustus 2009

KIJKEN, KIJKEN NAAR KOPEN RAPPORT ZWOLLE. Koopstromenonderzoek Oost-Nederland 2015 Oktober

Resultaten peiling 18: warenmarken in Hof van Twente

Koopstromenmonitor. Druten

Stadsregio Arnhem Nijmegen, de gemeenten Arnhem en Nijmegen, de Kamer van Koophandel Centraal Gelderland en Wirtschaftsförderung Kreis Kleve

Internetwinkelen: bijna iedereen doet het Resultaten uit het Koopstromenonderzoek Randstad 2011 (KSO2011)

Nieuwegein is geen eiland, ontwikkelingen in de regio

Inhoudsopgave. 2. Regiofunctie Amersfoort Centrum. 3. Functioneren van de binnenstad. 4. Vergelijking van Amersfoort met andere binnensteden

KOOPSTROMENONDERZOEK.

KIJKEN, KIJKEN NAAR KOPEN RAPPORT KERN HOOGEVEEN. Koopstromenonderzoek Oost-Nederland 2015 September

Scheveningen DPO niet-dagelijkse sector

Rapport KOOPSTROMENONDERZOEK PROVINCIE UTRECHT Februari

WAAR WINKELT TWENTE? 1. Inleiding. 2. De verzorgingspositie van Twente als koopregio. Onderzoek naar koopgedrag. Special bij de Twente Index 2015

Factsheets Leeswijzer

Staat van de detailhandel, Stadsdeel Zuidoost

Kopen in Utrecht. Winkelatlas gemeente Utrecht Maart 2012

De KoopstromenMonitor

Onderzoeksrapport Koopstromen. Gemeente Doetinchem. Juni 2017 Referentie: Moventem juni 2017 Referentie: Pagina 1-1 van 20

KIJKEN, KIJKEN NAAR KOPEN RAPPORT ENSCHEDE. Koopstromenonderzoek Oost-Nederland 2015 September

Consumentenbestedingen in kaart

Koopstromen Zeist Randstad Koopstromenonderzoek 2011

Winkelatlas Rotterdam2011

KIJKEN, KIJKEN NAAR KOPEN RAPPORT DEVENTER. Koopstromenonderzoek Oost-Nederland 2015 Oktober

Ontwikkeling leerlingaantallen

De KoopstromenMonitor. Consumentenbestedingen gemeente Beek. Samengesteld in opdracht van Rabobank Westelijke Mijnstreek

Mededeling van het college aan de gemeenteraad ( )

Deelrapport gemeente Arnhem KOPEN IN ARNHEM. Koopstromenonderzoek regio Arnhem-Nijmegen 2016 Oktober

De KoopstromenMonitor. Consumentenbestedingen gemeente Groningen in kaart

Centrummonitor Hengelo Oktober 2014

Figuur 1: Ontwikkeling aantal leerlingen Figuur 2: Prognose aantal leerlingen (index: 2011 = 100) (index: 2016 = 100)

97% 24% 27% 0% 25% 50% 75% 100%

research Rapport Koopstromenonderzoek regio Arnhem-Nijmegen 2016 Oktober 2016 >

Koopstromenonderzoek Helmond Centrum. Consumentenonderzoek naar de positie van het Helmondse Centrum

Koopstromen Hellevoetsluis Randstad Koopstromenonderzoek 2011

Koopstromenonderzoek Provincie Fryslân 2007

Factsheets. Profielen gemeentes van Utrecht

De KoopstromenMonitor. Consumentenbestedingen gemeente Assen. Samengesteld in opdracht van Rabobank Assen-Beilen

Joost Meijer, Amsterdam, 2015

De KoopstromenMonitor

Burgerpanel Zeewolde. Inleiding. Centrum Zeewolde. Resultaten peiling 1: Detailhandel / winkelcentrum Zeewolde. Januari 2012

Acht opvallende weetjes over koopstromen in de Randstad :58

Figuur 1: Ontwikkeling aantal leerlingen Figuur 2: Ontwikkeling aantal leerlingen (index: 2009 = 100) (index: 2014 = 100)

Noord-Beveland, koopstromenonderzoek sector dagelijkse artikelen. Gemeente Noord-Beveland

Bijlage 2: Koopstromenonderzoek. Binnenstad Breda Voorjaar Opdrachtnummer: Dataverzameling: maart 2013 Oplevering: maart 2013

Koopstromen in beweging

Sterke toename alleenstaande moeders onder allochtonen

Consumentenenquête. Venray centrum Woonmax De Brier. Seinpost Adviesbureau Maart 2015

Retail in de Randstad, de leefstijl gerichte benadering

Koopstromenonderzoek: betekenis voor verkeer en vervoer

4. SAMENVATTING. 4.1 Opzet

Resultaten peiling 17: detailhandel

Stand van zaken huisvesting kinderopvang in Nederland 2011

Gemeente Assen. Detailhandelsmonitor

Centrummonitor Hengelo 2015

Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015

Transcriptie:

Gemeente Hof van Twente Koopstromenonderzoek 2005 Deelrapport kernen Hof van Twente

Gemeente Hof van Twente Koopstromenonderzoek 2005 Deelrapport kernen Hof van Twente Datum 26 januari 2006 KRZ001/Gfr/0162 Kenmerk Eerste versie

Documentatiepagina Opdrachtgever(s) Gemeente Hof van Twente Titel rapport Koopstromenonderzoek 2005 Deelrapport kernen Hof van Twente Kenmerk KRZ001/Gfr/0162 Datum publicatie 26 januari 2006 Projectteam opdrachtgever(s) mevrouw I. Saris Projectteam Goudappel Coffeng de heren R.J. de Graaf en P. van Beek (projectleider) Projectomschrijving Onderzoek naar het consumentengedrag in de provincie Overijssel en delen van Drenthe en Gelderland. Trefwoorden koopstromenonderzoek, consumentengedrag, draagvlak, bezoekmotief en beoordeling winkelgebieden

Inhoud Pagina 1 Inleiding 1 1.1 Aanleiding en doelstelling 1 1.1.1 Kracht van het koopstromenonderzoek 1 1.1.2 Doelstelling van het onderzoek 1 1.2 Opbouw van het rapport 2 2 De huidige koopstromen in Delden 3 2.1 Koopkrachtbinding en -toevloeiing 3 2.1.1 Onderzoeksgebied 3 2.2 Herkomst vreemde koopkracht 5 2.3 Koopkrachtafvloeiing 6 3 De ontwikkeling van de koopstromen voor Delden 8 3.1 Ontwikkeling koopkracht 2000 2005 8 4 Beoordeling en bezoekmotief consument voor Delden 10 4.1 Inleiding 10 4.2 Beoordeling winkelgebieden 10 4.3 Bezoekmotief winkelgebieden 11 5 Resumé voor Delden 13 6 De huidige koopstromen in Diepenheim 14 6.1 Koopkrachtbinding- en toevloeiing 14 6.1.1 Onderzoeksgebied 14 6.2 Herkomst vreemde koopkracht 16 6.3 Koopkrachtafvloeiing 17 7 De ontwikkeling van de koopstromen voor Diepenheim 18 7.1 Ontwikkeling koopkracht 2000 2005 18 8 Beoordeling en bezoekmotief consument voor Diepenheim 20 8.1 Inleiding 20 8.2 Beoordeling winkelgebieden 20 8.3 Bezoekmotief winkelgebieden 21 9 Resumé voor Diepenheim 23

10 De huidige koopstromen in 24 10.1 Koopkrachtbinding en -toevloeiing 24 10.1.1 Onderzoeksgebied 24 10.2 Herkomst vreemde koopkracht 26 10.3 Koopkrachtafvloeiing 27 11 De ontwikkeling van de koopstromen voor 28 11.1 Ontwikkeling koopkracht 2000 2005 28 12 Beoordeling en bezoekmotief consument voor 30 12.1 Inleiding 30 12.2 Beoordeling winkelgebieden 30 12.3 Bezoekmotief winkelgebieden 32 13 Resumé voor 33 14 De huidige koopstromen in Hengevelde 34 14.1 Koopkrachtbinding en -toevloeiing 34 14.1.1 Onderzoeksgebied 34 14.2 Herkomst vreemde koopkracht 36 14.3 Koopkrachtafvloeiing 37 15 De ontwikkeling van de koopstromen voor Hengevelde 38 15.1 Ontwikkeling koopkracht 2000 2005 38 16 Beoordeling en bezoekmotief consument voor Hengevelde 40 16.1 Inleiding 40 16.2 Beoordeling winkelgebieden 40 16.3 Bezoekmotief winkelgebieden 42 17 Resumé voor Hengevelde 43 18 De huidige koopstromen in Markelo 44 18.1 Koopkrachtbinding en -toevloeiing 44 18.1.1 Onderzoeksgebied 44 18.2 Herkomst vreemde koopkracht 46 18.3 Koopkrachtafvloeiing 47 19 De ontwikkeling van de koopstromen voor Markelo 49 19.1 Ontwikkeling koopkracht 2000-2005 49

20 Beoordeling en bezoekmotief consument voor Markelo 51 20.1 Inleiding 51 20.2 Beoordeling winkelgebieden 51 20.3 Bezoekmotief winkelgebieden 53 21 Resumé voor Markelo 54 22 Aanvullende vragen 55 22.1 Inleiding 55 22.1.1 Aantal winkels 55 22.1.2 Gemiste winkels 56 Bijlagen 1 Begeleidingscommissie 2 Verklarende woordenlijst 3 Koopkrachtoriëntatie inwoners Delden per artikelgroep 4 Koopkrachtoriëntatie inwoners Diepenheim per artikelgroep 5 Koopkrachtoriëntatie inwoners per artikelgroep 6 Koopkrachtoriëntatie inwoners Hengevelde per artikelgroep 7 Koopkrachtoriëntatie inwoners Markelo per artikelgroep

Pagina 1 1 Inleiding 1.1 Aanleiding en doelstelling De provincies Overijssel en Drenthe en de Kamers van Koophandel in Overijssel en Drenthe hebben in samenwerking met een groot aantal gemeenten reeds viermaal een koopstromenonderzoek laten uitvoeren in, 1986, 1990, 1995 en 2000. In 2005 is dit vijfjaarlijkse onderzoek voor de vijfde achtereenvolgende keer verricht. Daarbij is het onderzoeksgebied in 2005 uitgebreid met enkele gemeenten uit de Stedendriehoek. Eerdere koopstromenonderzoeken hebben veel inzicht opgeleverd in het gedrag van de consument in de twee provincies. Dit inzicht heeft in veel gevallen geleid tot bouwstenen voor beleid. Ook nu staat de vergelijkbaarheid met het vorige onderzoek voorop. Voor de opdrachtgevers zal hierdoor een reeks van twintig jaar beschikbaar zijn, een steeds waardevoller databestand. Realisatie van dit omvangrijke project is gebeurd in nauwe samenwerking tussen de begeleidingscommissie en Goudappel Coffeng. In de begeleidingscommissie zaten vertegenwoordigers van onder andere de Kamers van Koophandel regio Zwolle, Veluwe en Twente en Drenthe, de provincie Overijssel en ambtenaren van enkele grote gemeenten. In bijlage 1 van dit rapport is een opsomming opgenomen van alle partijen die zitting hadden in de begeleidingscommissie. 1.1.1 Kracht van het koopstromenonderzoek Koopstromenonderzoek vormt sinds jaar en dag een essentiële basis voor distributieplanologisch onderzoek en detailhandelsbeleid. Het koopstromenonderzoek geeft inzicht in de wijzigingen in het consumentengedrag en in het functioneren van de winkelgebieden. Het koopgedrag van de consument kent constanten en verandert ook continu. Dit veranderende gedrag is onder andere het gevolg van de nog immer toenemende mobiliteit, de ontwikkeling van nieuwe en perifere detailhandelsconcentraties, de opkomst van nieuwe concepten zoals het Factory Outlet Centre en de combinatie van detailhandel- en leisurebezoek. Door deze ontwikkelingen is het koopgedrag van de consument steeds diffuser geworden. Dit maakt het belangrijk te beschikken over metingen die met een bepaalde frequentie herhaald worden. Op deze manier is een vijfjaarlijks herhaald koopstromenonderzoek een betrouwbare basis voor detailhandelsonderzoek en beleid, waarmee optimaal wordt ingespeeld op de actuele trends en ontwikkelingen in de detailhandel en in het consumentengedrag. 1.1.2 Doelstelling van het onderzoek De hoofddoelstelling voor Koopstromenonderzoek Overijssel 2005 hebben wij als volgt geformuleerd:

Pagina 2 Het verkrijgen van inzicht in (de wijzigingen in) het ruimtelijk gedrag ten aanzien van de winkelgebieden en aankoopplaatsen in Overijssel, op een zodanige wijze (volgens een zodanige methodiek) dat vergelijkbaarheid met eerdere koopstromenonderzoeken is gegarandeerd en herhaling van het onderzoek over vijf jaar kan plaatsvinden. De basis van het onderzoek is net als voorgaande andere jaren een telefonische enquête onder de huishoudens in Overijssel, Drenthe en de Stedendriehoek. In totaal zijn maar liefst 21.000 huishoudens gevraagd naar hun koopgedrag, bezoekreden en mening over de aankoopplaatsen in het onderzoeksgebied. In de gemeente Hof van Twente zijn in totaal 900 telefonische enquêtes afgenomen. 1.2 Opbouw van het rapport De gemeente Hof van Twente bestaat uit meerdere kernen, variërend in omvang. In het koopstromenonderzoek zijn voor vijf kernen binnen de gemeente de koopstromen bepaald. Met deze indeling is ens aangesloten bij het vorige onderzoeksjaar. Het betreffen de volgende kernen:, Markelo, Delden, Diepenheim en Hengevelde. Per afzonderlijke kern zijn de volgende onderdelen behandeld. Hoofdstukken 2, 6, 10, 14, 18: De huidige koopstromen In dit hoofdstuk zijn de gemeten koopstromen in 2005 gepresenteerd, oftewel de koopkrachtbinding en -toevloeiing. Daarmee wordt duidelijkheid verkregen over de mate waarin de consument is georiënteerd op haar eigen winkelaanbod, en wat de regiopositie van de betreffende aankoopplaats is. Hoofdstukken 3, 7, 11, 15, 19: De ontwikkeling van de koopstromen In dit hoofdstuk zijn de onderzoeksresultaten uit 2005 vergeleken met 2000. Resultaat is een trendanalyse, waarmee inzicht is verkregen in de dynamiek in het consumentengedrag. Hoofdstukken 4, 8, 12, 16, 20: Beoordeling en bezoekmotief consument. De geïnterviewde huishoudens in het koopstroomonderzoek is niet alleen gevraagd naar het koopgedrag. Ook is gevraagd de winkelgebieden te beoordelen op onderdelen als kwaliteit van het aanbod, parkeermogelijkheden en sfeer en gezelligheid. Daarnaast is aan de huishoudens gevraagd waarom zij voor een bepaald winkelgebied kiezen. Hoofdstukken 5, 9, 13, 17, 21: Resumé Het onderzoek wordt afgesloten met een korte uiteenzetting van de belangrijkste onderzoeksresultaten.

Pagina 3 2 De huidige koopstromen in Delden Dit hoofdstuk beschrijft het koopgedrag van de consument in Delden. Gestart is met een analyse van de huidige oriëntatie, de koopkrachtbinding. Hier is allereerst onderscheid gemaakt naar dagelijkse en niet-dagelijkse artikelen. De kooporiëntatie in nietdagelijkse artikelen is tevens verbijzonderd naar de volgende zeven artikelgroepen: kleding; schoenen; woninginrichting; huishoudelijke artikelen; electro; doe-het-zelfartikelen; bloemen, planten en tuinartikelen. Ten opzichte van 2000 betekent dit dat de artikelgroepen zijn uitgebreid met bloemen, planten en tuinartikelen. In paragraaf 2.2 is nader op het aandeel vreemde koopkracht, de koopkrachttoevloeiing, ingegaan. Met deze analyse wordt inzicht verkregen in de herkomst van de consument van buiten Delden. Het hoofdstuk wordt afgesloten met een analyse van de koopkrachtafvloeiing. 2.1 Koopkrachtbinding en -toevloeiing 2.1.1 Onderzoeksgebied Conform het koopstromenonderzoek uit 2000 is de omvang van Delden bepaald aan de hand van postcodegebieden. Voor Delden is dit het postcodegebied 7491. Het inwoneraantal bedraagt 7.100 (peildatum 1 januari 2004, bron CBS Statline). Ten opzichte van het onderzoek uit 2000 betekent dit een bevolkingsafname van 3%. In tabel 2.1 is de koopkrachtbinding voor Delden gepresenteerd.

Pagina 4 Tabel 2.1: Koopkrachtbinding dagelijkse en niet-dagelijkse artikelen binding toevloeiing artikelgroep draagvlak absoluut % absoluut % oriëntatie-index dagelijks 10.300 6.500 92% 3.800 37% 147 niet-dagelijks 5.500 2.900 42% 2.600 48% 79 kleding 4.400 1.600 23% 2.800 63% 63 schoenen 5.100 2.900 42% 2.200 43% 73 woninginrichting 5.100 2.300 33% 2.800 55% 73 huishoudelijke artikelen 5.700 4.000 57% 1.700 29% 81 electro 7.400 4.500 65% 2.900 39% 106 doe-het-zelf 3.500 2.200 31% 1.300 37% 50 bloemen, planten en tuinartikelen 6.500 3.900 56% 2.600 40% 93 De koopkrachtbinding in de dagelijkse sector in Delden bedraagt 92%. Binnen de gemeente Hof van Twente wordt alleen in de kern meer koopkracht gebonden in de dagelijkse sector. In de niet-dagelijkse sector wordt 42% van de lokale koopkracht gebonden. Dit is in vergelijking met de andere kernen in de gemeente relatief hoog. Alleen in de kern is de koopkrachtbinding voor de niet-dagelijkse artikelen met 55% hoger. De inwoners van Delden kopen vooral de electro, huishoudelijke artikelen in de eigen kern, het minst zijn zij georiënteerd op de artikelgroep kleding. De koopkrachttoevloeiing is relatief het hoogst in de artikelgroep kleding. Van het totale draagvlak is 63% afkomstig van buiten Delden. Uitgedrukt in absolute omvang van het draagvlak worden in de artikelgroepen dagelijks en electro de meeste consumenten van buiten getrokken (zie ook figuur 2.1). Figuur 2.1: Draagvlak Delden per artikelgroep Inwoneraant al Dagelijkse artikelen Niet -dagelijkse artikelen Kleding Schoenen Woninginricht ing Huishoudelijk Elect r o Doe-het -zelf Bloemen, plant en en t uinart ikelen 0 1.000 2.000 3.000 4.000 5.000 6.000 7.000 Draagvlak t oevloeiing Draagvlak binding

Pagina 5 Dat het winkelaanbod in Delden primair een functie heeft voor de eigen inwoners blijkt uit de oriëntatie-index. De oriëntatie-index geeft de verhouding weer tussen het draagvlak (binding + toevloeiing) en het inwoneraantal. Een index van meer dan 100 duidt op een (sterke) verzorgingsfunctie van het winkelaanbod in de betreffende branche. Het draagvlak is dan immers groter dan het aantal inwoners van de kern. In vrijwel alle artikelgroepen is de oriëntatie-index in Delden lager dan 100. Wel is duidelijk dat beide supermarkten in Delden een verzorgende functie hebben voor de consumenten buiten de kern. De oriëntatie-index in deze artikelgroep is 147. Figuur 2.2 onderschrijft dit beeld, 37% van het totale draagvlak in de dagelijkse sector is afkomstig van buiten Delden. Dit is vertaald naar een draagvlak van 3.800 klanten (zie tabel 2.1). Binnen de niet-dagelijkse sector is deze verdeling bijna gelijk, 53% van het draagvlak komt uit de eigen kern. Figuur 2.2: Aandeel draagvlak koopkrachtbinding in totale koopkracht 37% 48% 63% 52% Aandeel dagelijks binding Aandeel dagelijks toevloeiing Aandeel niet-dagelijks binding Aandeel niet-dagelijks toevloeiing 2.2 Herkomst vreemde koopkracht Belangrijkste herkomstgebied van het draagvlak dagelijkse artikelen is Hengevelde. Zoals uit figuur 2.3 blijkt komt 20% van het draagvlak (2.000 klanten) hier vandaan. Het e deel van het draagvlak komt voornamelijk uit, circa 1.000 klanten komen hier vandaan. is het belangrijkste herkomstgebied buiten Delden voor het draagvlak in de niet-dagelijkse artikelen. Hier komt 14% van het draagvlak vandaan, dit zijn circa 750 klanten. Een vergelijkbaar deel van het draagvlak, 13%, komt uit de kern Hengevelde.

Pagina 6 Figuren 2.3 en 2.4: Koopkrachtbinding dagelijkse en niet-dagelijkse artikelen Delden Delden Hengevelde Hengevelde Almelo Almelo 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 2.3 Koopkrachtafvloeiing Inwoners van Delden zijn voor detailhandelsaankopen niet alleen op het eigen winkelapparaat gericht. In deze paragraaf wordt nader ingegaan op de koopkrachtafvloeiing voor de dagelijkse artikelen (figuur 2.5) en woninginrichtingartikelen (figuur 2.6). Inwoners van Delden zijn voor de niet-dagelijkse artikelen naast het eigen winkelaanbod voornamelijk georiënteerd op de grote aankoopplaatsen in de directe omgeving. Naar vloeit 39% van de lokale koopkracht af. Dit is bijvoorbeeld vergelijkbaar met het percentage dat lokaal wordt gebonden (42%) in deze artikelgroep. In mindere mate gaat de consument uit Delden naar plaatsen als en Almelo, hier vloeit respectievelijk 5% en 2% van de niet-dagelijkse koopkracht naartoe. Voor de kledingaankopen zijn de inwoners van Delden het minst op het eigen winkelaanbod georiënteerd. is voor de inwoners de belangrijkste aankoopplaats voor kledingaankopen. In totaal vloeit 51% van de lokale koopkracht in deze artikelgroep af naar. Daarnaast zijn de inwoners van Delden, zij het in mindere mate, georiënteerd op plaatsen als, Enter en Borne. In Delden zelf wordt 23% van de bestedingen in deze artikelgroep lokaal gebonden (zie ook tabel 2.1)

Pagina 7 Figuren 2.5 en 2.6: Koopkrachtoriëntatie inwoners Delden artikelgroepen niet-dagelijks en kleding Delden Delden Almelo Ent er Ent er Borne 0% 5% 10% 15% 20% 25% 30% 35% 40% 45% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60%

Pagina 8 3 De ontwikkeling van de koopstromen voor Delden De koopstromen zoals die zijn gemeten in 2005 zijn vastgesteld. Het is nu interessant te analyseren hoe deze koopstromen in Delden zich ten opzichte van 2000 hebben ontwikkeld. In dit hoofdstuk is de ontwikkeling in de koopkrachtbinding en - toevloeiing beschreven. 3.1 Ontwikkeling koopkracht 2000 2005 Tabel 3.1 geeft de ontwikkeling van de koopkrachtbinding en -toevloeiing weer voor de periode 2000 2005. Net zoals in voorgaand hoofdstuk is onderscheid gemaakt naar dagelijkse en niet-dagelijkse artikelen. De ontwikkelingen sinds 2000 zijn tot slot doorvertaald naar het draagvlak (tabel 3.2 en figuur 3.1). Tabel 3.1: Koopstromen 2000 en 2005 binding toevloeiing artikelgroep 2000 2005 2000 2005 dagelijks 86% 92% 32% 37% niet-dagelijks 40% 42% 40% 48% kleding 25% 23% 51% 63% schoenen 42% 42% 44% 43% woninginrichting 27% 33% 50% 55% huishoudelijke artikelen 60% 57% 31% 29% electro 40% 65% 45% 39% doe-het-zelf 51% 31% 33% 37% bloemen, planten en tuinartikelen 0% 56% 0% 40% * Bloemen, planten en tuinartikelen was niet als artikelgroep meegenomen in het onderzoek van 2000 In vergelijking met 2000 zijn geen grote veranderingen opgetreden in de koopstromen. Bij de dagelijkse en niet-dagelijkse artikelen zijn de koopkrachtbinding en toevloeiing toegenomen. Consumenten zijn voor de doe-het-zelfaankopen minder gericht op het winkelaanbod in Delden, de koopkrachtbinding in deze artikelgroep is met 20% gedaald naar 31%. Consumenten uit Delden gaan voor deze artikelen primair naar. De groeiende koopkrachtbinding in de dagelijkse en niet-dagelijkse sector is duidelijk terug te zien in de ontwikkeling van het draagvlak. Het draagvlak in deze artikelgroepen is respectievelijk met 1.000 klanten (11%) en 700 klanten (15%) toegenomen.

Pagina 9 Tabel 3.2: Ontwikkeling draagvlak in de periode 2000-2005 in % draagvlak binding toevloeiing artikelgroep totaal % absoluut % absoluut % dagelijks 1.000 11% 200 3% 800 27% niet-dagelijks 700 15% 0 0% 700 37% kleding 700 19% -200-11% 900 47% schoenen -400-7% -200-6% -200-8% woninginrichting 1.100 28% 300 15% 800 40% huishoudelijke artikelen -700-11% -400-9% -300-15% electro 2.100 40% 1.600 55% 500 21% doe-het-zelf -2.000-36% -1.500-41% -500-28% Figuur 3.1: Ontwikkeling draagvlak Dagelijkse artikelen Niet -dagelijkse artikelen Kleding Schoenen Woninginricht ing Huishoudelijke artikelen Elect r o Doe-het -zelf -2.000-1.500-1.000-500 0 500 1.000 1.500 2.000 2.500 Toevloeiing Binding Tot aal Het totale draagvlak (binding + toevloeiing) is het sterkst gegroeid in de artikelgroepen electro en woninginrichting (zie figuur 3.1). De daling van het draagvlak in de artikelgroep kleding uit de kern Delden zelf wordt gecompenseerd door een toenemende koopkrachttoevloeiing. Dit leidt tot een positief resultaat, het totale draagvlak in de artikelgroep kleding is sinds 2000 toegenomen met 19% (700 klanten).

Pagina 10 4 Beoordeling en bezoekmotief consument voor Delden 4.1 Inleiding Belangrijk onderdeel van het onderzoek is de beoordeling van de winkelgebieden door de consument. Aan de huishoudens is daarom gevraagd het winkelgebied dat het vaakst wordt bezocht te beoordelen op een tiental criteria. Het betreft de volgende criteria: 1. het aantal winkels; 2. de kwaliteit van de winkels; 3. het aanbod van daghoreca; 4. de inrichting en de aankleding van het winkelgebied; 5. de sfeer/gezelligheid; 6. de veiligheid van de winkelomgeving; 7. de bereikbaarheid per auto; 8. de parkeermogelijkheden voor de auto; 9. de bereikbaarheid per fiets; 10. de stallingsmogelijkheden voor de fiets. In vergelijking met het onderzoek uit 2000 is de huishoudens gevraagd de winkelgebieden te beoordelen aan de hand van dezelfde tien criteria. De beoordeling van de winkelgebieden is zowel voor de dagelijkse artikelen als de niet-dagelijkse artikelen gevraagd. In dit hoofdstuk zijn de resultaten van dit enquêteonderdeel gepresenteerd. Omdat niet alleen de mening van de eigen consument telt, is tevens de beoordeling van de regionale consument gepresenteerd. Als laatste onderdeel van de telefonische enquête is de huishoudens gevraagd naar het bezoekmotief om voor een bepaald winkelgebied te kiezen. In paragraaf 4.3 zijn de resultaten van dit onderdeel gepresenteerd. 4.2 Beoordeling winkelgebieden In figuur 4.1 is de beoordeling door de consument van de winkelvoorzieningen in Delden opgenomen. De inwoners beoordelen de bereikbaarheid per fiets en de inrichting en aankleding van het winkelgebied als beste. Als slechtste beoordelen zij de parkeermogelijkheden voor de auto. Bezoekers beoordelen de kwaliteit van de winkels en de veiligheid van de winkelomgeving het beste. De parkeermogelijkheden voor de auto beoordelen zij als slechtste.

Pagina 11 Figuur 4.1: Waardering winkelvoorzieningen door inwoners en regiobezoekers Aant al winkels Kwalit eit winkels Aanbod daghoreca Inricht ing en aankleding winkelgebied Sf eer/ gezelligheid Veiligheid winkelomgeving Bereikbaarheid per aut o Parkeermogelijkheden aut o Bereikbaarheid per f iet s Stallingmogelijkheden f iet s 5,0 5,5 6,0 6,5 7,0 7,5 8,0 Inwoners Regiobezoekers 4.3 Bezoekmotief winkelgebieden De consument is gevraagd naar de belangrijkste redenen om een bepaald winkelgebied te bezoeken. Voor Delden levert dit voor de inwoners en regiobezoekers het volgende beeld op (figuur 4.2).

Pagina 12 Figuur 4.2: Bezoekmotief inwoners en regiobezoekers 1 Nabijheid Gewoont e Bepaalde winkels en product en Veelheid winkels Lage prijs Kwalit eit winkelaanbod Bereikbaarheid en parkeergelegenheid Sf eer Over ig 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Inwoners Regio bezoekers Belangrijkste bezoekreden voor de inwoners van Delden is nabijheid, gevolgd door gewoonte en bepaalde winkels en producten. Consumenten van buiten kiezen voor Delden vanwege de nabijheid, gevolgd door gewoonte. Ook de kwaliteit van het aanbod en de aanwezigheid van bepaalde winkels en producten is door deze groep als bezoekreden genoemd. 1 De totalen voor inwoners en regiobezoekers hoeven niet 100 procent te zijn.

Pagina 13 5 Resumé voor Delden Met de realisatie van het Koopstromenonderzoek Overijssel en delen van Drenthe en Gelderland 2005 is inzicht verkregen in het consumentengedrag in deze gebieden. Evenals voorgaande onderzoeksjaren heeft ook dit onderzoek weer waardevolle informatie opgeleverd. De belangrijkste uitkomsten voor Delden zijn in dit hoofdstuk kort samengevat. Voor de dagelijkse artikelen zijn de inwoners van Delden sterk georiënteerd op het eigen winkelapparaat. De koopkrachtbinding in deze artikelgroep is 92%, daarnaast is 37% van het draagvlak (3.800 klanten) afkomstig van buiten Delden. Het totale draagvlak in de dagelijkse sector is 10.300 standaardconsumenten. In de niet-dagelijkse sector wordt 42% van de lokale bestedingen gebonden. Het draagvlak heeft een omvang van 5.500 standaardconsumenten. Een belangrijk deel daarvan, 48%, is afkomstig van buiten Delden (2.600 klanten). Het verzorgingsbereik van de winkelvoorzieningen reikt tot Delden en de directe omgeving. Een deel van het draagvlak komt uit omliggende (grote) kernen, zoals, Hengevelde en Almelo. Overigens is het aantal klanten uit deze gebieden beperkt. Na Delden is (39%) de belangrijkste aankoopplaats voor de dagelijkse artikelen. In mindere mate gaan de inwoners van Delden voor de niet-dagelijkse aankopen naar, Almelo en Enter. Kledingartikelen worden het minst lokaal gekocht. Voor deze artikelen gaan de inwoners van Delden primair naar (51%). Daarnaast vloeit een klein deel van de koopkracht in deze artikelgroep af naar, Enter en Borne. In de artikelgroep doe-het-zelf is het draagvlak sinds 2000 met 2.000 klanten afgenomen. In vergelijking met 2000 is de koopkrachtafvloeiing in deze artikelgroep naar sterk toegenomen. Voor de inwoners van Delden is de belangrijkste aankoopplaats wanneer het doe-het-zelfartikelen betreft. De consument beoordeelt de winkelvoorzieningen in Delden positief, waarbij regiobezoekers over het algemeen iets positiever zijn dan de inwoners. De aspecten kwaliteit van de winkels, bereikbaarheid per fiets en inrichting en aankleding winkelgebied zijn door de inwoners hoog beoordeeld. Maar ook de kwaliteit en de sfeer en gezelligheid wordt met ruim een 7 positief beoordeeld. De parkeermogelijkheden voor de auto zijn door zowel de inwoners als de regiobezoekers het laagst beoordeeld. Nabijheid wordt door 85% van de inwoners uit Delden als belangrijkste bezoekmotief genoemd. Daarnaast is gewoonte en veelheid aan winkels de belangrijkste bezoekreden. Voor de regiobezoekers is eveneens nabijheid het belangrijkste bezoekmotief, gevolgd door gewoonte.

Pagina 14 6 De huidige koopstromen in Diepenheim Dit hoofdstuk beschrijft het koopgedrag van de consument in Diepenheim. Gestart is met een analyse van de huidige oriëntatie, de koopkrachtbinding. Hier is allereerst onderscheid gemaakt naar dagelijkse en niet-dagelijkse artikelen. De kooporiëntatie in niet-dagelijkse artikelen is tevens verbijzonderd naar de volgende zeven artikelgroepen: kleding; schoenen; woninginrichting; huishoudelijke artikelen; electro; doe-het-zelfartikelen; bloemen, planten en tuinartikelen. Ten opzichte van 2000 betekent dit dat de artikelgroepen zijn uitgebreid met bloemen, planten en tuinartikelen. In paragraaf 6.2 is nader op het aandeel vreemde koopkracht, de koopkrachttoevloeiing, ingegaan. Met deze analyse wordt inzicht verkregen in de herkomst van de consument van buiten Diepenheim. Het hoofdstuk wordt afgesloten met een analyse van de koopkrachtafvloeiing. 6.1 Koopkrachtbinding- en toevloeiing 6.1.1 Onderzoeksgebied Conform het koopstromenonderzoek uit 2000 is de omvang van Diepenheim bepaald aan de hand van postcodegebieden. Voor Diepenheim is dit het postcodegebied 7478. Het inwoneraantal bedraagt 2.800 (peildatum 1 januari 2004, bron CBS Statline). Ten opzichte van het onderzoek uit 2000 betekent dit een gelijk gebleven bevolkingsaantal. In tabel 6.1 is de koopkrachtbinding voor Diepenheim gepresenteerd.

Pagina 15 Tabel 6.1: Koopkrachtbinding dagelijkse en niet-dagelijkse artikelen binding toevloeiing artikelgroep draagvlak absoluut % absoluut % oriëntatie-index dagelijks 2.300 1.800 64% 500 23% 82 niet-dagelijks 600 200 5% 400 64% 21 kleding 0 0 1% 0 86% 0 schoenen 0 0 0% 0 0% 0 woninginrichting 1.800 1.300 46% 500 30% 64 huishoudelijke artikelen 200 100 3% 100 54% 7 electro 0 0 1% 0 93% 0 doe het zelf 0 0 1% 0 70% 0 bloemen, planten en tuinartikelen 700 300 10% 400 57% 25 De koopkrachtbinding voor de dagelijkse artikelen in Diepenheim bedraagt 64%. In de niet-dagelijkse artikelen is de koopkrachtbinding met 5% beperkt. In de artikelgroep woninginrichting is de lokale koopkrachtbinding met 46% het hoogst. Vanwege het beperkte winkelaanbod is de koopkrachtbinding in de e artikelgroepen ook beperkt. Dat het winkelaanbod in Diepenheim een beperkte verzorgingsfunctie heeft, blijkt uit de oriëntatie-index. Deze index geeft de verhouding weer tussen het draagvlak en het inwoneraantal. Een index van meer dan 100 duidt op een (sterke) verzorgingsfunctie van het winkelaanbod in de betreffende branche. Het draagvlak is dan immers groter dan het aantal inwoners van de kern. Hoe lager de index, hoe lager de verzorgingsfunctie. In Diepenheim is de oriëntatie-index in alle artikelgroepen lager dan 100. Figuur 6.1: Draagvlak Diepenheim per artikelgroep Inwoneraant al Dagelijkse artikelen Niet -dagelijkse artikelen Kleding Schoenen Woninginricht ing Huishoudelijk Elect r o Doe-het -zelf Bloemen, plant en en t uinart ikelen 0 500 1.000 1.500 2.000 2.500 3.000 Draagvlak t oevloeiing Draagvlak binding

Pagina 16 Uit bovenstaande figuur is af te leiden dat het draagvlak in de dagelijkse sector met 2.300 consumenten het hoogst is. Het draagvlak van buiten Diepenheim is in de dagelijkse artikelen en woninginrichting met 500 klanten het hoogst. In de niet-dagelijkse sector is relatief het grootste deel van het draagvlak (64%) afkomstig van buiten Diepenheim (zie ook figuur 6.2). Vertaald naar draagvlak, aantal klanten zijn dit slechts 400 klanten. Figuur 6.2: Aandeel draagvlak koopkrachtbinding in totale draagvlak 23% 36% 77% 64% Aandeel dagelijks binding Aandeel dagelijks toevloeiing Aandeel niet-dagelijks binding Aandeel niet-dagelijks toevloeiing 6.2 Herkomst vreemde koopkracht Het draagvlak dagelijkse artikelen afkomstig van buiten Diepenheim is ongeveer 500 klanten (tabel 6.1). Dit aantal is afkomstig uit meerdere kernen in directe omgeving, zoals, Markelo, Borculo en Hengevelde. Uit komen de meeste klanten, ongeveer 200. Uit de andere kernen is het draagvlak kleiner dan 100 klanten. Het niet-dagelijkse winkelaanbod in Diepenheim trekt klanten van verder weg. Het draagvlak van buiten Diepenheim is met 400 klanten ens beperkt. De vreemde koopkracht komt voornamelijk uit (14%) en Hengevelde (13%). Een klein gedeelte van het draagvlak komt uit de kernen en Almelo. Figuren 6.3 en 6.4: Herkomst draagvlak dagelijkse en niet-dagelijkse artikelen Diepenheim Delden Markelo Hengevelde Borculo Almelo Hengevelde 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60%

Pagina 17 6.3 Koopkrachtafvloeiing In Diepenheim is gebleken dat de koopkrachtbinding per artikelgroep gering is. Inwoners van Diepenheim zijn voor veel producten dus georiënteerd op winkelgebieden in de omgeving. In deze paragraaf is ervoor gekozen de koopkrachtafvloeiing voor de niet-dagelijkse en de doe-het-zelfartikelen nader te bekijken. Voor de niet-dagelijkse aankopen gaan de inwoners uit Diepenheim naar grote kernen in de omgeving. Belangrijkste aankoopplaats buiten Diepenheim is het nabijgelegen (figuur 6.5). Vastgesteld is dat 39% van de inwoners uit Diepenheim hier de niet-dagelijkse aankopen verrichten. Ook op de niet-dagelijkse winkelvoorzieningen in en Lochem zijn consumenten uit Diepenheim georiënteerd, respectievelijk 13% en 10% vloeit hiernaartoe af. Tot slot vloeit een deel van de koopkracht af naar Rijssen en. Voor de doe-het-zelfaankopen gaan de inwoners uit Diepenheim naar plaatsen in de omgeving waar één of meerdere grote bouwmarkten zijn gevestigd. Het grootste deel van de inwoners (61%) gaat voor de doe-het-zelfartikelen naar, nog eens 16% gaat hiervoor naar Lochem (15%). Figuren 6.5. en 6.6: Koopkrachtoriëntatie inwoners Diepenheim niet-dagelijkse en doe-het-zelfartikelen Lochem Lochem Rijssen Rijssen Hengevelde Neede 0% 5% 10% 15% 20% 25% 30% 35% 40% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70%

Pagina 18 7 De ontwikkeling van de koopstromen voor Diepenheim De koopstromen zoals die zijn gemeten in 2005 zijn vastgesteld. Het is nu interessant te analyseren hoe deze koopstromen zich in Diepenheim ten opzichte van 2000 hebben ontwikkeld. In dit hoofdstuk is de ontwikkeling in de koopkrachtbinding en - toevloeiing beschreven. 7.1 Ontwikkeling koopkracht 2000 2005 Tabel 7.1 geeft de ontwikkeling van de koopkrachtbinding en toevloeiing weer voor de periode 2000 2005. Net zoals in voorgaand hoofdstuk is onderscheid gemaakt naar dagelijkse en niet-dagelijkse artikelen. De ontwikkelingen sinds 2000 zijn tot slot doorvertaald naar het draagvlak (tabel 7.2 en figuur 7.1). Tabel 7.1: Koopstromen 2000 en 2005 binding toevloeiing artikelgroep 2000 2005 2000 2005 dagelijks 58% 64% 11% 23% niet-dagelijks 7% 5% 33% 64% kleding 0% 1% 0% 86% schoenen 0% 0% 0% 0% woninginrichting 36% 46% 29% 30% huishoudelijke artikelen 7% 3% 0% 54% electro 0% 1% 100% 93% doe het zelf 7% 1% 0% 70% bloemen, planten en tuinartikelen* -* 10% -* 57% * Bloemen, planten en tuinartikelen was niet als artikelgroep meegenomen in het onderzoek van 2000 Ten opzichte van 2000 is de koopkrachtbinding in de artikelgroep woninginrichting met 10% het sterkst toegenomen. Het percentage koopkrachttoevloeiing is in de artikelgroep vrijwel gelijk gebleven. In de dagelijkse sector is in vergelijking met het vorige onderzoeksjaar zowel de koopkrachtbinding als de -toevloeiing gestegen. De hiernavolgende tabel en figuren tonen de effecten van deze ontwikkeling op het draagvlak.

Pagina 19 Tabel 7.2: Ontwikkeling draagvlak in de periode 2000 2005 draagvlak binding toevloeiing artikelgroep totaal % absoluut % absoluut % dagelijks 500 28% 200 13% 300 150% niet-dagelijks 300 100% 0 0% 300 300% kleding 0 0 0 schoenen 0 0 0 woninginrichting 400 29% 300 30% 100 25% huishoudelijke artikelen 0 0% -100-50% 100 electro -100-100% 0-100% -100-100% doe het zelf -200-100% -200-100% 0 Figuur 7.1: Ontwikkeling draagvlak Dagelijkse artikelen Niet -dagelijkse artikelen Kleding Schoenen Woninginricht ing Huishoudelijke art ikelen Elect r o Doe-het -zelf -200-100 0 100 200 300 400 500 Toevloeiing Binding Tot aal Het draagvlak in de dagelijkse sector is met 500 klanten het sterkst gegroeid. Maar ook het draagvlak in de niet-dagelijkse sector is toegenomen. Ten opzichte van 2000 is het draagvlak zelfs verdubbeld. Figuur 7.2 toont dat deze groei het gevolg is van een toegenomen oriëntatie van consumenten van buiten Diepenheim.

Pagina 20 8 Beoordeling en bezoekmotief consument voor Diepenheim 8.1 Inleiding Belangrijk onderdeel van het onderzoek is de beoordeling van de winkelgebieden door de consument. Aan de huishoudens is daarom gevraagd het winkelgebied dat het vaakst wordt bezocht te beoordelen op een tiental criteria. Het betreft de volgende criteria: 1. het aantal winkels; 2. de kwaliteit van de winkels; 3. het aanbod van daghoreca; 4. de inrichting en de aankleding van het winkelgebied; 5. de sfeer/gezelligheid; 6. de veiligheid van de winkelomgeving; 7. de bereikbaarheid per auto; 8. de parkeermogelijkheden voor de auto; 9. de bereikbaarheid per fiets; 10. de stallingsmogelijkheden voor de fiets. In vergelijking met het onderzoek uit 2000 is de huishoudens gevraagd de winkelgebieden te beoordelen aan de hand van dezelfde tien criteria. In dit hoofdstuk zijn de resultaten van dit enquêteonderdeel gepresenteerd. Omdat niet alleen de mening van de eigen consument telt, is tevens de beoordeling van de regionale consument gepresenteerd. Als laatste onderdeel van de telefonische enquête is de huishoudens gevraagd naar het bezoekmotief om voor een bepaald winkelgebied te kiezen. In paragraaf 8.3 zijn de resultaten van dit onderdeel gepresenteerd. 8.2 Beoordeling winkelgebieden In figuur 8.1 is de beoordeling door de consument van de winkelvoorzieningen in Diepenheim opgenomen. De inwoners beoordelen de bereikbaarheid per fiets en de bereikbaarheid per auto als beste. Als slechtste beoordelen zij het aantal winkels. Bezoekers beoordelen de kwaliteit van de winkels en de bereikbaarheid per fiets het beste. Het aantal winkels beoordelen zij als slechtste.

Pagina 21 Figuur 8.1: Waardering winkelvoorzieningen door inwoners en regiobezoekers Aant al winkels Kwalit eit winkels Aanbod daghoreca Inricht ing en aankleding winkelgebied Sf eer/ gezelligheid Veiligheid winkelomgeving Bereikbaarheid per aut o Parkeermogelijkheden aut o Bereikbaarheid per f iet s Stallingmogelijkheden f iet s 5,0 5,5 6,0 6,5 7,0 7,5 8,0 8,5 Inwoners Regiobezoekers 8.3 Bezoekmotief winkelgebieden De consument is gevraagd naar de belangrijkste redenen om een bepaald winkelgebied te bezoeken. Voor Diepenheim levert dit voor de inwoners en regiobezoekers het volgende beeld op (figuur 8.2). Figuur 8.2: Bezoekmotief inwoners en regiobezoekers 2 Nabijheid Gewoont e Bepaalde winkels en product en Veelheid winkels Lage prijs Kwalit eit winkelaanbod Bereikbaarheid en parkeergelegenheid Sf eer Over ig 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Inwoners Regio bezoekers 2 De totalen voor inwoners en regiobezoekers hoeven niet 100 procent te zijn.

Pagina 22 Belangrijkste bezoekreden voor de inwoners van Diepenheim is nabijheid. Consumenten van buiten kiezen voor Diepenheim vanwege de nabijheid, gevolgd door gewoonte.

Pagina 23 9 Resumé voor Diepenheim Met de realisatie van het Koopstromenonderzoek Overijssel en delen van Drenthe en Gelderland 2005 is inzicht verkregen in het consumentengedrag in deze gebieden. Evenals voorgaande onderzoeksjaren heeft ook dit onderzoek weer waardevolle informatie opgeleverd. De belangrijkste uitkomsten voor Diepenheim zijn in dit hoofdstuk kort samengevat. Voor de dagelijkse artikelen zijn de inwoners van Diepenheim voornamelijk georienteerd op het eigen winkelapparaat. De koopkrachtbinding in deze artikelgroep is 68%, daarnaast is 23% van het draagvlak (500 klanten) afkomstig van buiten Diepenheim. Het totale draagvlak in de dagelijkse sector is 2.300 klanten. In de niet-dagelijkse sector wordt slechts 5% van de lokale bestedingen gebonden. Het draagvlak heeft een omvang van 600 standaardconsumenten. Een belangrijk deel daarvan, 64%, is afkomstig van buiten Diepenheim (400 klanten). De winkelvoorzieningen in Diepenheim richten zich voornamelijk op de eigen inwoners. Een klein deel van het dagelijkse draagvlak komt van buiten de kern, zoals uit nabijgelegen kernen als en Markelo. Het aantal klanten uit deze gebieden is echter gering (minder dan 100). Belangrijkste herkomstgebied voor de niet-dagelijkse artikelen zijn en Hengevelde. Voor de niet-dagelijkse aankopen gaan de inwoners van Diepenheim naar grote plaatsen in de omgeving. De meeste koopkracht vloeit af naar (39%) en (13%). Doe-het-zelfartikelen worden het minst lokaal gekocht (1%). Voor deze artikelen gaan de inwoners uit Diepenhein primair naar (59%), daarnaast vloeit een klein deel van de koopkracht in deze artikelgroep af naar plaatsen als Lochem, Rijssen en Hengevelde. Sinds 2000 is het draagvlak in de dagelijkse artikelen het sterkst gegroeid. In deze artikelgroep is de groei 500 klanten. Het zijn met name de inwoners van Diepenheim die meer op het eigen winkelaanbod zijn georiënteerd. In de artikelgroep doe-het-zelf is het draagvlak sinds 2000 met 200 klanten afgenomen. Dit is de sterkste afname van het draagvlak in alle artikelgroepen. De consument beoordeelt de winkelvoorzieningen in Diepenheim redelijk positief, waarbij inwoners over het algemeen positiever zijn dan de regiobezoekers. De aspecten kwaliteit van de bereikbaarheid per auto en fiets en het aanbod daghoreca zijn door de inwoners hoog beoordeeld. Het aantal winkels is door zowel de inwoners als de regiobezoekers het laagst beoordeeld. Nabijheid wordt door 83% van de inwoners uit Diepenheim als belangrijkste bezoekmotief genoemd. Daarnaast zijn gewoonte en aanwezigheid van bepaalde winkels de belangrijkste bezoekreden. Voor de regiobezoekers is nabijheid het belangrijkste bezoekmotief, gevolgd door gewoonte en veelheid aan winkels.

Pagina 24 10 De huidige koopstromen in Dit hoofdstuk beschrijft het koopgedrag van de consument in. Gestart is met een analyse van de huidige oriëntatie, de koopkrachtbinding. Hier is allereerst onderscheid gemaakt naar dagelijkse en niet-dagelijkse artikelen. De kooporiëntatie in nietdagelijkse artikelen is tevens verbijzonderd naar de volgende zeven artikelgroepen: kleding; schoenen; woninginrichting; huishoudelijke artikelen; electro; doe-het-zelfartikelen; bloemen, planten en tuinartikelen. Ten opzichte van 2000 betekent dit dat de artikelgroepen zijn uitgebreid met bloemen, planten en tuinartikelen. In paragraaf 10.2 is nader op het aandeel vreemde koopkracht, de koopkrachttoevloeiing, ingegaan. Met deze analyse wordt inzicht verkregen in de herkomst van de consument van buiten. Het hoofdstuk wordt afgesloten met een analyse van de koopkrachtafvloeiing. 10.1 Koopkrachtbinding en -toevloeiing 10.1.1 Onderzoeksgebied Conform het koopstromenonderzoek uit 2000 is de omvang van bepaald aan de hand van postcodegebieden. Voor zijn dit de postcodegebieden 7471-7472. Het inwoneraantal bedraagt 12.400 (peildatum 1 januari 2004, bron CBS Statline). Ten opzichte van het onderzoek uit 2000 betekent dit een bevolkingstoename van 1%. In tabel 10.1 is de koopkrachtbinding voor gepresenteerd.

Pagina 25 Tabel 10.1: Koopkrachtbinding dagelijkse en niet-dagelijkse artikelen binding toevloeiing artikelgroep draagvlak absoluut % absoluut % oriëntatie-index dagelijks 16.200 12.000 97% 4.200 26% 131 niet-dagelijks 10.200 6.800 55% 3.400 34% 82 kleding 7.200 4.500 36% 2.700 38% 58 schoenen 12.400 6.900 56% 5.500 44% 100 woninginrichting 5.900 4.000 32% 1.900 32% 48 huishoudelijke artikelen 12.900 8.300 72% 4.600 34% 104 electro 9.800 7.300 59% 2.500 25% 79 doe-het-zelf 14.300 9.600 77% 4.700 33% 115 bloemen, planten en tuinartikelen 11.300 8.900 72% 2.400 21% 91 De koopkrachtbinding in de dagelijkse sector in bedraagt 97% en is daarmee het hoogst van alle kernen in de gemeente Hof van Twente. In de niet-dagelijkse sector wordt 55% van de koopkracht gebonden. Ook dit is het meest van alle kernen in de gemeente. Per afzonderlijke artikelgroep verschilt de koopkrachtoriëntatie echter. Inwoners van kopen vooral doe-het-zelfartikelen en bloemen, planten en tuinartikelen in de eigen kern. Maar ook in de artikelgroepen electro, schoenen en huishoudelijke artikelen wordt meer dan 50% van alle bestedingen gebonden. De lokale koopkrachtbinding is in de artikelgroep woninginrichting met 32% het laagst. Consumenten van buiten zijn sterk georiënteerd op het modische aanbod (kleding en schoenen). Zoals uit figuur 10.1 blijkt is het draagvlak van buiten met 5.500 klanten het grootst in de artikelgroep schoenen, gevolgd door huishoudelijke en doe-het-zelfartikelen. Figuur 10.1: Draagvlak per artikelgroep Inwoneraant al Dagelijkse artikelen Niet -dagelijkse artikelen Kleding Schoenen Woninginricht ing Huishoudelijk Elect r o Doe-het -zelf Bloemen, plant en en t uinart ikelen 0 2.000 4.000 6.000 8.000 10.000 12.000 14.000 Draagvlak t oevloeiing Draagvlak binding

Pagina 26 In de artikelgroepen schoenen, huishoudelijke artikelen en doe-het-zelfartikelen is de oriëntatie-index groter dan 100. De oriëntatie-index geeft de verhouding weer tussen het draagvlak (binding + toevloeiing) en het inwoneraantal. Een index van meer dan 100 duidt op een (sterke) verzorgingsfunctie van het winkelaanbod in de betreffende branche. Het draagvlak is dan immers groter dan het aantal inwoners van de kern. Dat een belangrijk deel van het draagvlak in van buiten de kern afkomstig is wordt nog eens duidelijk in figuur 10.2. Voor de dagelijkse artikelen is 26% van het draagvlak toevloeiing, in de niet-dagelijkse sector is dit 33%. In de hiernavolgende paragraaf wordt ingegaan op de herkomst van dit aandeel. Figuur 10.2: Aandeel draagvlak koopkrachtbinding in totale draagvlak 26% 34% 74% 66% Aandeel dagelijks binding Aandeel dagelijks toevloeiing Aandeel niet-dagelijks binding Aandeel niet-dagelijks toevloeiing 10.2 Herkomst vreemde koopkracht Belangrijkste herkomstgebied voor het draagvlak dagelijkse artikelen buiten is de kern Markelo, hier komt 7% van het draagvlak vandaan. Dit zijn ongeveer 1.000 klanten. Het e draagvlak in deze artikelgroep komt voornamelijk uit andere kernen in de nabije omgeving, zoals Diepenheim, Hengevelde en Rijssen. Het draagvlak uit deze kernen is per kern ongeveer 500 klanten. Het draagvlak niet-dagelijkse artikelen van buiten komt eveneens voor een belangrijk deel uit kernen in de directe omgeving. De meeste klanten komen uit Diepenheim, ongeveer 1.000 klanten. Het aantal klanten afkomstig uit Markelo en Hengevelde is geringer en bedraagt ruim 500 klanten. Uit de e herkomstgebieden (zoals de kern Neede) is het aantal klanten steeds lager dan 250.

Pagina 27 Figuren 10.3 en 10.4: Herkomst draagvlak dagelijkse en niet-dagelijkse artikelen Markelo Diepenheim Diepenheim Markelo Hengevelde Hengevelde Rijssen Neede 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 10.3 Koopkrachtafvloeiing Voor de niet-dagelijkse artikelen zijn de inwoners uit, naast het eigen winkelaanbod, georiënteerd op grote aankoopplaatsen in de omgeving. De meeste koopkracht vloeit af naar, 15% van de inwoners doet hier de niet-dagelijkse aankopen. Rijssen trekt 10% van de consumenten uit, in en Lochem is dit respectievelijk 5% en 3%. Uit tabel 10.1 blijkt dat de koopkrachtbinding in de artikelgroep woninginrichting met 32% het laagst is. Meer dan de helft van alle lokale bestedingen (68%) vloeit af naar grote plaatsen in de omgeving. Belangrijkste aankoopplaats voor de woninginrichtingartikelen is (20%), gevolgd door Rijssen (11%), (6%) en Almelo (6%). Figuren 10.5 en 10.6: Koopkrachtoriëntatie inwoners niet-dagelijkse en woninginrichtingartikelen Rijssen Rijssen Lochem Almelo 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 0% 5% 10% 15% 20% 25% 30% 35%

Pagina 28 11 De ontwikkeling van de koopstromen voor De koopstromen zoals die zijn gemeten in 2005 zijn vastgesteld. Het is nu interessant te analyseren hoe deze koopstromen zich in ten opzichte van 2000 hebben ontwikkeld. In dit hoofdstuk is de ontwikkeling in de koopkrachtbinding en -toevloeiing beschreven. 11.1 Ontwikkeling koopkracht 2000 2005 Tabel 11.1 geeft de ontwikkeling van de koopkrachtbinding en toevloeiing weer voor de periode 2000 2005. Net zoals in het vorige hoofdstuk is onderscheid gemaakt naar dagelijkse en niet-dagelijkse artikelen. De ontwikkelingen sinds 2000 zijn in tabel 11.2 en figuur 11.1 doorvertaald naar het draagvlak. Tabel 11.1: Koopstromen 2000 en 2005 binding toevloeiing artikelgroep 2000 2005 2000 2005 dagelijks 96% 97% 20% 26% niet-dagelijks 47% 55% 26% 34% kleding 25% 36% 31% 38% schoenen 43% 56% 29% 44% woninginrichting 29% 32% 28% 32% huishoudelijke artikelen 72% 72% 21% 34% electro 53% 59% 26% 25% doe het zelf 66% 77% 24% 33% bloemen, planten en tuinartikelen* -* 72% - 21% * Bloemen, planten en tuinartikelen was niet als artikelgroep meegenomen in het onderzoek van 2000 De ontwikkeling van de koopstromen in laten sinds 2000 een positief beeld zien. In alle artikelgroepen zijn de koopkrachtbindingen gegroeid. Hetzelfde geldt, met uitzondering van de artikelgroep electro, ook voor de koopkrachttoevloeiingen. De sterkste toename is waargenomen in de artikelgroep schoenen, waar de koopkrachtbinding met 13% is gegroeid. Tabel 11.1: Ontwikkeling draagvlak in de periode 2000 2005 draagvlak binding toevloeiing artikelgroep totaal % absoluut % absoluut % dagelijks 1.400 9% 200 2% 1.200 40% niet-dagelijks 2.400 31% 1.000 17% 1.400 70% kleding 2.700 60% 1.400 45% 1.300 93% schoenen 4.900 65% 1.600 30% 3.300 150% woninginrichting 900 18% 400 11% 500 36% huishoudelijke artikelen 2.300 21% 100 1% 2.200 92% electro 1.000 11% 800 12% 200 9% doe het zelf 3.700 35% 1.500 19% 2.200 88%

Pagina 29 Uit tabel 11.1 is af te leiden dat het draagvlak in de dagelijkse sector is toegenomen met 9%. Vertaald naar aantal klanten is dit een toename van 1.800. In de nietdagelijkse sector is het draagvlak met 31% toegenomen, oftewel een stijging van het draagvlak met 2.400 standaardconsumenten. Versterking van het centrum van met onder andere de komst van een Hema heeft een positief effect gehad op de ontwikkeling van het draagvlak. Figuur 11.1 toont dat in de branche schoenen het draagvlak het sterkst is gegroeid. Deze toename is met name het gevolg van een groeiend aantal klanten van buiten. Ook in andere artikelgroepen, zoals woninginrichting, doe-het-zelf en huishoudelijke artikelen is de groei van het aantal klanten van buiten sterker dan de toename van het aantal klanten uit de kern zelf. Het is ens positief dat het draagvlak in alle artikelgroepen is toegenomen. Figuur 11.1: Ontwikkeling draagvlak Dagelijkse artikelen Niet -dagelijkse artikelen Kleding Schoenen Woninginricht ing Huishoudelijke artikelen Elect r o Doe-het -zelf 0 500 1.000 1.500 2.000 2.500 3.000 3.500 4.000 4.500 5.000 Toevloeiing Binding Tot aal

Pagina 30 12 Beoordeling en bezoekmotief consument voor 12.1 Inleiding Belangrijk onderdeel van het onderzoek is de beoordeling van de winkelgebieden door de consument. Aan de huishoudens is daarom gevraagd het winkelgebied dat het vaakst wordt bezocht te beoordelen op een tiental criteria. Het betreft de volgende criteria: 1. het aantal winkels; 2. de kwaliteit van de winkels; 3. het aanbod van daghoreca; 4. de inrichting en de aankleding van het winkelgebied; 5. de sfeer/gezelligheid; 6. de veiligheid van de winkelomgeving; 7. de bereikbaarheid per auto; 8. de parkeermogelijkheden voor de auto; 9. de bereikbaarheid per fiets; 10. de stallingsmogelijkheden voor de fiets. In vergelijking met het onderzoek uit 2000 is de huishoudens gevraagd de winkelgebieden te beoordelen aan de hand van dezelfde tien criteria. In dit hoofdstuk zijn de resultaten van dit enquêteonderdeel gepresenteerd. Omdat niet alleen de mening van de eigen consument telt, is tevens de beoordeling van de regionale consument gepresenteerd. Als laatste onderdeel van de telefonische enquête is de huishoudens gevraagd naar het bezoekmotief om voor een bepaald winkelgebied te kiezen. In paragraaf 12.3 zijn de resultaten van dit onderdeel gepresenteerd. 12.2 Beoordeling winkelgebieden In figuur 12.1 is de beoordeling door de consument van de winkelvoorzieningen in opgenomen. De inwoners beoordelen de bereikbaarheid per fiets en de parkeermogelijkheden voor de auto als beste. Als slechtste beoordelen zij de sfeer en gezelligheid. Bezoekers beoordelen de bereikbaarheid per fiets en de bereikbaarheid per auto het beste. De sfeer en gezelligheid beoordelen zij als slechtste.

Pagina 31 Figuur 12.1: Waardering winkelvoorzieningen door inwoners en regiobezoekers Aant al winkels Kwalit eit winkels Aanbod daghoreca Inricht ing en aankleding winkelgebied Sf eer/ gezelligheid Veiligheid winkelomgeving Bereikbaarheid per aut o Parkeermogelijkheden aut o Bereikbaarheid per f iet s Stallingmogelijkheden f iet s 5,0 5,5 6,0 6,5 7,0 7,5 8,0 Inwoners Regiobezoekers

Pagina 32 12.3 Bezoekmotief winkelgebieden De consument is gevraagd naar de belangrijkste redenen om een bepaald winkelgebied te bezoeken. Voor levert dit voor inwoners en regiobezoekers het volgende beeld op (figuur 12.2). Figuur 12.2: Bezoekmotief dagelijkse en niet dagelijkse artikelen 3 Nabijheid Gewoont e Bepaalde winkels en product en Veelheid winkels Lage prijs Kwalit eit winkelaanbod Bereikbaarheid en parkeergelegenheid Sf eer Overig 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Inwoners Regio bezoekers Belangrijkste bezoekreden voor de inwoners van is nabijheid, gevolgd door gewoonte. Consumenten van buiten kiezen voor vanwege de nabijheid, gevolgd door gewoonte. 3 De totalen voor inwoners en regiobezoekers hoeven niet 100 procent te zijn.

Pagina 33 13 Resumé voor Met de realisatie van het Koopstromenonderzoek Overijssel en delen van Drenthe en Gelderland 2005 is inzicht verkregen in het consumentengedrag in deze gebieden. Evenals voorgaande onderzoeksjaren heeft ook dit onderzoek weer waardevolle informatie opgeleverd. De belangrijkste uitkomsten voor zijn in dit hoofdstuk kort samengevat. Voor de dagelijkse artikelen zijn de inwoners van sterk georiënteerd op het eigen winkelapparaat. De koopkrachtbinding in deze artikelgroep is 97%, daarnaast is 26% van het draagvlak (4.200 klanten) afkomstig van buiten. Het totale draagvlak in de dagelijkse sector is 16.200 standaardconsumenten. In de niet-dagelijkse sector wordt 55% van de lokale bestedingen gebonden. Het draagvlak heeft een omvang van 10.200 standaardconsumenten. Een belangrijk deel daarvan, 34% is afkomstig van buiten (3.400 klanten). De winkelvoorzieningen hebben een verzorgende functie voor consumenten uit en directe omgeving. Voor de dagelijkse artikelen komt een deel van het draagvlak uit omliggende kernen, zoals, Rijssen en. Draagvlak niet-dagelijkse artikelen van buiten komt voornamelijk uit de omliggende kernen Diepenheim, Markelo en Hengevelde. Na is (15%) de belangrijkste aankoopplaats voor de dagelijkse artikelen. In mindere mate gaan de inwoners van voor de niet-dagelijkse aankopen ook naar Rijssen, en Lochem. Woninginrichtingartikelen worden het minst lokaal gekocht. Voor deze artikelen vloeit een belangrijk deel van de koopkracht af naar (20%), gevolgd door Rijssen, en Almelo. Dit zijn plaatsen met een sterk en ruim aanbod aan woninginrichtingartikelen. Sinds 2000 is het draagvlak in de artikelgroep schoenen het sterkst gegroeid. In deze artikelgroep is de groei 4.600 klanten. De groei van het draagvlak in deze artikelgroep is met name het gevolg van een toegenomen koopkrachttoevloeiing. In de artikelgroep woninginrichting is het draagvlak sinds 2000 het minst toegenomen (900 klanten). De consument beoordeelt de winkelvoorzieningen in positief, waarbij regiobezoekers over het algemeen positiever zijn dan de inwoners. De aspecten bereikbaarheid per fiets, parkeermogelijkheden voor de auto en de kwaliteit van de winkels zijn door de inwoners het hoogst beoordeeld. Maar ook de kwaliteit en de veiligheid van de winkelomgeving wordt met ruim een 7 positief beoordeeld. De sfeer en gezelligheid en inrichting en aankleding van het winkelgebied zijn door zowel de inwoners als de regiobezoekers het laagst beoordeeld. Nabijheid wordt door 81% van de inwoners uit als belangrijkste bezoekmotief genoemd. Daarnaast zijn gewoonte en de aanwezigheid van bepaalde winkels en producten de belangrijkste bezoekredenen. Voor de regiobezoekers is eveneens nabijheid het belangrijkste bezoekmotief, gevolgd door gewoonte en veelheid aan winkels.